Algemene voorwaarden
regionaal opleidingen centrum
Algemene voorwaarden
BPV Rijn IJssel
1 Definities
1.1 Met de term ‘leerbedrijf’ wordt het bedrijf of de werkgever bedoeld dat/die zorg draagt voor de beroepspraktijkvorming en de bijbehorende dagelijkse begeleiding als onderdeel van de opleiding en welke als zodanig is gedefi- nieerd op de Praktijkovereenkomst.
1.2 Met de term ‘opleiding’ wordt de opleiding bedoeld zoals gedefinieerd op de meest recent uitgegeven beroepspraktijkvormingsovereenkomst.
1.3 Met de term ‘partijen’ worden de student, Xxxx XXxxxx en het leerbedrijf samen aangeduid.
1.4 Met de term ‘praktijkovereenkomst’ wordt de beroepspraktijkvormings- overeenkomst tezamen met de algemene voorwaarden BPV bedoeld.
1.5 Met de term ‘Rijn IJssel’ wordt de onderwijsinstelling bedoeld zoals gedefi- nieerd op de beroepspraktijkvormingsovereenkomst.
1.6 Met de term ‘SBB’ wordt de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven bedoeld die zorgt draagt voor het erkennen en begeleiden van leerbedrijven.
1.7 Met de term ‘St-OER’ wordt de studiegids onderwijs- en examenregeling bedoeld.
1.8 Met de term ‘student’ wordt de persoon bedoeld zoals gedefinieerd op de beroepspraktijkvormingsovereenkomst.
1.9 Met de term ‘WEB’ wordt de Wet Educatie en Beroepsonderwijs bedoeld.
2 Randvoorwaarden
2.1 De praktijkovereenkomst wordt gesloten tussen partijen en wordt beheerd door Rijn IJssel.
2.2 De student is ingeschreven bij Xxxx XXxxxx op grond van een onderwijsover- eenkomst.
2.3 Het bedrijf of de organisatie die de BPV verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomst over een er- kenning van SBB voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB. Volgt een student enkel een keuzedeel bij het leerbedrijf, dan dient het leerbedrijf over een kwalificatie te beschik- ken als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB, maar niet noodzakelijkerwijs voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven.
2.4 De studentenraad van Xxxx XXxxxx heeft ingestemd met het model praktijk- overeenkomst (inclusief deze algemene voorwaarden BPV).
2.5 Rijn IJssel is bevoegd wijzigingen in deze algemene voorwaarden BPV aan te brengen nadat Xxxx XXxxxx instemming van de studentenraad heeft ge- kregen. Deze wijzigingen treden in werking op het aangekondigde tijdstip tenzij de student binnen veertien dagen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt hier niet mee in te stemmen. Rijn IJssel maakt de gewijzigde algemene voorwaarden tijdig aan de student kenbaar.
3 Aard van de overeenkomst
3.1 De beroepspraktijkvormingsovereenkomst vormt samen met de algemene voorwaarden BPV de tussen de partijen gesloten praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8 van de WEB. In de praktijkovereenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen.
4 Inhoud en inrichting
4.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zo- als bedoeld in de WEB. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de SBB erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/ keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitge- voerd, hebben een leerfunctie.
4.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de St-OER van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoude- lijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de St-OER is opgenomen of waarnaar in de St-OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn BPV moet behalen. De St-OER is in te zien via de digitale leeromgeving of op te vragen bij het onderwijscluster.
4.3 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd in een aanvullende praktijkovereen- komst. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd aanvullend op de lopende praktijkovereenkomst. Deze keuzedelen worden telkens op een nieuwe praktijkovereenkomst - die de voorgaande aanvult - vermeld. Rijn IJssel bewaart alle praktijkovereenkomsten in het dossier van de student.
5 (Inspannings-)verplichting leerbedrijf
5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn BPV te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoen- de dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer.
5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begelei- ding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de BPV wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider zijn te vinden op de praktijkovereenkomst en in de digitale leeromgeving.
5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de BPV door een functionaris van Rijn IJssel in het leerbedrijf mogelijk te maken.
5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de
BPV-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door Xxxx XXxxxx volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens.
6 (Inspannings-)verplichting Rijn IJssel
6.1 Rijn IJssel draagt zorg voor voldoende begeleiding door de BPV-begeleider. De student weet bij aanvang van de BPV wie zijn begeleider is. De BPV-be- geleider heeft regelmatig contact met de student en de praktijkopleider over de voortgang van de opleiding. De gegevens van de BPV-begeleider zijn te vinden op de praktijkovereenkomst en in de digitale leeromgeving.
6.2 De BPV-begeleider vanuit Rijn IJssel volgt het verloop van de BPV door het onderhouden van regelmatige contacten met de student en met de prak- tijkopleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leer- bedrijf.
6.3 Rijn IJssel maakt het rooster tijdig bekend zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden.
6.4 Rijn IJssel heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvor- ming zijn gevolgd, heeft behaald. De procedure van de beoordeling en de wijze van beoordeling van de BPV, staan beschreven in de St-OER van de opleiding.
6.5 Rijn IJssel neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de student.
7 (Inspannings-)verplichting student
7.1 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op de praktijkovereenkomst. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk de BPV te volgen en op de met het leerbedrijf afgesproken dagen en tijden aanwezig te zijn tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van de student kan worden verwacht.
7.2 Voor afwezigheid van de BPV gelden voor de student de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen de student en Xxxx XXxxxx zijn afgesproken.
8 Nadere afspraken met de student
8.1 Indien gewenst kunnen partijen nadere individuele afspraken maken. Bijvoorbeeld over de leerdoelen, de begeleiding of de beoordeling van de student.
8.2 Deze afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd in een addendum en onderdeel uitmaken van de praktijkovereenkomst.
9 Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid
9.1 De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels, voor- schriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezond- heid in acht te nemen. Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de BPV over deze regels in. De student informeert de BPV-begeleider indien er sprake is van een risicovolle situatie, zodat de BPV-begeleider zo nodig maatregelen kan treffen in het belang van de student.
9.2 De student is verplicht alles geheim te houden wat de student onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan de student het vertrouwelijke karakter redelijker- wijs moet begrijpen.
9.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de arbeidsomstandighedenwet, maat- regelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student.
9.4 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de BPV mocht lijden, tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student.
9.5 De student en het leerbedrijf vrijwaren Rijn IJssel voor schade die is ontstaan aan de student, het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de BPV.
9.6 De aansprakelijkheid van Rijn IJssel is in alle gevallen beperkt tot de voor- waarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van Rijn IJssel. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van Rijn IJssel.
10 Problemen en confficten tijdens de beroepspraktijkvorming
10.1 Bij problemen of conflicten tijdens de BPV richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de BPV-begeleider van Xxxx XXxxxx. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.
10.2 Wanneer de student of het leerbedrijf vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of con- flict is dat een van partijen de afspraken in de praktijkovereenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student of het leerbedrijf een klacht indienen via de klachtenregeling van Xxxx XXxxxx. De procedure voor het indienen van een klacht staat op de website van Xxxx XXxxxx (xxx.xxxxxxxxxx.xx).
10.3 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of be- strijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/ of geweld heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de BPV-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van Xxxx XXxxxx.
11 Gegevensuitwisseling en privacy
11.1 De student heeft recht op inzage in het eigen studentendossier en meer in het bijzonder in de door Xxxx XXxxxx verwerkte BPV-gegevens.
11.2 Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen Xxxx XXxxxx en het leerbedrijf de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de student. In het privacyreglement van Xxxx XXxxxx is opgenomen welke gegevens van de student onder welke voorwaarden worden verstrekt aan het leerbedrijf en wanneer de toestemming van de student daarvoor vereist is.
12 Duur en beëindiging overeenkomst
12.1 De praktijkovereenkomst treedt na ondertekening daarvan in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de BPV-periode zoals vermeld op de praktijkovereenkomst.
12.2 De praktijkovereenkomst eindigt van rechtswege, zonder dat een ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist:
a. Op het moment dat de student de BPV met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student de BPV heeft voltooid.
b. Door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op de prak- tijkovereenkomst.
c. Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en Rijn IJssel.
d. Door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbe- drijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen.
e. Wanneer de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB is verlopen of ingetrokken;
f. Bij wederzijds goedvinden tussen partijen;
Een beëindiging van rechtswege zal door Xxxx XXxxxx schriftelijk worden bevestigd aan de student en het leerbedrijf.
12.3 De praktijkovereenkomst kan (buitengerechtelijk) worden ontbonden:
a. Door het leerbedrijf als de student zich ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels zoals onder meer genoemd in artikel 9.1 en 9.2 van deze algemene voorwaarden BPV.
b. Door een van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de praktijk- overeenkomst te laten voortduren.
c. Door een van de partijen als Xxxx XXxxxx, de student of het leerbedrijf de hem/haar bij wet of in de praktijkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt.
d. Door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst (indien aanwezig) tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd.
12.4 Een ontbinding door een van de partijen op grond van artikel 12.3 vindt schriftelijk plaats aan de andere partijen met vermelding van de reden van ontbinding.
12.5 Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel 12.3 onder c dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de
gelegenheid te worden gesteld om binnen een termijn van twee weken als- nog zijn/haar verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestel- ling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is.
13 Vervangende praktijkplaats
13.1 Indien de praktijkovereenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf niet aan zijn/haar verplichtingen voldoet (bijvoorbeeld omdat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekortschiet of ont- breekt, het leerbedrijf niet langer beschikt over een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB of er sprake is van andere omstan- digheden die maken dat de BPV niet langer naar behoren kan plaatsvin- den), dan bevordert Rijn IJssel na overleg met SBB dat een toereikende vervangende voorziening zo snel als mogelijk beschikbaar wordt gesteld voor de student.
14 Slotbepalingen
14.1 Partijen verklaren kennis te hebben genomen van en in te stemmen met deze algemene voorwaarden BPV die deel uitmaken van de praktijkover- eenkomst, alsmede kennis te nemen van en zich te houden aan alle van toepassing zijnde regelingen, reglementen en protocollen.
14.2 Op de praktijkovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepas- sing. Eventuele geschillen voortvloeiend uit de praktijkovereenkomst wor- den voorgelegd aan de bevoegde rechter te Arnhem. In de gevallen waarin de praktijkovereenkomst niet voorziet, beslist het college van bestuur van Xxxx XXxxxx na overleg met de student en het leerbedrijf. Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB raken, dan wordt SBB bij dit overleg betrokken.
Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Rijn IJssel schooljaar 2018/2019, vastgesteld door het college van bestuur op 18 juli 2018, instemming door de studentenraad op 4 juli 2018, en treed in werking op 1 augustus 2018.