TYPEBEDING VOOR ARBITRAGE
REGLEMENT
xxx XXXXXX,
Het Belgisch Centrum voor
Arbitrage en Mediatie
Tekst van toepassing vanaf 1 januari 2023
TYPEBEDING VOOR ARBITRAGE
De partijen die naar het Arbitragereglement van CEPANI wensen te verwijzen, worden aanbevolen om in hun contracten het hiernavolgende typebeding op te nemen:
NEDERLANDS
«Alle geschillen die uit of met betrekking tot deze overeenkomst ontstaan, zullen definitief worden beslecht volgens het Arbitragereglement van CEPANI, door één of meer arbiters die conform dit Reglement zijn benoemd.»
Dit typebeding kan worden aangevuld met de volgende bepalingen:
«Het Scheidsgerecht zal uit (een of drie) arbiters bestaan»1
«De plaats van de arbitrage is (stad)»
«De taal van de arbitrage is (…)»
«De toepasselijke rechtsregels zijn (…)»
De partijen die dit wensen, kunnen eveneens bepalen dat de arbitrage noodzakelijkerwijs moet worden voorafgegaan door een mini-trial of een poging tot mediatie.
Wanneer het om partijen gaat die niet Belgisch zijn in de zin van artikel 1718 van het Gerechtelijk Wetboek, kunnen zij bovendien het volgende benadrukken:
«De partijen sluiten uitdrukkelijk iedere vordering tot vernietiging van de Arbitrale uitspraak uit»
FRANS
«Tous différends découlant du présent contrat ou en relation avec celui-ci
1 Schrappen wat niet past
2 -ARBITRAGEREGLEMENT
seront tranchés définitivement suivant le Règlement d’Arbitrage du CEPANI par un ou plusieurs arbitres nommés conformément à ce règlement.»
Cette clause peut être complétée par les dispositions suivantes:
«Le Tribunal Arbitral sera composé (d’un ou de trois) arbitre(s)»2
«Le siège de l’arbitrage sera (ville)»
«La langue de la procédure sera le (…)»
«Les règles de droit applicables sont (…)»
Les parties qui le souhaitent peuvent également prévoir que l’arbitrage doit nécessairement être précédé d’un mini-trial ou d’une tentative de médiation.
S’agissant de parties qui ne sont pas belges au sens de l’article 1718 du Code judiciaire, elles peuvent en outre préciser que:
«Les parties excluent expressément toute action en annulation de la Sentence Arbitrale»
ENGELS
“Any disputes arising out of or in relation with this Agreement shall be finally settled under the CEPANI Rules of Arbitration by one or more
arbitrators appointed in accordance with those Rules”
The following provisions may be added to this clause:
“The Arbitral Tribunal shall be composed of (one or three) arbitrators”3 “The seat of the arbitration shall be (town or city)”
2 Biffer la mention inutile
3 Delete as appropriate
3
“The arbitration shall be conducted in the (…) language” “The applicable rules of law are (…)”
The parties that so wish may also stipulate that the arbitration should necessarily be preceded by a mini-trial or a mediation attempt.
In the event that the parties involved are not Belgian, within the meaning of Article 1718 of the Judicial Code, they may also stipulate the following:
“The parties expressly exclude any application for setting aside the Arbitral Award”
DUITS
„Alle aus oder in Zusammenhang mit dem gegenwärtigen Vertrag sich ergebenden Streitigkeiten werden nach der Schiedsgerichtsordnung des CEPANI von einem oder mehreren gemäß dieser Ordnung ernannten Schiedsrichtern endgültig entschieden.“
Diese Klausel kann noch durch die folgenden Bestimmungen ergänzt werden:
„Das Schiedsgericht besteht aus (einem einzigen oder drei) Schiedsrich- ter(n)“ 4
„Der Sitz des Schiedsverfahrens ist (Stadt)“
„Die Verfahrenssprache ist (…)“
„Die anwendbare Rechtsregeln sind (…)“
Die Parteien können vereinbaren, dass vor Einleitung des Schiedsverfahrens ein Mini-Trial Verfahren oder ein Mediationsversuch durchgeführt werden muss.
4 Nichtzutreffendes streichen
4 -ARBITRAGEREGLEMENT
Wenn die am Schiedsverfahren beteiligten Parteien nicht gemäß Artikel 1718 des Gerichtsgesetzbuchs als belgische Partei gelten, können sie auch folgendes vereinbaren:
„Die Parteien schließen ausdrücklich jede Aufhebungsklage gegen den Schiedsspruch aus“
UNCITRAL TYPEBEDING
Het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie (CEPANI) treedt op als benoemingsinstantie volgens het Arbitragereglement van de Com- missie van de Verenigde Naties voor het Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL), indien de partijen dat zijn overeengekomen. In dat geval, wordt het partijen aanbevolen om het volgende UNCITRAL model beding op te nemen in hun contract:
“Elk geschil, dispuut of vordering die uit of met betrekking tot deze over- eenkomst, de schending, de beëindiging of ongeldigheid ervan, mocht ontstaan, wordt beslecht door middel van arbitrage overeenkomstig het Arbitragereglement van UNCITRAL.
(a) De benoemingsinstantie is het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie (CEPANI)
(b) Het scheidsgerecht bestaat uit [één/drie] arbiter(s).
(c) De plaats van de arbitrage is … [stad en land].
(d) De taal van de procedure is…".
5
Indien de partijen iedere mogelijkheid van verhaal tegen de Arbitrale Uitspraak die het toepasselijk recht hen biedt wensen uit te sluiten, kunnen zij overwegen om een bepaling toe te voegen zoals hierna bepaald. Zij dienen er evenwel mee rekening te houden dat de doeltreffendheid en de voorwaarden van dergelijke uitsluiting afhangen van het toepasselijk recht.
“Afstand
De partijen doen hierbij afstand van hun recht op iedere vorm van verhaal tegen een arbitrale uitspraak bij een rechtbank of bevoegde autoriteit, voor zover dergelijke afstand geldig gedaan kan worden volgens het toe- passelijk recht”.
FRANS
“Tout litige, différend ou réclamation né du présent contrat ou se
rapportant au présent contrat, ou à son inexécution, à sa résolution ou à sa nullité, est tranché par voie d’arbitrage conformément au Règlement d’Arbitrage de la CNUDCI.
(a) L’autorité de nomination est le Centre belge d’arbitrage et de médiation (CEPANI).
(b) Xx xxxxxx x’xxxxxxxx xxx xxxx x … (xx xx xxxxx)
(x) Xx xxxx de l’arbitrage est … (ville et pays)
(d) La langue à utiliser pour la procédure est… ".
Si les parties souhaitent exclure les voies de recours que la loi applicable leur offre contre la sentence arbitrale, elles peuvent ajouter à cet effet une clause du type proposé ci-dessous, en tenant compte toutefois du fait que l’efficacité et les conditions d’une telle exclusion dépendent de la loi applicable.
6 -ARBITRAGEREGLEMENT
“Renonciation
Les parties renoncent par la présente à leur droit à toute forme de re-
cours contre une sentence devant une juridiction étatique ou une autre
autorité compétente, pour autant qu’elles puissent valablement y renon- cer en vertu de la loi applicable".
ENGELS
“Any dispute, controversy or claim arising out of or relating to this con- tract, or the breach, termination or invalidity thereof, shall be settled by arbitration in accordance with the UNCITRAL Arbitration Rules.
a) The appointing authority shall be the Belgian Centre for Arbitration and Mediation (CEPANI)
b) The number of arbitrators shall be… [one or three]
c) The place of arbitration shall be… [town and country]
d) The language to be used in the the arbitral proceedings shall be …".
If the parties wish to exclude recourse against the arbitral award that may be available under the applicable law, they may add a provision to that effect as suggested below, considering, however, that the effectiveness and conditions of such an exclusion depend on the applicable law.
“Waiver
The parties hereby waive their right to any form of recourse against an award to any court or other competent authority, insofar as such waiver can validly be made under the applicable law".
7
VOORAFGAANDE BEPALINGEN
Artikel 1. – Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie
Het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie (“CEPANI”) is een onafhankelijke instelling die de arbitrageprocedures administreert overeenkomstig het Arbitragereglement van CEPANI (het “Reglement”) en zijn bijlagen (de “Bijlagen”). Het beslecht zelf geen geschillen en oefent niet de taak van arbiter uit.
Artikel 2. – Definities
In het Reglement betekent:
(i) “Secretariaat” het secretariaat van CEPANI.
(ii) “Voorzitter” de voorzitter van CEPANI.
(iii) “Benoemingscomité” het benoemingscomité van CEPANI.
(iv) “Wrakingscomité” het wrakingscomité van CEPANI.
(v) “Scheidsgerecht” één of meerdere arbiters.
(vi) “Eiser” en “Verweerder” één of meerdere eisers of verweerders.
(vii) “Arbitrale Uitspraak” een gedeeltelijke arbitrale uitspraak of een arbitrale einduitspraak.
(viii) “dagen” kalenderdagen.
INLEIDING VAN DE PROCEDURE
Artikel 3. – Verzoek tot arbitrage
1. De partij die een beroep wenst te doen op arbitrage overeenkomstig het Reglement, dient daartoe een verzoek tot arbitrage in bij het Secretariaat. Het verzoek tot arbitrage bevat onder meer de volgende gegevens:
a) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van elk van de partijen;
b) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van elke persoon die de Eiser vertegenwoordigt in de arbitrage;
8 -ARBITRAGEREGLEMENT
c) een uiteenzetting over de aard en de omstandigheden van het geschil dat aan de vorderingen ten grondslag ligt;
d) het voorwerp van de vorderingen, een samenvatting van de middelen en de bedragen van elke kwantificeerbare vordering en, voor zover mogelijk, een raming van de geldelijke waarde van elke andere vordering;
e) alle nuttige inlichtingen om het aantal arbiters en hun keuze te bepalen overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van het Reglement en elke voordracht van de arbiter die zij krachtens deze bepaling dient te doen;
f) alle opmerkingen betreffende de plaats en de taal van de arbitrage, alsook betreffende de toepasselijke rechtsregels.
Het verzoek moet vergezeld gaan van een kopie van de arbitrageovereenkomst en van alle overige nuttige stukken.
2. De Eiser moet bij het verzoek tot arbitrage het bewijs voegen van de kennisgeving van het verzoek en de daarbij gevoegde bijlagen aan de Verweerder.
3. De arbitrage vangt aan op de dag waarop het Secretariaat zowel het verzoek tot arbitrage en de daarbij gevoegde bijlagen, evenals de betaling van de registratiekosten, zoals bepaald in paragraaf 2 van Bijlage I, heeft ontvangen. Het Secretariaat brengt de aanvangsdatum van de arbitrage ter kennis aan de partijen.
Artikel 4. – Antwoord op het verzoek tot arbitrage en tegenvorderingen
1. Binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de kennisgeving bedoeld in artikel 3, paragraaf 3 van het Reglement, maakt de Verweerder het antwoord op het verzoek tot arbitrage over aan het Secretariaat. Het antwoord bevat onder meer de volgende gegevens:
a) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van elk van de partijen;
b) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van
9
elke persoon die de Verweerder vertegenwoordigt in de arbitrage;
c) de opmerkingen van de Verweerder op de aard en de omstandigheden van het geschil die aan de vorderingen ten grondslag liggen;
d) het standpunt over het voorwerp van de vorderingen;
e) het standpunt over het aantal en de keuze van de arbiters, rekening houdend met de voorstellen van de Eiser en de voordracht van de arbiter(s) die de Verweerder dient te doen;
f) alle aanwijzingen betreffende de plaats en de taal van de arbitrage, alsook betreffende de toepasselijke rechtsregels.
Het antwoord moet vergezeld gaan van alle nuttige stukken.
2. De Verweerder voegt bij het antwoord het bewijs van de kennisgeving, binnen dezelfde termijn van 30 dagen, van het antwoord en van de daarbij gevoegde bijlagen aan de Eiser.
3. Elke tegenvordering moet samen met het antwoord op het verzoek tot arbitrage worden ingediend en moet onder meer volgende gegevens bevatten:
a) een uiteenzetting over de aard en de omstandigheden van het geschil die aan de tegenvorderingen ten grondslag liggen;
b) het voorwerp van de tegenvorderingen, een samenvatting van de middelen en de bedragen van elke kwantificeerbare tegenvordering en, voor zover mogelijk, een raming van de geldelijke waarde van elke andere tegenvordering.
De tegenvorderingen moeten vergezeld gaan van alle nuttige stukken.
4. De Eiser kan binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de tegenvorderingen, schriftelijke opmerkingen op de tegenvorderingen indienen.
10 -ARBITRAGEREGLEMENT
Artikel 5. – Verlenging van de termijnen voor het antwoord en voor opmerkingen op de tegenvorderingen
Het Secretariaat kan, op gemotiveerd verzoek van één van de partijen of ambtshalve, de in artikel 4 van het Reglement bepaalde termijnen verlengen.
Artikel 6. – Prima facie ontbreken van een arbitrageovereenkomst Indien de Verweerder niet antwoordt binnen de termijn van 30 dagen voorzien in artikel 4 van het Reglement of het bestaan van een arbitrageovereenkomst volgens het Reglement betwist, evalueert de Voorzitter prima facie het bestaan van een arbitrageovereenkomst volgens het Reglement. De arbitrage zal plaatsvinden indien en voor zover, prima facie, de Voorzitter het mogelijk acht dat er een arbitrageovereenkomst volgens het Reglement bestaat.
Artikel 7. – Gevolgen van de arbitrageovereenkomst
1. Wanneer de partijen zijn overeengekomen een beroep te doen op arbitrage overeenkomstig het Reglement, onderwerpen zij zich daardoor aan het Reglement, met inbegrip van de Bijlagen, dat van toepassing is op de aanvangsdatum van de arbitrage zoals bepaald overeenkomstig artikel 3, paragraaf 3 van het Reglement, tenzij zij uitdrukkelijk overeengekomen zijn om zich te onderwerpen aan het Reglement van toepassing op het tijdstip van de arbitrageovereenkomst.
2. Indien, niettegenstaande de prima facie vaststelling van een arbitrageovereenkomst volgens het Reglement, één van de partijen weigert deel te nemen aan de arbitrage of zich van deelname onthoudt, zal de arbitrage desalniettemin doorgang vinden.
3. Indien, niettegenstaande de prima facie vaststelling van een arbitrageovereenkomst volgens het Reglement, een partij waartegen een vordering is ingediend geen antwoord indient of een partij één of meerdere excepties opwerpt betreffende het bestaan, de geldigheid of de draagwijdte van de arbitrageovereenkomst of betreffende de mogelijkheid om alle vorderingen in één enkele arbitrage in te stellen, doet het Scheidsgerecht
11
zelf uitspraak over de eigen bevoegdheid of over de vraag of de vorderingen samen in één enkele arbitrage kunnen worden ingesteld.
4. De vaststelling door het Scheidsgerecht dat het contract nietig is, brengt niet van rechtswege de nietigheid van de arbitrageovereenkomst met zich mee.
Artikel 8. – Schriftelijke kennisgevingen of mededelingen en termijnen
1. De memories en andere schriftelijke mededelingen vanwege de partijen en alle stukken moeten door elk van de partijen tegelijkertijd toegezonden worden aan alle andere partijen, evenals aan iedere arbiter.
Het Secretariaat ontvangt een kopie van al deze mededelingen en stukken en van de mededelingen van het Scheidsgerecht aan de partijen.
2. Het verzoek tot arbitrage, het antwoord op het verzoek tot arbitrage, de memories, de benoeming van de arbiters en alle overige mededelingen
gedaan in toepassing van dit Reglement, met uitzondering van de mededeling bedoeld in artikel 34, paragraaf 2 van het Reglement, kunnen geldig gebeuren op elektronische wijze of door ieder ander schriftelijk communicatiemiddel. In alle gevallen draagt de verzender de bewijslast van de verzending.
3. Indien een partij vertegenwoordigd wordt door een raadsman, gebeuren alle mededelingen aan deze laatste.
4. Mededelingen zijn geldig gedaan, wanneer zij verstuurd zijn aan het laatst bekende adres van de bestemmeling, zoals dit meegedeeld werd door deze laatste of, desgevallend, door een andere partij.
5. Een mededeling gedaan in overeenstemming met paragraaf 2, wordt geacht te zijn gedaan wanneer zij werd ontvangen of zou moeten ontvangen zijn door de partij zelf, haar vertegenwoordiger of haar raadsman.
6. De in dit Reglement bepaalde termijnen beginnen te lopen op de dag
12 -ARBITRAGEREGLEMENT
na die waarop een mededeling overeenkomstig de voorgaande paragraaf geacht wordt te zijn gedaan. Indien de eerstvolgende dag een officiële feestdag, of geen werkdag is in het land waar de kennisgeving of de mededeling wordt geacht te zijn gedaan, zal de termijn aanvatten op de eerstvolgende werkdag. Officiële feestdagen en niet-werkdagen worden begrepen in de berekening van de termijn. Indien de laatste dag van de toegekende termijn een officiële feestdag of geen werkdag is in het land waar de kennisgeving of de mededeling wordt geacht te zijn gedaan, zal de termijn verstrijken op het einde van de eerstvolgende werkdag.
Een mededeling die in overeenstemming met paragraaf 2 verzonden werd vóór of op de laatste dag van de toegekende termijn, wordt geacht tijdig te zijn gedaan.
7. Het Scheidsgerecht kan, na raadpleging van de partijen, regels bepalen die afwijken van de bepalingen in dit artikel.
MEERDERE PARTIJEN, MEERDERE CONTRACTEN, TUSSENKOMST EN SAMENVOEGING
Artikel 9. – Meerdere partijen
1. Een arbitrage kan tussen meer dan twee partijen plaatsvinden, wanneer deze zijn overeengekomen een beroep te doen op arbitrage overeenkomstig het Reglement.
2. Iedere partij kan een vordering instellen tegen iedere andere partij, binnen de grenzen bepaald door artikel 24, paragraaf 8 van het Reglement.
Artikel 10. – Meerdere contracten
1. Vorderingen die ontstaan uit of in verband met meerdere contracten kunnen in één enkele arbitrage worden ingesteld, ongeacht of
deze vorderingen worden ingesteld op basis van één of meerdere arbitrageovereenkomsten volgens het Reglement.
13
Bij de beoordeling of de vorderingen in één enkele arbitrage kunnen worden ingesteld overeenkomstig artikel 7, paragraaf 3 van het Reglement, kan het Scheidsgerecht rekening houden met alle omstandigheden die het relevant acht.
2. In het kader van eenzelfde arbitrage kan iedere partij een vordering instellen tegen iedere andere partij, binnen de grenzen bepaald door artikel 24, paragraaf 8 van het Reglement.
Artikel 11. – Verzoek tot tussenkomst
1. Een derde kan vragen om tussen te komen in een procedure en iedere partij in een procedure kan een derde in tussenkomst roepen.
De tussenkomst kan toegestaan worden wanneer de partijen in de procedure en de derde zijn overeengekomen een beroep te doen op arbitrage overeenkomstig het Reglement.
2. Geen tussenkomst kan plaatsvinden nadat het Benoemingscomité of de Voorzitter ieder lid van het Scheidsgerecht heeft benoemd of bevestigd, tenzij alle partijen, inclusief de tussenkomende derde, anders zijn overeengekomen.
3. Het verzoek tot tussenkomst wordt gericht aan het Secretariaat en, indien het reeds is samengesteld, aan het Scheidsgerecht. De Eiser in tussenkomst moet bij het verzoek tot tussenkomst het bewijs voegen van de kennisgeving van het verzoek aan de partijen in de procedure, in
voorkomend geval aan de derde om wiens tussenkomst verzocht wordt en, indien het reeds is samengesteld, aan het Scheidsgerecht.
4. Het verzoek tot tussenkomst bevat onder meer de volgende gegevens:
a) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van de Eiser in tussenkomst, van elk van de partijen en desgevallend, van de derde;
14 -ARBITRAGEREGLEMENT
b) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van elke persoon die de Eiser in tussenkomst in de arbitrage vertegenwoordigt;
c) een uiteenzetting over de aard en de omstandigheden van het geschil dat aan het verzoek ten grondslag ligt;
d) het voorwerp van de vordering tot tussenkomst, een samenvatting van middelen en, de bedragen van elke kwantificeerbare vordering en, voor zover mogelijk, een raming van de geldelijke waarde van elke andere vordering in het verzoek tot tussenkomst;
e) alle opmerkingen betreffende de plaats en de taal van de lopende arbitrage, alsook betreffende de toepasselijke rechtsregels.
Het verzoek tot tussenkomst moet vergezeld gaan van een kopie van de arbitrageovereenkomst die de partijen en de derde bindt en van alle overige nuttige stukken.
5. De tussenkomende derde kan een vordering instellen tegen iedere andere partij, binnen de grenzen bepaald door artikel 24, paragraaf 8 van het Reglement.
Artikel 12. – Bevoegdheid van het Scheidsgerecht
1. Het Scheidsgerecht beslist over alle betwistingen omtrent de eigen bevoegdheid, daarin begrepen betwistingen inzake de artikelen 9 tot 11 van het Reglement.
2. De beslissingen van het Benoemingscomité of van de Voorzitter inzake de benoeming of bevestiging van de leden van het Scheidsgerecht doen geen afbreuk aan enige beslissing inzake de bevoegdheid.
Artikel 13. – Samenvoeging
1. Het Benoemingscomité of de Voorzitter kan de samenvoeging bevelen van twee of meerdere aanhangige arbitrages onderworpen aan het Reglement die onder elkaar een band van samenhang of van ondeelbaarheid vertonen.
15
Deze beslissing wordt genomen, hetzij vóór ieder ander middel op verzoek van de meest gerede partij, hetzij op verzoek van de Scheidsgerechten of van één van hen.
In elk geval, wordt geen beslissing genomen zonder dat de partijen en het Scheidsgerecht of, in voorkomend geval, de Scheidsgerechten uitgenodigd werden om hun opmerkingen schriftelijk mee te delen binnen de termijn vastgesteld door het Secretariaat.
2. Het verzoek tot samenvoeging wordt toegestaan indien alle partijen dit ondersteunen en zij het ook eens zijn over de modaliteiten waaronder de samenvoeging dient te geschieden. In de andere gevallen kan het Benoemingscomité of de Voorzitter gevolg geven aan het verzoek tot samenvoeging, na onder meer onderzocht te hebben:
a) of de partijen de samenvoeging in de arbitrageovereenkomst niet hebben uitgesloten;
b) of de vorderingen in de afzonderlijke arbitrages werden ingesteld op basis van dezelfde arbitrageovereenkomst;
c) indien de vorderingen werden ingesteld onder onderscheiden arbitrageovereenkomsten, of deze verenigbaar zijn en of de arbitrages dezelfde partijen betreffen en betrekking hebben op geschillen die uit dezelfde rechtsverhouding zijn ontstaan;
d) indien de vorderingen werden ingesteld onder onderscheiden arbitrageovereenkomsten, of deze verenigbaar zijn en of het voorwerp van de onderscheiden vorderingen voortvloeit uit dezelfde reeks van samenhangende rechtsverhoudingen;
e) de stand van ieder van de arbitrages en met name of meerdere arbiters reeds in meer dan één arbitrage werden benoemd of bevestigd en, in voorkomend geval, of het al dan niet dezelfde personen zijn die benoemd of bevestigd werden;
f) de plaats van arbitrage vastgesteld in de arbitrageovereenkomsten.
16 -ARBITRAGEREGLEMENT
Bij de beoordeling houdt het Benoemingscomité of de Voorzitter rekening met artikel 15 van het Reglement.
3. Behoudens andersluidende overeenkomst van de partijen over de samenvoeging en over de modaliteiten ervan, kan het Benoemingscomité of de Voorzitter geen samenvoeging van arbitrages bevelen wanneer reeds een beslissing alvorens recht te doen, een beslissing over de ontvankelijkheid of een beslissing over de grond van de vordering werd genomen.
HET SCHEIDSGERECHT
Artikel 14. – Onpartijdigheid, onafhankelijkheid en verplichting van de arbiters om hun opdracht te vervullen
1. Uitsluitend personen die onafhankelijk zijn ten opzichte van de partijen
en hun raadslieden en die de gedragsregels opgenomen in Bijlage II naleven, kunnen als arbiter in een arbitrage onder het Reglement optreden.
Wanneer de arbiter wordt benoemd of bevestigd, verbindt de arbiter zich ertoe onafhankelijk te blijven tot aan het einde van de opdracht. De arbiter is onpartijdig en verbindt er zich eveneens toe dit te blijven en beschikbaar te blijven.
2. Voor de benoeming of bevestiging, ondertekent de voorgedragen arbiter een verklaring van aanvaarding, beschikbaarheid en onafhankelijkheid.
De voorgedragen arbiter deelt schriftelijk aan het Secretariaat alle omstandigheden mee die van aard zijn om gerechtvaardigde twijfels te doen rijzen over diens onafhankelijkheid of diens onpartijdigheid. Het Secretariaat deelt deze informatie schriftelijk mee aan de partijen en stelt een termijn vast waarbinnen zij eventuele opmerkingen kunnen indienen.
3. Indien er zich in de loop van de arbitrage feiten en omstandigheden voordoen van dezelfde aard als deze vermeld in paragraaf 2, brengt de arbiter
17
deze onmiddellijk schriftelijk ter kennis van het Secretariaat en de partijen.
4. Door het aanvaarden van de opdracht, verbindt de arbiter er zich toe deze tot het einde uit te voeren in overeenstemming met het Reglement.
Artikel 15. – Benoeming en bevestiging van arbiters
1. Het Benoemingscomité of de Voorzitter benoemt of bevestigt het Scheidsgerecht in overeenstemming met de hiernavolgende regels. Hierbij wordt meer bepaald rekening gehouden met de beschikbaarheid, de kwalificaties en de bekwaamheid van de arbiter(s) om de arbitrage te
voeren overeenkomstig het Reglement, en overwegingen van diversiteit en inclusie.
2. Indien de partijen overeengekomen zijn dat hun geschil door één arbiter zal worden beslecht, kunnen zij de alleenzetelende arbiter in onderling akkoord voordragen ter bevestiging door het Benoemingscomité of de Voorzitter.
Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen binnen een termijn van één maand na de kennisgeving van het verzoek tot arbitrage aan de Verweerder, of binnen een bijkomende termijn zoals kan worden
verleend door het Secretariaat, wordt de alleenzetelende arbiter door het Benoemingscomité of de Voorzitter benoemd.
Indien het Benoemingscomité of de Voorzitter weigert de voorgedragen arbiter te bevestigen, benoemt het Benoemingscomité of de Voorzitter een arbiter binnen de termijn van één maand na de datum waarop de weigering ter kennis van de partijen wordt gebracht.
3. Wanneer drie arbiters voorzien zijn, draagt elke partij, respectievelijk in het verzoek tot arbitrage en in het antwoord daarop, een arbiter voor ter bevestiging door het Benoemingscomité of de Voorzitter. Indien een partij nalaat een arbiter voor te dragen of indien deze niet wordt bevestigd, benoemt het Benoemingscomité of de Voorzitter deze arbiter.
18 -ARBITRAGEREGLEMENT
De derde arbiter, die van rechtswege het voorzitterschap van het Scheidsgerecht bekleedt, wordt door het Benoemingscomité of de Voorzitter benoemd, tenzij de partijen een andere procedure voor de benoeming van de voorzitter zijn overeengekomen, in welk geval de benoeming dient bevestigd te worden door het Benoemingscomité of de Voorzitter. Indien deze procedure niet tot de voordracht van een derde arbiter leidt binnen de termijn die door de partijen of het Secretariaat vastgesteld werd, wordt de derde arbiter door het Benoemingscomité of de Voorzitter benoemd.
4. Indien er geen akkoord wordt bereikt tussen partijen over het aantal arbiters, wordt het geschil door een alleenzetelende arbiter beslecht.
Op verzoek van een partij, of ambtshalve, kan het Benoemingscomité of de Voorzitter evenwel beslissen dat het geschil aan een drieledig Scheidsgerecht wordt voorgelegd.
In dit geval, draagt de Eiser een arbiter voor binnen een termijn van vijftien dagen na de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing van het Benoemingscomité of de Voorzitter, en draagt de Verweerder een arbiter voor binnen een termijn van vijftien dagen na de ontvangst van de kennisgeving van de door de Eiser gedane voordracht.
5. Indien er meerdere partijen zijn en het geschil aan drie arbiters voorgelegd wordt, moeten de Eisers gezamenlijk en de Verweerders gezamenlijk elk een arbiter ter bevestiging volgens de bepalingen van dit artikel voordragen.
Bij gebreke aan dergelijke gezamenlijke voordracht en aan enig ander akkoord tussen de partijen over de wijze waarop het Scheidsgerecht moet samengesteld worden, benoemt het Benoemingscomité of de Voorzitter elk lid van het Scheidsgerecht en duidt het één van hen als voorzitter aan.
6. Wanneer het geschil wordt voorgelegd aan drie arbiters en, vooraleer het Benoemingscomité of de Voorzitter ieder lid van het Scheidsgerecht
19
heeft benoemd of bevestigd, er een verzoek tot tussenkomst bij het Secretariaat wordt ingediend overeenkomstig artikel 11, paragraaf 3 van het Reglement, kan de tussenkomende derde gezamenlijk met de Eiser(s) of met de Verweerder(s) een arbiter voordragen.
Wanneer het geschil wordt voorgelegd aan een alleenzetelende arbiter en, vooraleer het Benoemingscomité of de Voorzitter de alleenzetelende arbiter heeft benoemd of bevestigd, een verzoek tot tussenkomst bij het Secretariaat wordt ingediend, benoemt het Benoemingscomité of de Voorzitter de alleenzetelende arbiter rekening houdend met het verzoek tot tussenkomst.
7. Wanneer een akkoord wordt bereikt overeenkomstig artikel 11, paragraaf 2 van het Reglement, heeft het Benoemingscomité of de Voorzitter de keuze om hetzij de tussengekomen benoemingen en bevestigingen te bevestigen, hetzij een einde te stellen aan de opdracht van de leden van het Scheidsgerecht die voordien werden benoemd of bevestigd en om vervolgens nieuwe leden van het Scheidsgerecht te benoemen en één van hen als voorzitter te benoemen, behoudens andersluidend akkoord. In dergelijk geval, is het Benoemingscomité of de Voorzitter vrij het aantal arbiters te bepalen en naar eigen keuze personen te benoemen.
8. Indien het verzoek tot samenvoeging overeenkomstig artikel 13, paragraaf 1 van het Reglement wordt aanvaard, benoemt het
Benoemingscomité of de Voorzitter de alleenzetelende arbiter of elk lid van het Scheidsgerecht en duidt het één van hen als voorzitter aan.
De partijen kunnen echter gezamenlijk de alleenzetelende arbiter of de leden van het Scheidsgerecht aan het Benoemingscomité of de Voorzitter ter bevestiging voordragen.
9. De beslissingen van het Benoemingscomité of van de Voorzitter inzake de benoeming, de bevestiging of de benoeming ingevolge een vervanging van een arbiter zijn niet aanvechtbaar.
20 -ARBITRAGEREGLEMENT
Artikel 16. – Verzoek tot wraking van arbiters
1. Een verzoek tot wraking wegens enig vermeend gebrek aan onafhankelijkheid of onpartijdigheid of om eender welke andere reden, wordt ingediend door de verzending aan het Secretariaat van een schriftelijke verklaring waarin de feiten en de omstandigheden waarop dit verzoek berust omschreven zijn.
2. Het verzoek tot wraking moet op straffe van onontvankelijkheid door een partij worden verzonden binnen een termijn van één maand na de ontvangst door die partij van de kennisgeving van de benoeming of bevestiging van de arbiter of binnen een termijn van één maand na de dag waarop die partij werd ingelicht over de feiten en omstandigheden waarop zij het verzoek tot wraking baseert, indien deze dag valt na de ontvangst van bovenvermelde kennisgeving.
3. Het Secretariaat nodigt de betrokken arbiter, de andere partijen, evenals de overige leden van het Scheidsgerecht, voor zover deze er zijn, uit om binnen de termijn die het toekent, hun opmerkingen schriftelijk over te maken. Deze opmerkingen worden meegedeeld aan de partijen en aan
de arbiters. De partijen en de arbiters kunnen er nog een antwoord op formuleren binnen de door het Secretariaat vastgestelde termijn.
Het Secretariaat maakt vervolgens het verzoek en de ontvangen opmerkingen over aan het Wrakingscomité. Het Wrakingscomité spreekt zich uit over de ontvankelijkheid en over de gegrondheid van het verzoek tot wraking.
4. De beslissing van het Wrakingscomité over het verzoek tot wraking van een arbiter is niet aanvechtbaar. De motivering van de beslissing wordt niet meegedeeld, behoudens andersluidend verzoek in het verzoek tot wraking of in de schriftelijke opmerkingen van de andere partijen.
Artikel 17. – Vervanging van arbiters
1. Bij overlijden of wraking, of na aanvaarding door het
21
Benoemingscomité of de Voorzitter van een terugtrekking door de arbiter, of na aanvaarding door het Benoemingscomité of de Voorzitter van een verzoek van alle partijen daartoe, wordt een arbiter vervangen.
2. Een arbiter wordt eveneens vervangen indien het Benoemingscomité of de Voorzitter vaststelt dat de arbiter de jure of de facto verhinderd is zijn opdracht uit te oefenen of zijn taken niet uitoefent in overeenstemming met het Reglement of binnen de toegekende termijnen.
In dit geval, neemt het Benoemingscomité of de Voorzitter een beslissing nadat het de betrokken arbiter, de partijen en de overige leden van
het Scheidsgerecht, voor zover deze er zijn, heeft uitgenodigd om hun schriftelijke opmerkingen aan het Secretariaat over te maken, binnen de door het Secretariaat toegekende termijn. Deze opmerkingen worden meegedeeld aan de partijen en aan de arbiters.
3. Indien een arbiter dient te worden vervangen, beslist het Benoemingscomité of de Voorzitter naar eigen goeddunken of het al dan niet de oorspronkelijke benoemingsprocedure volgt.
Zodra het opnieuw is samengesteld, en na de partijen te hebben uitgenodigd hun opmerkingen mee te delen, beslist het Scheidsgerecht of, en in welke mate, de voorgaande procedure moet worden hernomen.
DE ARBITRAGEPROCEDURE
Artikel 18. – Overhandiging van het dossier aan het Scheidsgerecht Het Secretariaat overhandigt het dossier aan het Scheidsgerecht nadat dit is samengesteld en wanneer de provisie voor arbitragekosten voorzien in artikel 38 van het Reglement integraal werd voldaan.
22 -ARBITRAGEREGLEMENT
Artikel 19. – Bewijs van volmacht
Op ieder ogenblik na de inleiding van de arbitrage kunnen het Scheidsgerecht of het Secretariaat een bewijs van de volmacht van iedere vertegenwoordiger van een partij vereisen.
Artikel 20. – Taal van de arbitrage
De partijen bepalen in onderlinge overeenstemming de taal of de talen van de arbitrage.
Bij gebrek aan overeenstemming, bepaalt het Scheidsgerecht de taal of talen van de arbitrage, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, waaronder de taal van de overeenkomst.
Artikel 21. – Regels van toepassing op de procedure
De procedure voor het Scheidsgerecht wordt geregeld door het Reglement en, ingeval van stilzwijgen van het Reglement, door de regels die de partijen, of bij gebreke daarvan, door het Scheidsgerecht, worden bepaald, ongeacht of hierbij wordt verwezen naar een nationale procedurewet van toepassing op arbitrage.
Artikel 22. – Plaats van de arbitrage
1. Het Benoemingscomité of de Voorzitter bepaalt de plaats van de arbitrage, tenzij de partijen deze zijn overeengekomen.
2. Behoudens andersluidende overeenkomst tussen de partijen en na hen geraadpleegd te hebben, kan het Scheidsgerecht op elke andere plaats die het daartoe geschikt acht, zittingen en bijeenkomsten houden.
3. Het Scheidsgerecht kan beraadslagen op elke plaats die het daartoe geschikt acht.
Artikel 23. – Opdrachtakte en procedure-agenda
1. Alvorens het onderzoek van de zaak aan te vatten, stelt het Scheidsgerecht, op basis van de ontvangen documenten en desgevallend
23
in aanwezigheid van de partijen, op basis van hun meest recente verklaringen, een akte op waarin het zijn opdracht omschrijft. Deze opdrachtakte bevat onder meer de volgende gegevens:
a) de volledige naam, hoedanigheid, het adres en andere contactgegevens van elk van de partijen;
b) de adressen waar alle kennisgevingen of mededelingen in de loop van de arbitrage op geldige wijze kunnen gebeuren;
c) de uiteenzetting van de omstandigheden van de zaak;
d) de uiteenzetting van de vorderingen van de partijen met de bedragen van elke kwantificeerbare hoofd- en tegenvordering en, voor zover mogelijk, een raming van de geldelijke waarde van elke andere hoofd- en tegenvordering;
e) behoudens indien het Scheidsgerecht het niet opportuun acht, de bepaling van de te beslechten geschilpunten;
f) de volledige naam, hoedanigheid, het adres en andere contactgegevens van elk van de leden van het Scheidsgerecht;
g) de plaats van de arbitrage;
h) alle overige vermeldingen die het Scheidsgerecht nuttig acht.
2. De opdrachtakte moet worden ondertekend door de partijen en door de leden van het Scheidsgerecht. Het Scheidsgerecht maakt deze tekst, binnen een
termijn van één maand na de overhandiging van het dossier, aan het Secretariaat over. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van het Scheidsgerecht of ambtshalve door een beslissing van het Secretariaat worden verlengd.
Indien één der partijen weigert deel te nemen aan het opstellen van de opdrachtakte of ze te ondertekenen, wordt de procedure voortgezet na het verstrijken van de termijn die door het Secretariaat aan het Scheidsgerecht wordt toegekend om de ontbrekende handtekening te bekomen.
3. Zo snel mogelijk stelt het Scheidsgerecht, na raadpleging van de partijen, de procedure-agenda op die het beoogt te volgen bij het
24 -ARBITRAGEREGLEMENT
verloop van de procedure en deelt deze mee aan de partijen en aan het Secretariaat. Iedere latere wijziging van deze procedure-agenda wordt aan de partijen en aan het Secretariaat meegedeeld.
4. De voorlopige procedure-agenda kan worden vastgesteld tijdens elk overleg met de partijen dat door het Scheidsgerecht georganiseerd wordt hetzij ambtshalve hetzij op verzoek van een partij. Dit overleg heeft tot doel de partijen te raadplegen over de procedurele maatregelen die overeenkomstig artikel 24 van het Reglement vereist zijn en over alle andere maatregelen die de administratie van de procedure kunnen vergemakkelijken. Zij kan worden georganiseerd door ieder communicatiemiddel.
5. Het Scheidsgerecht zal naar billijkheid oordelen (“amiable composition”) indien de partijen het daartoe de bevoegdheid verleent. Het Scheidsgerecht moet zich in dit geval niettemin naar de bepalingen van het Reglement schikken.
Artikel 24. – Onderzoek van de zaak
1. Het Scheidsgerecht en de partijen handelen snel en loyaal tijdens het verloop van de procedure. De partijen onthouden zich in het bijzonder van elk vertragingsmanoeuvre of van iedere andere handeling die tot doel of tot gevolg heeft de procedure te vertragen.
2. Het Scheidsgerecht vat met alle geëigende middelen zo spoedig mogelijk het onderzoek van de zaak aan. Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, stelt het Scheidsgerecht vrij de modaliteiten van de bewijsvoering vast. Het kan onder meer getuigenissen inwinnen en één of meer deskundigen aanstellen, waarvan het de opdracht vaststelt.
Alle betwistingen die in de loop van een door het Scheidsgerecht bevolen deskundigenonderzoek met betrekking tot dit onderzoek ontstaan tussen de partijen of tussen de partijen en de deskundige(n), met inbegrip van het verzoek tot vervanging of wraking van de deskundige(n) en van elke betwisting aangaande de uitbreiding of de
25
verlenging van de opdracht, worden door het Scheidsgerecht beslecht.
3. Op vraag van de partijen, één van hen, of ambtshalve, nodigt het Scheidsgerecht de partijen, met inachtneming van een redelijke termijn, uit om te verschijnen op de dag en de plaats die het vaststelt. Na raadpleging van de partijen beslist het Scheidsgerecht of deze zitting fysiek plaatsvindt, middels videoconferentie, teleconferentie, enig ander geschikt communicatiemiddel of een combinatie van voorgaande methoden.
4. Het Scheidsgerecht mag uitspraak doen op grond van stukken, tenzij de partijen of één van hen wensen gehoord te worden op een zitting.
5. Indien de partijen of één van hen niet opdagen, hoewel zij regelmatig zijn opgeroepen om te verschijnen op de zitting, is het Scheidsgerecht gemachtigd om zijn opdracht niettemin te volbrengen, nadat het zich ervan heeft vergewist dat de oproep de niet-opgedaagde partij of partijen heeft bereikt en dat zij geen geldige reden heeft of hebben aangevoerd om haar of hun afwezigheid te rechtvaardigen.
6. De zittingen zijn niet openbaar. Behoudens toestemming van het Scheidsgerecht en van de partijen, zijn de zittingen niet toegankelijk voor personen die niet in de procedure betrokken zijn.
7. De partijen verschijnen in persoon, via een behoorlijk daartoe gevolmachtigde en/of raadsman.
8. Indien de partijen nieuwe vorderingen formuleren, hetzij als hoofdvordering hetzij als tegenvordering, moeten zij dit schriftelijk doen. Het Scheidsgerecht kan weigeren van deze nieuwe vorderingen kennis te nemen, indien het oordeelt dat dit het onderzoek of de afhandeling van de oorspronkelijke vorderingen onredelijk kan vertragen of de door de opdrachtakte vastgestelde grenzen overschrijdt. Het kan ook rekening houden met alle andere relevante omstandigheden.
26 -ARBITRAGEREGLEMENT
Artikel 25. – Sluiting van de debatten
1. Zo spoedig mogelijk na de laatste zitting of na het indienen van de laatste toegestane procedure of andere stukken, verklaart het Scheidsgerecht de debatten gesloten.
2. Het Scheidsgerecht kan, indien het dit noodzakelijk acht, ambtshalve of op verzoek van een partij, op ieder ogenblik vooraleer de Arbitrale Uitspraak wordt verleend, beslissen om de debatten te heropenen.
Artikel 26. – Vertrouwelijkheid van de arbitrageprocedure
Tenzij de partijen anders overeenkomen, is de arbitrageprocedure vertrouwelijk, met inbegrip van de Arbitrale Uitspraken die verleend zijn in de procedure, samen met alle documenten opgesteld ten behoeve van de arbitrage en alle andere stukken meegedeeld door een andere partij in de procedure die niet publiek bekend zijn, behalve indien vereist wegens een wettelijke verplichting of om een wettelijk beschermd recht te beschermen of na te streven, of om de uitvoering dan wel vernietiging van een Arbitrale Uitspraak te bekomen in een procedure voor een overheidsrechtbank of eender welke juridische autoriteit.
Artikel 27. – Urgentiearbiter
1. Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, kan ieder van hen dringende voorlopige en bewarende maatregelen verzoeken die niet kunnen wachten tot het Scheidsgerecht is aangesteld. Het verzoek wordt ingediend in de overeengekomen taal of, bij gebreke daarvan, in de taal van de arbitrageovereenkomst.
2. Het verzoek van een partij voor voorlopige en bewarende maatregelen wordt gericht aan het Secretariaat.
3. Het verzoek tot voorlopige en bewarende maatregelen bevat onder meer de volgende gegevens:
a) de volledige naam, hoedanigheid, het adres en andere contactgegevens
27
van elk van de partijen;
b) de volledige naam, hoedanigheid, adres en andere contactgegevens van elke persoon die de aanvrager vertegenwoordigt;
c) een bondige uiteenzetting over de aard en de omstandigheden van het geschil, dat aan de vorderingen ten grondslag ligt;
d) een uiteenzetting van de gevorderde maatregelen;
e) de redenen waarom de aanvrager voorlopige en bewarende maatregelen verzoekt die niet kunnen wachten tot het Scheidsgerecht is samengesteld;
f) alle aanwijzingen betreffende de plaats en de taal van de arbitrage, alsook betreffende de toepasselijke rechtsregels;
g) een kopie van de arbitrageovereenkomst en van alle overige nuttige stukken;
h) het bewijs van de kennisgeving van het verzoek en de bijlagen aan de Verweerder;
i) het bewijs van de betaling van de procedurekosten vermeld in paragraaf 11 van dit artikel.
4. Het Benoemingscomité of de Voorzitter benoemt een urgentiearbiter met de opdracht om bij voorraad te beslissen over de verzochte dringende maatregelen. Deze benoeming vindt in beginsel plaats binnen de twee dagen na de ontvangst van het verzoek door het Secretariaat. Zodra hij is benoemd, ontvangt de urgentiearbiter het dossier van het Secretariaat. De partijen worden hieromtrent ingelicht en corresponderen vanaf dan rechtstreeks met de urgentiearbiter en zenden hiervan kopie aan de andere partij en aan het Secretariaat.
5. De urgentiearbiter moet onafhankelijk zijn en blijven gedurende de hele procedure. Hij moet eveneens onpartijdig zijn en blijven. Daartoe ondertekent hij een verklaring van aanvaarding, beschikbaarheid en onafhankelijkheid.
6. De urgentiearbiter kan niet als arbiter benoemd worden in een arbitrage betreffende het geschil dat aan het verzoek ten grondslag ligt, behoudens akkoord van alle partijen.
28 -ARBITRAGEREGLEMENT
7. De urgentiearbiter kan gewraakt worden wegens een vermeend gebrek aan onafhankelijkheid of onpartijdigheid of om eender welke andere reden. Het verzoek tot wraking wordt schriftelijk meegedeeld aan het Secretariaat en omvat de feiten en de omstandigheden waarop het verzoek berust.
Op straffe van verval, moet het verzoek tot wraking van de urgentiearbiter meegedeeld worden door een partij binnen de drie dagen na de ontvangst van de kennisgeving van de benoeming van de urgentiearbiter of binnen de drie dagen vanaf de dag waarop zij werd ingelicht over de feiten en omstandigheden waarop zij het verzoek tot wraking baseert, indien deze dag valt na de ontvangst van bovenvermelde kennisgeving.
Het Secretariaat biedt de urgentiearbiter en de andere partijen de mogelijkheid hun schriftelijke opmerkingen over te maken binnen de termijn vastgesteld door het Secretariaat.
Het Secretariaat maakt vervolgens het verzoek tot wraking en de ontvangen opmerkingen over aan het Wrakingscomité. Het Wrakingscomité spreekt zich in principe binnen de drie dagen na ontvangst van het dossier uit over de ontvankelijkheid en over de gegrondheid van het verzoek tot wraking. De beslissing van het Wrakingscomité over de wraking van de urgentiearbiter is niet aanvechtbaar. De motivering van de beslissing wordt niet meegedeeld, behoudens andersluidend verzoek in het verzoek tot wraking of in de schriftelijke opmerkingen van de andere partijen.
8. De urgentiearbiter stelt in beginsel binnen drie dagen na ontvangst van het dossier een procedure-agenda op. Hij bezorgt het Secretariaat een kopie van al zijn schriftelijke mededelingen met de partijen.
9. De urgentiearbiter voert de procedure op de wijze die hij het meest geschikt acht. In elk geval, voert hij de procedure op onpartijdige wijze en waakt hij er over dat iedere partij de mogelijkheid heeft om voldoende gehoord te worden.
10. De urgentiearbiter doet in beginsel uitspraak binnen de vijftien dagen na
29
de ontvangst van het dossier. Zijn beslissing wordt schriftelijk gedaan en is met redenen omkleed. Zij maakt het voorwerp uit van een gemotiveerde beschikking of, indien de urgentiearbiter dit aangewezen acht, van een Arbitrale Uitspraak. De urgentiearbiter neemt ook een beslissing over de arbitragekosten en de partijkosten. De urgentiearbiter zendt zijn beslissing aan de partijen en een kopie aan het Secretariaat door een communicatiemiddel toegestaan door artikel 8, paragraaf 2 van het Reglement.
11. De aanvrager van voorlopige en bewarende maatregelen dient een vast bedrag te betalen dat de honoraria van de urgentiearbiter en de administratiekosten dekt. Het te storten bedrag is vastgesteld onder paragraaf 7 van Bijlage 1.
Het verzoek tot voorlopige en bewarende maatregelen wordt slechts aan het Benoemingscomité of de Voorzitter overgemaakt wanneer het Secretariaat het voormelde bedrag heeft ontvangen.
Indien de procedure krachtens dit artikel niet plaatsvindt of indien er een einde aan wordt gesteld vooraleer een uitspraak is gedaan, bepaalt het Secretariaat het bedrag dat, in voorkomend geval, moet terugbetaald worden aan de aanvrager.
In elk geval, behoudt CEPANI het bedrag dat overeenkomstig paragraaf 7 van Bijlage 1 de administratiekosten dekt.
Artikel 28. – Voorlopige en bewarende maatregelen van het Scheidsgerecht
1. Elke partij kan het Scheidsgerecht, zodra het is aangesteld en voor zover de provisie voor arbitragekosten voorzien in artikel 38 van het Reglement is betaald, verzoeken voorlopige en bewarende maatregelen te bevelen, daarin begrepen het stellen van waarborgen of zekerheden. Dergelijke maatregelen maken het voorwerp uit van een gemotiveerde beschikking of, indien het Scheidsgerecht dit aangewezen acht, een Arbitrale Uitspraak.
2. Alle voorlopige en bewarende maatregelen die de overheidsrechtbanken
30 -ARBITRAGEREGLEMENT
nemen met betrekking tot het geschil, moeten onverwijld ter kennis worden gebracht van het Scheidsgerecht en van het Secretariaat.
Artikel 29 – Spoedprocedure
1. De spoedprocedure is van toepassing wanneer:
a) het totaalbedrag van het geschil niet de waarde van 100.000,00 EUR overschrijdt op het tijdstip van de mededeling zoals bedoeld in artikel 4, paragraaf 1, van het Reglement
b) de partijen dit zijn overeenkomen.
2. De spoedprocedure is niet van toepassing wanneer:
a) de partijen zijn overeengekomen dat de spoedprocedure niet van toepassing is; of
b) het Benoemingscomité of de Voorzitter, op verzoek van een partij voor de samenstelling van het Scheidsgerecht of ambtshalve, bepaalt dat het, gelet op de omstandigheden, niet passend zou zijn om de spoedprocedure toe te passen.
3. Artikel 23 van het Reglement is niet van toepassing op de spoedprocedure.
Nadat het Scheidsgerecht werd samengesteld, kunnen de partijen geen nieuwe vorderingen instellen, tenzij met toestemming van het Scheidsgerecht.
De procedure-agenda zal, na overleg met de partijen, vastgesteld worden uiterlijk vijftien dagen nadat het dossier werd overhandigd aan het Scheidsgerecht. Het Secretariaat kan deze termijn verlengen op gemotiveerd verzoek van het Scheidsgerecht of ambtshalve.
Het Scheidsgerecht heeft de bevoegdheid om de procedurele maatregelen te nemen die het geschikt acht. In het bijzonder kan het Scheidsgerecht, na overleg met de partijen, het aantal, de omvang en de draagwijdte van de geschreven memories en de geschreven verklaringen, beperken.
31
Het Scheidsgerecht kan, na overleg met de partijen, beslissen om het geschil te beslechten enkel op basis van de stukken overgemaakt door de partijen, zonder een zitting te houden.
4. Het Scheidsgerecht moet de Arbitrale Einduitspraak doen binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum van het vaststellen van de proce- dure-agenda. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van het Scheidsgerecht of ambtshalve door een beslissing van het Secretariaat worden verlengd.
DE ARBITRALE UITSPRAAK
Artikel 30. – Termijn voor de Arbitrale Uitspraak
1. Het Scheidsgerecht moet de Arbitrale Einduitspraak verlenen binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van de ondertekening van de opdrachtakte door alle partijen en het Scheidsgerecht ofwel, indien de opdrachtakte niet ondertekend is door alle partijen, vanaf de dag na het verstrijken van de termijn die door het Secretariaat aan het Scheidsgerecht wordt toegekend om de ontbrekende handtekening te bekomen, overeenkomstig artikel 23, paragraaf 2, tweede alinea van het Reglement.
2. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van het Scheidsgerecht of ambtshalve door een beslissing van het Secretariaat worden verlengd.
Artikel 31. – Opstellen van de Arbitrale Uitspraak
1. Indien er meerdere arbiters zijn, wordt de Arbitrale Uitspraak bij meerderheid van stemmen verleend. Als er geen meerderheid kan worden bereikt, is de stem van de voorzitter van het Scheidsgerecht beslissend.
2. De Arbitrale Uitspraak moet met redenen omkleed zijn.
3. De Arbitrale Uitspraak wordt geacht te zijn verleend op de plaats van de arbitrage en op de datum die erin vermeld wordt.
32 -ARBITRAGEREGLEMENT
Artikel 32. – Arbitrale Schikkingsuitspraak
Indien de partijen, na de overhandiging van het dossier aan het Scheidsgerecht, een akkoord bereiken dat aan hun geschil een einde stelt, wordt dit akkoord, indien zij hierom verzoeken en met de toestemming van het Scheidsgerecht, vastgelegd in een Arbitrale Schikkingsuitspraak.
Artikel 33. – Toezicht op de Arbitrale Uitspraak
Alvorens een Arbitrale Uitspraak te ondertekenen, dient het Scheidsgerecht dit in ontwerpvorm in bij het Secretariaat. Het Secretariaat kan, zonder afbreuk te doen aan de beslissingsvrijheid van het Scheidsgerecht, wijzigingen in de vorm van de Arbitrale Uitspraak voorstellen.
Artikel 34. – Kennisgeving van de Arbitrale Uitspraak aan de partijen
1. Wanneer de Arbitrale Uitspraak is ondertekend, maakt het Scheidsgerecht deze aan het Secretariaat over in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn, meer een bijkomend origineel exemplaar voor het Secretariaat.
2. Het Secretariaat brengt een origineel van de door de leden van het Scheidsgerecht ondertekende Arbitrale Uitspraak ter kennis van elke partij per aangetekend schrijven of per koerier tegen ontvangstbewijs en een kopie daarvan per e-mail, voor zover de arbitragekosten volledig zijn betaald. De datum van de verzending per aangetekend schrijven of per koerier tegen ontvangstbewijs geldt als datum van kennisgeving.
Artikel 35. – Definitief en uitvoerbaar karakter van de Arbitrale Uitspraak
1. De Arbitrale Uitspraak is definitief en wordt in laatste aanleg gedaan. De partijen verbinden zich ertoe de Arbitrale Uitspraak onverwijld ten uitvoer te brengen.
2. Door hun geschil aan arbitrage overeenkomstig het Reglement te onderwerpen, doen de partijen afstand van alle rechtsmiddelen waarvan zij geldig afstand kunnen doen, met uitzondering van de hypothese waar een uitdrukkelijke afstand door de wet vereist is.
33
Artikel 36. – Verbetering en interpretatie van de Arbitrale Uitspraak – Aanvullende Arbitrale Uitspraak – Terugwijzing van de Arbitrale Uitspraak
1. Het Scheidsgerecht kan ambtshalve binnen één maand na de kennisgeving van de Arbitrale Uitspraak aan de partijen elke materiële vergissing, rekenfout, schrijffout of andere dergelijke fouten in de tekst van de Arbitrale Uitspraak verbeteren.
2. Een partij kan binnen één maand vanaf de kennisgeving van de Arbitrale Uitspraak bij het Secretariaat een verzoek tot verbetering van een fout zoals vermeld in paragraaf 1 van dit artikel indienen. Dit verzoek moet worden ingediend in het aantal exemplaren vermeld in artikel 3, paragraaf 1 van het Reglement.
3. Een partij kan binnen één maand vanaf de kennisgeving van de Arbitrale Uitspraak bij het Secretariaat een verzoek tot interpretatie van een specifiek punt of een specifieke passage van de Arbitrale Uitspraak indienen. Dit verzoek moet worden ingediend in het aantal exemplaren vermeld in artikel 3, paragraaf 1 van het Reglement.
4. Een partij kan door een verzoek in te dienen bij het Secretariaat binnen de termijn van één maand vanaf de kennisgeving van de Arbitrale Einduitspraak aan de partijen vorderen dat, mits mededeling aan de andere partijen, het Scheidsgerecht een Aanvullende Arbitrale Uitspraak doet over elke vordering of tegenvordering die in de arbitrageprocedure
werd ingediend, maar waarover geen beslissing is genomen in de Arbitrale Einduitspraak of in enige voorgaande Arbitrale Uitspraak.
5. Na ontvangst van een verzoek zoals vermeld in paragraaf 2, 3 en 4 van dit artikel, verleent het Scheidsgerecht aan de andere partijen een korte termijn vanaf het verzoek om haar opmerkingen over te maken.
6. De beslissing om de Arbitrale Uitspraak te verbeteren of te interpreteren wordt genomen in de vorm van een addendum, dat integraal deel uitmaakt
34 -ARBITRAGEREGLEMENT
van de Arbitrale Uitspraak. De beslissing om de Arbitrale Uitspraak niet te verbeteren of te interpreteren neemt dezelfde vorm aan.
7. Na de partijen te hebben geraadpleegd binnen de termijn van één maand vanaf de mededeling van de Arbitrale Uitspraak aan de partijen, kan het Scheidsgerecht ambtshalve een Aanvullende Arbitrale Uitspraak doen over elke vordering of tegenvordering die in de arbitrageprocedure werd ingediend, maar waarover geen beslissing is genomen in de Arbitrale Einduitspraak of in enige voorgaande Arbitrale Uitspraak.
8. Wanneer een overheidsrechtbank een Arbitrale Uitspraak terugverwijst naar het Scheidsgerecht, zijn de bepalingen van artikel 36 van het Reglement mutatis mutandis van toepassing op iedere beslissing, addendum of Arbitrale Uitspraak gedaan krachtens de terugverwijzing. CEPANI kan alle maatregelen nemen die nodig zijn om het Scheidsgerecht toe te laten de beslissing tot terugverwijzing na te leven, en het kan
een voorschot bepalen om bijkomende honoraria en kosten van het Scheidsgerecht en bijkomende administratiekosten van CEPANI te dekken.
9. De bepalingen van de artikelen 30, 31 en 33 van het Reglement zijn mutatis mutandis van toepassing voor elke beslissing, addendum of Aanvullende Arbitrale Uitspraak verleend in toepassing van artikel 36 van het Reglement.
10. Indien dezelfde arbiters niet meer kunnen samengebracht worden, zal het Scheidsgerecht opnieuw samengesteld worden overeenkomstig artikel 17 van het Reglement.
DE ARBITRAGEKOSTEN
Artikel 37. – Aard en bedrag van de arbitragekosten - Partijkosten
1. De arbitragekosten omvatten de honoraria en kosten van de arbiters evenals de administratiekosten van CEPANI. Ze worden door het Secretariaat
35
vastgesteld rekening houdend met het totaalbedrag van de hoofdvorderingen en de tegenvorderingen, overeenkomstig de tarieflijst voor arbitrage voorzien in Bijlage I geldig op de aanvangsdatum van de arbitrage.
2. De partijkosten omvatten onder meer de kosten van de partijen opgelopen voor hun verdediging, de kosten opgelopen voor vertaling en deze met betrekking tot de bewijslevering middels deskundigen en getuigen.
3. Indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen, kan het Secretariaat de arbitragekosten vaststellen op een hoger of lager bedrag dan wat uit de toepassing van de tarieflijst voor arbitrage voorzien in Bijlage I voortvloeit.
4. Bij gebrek aan een totale of gedeeltelijke begroting van de vorderingen, stelt het Secretariaat op basis van al de beschikbare informatie het totaalbedrag van het geschil vast, op basis waarvan de arbitragekosten berekend worden.
5. In de loop van de procedure kan het Secretariaat het bedrag van de arbitragekosten aanpassen, indien uit de omstandigheden van de zaak of uit nieuwe vorderingen blijkt dat het geschil omvangrijker is dan aanvankelijk bevonden.
Artikel 38. – De provisie voor arbitragekosten
1. Ter dekking van de arbitragekosten bepaald overeenkomstig artikel 37, paragraaf 1 van het Reglement, moet aan CEPANI een provisie voor arbitragekosten worden betaald vooraleer het Secretariaat het dossier aan het Scheidsgerecht overhandigt.
2. Indien de arbitragekosten in de loop van de procedure moeten worden aangepast, geeft dit, op dat ogenblik, aanleiding tot de vaststelling van een aanvullende provisie.
3. Zowel de provisie als de aanvullende provisie zijn in gelijke delen verschuldigd door de Eiser en de Verweerder. Niettemin kan iedere partij de totaliteit van de
36 -ARBITRAGEREGLEMENT
provisie ten laste nemen indien de andere partij nalaat haar deel te betalen.
4. Indien een tegenvordering of een verzoek tot tussenkomst wordt ingediend, kan het Secretariaat op verzoek van de partijen of één van hen, of ambtshalve, voor de hoofdvorderingen, de tegenvorderingen en het verzoek tot tussenkomst gescheiden provisies vaststellen. Indien gescheiden provisies worden vastgesteld, moet iedere partij de provisie overeenstemmend met haar hoofd- of tegenvorderingen of verzoek tot
tussenkomst ten laste nemen. Het Scheidsgerecht neemt slechts kennis van de vorderingen waarvoor de provisie integraal betaald werd.
5. Indien het bedrag van de provisie 50.000,00 EUR overschrijdt, kan de betaling ervan, mits voorafgaande goedkeuring door het Secretariaat, door middel van een bankgarantie die onherroepelijk en op eerste verzoek is, geschieden.
6. Indien aan een verzoek tot betaling van een provisie niet wordt voldaan, kan het Secretariaat, na raadpleging van het Scheidsgerecht, indien reeds samengesteld, en de partijen, het Scheidsgerecht uitnodigen zijn opdracht op te schorten en een termijn van minstens vijftien dagen vaststellen, na verloop waarvan de hoofdvorderingen of de tegenvorderingen, op basis waarvan de provisie werd berekend, geacht worden ingetrokken te zijn. Een dergelijke intrekking verhindert niet dat de betreffende partij dezelfde hoofdvorderingen of tegenvorderingen in een andere procedure opnieuw indient.
Artikel 39. – Beslissing over de arbitragekosten en de partijkosten
1. De arbitragekosten worden definitief vastgesteld door het Secretariaat.
2. De Arbitrale Einduitspraak omvat het bedrag van de arbitragekosten zoals definitief vastgesteld door het Secretariaat en bepaalt ten laste van welke partij de arbitragekosten vallen of in welke verhouding zij tussen de partijen verdeeld worden.
37
3. Het Scheidsgerecht bepaalt, ten laatste in de Arbitrale Einduitspraak, ten laste van welke partij de partijkosten vallen of in welke verhouding zij tussen de partijen verdeeld worden.
4. Wanneer het Scheidsgerecht beslist over de arbitragekosten en de partijkosten, overeenkomstig respectievelijk paragraaf 2 en 3 van dit artikel, kan het Scheidsgerecht rekening houden met de mate waarin de vorderingen werden toegewezen, en eveneens de omstandigheden van de zaak, de financiële omvang en de moeilijkheidsgraad van het geschil, de medewerking van partijen bij het voeren van de arbitrageprocedure, de relevantie van de aangevoerde argumenten en de redelijkheid van de betreffende kosten.
5. In voorkomend geval, stelt de Arbitrale Uitspraak het akkoord tussen de partijen over de verdeling van de arbitragekosten en van de partijkosten vast.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 40. – Beperking van de aansprakelijkheid
1. De arbiters zijn niet aansprakelijk voor enige handeling of nalatigheid met betrekking tot hun rechtsprekende functie, behalve in geval van bedrog.
2. De arbiters, CEPANI, haar leden en haar personeel zijn niet aansprakelijk voor enige andere handeling of nalatigheid in het kader van een arbitrageprocedure, behalve in geval van bedrog of zware fout.
Artikel 41. – Suppletieve bepaling
Tenzij partijen anders zijn overeengekomen, handelen het Scheidsgerecht en de partijen, in alle gevallen die niet uitdrukkelijk zijn voorzien in dit Reglement, overeenkomstig de geest van het Reglement en leveren zij iedere redelijke inspanning opdat de Arbitrale Uitspraak rechtens uitvoerbaar zou zijn.
Bijlagen
BIJLAGEN
BIJLAGE I
TARIEFLIJST VOOR ARBITRAGE
1. De arbitragekosten omvatten de honoraria en de kosten van de arbiters, evenals de administratiekosten van CEPANI.
De honoraria en kosten van de arbiters worden door het Secretariaat vastgesteld overeenkomstig de omvang van het geschil en binnen de hierna vermelde grenzen. Dit barema wordt toegepast op alle procedures ingeleid op 1 januari 2023 of na die datum, ongeacht de versie van het Reglement waaraan ze onderworpen worden.
BAREMA
BEDRAG IN HET GEDING (in €) | HONORARIA | ||
MINIMUM | MAXIMUM | ||
van | 0,00 tot 25.000,00 | 1.725,00 | 2.875,00 |
van | 25.000,00 tot 50.000,00 | 2.875,00 + 1,150% vbb 25.000 | 3.162,50 + 5,750% vbb 25.000 |
van | 50.001,00 tot 100.000,00 | 3.162,50 + 3,450% vbb 50.000 | 3.737,50 + 4,600% vbb 50.000 |
van | 100.001,00 tot 500.000,00 | 3.737,50 + 1,725% vbb 100.000 | 6.900,00 + 1,725% vbb 100.000 |
van | 500.001,00 tot 1.000.000,00 | 11.500,00 + 0,863% vbb 500.000 | 14.375,00 + 1,725% vbb 500.000 |
van | 1.000.001,00 tot 5.000.000,00 | 19.550,00 + 0,805% vbb 1.000.000 | 23.000,00 + 0,863% vbb 1.000.000 |
van | 5.000.001,00 tot 10.000.000,00 | 51.750,00 + 0,345% vbb 5.000.000 | 69.000,00 + 0,345% vbb 5.000.000 |
van | 10.000.001,00 tot 50.000.000,00 | 80.500,00 + 0,029% vbb 10.000.000 | 92.000,00 + 0,029% vbb 10.000.000 |
boven van 50.000.000,00 | 103.500,00 + 0,014% vbb 50.000.000 | 161.000,00 + 0,014% vbb 50.000.000 |
vbb = van bedrag boven
2. Xxxxx verzoek tot arbitrage overeenkomstig de bepalingen van dit Reglement moet vergezeld gaan van de betaling van een voorschot op de administratiekosten. Dit bedrag is niet terugvorderbaar.
40 -ARBITRAGEREGLEMENT
Voor de arbitrages waarbij het bedrag van de hoofdvordering niet hoger is dan 100.000,00 EUR zal een niet terugvorderbaar bedrag van 1.150,00 EUR (excl. BTW) als registratiekost worden gevraagd.
Voor de arbitrages waarbij het bedrag van de hoofdvordering tussen 100.000,00 EUR en 250.000,00 EUR ligt, zal een niet terugvorderbaar bedrag van 1.725,00 EUR (excl. BTW) als registratiekost worden gevraagd.
Voor de arbitrages waarbij het bedrag van de hoofdvordering hoger ligt dan 250.000,00 EUR zal een niet terugvorderbaar bedrag van 2.300,00 EUR (excl. BTW) als registratiekost worden gevraagd.
De administratiekosten van CEPANI worden forfaitair bepaald op 15% van de honoraria en kosten van de arbiters zoals hierboven vastgesteld (barema). Deze administratiekosten zijn onderworpen aan BTW. Ze zullen evenwel nooit lager liggen dan de bovenvermelde registratiekosten.
3. Indien de arbiter onderworpen is aan BTW meldt hij dit aan het Secretariaat, dat vervolgens de BTW op het ereloon van de arbiter van de partijen zal vorderen.
4. Indien bijzondere omstandigheden dit vereisen, kan het Secretariaat de arbitragekosten vaststellen op een hoger of lager bedrag dan wat uit de toepassing van de tarieflijst voor arbitrage voortvloeit.
5. Wanneer het Scheidsgerecht uit drie arbiters bestaat, worden de bovengenoemde vastgestelde percentages en bedragen van kosten met 3 vermenigvuldigd.
Bijlagen
Bestaat het Scheidsgerecht uit meer dan drie arbiters, dan worden de arbitragekosten door het CEPANI Secretariaat bepaald, waarbij rekening gehouden wordt met deze omstandigheid.
41
6. Vooraleer op bevel van het Scheidsgerecht een deskundigenonderzoek wordt aangevat, moeten de partijen, of één van hen, een door het Scheidsgerecht vastgestelde provisie storten, waarvan het bedrag voldoende moet zijn om de honoraria en de waarschijnlijke uitgaven in verband hiermee te dekken. De honoraria en definitieve kosten van de deskundige worden door het Scheidsgerecht vastgesteld.
De Arbitrale Uitspraak bepaalt ten laste van welke partij de kosten voor het deskundigenonderzoek vallen, of in welke verhouding zij door de partijen moeten worden gedragen.
7. De partij die om voorlopige en bewarende maatregelen verzoekt in overeenstemming met artikel 27 van het Reglement, moet een bedrag van 17.250,00 EUR (excl. BTW) storten, waarvan 3.450,00 EUR (excl. BTW) voor de administratiekosten van CEPANI.
8. Het bij punt 7 bepaalde bedrag kan op elk moment van de procedure door het CEPANI Secretariaat worden verhoogd, rekening houdend met onder meer de aard van de zaak en met de aard en de omvang van het door de arbiter en het Secretariaat verrichte werk. Het verzoek tot
voorlopige en bewarende maatregelen wordt als ingetrokken beschouwd, indien de aanvrager de gevraagde toeslag niet betaalt binnen de door het Secretariaat vastgestelde termijn.
9. Wanneer partijen zich beroepen op het Arbitragereglement van de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL) en het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie (CEPANI) als benoemingsinstantie aanwijzen, bedragen de administratiekosten van CEPANI dat als benoemingsinstantie optreedt, 1.725,00 EUR (excl. BTW). Dit bedrag is niet terugvorderbaar. Geen enkele aanvraag zal worden behandeld, indien deze niet vergezeld gaat van de vereiste betaling.
Wanneer CEPANI verzocht wordt bijkomende diensten te verlenen, kan het naar believen administratiekosten vaststellen, waarvan het bedrag in
42 -ARBITRAGEREGLEMENT
verhouding zal staan tot de verleende diensten en niet groter mag zijn dan maximaal 6.900,00 EUR (excl. BTW). De administratiekosten zijn in gelijke delen door partijen verschuldigd.
10. Wanneer partijen zich op CEPANI beroepen om een arbiter aan te wijzen in het kader van een ad hoc-arbitrage, belopen de
administratiekosten van CEPANI dat als benoemende instantie optreedt, 1.725,00 EUR (excl. BTW). Dit bedrag is niet terugvorderbaar. Geen enkele aanvraag zal worden behandeld, indien deze niet vergezeld gaat van de vereiste betaling. Wanneer CEPANI verzocht wordt bijkomende diensten te verlenen, kan het naar believen administratiekosten vaststellen, waarvan het bedrag in verhouding zal staan tot de verleende diensten en niet groter mag zijn dan maximaal 6.900,00 EUR (excl. BTW). De administratiekosten zijn in gelijke delen door partijen verschuldigd.
Bijlagen
43
BIJLAGE II
GEDRAGSREGELS VOOR ARBITRAGEPROCEDURES GEORGANISEERD DOOR CEPANI
1. Door haar/zijn benoeming door CEPANI te aanvaarden, stemt de arbiter ermee in om het toepasselijke Reglement integraal na te leven en loyaal samen te werken met het Secretariaat. Zo informeert hij het Secretariaat geregeld over de stand van de procedure.
2. De aangezochte arbiter aanvaardt haar/zijn benoeming door CEPANI, enkel indien hij beschikbaar en onafhankelijk is ten opzichte van de partijen en van hun raadslieden. Zo er zich nadien enig feit voordoet dat bij haarzelf/hemzelf of bij de partijen gerechtvaardigde twijfels kan doen rijzen omtrent die onafhankelijkheid, deelt hij dit onmiddellijk mee aan het Secretariaat dat de partijen hiervan in kennis stelt. Na kennisneming van hun opmerkingen, beslist het Wrakingcomité of de Voorzitter over de eventuele vervanging. Deze beslissing is niet vatbaar voor beroep.
3. De arbiter die wordt voorgedragen door een partij is noch haar vertegenwoordiger, noch haar mandataris.
4. De op voorstel van een partij benoemde arbiter verbindt er zich toe vanaf zijn benoeming, geen enkel contact te hebben met die partij of haar raadsman die betrekking heeft op het geschil dat
het voorwerp is van de arbitrage, met uitzondering van contacten met het oog op de voordracht van de voorzitter van het Scheidsgerecht.
5. Tijdens het verloop van de procedure geeft de arbiter in alle omstandigheden blijk van de grootste onpartijdigheid en onthoudt hij zich van iedere gedraging of uiting die bij een partij het vermoeden kan scheppen dat haar/zijn mening al vaststaat, in het bijzonder wanneer hij vragen stelt tijdens de zitting.
44 -ARBITRAGEREGLEMENT
6. Indien de omstandigheden het toelaten, kan de arbiter, met inachtneming van punt 5 hierboven, de partijen verzoeken een minnelijke oplossing te vinden en, met het uitdrukkelijke akkoord van de partijen en van het Secretariaat, de procedure de nodige tijd opschorten.
7. Door haar/zijn benoeming door CEPANI te aanvaarden, verbindt de aangezochte arbiter zich er toe om er voor te zorgen dat de Arbitrale Uitspraak zo spoedig mogelijk wordt verleend. Dit betekent onder meer dat hij slechts een verlenging van de door het Reglement van CEPANI voorgeschreven termijnen vraagt in gevallen die terdege verantwoord zijn of met het uitdrukkelijke akkoord van de partijen.
8. De arbiter neemt de geheimhouding in acht van de zaken die CEPANI haar/hem toevertrouwt.
9. De uitspraken mogen slechts anoniem bekend worden gemaakt en mits het uitdrukkelijke akkoord van de partijen. Het Secretariaat wordt hiervan voorafgaandelijk op de hoogte gebracht. Deze bepaling geldt zowel voor de arbiters als voor de partijen en hun raadslieden.
10. De ondertekening van de Arbitrale Uitspraak door één van de leden van een Scheidsgerecht veronderstelt niet noodzakelijk haar/zijn akkoord met de inhoud van de Arbitrale Uitspraak.
Bijlagen
45
BIJLAGE III
REGLEMENT VAN INTERNE ORDE VAN DE VOORZITTER,
HET BENOEMINGSCOMITÉ EN VAN HET WRAKINGSCOMITÉ
1. De Raad van Bestuur kiest onder zijn leden een Voorzitter en Vicevoorzitters van CEPANI. Ze worden verkozen voor een periode van drie jaar. Hun mandaat kan maximaal twee keer achtereenvolgens hernieuwd worden.
2. De Voorzitter en de Secretaris-generaal van CEPANI nemen, noch als arbiter noch als raadsman, deel aan enige procedure die overeenkomstig het CEPANI Reglement wordt gevoerd. Indien een vennoot of een medewerker van de Voorzitter of van de Secretaris-generaal van CEPANI als arbiter of
als raadsman deelneemt aan een procedure waar het CEPANI Reglement op van toepassing is, onthoudt de Voorzitter of de Secretaris-generaal xxx XXXXXX zich in deze procedure van elke handeling of beslissing, en
wijst hij of zij één of meerdere Vicevoorzitters aan die in zijn of haar plaats zullen handelen of beslissen in het kader van de betrokken procedure. In voorkomend geval, worden de partijen hiervan op de hoogte gebracht.
3. Het Benoemingscomité bestaat uit de Voorzitter en twee leden benoemd door de Raad van Bestuur voor een periode van drie jaar.
4. De leden van het Benoemingscomité mogen niet worden benoemd of bevestigd als arbiter. De leden van het Benoemingscomité kunnen geen arbiter benoemen onder hun vennoten en medewerkers of deze van de Secretaris-generaal.
5. De leden van het Benoemingscomité zijn tot geheimhouding verplicht.
46 -ARBITRAGEREGLEMENT
6. Het secretariaat van het Benoemingscomité wordt verzekerd door een medewerker van CEPANI.
7. Het Wrakingcomité bestaat uit vijf leden die worden benoemd door de Raad van Bestuur voor een periode van drie jaar. Hun mandaat kan maximaal twee keer achtereenvolgens hernieuwd worden. Drie leden dienen aanwezig te zijn om geldig te kunnen beraadslagen.
8. De leden van het Wrakingcomité zijn tot geheimhouding verplicht.
9. Het secretariaat van het Wrakingcomité wordt verzekerd door een medewerker van CEPANI.
Bijlagen
47
BIJLAGE IV
SECRETARIAAT EN CONTACTGEGEVENS
I. SECRETARIAAT
Xxxx XXX XXXXXXXXXXX, Secretaris-generaal Xxxxxxx XXXXXX, Adviseur
Xxxxxx XXXXXX, Juridisch Attaché
II. COÖRDINATEN VAN HET SECRETARIAAT
CEPANI VZW
Xxxxxxxxxxxxxx 0 X-0000 Xxxxxxx Xxxxxx
Tel : x00 (0)0 000 00 00
E-mail : xxxx@xxxxxx.xx Website : xxxx://xxx.xxxxxx.xx
48 -ARBITRAGEREGLEMENT
Bijlagen
49
CEPANI
Verantwoordelijke uitgever: Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx Het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie xxx.xxxxxx.xx - xxxx@xxxxxx.xx
Het Belgisch Centrum voor Arbitrage
en Mediatie xxx.xxxxxx.xx xxxx@xxxxxx.xx
Kantoor
Xxxxxxxxxxxxxx 0 - Xxxxxxx 0000 Xxxxxx
Tel: x00 0 000 00 00
Verantwoordelijke uitgever: Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx