Afschaffing fiscaal maximum pensioenen en verevening pensioenrechten
Afschaffing fiscaal maximum pensioenen en verevening pensioenrechten
bij beschikbare premieregelingen
24-10-2017 | Door Fiscale Zaken Vivat Verzekeringen Vraag:
Een deelnemer gaat bijna met pensioen. Het ouderdomspensioen komt vanwege een scheiding voor de helft toe aan de ex-partner. Daarnaast heeft de ex-partner recht op een bijzonder partnerpensioen. De deelnemer heeft inmiddels een nieuwe partner en wil het ouderdomspensioen uitruilen voor een partnerpensioen voor de nieuwe partner. Het ouderdomspensioen wordt via een premieovereenkomst opge- bouwd. Wat zijn de mogelijkheden voor de uitruil van ouderdomspensioen in een partnerpensioen en hoe wordt de waarde bepaald van het bijzonder partnerpensioen van de ex-partner?
Antwoord:
In eerste instantie speelt de gedachte dat toekenning van een partnerpensioen aan de huidige partner wordt beperkt door het bijzonder partnerpensioen van de ex- partner. Immers, afhankelijk van de duur van het huwelijk, kan door toekenning van het bijzonder partnerpensioen het fiscaal op te bouwen maximum pensioen zijn bereikt. Een recente wetswijziging1 heeft er echter voor gezorgd dat dat grens van 100% voor het ouderdomspensioen en 70% voor het partnerpensioen per 1 april 2017 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017) zijn vervallen.2 Dit betekent dat het voor de deelnemer mogelijk is om ook voor de nieuwe partner een partnerpensioen te regelen door uitruil van het ouderdomspensioen zonder dat het pensioen bovenmatig wordt. Let daarbij op dat uitruil van het ouderdomspensioen voor een partnerpensioen van de nieuwe partner alleen is toegestaan voor het deel van het ouderdomspensioen dat niet is bestemd voor de uitruil naar het bijzonder partnerpensioen van de ex-partner.3
Dan rest de vraag hoe de waarde wordt bepaald van het bijzonder partnerpensioen van de ex-partner. Door de aard van een beschikbare premieregeling is het lastig te bepalen hoeveel ouderdomspensioen precies is opgebouwd tijdens de scheiding.
1 Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen.
2 Zie voor verdere toelichting de praktijkcase ‘Vervallen pensioenmaxima op pensioendatum’ van 4 april 2017.
Die waardebepaling is pas mogelijk op de pensioeningangsdatum. Wel kan worden gekeken naar de hoeveelheid reeds opgebouwd kapitaal.
Het Verbond van Verzekeraars heeft in een position paper aan de hand van een voorbeeld beschreven hoe tot verevening kan worden overgegaan bij beschikbare premieregelingen.4 In het voorbeeld wordt de beleggingswaarde op echtscheidingsdatum vastgesteld en als uitgangspunt gehanteerd om de waarde te bepalen die aan het bijzonder partnerpensioen en het te verevenen ouderdomspensioen dient te worden toegerekend. Onderstaand voorbeeld is afgeleid van informatie in de position paper van het Verbond.
Voorbeeld
Uitgangspunten:
- Werknemer A en partner B gaan scheiden. De beleggingswaarde op de datum van echtscheiding is € 50.000;
- De verhouding van 100:70 voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen blijft gehandhaafd;
- De tarieven voor OP en NP zijn € 10,50 respectievelijk € 4,00 (fictief).
Berekening:
Bij een verhouding van 100:70 is het benodigde kapitaal voor: 10.000 OP = € 105.000
7.000 NP = € 28.000
Totaal = € 133.000
Op de pensioeningangsdatum is een kapitaal nodig van € 133.000 om te voorzien in een levenslang ouderdomspensioen van € 10.000 per jaar en een nabestaanden- pensioen van € 7.000 per jaar. Er is echter maar een beleggingswaarde van
€ 50.000 aanwezig.
3 Artikel 61, lid 6 PW.
4 Het position paper is onderdeel van deel 4 in de reeks Brochures Toekomstvoorzieningen ‘10 jaar Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’.
Vervolg voorbeeld
Hiermee kan het volgende bijzonder nabestaandenpensioen mee worden aange- kocht:
€ 50.000 / € 133.000 x 10.000 = € 3.759,40 aan levenslang ouderdomspensioen
€ 50.000 / € 133.000 x 7.000 = € 2.631,58 aan levenslang nabestaandenpensioen Voor het levenslange bijzonder nabestaandenpensioen van B is € 2.631,58 x 4,00 =
€ 10.526,32 nodig van de beleggingswaarde. Daarnaast is voor het te verevenen ouderdomspensioen voor B (€ 50.000 - €10.526,32) / 2 = € 19.736,84 nodig van de beleggingswaarde.
Hoewel deze methode is gebaseerd op rekenregels van het Verbond van Verzeke- raars bestaat voor iedere pensioenuitvoerder de mogelijkheid af te wijken van een- zelfde toepassing. Afspraken tussen werkgever en pensioenuitvoerder omtrent de toepassing van verevening bij beschikbare premieregelingen kunnen in uitvoerings- overeenkomsten worden opgenomen.