Overeenkomst tussen de gemeente Hoogeveen en woningcorporaties Actium, Domesta, Woonconcept en Woonservice.
Overeenkomst tussen de gemeente Hoogeveen en woningcorporaties Actium, Domesta, Woonconcept en Woonservice.
De ondergetekenden
1. De gemeente Hoogeveen, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder Xxx Xxxxxx, , handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen d.d. 13 september 2022, hierna te noemen “de gemeente”
en
2. Actium, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxx Xxxxx, teamleider afdeling wijken,
3. Domesta, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxxxxx, manager Xxxxx,
4. Woonconcept, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxx xx Xxxxx, beleidsregisseur,
5. Woonservice, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxxx, manager Klant & Markt,
hierna gezamenlijk te noemen “de woningcorporaties”,
De gemeente en de woningcorporaties, hierna gezamenlijk te noemen “partijen”
streven ernaar om bewoners met specifieke woonbehoeften te faciliteren, zodat zij in staat zijn zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven te houden. Het wonen in een passende woning woongelegenheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van de bewoner, de gemeente en de woningcorporatie.
Op 13 december 2006 is in New York het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een beperking tot stand gekomen. Nederland heeft dit verdrag op 14 juli 2016 geratificeerd. Per 1 januari 2017 geldt nu de verplichting tot het geleidelijk realiseren van algemene toegankelijkheid. De beschikbaarheid van voldoende woningen en woonvormen voor mensen met een beperking is een belangrijk aandachtspunt in dit convenant.
In dit convenant maken wij afspraken over de manier waarop woningaanpassingen worden uitgevoerd, waarbij de belangen van alle partijen zo optimaal mogelijk worden behartigd. Daarbij werken wij samen vanuit goed onderling vertrouwen. De gemeente geeft hiermee invulling aan de doelstellingen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De corporaties doen dit op basis van artikel 42 en 45 van de Woningwet en artikel 40 en 46 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting.
Partijen zijn dit gezamenlijk overeengekomen op grond van de prestatieafspraken Hoogeveen 2018-2022, afspraak 39, ondertekend op 6 december 2017.
Partijen verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Definities
a. Woongelegenheid:
▪ woning met de daarbij behorende grond of het daarbij behorende deel van de grond.
▪ woonwagen zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
b. Woningaanpassing: ingreep van bouw- of woontechnische aard die gericht is op het opheffen of verminderen van belemmeringen die een bewoner ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte. Onder woningaanpassing moet ook worden verstaan het treffen van voorzieningen aan een woongebouw ten einde in dit woongebouw gelegen woningen voor bewoners toegankelijk te maken.
c. Jaar van verstrekking: kalenderjaar waarin het besluit tot verlening van een voorziening heeft plaatsgevonden.
d. Kosten van huurderving: de bruto huurprijs, exclusief individuele componenten, die aan de laatste bewoner in rekening is gebracht vermeerderd met de jaarlijkse huuraanpassing indien 1 juli valt in de periode van leegstand.
e. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.
f. Woningcorporatie: de verhuurder.
g. Woningwet: Woningwet 2015.
h. Btiv: Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.
i. Maatwerkvoorziening: een voorziening ten behoeve van de zelfredzaamheid van de bewoner in de vorm van hulpmiddelen of woningaanpassingen.
j. Aangepaste woningwoongelegenheid: een woning woongelegenheid die in het verleden met een financiële bijdrage van de gemeente geschikt gemaakt is voor een bewoner met een beperking.
k. DNR: De nieuwe regeling 2011 (herziening 2013).
l. Plattegrondswijziging: ingreep van bouwkundige aard, waardoor de plattegrond van een woning woongelegenheid wijzigt.
m. Lift: stoellift, rolstoelplateaulift, hef- en sta-plateaulift/plafondlift, woonhuislift.
n. Onderrijdbare keuken: keuken die geschikt is om zittend aan te werken.
o. AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming.
o.p. Gemeenschappelijke ruimte: tot een gebouw behorende ruimte waarop twee of meer woningen zijn aangewezen.
Artikel 2 Door de gemeente te verstrekken maatwerkvoorzieningen
De door de gemeente te verstrekken maatwerkvoorzieningen kunnen bestaan uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van:
a. Verhuizing en inrichting.
b. Aanpassing woning.
c. Aanpassingen aan, of voorzieningen in de algemene gemeenschappelijke ruimten (als bedoeld in artikel 1, lid b).
d. Maatwerkvoorzieningen van niet bouwkundige of woontechnische aard.
e. Onderhoud, keuring en reparatie van in artikel 9 genoemde voorzieningen.
f. Huurderving.
g. Verwijderen van voorzieningen.
Artikel 3 Kwaliteit van de aanpassingen
De gemeente ziet erop toe dat woningaanpassingen, veilig, doeltreffend en doelmatig zijn, afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt en die voldoen aan het Bouwbesluit 2021, zoals dat geldt op het moment dat de woningaanpassing gerealiseerd xxxxx.Xx op voet van de Wmo gesubsidieerde woningaanpassingen moeten van een goede kwaliteit zijn, sober en doelmatig.
Artikel 4 Procedures
Over de te volgen procedures bij woningaanpassing is het volgende overeengekomen:
1. Voor woningaanpassingen waarvan de kosten naar verwachting hoger zullen zijn dan
€ 3.000,-- pleegt de gemeente overleg met de woningcorporatie. De gemeente beoordeelt de offertes en beslist over de uitvoering hiervan.
2. Voor woningaanpassingen waarvan de kosten naar verwachting lager zullen zijn dan
€ 3.000,-- hoeft de gemeente geen overleg te plegen met de woningcorporatie. De gemeente kan dit rechtstreeks afhandelen met de bewoner en de leverancier.
Artikel 5 Registratiesysteem
De gemeente stuurt een kopie van de beschikking van de maatwerkvoorziening naar de verhuurder.
Artikel 6 Woningtoewijzing
Verhuurder mag geregistreerde aangepaste woningen, waarbij sprake is van een plattegrondswijziging, het plaatsen van een onderrijdbare keuken of een lift, niet eerder opnieuw verhuren dan na melding van deze woning woongelegenheid bij de gemeente.
1. Uiterlijk 1 week na opzegging van de woning woongelegenheid wordt dit door de verhuurder per e-mail gemeld bij de gemeente. Uiterlijk 1 maand na voornoemde melding krijgt de verhuurder bericht van de gemeente per e-mail of er wel of niet een kandidaat voor de woning woongelegenheid is. De gemeente kan aangeven of verlenging van deze maand wenselijk is.
2. Als de gemeente geen kandidaat voor de woning woongelegenheid heeft wordt deze op de reguliere wijze verhuurd.
3. Kandidaten voor de woongelegenheidzoals benoemd in artikel 6.1 kunnen worden toegewezen ongeacht andere geldende toewijzingsregels of specifieke labels, met in acht name van het gemeentelijk woonbeleid. Hierbij vindt altijd eerst overleg tussen de gemeente en verhuurder plaats.
2.4. Voor alle kandidaten zoals benoemd in artikel 6.1 blijft ongeacht artikel 6.3 gelden dat zij over een goede verhuurderverklaring moeten beschikken alvorens zij de woongelegenheidkunnen huren.
Artikel 7 Verhuisintentie
Voor het geval zich omstandigheden voordoen waardoor de band tussen de bewoner en de, in het kader van de Wmo, geregistreerde aangepaste woning woongelegenheid wordt verbroken, zal de verhuurder zich inspannen om de zittende (achterblijvende) bewoner passende vervangende woonruimte aan te bieden, indien een nieuwe bewoner met beperkingen voor de woning woongelegenheid beschikbaar is. De gemeente zal
hiertoe het initiatief nemen en de vertrekkende bewoner(s) een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten verstrekken.
Artikel 8 Te vergoeden kosten aanbrengen voorzieningen
1. Voor zover de kosten hoger zijn dan € 3.000,-- behoren in ieder geval tot de subsidiabele kosten van de maatwerkvoorziening:
a. De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.
b. De risicoverzekering van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw.
c. Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in de DNR van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld, worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal ingrijpender woningaanpassingen. Voor zover de verhuurder deze werkzaamheden zelf uitvoert, worden deze kosten eveneens vergoed.
d. De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening.
e. De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting.
f. De prijs van de bouwrijpe grond indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden (gemaximeerd aan hetgeen is gesteld in Bijlage VI normering woninguitbreiding Nadere regels Wmo 2019).
g. De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn.
h. De kosten van de (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening.
i. De kosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening. De woningcorporatie hanteert hierbij de volgende vergoedingsvoorwaarde: 10% van de gemaakte kosten, zonder limitering aan het te vergoeden bedrag.
2. In tegenstelling tot hetgeen bepaald in het 1e lid, bedraagt de vergoeding voor aanpassingen of voorzieningen in een gemeenschappelijke ruimte van complexen gebouwd voor 2016 ten hoogste 50% van de kosten. De overige kosten zijn voor rekening van de woningcorporatie.
2.3. In tegenstelling tot hetgeen bepaald in het 1e lid, zijn de kosten voor aanpassingen of voorzieningen in een gemeenschappelijke ruimte van complexen gebouwd na 2016 voor rekening van de woningcorporatie.
Artikel 9 Kosten onderhoud, keuring en reparatie
1. De gemeente draagt de kosten van keuring, onderhoud en reparatie van de in het tweede lid genoemde elektrische en mechanische maatwerkvoorziening waarvoor vanuit de Wmo vergoeding is verleend. De nota gaat rechtstreeks, zonder tussenkomst van de verhuurder, van de leverancier naar de gemeente.
2. De financiële tegemoetkoming voor de kosten van keuring, onderhoud en reparatie heeft in ieder geval betrekking op:
a. Stoelliften.
b. Rolstoelplateauliften.
c. Hef- en sta-plateauliften/plafondliften.
d. Woonhuisliften.
e. Mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel.
f. Elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren met uitzondering van de algemene toegangsdeuren van een complex/galerij.
g. Toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting.
3. De gemeente kan op verzoek van de verhuurder nog andere relevante kosten van keuring, onderhoud en reparatie subsidiabel verklaren.
4. De vergoeding wordt beëindigd, zodra het gebruik van de in het eerste lid genoemde mechanische maatwerkvoorzieningen, gelet op de situatie van de bewoner, niet meer noodzakelijk is.
Artikel 10 Hergebruik en opslag
Partijen streven naar zoveel mogelijk hergebruik van eerder verwijderde maatwerkvoorzieningen.
Artikel 11 Kosten van het verwijderen van voorzieningen
1. Door de gemeente wordt een financiële tegemoetkoming aan de verhuurder verleend voor de kosten van het verwijderen van voorzieningen onder de onder a. t/m d. genoemde voorwaarden:
a. De woning woongelegenheid waarin de te verwijderen voorzieningen zijn aangebracht moet gedurende een termijn van zes maanden leeg hebben gestaan.
b. De onder a. genoemde termijn kan worden gewijzigd als partijen het er op een eerder tijdstip dan na zes maanden over eens zijn dat de woning woongelegenheid niet binnen de gestelde termijn zal kunnen worden verhuurd aan een bewoner voor wie de woning woongelegenheid geschikt is.
c. Het betreft uitsluitend voorzieningen waarvan de aanpassingskosten destijds een bedrag van € 3.000,-- te boven gingen.
d. Het betreft uitsluitend voorzieningen die in het kader van de Wmo zijn gesubsidieerd.
2. De gemeente verleent een financiële bijdrage aan de verhuurder ten bedrage van de werkelijke kosten van verwijdering van de maatwerkvoorzieningen en de herstelkosten van bouwkundige aard die een gevolg zijn van de verwijdering met als maximum de geïndexeerde kostprijs van de destijds aangebrachte voorzieningen.
Artikel 12 Huurderving
1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan
€ 3.000,-- is aangepast, verleent de gemeente vanaf het moment dat het huurcontract beëindigd is een tegemoetkoming aan de verhuurder ter hoogte van de bruto huurprijs, exclusief individuele componenten, van de woonruimte.
2. De tegemoetkoming kan worden toegekend voor de duur van maximaal zes maanden, of tot het moment waarop de gemeente te kennen heeft gegeven dat de onder lid 1 genoemde woonruimte aan derden voor verhuur kan worden aangeboden.
3. De verhuurder dient binnen één maand nadat de kosten gemaakt zijn een verzoek in bij de gemeente
Artikel 13 Betaling van vergoedingen
1. De betaling van een aanpassing waarvan de kosten lager zijn dan € 3.000,-- vergoedt de gemeente rechtstreeks aan de installateur of aan de verhuurder.
2. De vergoeding voor een aanpassing waarvan de kosten hoger zijn dan € 3.000,-- vergoedt de gemeente op basis van een nota aan de verhuurder.
Artikel 14 AVG
Beide partijen houden zich aan de AVG. Partijen streven naar een zo beperkt mogelijke gegevensdeling. Alleen die gegevens worden gedeeld die specifiek betrekking hebben op een Wmo aanvraag. Partijen wisselen de gegevens uit als gelijkwaardige partijen, ieder vanuit zijn eigen rol in het proces. In bijlage A, welke onlosmakelijk met dit convenant verbonden is, staat nader beschreven op welke wijze de gegevens uitgewisseld worden.
Artikel 15 Bijzondere omstandigheden
De gemeente en de woningcorporatie kunnen, na overleg, overeenkomen om bij bijzondere individuele omstandigheden af te wijken van de bepalingen in deze overeenkomst.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 15 december 2020 en wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd met een periode van 1 jaar, tenzij de overeenkomst door een van beide partijen schriftelijk en met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden wordt opgezegd.
Artikel 17 Wijziging overeenkomst
1. Iedere partij kan om herziening van het in de overeenkomst bepaalde verzoeken in het geval de inhoud van de Wmo en daarop gebaseerde materiële wetgeving, besluiten of beleid ten aanzien van het onderdeel maatwerkvoorzieningen in belangrijke mate zou worden gewijzigd.
2. Partijen evalueren jaarlijks dit convenant. Deze evaluatie kan aanleiding zijn het convenant op onderdelen te herzien, aan te passen of aan te vullen.
Aldus overeengekomen te Hoogeveen op 13 september 2022
gemeente Hoogeveen
wethouder
Xxx Xxxxxx
Actium Wonen
teamleider afdeling Wijken
Xxx Xxxxx
Domesta
manager Wonen
Xxx Xxxxxxxxx
Woonconcept
beleidsregisseur
Xxxxx xx Xxxxx
Woonservice
Manager Klant & Markt
Xxxxx Xxxxxxx
BIJLAGE A werkinstructie data-uitwisseling
Deze Werkinstructie behoort als Bijlage A bij het Wmo-convenant, welke gesloten is tussen de gemeente Hoogeveen en Woningcorporaties, hierna gezamenlijk te noemen “Partijen”. Deze Werkinstructie beschrijft de verwerking van persoonsgegevens door Partijen in het kader van het door Partijen ondertekende Wmo-convenant, hierna te noemen “convenant”.
Definities Persoonsgegevens
Alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon die Partijen in het kader van het convenant verwerken. Het gaat hierbij onder andere om feitelijke gegevens als naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geslacht en te treffen voorzieningen.
Verwerking
Een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of op andere wijze ter beschikking stellen, afschermen, wissen of vernietigen.
Gegevensuitwisseling
Uitwisseling van persoonsgegevens en te treffen voorzieningen, met als enig doel het faciliteren van specifieke woonbehoeftes, teneinde bewoners de mogelijkheid te bieden zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving te laten verblijven.
Betrokken partijen
Persoonsgegevens en te treffen voorzieningen worden onderling, zonder tussenkomst van derden, tussen onderstaande Partijen uitgewisseld:
partij 1: gemeente Hoogeveen, team Wmo, Hoogeveen en
partij 2: Actium, afdeling Klant en Strategie, Assen of
partij 3: Domesta, afdeling Wonen en afdeling Nieuwbouw & Onderhoud, Emmen of
partij 4: Woonconcept, afdeling Klant en Wonen, Meppel of
partij 5: Woonservice, afdeling Klant en Markt, Westerbork
Beveiliging van de Verwerking:
- Partijen verwerken de persoonsgegevens ieder onder eigen verantwoordelijkheid, daar zij zelfstandig het doel en de middelen van hun eigen verwerkingen vaststellen;
- Partijen zijn zelfstandig als verantwoordelijke aan te merken en niet over en weer als elkaars verwerker;
- in het kader van een zorgvuldige verwerking en verstrekking van persoonsgegevens, worden afspraken over de uitwisseling van persoonsgegevens in voorkomende gevallen hieronder beschreven.
Artikel 1 Verplichtingen van Partijen
1.1 Partijen verklaren over en weer de beschreven persoonsgegevens op behoorlijke en zorgvuldige wijze te zullen verwerken. Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving bij de verwerkingen die onder hun verantwoordelijkheid plaatsvinden.
1.2 De ontvangende Partij is vanaf het moment van ontvangst van de persoonsgegevens aan te merken als verantwoordelijke ten aanzien van de verdere verwerking van deze persoonsgegevens.
1.3 De ontvangende Partij zal de persoonsgegevens uitsluitend verwerken voor het doel waarvoor de persoonsgegevens zijn verstrekt of voor doeleinden die daar voldoende nauw mee samenhangen.
1.4 De verplichtingen die voortvloeien uit het convenant, gelden ook voor degenen die onder het gezag van Partijen persoonsgegevens verwerken, zoals hun medewerkers.
1.5 Partijen spannen zich in om niet méér persoonsgegevens aan elkaar te verstrekken dan nodig is om het doel van verstrekking te verwezenlijken.
Artikel 2. Beveiliging
2.1 Partijen dragen ieder eigen verantwoordelijkheid voor de beveiliging van persoonsgegevens conform artikel 2.2.
2.2 Partijen zullen passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen ten uitvoer leggen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van te bescherming gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
2.3 Op verzoek van de ene Partij zal de andere Partij inlichtingen verschaffen over de beveiligingsmaatregelen die zij heeft getroffen ten aanzien van de persoonsgegevens die zij van de andere Partij ontvangt.
Artikel 3. Geheimhouding en vertrouwelijkheid
3.1 Op alle persoonsgegevens die over en weer worden verstrekt, rust een geheimhoudingsplicht jegens derden.
3.2 Deze geheimhoudingsplicht is niet van toepassing voor zover de verstrekkende Partij toestemming heeft gegeven om de informatie aan derden te verschaffen, indien het verstrekken van de informatie aan derden logischerwijs noodzakelijk is of indien er een wettelijke verplichting of gerechtelijke uitspraak bestaat op grond waarvan de informatie aan een derde dient te worden verstrekt.
Artikel 4. Melding bij afgifte en datalekken
4.1 Indien één der Partijen op grond van een wettelijke verplichting of een gerechtelijke uitspraak verplicht is om persoonsgegevens die door de andere Partij verstrekt zijn, af te staan aan een derde, zal zij de andere Partij daarvan onverwijld op de hoogte stellen, tenzij dat wettelijk verboden is.
4,2 In het geval er bij één der Partijen een inbreuk in verband met persoonsgegevens plaatsvindt die betrekking heeft op persoonsgegevens die van de andere Partij zijn verkregen of gedeeld zijn met de andere Partij, stelt de Partij waar het incident of datalek plaatsvond de andere Partij binnen vierentwintig (24) uur op de hoogte.
4.2 Indien één der Partijen een datalek constateert (zoals omschreven in lid 2) zal de kennisgeving zowel per e-mail als telefonisch plaatsvinden.
4.3 Naar aanleiding van de melding (zoals omschreven in lid 2) zullen Partijen in goed overleg bespreken wat de (mogelijke) gevolgen van het datalek zijn voor de Partij die de persoonsgegevens heeft verstrekt.
4.4 Partijen zijn en blijven ieder zelfstandig verantwoordelijk voor het melden van een datalek aan de Autoriteit Persoonsgegevens en/of betrokkenen, indien het datalek onder haar verantwoordelijkheid heeft plaatsgevonden.
4.5 Partijen zullen tijdig over en weer alle relevante informatie verschaffen die noodzakelijk is om een goede beoordeling van het datalek te maken en om een eventuele melding te doen aan de Autoriteit Persoonsgegevens en/of de betrokkenen.
Artikel 5. Rechten en afhandeling verzoeken van betrokkenen
5.1 In het geval dat een betrokkene een verzoek tot uitoefening van zijn/haar wettelijke rechten (artikel 15-22 AVG) richt aan één der Partijen, zal de Partij het verzoek zelfstandig afhandelen indien het verzoek verband houdt met een verwerking waarvoor de betreffende Partij verantwoordelijke is.
5.2 Indien het verzoek (zoals omschreven in lid 1) verband houdt met een verwerking waarvoor de Partij tot wie het verzoek was gericht geen verantwoordelijke is, maar met een verwerking waarvoor de andere Partij verantwoordelijke is, dan zal de Partij die het verzoek heeft ontvangen het verzoek doorsturen aan de verantwoordelijke Partij. Hiervan mag een kennisgeving worden verstrekt aan de betrokkene die het verzoek heeft ingediend.
5.3 Partijen zullen over en weer de noodzakelijke inlichtingen verstrekken en medewerking verlenen, om de andere Partij in staat te stellen het verzoek (zoals omschreven in lid 1) af te handelen.
Artikel 6. Duur en beëindiging
6.1 Deze Werkinstructie is aangegaan voor de duur zoals bepaald in het WMO- convenant en bij gebreke daarvan voor de duur van de verdere samenwerking.
6.2 Deze Werkinstructie kan niet tussentijds worden opgezegd.
6.3 De bepalingen die de strekking hebben om voort te duren na beëindiging of afloop van het WMO-convenant en Werkinstructie zullen van kracht blijven na beëindiging of afloop van het WMO-convenant en Werkinstructie.
Artikel 7. Slotbepalingen
7.1 Partijen mogen deze Werkinstructie alleen wijzigen met wederzijdse instemming en zullen zich inspannen om, wanneer wijzigingen in toepasselijke wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven, een passende wijziging van deze Werkinstructie te bewerkstelligen. De wederzijdse instemming voor wijzigingen dient schriftelijk te geschieden.
7.2 Indien enige bepaling uit deze Werkinstructie nietig blijkt te zijn, tast dat niet de gehele Werkinstructie aan. Partijen zullen zich inspannen om de nietig verklaarde bepalingen te vervangen voor nieuwe, geldige bepalingen, die de bedoeling van de nietig verklaarde bepalingen en deze Werkinstructie zoveel mogelijk benaderen.
7.3 Deze Werkinstructie en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht .
7.4 Indien enig geschil ontstaat tussen partijen in verband met de uitvoering van deze Werkinstructie, zullen Partijen zich inspannen om in goed overleg tot een passende oplossing te komen. Indien Partijen niet tot overeenstemming komen, zal het geschil worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in het arrondissement waar de gemeente Hoogeveen is gevestigd.
7.5 In geval van strijdigheid tussen verschillende overeenkomsten of de bijlagen daarvan, geldt de volgende rangorde:
a. deze Werkinstructie;
b. het WMO-convenant;
c. eventuele aanvullende overeenkomsten of voorwaarden.