Sponsoring Reglement
Sponsoring Reglement
Nederlandse Frisbee Bond
Sponsoring Reglement Nederlandse Frisbee Bond Pagina 2 van 6
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1 – Reglement en toepasselijke bepalingen 2
Artikel 2 – Sponsoringovereenkomst 3
Artikel 3 – Communicatiemogelijkheden van de bond 3
Artikel 4 – Communicatiemogelijkheden van verenigingen van de bond 3
Artikel 5 – Communicatiemogelijkheden van organisatoren van sportwedstrijden 4
Artikel 6 – Communicatiemogelijkheden van verenigingsleden 4
Artikel 7 – Reclame-uitingen tijdens sportwedstrijden 5
Artikel 8 – Communicatiemogelijkheden (inter)nationale sportwedstrijden 5
Artikel 9 – Naamskoppeling 5
Artikel 10 – Geschillen 6
Artikel 11 – Schadevergoeding 6
Artikel 12 – Overtreding 6
Artikel 1 – Reglement en toepasselijke bepalingen
1. Dit reglement is van toepassing op alle sponsoringovereenkomsten die binnen het verband van de bond worden aangegaan ter zake van de frisbeesport in de meest brede zin van het woord, daaronder begrepen wedstrijden, toernooien en evenementen (hierna aan te duiden als: sportwedstrijden) die door de Nederlandse Frisbee Bond worden georganiseerd, dan wel onder zijn auspiciën of met zijn instemming worden gehouden.
2. Dit reglement is van toepassing op alle reclame-uitingen:
a. gedurende één uur vóór de sportwedstrijd, tijdens de sportwedstrijd en tot één uur na de sportwedstrijd op de wedstrijdlocatie waar de sportwedstrijd wordt gehouden;
b. aangebracht aan of op attributen op een wedstrijdlocatie;
c. op kleding, waaronder begrepen de wedstrijdkleding en het uitgaanstenue van verenigingsleden en individuele leden;
d. waarbij de naam van de sponsor wordt gekoppeld aan de naam van een vereniging;
e. waarbij de naam van een sponsor wordt gekoppeld aan de naam van een sportwedstrijd.
3. Dit reglement is van toepassing op de leden van de bond en zijn werknemers, alsmede - voor zover geen lid - op begeleiders van leden en krachtens overeenkomst op sponsors en organisatoren van sportwedstrijden.
4. In dit reglement wordt verstaan onder een ‘sponsoringovereenkomst’ elke overeenkomst waarbij de bond of een lid van de bond in relatie tot de frisbeesport een overeenkomst met een sponsor aangaat, waarbij aan die sponsor uit de beoefening van de frisbeesport voortvloeiende communicatiemogelijkheden in de vorm van reclame-uitingen worden overeengekomen, waarvoor de bond of het lid van de bond als tegenprestatie geld en/of een op geld waardeerbare prestatie ontvangt, dan wel geen tegenprestatie ontvangt.
5. In dit reglement wordt onder ‘een reclame-uiting’ verstaan: elke in het kader van dit artikel door een sponsor gedane mededeling waarbij deze in woord, met beeld en/of geluid of via een logo reclame maakt voor zijn onderneming en/of voor zijn producten en/of voor zijn diensten.
6. In dit reglement wordt onder ‘logo’ verstaan: het woord en/of beeldmerk van de sponsor.
7. Op sponsoringovereenkomsten zijn mede van toepassing:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de bond;
b. de door het bondsbestuur van xx xxxx – of mede namens hem door NOC*NSF – met nationale en internationale zendgemachtigden over sportuitzendingen of -registraties gemaakte afspraken;
c. de door World Flying Disc Federation (WFDF, alsmede EUF & PDGA) gehanteerde sponsoringbepalingen;
d. de Mediawet 2008, het Mediabesluit 2008 en daarmee samenhangende regelingen, waaronder die met betrekking tot sportuitzendingen en –registraties en sluikreclame;
e. het Mediationreglement, het Arbitragereglement en het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
f. gemeentelijke verordeningen van de desbetreffende gemeente.
Artikel 2 – Sponsoringovereenkomst
1. Een sponsoringovereenkomst mag noch naar de letter noch naar de geest in strijd zijn met de statuten, dit Sponsoringreglement en de overige reglementen van de bond.
2. In een sponsoringovereenkomst dient het Nederlands recht van toepassing te zijn verklaard en de Nederlandse rechter als de bevoegde rechter te zijn aangewezen, dan wel de Arbitragecommissie van de Stichting Instituut Sportrechtspraak als de bevoegde arbitragecommissie. Dit Sponsoringreglement dient in de overeenkomst integraal van toepassing te worden verklaard.
3. In de sponsoringovereenkomst dienen de wederzijdse rechten en verplichtingen volledig en op juiste wijze te zijn omschreven, welke rechten en verplichtingen geheel moeten blijken uit hetzij de overeenkomst, hetzij uit een bijlage bij die overeenkomst.
4. Het bondsbestuur kan leden voor het aangaan van bepaalde sponsoringovereenkomsten het verplicht gebruik van modelovereenkomsten voorschrijven.
5. Het lid dient de inkomsten uit sponsoring in zijn boekhouding te verantwoorden.
Artikel 3 – Communicatiemogelijkheden van de bond
1. De bond komen met uitsluiting van anderen de navolgende communicatiemogelijkheden toe:
a. het gebruik van zijn naam en beeldmerk;
b. alle reclame-uitingen voor, tijdens en na afloop van (alle onderdelen van) o.a. de navolgende wedstrijdsporten:
- Nationale kampioenschappen;
- door de bond georganiseerde competities en sportwedstrijden;
- sportwedstrijden waarvan de organisatie door de WFDF, EUF & PDGA aan de bond is opgedragen of waarna de organisatie door de bond voortvloeit uit de reglementen van de WFDF, EUF & PDGA;
- Europese en Wereldkampioenschappen, voor zover in Nederland gehouden en niet exclusief toebehorend aan de WFDF, EUF & PDGA.
c. reclame-uitingen op reclameborden, spandoeken, vlaggen en wimpels tijdens de onder b. bedoelde sportwedstrijden;
d. deelname aan internationale sportwedstrijden van door de bond geselecteerde verenigingsleden en individuele leden;
e. door de xxxx verzorgde wedstrijduitslagen en ranglijsten.
2. De bond is bevoegd voor de in lid 1 bedoelde communicatiemogelijkheden op basis van exclusiviteit met sponsors sponsoringovereenkomsten aan te gaan en aan hen
branche-exclusiviteit te verlenen, welke overeenkomsten en exclusiviteit door de leden dienen te worden gerespecteerd.
3. Indien de bond zijn communicatiemogelijkheden benut, berusten de rechten hiervan met uitsluiting van anderen bij de bond. Xxxxxxxx komt met uitsluiting van anderen het auteursrecht op afbeeldingen van een vertegenwoordigend team aan de bond toe.
Artikel 4 – Communicatiemogelijkheden van verenigingen van de bond
1. Verenigingen zijn bevoegd de eigen communicatiemogelijkheden van hun vereniging te benutten voor sponsoring, mits die communicatiemogelijkheden krachtens dit reglement niet aan anderen zijn voorbehouden.
2. Een vereniging kan voor specifieke groepen van haar leden afzonderlijke sponsoringovereenkomsten aangaan. Een overeengekomen reclame-uiting dient voor die groep identiek te zijn.
3. Een vereniging kan met in achtneming van het in artikel 9 bepaalde met een sponsor naamskoppeling overeenkomen.
Artikel 5 – Communicatiemogelijkheden van organisatoren van sportwedstrijden
1. Organisatoren van sportwedstrijden zijn bevoegd de eigen communicatiemogelijkheden van de sportwedstrijd te benutten voor sponsoring, mits die communicatiemogelijkheden krachtens dit reglement niet aan anderen zijn voorbehouden.
2. Aan een organisator van een sportwedstrijd komen de volgende communicatiemogelijkheden toe:
a. vermelding van diens naam en/of logo op toegangskaarten en/of programmaboekjes;
b. vermelding van de naam en/of logo van de sponsor van de sportwedstrijd op toegangskaarten en/of programmaboekjes;
c. reclame-uitingen op reclameborden, spandoeken, vlaggen en wimpels tijdens de sportwedstrijd, voor zover die communicatiemogelijkheden niet aan de bond of in relatie tot de sportwedstrijd niet aan de verenigingen toebehoren of met betrekking tot de Olympische Spelen niet aan het IOC of NOC*NSF toebehoren;
d. het met betrekking tot de sponsor of diens producten of diensten doen van geluidsmededelingen;
e. het vertonen van visuele reclame-uitingen op beeld- en/of wandschermen.
Artikel 6 – Communicatiemogelijkheden van verenigingsleden
1. Met inachtneming van dit reglement zijn verenigingsleden bevoegd sponsoringovereenkomsten aan te gaan die betrekking hebben op deelname aan de frisbeesport en hun voorbereiding daarop.
2. Een verenigingslid gaat – met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 - geen sponsoringover- eenkomst aan met betrekking tot communicatiemogelijkheden die uitsluitend de bond, een vereniging en/of een organisator van een sportwedstrijd, dan wel de WFDF, EUF & PDGA, of met betrekking tot de Olympische Spelen aan het IOC of NOC*NSF toebehoren.
3. Aan een verenigingslid komt met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 de navolgende reclame-uitingen toe:
a. een logo van één of meer sponsor op zijn wedstrijduitrusting;
b. een logo van één of meer sponsor op zijn attributen;
c. een logo van één of meer sponsors op zijn trainingskleding of vrije tijdskleding die buiten de wedstrijdlocatie wordt gedragen.
d. een logo van één of meer sponsors op petten, dassen of tassen;
e. deelnemen aan promotionele activiteiten van de sponsor, met dien verstande dat de sponsor van het verenigingslid te allen tijde gehouden is het verenigingslid toe te staan dat deze deelneemt aan promotionele activiteiten van een sponsor van de bond;
f. een door het verenigingslid aan de sponsor verleend recht om de naam van het verenigingslid te gebruiken voor reclamedoeleinden en/of voor onder de naam van het verenigingslid op de markt gebrachte producten of diensten, al dan niet met een afbeelding van het verenigingslid op producten.
4. De door of namens het verenigingslid aangebrachte reclame-uitingen dienen te voldoen aan de in dit reglement daaraan gestelde voorwaarden. De reclame-uitingen dienen tevens te voldoen aan de sponsoringbepalingen van de WFDF, EUF & PDGA en aan de sponsoringbepalingen van de bond, mits de sponsoringbepalingen van die sportbond niet in strijd zijn met de sponsoringbepalingen van de WFDF, EUF & PDGA, in welk geval de sponsoringbepalingen van de WFDF, EUF & PDGA gelden.
5. De reclame-uitingen op de trainingskleding of vrije tijdskleding van het verenigingslid mag ook zijn aangebracht op de vrije tijdskleding van de begeleider van het verenigingslid.
6. Indien een verenigingslid tijdens een sportwedstrijd in strijd handelt met een door de bond, een vereniging en/of door een organisator van een sportwedstrijd gesloten sponsoringovereenkomst, kan degene die namens de bond daartoe bevoegd is het verenigingslid opdragen de conflicteren-de reclame-uitingen te verwijderen of - indien niet ontsierend – af te plakken.
7. Een door een lid te sluiten sponsoringovereenkomst behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bondsbestuur.
Artikel 7 – Reclame-uitingen tijdens sportwedstrijden
1. De reclame-uitingen tijdens een sportwedstrijd dienen tevens te voldoen aan de sponsoringbepalingen van de WFDF, EUF & PDGA en aan het bepaalde in dit Reglement.
2. Indien een sportwedstrijd door een zendgemachtigde wordt geregistreerd, dienen de communicatiemogelijkheden tijdens de sportwedstrijd te voldoen aan de Mediawet, aan het Mediabesluit en aan de daarmee samenhangende regelingen alsmede aan de met een zendgemachtigde gemaakte afspraken.
Artikel 8 – Communicatiemogelijkheden (inter)nationale sportwedstrijden
1. Alle communicatiemogelijkheden die betrekking hebben op het deelnemen van leden van na- tionale teams aan internationale sportwedstrijden komen met uitsluiting van anderen alleen de bond toe.
2. Die communicatiemogelijkheden hebben ook betrekking op prijsuitreikingen, ceremonies protocollair, de reis naar en van de sportwedstrijd, op de verblijfplaats tijdens de sportwedstrijd, waaronder begrepen in hotels of andere verblijfplaatsen, op de presentatie als nationale ploeg of andere gezamenlijke bijeenkomsten, tijdens persconferenties, t.v.-uitzendingen, optredens als deelnemer van de delegatie, etc.
3. De bond kan op grond van met sponsors gesloten overeenkomsten de aan genoemde sportwedstrijden deelnemende verenigingsleden of individuele leden in een deelnemingsovereenkomst verplichten gebruik te maken van door sponsors van de bond in bruikleen ter beschikking gestelde wedstrijdkleding, vrije tijdskleding en uitgaanstenue, wedstrijdmateriaal en attributen en mede te werken aan door de bond met de sponsor overeengekomen reclame-uitingen, zulks met uitzondering van het aan het verenigingslid of individueel lid toekomende portretrecht.
4. Het lid zal in de overeenkomst met zijn sponsor een beding opnemen dat de door het lid aan zijn sponsor verleende communicatiemogelijkheden niet kunnen worden uitgeoefend voor de duur dat de WFDF, EUF & PDGA en de bond met hun sponsors de in lid 3 bedoelde communicatiemogelijkheden zijn overeengekomen. In dat geval prevaleren de verplichtingen jegens de bond en zijn sponsors.
5. Het lid zal in de overeenkomst met zijn sponsor voorts een beding opnemen dat de door het lid aan zijn sponsor verleende communicatiemogelijkheden niet kunnen worden uitgeoefend voor de duur dat NOC*NSF met het oog op deelname aan de Olympische Spelen met zijn sponsors communicatiemogelijkheden zijn overeengekomen en/of voor de duur dat het IOC met zijn sponsors verplichtingen is overeengekomen. In dat geval prevaleren de verplichtingen van onderscheidenlijk NOC*NSF en IOC jegens hun sponsors.
6. Het in dit artikel bepaalde geldt niet alleen voor het lid maar ook voor de begeleiders van verenigingsleden en individuele leden.
Artikel 9 – Naamskoppeling
1. De koppeling van de naam van één sponsor of van zijn naam, product of dienst aan de naam van een vereniging is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van het bondsbestuur. Naamskoppeling kan voor de overeengekomen duur slechts met één sponsor tegelijk worden overeengekomen. Naamskoppeling aan een sportwedstrijd is toegestaan.
2. Het verzoek om naamskoppeling wordt schriftelijk gedaan bij het bondsbestuur onder overlegging van de volledige sponsoringovereenkomst waarin de naamskoppeling is overeengekomen, van een recent uittreksel uit het Handelsregister wanneer de onderneming van de sponsor daarin is ingeschreven, alsmede van die bescheiden die het bondsbestuur gewenst acht. Een verzoek tot naamskoppeling wordt niet eerder in behandeling genomen dan na ontvangst van een jaarlijks door het bondsbestuur vastgesteld bedrag aan administratiekosten.
3. Het bondsbestuur kan zijn goedkeuring aan een naamskoppeling onder meer, doch niet uitsluitend onthouden wanneer:
a. de naamskoppeling in strijd is met de statuten, reglementen of besluiten van de xxxx;
b. de naamskoppeling in strijd is met de statuten, reglementen of besluiten van de WFDF, EUF & PDGA;
c. de naamskoppeling bij het publiek, leden en sponsors tot verwarring kan leiden, dan wel een verkeerde indruk kan wekken of misleidend is;
d. de naamskoppeling in strijd is met algemeen geldende fatsoensnormen, de goede smaak, de goede zeden of openbare orde;
e. de naamskoppeling een politiek karakter heeft of tot het uitdragen van een boodschap leidt die strijdig is met de goede naam van de bond of van de frisbeesport;
f. de naamskoppeling in strijd is met de belangen van de bond of van een lid van de bond.
4. Het bondsbestuur kan aan het verlenen van toestemming voor een naamskoppeling voorwaarden verbinden. Een toestemming wordt schriftelijk verleend.
5. Een overeenkomst, waarbij naamskoppeling wordt overeengekomen, wordt door partijen gesloten onder de opschortende voorwaarde dat die overeenkomst niet eerder tot stand komt dan nadat het bondsbestuur toestemming voor de naamskoppeling heeft verleend. Voor die datum mogen partijen en zal de bond geen uitvoering aan die overeenkomst geven.
6. Een vereniging kan alleen naamskoppeling met een sponsor voor diens naam, product of dienst per kalenderjaar overeenkomen voor de duur van ten miste één kalenderjaar.
7. Koppeling van de naam van een sponsor, zijn product en/of dienst aan de naam van een verenigingslid of individueel lid is niet toegestaan.
8. De bond zal na een verleende toestemming de vereniging met haar naamskoppeling in zijn wedstrijduitslagen en ranglijsten vermelden.
Artikel 10 – Geschillen
1. Indien zich tussen enerzijds de bond, een vereniging, een organisator of een verenigingslid of anderzijds een sponsor een geschil voordoet met betrekking tot een tussen hen gesloten sponsoringovereenkomst, zullen partijen eerst zelf onder leiding van een mediator trachten tot een oplossing van hun geschil te komen en die oplossing in een vaststellingsovereenkomst vastleggen.
2. De mediation geschiedt met inachtneming van het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak die ook de mediatior aanwijst.
3. Er is sprake van een geschil zodra één partij aan een andere partij schriftelijk mededeelt dat er sprake is van een geschil.
4. Indien een partij of de mediator op enig moment tijdens de mediation de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst niet haalbaar acht, staat het de meest belanghebbende partij vrij het geschil naar aanleiding van de sponsoringovereenkomst of daaruit voortvloeiende overeenkomst(en) ter beslechting voor te leggen aan de Arbitragecommissie van het Instituut Sportrechtspraak. Van een uitspraak van de Arbitragecommissie staat geen beroep open.
5. Partijen verplichten zich dit artikel in hun sponsoringovereenkomst op te nemen.
6. Het bepaalde in lid 1 t/m 4 van dit artikel is niet van toepassing op een geschil over het door de bond niet verlenen van toestemming dan wel over de voorwaarden die door de bond worden gesteld aan het wel verlenen van een toestemming. Deze geschillen kunnen niet aan mediation worden onderworpen.
Artikel 11 – Schadevergoeding
1. Aan mediaton, alsook aan de uitspraak van de Arbitragecommissie of van een burgerlijke rechter, kan noch door een lid, een begeleider, een sponsor, een organisator noch door de gesponsorde, noch door derden een recht op schadevergoeding jegens de bond worden ontleend.
Artikel 12 – Overtreding
1. Indien een lid dit reglement overtreedt kan het bondsbestuur hiervan aangifte doen bij de tuchtcommissie overeenkomstig het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak.