BIJLAGEN BESTEK VEER MAASSLUIS – ROZENBURG
BIJLAGEN BESTEK VEER MAASSLUIS – ROZENBURG
Versie 13 januari 2017
INHOUD
Bijlage A Standaard vragenformulier
Bijlage B Beschrijving veerponten en waardebepaling, zoals opgemaakt door Xxx Xxxx en Co
Bijlage C Personeelsopgave Bijlage D Conceptovereenkomst Bijlage E Inschrijfformulier
1. Standaardformulier akkoordverklaring besteksbepalingen
2. Standaardformulier akkoordverklaring conceptovereenkomst
3. Standaardformulier referentie(s)
4. Standaardformulier inzet van en beroep op derden
5. Standaardformulier looptijd inschrijving
6. Standaardformulier gevraagde exploitatiebijdrage
Bijlage F Uniform Europees Aanbestedingsdocument Bijlage G Omzet en vervoergegevens 2012 – 2016
Bijlage H Schema’s Onderhoud Bijlage I Nota van uitgangspunten
Bijlage J Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland, paragraaf 12 Veerprojecten (revolverend verenfonds)
Bijlage K: Huidig kaartassortiment
BIJLAGE A STANDAARD VRAGENFORMULIER
De inschrijvers dienen hun vragen met betrekking tot het Bestek Aanbesteding Veerdienst Maassluis-Rozenburg te stellen conform het format van dit standaardformulier. De inschrijvers dient hierbij aan te geven op welke paragraaf van het Bestek zijn vraag betrekking heeft.
Naam inschrijver
Nr. | Paragraaf bestek | Vraag |
1 | ||
2 | ||
3 | ||
4 | ||
5 | ||
6 | ||
7 | ||
8 | ||
Etc. . |
BIJLAGE B BESCHRIJVING EN WAARDEBEPALING VEERPONTEN
SEPARAAT BIJGEVOEGD
BIJLAGE C PERSONEELSOPGAVE inclusief CAO’s
SEPARAAT BIJGEVOEGD
BIJLAGE D CONCEPTOVEREENKOMST
CONCEPTOVEREENKOMST
Exploitatie veerdienst Maassluis - Rozenburg Versie 20 december 2016
Ondergetekenden
De provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door
……………….., daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (gunningsbesluit), hierna te noemen de Provincie;
en
………………., statutair gevestigd te ……….., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ,
hierna te noemen de Vervoerder;
Hierna elk ook aan te duiden als 'Partij', en gezamenlijk als 'Partijen'; Definities en begripsomschrijvingen
Voor deze overeenkomst hebben de hierna te noemen begrippen de volgende betekenis:
Afvaart: het vertrek met een (van de) Xxxxxxxx(en) vanaf (de veerstoep te) Maassluis naar (de veerstoep te) Rozenburg of vanaf (de veerstoep te) Rozenburg naar (de veerstoep te) Maassluis.
Bestek: het door de Provincie opgestelde bestek ten behoeve van de aanbesteding van de Veerdienst, met kenmerk [@].
Dienstregeling: Voor een ieder kenbaar schema van tijdstippen waarop de Veerdienst tussen Maassluis en Rozenburg wordt verricht.
Exploitatieovereenkomst: Onderhavige overeenkomst, waarin rechten en plichten van de Vervoerder worden vastgelegd met betrekking tot het verrichten van de Veerdienst.
Exploitatiebijdrage: De door de Provincie aan de Vervoerder ten behoeve van de uitvoering van de Exploitatieovereenkomst te verstrekken jaarlijkse bijdrage.
Gemeenten: De gemeente Maassluis en de gemeente Rotterdam (waarvan het dorp Rozenburg deel uitmaakt).
Inschrijving: De inschrijving van de Vervoerder op de aanbesteding van de Veerdienst Maassluis- Rozenburg d.d. [@], met kenmerk [@].
Netto kosten: De kosten van de uitvoering van de Veerdienst, rekening houdend met de opbrengsten alsmede met een redelijke winst uit het voor de uitvoering van die Veerdienst noodzakelijke eigen kapitaal.
Programma van Eisen: De eisen en voorschriften ten aanzien van de Veerdienst, zoals vastgelegd in hoofdstuk 5 van het Bestek.
Veerdienst: Voor een ieder openstaand vervoer volgens een dienstregeling per Veerpont tussen Maassluis en Rozenburg, zoals beschreven in het Programma van Eisen.
Veerpont(en): (Eén van) de vaartuigen waarmee de Veerdienst door de Vervoerder wordt uitgevoerd. Bij aanvang van de Exploitatieovereenkomst betreft dit de Veerponten 'de Staeldiep' en 'de Blankenburg'.
Vervoersopbrengsten: De opbrengsten die de Vervoerder direct of indirect genereert met de exploitatie van de Veerdienst.
Overwegende dat:
- De Provincie het veerrecht van de Veerdienst pacht van de gemeente Brielle en mede als zodanig bevoegd is de Veerdienst te laten exploiteren.
- De Vervoerder naar aanleiding van het Bestek de Inschrijving heeft uitgebracht aan de Provincie.
- De Vervoerder bekend is met de regelgeving met betrekking tot het gebruik en de technische eisen ten aanzien van de Veerponten, en erop zal toezien dat aan deze regelgeving zal worden voldaan.
- De Vervoerder zich verplicht de Dienstregeling uit te voeren (exploitatieplicht) conform het Programma van Xxxxx, de Offerte en deze Exploitatieovereenkomst.
- De te verlenen Exploitatiebijdrage aan de Vervoerder per jaar door de Provincie zal worden vastgesteld, gecontroleerd en verrekend zoals vermeld in het Programma van Eisen en in deze Exploitatieovereenkomst.
- De Vervoerder de Veerdienst per 1 januari 2018 zal verrichten, een en ander overeenkomstig het Bestek, inclusief het Programma van Eisen en deze Exploitatieovereenkomst.
- De Provincie de Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland 2013 (en nadere Uitvoeringsregelingen ter zake) heeft vastgesteld, op grond waarvan de Provincie (jaarlijks) bijdrage(n) kan toekennen voor de exploitatie van de Veerdienst.
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 - RECHT TOT EXPLOITATIE
1.1 De Vervoerder heeft het recht en de plicht gedurende de duur van deze Exploitatieovereenkomst de Veerdienst te exploiteren op de Nieuwe Waterweg tussen de veerstoepen van Maassluis en Rozenburg.
1.2 De Vervoerder is verplicht de Veerdienst te exploiteren in overeenstemming met hetgeen in deze Exploitatieovereenkomst, ter zake toepasselijke wet- en regelgeving en overige overheidsvoorschriften, het Bestek, inclusief het Programma van Eisen (Bijlage 1) en de Inschrijving (Bijlage 2) - die beide deel uitmaken van de Exploitatieovereenkomst - is gesteld, alsmede de Veerdienst uit te voeren volgens de door de Provincie goedgekeurde dienstregeling. De Vervoerder is verplicht de aan deze Exploitatieovereenkomst verbonden voorschriften na te leven.
1.3 De Vervoerder dient de Veerdienst als een goed vervoerder, nauwgezet en met een niet aflatend streven naar verbetering uit te voeren en verplicht zich hiermee tot het bieden van een kwalitatief goede Veerdienst met bijbehorende dienstverlening.
1.4 De Vervoerder dient de exploitatie van de Veerdienst minimaal in te richten conform de in het Programma van Eisen aangeven Dienstregeling.
1.5 In geval van tegenstrijdigheid tussen de Exploitatieovereenkomst, het Bestek, inclusief het Programma van Eisen en de Inschrijving, geldt de volgende rangorde:
1. de Exploitatieovereenkomst;
2. het Bestek, inclusief het Programma van Eisen;
3. de Inschrijving.
Artikel 2 - DUUR VAN DEZE EXPLOITATIEOVEREENKOMST
2.1 De Exploitatieovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van ……. jaar, ingaande op 1 januari 2018 en vervallend van rechtswege op , onverminderd het in lid 2 van dit artikel
bepaalde.
2.2 De Provincie heeft de bevoegdheid de Exploitatieovereenkomst gedurende de looptijd (geheel of gedeeltelijk) te beëindigen dan wel te wijzigen indien en zodra:
a. De Vervoerder naar het oordeel van de Provincie de Exploitatieovereenkomst niet naar behoren uitvoert of heeft uitgevoerd.
b. De Vervoerder naar het oordeel van de Provincie redelijkerwijs niet langer in staat moet worden geacht zijn verplichtingen uit de Exploitatieovereenkomst na te komen.
c. Op een wezenlijk deel van de activa van de Vervoerder conservatoir of executoriaal beslag wordt gelegd, de Vervoerder in staat van faillissement wordt verklaard, het faillissement van de Vervoerder wordt aangevraagd, aan de Vervoerder - al dan niet voorlopig - surseance van betaling wordt verleend of zodanige surseance van betaling door de Vervoerder wordt gestaakt en/of ontbonden en/of geliquideerd of (een wezenlijk deel van) de activiteiten van de onderneming van de Vervoerder wordt overgedragen dan wel er een wijziging in zeggenschap plaats vindt in het geplaatste kapitaal van de Vervoerder.
d. De Vervoerder niet (meer) voldoet aan de eisen als gesteld in de toepasselijke wet- en regelgeving en overheidsvoorschriften.
De Provincie is in geval van tussentijdse beëindiging van de Exploitatieovereenkomst jegens de Vervoerder niet gehouden tot enige vorm van (schade)vergoeding.
2.3 In geval van tussentijdse beëindiging van de Exploitatieovereenkomst, treden Partijen met elkaar in overleg over de wijze waarop deze Exploitatieovereenkomst dient te worden afgewikkeld.
2.4 Indien er sprake is van tussentijdse beëindiging van de Exploitatieovereenkomst zal de Vervoerder ook tijdens de afwikkeling van de Exploitatieovereenkomst zijn verplichtingen uit de Exploitatieovereenkomst nakomen om een deugdelijke exploitatie te waarborgen.
Artikel 3 - INFORMATIEPLICHT VERVOERDER
3.1 Naast de informatieverplichting zoals vastgelegd in paragraaf 17 van het Programma van Xxxxx, verstrekt de Vervoerder op eerste verzoek van de Provincie en binnen een ter zake door de Provincie te bepalen termijn aan de Provincie gegevens inzake de exploitatie van de Veerdienst alsmede (andere) gegevens die naar het oordeel van de Provincie noodzakelijk zijn voor de voorbereiding van een (al dan niet onderhandse) aanbesteding van de Veerdienst.
3.2 Alle kosten die Vervoerder maakt in verband met de informatievoorziening aan de Provincie, zijn voor rekening van de Vervoerder.
3.3 De Vervoerder informeert de Xxxxxxxxx op een zo kort mogelijke termijn indien de veerdienst is gestaakt of indien er sprake is van een calamiteit.
Artikel 4 - REIZIGERSTARIEVEN/VERVOERSBEWIJZEN
4.1 De Vervoerder hanteert de reizigerstarieven, zoals die voortkomen uit het bepaalde in het Bestek en zijn goedgekeurd door de Provincie en/of de gemeenten, afhankelijk van nader te stellen regels over de wijze van goedkeuring.
4.2 Wanneer de Vervoerder de reizigerstarieven wenst te veranderen, anders dan de in het PvE bepaalde indexering, dient hij een deugdelijk gemotiveerd voorstel daartoe ter goedkeuring voor te leggen aan de Provincie en/of de Gemeenten (afhankelijk van nader te stellen regels over de wijze van goedkeuring), uiterlijk 1 september in het jaar voorafgaand aan de ingangsdatum van de beoogde wijziging. Tarieven kunnen maximaal eenmaal per kalenderjaar worden gewijzigd, zoals beschreven in paragraaf 8 van het Programma van Eisen, en wel per 1 januari van een kalenderjaar. Uitsluitend indien en voor zover een dergelijk voorstel door de Provincie en de Gemeenten schriftelijk is goedgekeurd (waaraan de Provincie voorwaarden mag verbinden), kan de tariefwijziging worden doorgevoerd.
4.3 De Vervoerder levert per kwartaal een overzicht met gegevens inzake verkoop van vervoersbewijzen aan de Provincie. Hier moet ten minste in staan vermeld:
a. aantallen verkochte vervoersbewijzen per week;
b. bijbehorende opbrengsten per week;
c. aantal vervoersbewijzen gesplitst in (de verschillende soorten) zogenaamd 'langzaam' verkeer (zoals voetgangers, fietsers, etc.) alsmede soorten gemotoriseerd verkeer per week;
d. Een specificatie van de categorieën naar de verschillende gebruikte vervoersbewijzen per week.
Uitgangspunt is dat de exploitatie transparant en controleerbaar moet zijn.
4.4 Vervoerder is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van de verkoop van vervoersbewijzen op zelfgekozen locaties.
Artikel 5 - DIENSTREGELING
5.1 De Dienstregeling als opgenomen in paragraaf 5 van het Programma van Eisen voor de Veerdienst is van kracht per 1 januari 2018.
5.2 De Vervoerder dient eventuele wijzigingsvoorstellen op de Dienstregeling vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de Provincie. Indien de Provincie niet haar goedkeuring verleent aan het voorstel, blijft de oude Dienstregeling van kracht, tenzij Partijen anders overeenkomen.
5.3 Bekendmaking van een nieuwe en/of gewijzigde Dienstregeling door de Vervoerder geschiedt op deugdelijke wijze en ten minste vier weken voor de datum van inwerkingtreding van de nieuwe of gewijzigde Dienstregeling.
Artikel 6 - EISEN AAN VEERPONTEN/PERSONEELSEISEN
6.1 De Vervoerder dient ervoor zorg te dragen dat (elk van) de ten behoeve van de Veerdienst in te zetten Veerponten en het personeel te allen tijde voldoen aan hetgeen daaromtrent is bepaald in de toepasselijke nationale en Europese wet- en regelgeving, het Bestek, inclusief het Programma van Eisen en de Inschrijving.
6.2 Indien de dienstuitvoering -ongeacht de oorzaak- uitvalt gedurende een tijdsbestek van meer dan vier aaneengesloten uren, dient de Vervoerder vanaf dat moment voor de gehele duur dat de dienstuitvoering is uitgevallen vervangend vervoer aan te bieden voor reizigers per voet en per fiets en deze reizigers hierover deugdelijk te informeren. De kosten voor dit vervangend/alternatief vervoer komen geheel voor rekening en risico van de Vervoerder.
6.3 De Vervoerder is verplicht tot het naar omstandigheden zo goed mogelijk regelen van de diensten. Indien door plotseling onheil of gebreken aan de Veerponten of door mist, stormweer, excessief drukke scheepsbewegingen, ijsgang of extreem hoge of lage waterstanden het overvaren wordt bemoeilijkt of belemmerd en de diensten niet, althans niet overeenkomstig de Dienstregeling kunnen plaatsvinden, vanuit de verantwoordelijkheid van de Vervoerder ten aanzien van de kwaliteit en de veiligheid van de Veerpont, lading en opvarenden, blijft onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel van toepassing.
6.4 De Vervoerder is verplicht voor zijn rekening en risico tot het (laten) uitvoeren van voldoende onderhoud aan de Veerponten, conform het gestelde in paragraaf 11 van het Programma van Eisen en conform het onderhoudsplan dat de Vervoerder ontwikkelt.
6.5 De Vervoerder draagt de kosten van (het gevolg van) het in dit artikel bepaalde.
6.6 Indien de dienstuitvoering gedurende een week of langer wordt gestaakt of beperkt door technische gebreken aan de veerponten, dan is de provincie gerechtigd om een in de tijd evenredig deel van de exploitatiebijdrage in te houden. De provincie zal in dit geval eerst in overleg treden met de Vervoerder.
Artikel 7 - KLACHTEN
Behandeling van klachten van reizigers met betrekking tot de uitvoering van de Veerdienst zal plaats vinden conform de procedure die de Vervoerder heeft beschreven in zijn klachtenregeling, met in achtneming van artikel 12 uit het Programma van Eisen.
Artikel 8 – VERZEKERING
De Vervoerder zal voor een adequate verzekering van zijn aansprakelijkheid zorgdragen en zal deze tijdens de looptijd van de Exploitatieovereenkomst in stand houden. De Vervoerder zal daartoe ten minste hebben afgesloten:
a) de ten behoeve van de Veerdienst in te zetten Veerponten wettelijk verplichte verzekeringen van aansprakelijkheid;
b) een verzekering die dekking biedt voor de wettelijke aansprakelijkheid wegens schade, letsel of dood van reizigers;
c) een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering dient tenminste een dekking te bieden van € 5 miljoen per gebeurtenis en een limiet van minimaal € 20 miljoen per jaar.
Artikel 9 - EXPLOITATIEBIJDRAGE/VERVOERSOPBRENGSTEN
9.1 De Provincie verleent jaarlijks een vaste Exploitatiebijdrage van € ……. (prijspeil 2017) ten behoeve van het exploiteren van de Veerdienst. De bijdrage wordt voor de looptijd van de Exploitatieovereenkomst aan de Vervoerder verleend en dient slechts aangewend te worden voor de exploitatie van de Veerdienst. De toegekende exploitatiebijdrage zal worden geïndexeerd gedurende de looptijd van het contract, voor het eerst op 1 januari 2018. Indexering vindt plaats op basis van de Landelijke Bijdrage Index (LBI) voor Bus diesel.
9.2 De jaarlijkse Exploitatiebijdrage als bedoeld in het vorige lid wordt in vier gelijke delen uitgekeerd, waarbij uitbetaling plaatsvindt aan het begin van ieder kwartaal.
9.3 De Vervoerder is verplicht om een deugdelijke, overzichtelijke en reglementaire administratie te voeren ten behoeve van de exploitatie van de Veerdienst en de Vervoerder is te allen tijde verplicht toegang tot deze administratie te verlenen aan de Provincie of aan een door de Provincie aangewezen personen of organisatie.
9.4 De Vervoersopbrengsten komen volledig toe aan de Vervoerder.
Artikel 10 - BOETEREGELING
Indien de Vervoerder naar het oordeel van de Provincie een van zijn verplichtingen niet nagekomen is zoals gesteld in de Exploitatieovereenkomst en/of het bepaalde in het Programma van Eisen en/of de Inschrijving, dan kan de Provincie de Vervoerder een direct opeisbare boete opleggen van maximaal
€ 10.000,- per overtreding, een en ander onverminderd de overige rechten van de Provincie, waaronder het recht op nakoming dan wel ontbinding en het recht van de Provincie op volledige vergoeding van de door de Provincie geleden en te lijden directe en indirecte schade.
In afwijking van het voorgaande kan op grond van paragraaf 4.3.2 van het Bestek een hogere boete (maximaal € 100.000) worden opgelegd.
Artikel 11 - OVERLEG
De Provincie en de Vervoerder voeren -onverminderd het bepaalde in paragraaf 17 van het Programma van Eisen- minimaal een keer per jaar overleg over de gang van zaken bij de Veerdienst, dan wel telkens wanneer dit door één der Partijen nuttig of nodig wordt geoordeeld.
Artikel 12 - CONTRACTSOVERNEMING/UITVOERING DOOR DERDE(N)
12.1 Geen der Partijen bij deze Exploitatieovereenkomst kan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij(en) rechten of verplichtingen uit hoofde van deze Exploitatieovereenkomst of iedere andere rechtstreeks daarmee verband houdende overeenkomst overdragen aan (een) derde(n).
12.2 Het is Vervoerder toegestaan bij de uitvoering van de Exploitatieovereenkomst gebruik te maken van onderaannemers, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 3.3.3 van het Bestek. De Vervoerder is te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor deze onderaannemers.
Artikel 13 - VERPANDINGSVERBOD
De vorderingen van de Vervoerder op de Provincie kunnen niet worden verpand of overgedragen zonder voorafgaande toestemming van de Provincie.
Artikel 14 - AANSPRAKELIJKHEID
14.1 De Vervoerder zal de Xxxxxxxxx, zowel in als buiten rechte, vrijwaren tegen alle aanspraken van derden (waaronder reiziger(s) en het personeel van de Vervoerder en/of door de Vervoerder gecontracteerde derden en hun personeel) ter zake van schade die tijdens de uitvoering van de Exploitatieovereenkomst ten gevolge van een toerekenbare tekortkoming door hemzelf, zijn personeel, door hem gecontracteerde derden (en hun personeel) en / of door zaken die hij onder zijn toezicht heeft, aan deze derden worden toegebracht.
14.2 De Provincie is niet aansprakelijk:
a. voor schade (waaronder verlies van zaken) van de Vervoerder of van zijn personeel en / of van de Vervoerder gecontracteerde derden en hun personeel en van reiziger(s);
b. voor schade die de Vervoerder, waaronder begrepen zijn personeel, door hem gecontracteerde derden, waaronder begrepen hun personeel, en reiziger(s) en/of door zaken die hij onder zijn toezicht heeft, lijdt/lijden als gevolg van de aan de uitvoering van de Exploitatieovereenkomst (al dan niet bijzondere) verbonden gevaren.
14.3 De Vervoerder is jegens de Provincie aansprakelijk voor alle schade die tijdens de uitvoering van de Exploitatieovereenkomst ten gevolge van een toerekenbare tekortkoming door hemzelf, zijn personeel, door hem gecontracteerde derden (en hun personeel) en/ of door zaken die hij onder zijn toezicht heeft (of enige andere omstandigheid waarvoor hij aansprakelijk is) aan de Provincie wordt toegebracht, onverminderd de overige rechten van de Provincie.
14.4 Het in artikel 14 lid 2 en lid 3 genoemde is niet van toepassing indien daarvan uitdrukkelijk gezamenlijk schriftelijk is afgeweken, dan wel indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de Provincie.
Artikel 15 – OVERDRACHT SCHEPEN EN PERSONEEL
Indien de provincie besluit de veerdienst na het aflopen van het contract, in beginsel 2032, deels of geheel voort te zetten, zal indien er sprake is van een nieuwe exploitant, deze de verplichting worden opgelegd om:
15.1 Een of meer veerponten over te nemen, afhankelijk van de door de Provincie nader te bepalen exploitatieopzet voor de periode na 2032, waarbij de waarde van de betrokken Veerpont(en) bij het afkopen van het contract nooit hoger zal zijn dan de marktwaarde in het vrije verkeer, op dat moment vast te stellen door een door de Provincie aan te stellen onafhankelijk deskundige.
15.2 Het personeel in dienst bij de Vervoerder over te nemen, voorzover dat is betrokken bij het over te nemen deel van de exploitatie van het veer Maassluis – Rozenburg.
Artikel 16 - MEDEDELINGEN
Voor de Provincie en/of voor de betrokken Gemeenten bestemde mededelingen dienen schriftelijk in de Nederlandse taal te geschieden en te worden verzonden ter attentie van Gedeputeerde Staten van de Provincie resp. het College van Burgemeester en Wethouders.
Artikel 17 - GESCHILLEN/TOEPASSELIJK RECHT
17.1 Geschillen tussen de Provincie en de Vervoerder, voortvloeiende uit de Exploitatieovereenkomst, die niet kunnen worden opgelost nadat de Provincie en de Vervoerder gepoogd hebben het geschil in der minne te schikken, worden beslecht door de bevoegde rechter in Den Haag.
17.2 Op de Exploitatieovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 18 - INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
18.1 Alle (intellectuele) eigendomsrechten en soortgelijke rechten waaronder maar niet beperkt tot de auteursrechten en databankrechten met betrekking tot alle informatie die de Vervoerder in het kader van de Exploitatieovereenkomst verzamelt, berusten bij de Provincie.
Artikel 19 - OVERIGE BEPALINGEN
19.1 Indien één of meer voorschriften en/of nadere afspraken van de Exploitatieovereenkomst nietig zijn of vernietigd worden, blijven de overige bepalingen van de Exploitatieovereenkomst van kracht. De Provincie en de Vervoerder zullen met betrekking tot de nietige/vernietigde bepalingen overleg plegen, teneinde een vervangende regeling te treffen, waarop aan een zodanige wijze inhoud zal worden gegeven, dat de strekking van (het betreffende voorschrift/ nadere afspraak van) de Exploitatieovereenkomst zoveel mogelijk in stand blijft.
19.2 Indien eventuele ter zake doende wet- en regelgeving verandert, en dit gevolgen heeft voor het uitvoeren van deze Exploitatieovereenkomst, zullen Provincie en Vervoerder in overleg treden over de eventuele gevolgen van deze wijziging(en) ter zake. Indien vereist zullen de Provincie en de Vervoerder met betrekking tot de bepalingen die hierdoor gewijzigd dienen te worden, overleg plegen, teneinde een vervangende regeling te treffen, waarop aan een zodanige wijze inhoud zal worden gegeven, dat de strekking van (het betreffende voorschrift/ nadere afspraak van) de Exploitatieovereenkomst zoveel mogelijk in stand blijft.
19.3 De Bijlagen bij deze Exploitatieovereenkomst maken integraal deel uit van de Exploitatieovereenkomst.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te……………….. de dato…………….
Provincie Vervoerder
Bijlagen
Bijlage 1: Bestek, inclusief Programma van Eisen Bijlage 2: Inschrijving van de Vervoerder
BIJLAGE E1 TOT EN MET E6 INSCHRIJFFORMULIER
BIJLAGE E 1 STANDAARDFORMULIER AKKOORDVERKLARING BESTEKSBEPALINGEN
De inschrijver verklaart door middel van het indienen en ondertekenen van deze verklaring dat hij volledig en onvoorwaardelijk akkoord gaat met de eisen gesteld aan deze opdracht zoals deze zijn weergegeven in het Bestek.
Naam organisatie:
Naam:
Handtekening:
Datum:
BIJLAGE E 2 AKKOORDVERKLARING CONCEPT OVEREENKOMST
De inschrijver verklaart middels het indienen en ondertekenen van deze verklaring dat hij volledig en onvoorwaardelijk akkoord gaat met de concept overeenkomst zoals deze is opgenomen in Bijlage D bij dit bestek.
Naam organisatie:
Naam:
Handtekening:
Datum:
BIJLAGE E 3 STANDAARDFORMULIER REFERENTIE(S)
De inschrijver dient zijn referentie(s) te beschrijven in onderstaand format:
Naam organisatie | |
Rechtsvorm organisatie | |
Vestigingsland | |
Contactpersoon | |
Telefoonnummer |
Omschrijving project / opdracht:
Naam, rechtsvorm en vestigingsland van organisatie | |
Contactpersoon en telefoonnummer | |
Omvang (in euro) en duur (begin- en eindtijdstip) van het project | |
Omschrijving van de dienstverlening en het type vervoer |
Naam organisatie (Inschrijver):
Naam:
Handtekening:
Datum:
BIJLAGE E4 STANDAARDFORMULIER INZET VAN EN BEROEP OP DERDEN
Deze verklaring hoeft alleen te worden getekend indien de inschrijver een beroep doet op de beroepsbekwaamheid van andere partijen. In dit formulier kan worden aangeven ten aanzien van welke eisen de inschrijver een beroep doet en op welke partij.
Hierbij verklaart ondergetekende dat de hieronder vermelde holding/ derde namens de inschrijvende partij voldoet aan de aan te geven beroepsbekwaamheideis en hier onvoorwaardelijk op aanspreekbaar is.
Holding / bedrijf :
Naam: | |
Bedrijf: | |
Handtekening: | |
Datum: |
Staat garant voor de onderstaande beroepsbekwaamheideis(en) en overlegt hiervoor indien van toepassing de in het bestek gevraagde bewijsmiddelen.
Eis: | |
Eis: | |
Eis: |
E5 STANDAARDFORMULIER LOOPTIJD INSCHRIJVING
De inschrijver verklaart de overeenkomst voor de opdracht van de exploitatie van het veer Maassluis-Rozenburg aan te willen gaan voor de onderstaande periode. Gaarne de gekozen periode van een handtekening voorzien. Er kan slechts één handtekening worden geplaatst, anders is de inschrijving niet geldig.
Inschrijfperiode | Handtekening |
Van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2032 (15 jaar) | |
Van 1 januari 2018 tot en met maximaal twee jaar na de ingebruikname van de Blankenburgtunnel |
E6 STANDAARDFORMULIER GEVRAAGDE EXPLOITATIEBIJDRAGE PER JAAR
De Inschrijver verklaart voor de exploitatie van het veer Maassluis – Rozenburg voor de in bijlage E5 aangegeven periode het onderstaand aangegeven jaarlijkse bedrag (prijspeil 2017) te vragen als bijdrage voor de exploitatie van het veer.
Gevraagde jaarlijks exploitatiebijdrage | € ………………… |
BIJLAGE F UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT
PM
BIJLAGE G OMZET EN VERVOERGEGEVENS 2012 – 2016
ZIE SEPARAAT BIJGEVOEGDE EXCELSHEETS
BIJLAGE H ONDERHOUD SCHEMA’S
ZIE SEPARAAT BIJGEVOEGDE EXCELSHEETS
BIJLAGE I NOTA VAN UITGANGSPUNTEN
ZIE SEPARAAT BIJGEVOEGDE NOTA VAN UITGANGSPUNTEN
BIJLAGE J SUBSIDIEREGELING MOBILITEIT ZUID-HOLLAND, PARAGRAAF 12 (REVOLVEREND VERENFONDS)
Paragraaf 12 Veerprojecten
Artikel 12.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie
1. Subsidie kan worden verstrekt voor een veerproject.
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een lening.
3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, leiden tot een nieuwe of gerenoveerde veerpont, die zo mogelijk ook duurzaam is.
Artikel 12.2 Doelgroep
Subsidie in de vorm van een lening als bedoeld in artikel 12.1 wordt uitsluitend verstrekt aan de veerexploitanten ten behoeve van de volgende op 24 mei 2016 bestaande veerdiensten (autoveren en voet- en fietsveren) die overwegend forensen en scholieren vervoeren tussen:
-Bergstoep – Streefkerk;
-Gorinchem – Sleeuwijk;
-Gorinchem – Werkendam – Hardinxveld;
-Gorinchem – Woudrichem – Loevestein;
-Gouderak – Moordrecht;
-Hekelingen – Nieuw Beijerland;
-Kaag – Buitenkaag;
-Kinderdijk – Krimpen aan den Lek;
-Kop van ’t Land – Biesbosch Spieringpolder;
-Lekkerkerk – Nieuw Lekkerland;
-Maassluis – Rozenburg;
-Nieuwerkerk a/d IJssel – Kortenoord scoutinggebouw;
-Nieuwerkerk a/d IJssel – Ouderkerk aan de IJssel;
-Puttershoek – Zwijndrecht Groote Lindt;
-Rhoon – Oud Beijerland – Spijkenisse;
-Ridderkerk – Kinderdijk – Krimpen aan de Lek;
-Rijnsaterwoude – Oude Wetering;
-Schoonhoven – Gelkenes;
-Valkenburg – Rijnsburg;
-Vlaardingen Vlietzicht – Maasland Duifpolder;
-Woubrugge – Roelofsarendsveen.
Artikel 12.3 Staatssteun
Subsidie in de vorm van een lening wordt verstrekt met toepassing van:
a. de De-minimisverordening;
b. artikel 36 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, of
c. artikel 37 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
Artikel 12.4 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 12.3, wordt subsidie in de vorm van een lening als bedoeld in artikel 12.1 geweigerd indien:
a. de veerdienst een dienstregeling heeft van minder dan 56 uur per week;
b. het aannemelijk is dat de veerdienst binnen vijf jaar na het indienen van de aanvraag zal worden beëindigd;
c. ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, of
d. de steun verstrekt wordt aan een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
Artikel 12.5 Opschortende voorwaarde
De subsidie in de vorm van een lening wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat ter uitvoering van de subsidieverleningsbeschikking een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Awb met de provincie Zuid-Holland is gesloten.
Artikel 12.6 Subsidievereisten
Onverminderd artikel 12.3 wordt, om voor subsidie in de vorm van een lening als bedoeld in artikel 12.1 in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:
x. xx xxxxxxxx wordt gedurende het gehele jaar op werkdagen ingezet op één of meerdere veerdiensten, genoemd in artikel 12.2, die overwegend forensen en scholieren overzetten;
b. het veerproject heeft een sluitend financieringsplan dat in ieder geval bestaat uit een: investeringsplan en een plan voor de jaarlijkse aflossingen met maximaal een looptijd van de technische levensduur van de nieuwe of gerenoveerde veerpont, waarin de verwachte inkomsten en uitgaven over de volledige looptijd van de lening zijn opgenomen alsmede de eventuele bijdragen van andere bestuursorganen dan Gedeputeerde Staten;
c. de veerexploitant heeft een onderhoudsplan voor de nieuwe of gerenoveerde veerpont gedurende de maximale technische levensduur;
d. uit een onderzoeksrapport dat in opdracht van de veerexploitant is opgesteld door een door de Inspectie Leefomgeving en Transport erkende deskundige, blijkt dat het veerproject en het onderhoudsplan economisch-, technisch- en financieel verantwoord zijn;
e. het veerproject heeft een maatschappelijk belang, dat in ieder geval blijkt uit het overzetten van forensen en scholieren, de reductie van het aantal omrijkilometers of de reductie van uitstoot van het autoverkeer of de veerpont.
Artikel 12.7 Hoogte van de lening
1. De hoogte van de lening bedraagt ten hoogste de kosten van het veerproject.
2. Bij het opstellen van specifieke subsidievoorschriften die worden opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking, waaronder in ieder geval begrepen de hoogte van de lening, de aflossingstermijn en het rentepercentage, is het uitgangspunt dat er geen sprake is van staatssteun die krachtens artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie bij de Europese Commissie aangemeld moet worden.
Artikel 12.8 Rangschikking
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Artikel 12.9 Rentepercentage
Het door de subsidieontvanger te betalen rentepercentage bedraagt 0%, tenzij ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun als bedoeld in artikel 12.3 een hoger percentage noodzakelijk is.
Artikel 12.10 Leningovereenkomst
In een overeenkomst als bedoeld in artikel 12.5 worden in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:
-de constructie van de veerdienst;
-de looptijd van de lening;
-de omstandigheden waaronder de lening gedurende de looptijd voortijdig opeisbaar wordt;
-de termijn waarbinnen de lening moeten worden terugbetaald;
-de te stellen zekerheid voor de lening;
-het door de subsidieontvanger te betalen rentepercentage en de aflossingsbedragen tijdens de looptijd van de lening.
Artikel 12.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd artikel 12.3 en in aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
a. met toepassing van artikel 38, onderdeel c en onderdeel d, onder 2 van de Asv wordt in afwijking van artikel 21, eerste lid, onderdeel a van de Asv, een administratie bijgehouden en op verzoek overgelegd, van aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel b van de Awb;
b. de activiteit wordt uitgevoerd overeenkomstig het projectplan waarop de subsidieverlening betrekking heeft en uiterlijk voltooid op het bij de verlening bepaalde tijdstip;
c. één keer per periode van 12 maanden wordt een tussentijds voortgangsverslag over de activiteit overgelegd indien de lening € 25.000,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van de activiteit meer dan 12 maanden bedraagt;
d. één keer per periode van 12 maanden wordt gedurende de looptijd van de lening een jaarrekening, waarin in ieder geval informatie wordt opgenomen waaruit het debiteurenrisico voor de provincie kan worden afgeleid, overgelegd, alsmede een opgave van het aantal overgezette passagiers, (brom)fietsen, auto’s, vrachtauto’s en bussen;
e. tenzij Gedeputeerde Staten anders bepalen wordt voor een veerproject dat leidt tot een nieuwe veerpont tot zekerheid van de terugbetaling van de lening en betaling van eventueel verschuldigde rente een recht van eerste hypotheek van 100% van de lening aan de provincie verschaft;
f. voor een veerproject dat leidt tot de renovatie van een veerpont wordt tot zekerheid van de terugbetaling van de lening en betaling van eventueel verschuldigde rente een recht van hypotheek, een pandrecht of een bankgarantie van ten minste 50% van de lening aan de provincie verschaft;
g. de nieuwe of gerenoveerde xxxxxxxx wordt gedurende zijn maximale technische of economische levensduur door de subsidieontvanger geëxploiteerd, of, bij het opzeggen of vervallen van het veerrecht, voor overdracht aangeboden aan de nieuwe veerexploitant.
Artikel 12.12 Prestatieverantwoording
Onverminderd hetgeen wordt opgenomen in de overeenkomst als bedoeld in artikel 12.9, toont de subsidieontvanger in ieder geval door middel van een verklaring van oplevering, een activiteitenverslag en beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn verricht.
BIJLAGE K: HUIDIG KAARTASSORTIMENT (2016)
De veerdienst kent drie soorten vervoerbewijzen. Deze worden hieronder verder toegelicht.
Losse tickets
In onderstaand schema een overzicht van de beschikbare losse tickets voor een enkele reis in de automaat. Bij de medewerkers zijn deze tickets ook verkrijgbaar met een toeslag van € 0,25.
Tarieven losse tickets | |
Voetganger | € 0,85 |
(Brom)fiets | € 1,30 |
Motor | € 2,45 |
Auto | € 4,30 |
Vrachtauto/bus | € 9,95 |
Zwaar verkeer | € 19,90 |
Saldopas
Naast de losse tickets is ook een saldopas verkrijgbaar voor enkele reizen. Deze geeft een korting van 30% tot 40%. De pas zelf kost € 3,50.
Tarieven saldopas | |
Voetganger | € 0,59 |
(Brom)fiets | € 0,93 |
Motor | € 1,71 |
Auto | € 2,62 |
Vrachtauto/bus | € 6,01 |
Zwaar verkeer | € 12,02 |
Maandabonnement
Verder is er een maandabonnement beschikbaar. Deze is vanaf 30 enkele reizen per maand goedkoper. Dit abonnement wordt geladen op een saldopas.
Tarieven maandabonnement | |
Voetganger | € 17,75 |
(Brom)fiets | € 27,90 |
Motor | € 51,50 |
Auto | € 78,75 |