Module 3
Module 3
Verkiezingen en partijen
l
e
3
M
o
d
u
Starten
een verkennende opdracht
die je op weg zet
Weten
wat je moet weten
Doen
oefeningen en opdrachten
die je aan het werk zetten
Opzoeken
vertelt waar je zelf bijkomende
informatie kunt vinden
Extra
bijkomende informatie, oefenin-
gen en opdrachten
Afsluiten
een samenvattende opdracht
op het eind van de module waarin je kunt aantonen wat je hebt opgestoken
80 Verkiezingen en partijen
l
e
3
M
o
d
u
Inleiding
Politici nemen elke dag beslissingen die een grote invloed hebben op ons leven: het sluitings- uur van discotheken, helmplicht of niet op een bromfiets, de belastingen die onze ouders moeten betalen en wat er dan met dat geld gebeurt.
Politici krijgen die macht van de burgers die in het stemhokje hun stem uitbrengen. Ze krijgen via verkiezingen de macht om te besturen en beslissingen te nemen in het belang van ieder- een. Daarom zijn verkiezingen een belangrijk moment in de democratie.
Vanaf 18 jaar mag je gaan stemmen. Maar intussen hoef je niet aan de kant te staan. Daarover gaat deze module. Over verkiezingen en partijen en wat ze met je school te maken hebben.
A
In deze module leer je over:
Verkiezingen 82
B
Partijen, lijstvorming en debat 00
X
Xxxxxxx 000
X
Coalitievorming 107
E
Participatie op school 109
F
Samenvatting Module 3 111
2e, 3e, 4e graad 81
BSO
A
Verkiezingen
Starten
Leg een informatiemap aan over verkiezingen:
● Zijn er verkiezingen in aantocht, verzamel dan informatie in de media over die verkiezin- gen, over de partijen die opkomen, over lijstvorming, kandidaten, partijprogramma’s,… Je kunt informatie zoeken in kranten, tijdschriften, op het internet, op de websites van de politieke partijen,…
● Als er geen verkiezingen in aantocht zijn, ga dan na welke partijen in je gemeente of stad in de gemeenteraad zetelen. Zoek informatie over die partijen op hun site of vraag hen een infobrochure op te sturen.
● Xxxx in de media informatie over verkiezingen in het buitenland.
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
82 Verkiezingen en partijen
A Verkiezingen
Doen
WAT DENK JE VAN DE VOLGENDE UITSPRAKEN? XXX JE HET ERMEE EENS OF NIET? MOTIVEER KORT WAAROM.
+ -
Stemmen is voor mij een stap naar volwassenheid.
Politiek is iets voor, door en over volwassenen. Wat jongeren interesseert, staat daarbuiten.
Ik denk dat beelden en slogans steeds belangrijker worden bij verkiezingen. Dat is spijtig.
Ik ga heel bewust stemmen. Het is voor mij duidelijk hoe ik zal stemmen.
Partijen doen veel moeite om jong en vlot over te komen. Maar de mensen die het voor het zeggen hebben, weten niet wat jongeren willen.
Ik vind dat partijen niet duidelijk genoeg zeggen wat hun standpunt is.
Het is een afvallingsrace: ik weet vooral op welke partijen ik niet wil stemmen.
Ik weet erg weinig over de verschillende partijen, het zal nog moeilijk worden.
Ik vind het belangrijk dat mensen gaan stemmen. Dat is het minste wat je kunt doen als burger.
Ik betwijfel of jongeren zich interesseren voor politiek.
Het is heel moeilijk om uit te zoeken waar partijen voor staan en waarin ze van elkaar verschillen.
De verpakking wordt alsmaar belangrijker dan de inhoud. Slogans, mooie woorden en een tv-optreden trekken mij niet over de streep. Ik wil gewoon informatie.
Ik hoef niet achter het volledige programma van een partij te staan om ervoor te stemmen.
Overloop eerst je antwoorden.
Welke uitspraak vind je voor jou het meest van toepassing en waarom?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
2e, 3e, 4e graad 83
BSO
Doen
Aan welke voorwaarden moet je voldoen om bij de volgende verkiezingen te mogen stemmen? Maak je keuze uit het lijstje en vul een cijfer in van 1 tot 5.
1 = Ik ben zeker van niet. 2 = Ik denk van niet.
3 = Ik weet het niet. 4 = Ik denk van wel.
5 = Ik ben zeker van wel.
Je moet: Verkiezingen voor de
gemeente- en provincieraad
Verkiezingen voor het Vlaams Parlement
Verkiezingen voor het federale parlement
Verkiezingen voor het Europees Parlement
18 jaar zijn
21 jaar zijn
Belastingen betalen
Een diploma van secundair onderwijs hebben
Belg zijn
De nationaliteit hebben van een van de landen van de Europese Unie
5 jaar of langer in België je vaste
woonplaats hebben (gedomicilieerd zijn) als je de nationaliteit hebt van een land buiten de Europese Unie
Je burgerrechten niet verloren hebben in een rechterlijk vonnis
Man zijn
Lid zijn van een politieke partij
Als je je keuze gemaakt hebt, vergelijk dan even met je buur. Zijn jullie het eens? Bespreek de juiste oplossing met je leraar. En noteer de juist oplossing in de tabel.
84 Verkiezingen en partijen
A Verkiezingen
Opzoeken
Je weet nu wie in België mag stemmen. Dat is niet altijd zo geweest! Xxxxxxxxx kon afhangen van je leeftijd maar ook van het feit of je belastingen betaalde, of je een diploma had, enzo- voort. De volgende opdracht laat duidelijk zien dat aan het algemeen enkelvoudig stemrecht van vandaag een lange strijd is voorafgegaan. Sinds de verkiezingen van 1830 is er verschil- lende keren aan de kieswetgeving gesleuteld. De volgende gegevens vertellen je wat meer over die evolutie.
2e, 3e, 4e graad 85
BSO
OM TE MOGEN STEMMEN IN 1831 MOEST JE:
1. man zijn
2. minstens 25 jaar zijn
3. tussen 20 en 80 gulden belasting (cijns) per jaar betalen
4. Belg zijn
In 1831 had België in totaal 4.080.000 inwoners. Daarvan mochten ongeveer 46.000 mannen (= 1% van de bevolking) stemmen. Dit systeem heet het differentieel cijnskiesrecht. Differentieel wil zeggen dat het cijns verschilde per regio.
IN 1893 VERANDERDE DE XXXXXXX OPNIEUW. DE VOOR- WAARDEN WERDEN NU:
1. alle mannen vanaf 25 jaar krijgen één stem
2. mannen die tegelijk familiehoofd zijn, 5 BEF belasting betalen op de woning en minstens 35 jaar zijn, krijgen een bijkomende stem
3. mannen die minstens 25 jaar zijn en eigenaar van een onroerend goed met een waarde van ten minste 2000 BEF ofwel een intrest genieten van ten minste 100 BEF per jaar, krijgen ook een bijkomende stem.
4. twee bijkomende stemmen worden verleend aan mannen vanaf 25 jaar die een diploma hebben van middelbaar of hoger onderwijs
5. Belg zijn
Dit systeem heet het algemeen meervoudig stemrecht. In 1894 waren er op een totale bevolking van 6.342.000, ongeveer 1.360.000
kiezers (= 21%).
Die waren als volgt verdeeld: met één stem: 850 000 kiezers
met twee stemmen: 290 000 kiezers
met drie stemmen: 220 000 kiezers
1831 1848 1893
OM TE MOGEN STEMMEN IN 1848 MOEST JE:
1. man zijn
2. minstens 25 jaar zijn
3. ten minste 20 gulden belastingen (cijns) per jaar betalen (dat was grondwettelijk vastgelegd voor heel België)
4. Belg zijn
In 1848 mochten op een totale bevolking van
4.359.000 ongeveer 79.000 mannen
(= 2%) stemmen. Dit systeem heet het uniform cijnskiesrecht. Uniform wil zeggen dat het cijns hetzelfde was voor heel het land.
86 Verkiezingen en partijen
A Verkiezingen
1948
PAS IN 0000 XXXXXX OOK DE ANDERE VROUWEN VOLLEDIG STEMRECHT. DE VOORWAAR- DEN WAREN TOEN:
1. minstens 21 jaar zijn
2. Belg zijn
Voor de verkiezingen van 1949 was het totale bevolkingscijfer gestegen tot 8.526.000. Ongeveer
5.031.000 personen (= 59%) mochten stemmen.
1981
1919
HET ALGEMEEN MEERVOUDIG STEMRECHT WERD PAS NA DE EERSTE WERELDOORLOG AFGESCHAFT.
BIJ DE VERKIEZINGEN IN 1919 GOLDEN DE VOLGENDE VOORWAARDEN:
1. man zijn
2. minstens 21 jaar zijn
3. oorlogsweduwe of moeder-weduwe van een soldaat zijn
4. Belg zijn
Dit systeem heet het algemeen enkelvoudig stemrecht. Wie aan de voorwaarden voldeed, had één stem. Op een totale bevolking van 7.577.000 in 1919 waren er ongeveer 1.761.000 kiezers (= 23%).
2004
Extra
De leraar geeft je nu een andere identiteit. Beslis op basis van de informatie hierboven of je in het opgegeven jaar stemrecht had of niet.
● Wat kun je uit deze oefening besluiten?
● Welke wijzigingen zijn er in 1981 en in 2004 nog doorgevoerd?
2e, 3e, 4e graad 87
BSO
B Partijen, lijstvorming en debat
Doen: Een partij en een programma
Schrijf vijf dingen op die je zou willen veranderen in je school. Denk daarbij eventueel aan sport en ontspanning of cultuur, de verkeersveiligheid in de buurt van de school, de organisa- tie van een schoolfuif, een ontmoetingsruimte op school, de communicatie tussen directie en leerlingen.
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Als je daaraan ook echt wat wilt doen, heb je de steun nodig van andere leerlingen.
Ga nu op zoek naar mensen die net zo denken als jij. Als je die gevonden hebt, kun je een partij oprichten.
Verzin een naam voor jullie partij:
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Xxxxxxx hier neer waarvoor jullie partij wil opkomen:
Onze partij wil
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Xxxx een voorzitter, een secretaris en een communicatieverantwoordelijke. De anderen zijn bestuursleden.
Voorzitter .......................................................................................................
Secretaris ......................................................................................................
Communicatieverantwoordelijke ...........................................................................
Bestuursleden..................................................................................................
Verderop ontwerp je ook een campagne en stel je een lijst op voor je partij.
88 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
Opzoeken: Invuloefening: partijen in je gemeente, in Vlaanderen, in België
● Welke partijen zitten in de gemeenteraad van je gemeente? Zijn er in je gemeente ook partijen die deelnamen aan de gemeenteraadsverkiezingen maar niet in de gemeente- raad zitten?
● Welke partijen bestaan er in Vlaanderen? Welke partijen zijn vertegenwoordigd in het Vlaams Parlement?
● Welke partijen zitten in het federale parlement?
Weten: Politieke partijen
Xxxxx enkele mensen samen en je hoort verschillende menin-
gen. Mensen zijn het nu eenmaal niet over alles eens.
Een politieke partij is een groep van mensen met ongeveer dezelfde ideeën over hoe je een land bestuurt. Dat wil zeg- gen: hoe je de problemen van een land aanpakt, welke wetten er moeten komen en waaraan veel of weinig geld moet worden
gegeven. Al deze ideeën schrijven ze in een partijprogramma. Alle partijen doen dit. Daardoor krijgt de kiezer een duidelijker overzicht van de verschillende meningen die er zijn.
Partijen nemen deel aan verkiezingen. Ze hopen zoveel mogelijk mensen te overtuigen van hun programma. Als ze de verkiezingen winnen, willen ze zo veel mogelijk programmapunten uitvoeren.
In een democratie kunnen er verschillende partijen aan verkiezingen meedoen. Een land waar maar één partij toegelaten is, waar maar één mening mag gezegd worden, is geen democratie.
2e, 3e, 4e graad 89
BSO
Wat zijn de verschillen tussen de politieke partijen?
Om het verschil tussen partijen te beschrijven, gebruikt men vaak de termen links en rechts. Die begrippen zijn heel oud en komen uit de tijd van de Franse Revolutie. Toen na de revolutie het allereerste parlement bijeenkwam, zaten de mensen die voor verandering waren aan de linkerkant. Zij waren ‘progressief’. De mensen die alles liever wilden behouden zoals het was, zaten aan de rechterkant. Zij waren ‘conservatief’. Er wordt nog altijd over linkse of progres- sieve partijen en rechtse of conservatieve partijen gesproken. Bedenk wel dat de termen links en rechts een manier zijn om complexe debatten te vereenvoudigen. Wie conservatief is in één debat, kan progressief zijn in een ander.
Belangrijke politieke thema’s en belangrijke verschillen in visies
Om de verschillen tussen de politieke partijen te verduidelijken, bespreken we vijf belangrijke politieke thema’s:
● onze economie
● de waarden in onze samenleving
● het communautaire thema
● het milieuthema
● het immigratiethema
Onze economie
Hoe moet onze economie georganiseerd worden?
Sommige partijen vinden dat de overheid zo weinig mogelijk regels moet opleggen aan ondernemers en geen te hoge belastingen mag heffen. Als je ondernemingen zo vrij mogelijk laat, dan zal dat volgens hen het beste resultaat geven voor onze economie en onze werkgelegenheid.
Andere partijen zeggen dat de overheid net wel regels moet opleggen. Die regels moeten werknemers en consumenten beschermen en onze rijkdom verdelen.
Hoe moet onze economie georganiseerd worden?
de overheid moet de economie
zo vrij mogelijk laten
de overheid moet de economie regelen
De verschillende visies op de regels voor de economie merk je bijvoorbeeld in het debat over de ontslagregeling van werknemers. Wanneer bedrijven makkelijker mensen kunnen ontslaan, zullen ze ook minder aarzelen om mensen aan te werven. Dat zeggen de voorstanders van zo weinig mogelijk regels. Maar anderen vinden dat werknemers beschermd moeten worden tegen ontslag omdat bedrijven anders willekeurig tewerk zouden gaan.
90 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
De waarden in onze samenleving
Zijn er algemene waarden in onze samenleving? Of bepaalt ieder voor zichzelf wat goed is?
Dit debat heeft te maken met wat goed en fout is, met ethiek. Het gaat dus ook over wat je mag en wat je niet mag in de samenleving. In dit debat vind je aan de ene kant partijen die vinden dat elke persoon het recht heeft om voor zichzelf te beslissen wat goed en fout is, wat hij wel
of niet mag doen. Ook als het gaat over leven of dood, mag iedereen voor zichzelf beslissen.
Aan de andere kant zijn er partijen die vinden dat er algemene waarden zijn waar de overheid moet voor zorgen. Die waarden worden in de wet opgenomen en ieder van ons moet er zich dan aan houden.
of het
Deze twee visies botsen bijvoorbeeld in het debat over euthanasie homohuwelijk.
Ieder persoon bepaalt voor zichzelf zijn individuele waarden
De waarden
in onze samenleving
Er zijn gemeenschappelijke waarden in onze samenleving
Over de wet op euthanasie in België is al heel veel gedebatteerd. Die wet bepaalt onder meer wie om euthanasie kan vragen. Vanuit de christelijke levensvisie is het belangrijk dat de samenleving een onvoorwaardelijk respect voor het leven bewaakt. Die visie staat in dit debat tegenover de vrijheid van elke persoon om over zijn eigen leven te beslissen.
Het communautaire thema
Hoe moeten we ons land organiseren met Nederlandstaligen en Franstaligen?
Aan de ene kant zijn er partijen die een onafhankelijk Vlaanderen willen. Voor deze partijen zou Vlaanderen beter een onafhankelijk land zijn. Aan de andere kant zijn er partijen die vinden dat België één land moet blijven met verschillende regio’s die samenwerken.
In
2012 en 2013 werden nieuwe stappen gezet om Vlaanderen en Wallonië meer bevoegdheden te geven. Deze zesde staatshervor- ming werd beslist na lange discussies. Een aantal bevoegdheden die vroeger de federale overheid regelde, worden vanaf 2014 een Vlaamse of Waalse bevoegdheid. In Wallonië zijn de meeste partijen niet te vinden voor nog meer bevoegdheden voor de regio’s. In Vlaanderen zijn er partijen die nog veel verder willen
gaan en andere die deze staatshervorming voldoende vinden.
2e, 3e, 4e graad 91
BSO
Het milieuthema
Hoe moeten we zorgen voor het milieu en het klimaat?
Iedereen lijkt het erover eens dat de overheid maatregelen moet nemen om ons milieu en het klimaat te beschermen. Maar hoe moet dat? Daarover verschillen de politieke partijen wel
van mening.
Aan de ene kant zijn er partijen die vinden dat de overheid het voortouw moet nemen om ons milieu en het klimaat te beschermen. Ze kan daar- voor strenge regels en sancties opleggen aan wie vervuilt en ze kan grote investeringen doen. Andere partijen vinden dan weer dat mensen zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen en dat de overheid er ook moet op letten geen drastische maatregelen te nemen die de economie schaden. Intussen zijn alle politieke partijen wel van mening dat er een klimaat-
probleem is, maar hoe je dat probleem moet aanpakken, daar is geen eensgezindheid over.
Het immigratiethema
Immigratie heeft te maken met mensen die uit het buitenland naar ons land komen. Soms heb- ben zij een andere godsdienst en andere gebruiken. Verschillende politieke partijen hebben verschillende meningen over hoe we moeten omgaan met immigratie. Het debat gaat onder meer over de vragen: is het mogelijk om te integreren in onze samenleving en hoe kan de over- heid daarbij helpen? Of is dat niet mogelijk en moet de overheid ervoor zorgen dat mensen met een andere cultuur in hun eigen samenleving blijven?
De meeste partijen zijn het erover eens dat inburgering en kennis van de Nederlandse taal een voorwaarde is om in onze samenleving te kunnen integreren. Maar hoe ver die inburgering kan en moet gaan, daar bestaan tegengestelde visies over.
92 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
92 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
De verschillende partijen
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● CD&V staat voor Christen-Democratisch en Vlaams.
● CD&V heeft als partijkleur oranje.
CD&V wil werken aan een samenleving waarin mensen respect hebben voor elkaar en de omgeving. CD&V wil een beleid dat goed is voor wie sterk is, en sterk voor wie niet meekan. Wie vooruit wil moet worden gestimuleerd, zonder dat we iemand moeten achterlaten.
De partij hecht veel belang aan de relaties tussen mensen en aan de zorg voor elkaar. Mensen ontmoeten elkaar in het gezin, de buurt, in verenigingen, op school, op het werk. CD&V vindt dan ook dat de overheid de gezinnen, het verenigingsleven en de zorgorganisaties in Vlaanderen goed moet ondersteunen. Er moet daarbij aandacht zijn voor mensen die het moeilijk hebben in het leven en daardoor meer kwetsbaar zijn. CD&V wil dat mensen kansen krijgen, maar ook dat mensen die kansen ook grijpen.
De Vlaamse christendemocraten willen verder dat Vlaanderen zelf meer kan beslissen over wat de mensen in Vlaanderen echt raakt. Daarvoor moeten meer bevoegdheden van het federale niveau naar Vlaanderen komen.
Meer informatie vind je op xxx.xxxxx.xx en op xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxx.
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● Xxxxx heeft als partijkleur groen.
Xxxxx wil dat we zorg dragen voor onze aarde zodat we in een gezonde wereld kunnen blijven leven. Xxxxx vindt dat werk en economie moeten samengaan met een gezond leven en de zorg voor ons leefmilieu. Daarom hecht deze partij veel belang aan levenskwaliteit voor ieder- een. Zowel voor jong als oud, voor mensen die het moeilijk hebben, voor mensen van vreemde afkomst. Met levenskwaliteit bedoelt Groen: meer aandacht voor het milieu en de natuur, min- der armoede, meer gezond voedsel, meer tijd voor elkaar,…
Meer informatie vind je op xxx.xxxxx.xx en op xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxx.xx.
2e, 3e, 4e graad 93
BSO
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● Open Vld zijn de Vlaamse liberalen en democraten.
● Open Vld heeft als partijkleur blauw.
Volgens Open Vld moet elke mens zo vrij mogelijk kunnen beslissen over zijn leven. De over- heid moet de burgers dus niet te veel regels opleggen of betuttelen.
Open Vld gaat voor een open samenleving waarin iedereen evenveel kansen krijgt, maar waar- bij iedereen ook gewezen wordt op zijn verantwoordelijkheid om die kansen te grijpen. De partij vindt het ook belangrijk dat bedrijven zo veel mogelijk kansen krijgen, want zij zorgen voor jobs. De overheid moet de burgers en de bedrijven daarom ook zo weinig mogelijk belas- tingen laten betalen.
Meer informatie vind je op xxx.xxxxxxx.xx en op xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxxxx.
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● N-VA staat voor Nieuw-Vlaamse Alliantie.
● N-VA heeft als partijkleur geel.
Voor de N-VA wordt België niet goed bestuurd door de vele tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen. Het is zoals een dokter die hetzelfde medicijn geeft aan twee patiënten met elk een andere ziekte. Vlaanderen en Wallonië kunnen beter hun eigen oplossingen bedenken voor hun eigen problemen, met hun eigen centen.
De N-VA wil een samenleving waarin iedereen belangrijk is en mensen voor elkaar opkomen. Iedereen moet wel zijn verantwoordelijkheid nemen. Wie kan werken, moet dat ook doen. En wie in Vlaanderen komt wonen, moet Nederlands leren. Zo verstaan we mekaar en kunnen we goed samenleven.
Maar ook de overheid moet zijn verantwoordelijkheid nemen en spaarzaam zijn. Een overheid die te veel schulden maakt en de mensen te veel belast, speelt met onze toekomst.
Meer informatie vind je op xxx.x-xx.xx en op
xxx.xxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
94 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● Vlaams Belang heeft als partijkleur geel en zwart.
Vlaams Belang vindt een onafhankelijk Vlaanderen heel belangrijk. België mag voor de par- tij meteen worden afgeschaft. Vlaams Belang vindt dat er in Vlaanderen zo weinig mogelijk vreemdelingen mogen bijkomen. De partij vindt dat de islam een probleem vormt voor onze samenleving. Vreemdelingen (mensen die dus niet over onze nationaliteit beschikken) die zich niet willen aanpassen worden geacht het land te verlaten.
De partij wil meer aandacht voor veiligheid. Ze pleit voor meer politie en vindt dat misdrijven streng moeten worden bestraft. Het Vlaams Belang hecht veel waarde aan het gezin, dat nog altijd de hoeksteen vormt van onze samenleving.
Meer informatie vind je op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx en op
Noteer hier wie de huidige partijvoorzitter is
● Vooruit heeft als partijkleur rood.
Voor Vooruit is iedereen gelijk. Waar we ook vandaan komen of hoe we er ook uitzien, we hebben dezelfde rechten en dezelfde plichten. We moeten allemaal kunnen rekenen op goed onderwijs, op goede gezondheidszorgen, op een echte job met een fatsoenlijk loon naar wer- ken, op een dak boven ons hoofd, op een gezond milieu. Al die dingen moeten voor Vooruit voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Dat kan alleen maar als we samenwerken, als we de kosten delen, als iedereen zijn steentje bijdraagt. Wie het meeste kan en het meeste heeft wat meer dan wie minder kan of minder heeft. Zo helpen we elkaar vooruit.
Meer informatie vind je op xxx.xxxxxxx.xxx en op
2e, 3e, 4e graad 95
BSO
● UF staat voor Union des Francophones.
Deze partij verdedigt de belangen van de Franstaligen in Vlaanderen, vooral in Vlaams-Brabant. Meer informatie vind je op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Andere partijen in Vlaanderen
Er zijn ook nog andere partijen waar je kunt op stemmen. Op de dag van de verkiezingen zul je alle partijen waar je kunt op stemmen, terugvinden op je stembrief of op de stemcomputer.
Bij elke verkiezing zijn er wel nieuwe partijen. Vaak zijn dat themapartijen. Ze komen bijvoor- beeld op voor het behoud van België, voor vrouwenbelangen, voor de belangen van dieren. Veel van deze kleinere partijen halen niet genoeg stemmen voor een zetel in het parlement.
Sommigen partijen verdwijnen dan weer. Andere partijen nemen toch weer aan elke verkiezing deel, zoals bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid.
● pvda staat voor Partij van de Arbeid
De Partij van de Arbeid is een uiterst linkse partij die zich baseert op het marxisme. Ze vindt dat het huidige economische systeem mensen uitbuit en wil naar een andere – socialistische – maatschappij.
De politieke partijen en de kandidaten hebben hun eigen websites, waar je hun programma kunt lezen.
Vele mensen gebruiken ook De Stemtest. De Stemtest kan helpen om een zicht te krijgen op de standpunten van de partijen. Je antwoordt op vragen over verschillende politieke thema’s en op het einde kom je te weten welke partijen het dichtst bij jouw ideeën staan.
Dit zijn uiteraard allemaal maar hulpmiddelen. De perfecte partij vinden, die helemaal aan- sluit bij wat jij denkt, is bijna onmogelijk. Iedereen heeft wel een aantal thema’s waarover hij van mening verschilt. Maar er zullen wel enkele partijen zijn die aansluiten bij jouw ideeën. Uiteindelijk moet jij beslissen welke partij in het stemhokje jouw stem krijgt.
96 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
Doen: Een campagne en een lijst
Je hebt eerder in deze module een partij opgericht. En je hebt voor jezelf genoteerd waarvoor jullie willen opkomen. Maar dat weten de anderen nog niet. Als je wilt dat andere jongeren voor jullie gaan stemmen, moeten jullie hen duidelijk maken wat voor jullie partij belangrijk is. Je moet zeggen waarom jouw partij anders is, beter is, het vertrouwen waard is van je medeleer- lingen. Je moet aan je publiek ook duidelijk maken wat jullie willen realiseren of veranderen en hoe jullie dat willen aanpakken. En het is belangrijk dat je dat op een aantrekkelijke en originele manier brengt.
Noteer hier hoe je je programma onder de aandacht wilt brengen in een campagne.
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Als je meedoet aan de verkiezingen, heb je een kandidatenlijst nodig. Stel een kandidatenlijst op en beslis wie er bovenaan komt. Er is maar één voorwaarde: er moeten evenveel jongens als meisjes op de lijst staan. Het aantal leerlingen dat op de lijst komt, hangt af van het aantal kandidaten dat kan worden verkozen. Wie bovenaan staat, is de lijsttrekker. Hij of zij heeft het meeste kans om verkozen te worden.
Verkiezingslijst (naam partij)
1 .................................................................................................................
2 .................................................................................................................
3 ..................................................................................................................
4 ..................................................................................................................
5 ..................................................................................................................
6 ..................................................................................................................
Blik nu eens terug op de bespreking die je voerde om tot een lijst te komen. Ga daarbij uit van de volgende vragen: Raakten jullie het snel eens? Of verliepen de besprekingen moeizaam? Waren er mensen die zich opdrongen? Xxx stond je daartegenover?
2e, 3e, 4e graad 97
BSO
Weten
De plaats op de lijst is belangrijk
De volgorde van de kandidaten op de lijst bepaalt in grote mate hun verkiesbaarheid. Dat komt omdat de kiezer zowel voor de lijst in haar geheel mag kiezen als voor afzonderlijke kandida- ten. In het eerste geval brengt hij een lijststem of kopstem uit. In het tweede geval spreekt men van een voorkeurstem. Voorkeurstem én lijststem mag ook.
De eerstgeplaatsten op een lijst maken de meeste kans om verkozen te worden. Dat komt omdat veel kiezers een voorkeurstem uitbrengen op de eerste van de lijst en omdat verder ook de lijststemmen verdeeld worden van boven naar onder.
Het wordt snel duidelijk dat de plaats van een kandidaat op de lijst belangrijk is en voor een groot stuk bepaalt of hij of zij verkozen wordt. Dat betekent meteen ook dat het grotendeels de politieke partijen zijn die bepalen wie wordt verkozen. Het zijn immers de partijen die de lijsten opstellen.
Een kandidatenlijst moet volgens de wet aan een aantal voorwaarden voldoen: op de eerste twee plaatsen moeten kandidaten van een verschillend geslacht staan.
Bovendien moeten alle lijsten evenveel mannelijke als vrouwelijke kandidaten tellen (op één na voor de lijsten met een onpaar aantal kandidaten).
Een partij kan vervolgens op verschillende manieren te werk gaan om een lijst samen te stel- len. Elke partij beslist zelf hoe ze dat doet. Meestal wordt een modellijst opgesteld die door de leden wordt goedgekeurd.
PARTIJ 1 PARTIJ 2 PARTIJ 3
98 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
De financiën
Verkiezingscampagnes kosten geld. Om de verkiezingsuitgaven te beperken en te controleren bepaalt de wet onder meer wat mag en wat niet mag.
Vroeger doorkruisten autokaravanen van politieke partijen het land om hun programma bekend te maken. Ze gooiden niet alleen flyers uit met daarop hun programmapunten, maar ook aller- lei gadgets zoals petten, potloden, snoep, ballen enzovoort. Dat soort van campagnes kom je nu niet meer tegen. De campagnes zijn nu heel strikt gereglementeerd. Drie maanden voor de verkiezingen gaat namelijk de sperperiode in en van dan af aan is bijvoorbeeld het uitdelen van geschenken gewoon verboden, net zoals reclamespots op radio of televisie. Individuele kandidaten mogen ook geen reclameborden huren om hun affiches te plakken. Wat wel mag, is het plaatsen van eigen borden, maar die mogen niet groter zijn dan vier vierkante meter.
Om ervoor te zorgen dat de ongelijkheid op financieel vlak tussen de verschillende partijen en kandidaten niet te groot is, heeft de wetgever beslist om de verkiezingsuitgaven te beperken.
2e, 3e, 4e graad 99
BSO
Extra
Plakkers staan klaar, maar hoeveel kost dat?
do 20/05/2010 – 08/42 De verkiezingsborden zijn op de meeste plaatsen nog vrij leeg, maar daar komt de komende dagen verandering in.
De persen draaien op volle toeren, de meeste affiches zijn vandaag of eind deze week klaar. De plakploegen van de politieke partijen zijn gemobiliseerd en staan klaar om in actie te schieten. Maar wat gaat dat kosten?
Het maximaal te spenderen bedrag voor de affichecampagnes is wettelijk vastgelegd op
1 miljoen euro. De meeste partijen denken ook in die ordegrootte, zo blijkt uit een rondvraag van Gazet van Antwerpen.
Open Vld en Vlaams Belang spreken over
1 miljoen euro. Ook CD&V en sp.a hebben het over datzelfde bedrag maar benadrukken dat de kosten nog volledig berekend moeten worden. Het bedrag kan dus nog lager uitvallen.
De andere partijen hebben een veel beperkter budget vrijgemaakt voor de affichecampagnes. Groen! heeft
€ 16.000 ter beschikking voor kandidaataffiches en € 40.000 voor partijaffiches. De N-VA heeft €
16.078 uitgetrokken voor affichecampagnes van de lijsttrekkers.
Maar haalt het wel iets uit ?
Volgens politicoloog Xxxxx Xxxxxxx in Het Belang van Limburg niet. “Het effect van verkiezingsborden op de uitslag is nauwelijks onderzocht. Maar ik twijfel in ieder geval aan het nut ervan. De borden dateren van de tijd dat er geen tv was en partijen moesten communiceren via deze borden. Maar het is een beetje zoals de bewapeningswedloop. Geen enkele partij durft die borden af te voeren uit schrik er kiezers mee te verliezen.%
Doen
Werk voor je partij een communicatieplan uit waarin de vijf programmapunten die je zeker wilt realiseren, aan bod komen.
Laat je creativiteit de vrije loop. Ontwerp je eigen webpagina, affiche of ander communicatie- middel met daarop de naam van jullie partij en vijf programmapunten met zaken die je zeker wilt realiseren. Denk ook aan een logo.
Weten: Het verkiezingsdebat
‘Vrije en eerlijke verkiezingen’ wil zeggen dat de verschillende meningen met elkaar in debat kunnen gaan. In de aanloop naar de verkiezingen kunnen we in de media heel wat verkiezings- debatten volgen tussen de verschillende partijen. Ze proberen zoveel mogelijk kiezers van hun mening te overtuigen, verdedigen hun eigen programma en geven kritiek op het programma van andere partijen.
100 Verkiezingen en partijen
B Partijen, lijstvorming en debat
Doen: Debat
Xxxx een moderator aan bij het debat of vraag daarvoor de medewerking van een leraar. Elke partij stuurt zijn lijsttrekker of een andere kandidaat als afgevaardigde naar het debat. De moderator en de afgevaardigden bepalen de thema’s van het debat onder elkaar. Ga daarbij uit van onderwerpen die je school en je medestudenten aanbelangen.
Bijvoorbeeld:
● sport
● het cultuuraanbod
● de ontspanningsmogelijkheden
● de verkeersveiligheid in de buurt van de school
● de organisatie van een schoolfuif
● een ontmoetingsruimte op school
● …
Ook wie niet deelneemt aan het debat, kan aan het werk:
● Xxxx een nieuwsflash over het debat (indien mogelijk met camera).
● Verwerk het debat en andere items in een radio- of tv-programma, zoals ook politieke partijen dat doen op de radio of de televisie.
● Xxxx een lijst op met vragen en opmerkingen bij wat er gezegd is.
● Vat na afloop van het debat de belangrijkste ideeën samen.
2e, 3e, 0x xxxxx
XXX
000
X Xxxxxxx
Weten: De verkiezingen
In ongeveer de helft van de Vlaamse gemeenten kun je elektronisch stemmen, in de andere helft gebeurt dat met potlood en papier. Hoe je moet stemmen, hangt dus af van je gemeente. Maar of je nu elektronisch of op papier stemt, dezelfde regels gelden.
A
Je kunt een lijststem geven. Een lijststem is een stem voor een partij en niet voor een persoon. Dat wil zeggen dat je akkoord gaat met de volgorde van de kandidaten op de lijst. Je mag maar één lijststem uitbrengen. Xxxxx je meerdere lijststemmen uit, dan stem je ongeldig.
B
Je kunt stemmen voor één of meer kandidaten of opvolgers binnen één lijst. Dat heet een voor- keurstem. Je doet dat door het bolletje of de bolletjes bij de naam of namen rood te kleuren, of aan te toetsen op de stemcomputer. Je mag een voorkeurstem geven aan meerdere personen, maar je moet wel binnen dezelfde lijst blijven.
102 Verkiezingen en partijen
C Stemmen
C
Je mag een lijststem én voorkeurstem(men) uitbrengen. Dan kleur je zowel het bolletje boven- aan de lijst als de bolletjes achter de namen van de personen van je voorkeur rood. Let ook hier op dat je dit op een stembrief steeds binnen dezelfde lijst doet, anders is je stem ongeldig.
D
Je kunt ten slotte blanco stemmen: voor geen enkele kandidaat stemmen. Je doet dat als je geen voorkeur hebt voor een partij of voor een kandidaat. Xxxxxx stem je door helemaal niets in te vullen, of blanco aan te toetsen op de stemcomputer.
Met de stemcomputer kun je niet ongeldig stemmen, maar op papier wel. Als je iets op je stembrief schrijft of tekent, dan is je stem ongeldig. Xxxxxx en ongeldige stemmen tellen niet mee bij de zetelverdeling.
2e, 3e, 4e graad
BSO
103
Doen: Verkiezingen voor de leerlingenraad
Organiseer nu zelf verkiezingen voor de leerlingenraad van je school. De eenvoudigste manier is stemmen op papier.
Wat heb je nodig? Welke procedure moet je volgen?
Bepaal hoeveel leerlingen in de leerlingenraad zullen zetelen.
1
2
3
Leg een datum vast voor de verkiezingen en de uren waarbinnen gestemd kan worden. Zorg dat iedereen daarvan op de hoogte is. Hoe ga je iedereen informeren?
4
Bepaal wie mag stemmen (stemrecht) of wie moet stemmen (stemplicht). Zijn er voor- waarden die je wilt stellen of niet?
Stel een oproepingsbrief op. Je kunt daarvoor het model van een echte oproepingsbrief gebruiken. Zorg dat alle stemgerechtigde leerlingen de oproepingsbrief krijgen. Hoe zorg je dat iedereen maar één keer kan stemmen?
5
6
7
In het stemlokaal moet iedereen zijn stem in het geheim kunnen uitbrengen. Hoe zorg je dat de stemming in het geheim kan verlopen?
Maak stembrieven waarop alle kandidaten zijn opgenomen.
8
Leg aan de kiezers uit hoe ze geldig kunnen stemmen. De regels voor geldig stemmen zijn in dit hoofdstuk uitgelegd.
9
Stel een stembureau en een telbureau samen. Het stembureau en telbureau kunnen eventueel in hetzelfde lokaal of in een ander lokaal hun werkzaamheden verrichten. Elke kandidaat heeft recht op een getuige. De getuigen zien erop toe dat alles eerlijk verloopt.
Na de stemverrichtingen verzamel je de stembrieven in een pak, je doet er een touw rond en verzegelt het pak. Die werkwijze is uiteraard overbodig als je meteen en in het- zelfde lokaal de stemmen telt. In je kiesverslag noteer je:
• de namen van de leden van het stembureau
• het aantal kiezers die zijn komen stemmen
10
• het aantal kiezers die niet zijn komen stemmen
De stemmen worden door het telbureau geteld. In het telbureau zijn naast de tellers ook de getuigen aanwezig, die erop toezien dat de tellers geen fouten maken. De tellers halen uit de stembrieven de ongeldige en de blanco stemmen, want die worden niet meegeteld. Tel het aantal stemmen per kandidaat en leg per kandidaat de stembrieven op een stapel. Noteer op een blad de naam van alle kandidaten en het aantal stemmen die ze elk hebben gekregen.
11 Maak de uitslag bekend. Hoe ga je dat doen?
104 Verkiezingen en partijen
C Stemmen
Zeer goed = 4 Goed = 3
Kan beter = 2 Slecht = 1
Na afloop evalueer je de verkiezingen punt per punt op de volgende manier: je omcirkelt het correcte cijfer achter elk procedurepunt, waarbij je je telkens de vraag stelt: “Is dit punt goed verlopen?”
Maak het totaal. Als de score hoger ligt dan 33, beschouw dat dan als
een goed tot zeer goed resultaat. Scoor je nog altijd meer dan 22, dan blijft het aanvaardbaar. Haal je minder dan 22, geef dan de moed niet op. Een volgende keer heb je wellicht van je fouten geleerd.
Extra: De verkiezingsuitslag
Hieronder vind je een tabel met de verkiezingsuitslag voor het Vlaams Parlement in 2019.
● Welke partij haalde de meeste stemmen?
● Hoeveel kiezers hebben gestemd op Open Vld?
● Hoeveel zetels heeft CD&V?
● Hoeveel procent van de stemmen behaalde Vlaams Belang?
● Hoeveel volksvertegenwoordigers van sp.a (nu Vooruit) zitten er in het Vlaams Parlement na de verkiezingen van 2019?
● Welke partij is de kleinste in het Vlaams Parlement?
● Hoeveel procent van de kiezers hebben blanco en ongeldig gestemd?
● Hoeveel kiezers brachten een geldige stem uit?
VLAAMS PARLEMENT VERKIEZINGSUITSLAG 2019
Lijst | 2019 | 2019% | Aantal zetels 2019 |
Open Vld | 556.630 | 13,13% | 16 |
N-VA | 1.052.252 | 24,83% | 35 |
VLAAMS BELANG | 783.977 | 18,50% | 23 |
CD&V | 652.766 | 15,40% | 19 |
PVDA (PVDA+) | 225.593 | 5,32% | 4 |
UF | 28.804 | 0,68% | 0 |
GROEN | 428.696 | 10,11% | 14 |
sp.a (+ sp.a-one brussels)* | 438.589 | 10,35% | 13 |
Xx.Xxx | 4.064 | 0,10% | 0 |
Burgerlijst | 2.033 | 0,05% | 0 |
de coöperatie | 1.402 | 0,03% | 0 |
DierAnimal | 36.944 | 0,87% | 0 |
D-SA | 4.569 | 0,11% | 0 |
Genoeg vr iedereen | 2.650 | 0,06% | 0 |
Piratenpartij | 9.148 | 0,22% | 0 |
PRO | 5.685 | 0,13% | 0 |
PV&S | 2.813 | 0,07% | 0 |
RP | 1.659 | 0,04% | 0 |
GENOEG | - | - | - |
MAMA | - | - | - |
PENSIO(E)N PLUS | - | - | - |
ROEL | - | - | - |
R.O.S.S.E.M. | - | - | - |
SD&P | - | - | - |
VCP | - | - | - |
V.I.T.A.L. | - | - | - |
Ingeschrevenen | 4.838.566 | ||
Neergelegde stembiljetten | 4.459.064 | 92,16% | |
Xxxxxx en ongeldige stemmen | 220.790 | 4,95% | |
Geldige stemmen | 4.238.274 |
* Merk op dat sp.a intussen een nieuwe naam heeft: Vooruit.
2e, 3e, 4e graad
BSO
105
Dit is de zetelverdeling in het Vlaams Parlement*:
N-VA: 35 zetels
CD&V: 19 zetels
Open Vld: 16 zetels
Vlaams Belang: 23 zetels
Groen: 14 zetels
Vooruit: 13 zetels
PVDA: 4 zetels
Totaal: 124 zetels
* 01.04.2021
106 Verkiezingen en partijen
C Stemmen
D
Coalitievorming
Weten: De coalitievorming
Na de verkiezingen spelen de partijen weer een andere rol. Als geen enkele partij een meer- derheid heeft behaald, moeten ze ervoor zorgen dat er een coalitie komt die kan regeren of besturen. Dat wil zeggen dat twee of meer partijen afspreken om samen te regeren of besturen. Dat is in ons land heel dikwijls het geval. De partijen onderhandelen met elkaar over een moge- lijke coalitie. Het resultaat van die onderhandelingen wordt vastgelegd in een regeerakkoord. Zo’n regeerakkoord is een heel belangrijk document. Het is enerzijds een opsomming van wat de regering of het bestuur wil realiseren. Anderzijds is het een soort contract tussen de coalitiepartners. In de regering wordt er nauwlettend op toegekeken of iedereen zich daaraan wel houdt.
2e, 3e, 4e graad
BSO
107
Doen
Ga in groepjes samenzitten en test je kennis door de vragen hieronder te beantwoorden. Bespreek de juiste antwoorden met je leraar.
Wat is een coalitie?
....................................................................................................................
Waarom vormen verschillende partijen een coalitie?
....................................................................................................................
Is er in jouw gemeente een coalitie? En zo ja, welke partijen vormen die coalitie?
....................................................................................................................
En in je provincie?
....................................................................................................................
In Vlaanderen?
....................................................................................................................
En in België?
....................................................................................................................
Opzoeken
Weet je hoe het gemeentebestuur er in jouw gemeente uitziet? Wie waarvoor bevoegd is? Die informatie vind je op het internet. Vele gemeenten hebben een eigen website. Je kunt ook vertrekken van de website van de federale overheid xxx.xxxx.xx of van de website van Vlaanderen xxx.xxxxxxxxxx.xx. Zo kom je ook terecht bij de steden, gemeenten en provincies.
108 Verkiezingen en partijen
D Coalitievorming
E
Participatie op school
Weten: Een schoolraad en leerlingenraad in je school
Wist je dat elke school een schoolraad heeft? Dat wordt geregeld in een decreet dat het Vlaams Parlement heeft goedgekeurd.
In de schoolraad zitten bij de oprichting vertegenwoordigers van de leerlingen, vertegenwoor- digers van de leraren en vertegenwoordigers van de ouders. Ook de directeur van de school woont de vergaderingen van de schoolraad bij.
De schoolraad geeft advies over bijvoorbeeld het studieaanbod van de school, het leerlin- genvervoer, het orde- en tuchtreglement, de lijst van bijdragen die aan de ouders gevraagd kunnen worden, de jaarplanning van buitenschoolse activiteiten, de duur en het tijdstip van leerlingenstages, …
De vertegenwoordigers van de leerlingen in de schoolraad worden in principe door de leerlin- genraad aangewezen.
De leerlingenraad zelf bestaat uit leerlingen die verkozen worden. Elke leerling van de school kan zich verkiesbaar stellen en is stemgerechtigd.
Leerlingen die in de leerlingenraad zitten, kunnen geen tuchtsanctie oplopen voor meningen die ze daar uiten.
2e, 3e, 4e graad
BSO
109
Doen
Weet je welke leerlingen van je school in de leerlingenraad zitten?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Weet je welke leerlingen, leraren en ouders er in de schoolraad zitten?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Ga na welke agendapunten er op de eerstkomende leerlingenraad en schoolraad staan:
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Afsluiten
Evalueer de verkiezingen voor de leerlingenraad in je school. Dat kan geschreven, maar ook gefilmd. Dit zijn een aantal mogelijkheden:
● Xxxx een kort interview af van je medeleerlingen die verkozen zijn, of die niet verkozen zijn. Zijn ze tevreden met hun resultaat of niet, en waarom? Zijn ze teleurgesteld dat ze niet verkozen zijn? Wat verwachten ze van de leerlingenraad?
● Neem een kort interview af van de leraren die meegewerkt hebben. Wat vonden zij belangrijke momenten tijdens het project? Stel dezelfde vragen aan de directie.
● Interview ook een paar leerlingen die niet op de lijst stonden, die niet wilden meedoen. Hebben zij ook bepaalde ervaringen opgedaan? Welke momenten vonden zij boeiend en geslaagd? Welke momenten waren dat minder?
● Toon zeker je resultaat aan de andere groepen en klassen. Zo leer je van elkaar.
En tot slot:
● Xxxxxx jullie verkiezingen noodzakelijk om op een democratische manier beslissingen te nemen?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
● Vind je dit een goed project? Is het voor herhaling vatbaar?
● Wat zou je veranderen aan de verkiezingen voor de leerlingenraad?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
110 Verkiezingen en partijen
E Participatie op school
F
Samenvatting Module 3
Als je deze module helemaal hebt afgewerkt dan ben je nu vertrouwd met:
*
*
*
*
*
*
*
*
verkiezingen en wanneer je mag gaan stemmen;
wat er aan ons stemrecht is voorafgegaan; partijen en programma’s;
kandidatenlijsten voor de verkiezingen en hoe die tot stand komen; het verkiezingsdebat en hoe je er zelf een kunt organiseren;
hoe je geldig kunt stemmen;
coalitievorming en hoe je zelf met anderen kunt samenwerken;
hoe je zelf verkiezingen kunt organiseren om in je school een leerlingenraad op te starten.
Controleer voor xxxxxx of je over al die thema’s voldoende weet.
2e, 3e, 4e graad
BSO
111
112 Verkiezingen en partijen
F Samenvatting Module 3