Modelovereenkomst voor de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
Modelovereenkomst voor de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
de maatschappij:
de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst ge- sloten wordt;
de verzekeringnemer:
de persoon die de overeenkomst met de maatschappij sluit;
de verzekerde:
iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de over- eenkomst gedekt is;
de benadeelden:
de personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook hun recht- verkrijgenden;
het omschreven rijtuig:
- het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden om- schreven is; al wat eraan gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan;
- de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is.
het schadegeval:
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
het verzekeringsbewijs:
het document zoals bedoeld in artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrij- tuigen;
het verzekeringsvoorstel:
het formulier dat uitgaat van de maatschappij en in te vullen door de verzekeringnemer met het doel de maatschappij in te lichten over de aard van de verrichtingen en over de feiten
en de omstandigheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
Hoofdstuk 1: Voorwerp en omvang van de verzekering
Artikel 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkom- stig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavol- gende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt schadegeval.
De dekking wordt ook verleend voor een schadege- val dat zich heeft voorgedaan in Andorra, Cyprus, Duitsland, Xxxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, XXxxxxx, Xxxxxx, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Xxx Xxxxxx, Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxx, xx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Zweden, Zwitserland en Vaticaanstad en in elk ander land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, §1 van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
ln het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeen- schap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onder- daan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap in- dien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excep- ties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de ge- hele dekking wanneer de wet van het land op het grondge- bied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet.
De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Artikel 2
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in een van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het om- schreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61 973,38 EUR voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te hef- fen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de ophefing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aan- wendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de ver- zekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig ver- zoek, terug te betalen.
Artikel 3
1 Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
- van de verzekeringnemer;
- van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuur- der van het omschreven rijtuig en van iedere persoon er- door vervoerd;
- van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens ar- tikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids- overeenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweld- pleging of heling de macht over het omschreven rijtuig heb- ben verschaft is echter niet gedekt.
2 Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
ln afwijking van artikel 8, 1 wordt de dekking eveneens uitge- breid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
Artikel 4
1 Uitbreiding van de dekking
De dekking van deze overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechte- lijke aansprakelijkheid van de eigenaar van het omschreven rijtuig, van de verzekeringnemer en van alle personen die ge- bruikelijk bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuur- der, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van bur- gerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houders of passagiers:
- van een tijdelijk vervangingsrijtuig;
- van een toevallig gebruikt rijtuig.
a Onder tijdelijk vervangingsrijtuig wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat tot het- zelfde gebruik bestemd is als het omschreven rijtuig en dat als vervangwagen dient voor dat rijtuig, dat om welke reden dan ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar is geworden, onder meer wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen of technische keuring.
De dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschre- ven rijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het tijdelijk vervangingsrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon wordt terugbezorgd.
Het rijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijk ter- mijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven rijtuig ter beschikking is. de dekking mag in elk geval niet meer dan 30 kalenderdagen bestrijken.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van het omschreven rijtuig, alsook voor alle personen die bij hem in- wonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd hebben om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig onbruikbaar wordt wegens overdracht van eigendom of overdracht van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven rijtuig die hij ontvangen heeft in uitvoering van een huurcontract of een ander analoog contract, onder meer een leasingsovereenkomst.
b Onder toevallig gebruikt rijtuig wordt verstaan, een mo- torrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat de hierboven vermelde personen besturen, houden of waarin zij toevallig passagiers zijn, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven
rijtuig waarvan de identiteit is vermeld in de bijzondere oor- waarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maatschappij, alsook voor de personen die gebruikelijk bij hem inwonen, in hun hoeda- nigheid van bestuurder, voor zover zijde wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, of van burger- rechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen beta- ling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goe- deren is uitgerust of wanneer de verzekeringnemer of de ei- genaar van het omschreven rijtuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen.
Wanneer het omschreven rijtuig het voorwerp is van een huur-, leasing-, of gelijkaardig contract, blijft de dekking van toepassing wanneer de verzekeringnemer of de gebruikelijke bestuurder van het omschreven rijtuig niet zelfde hierboven vermelde activiteiten uitoefent.
c Onder derden in de betekenis van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan:
- de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de bestuurder van het omschreven rijtuig waarvan de identiteit vermeld is in de bijzondere voorwaarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoor- stel of in een latere kennisgeving aan de maatschappij, alsook de personen die bij hem inwonen;
- de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschre- ven rijtuig.
2 Beperkingen van de dekking
a Wanneer het omschreven rijtuig een tweewieler of driewie- ler is, kan de uitbreiding van de dekking in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen.
b ln zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade:
- ofwel krachtens een verzekeringsovereenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het ge- bruikte rijtuig aanleiding geeft;
- ofwel krachtens een andere door de bestuurder gesloten verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aan- sprakelijkheid dekt;
is de uitbreiding van dekking van toepassing:
- wanneer de verzekeraar die een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal neemt op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25, 3c en 25,4 van huidige overeenkomst of in de hierin niet be- paalde gevallen behoudens indien de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld;
- wanneer de verzekeringnemer van een van de voor- noemde overeenkomsten aan de verzekerde een ver- zoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
3 De dekking van deze overeenkomst strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzeke- ringnemer alsook van de personen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde rij- tuig dat vervangen werd door het omschreven rijtuig, wan- neer:
- de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aange- geven werd binnen de 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
- het gestolen of verduisterde rijtuig bij de maatschappij ver- zekerd was.
Artikel 5
Het bedrag van de dekking is onbeperkt voor schade voort- vloeiend uit lichamelijke letsels.
Voor stoffelijke schade wordt de dekking beperkt tot 100 miljoen EUR per schadegeval, behalve voor schade aan persoonlijke kleding en bagage van vervoerde personen. Deze schade wordt vergoed tot 2 500 EUR per persoon.
Artikel 6
ln afwijking van artikel 8, 1 vergoedt de maatschappij de kos- ten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reini- ging en de herstelling van de binnenbekleding van het om- schreven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kos- teloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde per- sonen.
Artikel 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
a de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve in- dien het de aansprakelijkheid voor andermans daad be- treft. Het recht op schadevergoeding blijft evenwel ver- worven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
b de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het recht op schadevergoe- ding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeel- telijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
c de bestuurder van het verzekerde rijtuig voor zijn stoffe- lijke schade wanneer hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen. Deze uitsluiting geldt niet wanneer de aan-
sprakelijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
Artikel 8
Zijn van de verzekering uitgesloten:
1 de schade aan het verzekerd rijtuig, behoudens wat bij artikel 3, 2, tweede lid, bepaald is;
2 de schade aan de door het verzekerd rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5 bepaald is;
3 de schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het rijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4 de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het ver- zekerd rijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behen- digheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
5 de schade die vergoed wordt overeenkomstig de wet- geving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
Hoofdstuk 2: Beschrijving en wijziging van het risico en mededelingen van de verzekeringnemer
Artikel 9
1 De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeu- rig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. lndien op sommige schrif- telijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de maat- schappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
2 Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de maatschappij mis- leidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nie- tig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3 Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gege- vens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met
uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
lndien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrij- ken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ont- vangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist mee- delen van gegevens kennis heeft gekregen.
Artikel 10
ln de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 9, 1, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstan- digheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerke- lijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1 Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voor- doet zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwa- ring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. lndien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt ge- weigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de over- eenkomst opzeggen binnen de 15 dagen.
lndien de maatschappij het bewijs levert dat zij het ver- zwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2 Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die ver- mindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. lndien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
Hoofdstuk 3: Betaling van de premies en verzekeringsbewijs
Artikel 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekering- nemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een ver- zekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
ln alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de maatschappij terugsturen.
Artikel 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij of van elke met dat doel in de bijzondere voor- waarden aangewezen persoon.
Artikel 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in ge- breke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de ver- zekeringnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laat- ste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het 1ste lid; in dat geval wordt de opzegging, ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. lndien de maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig lid 1 en 2.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te ei- sen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het 1ste lid. Het recht van de maat- schappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee op- eenvolgende jaren.
Hoofdstuk 4: Mededelingen en kennisgevingen
Artikel 14
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennis- gevingen moeten gedaan worden aan een van haar zetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
Hoofdstuk 5: Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief
Artikel 15
lndien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzeke- ringnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen voor die vervaldag. De verzekeringnemer mag de overeen- komst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
De in het vorige lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekerings- voorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toe- passing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de be- paling van artikel 26.
Hoofdstuk 6: Schadegevallen en rechtsvorderingen
Artikel 16
leder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangege- ven aan de maatschappij of aan elke met dat doel in de bij- zondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplich- ting rust op alle verzekerden, waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en de woon- plaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voor-
waarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
Artikel 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of be- tekend.
Artikel 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde sa- menvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te be- strijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te ver- goeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vorderingen die de verzekerde kunnen toebehoren.
Artikel 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vast- stelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de maatschappij, is haar niet tegenwerp- baar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste gel- delijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te wei- geren.
Artikel 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom verschuldigde scha- devergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen de intrest op de in
hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten be- treffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de ere- lonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door haar of met haar toe- stemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
Artikel 21
lndien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de bur- gerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmidde- len kiezen.
De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geeiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Artikel 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmidde- len in strafzaken.
Zij heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen wan- neer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde te gepasten tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
Artikel 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Open- baar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechts- kosten in strafzaken zijn niet ten laste van de maatschappij.
Hoofstuk 7: Verhaal van de maatschappij
Artikel 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in artikel 25. Het ver-
haal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofd- som, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maat- schappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is in- tegraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 10 411,53 EUR. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wan- neer die hoger zijn dan 10 411,53 EUR met een minimum van 10 411,53 EUR en een maximum van 30 986,69 EUR.
Artikel 25
1 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de ver- zekeringnemer:
a ingeval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
b in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het slui- ten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de be- perking bepaald in artikel 24;
c in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zo- wel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekeringnemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot 247,89 EUR.
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de over- eenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
2 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de ver- zekerde, dader van het schadegeval:
a die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderwor- pen aan de beperking bepaald in artikel 24;
b die het schadegeval veroorzaakt heeft door een van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het ge- volg is van het gebruik van producten andere dan alcoho- lische dranken;
c indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
3 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de ver- zekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
a wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of be- hendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen verlof is verleend;
b wanneer, op het ogenblik van het schadegeval, het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglemen-
ten voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet be- reikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet toe- gepast wanneer de persoon die het rijtuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c wanneer het omschreven rijtuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische con- trole, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale tra- ject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het ver- keer" zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
d wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het re- glementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele be- palingen.
lndien het reglementair of contractueel maximum toegela- ten aantal vervoerde personen overschreden is, is het be- drag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werke- lijk vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden de vier jaar niet in aanmerking; kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de bereke- ning wordt afgerond naar de hogere eenheid. ln geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Niettemin kan de maatschappij geen verhaal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomin- gen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in de gevallen bedoeld in artikel 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde personen.
5 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de ver- zekerde die de in artikel 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. ln ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade geleden heeft, onverminderd de toepassing van artikel 24.
6 De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verze- kerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft bin- nen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verze- kerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelij- kerwijze mogelijk, verricht heeft. ln ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Hoofdstuk 8: Duur, vernieuwing, schorsing en einde van de overeenkomst
Artikel 26
De duur van de overeenkomst is een jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door een van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Artikel 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
1 tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeen- komstig artikel 26;
2 in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke on- juiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
3 in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de om- schrijving van het risico, bij het sluiten van de overeen- komst zoals bepaald in artikel 9 en in geval van verzwa- ring van het risico zoals bepaald in artikel 10;
4 in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 13;
5 wanneer het aan de technische controle onderworpen rij- tuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keurings- bewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan de "Al- gemene Reglementen op de technische eisen van de mo- torrijtuigen";
6 na iedere aangifte van een schadegeval waarbij de maat- schappij een benadeelde heeft of zal moeten vergoeden op een andere basis dan artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprake- lijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, maar uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding;
7 in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aanspra- kelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
8 in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals be- paald in artikel 30;
9 in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of over- lijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de arti- kelen 31 en 32.
Artikel 28
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1 tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeen- komstig artikel 26;
2 na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk een maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de scha- devergoeding;
3 in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig artikel 15;
4 in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrek- king van de toelating van de maatschappij;
5 in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
6 wanneer tussen de datum van het sluiten en de aan- vangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend, uiterlijk drie maanden v66r de aanvangsdatum van de overeenkomst;
7 in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals be- paald in artikel 30.
Artikel 29
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aan- getekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 13, 15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de be- tekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Gebeurde de opzegging na een schadegeval dan gaat deze eerst in na het verstrijken van een termijn van drie maanden. Bij fraude geldt de termijn van een maand zoals vermeld in de vorige alinea.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de maatschappij terugbetaald.
Artikel 30
Wanneer het omschreven rijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
Artikel 31
ln geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring. De maat- schappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen.
De maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeg- gen ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring; de cu- rator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 32
ln geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgena- men die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op een van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op een van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid, binnen de drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
lndien het omschreven rijtuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzeke- ringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voor- deel. Deze erfgenaam of legataris kan evenwel de overeen- komst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het rijtuig hem werd toebedeeld.
Artikel 33
ln geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing:
1 Betreffende het nieuwe rijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
- gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigen- dom van het omschreven rijtuig en dit zonder enige for- maliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze, aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rijtuig;
- na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in
kennis gesteld werd van de vervanging. ln dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoor- waarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premievervaldag.
lndien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 da- gen het overgedragen rijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de maat- schappij is de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast. Deze schorsing van de overeenkomst is tegen- werpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maatschappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
2 Betreffende het overgedragen rijtuig ander dan een bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
- blijft de dekking verworven aan de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wet- telijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het over- gedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het ver- keer deelneemt onder de kentekenplaat die het v66r de overdracht droeg;
- heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan degenen die hier- voren vermeld zijn, en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het v66r de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen ver- valt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke in- stemming van de maatschappij, overgedragen werd ten gun- ste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
3 In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig
De onder 1 en 2 omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een ge- lijkaardige overeenkomst, onder meer een leasingovereen- komst.
Artikel 34
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de ver- zekeringnemer die het omschreven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan mededeling doen aan de maat- schappij.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premievervaldag.
lndien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt ge- steld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse pre- mievervaldag. lndien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maanden voor de eerstvolgende jaarlijkse premieverval- dag neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaar- lijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tus- sen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan een jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Artikel 35
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringne- mer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte bren- gen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie prorata temporis aan de maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
Hoofdstuk 9: Aposteriori personalisatiestelsel
Artikel 36
1 Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van za- ken waarvan de MTM 3,5 T. niet overschrijdt, met uitzonde- ring van de motorrijtuigen die krachtens het Koninklijk Besluit van 3 februari 1992 tot vaststelling van de tariefnormen die van toepassing zijn op de verplichte aansprakelijkheidsver- zekering inzake motorrijtuigen niet onderworpen zijn aan het a posteriori personalisatiestelsel.
2 De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies
Graden Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 111
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 Artikel 37: De werking | 54 |
1 Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toe- risme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11.
Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt:
a voor privédoeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
b voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1 door personen die voltijds een loon- of weddetrek- kend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instel- ling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uit- makend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2 door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
3 door de bedienaars van een door de wet erkende ere- dienst;
4 door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming
2 Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aan- tal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden al- leen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de
maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het scha- degeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afge- sloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. lndien zij, om welke reden ook, korter is dan negen maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
3 Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mecha- nisme:
a per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaarde- lijke daling met een graad;
b per geobserveerde verzekeringsperiode met een of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
4 Beperkingen aan het mechanisme
- ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aan- tal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit over- schreden worden;
- de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobser- veerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
5 Verbetering van de graad
lndien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzeke- ringnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt ver- hoogd met de wettelijke interest indien de verbetering meer dan een jaar na de toekenning van de verkeerde graad ge- beurd is. Deze intrest loopt vanaf het ogenblik dat de ver- keerde graad werd toegepast.
6 Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
7 Opnieuw van kracht worden
lndien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
8 Verandering van maatschappij
lndien de verzekeringnemer, v66r het sluiten van de overeen- komst, door een andere maatschappij verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestelsel, is hij verplicht aan de maatschappij de schadegevallen aan te ge- ven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de
andere maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangs- datum van de overeenkomst.
9 Attest in geval van opzegging van de overeenkomst Binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de maatschappij aan de verzekeringnemer de inlich- tingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
10 Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst
lndien de overeenkomst onderschreven wordt door een per- soon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een over- eenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste 5 verze- keringsjaren voorafgaand aan de datum van de inwerkingtre- ding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
De verzekeringnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
Hoofdstuk 10: Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Artikel 38
1 Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrij- tuig betrokken is, op de plaatsen bedoeld in artikel 2§1 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aan- sprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade en de schade gele- den door de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, alle schade geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade vergoed door de maatschap- pij overeenkomstig artikel 29bis van de wet van 21 novem- ber 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverze- kering inzake motorrijtuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als li- chamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt ver- staan: de door het slachtoffer gebruikte middelen om licha- melijke gebreken te compenseren.
Slachtoffers die ouder zijn dan 14 jaar en het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Deze bepaling is ook van toepassing indien de schade opzet- telijk werd veroorzaakt door de bestuurder.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsver- zekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzeke- ring inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voorzover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2 De bestuurder van het verzekerde motorrijtuig en zijn recht- hebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit artikel, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voor- waarde dat hij de schade niet opzettelijk heeft veroorzaakt.
3 Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrij- tuig worden verstaan: ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, behalve de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk 1 (voor- werp en omvang van de verzekering).
Wat hoofdstuk 7 (verhaal van de maatschappij) betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 25, 1a en 25, 3b en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 25, 3d bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
4 Bovendien treedt de maatschappij in de rechten van het slachtoffer tegen de in gemeen recht aansprakelijke derden. De vergoedingen, die ter uitvoering van dit artikel werden uit- gekeerd, zijn niet vatbaar voor beslag of schuldvergelijking met het oog op de vordering van andere vergoedingen we- gens het verkeersongeval.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van arti- kel 16, alinea 1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schade- geval kennis had.
VERZEKERING RECHTSBIJSTAND
Begripsomschrijvingen
In deze verzekering wordt verstaan onder
U:
de verzekeringnemer met hoofdverblijf of exploitatiezetel in België en alle bij hem inwonende personen.
Wij:
De gespecialiseerde afdeling rechtsbijstand van Fidea.
Verzekerde voertuig:
- het motorrijtuig en de aanhangwagens, die omschreven zijn in de bijzondere voorwaarden;
- het motorrijtuig dat gedurende maximaal dertig dagen het omschreven motorrijtuig vervangt wegens onbruikbaar- heid.
1 Toepassingsgebied
U kunt aanspraak maken op rechtsbijstand wanneer u per- soonlijk geconfronteerd wordt met een juridisch geschil waar- bij het verzekerde voertuig betrokken is.
Daarnaast geldt de verzekering ook wanneer u in uw privéle- ven toevallig een motorrijtuig van een derde bestuurt of hierin passagier bent.
Voor geschillen in verband met het verzekerde voertuig kun- nen de volgende personen eveneens een beroep doen op de verzekering:
- de toegelaten bestuurder en de kosteloos vervoerde per- sonen;
- de eigenaar van het verzekerde voertuig indien dat niet op lange termijn wordt gehuurd.
Dezelfde voorwaarden als die voor u gelden, zijn ook op hen van toepassing.
2 Omschrijving van de verzekering
a Terugvordering van schade
Wij behartigen uw belangen om de schade die u hebt geleden terug te vorderen:
- van de persoon die hiervoor burgerrechtelijk aansprakelijk is buiten overeenkomst;
- van de verzekeraar of instelling die moet tussenkomen op basis van de vergoedingsplicht ten voordele van de zwakke weggebruikers (wet inzake de verplichte aanspra- kelijkheidsverzekering van motorrijtuigen);
- van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds;
- van het Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden;
- op basis van de wetgeving inzake arbeidsongevallen in- dien over de toepassing ervan een betwisting ontstaat.
b Contractuele geschillen
Wij verlenen rechtsbijstand voor een geschil over de aan- of verkoop, de deinitieve buitengebruikstelling, de herstelling of het onderhoud van het verzekerde voertuig en over de ver- zekeringscontracten in verband met dit voertuig.
Wij verlenen geen rechtsbijstand voor contractuele geschillen met een belang van minder dan 200 EUR.
c Administratieve geschillen
Wij verlenen rechtsbijstand voor geschillen betreffende:
- de intrekking, beperking of teruggave van uw rijbewijs;
- de inschrijving, de verkeersbelasting of technische con- trole van het verzekerde voertuig.
d Strafrechtelijke verdediging
Wij nemen uw verdediging ten laste tijdens het gerechtelijk onderzoek en voor de onderzoeks- en strafgerechten wan- neer u wordt verdacht van of vervolgd wordt voor:
- een verkeersmisdrijf;
- een daarmee samenhangend onopzettelijk misdrijf zoals het onopzettelijk verwonden of doden;
- een inbreuk op voorschriften met betrekking tot het ver- voer van personen en goederen.
Wij zijn geen rechtsbijstand verschuldigd voor inbreuken die opzettelijk of met medeweten van uzelf of een leiddingge- vende van uw bedrijf werden gepleegd.
e Burgerrechtelijke verdediging
Als de aansprakelijkheidsverzekeraar een zware fout of een andere tekortkoming inroept met de bedoeling om een ver- haal tegen u uit te oefenen, dan nemen wij naast uw straf- rechtelijke verdediging, ook de verdediging ten laste tegen de burgerlijke partijstelling van de schadelijder en de eventu- ele verhaalsvordering van de verzekeraar.
3 Verzekerde prestaties
Wij informeren u over uw rechten en de manier waarop u deze kunt afdwingen. Wij helpen u alle gegevens (bewijzen, attesten, getuigenverklaringen) te verzamelen en gelasten de nodige onderzoeken om uw belangen optimaal te behartigen.
Wij streven in de mate van het mogelijke een minnelijke rege- ling na en staan u bij in de procedure voor de rechtbank als die procedure nodig is om uw belangen optimaal te beharti- gen.
De erelonen en kosten die wij in deze verzekering ten laste nemen, hebben betrekking op:
- de kosten die wij zelf maken om een minnelijke regeling na te streven en om uw belangen te verdedigen;
- de kosten en erelonen die verschuldigd zijn aan advoca- ten, gerechtsdeurwaarders en deskundigen;
- de kosten van de gerechtelijke of buitengerechtelijke pro- cedure;
- de noodzakelijke reis- en verblijfskosten wanneer in het kader van de gerechtelijke procedure uw aanwezigheid in het buitenland vereist is;
- de kosten van een procedure van tenuitvoerlegging per uitvoerbare titel;
- de kosten voor het eventueel indienen van een genade- verzoek of een aanvraag tot eerherstel in geval van een strafrechtelijke veroordeling.
Bovengenoemde kosten zijn verzekerd tot maximaal
40 000 EUR per schadegeval en voor alle begunstig- den samen.
Bij het bepalen van de maximale tussenkomst worden onze eigen beheerskosten niet in rekening gebracht.
Volstaan de verzekerde bedragen niet, dan hebt u de voor- rang op de andere begunstigden.
De rechtsplegingvergoeding die u door een rechter wordt toe- gekend, komt ons toe tot beloop van de uitgaven die wij heb- ben gedaan.
Wij betalen geen boeten of minnelijke schikkingen.
4 Bijkomende waarborg
Wij vergoeden zelf de schade als de persoon die hiervoor buiten overeenkomst aansprakelijk is, insolvabel blijkt te zijn indien aan volgende voorwaarden voldaan is:
- de schade die u hebt geleden is het gevolg van een ver- keersongeval waarin het verzekerde voertuig betrokken is;
- de verblijfplaats van de aansprakelijke is gekend.
Deze vergoeding bedraagt maximaal 12 500 EUR per geval en voor alle verzekerden samen. Volstaat dit bedrag niet dan hebt u recht op een bijkomend bedrag van 12 500 EUR voor vergoeding van schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels. Intresten op het schadebedrag worden niet betaald.
5 Beperkingen en uitsluitingen
a Op grond van de relatie tussen de betrokken partijen
Om belangenconflicten te vermijden, treden wij niet op tegen een persoon die een beroep kan doen op deze verzekering, tenzij de verzekeringnemer (of zijn rechtsopvolger in geval van overlijden) hiervoor zijn toelating geeft.
b Op grond van de aard van het geschil
Wij zijn geen rechtsbijstand verschuldigd voor geschillen die verband houden met:
- de deelname aan snelheids- en regelmatigheidsritten, an- dere dan louter toeristische rondritten en oriëntatieritten;
- stakingen en lock-outs waarbij u actief betrokken bent, oproer en (burger)oorlog;
- kernreacties, radioactiviteit en ioniserende stralingen, ten- zij u hieraan werd blootgesteld ingevolge een medische behandeling;
- de waarborgen van deze verzekering rechtsbijstand.
6 Waarborg in de tijd
Deze rechtsbijstand geldt voor geschillen die ontstaan tijdens de geldigheidsduur van de verzekering, tenzij het een geschil betreft over de overdracht of deinitieve buitengebruikstelling van het verzekerde voertuig. In dat geval nemen wij de ge-
xxxxxxxx ten laste tot drie jaar na het einde van deze verzeke- ring.
Wij verlenen geen rechtsbijstand voor het geschil waarvan wij aantonen dat u bij de aanvang van de verzekering wist of redelijkerwijze diende te weten dat het zou ontstaan.
7 Territoriale geldigheid
Defendo verleent rechtsbijstand in alle landen waar de bur- gerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering van het verze- kerde voertuig geldt.
8 Vrije keuze van advocaat en deskundige
U beschikt over de vrije keuze van een advocaat, een des- kundige of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de toepasselijke wet om uw belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen:
- telkens er moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of een administratieve procedure;
- telkens er zich met ons een belangenconflict voordoet; wij zullen u verwittigen van zodra zich een dergelijk conflict voordoet.
U bent volledig vrij in uw contacten met deze personen maar u moet ons wel op de hoogte brengen van de evolutie van het geschil.
Wenst u de behandeling van het dossier aan de aangestelde advocaat te onttrekken en aan een andere advocaat toe te vertrouwen, dan betalen wij de kosten en erelonen van de nieuwe advocaat als u ons vooraf hebt aangetoond dat er gegronde redenen bestaan voor deze vervanging.
9 Arbitrage
Indien u het niet eens bent met ons over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het verzekerde ge- schil, dan hebt u het recht om een advocaat van uw keuze te raadplegen na de bekendmaking van ons standpunt of van onze weigering om uw stelling te volgen. Deze raadpleging doet geen afbreuk aan uw recht om een rechtsvordering in te stellen.
Bevestigt de geraadpleegde advocaat uw zienswijze, dan verlenen wij u waarborg en betalen wij de kosten en de erelonen van de raadpleging terug.
Bevestigt deze advocaat ons standpunt, dan betalen wij u niettemin de helft van de kosten en erelonen van de raad- pleging terug.
Wanneer u tegen het advies van deze advocaat in, toch op eigen kosten een procedure begint en een beter resultaat be- komt dan wij voorspelden, dan verlenen wij opnieuw waar- borg en betalen wij alle verzekerde kosten en erelonen terug, met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
10 Algemene bepalingen
De volgende bepalingen van de verplichte aansprake- lijkheidsverzekering gelden ook voor deze verzekering rechtsbijstand:
- beschrijving en wijziging van het risico;
- premie en premiebetaling;
- aangifte van een schadegeval;
- duur, hernieuwing, overdracht en einde;
- kennisgevingen.
OMNIUMVERZEKERING
Begrippen
In deze verzekering wordt verstaan onder:
U:
de verzekeringnemer met hoofdverblijf of exploitatiezetel in België.
Wij:
Fidea nv, met maatschappelijke zetel in België, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx, RPR 0406.006.069.
Verzekerde voertuigen:
het motorrijtuig en de aanhangwagens, die omschreven zijn in de bijzondere voorwaarden.
1 Omschrijving van de verzekering
Deze verzekering dekt de beschadiging en het verlies van de verzekerde voertuigen door een gebeurtenis die is omschre- ven in een van de volgende deelverzekeringen.
Welke deelverzekering u hebt gesloten, is vermeld in de bij- zondere voorwaarden.
a Brand en aanverwante gevaren
Deze deelverzekering dekt de schadegevallen veroorzaakt door:
- brand en blussingswerken;
- ontploffing;
- het smelten van onderdelen van het verzekerde voertuig door kortsluiting;
- het vallen van luchtvaartuigen of delen ervan.
b Diefstal
Deze deelverzekering dekt de diefstal van het verzekerde voertuig of delen ervan en de schade aan het verzekerde voertuig als gevolg van een poging tot diefstal.
Wij komen ook tussen voor de beschadiging van het voer- tuig veroorzaakt tijdens de periode dat het voertuig gestolen is indien dat schadegeval verzekerd zou zijn in een andere deelverzekering.
Misbruik van vertrouwen en andere vormen van verduistering van het voertuig is niet verzekerd.
De waarborg geldt niet als de diefstal vergemakkelijkt wordt door het verzekerde voertuig onbeheerd achter te laten op de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats terwijl het voertuig niet slotvast is of de sleutel zich in of bij het voertuig bevindt.
c Natuurgeweld
In deze deelverzekering dekken wij schadegevallen veroor- zaakt door de hevige uitwerking van natuurkrachten zoals storm, hagel, bliksem, overstroming, grondverschuiving, val- lend gesteente en aardbeving.
Schade door voorwerpen die door het natuurgeweld worden weggeslingerd of omvergeworpen is eveneens verzekerd.
d Glasbreuk
Deze deelverzekering dekt het breken van de voor- zij- of achterruiten van het verzekerde voertuig. Ook de schade aan het verzekerde voertuig door het gebroken glas is verzekerd. De glasbreuk zelf wordt enkel vergoed indien u herstelt. Wij vergoeden dan ook de kosten voor het hernieuwen van de opschriften en versieringen.
e Lading
Deze deelverzekering dekt de schade door het laden en los- sen van het verzekerde voertuig en de schade die door de vervoerde lading wordt veroorzaakt.
Ook de kanteling van het voertuig tijdens het laden en los- sen is in deze deelverzekering gedekt, tenzij deze kanteling veroorzaakt werd door een kraan die gemonteerd is op het verzekerde voertuig.
f Eigen schade
Voorzover het schadegeval niet onder de toepassing valt van een eerder vermelde deelverzekering, dekt deze deelverze- kering de volgende gebeurtenissen:
- een ongeval zoals aanrijding, omslaan en botsing met los- lopende dieren of vogels;
- het slepen, takelen of vervoer van het voertuig;
- vandalisme en andere kwaadwillig toegebrachte schade door rellen, oproer, arbeidsconflicten en aanslagen.
De waarborg geldt niet voor louter mechanische of elektroni- sche defecten of andere interne gebreken van het voertuig.
2 Bijkomende waarborgen
Bij een verzekerd schadegeval vergoeden wij eveneens:
- tot een bedrag van maximaal 5 000 EUR, de volgende kosten: de kosten voor het vrijmaken van de weg, de
sleepkosten, de takelkosten, de kosten van overbrenging van het voertuig en de bewaringskosten in afwachting van de overbrenging, de repatriëring van de inzittenden, dou- anerechten;
- de reiskosten die een persoon redelijkerwijze maakt om het voertuig dat in het buitenland werd terug gevonden na een diefstal, af te halen;
- het aandeel van het verzekerde voertuig in de averij- grosse;
- de kosten die redelijkerwijs gemaakt worden om de gevol- gen van het schadegeval te voorkomen en te beperken zoals blussings- en reddingskosten en de kosten voor het voorlopige bergen van het wrak;
- de kosten voor het demonteren van het voertuig indien dit nodig is voor de schaderaming;
- de kosten voor de technische controle indien het verze- kerde voertuig na herstelling opnieuw moet geschouwd worden.
Tenslotte betalen wij, zelfs als er geen schade is aan het ver- zekerde voertuig:
- de kosten voor de vervanging van de sloten waarvan een of meer sleutels gestolen werden;
- de kosten voor uw geneeskundige verzorging als u licha- melijke letsels oploopt bij een (poging tot) diefstal van het verzekerde voertuig waarbij er geweld wordt gepleegd op uw persoon (de zogenaamde car- en homejacking); deze kosten worden vergoed voor zover zij op doktersvoor- schrift gebeuren en na tussenkomst van het ziekenfonds of een gelijkaardige instelling. Wij komen tussen tot een bedrag van 2 500 EUR per persoon. Uw eigen aandeel hierin bedraagt 100 EUR;
- de kosten voor de reiniging en de herstelling van de kledij van de inzittenden, als dit nodig is ingevolge het kosteloos en toevallig vervoer van een persoon die medische hulp nodig had; hetzelfde geldt voor de eventuele schade aan de binnenbekleding van het voertuig.
3 Verzekerde landen
Afhankelijk van uw keuze, geldt de verzekering in:
- Zone 1: deze zone is beperkt tot België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg;
- Zone 2: deze zone omvat de landen waar de verplichte aansprakelijkheidsverzekering van uw voertuig van toe- passing is volgens het internationaal verzekeringsbewijs. De oversteek van het ene verzekerde land naar het an- dere via internationale wateren is dan eveneens verze- kerd.
4 Uitsluitingen
Deze verzekering geldt niet:
a wanneer het verzekerde voertuig op het ogenblik van het schadegeval:
- in huur werd gegeven of beroepshalve werd uitgeleend;
- deelneemt aan of oefent voor snelheids-, regelmatig- heids- of behendigheidswedstrijden; louter toeristische rondritten of oriëntatieritten vallen niet onder deze uitslui- ting.
b wanneer u of de toegelaten bestuurder:
- het schadegeval opzettelijk veroorzaakt of hieraan mede- plichtig bent;
- het schadegeval veroorzaakt in een staat van alcoholin- toxicatie van meer dan 1,5 promille (0,65 mg/l), in een staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
- het schadegeval veroorzaakt door het niet-respecteren van de verplichte rij- en rusttijden;
- het schadegeval veroorzaakt door het niet-naleven van de wettelijke voorschriften inzake ADR-vervoer;
- het verzekerde voertuig bestuurt zonder te voldoen aan de voorwaarden die de Belgische wetten en reglementen ter zake voorschrijven;
- vrijwillig gebieden opzoekt waar de veiligheidssituatie der- mate slecht is dat het algemeen erkend is dat het onver- antwoord is om naar daar te reizen.
De verzekering blijft echter gelden voorzover voornoemde omstandigheden zich voordeden buiten het medeweten van u en de leidinggevenden van uw bedrijf. Wij mogen dan wel de uitbetaalde vergoeding terugvorderen van de bestuurder.
c Wij zijn evenmin vergoeding verschuldigd voor:
- schade die het gevolg is van sleet of van een klaarblijkelijk gebrek aan onderhoud;
- schade aan banden die niet gepaard gaat met andere ge- dekte schade aan het voertuig; deze uitsluiting geldt niet in geval van vandalisme;
- schade door ADR-producten vervoerd door het verze- kerde voertuig;
- schade door overlading van het verzekerde voertuig;
- de beschadiging of het verlies van Gsm’s, compact discs, cassettes en andere goederen die ook los van het voer- tuig kunnen worden gebruikt;
- de eventuele waardevermindering na herstelling, ge- bruiksderving en het verlies van intresten;
- schade die verband houdt met kernreacties, ioniserende stralingen of radioactiviteit;
- schade die zich voordoet in een oorlogsgebied; deze uit- sluiting geldt niet in het buitenland tot 14 dagen na het begin van de vijandelijkheden voorzover u door de staat van (burger)oorlog werd verrast.
5 Verzekerde waarde
a Volledige waarde
U moet de aankoopwaarde verzekeren van het bedrijfsklare voertuig op het ogenblik van de eerste ingebruikneming. De waarde omvat ook de speciale uitrusting, de op- of ombouw en het toebehoren, zelfs indien deze achteraf werden ge- plaatst.
De btw maakt geen deel uit van de verzekerde waarde.
b Eerste risico
U kunt er ook voor kiezen om een of meerdere deelverzeke- ringen te sluiten op basis van een eerste risico. In dat geval verzekeren wij de verzekerde voertuigen voor een waarde die wij met u zijn overeengekomen en dit zonder toepassing van het evenredigheidsbeginsel.
6 Vergoeding van de schade
a Bij een totaal verlies
Wij betalen u de werkelijke waarde van het verzekerde voer- tuig voor het schadegeval.
De vergoeding kan nooit meer bedragen dan de waarde die u hebt verzekerd.
Werd het voertuig verzekerd op basis van de volledige waarde dan komt het wrak ons toe. Wij verkopen het dan in uw naam, maar voor onze rekening.
Hebt u voor de formule "10 % extra" gekozen, dan verhogen wij de vergoeding ook met 10 %.
Deze extra vergoeding wordt niet betaald bij een verzekering op basis van een eerste risico.
b Bij een gedeeltelijke schade
Wij vergoeden de kosten om het verzekerde voertuig te her- stellen.
De vergoeding kan nooit meer bedragen dan de waarde die u hebt verzekerd.
c Btw
De btw wordt niet vergoed, tenzij dit anders is vermeld in de bijzondere voorwaarden.
7 Wanneer is er totaal verlies?
Er is automatisch sprake van totaal verlies als:
- het voertuig dermate beschadigd is dat de herstelling technisch niet meer verantwoord is of zelfs wettelijk verboden is;
- het gestolen voertuig niet wordt teruggevonden binnen 30 dagen na de aangifte;
- de herstellingskosten, verhoogd met de restwaarde van het voertuig, meer bedragen dan de vergoeding die wij in de verzekering op basis van de volledige waarde ver- schuldigd zijn voor een totaal verlies (zonder rekening te houden met de 10% extra vergoeding).
8 Franchise en evenredigheidsbeginsel
Per verzekerd voertuig passen wij een franchise per scha- degeval toe. Het bedrag ervan is vermeld in de bijzondere voorwaarden. Het geheel van de schade die te wijten is aan hetzelfde schadeverwekkende feit beschouwen wij als een schadegeval.
Als u onderverzekerd bent, passen wij het evenredigheidsbe- ginsel toe waardoor wij de vergoeding verminderen volgens de verhouding die bestaat tussen de waarde die u hebt ver- zekerd en de waarde die u had moeten verzekeren.
9 Berekening van de uiteindelijke vergoeding
Bij de berekening passen wij de volgende bewerkingen toe:
- vaststelling van de vergoeding;
- verminderd in de mate van eventuele onderverzekering;
- verminderd met de franchise die in de bijzondere voor- waarden wordt vermeld;
- verhoogd met de kosten die als bijkomende waarborg zijn verzekerd.
10 Algemene bepalingen
a Bepalingen betreffende de schaderegeling
Wat u moet doen bij een schadegeval
Bij een schadegeval moet u (en desgevallend de personen ten aanzien van wie wij een afstand van verhaal doen) de volgende verplichtingen in acht nemen zodat wij de overeen- gekomen prestaties zo snel mogelijk kunnen leveren:
- alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te beperken;
- bij een verkeersongeval het Europees aanrijdingsformu- lier invullen of de nodige vaststellingen laten doen;
- aangifte doen van het schadegeval binnen 10 dagen; bij ( poging tot) diefstal moet u binnen 24 uur aangifte doen bij de politie; vonden deze feiten in het buitenland plaats dan moet u bij uw terugkeer ook in België aangifte doen bij de politie;
- ons binnen 24 uur op de hoogte stellen indien u ingelicht wordt dat uw gestolen voertuig teruggevonden werd;
- alle inlichtingen verstrekken die wij van u vragen in ver- band met het schadegeval en de nodige medewerking verlenen zodat het schadegeval vlot kan geregeld wor- den;
- ons onmiddellijk alle documenten overmaken die u ont- vangt van derden in verband met het schadegeval;
- geen veranderingen aanbrengen aan het beschadigde voertuig waardoor het onmogelijk of moeilijker wordt om de oorzaken of de omvang van de schade te bepalen;
- geen handelingen stellen waardoor ons recht beperkt wordt om de gedane bepalingen terug te vorderen van de aansprakelijke.
Het niet-naleven van een verplichting geeft ons het recht om de verzekerde prestaties te verminderen of terug te vorderen ten belope van het nadeel dat wij door uw verzuim hebben geleden. Wij kunnen ons echter niet beroepen op het niet- naleven van een termijn indien u de gevraagde meldingen zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was, gedaan hebt. In geval van bedrog mogen wij de waarborg weigeren.
Vaststelling van de schade
De schade wordt tegensprekelijk vastgesteld.
U moet echter niet wachten op deze tegensprekelijke schat- ting indien de onmiddellijke herstelling vereist is en de kosten hiervan niet meer bedragen dan 1 250 EUR.
Bij onenigheid over de omvang van de schade, wordt in on- derling overleg een derde deskundige aangesteld die beslist. De kosten en erelonen van de derde deskundige worden door beide partijen, ieder voor de helft, gedragen.
In de plaats van de voormelde procedure hebben beide par- tijen het recht om op eigen kosten de aanwijzing van de derde deskundige of de beslechting van het geschil over te laten aan de bevoegde rechtbank.
Afstand van verhaal
Wij kunnen de uitgekeerde vergoeding verhalen op de perso- nen die aansprakelijk zijn voor het schadegeval.
Wij doen echter afstand van verhaal op:
- u, uw bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, uw echt- genoot, de bij u inwonende personen, uw huispersoneel en uw gasten;
- de toegelaten bestuurder, de eigenaar en de niet-be- roepsmatige houder van het verzekerde voertuig, alsmede op hun gezinsleden. Deze afstand van ver- haal geldt echter niet in de situaties beschreven in 4,b.
De afstand van verhaal geldt niet in de mate dat de aanspra- kelijke persoon de schade daadwerkelijk kan afwentelen op een aansprakelijkheidsverzekering en in het geval van kwaad opzet.
b Bepalingen betreffende de polis
Begin van de verzekering
Deze verzekering begint op de datum vermeld in de bijzon- dere voorwaarden op voorwaarde dat de polis ondertekend en de eerste premie betaald is.
Diverse bepalingen
Volgende bepalingen van de verplichte aansprakelijkheids- verzekering gelden ook in deze verzekering:
- beschrijving en wijziging van het risico;
- premie en premiebetaling;
- duur, overdracht en einde van het contract;
- kennisgevingen.