ONTWERPOVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN vzw Dienstencentrum voor het Kind - NASCI
BIJLAGE
Bijlage nr. 1 Overeenkomst
ONTWERPOVEREENKOMST TUSSEN
HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
EN
vzw Dienstencentrum voor het Kind - NASCI
Tussen
de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC),
vertegenwoordigd door het College waarvoor optreedt Xxxxxxx Xxxxx, algemeen directeur Xxxxxxx, Gezondheid en Gezin,
enerzijds en
de vzw Dienstencentrum voor het Kind – Nasci (0464.139.357), d’Xxxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx (Xxxxxxxxxx) vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxx, voorzitter,
anderzijds
wordt
- gelet op het collegebesluit nr. 20102011-0033 van 30 september 2010 houdende de goedkeuring van het Lokaal Beleidsplan 2010-2015
- gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies;
- gelet op het collegebesluit nr.08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring;1
- gelet op het collegebesluit nr. 20102011-0226 van 16 december 2010 houdende de subsidiëring van initiatieven in het kader van het Stedelijk Impulsbeleid – deel 4;
overeengekomen wat volgt:
Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen
Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
De vzw Dienstencentrum voor het Kind - NASCI verbindt zich ertoe om met zijn initiatief een bijdrage te leveren tot de realisatie van doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, nl.:
- (kans)armoedebestrijding
- lokaal sociaal beleid
De algemene en specifieke opdrachten van de begunstigde organisatie situeren zich op het vlak van volgende pijlers:
- een huis van vertrouwen zijn voor moeders en kinderen;
- ondersteuning aanbieden, advies verlenen en doorverwijzen naar andere instanties zoals organisaties voor juridische bijstand, opleiding, medische begeleiding en huisvesting, opvoedingsondersteuning…;
- een kader aanbieden voor ontspannende, culturele en didactische activiteiten;
- een vrijwilligerswerking aanbieden gestoeld op diversiteit en verdraagzaamheid.
Artikel 2.- Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen
- functioneren als onthaalpunt in het kader van lokaal sociaal beleid: informeren, verduidelijken, advies geven, doorverwijzen, signaalfunctie naar professionele partners;
- het aanbieden van een zinvolle ondersteuning van kansarme ouders met jonge kinderen zoals babybadjes, kinderanimatie en ‘Mama’s Club’;
- bijdragen tot de maatschappelijke integratie van kansarme gezinnen met jonge kinderen door hen toe te leiden naar voorzieningen en activiteiten en hen op die wijze te laten participeren aan het sociale leven in Brussel;
- zoeken naar sponsoring en eventuele bijkomende financiering.
Artikel 3.- Te bereiken resultaten
De te bereiken resultaten m.b.t. de periode (januari 2011-dec 2011) kunnen als volgt worden omschreven:
- deelname aan het zonaal/lokaal welzijnsoverleg georganiseerd door de Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad;
- een maximaal aantal interventies nastreven;
- samenwerking realiseren met relevante partners;
- een maximaal aantal doorverwijzingen realiseren.
Artikel 4.- Meetindicatoren
- het aantal unieke deelnemers aan ‘Mama’s Club’;
- het aantal gebruikte babybadjes;
- het aantal deelnemers kinderanimatie;
- het aantal doorverwijzingen;
- het aantal vrijwilligers betrokken bij de werking;
- aanwezigheid op het zonaal/lokaal welzijnsoverleg.
Hoofdstuk 2.- Subsidie
Artikel 5.- Bedrag
Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt binnen de perken van de goedgekeurde begroting en binnen de middelen van het beleidsdomein welzijn de subsidie voor de periode januari – december 2011 op 135.000 EUR.
Deze enveloppensubsidie is bedoeld voor de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
Artikel 6.- Betaling
De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven aan de begunstigde organisatie door overschrijving op het rekeningnummer 000-0000000-00 De eerste schijf betreft de periode januari – juni 2011. De tweede schijf betreft de periode juli – december 2011. De betaling van de tweede schijf wordt verricht na ontvangst van de inhoudelijke en financiële verantwoording omschreven in artikel 9.
Artikel 7.- Verbintenis
De begunstigde organisatie verbindt er zich toe om de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
De initiatiefnemer verbindt er zich toe de “visieteksten taal” na te leven en toe te passen.
Artikel 8.- Personeel
Het personeel dat presteert voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven werking wordt aangesteld door de begunstigde organisatie, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidsovereenkomsten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie.
Dit personeel zal uitsluitend werken voor de opdrachten die in de werking kaderen.
De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan geen waarborg geven voor de continuering van de in hoofdstuk 1 omschreven werking na december 2011. De begunstigde organisatie moet de nodige maatregelen treffen om de opzegtermijn voor het personeel, dat gefinancierd is met deze middelen, te eerbiedigen.
Hoofdstuk 3.- Inhoudelijke en financiële verantwoording
Artikel 9.- Verantwoordingsstukken
De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende enveloppensubsidie en het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording.
De inhoudelijke verantwoording bestaat uit het aftoetsen van de behaalde resultaten aan de doelstellingen en opdrachten bepaald in hoofdstuk 1.
De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven.
De administratie stelt voor de financiële verantwoording formulieren ter beschikking. Deze formulieren worden als bijlage bij de overeenkomst gevoegd en dienen verplicht gebruikt te worden.
De begunstigde organisatie zendt tevens de volgende documenten naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor 15 juni van elk jaar.
- een werkingsverslag en een evaluatie van het voorbije jaar
- de jaarrekening van het voorbije jaar
- de begroting van het lopende jaar.
Artikel 10.- Boekhouding
De organisatie verbindt zich er toe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften ter zake.
Voor de jaarrekening van de subsidietrekkers die van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een bedrag groter dan 100.000 EUR ontvangen, is de controle van een commissaris die lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren vereist. Het verslag van de commissaris wordt toegevoegd aan de verantwoording.
Artikel 11.- Reserves
Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen.
Hoofdstuk 4.- Toezicht en sancties
Artikel 12.- Toezicht
De administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie oefent toezicht uit over de aanwending van de subsidies. Dit toezicht brengt het recht met zich mee om de begunstigde organisatie te bezoeken en om kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die met de uitoefening van dit toezicht verband houden.
De begunstigde organisatie verleent haar volle medewerking aan de uitoefening van dit toezicht en bezorgt, op eenvoudig verzoek, aan de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de stukken en bescheiden vermeld in dit artikel.
Artikel 13.- Sancties
De subsidie kan ambtshalve opgeschort worden wanneer:
1. de subsidies worden aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst;
2. de inhoudelijke en/of de financiële verantwoording bedoeld in artikel 9 als onvoldoende wordt beoordeeld;
3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd;
4. onjuiste of bedrieglijke informatie werd verstrekt;
5. het toezicht in artikel 12 werd verhinderd.
In deze gevallen kan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de toegekende en uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de begunstigde organisatie van verdere subsidiëring uitsluiten, onverminderd de toepassing van wettelijke bepalingen inzake het afleggen van onjuiste verklaringen.
De gemotiveerde beslissing van het College of van de gemachtigde ambtenaar tot schorsing of tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie wordt aan de begunstigde organisatie meegedeeld met een aangetekend schrijven, waarin de mogelijkheid en de voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen worden vermeld.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de begunstigde organisatie binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van de beslissing, tegen die beslissing een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De begunstigde organisatie kan daarin uitdrukkelijk verzoeken om gehoord te worden. Het College of de gemachtigde ambtenaar zal binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst van dit bezwaarschrift de eerdere beslissing intrekken of bevestigen.
Als de begunstigde organisatie geen bezwaarschrift binnen de gestelde termijn heeft ingediend of als het College of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing bevestigt, blijft de subsidie geschorst of geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
Als het College of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing intrekt of als de eerdere beslissing binnen de gestelde termijn niet wordt bevestigd, blijft de subsidie behouden.
Hoofdstuk 5.- Overige bepalingen
Artikel 14.- Kennisgevingen
De begunstigde organisatie stelt de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie schriftelijk in kennis van iedere wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement en de samenstelling van de algemene vergadering en raad van bestuur. Deze gegevens worden
samen met de inhoudelijke en financiële verantwoording bezorgd. Het niet naleven van deze verplichting kan aanleiding geven tot de sancties vermeld in artikel 13.
Artikel 15.- Vrijwaring
Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De begunstigde organisatie vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding.
Artikel 16.- Communicatie
De organisatie vermeldt in haar communicatie de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie volgens de modaliteiten van het stijlhandboek zoals omschreven op de website xxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxx.xx.
De organisatie behoort tot categorie C van het stijlhandboek.
Artikel 17.- Rapportering
De begunstigde organisatie verbindt er zich toe gegevens te registreren in de registratietool van de meet- en weetcel zodra deze toepassing operationeel wordt. In een addendum aan deze overeenkomst zullen de modaliteiten van deze registratie en de concreet gevraagde gegevens vastgelegd worden.
Artikel 18.- Betwisting
Elk geschil met betrekking tot het sluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel.
Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.
Artikel 19.- Duur overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2011 en eindigt op 31 december 2011.
De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in onderstaande gevallen:
- van rechtswege, indien de begunstigde organisatie wordt ontbonden;
- bij wijziging van de doelstellingen van de begunstigde organisatie;
- in onderling akkoord tussen de begunstigde organisatie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
Opgemaakt in twee exemplaren te Brussel op 16 december 2010. Elke partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben.
Namens het College van de Namens de vzw Dienstencentrum Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het Kind – NASCI
Xxxxxxx XXXXX Xxxxx XXXXXX
Algemeen directeur Voorzitter
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de subsidiëring van initiatieven in het kader van het Stedelijk Impulsbeleid - deel 4 nr. 20102011-0226 van 16-12-2010
De collegeleden,
Xxxxx DE LILLE Xxxxxxxx XXXXXXXX Xxxx-Xxx XXXXXXX