STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 23978
24 juli
2024
Bestuursovereenkomst realisatie Meanderende Maas Ravenstein-Lith
09-07-2024
BESTUURSOVEREENKOMST REALISATIE MEANDERENDE MAAS ONDERGETEKENDEN:
1. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze de DG Water en Bodem, de heer
J.H. Slootmaker, rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: ‘het Rijk’, gezeteld te ’s-Gravenhage, tevens handelend als bestuursorgaan, verder te noemen: ‘de Minister’;
2. Dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas, handelend als bestuursorgaan, en het Water- schap Aa en Maas als zodanig, gezeteld te ’s-Hertogenbosch, beide rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X.X. xxx Xxxx, daartoe gemachtigd door het dagelijks bestuur en de dijkgraaf de heer
M.J.J. Xxxxxx, verder te noemen: “Aa en Maas”;
3. De provincie Noord-Brabant, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde
X. Xxxxxxx gemachtigd door de commissaris van de Koning bij besluit van 25 juni 2024, handelende
ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten d.d. 25 juni 2024 verder te noemen ‘Noord- Brabant’;
4. Gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, handelend als bestuursorgaan, en de provincie Gelderland als zodanig, beide rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde A. Mol handelend ter uitvoering van een besluit van gedeputeerde staten van 21 mei 2024 daartoe gemachtigd door gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning de xxxx X. Xxxxxxxxx, hierna gezamenlijk te noemen: “Gelderland”;
5. Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland (verder genoemd Natuurmonumen- ten), in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. Xxxx, directeur Natuurbeheer, op basis van de volmacht juli 2024 verleend door het bestuur van Vereniging Natuurmonumenten;
6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss, handelend als bestuursorgaan, namens deze: de xxxx X. Xxxxxx, wethouder, en de burgemeester van de gemeente Oss, handelend als vertegenwoordiger van gemeente Oss, gezeteld te Oss, namens deze: de xxxx X. Xxxxxx, verder te noemen: “Oss”;
7. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal, handelend als bestuursorgaan, namens deze: R.A.N. Reuvers, wethouder, en de burgemeester van de gemeente West Maas en Waal, handelend als vertegenwoordiger van gemeente West Maas en Waal, gezeteld te Beneden-Leeuwen, namens deze: de heer R.A.N. Reuvers verder te noemen: “West Maas en Waal”;
8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen, handelend als bestuursor- gaan, namens deze: de xxxx X. xxx Xxxxxxxxxx, wethouder, en de burgemeester van de gemeente Wijchen, handelend als vertegenwoordiger van gemeente Wijchen, gezeteld te Wijchen, namens deze: de xxxx X. xxx Xxxxxxxxxx, verder te noemen: “Wijchen”;
9. Dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland, handelend als bestuursorgaan, en het Water- schap Rivierenland als zodanig, gezeteld te Tiel, beide rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf de heer G. den Hartog, daartoe gemachtigd door het dagelijks bestuur, verder te noemen: “Rivierenland”;
Hierna gezamenlijk te noemen ‘Partijen’ dan wel iedere afzonderlijke Partij. OVERWEGENDE DAT:
A. De Planuitwerking is afgerond en Partijen gezamenlijk uitvoering willen geven aan de realisatie
van het project Meanderende Maas;
B. De vigerende bestuursovereenkomst van 7 september 2020, met de afronding van de Planuitwer- king, afloopt en een nieuwe overeenkomst voor de Realisatiefase nodig is;
C. Partijen het noodzakelijk achten dat, het Addendum (nr 1.) bij de bestuursovereenkomst planuit- werking Meanderende Maas d.d. 7 september 2020, zoals overeengekomen op 22 februari 2021, met betrekking tot de realisatie van de doelen van de PAGW en NNB en de afspraken daarin, bij inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst niet vervallen. Partijen zich ervan bewust zijn dat de huidige PAGW afspraken niet actueel zijn en werken aan een actualisatie hiervan middels een nieuw plan van aanpak, op basis van het opleverdossier van de Planuitwerking, en te komen tot vervangende afspraken;
D. Partijen vaststellen dat er maatschappelijk meerwaarde wordt bereikt door het gelijktijdig, gezamenlijk en integraal uitvoeren van de maatregelen om de doelstellingen van deze Overeen- komst te behalen;
E. Natuurmonumenten maatregelen realiseert in Demen-Dieden, de Lymen en Oeverzone Dieden- sche Uiterdijk in zelfrealisatie in samenwerking met de Minister. De maatregelen bij Demen-Dieden in combinatie met de Lymen zorgen voor een waterstanddaling van minimaal 6 cm en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de minimaal te realiseren waterstandsdaling van 11 cm voor de totale gebiedsontwikkeling;
F. De Interprovinciale Structuurvisie Meanderende Maas definitief is vastgesteld door provinciale staten van Noord-Brabant en Gelderland (resp. d.d. 3 en 1 juli 2020) waarin het voorkeursalterna- tief is vastgelegd;
G. Betrokkenheid van de markt is georganiseerd middels een twee-fasen-aanpak. Op 21 juli 2021 een overeenkomst is ondertekend met de Opdrachtnemer voor de eerste fase (Planuitwerkingsfase);
H. Partijen nadere afspraken willen maken over de Realisatie Meanderende Maas en de bekostiging van het project met de kennis die de Planuitwerking (inclusief voorbereiding realisatie) heeft opgeleverd;
De volgende vergunningen en projectbesluiten definitief zijn vastgesteld:
1. Projectplan Waterwet dijkversterking Ravenstein-Lith, door Xx en Maas op 5 april 2024;
2. Watervergunning watergang Diedensche Uiterdijk, door Aa en Maas op 16 april 2024;
3. Projectplan Waterwet geulen en weerdverlaging Meanderende Maas, door de Minister op 29 april 2024;
4. Watervergunning Haven Megen, door de Minister op 19 april 2024;
5. Watervergunning verleggen Maasbommelse Veerweg, door de Minister op 19 april 2024;
6. Watervergunning vegetatie uiterwaarden door de Minister op 19 april 2024;
7. Nota bodembeheer en de Waterbodemkwaliteitskaart, door de Minister op 20 december 2023;
8. Beschikking Ontgrondingenwet, door Noord-Brabant op 25 april 2024;
9. Beschikking Ontgrondingenwet, door Gelderland op 25 april 2024;
10. Herziening bestemmingsplan buitengebied, door Oss op 11 april 2024;
11. Omgevingsvergunning afwijken bestemmingsplan aanleg wegen, door Oss op 8 april 2024;
12. Omgevingsvergunning kappen en herplant, door Oss op 30 april 2024;
13. Verkeersbesluit afwaarderen Maasakkerstraat, door Oss op 9 april 2024;
14. Omgevingsvergunning afwijken bestemmingsplan, door West Maas en Waal op 15 april 2024;
15. Omgevingsvergunning kappen en herplant, door West Maas en Waal op 15 april 2024;
16. Watervergunning fietspad Maasbommel, door Rivierenland op 12 maart 2024;
17. Ontheffing soortenbescherming Wet Natuurbescherming, door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op 2 mei 2024.;
18. Positieve weigering wet gebiedsbescherming, door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 2 mei 2024.;
19. Goedkeuringsbesluit van het Projectplan Waterwet dijkversterking Ravenstein-Lith, door Noord-Brabant op 6 mei 2024;
I. Ondertekening van deze Overeenkomst voorwaarde is voor de Realisatieovereenkomst met de Opdrachtnemer.
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
Artikel 1 Begrippen en definities
1.1. Deze Bestuursovereenkomst Realisatie Meanderende Maas wordt hierna afgekort en aangeduid als de ‘Overeenkomst’;
1.2. De Overeenkomst bestaat uit de tekst van de Overeenkomst;
1.3. In de Overeenkomst wordt begrepen onder de navolgende begrippen en omschrijvingen:
• Deelgebied(en): De indeling van gebieden in het projectgebied zoals beschreven in bijlage I.
• Gedelegeerd opdrachtgever: De opdrachtgever richting de Opdrachtnemer. Aa en Xxxx vervult deze rol mede namens de Minister, Natuurmonumenten en Oss.
• Het Werk: Alle bouwactiviteiten voor deelgebieden die via de Realisatieovereenkomst met de Opdrachtnemer tot stand komen, onderdeel van de Scope van het project.
• HWBP: Hoogwaterbeschermingsprogramma; het programma van maatregelen om in 2050 alle primaire keringen op een sobere en doelmatige wijze versterkt te hebben, zodat deze voldoen aan de wettelijke normen zoals die zijn vastgelegd in de Waterwet (nu Omgevingswet);
• Interprovinciale Structuurvisie Meanderende Maas: Structuurvisie waarin Noord-Brabant en Gelderland hun gezamenlijke visie op het ruimtelijk beleid en de hoofdlijnen van nieuwe ontwikkelingen voor het gebied van Meanderende Maas vastleggen zoals benoemd in overweging F;
• Marktpartijen: Partijen die in opdracht van het Projectbureau diensten verlenen;
• MIRT: Het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport. In het MIRT staat welke ruimtelijke opgaven er zijn voor een gebied, wat de gezamenlijke oplossingen zijn en welke investeringen hiervoor nodig zijn;
• Opdrachtnemer: De aannemer van het Werk;
• Opleverbeslissing: De beslissing door de stuurgroep waarmee de Realisatiefase wordt afgerond en tevens décharge wordt verleend aan de Projectenorganisatie;
• PAGW: Programmatische Aanpak Grote Wateren
• Planuitwerking(sfase): De fase waarin de Planuitwerking van de Voorkeursbeslissing plaats- vindt. Deze fase wordt afgerond met een vastgesteld en goedgekeurd Projectplan Waterwet (of Projectbesluit) en overige benodigde besluiten en vergunningen op de hoofdlijnen van het plan (nader gespecificeerd in artikel 4.3), een Projectbeslissing;
• Projectbeslissing: De beslissing die conform de MIRT-systematiek door de Minister wordt genomen in het kader van de afronding van de Planuitwerkingsfase en overgang naar de Realisatiefase. Essentie van de Projectbeslissing is dat er finale duidelijkheid is over de Scope van het project, de realisatieperiode, de bekostiging, de verdeling tussen Partijen en de marktbenadering (bron: Spelregels MIRT, november 2022);
• Projectbudget: Het bedrag dat door Partijen beschikbaar is gesteld voor alle uitgaven ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen en voorzieningen;
• Projectbureau: Uitvoerend deel van de organisatie aangestuurd door het IPM-team onder leiding van de projectdirecteur, niet zijnde Marktpartijen die werken in opdracht van het Projectbureau.
• Realisatiefase: De fase waarin het project wordt uitgevoerd, conform de Projectbeslissing, in lijn met het Plan van Aanpak Realisatie, het ontwerp en de uitvoeringsstrategie die in de Planuitwerkingsfase is opgesteld;
• Realisatieovereenkomst: De publiek-private overeenkomst tussen Aa en Maas en de Opdracht- nemer van het Werk;
• Scope: alle maatregelen en werkzaamheden die worden gerealiseerd in het kader van dit project, zoals beschreven wordt in bijlage I.
• Vermeden kosten: De rivierverruimingsmaatregelen in het project leiden tot een verlaging van de waterstand op de rivier en daarmee tot een reductie van de dijkversterkingsopgave en bij die opgave behorende kosten. In de Waterwet is vastgelegd dat deze kostenbesparingen (ofwel de ‘vermeden kosten’) voor de dijkversterking, aangewend kunnen worden voor de bekostiging van de betreffende rivierverruimingsmaatregel. Het project leidt tot vermeden kosten voor dijkver- sterking op het traject Ravenstein-Lith én op de bovenstrooms gelegen trajecten Cuijk- Ravenstein en Boxmeer-Cuijk.
Vermeden kosten worden binnen het HWBP-programma apart geprogrammeerd en overge- heveld naar een MIRT begrotingsartikel, waaruit de bijdrage voor de rivierverruiming wordt ingezet.
Artikel 2 Doel van deze Overeenkomst
2.1. Het doel van deze Overeenkomst is het vastleggen van afspraken over bestuurlijke samenwer- king om te komen tot de integrale uitvoering van het project in de Realisatiefase. Het betreft afspraken over Scope, scopewijzigingen, tijd, geld, samenwerking van Partijen (governance), risicomanagement en risicoverdeling, taken en verantwoordelijkheden, communicatie, beheer en overdracht van de te realiseren maatregelen aan de beheerders.
2.2. Door de ondertekening van deze Overeenkomst vangt de Realisatiefase aan.
2.3. De Realisatiefase is afgerond wanneer A) alle deelgebieden zijn opgeleverd door de Opdrachtne- mer B) de overdracht aan de beheerder heeft plaatsgevonden C) het Projectbureau een verzoek tot een opleverbeslissing heeft gedaan en D) décharge aan het Projectbureau is verleend door de stuurgroep.
Artikel 3 Doel en scope van het project
3.1. Versterking van de ruim 26 kilometer lange Maasdijk aan de Brabantse zijde van Ravenstein tot Lith, meer ruimte te geven aan de Maas aan Gelderse én Brabantse zijde en het gebied meer biodivers en economisch sterker te maken. De dijkversterking beschermt, in combinatie met rivierverruiming, 270.000 bewoners, bedrijven en vitale infrastructuur tegen hoogwater tot in Oss en ‘s-Hertogenbosch. De integrale aanpak biedt kansen voor 375 hectare nieuwe natuur, verbetering van waterkwaliteit, toerisme en recreatie, cultuurhistorie en het versterken van de economie. Tegelijkertijd levert de rivierverruiming grond op voor de versterking van de dijk. Dit is duurzaam en vermindert de CO2-belasting ten gevolge van de werkzaamheden. Hierdoor hebben de dijkversterking, rivierverruiming en natuurontwikkeling baat bij elkaar.
3.2. De Scope van het project staat beschreven in Bijlage I.
Artikel 4 Scopewijziging van het project
4.1. Bij een potentiële scopewijziging worden Partijen in de stuurgroep tijdig geïnformeerd en wordt een voorstel in de stuurgroep gebracht. De initiatiefnemer brengt met ondersteuning van het Projectbureau de gevolgen voor tijd, geld en risico’s van het voorstel tot scopewijziging in beeld.
4.2. Een besluit in de stuurgroep ten aanzien van scopewijziging behoeft instemming van alle Partijen (unanimiteit) op basis van (aanvullend) mandaat of noodzakelijke toestemmingen vooraf.
4.3. Bij scopewijzigingen op expliciet verzoek van één (of meerdere) Partij(en), die unaniem geaccordeerd zijn door de stuurgroep, draagt (dragen) de initiatief nemende Partij(en) alle extra kosten welke redelijkerwijs kunnen worden toegerekend aan deze scopewijziging, tenzij Partijen anders besluiten of overeenkomen.
Artikel 5 Taken en verantwoordelijkheden
5.1. Partijen zorgen voor het tijdig beschikbaar stellen van het overeengekomen Projectbudget zoals uitgewerkt in Artikel 7: Financiële afspraken.
5.2. Partijen dragen zorg voor het behouden en bevorderen van maatschappelijk draagvlak.
5.3. Partijen zijn verantwoordelijk voor eigen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan de werkzaamheden gedurende en ten behoeve van de Realisatiefase en zetten daarvoor de benodigde eigen capaciteit en/of middelen in.
5.4. Partijen dragen zorg voor (bestuurlijke) besluitvorming door:
1. Het beschikbaar stellen van gemandateerde en voor het onderwerp deskundige functionaris- sen, zodanig dat besluiten kunnen worden genomen in de overleggen als genoemd in Artikel 6;
2. De voorbereidingen te treffen om bij Partijen intern het besluitvormingsproces te organise- ren met als doel de besluitvorming mogelijk te maken in de overleggen als genoemd in Artikel 6.
5.5. Partijen spannen zich in om: publiekrechtelijke en privaatrechtelijke medewerking voortvarend te verkrijgen en/of te verlenen, onverminderd de publieke (wettelijke) taken en verantwoordelijkhe- den van Partijen, met inachtneming van wettelijke procedures en beginselen van behoorlijk bestuur.
5.6. Uit het oogpunt van kostenbeheersing, deskundigheid en betrokkenheid van Partijen is het wenselijk om personeel in dienst van Partijen in te zetten in het Projectbureau. Partijen spannen zich hiervoor in. Indien dit niet haalbaar is, wordt de benodigde capaciteit en expertise inge- huurd of uitbesteed.
5.7. In aanvulling op de voor alle Partijen van toepassing zijnde afspraken genoemd in artikelen 5.1 tot en met 5.6, zijn er ook nog specifieke taken en verantwoordelijke voor enkele Partijen, te weten:
A) Aa en Maas:
1) Is verantwoordelijk voor invulling van het bestuurlijk en ambtelijk trekkerschap in de Realisatiefase;
2) Is initiatiefnemer van het formeren en faciliteren van een gemeenschappelijk Projectbu- reau;
3) Is initiatiefnemer om een gemeenschappelijke communicatiestrategie op te stellen en communiceert, namens alle Partijen, uitingen die met alle Partijen zijn afgestemd;
4) Gaat als Gedelegeerd Opdrachtgever contractuele/financiële verplichtingen aan richting de Opdrachtnemer;
5) Zorgt dat het Projectbureau ieder kwartaal rapporteert aan de opdrachtgeversbegelei- dingsgroep middels een voortgangsrapportage.
B) Oss:
1) Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en realiseren van een deel van de waterveilig- heidsscope van de sluis Macharen, zoals is vastgelegd in bijlage I Scope en waarvoor de ‘Uitvoeringsovereenkomst Sluis Macharen’ is overeengekomen op 9 juli 2024 tussen Oss en Aa en Maas is gesloten.
C) Natuurmonumenten:
1) Draagt er zorg voor dat de waterstandsdaling van 6 cm netto wordt gerealiseerd middels uitvoering van de maatregelen Demen-Dieden en De Lymen;
2) Zal haar huidige en toekomstige grondposities met behoud van eigendom, inzetten voor de gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van De Maasbommelse Waard (oost), De Waarden, Lelyzone De Waarden, Lelyzone Ossekamp en de Diedensche Uiterdijk deel C;
3) Zal de Diedensche Uiterdijk deel A en B in zelfrealisatie ontwikkelen indien de gronden aangekocht worden.
Artikel 6 Samenwerking van de partijen
6.1 Er is een stuurgroep die bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van Partijen. Dit overleg bespreekt de knelpunten in de samenwerking van Partijen, neemt beslissingen binnen het kader van deze Overeenkomst en indien nodig over onderwerpen waarin deze Overeenkomst niet voorziet. De dijkgraaf van Aa en Maas is voorzitter van de stuurgroep.
6.2 Er is een opdrachtgeversbegeleidingsgroep die bestaat uit ambtelijke vertegenwoordigers van Aa en Maas, Noord-Brabant, Oss, Minister en Natuurmonumenten. Deze groep bewaakt de voortgang, bespreekt de risico’s en politiek bestuurlijke zaken. De voorzitter van dit overleg is de directeur watersysteem en -keringen (dijken) van Aa en Maas en neemt besluiten binnen het kader van deze Overeenkomst gehoord hebbende de leden van de opdrachtgeversbegeleidings- groep. Het Projectbureau verzorgt per kwartaal een voortgangsrapportage aan de opdrachtge- versbegeleidingsgroep over de stand van zaken van het project, in het bijzonder wat betreft de aspecten Scope van het project, de tijd (planning), het geld (Projectbudget/raming) en de risicobeheersing. In deze rapportage:
a. Wordt een algemene terugblik gegeven op de periode voorafgaand aan de betreffende rapportage, inclusief cijfermatige aansluiting tussen de dan voorliggende en de direct daaraan voorafgaande rapportage;
b. Komt het verslag van overleg over de voorgaande Rapportage aan de orde alsmede de afspraak die naar aanleiding van de voorgaande rapportage is gemaakt;
c. Wordt ingegaan op de planning en voortgang;
d. Worden geaccordeerde scopewijzigingen in beeld gebracht;
e. Wordt ingegaan op de financiën, inclusief inzicht in de realisatie- en prognosecijfers en aanwending van de post onvoorzien;
f. Wordt ingegaan op de risico’s en de beheersmaatregelen;
g. Komen eventuele claims aan de orde;
h. Worden de raakvlakken met andere projecten behandeld;
i. Wordt een vooruitblik gegeven op de komende periode;
j. Wordt in een aparte bijlagen over de voortgang van KRW en PAGW gerapporteerd.
6.3 Er is een Meanderende Maas moment, dat bestaat uit ambtelijke vertegenwoordiging vanuit Partijen. Deze groep is adviserend aan de opdrachtgeversbegeleidingsgroep en de stuurgroep en legt de verbinding naar de interne organisaties van Partijen. De focus van deze groep ligt op de uitvoering, naleving klanteisen, vergunningsvoorwaarden en beheer en overdracht. De voorzitter van het overleg alsmede de secretaris worden geleverd vanuit het Projectbureau.
6.4 Partijen dragen er zorg voor dat communicatie over het project gecoördineerd en eenduidig geschiedt en afgestemd is met Partijen conform artikel 5.7 onder A en onder 3.
6.5 Onverminderd hetgeen in deze Overeenkomst omtrent periodiek overleg is gesteld, informeren Partijen elkaar over en weer steeds tijdig en naar behoren over alle zaken, feiten en omstandig- heden die voor 1) de voortgang, 2) financiële kaders en 3) politiek-bestuurlijk afwegingen van belang zijn of kunnen zijn.
Artikel 7 Financiën
7.1 De totale raming van de projectkosten voor de Realisatiefase bedraagt € 470,0 miljoen inclusief BTW, prijspeil 2024.
7.2 Partijen stellen gezamenlijk een totaal Projectbudget (inclusief BTW) voor de Realisatiefase beschikbaar overeenkomstig tabel 1:
Tabel 1: Projectbudget (inclusief BTW) voor de Realisatiefase
De Minister € 46,88 miljoen,
Aa en Maas incl. subsidie HWBP € 407,57 miljoen,
Noord-Brabant (excl. GOB) € 0,56 miljoen,
Gelderland € 1,65 miljoen,
Oss € 1,79 miljoen,
West Maas en Waal € 0,785 miljoen,
Wijchen € 0,0375 miljoen
€ 459,27 miljoen
7.3 Gegeven het feit dat er bij de start van de Realisatiefase sprake is van een budgettekort van afgerond € 11 miljoen, spannen partijen zich in om deze lopende de uitvoering op te lossen door een combinatie van maatregelen. Ten eerste door versoberingsmaatregelen bestaande uit scopewijzigingen dan wel door aanpassing van klanteisen of vergunningen waarvoor instem- ming van Partijennodig is. Partijen spannen zich in hier zo vroeg mogelijk in de realisatiefase besluitvorming over te laten plaatsvinden. Partijen bespreken concrete voorstellen voor versobering in Q4 2024 in de stuurgroep. Naast versoberingsmaatregelen kunnen kosten worden bespaard door het zoeken naar mogelijkheden om de organisatiekosten tijdens de realisatie te beperken, door gericht te sturen op risico’s (niet aanspreken risicoreservering) en door het verzilveren van nog resterende optimalisaties in de uitvoering. Indien er lopende het project blijkt dat er wel voldoende budget is, heroverwegen Partijen om de doorgevoerde versoberingsmaatregelen alsnog uit te voeren. Parallel zullen Partijen ook in de Realisatiefase blijven zoeken naar mogelijkheden om het Projectbudget te verhogen en daarmee het budgette- kort te verkleinen.
7.4 Met het ondertekenen van deze Overeenkomst zegt de Minister ten behoeve van het project toe:
1. Een bedrag van € 29.460.204 ten behoeve van waterveiligheid, die het resultaat is van rivierverruimende maatregelen als onderdeel van de gebiedsontwikkeling. Dit bedrag is inclusief de uitvoeringskosten voor grondaankopen voor de maatregelen en het verleggen van kabels en leidingen. Deze laatste taken worden uitgevoerd door RWS en worden verrekend met bovenstaand Projectbudget;
2. Een bedrag van € 10.157.271 ten behoeve van 9,1 km (6,7 km + 2,4 km) geulen aan te leggen die voldoen aan de KRW-doelstellingen. Ook dit bedrag is inclusief de kosten voor grondaan- kopen en kabels en leidingen en wordt uitgevoerd door RWS en verrekend met het Project- budget voor KRW. Aangevuld met een subsidiebedrag op grond van de aangevraagde subsidie van € 2.384.143 voor het elektrificeren van het materieel vanuit de Bijdrageregeling Rijkswaterstaat Schoon en Emissieloos Bouwen project Meanderende Maas gekoppeld aan deze werkzaamheden voor de uitvoering van de KRW.
3. Een bedrag van € 4.882.121 als bijdrage vanwege Vermeden kosten dijkversterking op de dijktrajecten Cuijk-Ravenstein en Boxmeer-Cuijk, als gevolg van de waterstandsdaling die door het project Meanderende Xxxx wordt gerealiseerd;
4. De bedragen in lid 1, 2 en 3 worden beschikbaar gesteld conform het kasritme waar ze in de Rijksbegroting zijn opgenomen. Het bedrag in lid 1 in de jaren 2025 en 2026, het bedrag in lid 2 in de jaren 2025, 2026 en 2027, en het bedrag in lid 3 in 2025.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2024. Deze bedragen worden
jaarlijks geïndexeerd met de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. Aa en Maas is verantwoordelijk voor het naleven van de fiscale wet- en regelgeving indien zij factureren richting de Minister.
7.5 Nadat de subsidiebeschikking van het HWBP is afgegeven worden de volgende financiële middelen door Aa en Maas beschikbaar gesteld:
1. Een bedrag van € 407.353.639 (aangevraagd in 2023) ten behoeve van de uitvoering van de dijkversterking, gebaseerd op het sober en doelmatige dijkversterkingsreferentie (scenario dijkversterking), inclusief anti-graverij maatregelen. Dit bedrag is tevens inclusief een subsidie uit het HWBP en de projectgebonden bijdrage van het Aa en Maas;
2. Een gedeelte van het bedrag zoals genoemd in lid 1 wordt als subsidie verkregen conform het geprogrammeerde kasritme begroting HWBP;
3. Een bedrag van € 215.000 aanvullend op de projectgebonden bijdrage voor de inpassing van de keermuur in Ravenstein.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2024, tenzij anders vermeld. De definitieve bedragen worden opgenomen in de subsidiebeschikking. Bedragen zoals bovenge- noemd worden geïndexeerd conform de regeling(en).
7.6 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt de Provincie Noord-Brabant ten behoeve van het project toe:
1. Een subsidiebedrag overeenkomstig de nog aan te kopen gronden ten behoeve van de realisatie van natuur in het kader van het Natuurnetwerk Brabant op grond van de dan geldende subsidievoorwaarden van het GOB. De waarde van de grond, c.q. de waardedaling wordt bepaald op basis van taxatie;
2. Een bedrag van € 356.000 voor de keermuur Ravenstein ten behoeve van het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit en vormgeving. Hierdoor wordt de samenhang tussen de projectonder- delen (dijk-rivier-gebied) bevorderd;
3. Een bijdrage van € 200.000 ten behoeve van het realiseren van 200m fietspad en een veilige fietsoversteek nabij de inrit van de betoncentrale, waar artikel 8.4 derde lid niet van toepassing is voor de Provincie indien er sprake is van budgetoverschrijding. Dit draagt bij aan het beleefbaar maken van het gebied.
4. Het bedrag zoals genoemd in lid 2 van dit artikel wordt zo snel mogelijk na ondertekening doch uiterlijk in 2025 uitgekeerd.
5. Het bedrag zoals genoemd in lid 3 kan na realisatie en overdracht van de gerealiseerde aanpassing worden doorbelast aan de provincie. Het waterschap zal hiervoor een btw- factuur aan de provincie zenden (voor meer informatie over de wijze van factureren wordt verwezen naar xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx).
De bijdrage vanuit het GOB wordt gedaan op basis van actuele prijspeilen op grond van de dan geldende subsidieregeling. De rest van in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2019 en zullen niet worden geïndexeerd.
7.7 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt Xxxxxxxxxxxxxxxx een bijdrage toe aan het project, te leveren op verschillende manieren:
a. Het zelf uitvoeren van de maatregelen Oeverzone Diedensche Uiterdijk, Demen-Dieden en de Lymen. Natuurmonumenten realiseert minimaal 6 cm netto waterstanddaling met de maatregelen Demen-Dieden en de Lymen;
b. Het project toestaan tegen een financiële vergoeding kubieke meters grond te mogen verhandelen, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het Werk;
c. Door middel van nadere afspraken zoals vastgelegd in de ‘Uitvoeringsovereenkomst Afspraken Natuurmonumenten Project Meanderende Maas’ zoals overeengekomen op 9 juli 2024 tussen Natuurmonumenten en Aa en Maas.
Indexering is niet van toepassing op artikel 7.7.
7.8 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt Oss toe:
1. Een bedrag van € 1.690.000 ten behoeve van de uitvoering van maatregelen ter verbetering van de toeristisch/recreatieve en regionaal economische infrastructuur en behoud en versterking van bakenbomen en de keermuur Ravenstein in het kader van de Zuiderwaterli- nie;
2. Een bedrag van € 100.000 EUR ten behoeve van het fietspad in Lithoijen;
3. De bedragen zoals genoemd in lid 1 en 2 worden zo snel mogelijk na ondertekening doch uiterlijk in 2025 uitgekeerd.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2019 en zullen niet worden geïndexeerd.
7.9 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt Gelderland ten behoeve van het Project toe:
1. Een bedrag van € 1.650.000 EUR waarmee een impuls wordt gegeven aan de ruimtelijke kwaliteit, onder andere door de cofinanciering met West Maas en Waal voor het fietspad buitendijks ten zuiden van Maasbommel;
2. Het bedrag zoals genoemd in lid 1 wordt zo snel mogelijk na ondertekening doch uiterlijk in 2025 uitgekeerd.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2019 en zullen niet worden geïndexeerd.
7.10 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt West Maas en Waal ten behoeve van het project toe:
1. Een bedrag van € 585.000 ten behoeve van de financiering van de realisatie van het fietspad ten zuiden van Maasbommel. De financiering van de realisatie van het fietspad bestaat naast de bijdrage van West Maas en Waal uit cofinanciering door Gelderland op basis van een onderlinge verdeelsleutel (1/3 West Maas en Waal, 2/3 Gelderland);
2. Een bedrag van € 200.000 EUR voor het bekostigen van de aanplant en herplant van de bakenbomen op het grondgebied van West Maas en Waal;
3. De bedragen zoals genoemd in lid 1 en 2 worden zo snel mogelijk na ondertekening doch uiterlijk in 2025 uitgekeerd.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2019 en zullen niet worden geïndexeerd.
7.11 Met de ondertekening van de Overeenkomst zegt Xxxxxxx ten behoeve van het project toe
1. Een bedrag toe van € 37.500 EUR voor het bekostigen van de aanplant en herplant van de bakenbomen op het grondgebied van Wijchen;
2. Het bedrag zoals genoemd in lid 1 wordt zo snel mogelijk na ondertekening doch uiterlijk in 2025 uitgekeerd.
De in dit artikel genoemde bedragen zijn alle incl. BTW, prijspeil 2019 en zullen niet worden geïndexeerd.
Artikel 8 Risicomanagement en risicoverdeling
8.1. Projectrisico’s:
1. Partijen spannen zich gezamenlijk in om het optreden van projectrisico’s te voorkomen of te beperken en de mogelijke gevolgen ervan zo klein mogelijk te houden;
2. In het Projectbudget zijn voorzieningen opgenomen om projectrisico’s op te vangen:
a. Een risicovoorziening voor benoemde risico’s toegewezen aan de Opdrachtnemer alsmede de Gedelegeerd Opdrachtgever (post Voorzien);
b. Een risicovoorziening voor niet benoemde risico’s toegewezen aan de Gedelegeerd Opdrachtgever (post Onvoorzien);
c. Een financiële buffer voor eventuele vertraging in de projectplanning als gevolg van het optreden van geïdentificeerde risico’s (PPI-voorziening).
3. Mochten er projectrisico’s optreden, dan komen deze ten laste van de risicoreservering in de projectraming. Bij het optreden van (financiële) risico’s wordt verkend of er aanvullende middelen kunnen worden aangewend vanuit bestaande of nieuwe subsidieregelingen.
8.2. Exogene risico’s
Indien er kosten ontstaan als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving met inbegrip van kosten ontstaan als gevolg van publiekrechtelijke besluiten, dan treden Partijen in overleg over de dekking van deze kosten.
8.3. Toerekenbare kosten
Kosten die het gevolg zijn van opzettelijk nalaten of opzettelijk vertragen van handelen binnen de eigen organisatie van de Partij, komen voor rekening van de Partij waarbinnen het opzettelijk handelen of nalaten van handelen heeft plaatsgevonden.
8.4. Restrisico’s:
Mocht er een situatie zijn die met de aanpak zoals beschreven in artikel 8.1, 8.2 en 8.3 niet toereikend is dan wel dat het niet lukt om de taakstelling geheel in te vullen, dan wordt gesproken van een Bestuurlijk (rest)Risico. In dat geval zijn de uitgangspunten voor de verdeling tussen Partijen als volgt:
1. Als op enig moment de verwachting ontstaat dat het beschikbare Projectbudget overschre- den gaat worden, dan wordt dit tijdig gemeld aan Partijen, gaan Partijen met elkaar in overleg en doet Aa en Maas een voorstel voor versoberingsmaatregelen;
2. Als blijkt dat er geen haalbare versoberingsmaatregelen zijn, of dat deze niet afdoende zijn, wordt door Partijen gesproken over het beschikbaar stellen van extra Projectbudget;
3. Indien het bovenstaande niet toereikend is komen de restrisico’s ten laste van de betreffende Partij voor de (beleids)doelstellingen waarvoor financiële middelen zijn ingebracht, overeenkomstig artikel 7. Deze verdelingssystematiek is tevens van toepassing indien geld uit het Projectbudget overblijft.
8.5. Bij een integrale gebiedsontwikkeling kan de toedeling van opgetreden risico’s naar (beleids-
)doelstellingen complex zijn. In eerste instantie gaan Partijen met elkaar in overleg om dit op te lossen maar voor het geval er geen overeenstemming wordt bereikt wordt er een externe adviescommissie ingesteld met een onafhankelijk voorzitter die een zwaarwegend advies geeft over de verdeling van de kosten als gevolg van opgetreden risico’s. De opdracht en samenstel- ling van de externe adviescommissie wordt ter instemming voorgelegd aan de stuurgroep.
Artikel 9 Marktbenadering en opdrachtgeverschap
9.1. De marktbenadering en uitvoering van het Werk door de (beoogd) Opdrachtnemer geschiedt conform een ‘twee-fasen aanpak’. Deze opdracht is in 2019 aanbesteed conform het bepaalde in de aanbestedingswet en opdrachtverlening van fase 1 (bijdrage Planuitwerking) en heeft medio 2021 plaats gevonden.
9.2. Fase 2 (uitvoering van het Werk) kan pas worden opgedragen indien de in de overeenkomst met Opdrachtnemer gedefinieerde startvoorwaarden voor fase 2 zijn ingevuld.
9.3. De Gedelegeerd Opdrachtgever aan de markt is Aa en Maas. De Minister, Natuurmonumenten en Oss gaan met het ondertekenen van de Bestuursovereenkomst akkoord dat Aa en Maas mede namens Partijen de rol van Gedelegeerd Opdrachtgever uitvoert. De functionarissen in het Projectbureau verwerven hun (teken)bevoegdheden conform de mandateringsregeling van Aa en Maas.
Artikel 10 Planning
Partijen geven onderstaande kaders mee omtrent de projectplanning;
1. Uiterlijk 22 december 2027 zijn de KRW-maatregelen uitgevoerd;
2. Uiterlijk 30 juni 2028 zijn dijkversterkingsmaatregelen uitgevoerd;
3. Uiterlijk 31 december 2030 zijn de rivierverruimingsmaatregelen uitgevoerd;
4. Uiterlijk 31 december 2030 is het Werk volledig uitgevoerd.
Artikel 11: Oplevering, overdracht en beheer en onderhoud
11.1 De oplevering van het Werk door de Opdrachtnemer geschiedt via de Gedelegeerd Opdrachtge- ver.
11.2 Gedelegeerd Opdrachtgever draagt het Werk over aan Partijen.
11.3 De afspraken met de beheerders liggen vast in de getekende beheerdersverklaring:
− De Minister, ‘Beheerdersverklaring Rijkswaterstaat Zuid-Nederland’, 28-06-2024;
− Waterschap Aa en Maas, ‘Beheerdersverklaring Meanderende Maas’, 01-02-2024;
− Natuurmonumenten, ‘Beheerdersverklaring Meanderende Maas’, 17-06-2024;
− Gemeente Oss, ‘Beheerdersverklaring Meanderende Maas’, 30-01-2024;
− Gemeente West Maas en Waal, ‘Beheerdersverklaring Meanderende Maas’, 28-02-2024. Het betreft afspraken over:
− De klanteisen;
− Wie eigenaar en wie beheerder wordt van de benoemde objecten;
− Het proces van opleveren, overdracht en beheer en onderhoud;
− De door de Opdrachtnemer van de Realisatiefase aan te leveren data aan de Beheerders.
11.4 Rijkswaterstaat gaat akkoord met plaatsing van de bakenbomen binnen Meanderende Maas binnen de geldende wetgeving en binnen vigerend beleid, waarmee het reguliere beheer en onderhoud en de zorgplicht bij Rijkswaterstaat blijft totdat de Minister een definitief besluit heeft genomen over het voorstel vanuit de regio voor het beheer van de bakenbomen.
11.5 De Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat alle werkzaamheden voor wat betreft de voorberei- ding en de uitvoering van de maatregelen worden afgestemd met de beheerders.
Artikel 12 Grondverwerving
12.1. Partijen stellen, indien van toepassing, in eigendom zijnde gronden beschikbaar die benodigd zijn voor de uitvoering van het Project.
12.2. Partijen continueren de grond- en vastgoedverwerving voor het project inclusief noodzakelijke onteigening ten behoeve van tijdige beschikbaarheidstelling van de gronden voor de uitvoering door de Opdrachtnemer.
12.3. Partijen voeren de grond- en vastgoedverwerving centraal gecoördineerd uit via het coördinatie- team grondverwerving.
12.4. In aanvulling op de grondverwerving ten behoeve van uitvoering van het project, spannen Partijen zich gedurende de looptijd van deze Overeenkomst in voor de grond- en vastgoedver- werving in de volgende Deelgebieden, waarvan de uitvoering buiten de Scope valt, te weten: Meander Ossekamp (i.h.k.v. PAGW), Meander De Waarden (i.h.k.v. PAGW), Diedensche Uiterdijk (deel A en deel B). Tevens spreken Partijen af dat de verworven, en reeds bij Partijen in eigendom zijnde gronden, voor Partijen beschikbaar zijn voor de (toekomstige) uitvoering van werkzaamheden in het kader van de realisatie van het eindbeeld uit de Interprovinciale Structuurvisie Meanderende Maas.
12.5. De kosten van nog te kopen percelen en de kosten voor tijdelijk gebruik van de voor het project benodigde gronden zijn opgenomen in het Projectbudget. De kosten voor de grondaankopen van de in artikel 12.4 genoemde gronden zijn geen onderdeel van het Projectbudget. De
Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden
13.1. Een onvoorziene omstandigheid die met zich meebrengt dat ongewijzigde uitvoering van (enige bepaling van) deze Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden vereist, kan leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) opzegging van deze Overeenkomst.
13.2. Ingeval de Overeenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van de Overeenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd bezien Partijen of deze Overeenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft.
13.3. De Partij, aan wiens zijde een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid of het tweede lid opkomt, is gehouden Partijen daarvan onmiddellijk in kennis te stellen en in overleg te treden om de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en zo mogelijk in onderling overleg op te lossen in de geest van deze Overeenkomst. Dit overleg vindt plaats binnen één maand nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.
13.4. Indien het overleg zoals bedoeld in lid 3 niet binnen twee maanden tot overeenstemming heeft geleid tussen Partijen, kan een Partij een beroep doen op de regeling zoals opgenomen in Artikel 17.
Artikel 14 Wijziging Overeenkomst
14.1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken deze Overeenkomst te wijzigen. De wijziging – niet zijnde scopewijzigingen (zie daarvoor de regeling van art. 4) – behoeft de voorafgaande schriftelijke instemming van alle Partijen.
14.2. Partijen treden in overleg binnen één maand nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
14.3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als Addendum aan deze Overeenkomst gehecht.
Artikel 15 Looptijd en beëindiging van de Overeenkomst
15.1. De Overeenkomst treedt in werking op de dag na (laatste) ondertekening en eindigt overeen- komstig artikel 2.3.
15.2. Beëindiging van de Overeenkomst kan plaatsvinden door schriftelijke opzegging of ontbinding nadat door Partij(en) invulling is gegeven aan artikel 13 of 14.
15.3. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze Overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van deze Overeenkomst, worden afgehan- deld conform het bepaalde in deze Overeenkomst.
Artikel 16 Scheiding
Elke Partij is gerechtigd deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, indien de andere Partij haar verplichtingen uit de Overeenkomst niet, dan wel niet deugdelijk nakomt en de niet- nakoming van een zodanige aard is dat deze een ontbinding rechtvaardigt, één en ander als bedoeld in artikel 6:265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. De gevolgen van deze ontbinding voor Partijen worden overeenkomstig artikel 6:265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek geregeld.
Artikel 17 Geschillenregeling
17.1. Eventuele geschillen in verband met de uitvoering van deze Overeenkomst worden in eerste instantie in onderling overleg tot een oplossing gebracht, waarbij Partijen niet tussentijds over het geschil met derden zullen communiceren. Een geschil is aanwezig indien één der Partijen dat stelt en dit schriftelijk aan de andere Partijen heeft medegedeeld.
17.2. Indien binnen 2 maanden na melding van een geschil over de uitvoering van deze Overeen- komst, zoals bedoeld in lid 1, tussen Partijen geen overeenstemming is bereikt, staat het ieder van Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de rechtbank Den Haag.
Artikel 18 Overige bepalingen
18.1. Bij strijdigheid van hetgeen is opgenomen in de tekst van de Overeenkomst en de bijlagen gaat hetgeen in de tekst van de Overeenkomst is opgenomen vóór op hetgeen is opgenomen in de bijlagen. Voor bijlagen die later worden toegevoegd, na een wijziging van de Overeenkomst als bedoeld in artikel 14.3, geldt dat deze wel prevaleren boven de tekst van de Overeenkomst.
18.2. Met de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervalt de Bestuursovereenkomst Meande- rende Maas Planuitwerking d.d. 7 september 2020, met uitzondering van het daarbij behorende Addendum (nr. 1), zie Bijlage II. Deze bijlage is integraal overdeel van deze overeenkomst en geldt totdat er een nieuwe afspraak is gemaakt.
Artikel 19 Publicatie
19.1. Binnen twintig werkdagen na laatste ondertekening van deze Overeenkomst wordt de tekst van deze Overeenkomst, exclusief de bijlagen, door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant.
19.2. Bij wijzigingen van de Overeenkomst vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing. Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en ondertekend in negenvoud te Megen, 9 juli 2024. De Minister,
Voor deze de DG Water en Bodem,
J.H. Slootmaker
Waterschap,
Voor deze lid dagelijks bestuur
X.X.X. xxx Xxxx
Noord-Brabant,
Voor deze Gedeputeerde
X. Xxxxxxx
Gelderland,
Voor deze Gedeputeerde
A. Mol.
Oss,
Voor deze Wethouder
X. Xxxxxx
Natuurmonumenten, Voor deze
X.X. Xxxx
West Maas en Waal, Voor deze Wethouder
R.A.N. Reuvers
Wijchen,
Voor deze Wethouder
X. xxx Xxxxxxxxxx.
Rivierenland,
Voor deze de dijkgraaf
G. den Hartog