INHOUDSOVERZICHT
ALGEMENE VOORWAARDEN
INCLUSIEF HAVENTARIEVEN
2020
INHOUDSOVERZICHT
§ 1 ALGEMEEN
Artikel 1 Definities
Artikel 2 Toepasselijkheid
Artikel 3 Totstandkoming van de overeenkomst en hoofdelijkheid Artikel 4 Uitvoering van de diensten
§ 2 ZEEHAVENGELD, BOEIEN-, PALEN- EN OPENBARE KADEGELD EN BIJDRAGE AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN
§ 2.1 Algemeen
Artikel 5 Facturering en betaling Artikel 6 Kosten en rente
§ 2.2 Zeehavengeld
Artikel 7 Verschuldigdheid van zeehavengeld Artikel 8 Tarieven van zeehavengeld
Artikel 9 Opgave van gegevens Artikel 10 Zekerheidstelling
Artikel 11 Geen of onjuiste opgave Artikel 12 Korting
Artikel 13 Vrijstellingen
Artikel 14 Facturering zeehavengeld
Artikel 15 Bijzonderheden bij de berekening
§ 2.3 Boeien-, palen- en openbare kadegeld Zeeschepen
Artikel 16 Verschuldigdheid van boeien-, palen- en openbare kadegeld
§ 2.4 Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
Artikel 17 Verschuldigdheid van Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen Artikel 18 Tarieven bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
Artikel 19 Melding van gegevens Artikel 20 Vrijstellingen
2
§ 3 BINNENHAVENGELD
Artikel 21 Verschuldigdheid van binnenhavengeld Artikel 22 Tarieven van binnenhavengeld
Artikel 23 Opgave van gegevens Artikel 24 Geen of onjuiste opgave Artikel 25 Vrijstellingen
Artikel 26 Facturering en betaling Artikel 27 Kosten en rente
Artikel 28 Bijzonderheden bij de berekening Artikel 29 Restitutie
§ 4 OVERIGE ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 30 Ligplaatsen Artikel 31 Tarieven en btw Artikel 32 Verontreiniging
Artikel 33 Aansprakelijkheid
Artikel 34 Overmacht
Artikel 35 Vrijwaring
Artikel 36 Opschorting en ontbinding
Artikel 37 Verwijderen van Zee- en/of Binnenschip Artikel 38 Toepasselijk recht en geschillen
Artikel 39 Ongeldigheid van een of meer bepalingen Artikel 40 Wijzigen voorwaarden en tarieven
Bijlage 1: Haventarieven
Bijlage 2: Rekenvoorbeelden
Bijlage 3: Zeehavengebied
Bijlage 4: Binnenhavengebied
§ 1 ALGEMEEN
Artikel 1 Definities
In deze Algemene Voorwaarden Zeehavengeld, Binnenhavengeld en Bijdrage Afvalstoffen Zeeschepen en de daarvan deel uitmakende bijlagen en tarieventabellen wordt verstaan onder:
a. Bunkeren het door een Zeeschip innemen van brandstof voor
eigen gebruik;
b. Car carrier een Zeeschip dat blijkens de bouw en inrichting is
bestemd en geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt voor het vervoer van auto’s, bussen en/of vrachtwagens al dan niet in combinatie met ander rollend materieel;
c. Lading alle door een Zee- of Binnenschip geloste en ingenomen, dan wel voortgetrokken of voortgeduwde goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en zelfdrijvende laadbakken uitgedrukt in Tonnen, met uitzondering van Restow en handbagage van passagiers, voor zover deze tegelijk met de passagiers op hetzelfde schip wordt vervoerd, alsmede ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden;
d. Vrachtschip een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of
wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;
e. Cliënt de natuurlijke of rechtspersoon die met een schip gebruik maakt van de Haven, dan wel andere diensten van HbR NV afneemt, waaronder mede begrepen de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, de agent, alsmede degene die als vertegenwoordiger van voornoemde personen voorbereidende handelingen jegens HbR NV heeft verricht ter voorbereiding van voornoemd gebruik of afname van diensten;
f. Containerschip een Zeeschip dat blijkens de bouw en inrichting
exclusief is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van containers;
g. Ruwe olie ruwe aardolie en ruwe oliën uit bitumineuze mineralen als bedoeld onder nr. 27.09 van de gecombineerde nomenclatuur bedoeld in artikel 1 van de Verordening (EEG) nr. 2658/87, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 256 van 7 september 1987, zoals nadien gewijzigd;
h. Cruiseschip een Zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt
gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen, die om toeristische redenen, in hoofdzaak gelegen in de zeereis zelf, deelnemen aan die zeereis;
i. Laadvermogen het in Tonnen uitgedrukte verschil tussen de
zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het lege schip;
j. Baggerschip een Zee- of Binnenschip dat uitsluitend is bestemd en
wordt gebruikt voor baggeren;
k. Vissersschip een Zee- of Binnenschip dat uitsluitend is bestemd of
wordt gebruikt voor het vangen van vis of van andere levende rijkdommen op zee;
l. Bruto Ton, BT de eenheid voor de bruto inhoud van een Zeeschip
zoals bedoeld in het Verdrag inzake de meting van schepen, London 1969 (Trb. 1979, nr. 122 en 194);
m. Havenmeester de door het college van burgemeester en wethouders
aangewezen havenmeester van Rotterdam, tevens hoofd van de divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en rijkshavenmeester;
n. HbR NV Havenbedrijf Rotterdam N.V.;
o. Achterland alle landinwaarts gelegen bestemmingen, die geen
directe verbinding hebben met open zee en die zijn gelegen buiten een straal van 25 kilometer, gerekend vanaf de grens van het gebied van de Haven, als aangegeven op de kaart die als Bijlage 3 aan deze algemene voorwaarden is gehecht;
p. Woon- of bedrijfsschip
een woon- of bedrijfsschip als bedoeld in de Verordening liggeld voor woonschepen van de gemeente Rotterdam;
q. Binnenhaven- gebied
de havens, terreinen, wateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen van HbR NV, alsmede van de partijen met wie HbR NV een samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de berekening en inning van zeehavengeld en/of binnenhavengeld heeft gesloten.
Het Binnenhavengebied is aangegeven op de kaart die als Bijlage 4 aan deze algemene voorwaarden is gehecht;
r. Binnenschip een schip dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt
voor de vaart op de binnenwateren;
s. Passagiersschip een Binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of
wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
t. Pleziervaartuig een niet bedrijfsmatig geëxploiteerd Zee- of
Binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;
u. Haven de havens, terreinen, wateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen van HbR NV, alsmede van de partijen met wie HbR NV een samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de berekening en inning van zeehavengeld en/of binnenhavengeld heeft gesloten. Het gebied van de Haven is aangeven op de kaart die als Bijlage 3 aan deze algemene voorwaarden is gehecht;
v. Restow het tijdelijk lossen van Lading van een Zeeschip teneinde ruimte aan boord te creëren voor het lossen of laden van andere Lading waarna de tijdelijk geloste Lading weer aan boord van hetzelfde Zeeschip wordt teruggenomen;
w. Roll-on/Roll-off schip
een Zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van Lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over een tot de vaste uitrusting van het schip behorende en speciaal daarvoor uitgeruste laadklep;
x. Ropax schip een Zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt
gebruikt voor het transport van zowel personen als Roll-on/Roll-off Lading en dat wordt behandeld op een terminal die mede als passagiersterminal is ingericht;
y. Zeeschip elk schip of Vaartuig dat wordt gebruikt of is bestemd
voor de vaart buitengaats, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet, alsmede elk schip of Vaartuig dat in verband met sloop of voorgenomen sloop voor de vaart buitengaats niet meer wordt gebruikt of de bestemming daartoe heeft verloren;
z. Scheepsreparatie- inrichting
een inrichting hoofdzakelijk bedoeld voor het verrichten van herstellingen aan Zeeschepen en voorzien van speciaal voor dat doel bestemde en in gebruik zijnde ligplaatsen;
aa. Ton een massa van 1.000 kilogram;
bb. Buitengaats brengen
het buitengaats brengen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet;
cc. Sleepboot een Zee- of Binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd
of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere Vaartuigen;
dd. Vaartuig elk drijvend lichaam niet zijnde een elders in dit artikel
gedefinieerd scheepstype, dat wegens zijn drijfvermogen is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer te water of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam één geheel vormen;
ee. Oorlogsschip een Zeeschip dat ten behoeve van de Koninklijke Marine
of de marine van een vreemde mogendheid wordt gebezigd, waarover een militair ter zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;
ff. Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
de bijdrage in de kosten van het in de haven in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, verschuldigd voor de afgifte van oliehoudend scheepsgebonden afval (Xxxxx X - Marpol 73/78) en vast scheepsgebonden afval (Annex V – Marpol 73/78)
Artikel 2 Toepasselijkheid
2.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op ieder gebruik van de Haven en/of het Binnenhavengebied door Cliënt en alle overeenkomsten waarbij HbR NV diensten aan Cliënt verleent, en op aanbiedingen en offertes van HbR NV, tenzij partijen schriftelijk anders overeenkomen.
2.2 Voor zover niet schriftelijk en uitdrukkelijk anders is overeengekomen doet Cliënt afstand van de toepasselijkheid van eventuele eigen algemene voorwaarden en wijst HbR NV de toepasselijkheid van algemene voorwaarden van Cliënt uitdrukkelijk van de hand.
2.3 Wijzigingen en/of afwijkingen ten opzichte van deze algemene voorwaarden, binden HbR NV alleen als HbR NV die wijzigingen en/of afwijkingen schriftelijk en uitdrukkelijk heeft aanvaard.
Artikel 3 Totstandkoming van de overeenkomst en hoofdelijkheid
3.1 Een overeenkomst tussen HbR NV en Cliënt komt tot stand wanneer (i) HbR NV een order of opdracht van Cliënt schriftelijk en uitdrukkelijk heeft aanvaard,
(ii) wanneer Cliënt overeenkomstig de artikelen 9 en 23 van deze algemene voorwaarden opgave van gegevens doet, (iii) vanaf het moment dat Cliënt feitelijk van de dienstverlening door HbR NV gebruik maakt of (iv) vanaf het
moment dat Cliënt met een schip of Vaartuig gebruik maakt van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten van de Haven of het Binnenhavengebied.
3.2 De verschillende in artikel 1 sub e als Cliënt aangemerkte personen worden als hoofdelijk debiteur aangemerkt met betrekking tot de nakoming van alle verplichtingen van Cliënt jegens HbR NV.
Artikel 4 Uitvoering van de diensten
4.1 Onder diensten in de zin van deze algemene voorwaarden vallen niet de activiteiten die HbR NV en/of de Havenmeester verricht in het kader van hun publieke taken waarvoor een specifieke publiekrechtelijke grondslag geldt, tenzij HbR NV deze activiteiten onder dezelfde juridische voorwaarden als particuliere economische subjecten verricht.
4.2 HbR NV is gerechtigd de in deze algemene voorwaarden genoemde diensten naar eigen inzicht te verrichten.
4.3 HbR NV zal zich naar beste kunnen inspannen de dienstverlening met zorg uit te voeren.
4.4 Als omstandigheden dat naar het inzicht van HbR NV noodzakelijk maken, is HbR NV gerechtigd bij het verrichten van diensten gebruik te maken van andere dan de overeengekomen zaken, dan wel daarbij derden in te schakelen, voor zover dat de kwaliteit van de
prestatie als geheel niet nadelig beïnvloedt.
4.5 Cliënt aanvaardt hierbij dat omstandigheden als bedoeld in artikel 4.4, en ook onvoorziene omstandigheden (zoals onder meer een tekort aan ligplaatsen) het overeengekomen of verwachte tijdstip waarop de diensten zullen worden voltooid, kunnen beïnvloeden.
4.6 Cliënt zal HbR NV steeds tijdig alle gegevens verstrekken en medewerking verlenen die voor een deugdelijke uitvoering van de dienstverlening en facturering noodzakelijk zijn.
4.7 Als Cliënt de noodzakelijke gegevens niet of niet tijdig aan HbR NV verstrekt, heeft HbR NV in ieder geval het recht de uitvoering van de dienstverlening op te schorten.
§ 2 ZEEHAVENGELD BOEIEN-, PALEN- EN OPENBARE KADEGELD EN BIJDRAGE AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN
§ 2.1 Algemeen
Artikel 5 Facturering en betaling
5.1 Zeehavengeld, boeien-, palen- en openbare kadegeld en de Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen worden door HbR NV aan Cliënt gefactureerd met één
gezamenlijke factuur.
5.2 Cliënt is verplicht het aan HbR NV verschuldigde bedrag te betalen na ontvangst van de factuur en wel binnen acht kalenderdagen na de factuurdatum. Xxxxxxxx vindt plaats door overboeking van het op de factuur vermelde totaalbedrag naar de bankrekening van HbR NV die op de factuur wordt vermeld. Betaling kan ook plaatsvinden door middel van een standaard Europese incasso of een zakelijke Europese incasso. Het factuurbedrag wordt in dat geval afgeschreven met een valutadatum 14 kalenderdagen na de factuurdatum.
5.3 Geschillen tussen HbR NV en Cliënt geven Cliënt niet het recht betaling op te schorten.
Artikel 6 Kosten en rente
Als Cliënt niet binnen de in artikel 5.2 genoemde termijn betaalt, is hij van rechtswege in verzuim en heeft HbR NV het recht om over het gehele verschuldigde bedrag de rente ex artikel 6:119a BW van de vervaldag af in rekening te brengen. Alle (buiten) gerechtelijke kosten door HbR NV gemaakt met betrekking tot de invordering van het door Cliënt verschuldigde en niet tijdig betaalde, zijn voor rekening van Xxxxxx. Voornoemde kosten worden vastgesteld op 15% van het in te vorderen bedrag, tenzij HbR NV aantoont dat de door haar gemaakte kosten hoger zijn.
§ 2.2 Zeehavengeld
Artikel 7 Verschuldigdheid van zeehavengeld
7.1 Als Cliënt met een Zeeschip gebruik maakt van de Haven, dan wel in dat verband andere diensten van HbR NV afneemt, is hij aan HbR NV zeehavengeld verschuldigd.
7.2 Cliënt is het zeehavengeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten van de Haven of van de dienst-verlening in dat verband door HbR NV.
Artikel 8 Tarieven van zeehavengeld
8.1 Het door Xxxxxx verschuldigde zeehavengeld wordt berekend volgens de systematiek die is vastgelegd in Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden.
8.2 Bij de toepassing van die systematiek wordt uitsluitend gerekend met volle eenheden van de inhoud uitgedrukt in Bruto Tonnen (BT) aan de hand van het International Tonnage Certificate (ITC) en Lading uitgedrukt in metrische Tonnen.
Artikel 9 Opgave van gegevens
9.1 Uiterlijk 72 uur na het vertrek van het Zeeschip uit de Haven moet Cliënt opgave doen aan HbR NV van alle
gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van het verschuldigde zeehavengeld. De opgave moet worden gedaan via de door HbR daartoe opengestelde webportal met behulp van de voor-ingevulde opgave die daar door HbR NV beschikbaar wordt gesteld. De opgave moet waar nodig door Cliënt volledig worden gemaakt.
9.2 Als het verblijf van het Zeeschip in de Haven langer dan een periode van twee maanden duurt, moet Cliënt direct na het verstrijken van die periode opgave doen op de manier zoals beschreven in artikel 9.1. De opgave moet betrekking hebben op de periode tot aan het moment van die opgave. Voor iedere maand of gedeelte daarvan dat het verblijf van het Zeeschip daarna voortduurt, moet Cliënt steeds uiterlijk op de laatste dag van de maand opnieuw opgave doen op de manier zoals beschreven in artikel
9.1. Als het Zeeschip eerder dan het einde van de maand vertrekt ontstaat de plicht om opgave te doen op de dag van vertrek.
9.3 Cliënt moet het aantal overgeslagen Tonnen Lading kunnen aantonen. Cliënt moet op eerste verzoek van HbR NV inzage verlenen in dan wel afschrift verschaffen van alle documenten met betrekking tot de overslaggegevens die van belang zijn voor de betaling en inning van zeehavengeld. Als Cliënt geen volledige inzage verleent, of afschrift daarvan
verschaft, wordt het zeehavengeld berekend met toepassing van het tarief dat tot het hoogst te betalen bedrag leidt. In dat geval is Cliënt over dat bedrag ook een toeslag verschuldigd van 25%.
Artikel 10 Zekerheidstelling
Cliënt moet voorafgaand aan het doen van de in artikel 9.1 bedoelde opgave zekerheid stellen door middel van een borgstelling of een bankgarantie. Deze vereiste is niet van toepassing als voor het betalen van aan HbR NV verschuldigd zeehavengeld gebruik wordt gemaakt van een zakelijke Europese incasso als bedoeld in artikel 5.2.
Artikel 11 Geen of onjuiste opgave
11.1 Als Cliënt heeft nagelaten opgave te doen zoals voorgeschreven in artikel
9.1 en 9.2 wordt het zeehavengeld berekend met toepassing van het tarief dat tot het hoogste te betalen bedrag leidt. In dat geval is Cliënt over dat bedrag ook een toeslag verschuldigd van 25%, met een minimum van € 500.
11.2 Als Cliënt vaststelt, dat er als gevolg van een onjuiste opgave te weinig of te veel is betaald, moet hij dit HbR NV direct schriftelijk melden. Cliënt moet daarbij alle stukken meesturen waaruit de onjuistheid van de opgave blijkt.
11.3 ls HbR NV vaststelt dat Cliënt te weinig of te veel heeft betaald, zal verrekening plaatsvinden via een creditfactuur.
11.4 Als HbR NV vaststelt dat Cliënt door een onjuiste opgave te weinig heeft betaald, is Xxxxxx het te weinig betaalde bedrag verschuldigd vermeerderd met een toeslag van 25% over het te weinig betaalde bedrag. Deze toeslag is niet verschuldigd als Cliënt HbR NV uiterlijk drie weken na de factuurdatum schriftelijk heeft gemeld dat de opgave onjuist was.
11.5 Het recht op teruggave van xxxxxx betaald zeehavengeld vervalt drie maanden na de factuurdatum, tenzij HbR voor die datum een melding van Cliënt heeft ontvangen, als bedoeld in artikel 11.2, inhoudende dat Cliënt te veel heeft betaald.
Artikel 12 Korting
12.1 Cliënt kan aanspraak maken op korting op het door hem verschuldigde zeehavengeld volgens de voorwaarden opgenomen in paragraaf 1.4 van Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden. Het recht op korting kan per bezoek nooit meer bedragen dan het totaal aan zeehavengeld dat zonder korting verschuldigd zou zijn.
12.2 HbR NV kan Xxxxxx verzoeken een accountantsverklaring aan haar te verstrekken met betrekking tot de gegevens die voor het bepalen van het recht op korting van belang zijn.
Cliënt verstrekt de accountantsverklaring binnen redelijke termijn maar uiterlijk binnen twee maanden na het eerste verzoek van HbR NV. Als de accountants-
verklaring niet of niet tijdig is verstrekt, vervalt het recht op korting(en) van rechtswege.
12.3 Als Cliënt recht heeft op een korting die niet kan worden aangevraagd via de opgave als bedoeld in artikel 9, dient hij per e-mail een verzoek te doen tot uitkering van de korting uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop de korting betrekking heeft. Na die datum vervalt het recht op korting.
12.4 Een verzoek als bedoeld in het vorige lid gaat vergezeld van de noodzakelijke documenten en gegevens waaruit het recht op korting(en) kan worden afgeleid. Als de verstrekte gegevens afwijken van de gegevens die HbR NV zelf ter beschikking heeft, dan zijn de laatstgenoemde gegevens doorslaggevend voor het bepalen van de hoogte van de korting.
12.5 Om de hoogte te bepalen van de Deepsea transhipment korting en de Feeder transhipment korting (paragraaf
1.4 van Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden) maakt HbR NV gebruik van de gegevens uit het Port Community System. Met een verzoek om uitkering van deze kortingen, stemt Cliënt in met de verstrekking van deze gegevens aan HbR NV.
Artikel 13 Vrijstellingen
Zeehavengeld wordt niet in rekening gebracht voor gebruikmaking van de Haven door:
a. een Sleepboot, uitsluitend indien en voor zover deze in bedrijf is voor het assisteren van schepen in de Haven;
b. een Zeeschip voor een periode van ten hoogste vier maanden, uitsluitend indien en voor zover het bezoek aan de Haven plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen bij een Scheepsreparatie- inrichting en onder de voorwaarde dat zowel het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen vooraf schriftelijk aan HbR NV is medegedeeld;
c. een Zeeschip voor een periode van ten
hoogste zeven kalenderdagen, uitsluitend indien en voor zover het havenbezoek en de bijbehorende dienstverlening plaatsvindt ten behoeve van het voor de eerste maal zeeklaar maken en/of het houden van een eerste proeftocht na nieuwbouw, dan wel ten behoeve van het ontschepen van zieken of doden, onder de voorwaarden dat;
1. het havenbezoek en de
bijbehorende dienstverlening niet langer duurt dan strikt noodzakelijk;
2. vooraf van het voornemen
daartoe schriftelijk aan HbR NV kennis is gegeven en
3. onmiddellijk na afloop van de
handelingen HbR NV schriftelijk in kennis is gesteld van de afloop;
d. een Zeeschip voor een periode van ten
hoogste zeven kalenderdagen, uitsluitend indien en voor zover het bezoek aan de Haven plaatsvindt in verband met het schoonmaken van
ladingruimten en/of machinekamer, met inbegrip van het gasvrij maken van het schip, bij of door een daartoe ingerichte en van de vereiste vergun- ningen voorziene inrichting of bedrijf;
e. een Oorlogsschip, mits de behandeling
van eventuele Lading uitsluitend door militairen geschiedt;
f. een Zeeschip, uitsluitend indien en
voor zover deze komt van Zee en rechtstreeks gaat naar het Achterland of omgekeerd en deze de Haven uitsluitend bezoekt om te Bunkeren, mits het verblijf in de Haven niet langer duurt dan vier uur.
Artikel 14 Facturering zeehavengeld
Het zeehavengeld wordt berekend en gefactureerd aan de hand van de opgave bedoeld in artikel 9.
Artikel 15 Bijzonderheden bij de berekening
15.1 Voor de berekening en inning van zeehavengeld wordt de Haven als één geheel beschouwd.
15.2 Bij het bepalen van de duur van het verblijf wordt er in de volgende gevallen vanuit gegaan dat het gebruik van de Haven niet is onderbroken.
a. Een Zeeschip heeft de Haven uitsluitend verlaten, op aanwijzing van de Havenmeester én na elektronische melding aan HbR NV, voor een periode van ten hoogste 48 uur om buitengaats te wachten op het
vrijkomen van een ligplaats, te ontgassen of schoonmaak- handelingen te verrichten, voor zover tijdens het verblijf buitengaats geen andere haven is bezocht;
b. Een olietanker heeft, na het lossen van
ruwe aardolie, de Haven uitsluitend verlaten voor een periode van ten hoogste 72 uur op aanwijzing van of vanwege de Havenmeester én na elektronische melding aan HbR NV, om buitengaats te ontgassen of schoonmaak-handelingen te verrichten, uitsluitend en voor zover tijdens het verblijf buitengaats geen andere haven is bezocht.
§ 2.3 Boeien-, palen- en openbare kadegeld Zeeschepen
Artikel 16 Verschuldigdheid van boeien-, palen- en openbare kadegeld
16.1 Als Cliënt gebruik maakt van boeispannen, palenconstructies of openbare kades in de Haven, dan is hij ter zake aan HbR NV boeien-, palen- of openbare kadegeld verschuldigd.
16.2 Het boeien-, palen- en openbare kadegeld wordt berekend aan de hand van de daarvoor vastgestelde tarieven die zijn opgenomen in Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden.
16.3 Het bepaalde in de artikelen 9, 11 en 14 van deze algemene voorwaarden is van overeenkomstige toepassing op het boeien-, palen- en openbare kadegeld.
§ 2.4 Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
Artikel 17 Verschuldigdheid van Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
17.1 Als Cliënt met een Zeeschip gebruik maakt van de Haven is hij aan HbR NV een Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen verschuldigd ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk afvalstoffen worden afgegeven.
17.2 Cliënt is de Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen verschuldigd op het tijdstip, bedoeld in artikel 7.2 van deze algemene voorwaarden.
Artikel 18 Tarieven bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
De door Cliënt verschuldigde Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen wordt berekend aan de hand van de tarieven voor de bijdrage afvalstoffen, welke zijn opgenomen in Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden.
Artikel 19 Melding van gegevens
19.1 Cliënt moet aan de divisie Havenmeester van HbR NV melding doen van alle gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van de verschuldigde Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen. Melding moet worden gedaan binnen de volgende termijnen:
a. tenminste 24 uur voor aankomst, maar
uiterlijk bij het binnenvaren van de
territoriale wateren;
b. uiterlijk op het moment van vertrek, wanneer dit minder dan 24 uur voor aankomst ligt en het vertrek vanuit Nederland plaatsvindt.
19.2 Cliënt moet op eerste verzoek van HbR NV inzage verlenen in dan wel afschrift verschaffen van alle documenten die van belang zijn voor de betaling en inning van de Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen. Als Cliënt geen volledige inzage verleent, of afschrift daarvan verschaft, wordt de Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen berekend met toepassing van het tarief dat tot het hoogst te betalen bedrag leidt. In dat geval is Xxxxxx ook een toeslag verschuldigd van 25%.
Artikel 20 Vrijstellingen
Een Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen wordt niet in rekening gebracht voor gebruikmaking van de Haven door:
a. Vaartuigen waarvoor op grond van artikel 35a van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen een ontheffing is verleend van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6a, 12a of 12b van die wet;
b. schepen, uitgerust of met commercieel
oogmerk gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding en waarmee niet meer dan 12 passagiers mogen worden vervoerd;
c. Vissersschepen;
d. Baggervaartuigen en peilvaartuigen;
e. schepen waarvoor op grond van
artikel 13.1, onderdelen a en f van deze algemene voorwaarden een vrijstelling voor zeehavengeld van toepassing is.
§ 3 BINNENHAVENGELD
Artikel 21 Verschuldigdheid van binnenhavengeld
21.1 Indien Cliënt met een Binnenschip, Passagiersschip, Sleepboot, Vissersschip, Baggerschip of ander Vaartuig gebruik maakt van het Binnenhavengebied, dan wel in dat verband andere diensten van HbR NV afneemt, is hij aan HbR NV binnenhavengeld verschuldigd.
21.2 Cliënt is het binnenhavengeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten van het Binnenhavengebied of van de dienstverlening in dat verband door HbR NV. De dag waarop het gebruik aanvangt geldt als een volledige dag.
Artikel 22 Tarieven van binnenhavengeld
Het door Xxxxxx verschuldigde binnen- havengeld wordt berekend volgens de systematiek die is vastgelegd in Bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden.
Artikel 23 Opgave van gegevens
Binnen 18 kalenderdagen na aanvang van het verblijf van het schip, bedoeld in artikel 21.1, in het Binnenhavengebied moet Cliënt elektronisch opgave doen aan HbR NV van alle gegevens die van belang zijn voor de vaststelling van het
verschuldigde binnenhavengeld. De elektronische opgave moet worden gedaan via de door HbR daartoe opengestelde webportal. Als Cliënt beschikt over een kwartaal- of jaarabonnement voor het binnenhavengeld, dan moet de opgave zijn gedaan vóór aanvang van het verblijf.
Artikel 24 Geen of onjuiste opgave
24.1 Als Cliënt heeft nagelaten opgave te doen zoals voorgeschreven in artikel 23.1, wordt het binnenhavengeld berekend met toepassing van het tarief dat tot het hoogste te betalen bedrag leidt. In dat geval is Cliënt over dat bedrag ook een toeslag verschuldigd van 25%, met een minimum van € 25.
24.2 Als Client vaststelt dat er als gevolg van een onjuiste opgave te weinig of te veel is betaald, moet hij dit HbR NV direct schriftelijk melden. Client moet daarbij alle stukken meesturen waaruit de onjuistheid van de opgave blijkt.
24.3 Als HbR NV vaststelt dat Client te weinig of te veel heeft betaald, zal naar keuze van HbR NV verrekening plaats- vinden via een factuur of creditnota.
24.4 Het recht op teruggave van xxxxxx betaald binnenhavengeld vervalt drie maanden na de factuurdatum, tenzij HbR NV voor die datum een melding van Cliënt heeft ontvangen, als bedoeld in artikel 24.2, inhoudende dat de Cliënt te veel heeft betaald.
Artikel 25 Vrijstellingen
Binnenhavengeld wordt niet in rekening gebracht voor het bezoek aan het Binnenhavengebied door:
a. een Vaartuig of scheepstype ten behoeve waarvan reeds zeehavengeld is verschuldigd of betaald;
b. een Binnenschip voor de periode van ten hoogste twee maanden, uitsluitend indien en voor zover het bezoek aan het Binnenhavengebied plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen bij een Scheepsreparatie-inrichting en mits zowel het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen vooraf schriftelijk aan HbR NV is medegedeeld;
c. een Binnenschip voor een periode van
ten hoogste twee maanden, uitsluitend indien en voor zover het bezoek aan het Binnenhavengebied plaatsvindt ten behoeve van het voor de eerste maal vaarklaar maken en/of het houden van een eerste proeftocht na nieuwbouw, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen dan wel ten behoeve van het ontschepen van zieken of doden, mits:
1. het bezoek niet langer duurt dan
strikt noodzakelijk is en
2. vooraf van het voornemen daartoe schriftelijk aan HbR NV kennis is gegeven.
d. een hospitaalschip;
e. een Woon- of een bedrijfsschip;
f. een Pleziervaartuig gebruikt door een instelling als bedoeld in artikel 6.33,
onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
g. een Pleziervaartuig, uitsluitend indien
en voor zover het bezoek aan het Binnenhavengebied niet langer duurt dan 2 weken, met dien verstande dat, indien het gebruik van het Binnenhavengebied langer dan 2 weken duurt, de eerste 2 weken niet zijn vrijgesteld.
Artikel 26 Facturering en betaling
26.1 Cliënt is verplicht het aan HbR NV verschuldigde binnenhavengeld te betalen na ontvangst van de factuur en wel binnen 30 kalenderdagen na factuurdatum. Xxxxxxxx vindt plaats door overboeking van het op de factuur vermelde totaalbedrag naar de bankrekening van HbR NV. die op de factuur wordt vermeld. Betaling kan ook plaatsvinden door middel van een automatische incasso . Het verschuldigde bedrag wordt in dat geval afgeschreven binnen 30 kalenderdagen na de factuurdatum. Jaarabonnementen kunnen naar keuze van Xxxxxx ook via automatische incasso in 6 termijnen worden betaald.
26.2 Indien Cliënt niet of niet tijdig opgave heeft gedaan, geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 26.1 een betalingstermijn van 7 kalenderdagen na factuurdatum.
26.3 Geschillen tussen HbR NV en Cliënt geven Cliënt niet het recht betaling op te schorten.
Artikel 27 Kosten en rente
Als Cliënt niet binnen de in artikel 26.1 of artikel 26.2 bedoelde termijn betaalt, is hij van rechtswege in verzuim en heeft HbR NV het recht om over het gehele verschul- digde bedrag de rente ex artikel 6:119a BW van de vervaldag af in rekening te brengen. Alle (buiten-)gerechtelijke kosten door HbR NV gemaakt met betrekking tot de invordering van het door Cliënt verschuldigde en niet tijdig betaalde, zijn voor rekening van Xxxxxx. Voornoemde kosten worden vastgesteld op 15% van het in te vorderen bedrag, tenzij HbR NV aantoont dat de door haar gemaakte kosten hoger zijn.
Artikel 28 Bijzonderheden bij de berekening
28.1 Voor de berekening en inning van binnenhavengeld worden de verschillende havens en havenbekkens in het Binnen- havengebied beschouwd als één haven.
28.2 Als met een Binnenschip binnen de termijn waarvoor Cliënt reeds binnenhavengeld heeft betaald, meer dan één maal gebruik wordt gemaakt van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten en/of dienstverlening door HbR NV in het Binnenhavengebied, geldt als tijdstip zoals bedoeld in artikel 21.2 de eerste keer dat gebruik wordt gemaakt van voornoemde faciliteiten en/of dienstverlening in hetBinnenhavengebied.
28.3 Als het gebruik van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten
en/of de dienstverlening door HbR NV in het Binnenhavengebied wordt voortgezet nadat de termijn is verstreken waarvoor binnenhavengeld is betaald, is Cliënt opnieuw binnenhavengeld verschuldigd en dient Cliënt opnieuw overeenkomstig het bepaalde in artikel 23.1 opgave te doen aan HbR NV.
28.4 Artikel 28.3 is niet van toepassing als het gebruik van de Haven wordt beëindigd voor 12 uur ’s middags, volgend op de laatste dag van de voldane termijn.
Artikel 29 Restitutie
29.1 Als binnenhavengeld is voldaan voor een termijn van één jaar en het gebruik van de Haven aantoonbaar en met goede reden eindigt voordat deze termijn is verstreken, wordt op schriftelijk en beargumenteerd verzoek van Xxxxxx restitutie verleend van het te veel betaalde bedrag, waarbij afronding plaatsvindt op resterende hele maanden.
29.2 Het recht op restitutie vervalt drie maanden na afloop van de termijn van een jaar waarvoor binnenhavengeld is voldaan, tenzij het schriftelijk verzoek als bedoeld in artikel 29.1 HbR NV voor dat moment heeft bereikt.
§ 4 OVERIGE ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 30 Ligplaatsen
Toegang tot de Haven impliceert niet dat Cliënt aanspraak kan maken op een ligplaats. HbR NV en de Havenmeester hebben te allen tijde het recht om een ligplaats om hun moverende redenen te weigeren.
Artikel 31 Tarieven en btw
31.1 Alle tarieven zijn exclusief btw.
31.2 Btw is verschuldigd overeenkomstig Xxxxx XX bij de Wet op de omzetbelasting (post a.3 en b.1). Dat betekent dat het nultarief zal worden gehanteerd voor diensten verleend aan een schip dat kwalificeert overeenkomstig de in Tabel II gestelde voorwaarden.
Als een schip niet kwalificeert voor het nultarief geldt het algemene btw-tarief.
31.3 HbR hanteert bij de facturatie van zeehavengeld en boeien-, palen- en openbare kadegeld het nultarief.
Door betaling van de factuur bevestigt Client dat aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van het nultarief zoals genoemd in Tabel II bij de Wet op de omzetbelasting wordt voldaan.
31.4 Indien niet aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van het nultarief wordt voldaan dan dient Client dit, voorafgaand aan het indienen van de opgave, bedoeld in artikel 9, aan HbR
kenbaar te maken via het mailadres xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xxx. Er zal dan een factuur op basis van het algemene btw-tarief worden verstuurd.
31.5 Als na facturering op basis van het nultarief blijkt dat een schip niet kwalificeert voor het nultarief, dan zal HbR alsnog het algemene btw-tarief doorbelasten aan Client en afdragen aan de Belastingdienst. Hierbij zullen ook de wettelijke belastingrente die HbR in dat geval verschuldigd is aan de Belastingdienst en eventuele boetes worden doorbelast aan Client.
Artikel 32 Verontreiniging
32.1 Cliënt is gehouden een door hem of door een door hem ingeschakelde derde veroorzaakte verontreiniging voor eigen rekening en risico onmiddellijk en volledig te (doen) ruimen door één of meerdere ter zake kundige partijen. Uitsluitend in overleg met en met de uitdrukkelijke toestemming van de Havenmeester en/of door de Havenmeester ingeschakelde personen wordt besloten welke partij/partijen ingeschakeld wordt/worden en welke maatregelen getroffen zullen worden.
32.2 Als Cliënt zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 32.1 niet, niet tijdig, niet volledig of niet behoorlijk nakomt, is HbR NV gerechtigd de verontreiniging op kosten van Cliënt te (doen) ruimen, zulks voor rekening en risico van Cliënt. Alle kosten en schade die HbR NV in verband met de ruiming maakt of lijdt, moeten
door Cliënt onmiddellijk op eerste aanmaning aan HbR NV worden voldaan, vermeerderd met een toeslag van 15%, met een minimum van € 5.000 als bijdrage in de stand-by kosten voor het beschikbaar hebben van een ruimingsvaartuig met bemanning.
Artikel 33 Aansprakelijkheid
33.1 De aansprakelijkheid van HbR NV die kan ontstaan ter zake van enige activiteit door HbR NV of een persoon voor wie zij op grond van de wet aansprakelijk is, strekt zich niet uit boven het door de verzekeraar van HbR NV aan HbR NV uitgekeerde bedrag.
33.2 Aansprakelijkheid van HbR NV voor haar publiekrechtelijke activiteiten of die van de Havenmeester als bedoeld in artikel 4.1. is uitgesloten.
33.3 Als de verzekeraar van HbR NV om welke reden dan ook niet tot uitkering aan HbR NV overgaat of als de schade niet onder dekking van de verzekering van HbR NV valt, strekt de aansprakelijkheid van HbR NV zich in ieder geval niet uit boven een bedrag van € 500 per schadegeval/gebeurtenis. Een reeks samenhangende schadegevallen/ gebeurtenissen geldt als één schadegeval/gebeurtenis.
33.4 Het bepaalde in dit artikel geldt niet indien en voor zover de schade het gevolg is van grove schuld of opzet van HbR NV.
33.5 Aansprakelijkheid van HbR NV voor gederfde winst, verminderde opbrengst en/of omzet, tijdverlet en andere indirecte en/of gevolgschade is uitdrukkelijk uitgesloten.
Artikel 34 Overmacht
34.1 Als HbR NV tekort schiet in de nakoming van enige verplichting jegens Cliënt kan dat tekortschieten niet aan HbR NV worden toegerekend en is zij derhalve niet in verzuim, als haar de nakoming van deze verplichting wordt bemoeilijkt respectievelijk onmogelijk wordt gemaakt door een al dan niet voorzienbare omstandigheid die buiten de macht van HbR NV is gelegen. Dergelijke omstandigheden zijn in ieder geval, maar niet uitsluitend: oorlog, terrorisme, bezetting, overheidsmaatregelen van welke aard dan ook, natuurrampen, brand, explosie, uitzonderlijk slecht weer, blokkades, stakingen, tekort aan ligplaatsfaciliteiten en iedere andere voor HbR NV redelijkerwijs niet voorzienbare en buiten haar macht liggende omstandigheid.
34.2 In geval van overmacht is HbR NV bevoegd de uitvoering van haar verplichtingen op te schorten totdat deze de nakoming niet langer bemoeilijkt. In geval de toestand van overmacht langer duurt dan één maand hebben zowel HbR NV als Cliënt het recht de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden zonder tot enige schadevergoeding gehouden te zijn.
Artikel 35 Vrijwaring
Cliënt vrijwaart HbR NV tegen vorderingen uit welke hoofde ook van derden die stellen schade te hebben geleden door het gebruik van de Haven en/of het Binnenhavengebied, dan wel door de dienstverlening door HbR NV aan Cliënt.
Artikel 36 Opschorting en ontbinding
36.1 Indien Cliënt in gebreke blijft met de nakoming van enige verplichting jegens HbR NV, alsmede in geval van faillissement, surseance van betaling of stillegging van het bedrijf van Cliënt, is HbR NV zonder rechterlijke tussenkomst en zonder dat terzake enige vergoeding aan Cliënt is verschuldigd, bevoegd om te harer keuze de dienstverlening geheel of gedeeltelijk, voor bepaalde of onbepaalde tijd op te schorten dan wel de betreffende overeenkomst voor het nog niet uitgevoerde gedeelte geheel of gedeeltelijk te ontbinden door een schriftelijke verklaring, onverminderd de haar verder toekomende rechten.
36.2 In geval van ontbinding van de overeenkomst op de gronden vermeld in artikel 36.1 wordt elke vordering, die HbR NV heeft, terstond in haar geheel opeisbaar.
Artikel 37 Verwijderen van Zee- en/of Binnenschip
Als Cliënt zijn verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is HbR NV gerechtigd het Zee- en/of Binnenschip op kosten van
Cliënt te (doen) verwijderen zulks voor rekening en risico van de Cliënt.
Artikel 38 Toepasselijk recht en geschillen
38.1 Op de rechtsverhouding tussen HbR NV en Cliënt is Nederlands recht van toepassing.
38.2 Alle geschillen tussen HbR NV en Cliënt zullen in eerste aanleg uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Rotterdam. Uitsluitend die Cliënt die kwalificeert als een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf in de zin van artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek, of de Cliënt die anderszins wordt geacht onder de werking van dit artikel te vallen, heeft – in afwijking van de eerste volzin
– gedurende een termijn van één maand nadat HbR NV zich op deze bepaling beroept de mogelijkheid om de volgens de wet bevoegde rechter te kiezen.
38.3 In geschillen tussen HbR NV en Cliënt wordt, voor zover Cliënt een in het buitenland gevestigde (rechts)persoon is, Cliënt geacht domicilie te hebben gekozen bij de scheepsagent die haar, volgens diens opgave bij het Haven Coördinatie Centrum, in Rotterdam vertegenwoordigde op het moment dat het geschil ontstond. Het voorgaande geldt niet voor zover Cliënt aan HbR NV, onder opgave van het domicilie-adres, schriftelijk te kennen heeft gegeven elders in Nederland domicilie te hebben gekozen.
Artikel 39 Ongeldigheid van een of meer bepalingen
39.1 De ongeldigheid van enige bepaling van de overeenkomst of van deze algemene voorwaarden heeft geen gevolgen voor de overige bepalingen van de overeenkomst en deze algemene voorwaarden.
39.2 Indien en voor zover enige bepaling uit de overeenkomst of van deze algemene voorwaarden onder de gegeven omstandigheden onredelijk bezwarend, onaanvaardbaar of ongeldig
moet worden geacht, geldt tussen partijen een bepaling die, alle omstandigheden in aanmerking genomen, aanvaardbaar is en de strekking van de in dat geval buiten toepassing geachte bepaling het meest benadert.
Artikel 40 Wijzigen voorwaarden en tarieven
HbR NV is te allen tijde bevoegd deze algemene voorwaarden, met inbegrip van de daarin (in Bijlage 1) opgenomen tarieven, eenzijdig te wijzigen.
Havenbedrijf Rotterdam N.V.
A.S. Xxxxxxxxx, CEO
X.X.X.X. xx Xxxxx, CFO
BIJLAGE 1: HAVENTARIEVEN
§ 1 Tarieven voor zeehavengeld
§ 1.1 Definities Lijndienst
Van een Lijndienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in overeenstemming met de door Cliënt aan HbR NV, afdeling Havengelden overgelegde dienstregeling. Deze dienstregeling moet 28 dagen voor aankomst publiekelijk bekend zijn gemaakt en het Zeeschip moet naast de Haven ook ten minste één buitenlandse haven aandoen. De dienstregeling geeft de laatst aangelopen haven weer en de eerstvolgende aan te lopen haven na het bezoeken van de Haven.
• Het Zeeschip is gemeenschappelijk in gebruik als vervoermiddel. Daarvan is sprake als het Zeeschip ten behoeve van meerdere opdrachtgevers Lading vervoert. Of daadwerkelijk sprake is van gemeenschappelijk gebruik, kan gecontroleerd worden aan de hand van de vervoerde ladingpakketten.
• Het Zeeschip lost en/of laadt alleen general cargo, Roll-on/Roll-off lading en/of containers.
Shortsea/Feederdienst
Van een Shortsea/Feederdienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in Lijndienst.
• Het vaargebied van het Zeeschip is beperkt tot Europa, het Middellandse Zeegebied, het Zwarte Zeegebied, Marokko, de Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden.
Deepseadienst
Van een Deepseadienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in Lijndienst.
• Het vaargebied van het Zeeschip is niet beperkt tot Europa, het Middellandse Zeegebied, het Zwarte Zeegebied, Marokko, de Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden.
§ 1.2 Tarieven Uitgangspunten
• Als geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen.
• Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangen- behartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven.
• General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen. Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst.
• Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/ producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief.
Stappen*
Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage.
Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat × BT-tarief).
Stap 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ (BT-maat × omslagpercentage × ladingtarief).**
Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de overgeslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid × ladingtarief).
Stap 5 Bepaal het aan HbR NV verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4.
* Ter verduidelijking van de stappen zijn in bijlage 2 enkele praktijkvoorbeelden opgenomen. Hoewel deze voorbeelden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zijn samengesteld kunnen daaraan geen rechten worden ontleend.
** Wanneer voor het betrokken scheepstype geen omslagpercentage is bepaald, wordt stap 3 overgeslagen en dient in stap 5 het resultaat van stap 2 te worden opgeteld bij het resultaat van stap 4.
TABEL 1 ‘ZEEHAVENGELD BRUTO TONNAGE’
Ltr. | Type schip | Omslag- percentage | BT | tarief | ||
A | Olie-/productentankers | 133,639 | 0,309 | |||
B | LNG tankers | 133,7 | 0,319 | |||
C | Chemicaliën-/gastankers | 133,7 | 0,309 | |||
D | Bulkschepen | 133,7 | 0,309 | |||
E | Containerschepen in Deepsea Lijndienst | n.v.t. | 0,247 | |||
F | Containerschepen in Shortsea/Feeder Lijndienst | 50,3 | 0,181 | |||
G | Containerschepen niet in Lijndienst | 133,7 | 0,309 | |||
H I J K L M N O | General Cargo schepen in Deepsea Lijndienst | 61,9 | 0,300 | |||
General Cargo schepen in Shortsea/Feeder Lijndienst | 50,3 | 0,183 | ||||
General Cargo schepen niet in Lijndienst | 133,7 | 0,312 | ||||
General Cargo schepen niet in Lijndienst > 20.000 BT | n.v.t. | 0,312 | ||||
Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst | 67,6 | 0,093 | ||||
Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen niet in Lijndienst | 67,6 | 0,138 | ||||
Cruiseschepen | n.v.t. | 0,114 | ||||
Offshore schepen | 133,7 | 0,309 | ||||
Overige vaartuigen/Zeeschepen | 133,7 | 0,309 |
TABEL 2 ‘ZEEHAVENGELD LADING VOLUME’
Nr. | Goederensoort | Ladingtarief | ||
01 | Agribulk | 0,503 | ||
02 | IJzererts en schroot | 0,503 | ||
03 | Kolen | 0,503 | ||
04 | Overige droge bulkgoederen | 0,503 | ||
05 | Ruwe olie | 0,665 | ||
06 | Minerale olieproducten ( inclusief petcokes) | 0,503 0,503 | ||
07 | Overige natte bulkgoederen | |||
08 | Roll-on/Roll-off | 0,463 | ||
09 | Containers ( inclusief flats) | 0,520 | ||
-Shortsea/Feeder Lijndienst | 0,463 | |||
-Deepsea Lijndienst | 0,493 | |||
10 | Overige stukgoederen | 0,508 | ||
-Shortsea/Feeder Lijndienst | 0,469 | |||
-Deepsea Lijndienst | 0,479 | |||
11 | LNG | 0,520 | ||
12 | Biomassa | 0,503 |
§1.3 Bijzondere tarieven
Wanneer de in deze paragraaf weergegeven bijzondere tarieven van toepassing zijn, wordt het zeehavengeld uitsluitend berekend door de BT-maat van het betreffende schip te vermenigvuldigen met het toepasselijke tarief uit de Tabel ‘Bijzondere tarieven’ en niet aan de hand van het bepaalde in paragraaf 1.2.
A Inklaartarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip, komende van zee en gaande naar het Achterland of omgekeerd, de Haven uitsluitend voor het in- of uitklaren bezoekt en tevens is voldaan aan alle volgende voorwaarden:
• Het Zeeschip kiest in Rotterdam ligplaats aan de Parkkade of de Lloydskade en in Dordrecht aan de Handelskade en de Tweede Merwedehaven.
• De verblijfsduur is beperkt tot ten hoogste 12 uur.
B Oplegtarief
Dit tarief wordt toegepast als het verblijf van een Zeeschip in de Haven langer duurt dan twee maanden. Het tarief gaat in op de dag dat het verblijf van dat Zeeschip langer duurt dan twee maanden en geldt voor elke opvolgende maand of gedeelte daarvan.
C Bunkertarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip de Haven uitsluitend bezoekt om te Bunkeren en de verblijfsduur van het Zeeschip beperkt is tot ten hoogste 48 uur.
D Achterlandtarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip, komende van zee en gaande naar het Achterland of omgekeerd, de Haven bezoekt voor het verrichten van
overslaghandelingen, mits dit tarief gelijktijdig met de opgave zeehavengeld als bedoeld in artikel 9 van deze algemene voorwaarden wordt aangevraagd.
TABEL 3 ‘BIJZONDERE TARIEVEN’
Ltr. | Tariefomschrijving | BT tarief | |
A | In- en uitklaren | 0,079 | |
B | Opleggen - Offshore Vaartuigen | 0,483 | |
C D | Opleggen - Overige Vaartuigen/Zeeschepen | 0,981 | |
Bunkeren | 0,092 | ||
Achterland | 0,374 |
§1.4 kortingen
Op het conform paragraaf 1.2 van deze Bijlage 1 berekende zeehavengeld zijn de volgende kortingen van toepassing:
A Second call korting
B ESI korting
C Green Award korting D Kwantumkorting
E Transhipment korting
F Agribulk frequentie korting
De kortingen worden toegepast op het bruto bedrag en op eventueel reeds toegepaste kortingen in de volgorde zoals hierboven aangegeven (‘korting op korting’).
A Second call korting voor zeeschepen in Deepseadienst
Van een second call is sprake wanneer Zeeschepen in Deepseadienst binnen één scheepsreis de Haven voor de tweede maal bezoeken. Deze schepen ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel. De korting geldt uitsluitend voor het verschuldigde zeehavengeld over de BT-maat van het Zeeschip.
Type schip | Korting ( in %) | ||
General Cargo schepen | 75 | ||
Containerschepen | 75 | ||
Car Carriers en Roll-on/Roll-off schepen | 75 |
B Environmental Ship Index korting
Zeeschepen die 31.0 punten of meer scoren op de Environmental Ship Index (ESI), zoals die door de International Association of Ports and Harbors (IAPH) wordt bijgehouden (zoals raadpleegbaar via xxx.xxxx-xxx.xxx), komen in aanmerking voor een korting van 10% op het verschuldigde zeehavengeld (inclusief eventueel eerder toegepaste kortingen) over het BT-deel. Deze korting geldt alleen voor de eerste 20 calls per Zeeschip per kwartaal. De korting wordt verdubbeld als het Zeeschip ook een individuele
ESI-NOx score van 31,0 of hoger heeft. Wanneer de ESI-score door de IAPH wordt bijgesteld tot onder de 31,0 punten of het schip krijgt de status ’inactief’, dienen reeds uitbetaalde kortingen te worden terugbetaald. HbR NV. Verrekening zal plaatsvinden via een correctiefactuur.
C Green Award korting
LNG tankers, chemicaliën-/gastankers en olie-/producttankers die beschikken over een Green Award certificaat komen in aanmerking voor een korting van 15% op het verschuldigde zeehavengeld over het BT-deel.
D Kwantumkorting
D1 Kwantumkorting zeeschepen in Shortsea/Feederdienst
Zeeschepen in Shortsea/Feederdienst ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel.
Volume x 1000* ≤ | Volume x 1000* < | Korting ( in %)* | |||
135 | 670 | 5 | |||
670 | 1.342 | 8 | |||
1.342 | 2.012 | 10 | |||
2.012 | 3.354 | 14 | |||
3.354 | 5.369 | 18 | |||
5.369 | - | 21 |
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
D2 Kwantumkorting Roll-on/Roll-off schepen in lijndienst en Ropaxschepen Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst en Ropaxschepen ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel.
Volume x 1000* ≤ | Volume x 1000* < | Korting ( in %)* | |||
135 | 670 | 5 | |||
670 | 1.342 | 8 | |||
1.342 | 2.012 | 10 | |||
2.012 | 3.354 | 14 | |||
3.354 | 5.369 | 18 | |||
5.369 | - | 21 |
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
D3 Kwantumkorting Containerschepen in Deepseadienst
Containerschepen in Deepseadienst ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel.
Volume x 1000* ≤ | Volume x 1000* < | Korting ( in %)* | |||
296 | 886 | 6 | |||
886 | 1.477 | 9 | |||
1.477 | 2.067 | 12 | |||
2.067 | 2.951 | 14 | |||
2.951 | 4.131 | 16 | |||
4.131 | 5.312 | 19 | |||
5.312 | - | 22 |
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
E Transhipment korting
E1 Deepsea transhipment korting
Uitsluitend beladen containers die in de Haven zijn overgeslagen naar of vanaf een Zeeschip in Deepseadienst en die de ‘Sea in / Sea out’-status in Portbase register hebben, komen in aanmerking voor een korting van € 5,00 per container.
Deze korting wordt alleen verleend aan de Container operator die rechtstreeks aan HbR NV zeehavengeld heeft betaald en beloopt nooit meer dan het netto door hem over het desbetreffende jaar betaalde zeehavengeld. Deze korting wordt alleen op schriftelijk verzoek en achteraf uitgekeerd (overeenkomstig artikel 12.3 van deze algemene voorwaarden).
Voor de toepassing van deze korting wordt onder Container operator verstaan: de natuurlijke of rechtspersoon die op eigen Zeeschepen in Deepseadienst of op Zeeschepen in Deepseadienst van derden, rechtstreeks aan derden containers voor het maritiem vervoer van goederen aanbiedt.
E2 Feeder transhipment korting
Uitsluitend beladen containers die in de Haven zijn overgeslagen naar of vanaf een Zeeschip in Shortsea/Feederdienst en die de ‘Sea in / Sea out’-status in het Portbase register hebben, komen in aanmerking voor een korting van € 2,50 per container.
Deze korting wordt alleen verleend aan de Cliënt die voor het betrokken Zeeschip in Shortsea/Feederdienst rechtstreeks aan HbR NV zeehavengeld heeft betaald en beloopt nooit meer dan het netto door hem over het desbetreffende jaar betaalde zeehavengeld. Deze korting wordt alleen op schriftelijk verzoek en achteraf uitgekeerd (overeenkomstig artikel 12.3 van deze algemene voorwaarden).
F Agribulk korting
Voor Zeeschepen met een BT van 10.000 of meer die agribulk lossen en/of laden, geldt de in de onderstaande tabel weergegeven frequentiekorting voor dat percentage van het reeds betaalde zeehavengeld dat kan worden gerelateerd aan de geladen en/of geloste hoeveelheid agribulk.
Deze korting wordt alleen op verzoek en achteraf toegekend aan de charteraar en wordt berekend aan de hand van het aantal aanlopen per jaar dat aan die charteraar kan worden toegerekend en is derhalve niet gebaseerd op het individuele Zeeschip. Bij het verzoek om korting dienen de toepasselijke charterparties of soortgelijke documenten te worden gevoegd.
Aanlopen per jaar | Korting ( in %) | Toepasselijke aanlopen | |||
1 - 5 | - | - | |||
6 - 10 | 10,0 | 1 - 10 | |||
11 - 20 | 10,0 | 1 - 10 | |||
15,0 | 11 - 20 | ||||
21 - 50 | 10,0 | 1 - 10 | |||
15,0 | 11 - 20 | ||||
20,0 | 21 - 50 | ||||
51 - > | 10,0 | 1 - 10 | |||
15,0 | 11 - 20 | ||||
20,0 | 21 - 50 | ||||
25,0 | 51 - > |
§ 2 Tarieven voor boeien-, palen en openbare kadegeld
§ 2.1 Tarieven voor het gebruik van de boeien of palen
Boeien of palengeld is verschuldigd aan HbR NV voor het gebruik van openbare boeispannen danwel palenconstructies door Zeeschepen. Ter bepaling van het boeien- of palengeld wordt een tarief gehanteerd van € 3,25 per meter of een gedeelte daarvan van het schip (lengte over alles), per vierentwintig uur of gedeelte daarvan.
Kosten voor alle clusters worden afgerekend naar werkelijk gebruik met uitzondering van cluster 3; Waar er wordt gerekend met de gereserveerde tijd (ETA + ETD) of de werkelijke afwijkende tijden (ATA / ATD). Uitgangspunt is dat de langste verblijfsduur wordt gerekend.
Palengeld is niet verschuldigd voor het gebruik van speciale offshore locaties door offshore Vaartuigen. Hiervoor geldt een aparte ‘offshore’ regeling met aparte tarieven, welke apart met Cliënt zullen worden overeengekomen.
Annuleringen
Het annuleren van een boeking binnen cluster 1 is kosteloos indien dit uiterlijk 12 uur voor ETA geschied. Na deze periode is het boeien of palengeld over de gehele oorspronkelijke boekingsperiode verschuldigd.
Het annuleren van een boeking binnen cluster 2 is kosteloos indien dit uiterlijk 12 uur voor ETA geschied. Na deze periode is het boeien of palengeld over de gehele oorspronkelijke boekingsperiode verschuldigd.
Bij het annuleren van een boeking in cluster 3 is het palengeld over de volledige boekingsperiode verschuldigd.
No Show
Indien het schip niet meer komt, zonder schriftelijke kennisgeving vooraf, en bij het verstrijken van de ETD wordt er een “no show” toeslag gerekend van 100% van het boeien en palen tarief. Hierbij wordt de gehele oorspronkelijke boekingsperiode in rekening gebracht.
Paaltrekkracht
Wanneer palen 84, 90 of 91 worden gebruikt voor het meten van de paaltrekkracht is Cliënt een bedrag van € 1.250,- verschuldigd per dagdeel. Het verschuldigde palengeld is daarbij inbegrepen.
Verdere informatie omtrent de boekingsvoorwaarden zijn te vinden op de onderstaande site:
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx_xxxx_0.0.xxx
Beschrijving clusters
• Cluster 1: <200 meter Waalhaven boei 00-00-00-00
• Europoort palen 78-79-79B-83W-83O Botlek boei 50-51-52- 61
• Dordrecht boei 1- 2- 3- 4- 5
• Cluster 2: Boeien XL Botlek en Waalhaven (palen 66, boei 00-00-00-00-00)
• Cluster 3: Grote palen Maasvlakte en Europoort (palen 80-82-83-84-90-91)
§ 2.2 Tarieven voor openbare kadegeld
Openbare kadegeld is verschuldigd aan HbR NV voor het gebruik van openbare kades. Ter bepaling van het openbare kadegeld wordt een tarief gehanteerd van
€ 3,25 per meter of een gedeelte daarvan van het schip (lengte over alles), per vierentwintig uur of gedeelte daarvan.
§ 3 Tarieven voor Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen
§ 3.1 Tarieven
In de Haven is de hoogte van de Bijdrage afvalstoffen Zeeschepen gebaseerd op een vast bedrag per schip en een variabel bedrag afhankelijk van de BT-maat van het schip. Aan de bijdrage is een maximum gesteld.
Vast bedrag (€) | tarief per BT (€) | Maximum (€) | |||
200,00 | 0,02 | 800,00 |
§ 3.2 Korting
Voor alle zeeschepen, die middels een verklaring van de rederij/eigenaar aangeven uitsluitend en altijd gasolie, dieselolie of LNG (Liquefied Natural Gas) te gebruiken als brandstof voor de hoofdvoortstuwing, geldt een korting van 50% op bovengenoemde tarieven. Wanneer de verklaring wordt geaccepteerd, wordt deze verwerkt in de door HbR NV vooraf ingevulde opgave. Wanneer bij HbR NV geen brandstof bekend is, wordt er in de vooraf ingevulde opgave van uitgegaan dat het schip op stookolie vaart (Heavy Fuel Oil of Intermediate Fuel Oil) en dus niet in aanmerking komt op korting.
Wanneer de vooraf ingevulde opgave voor de bijdrage afvalstoffenheffing zeeschepen volgens Cliënt ten onrechte geen melding maakt van een brandstof die recht geeft op deze korting, is correctie uitsluitend mogelijk door middel van een verklaring als hiervoor bedoeld. De korting gaat in dat geval in per eerstvolgende aankomst van het betreffende schip nadat de verklaring is geaccepteerd. Korting wordt niet met terugwerkende kracht verleend.
Voor het overige zijn de voorwaarden en de corresponderende vergoedingen voor het afgeven van afvalstoffen van toepassing zoals deze zijn neergelegd in het voor de Havenregio Rotterdam-Rijnmond geldende Havenafvalplan. Dit kan worden geraadpleegd via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxxx-0000.
§ 3.3 Uitzonderingen
De ontheffing als bedoeld in artikel 20 onder a. van deze algemene voorwaarden kan worden verkregen van de minister van Infrastructuur en Milieu. De ontheffing kan uitsluitend worden aangevraagd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
§ 4 Tarieven voor binnenhavengeld
§ 4.1 Basis tarief
Het binnenhavengeld wordt per scheepstype berekend aan de hand van de tarieven uit de onderstaande tabel vermenigvuldigd met de voor dat scheepstype toepasselijke eenheid (a of b).
Periode | Vrachtschepen (b) | Passagiersschepen en Sleepboten (a) | Overige Vaartuigen (a) | |
7 dagen | 0,095 | 0,095 | 0,095 | |
14 dagen | 0,174 | 0,174 | 0,174 | |
1 maand | - | - | 0,259 | |
1 kalenderkwartaal | 0,966 | 0,966 | 0,646 | |
1 kalenderjaar | 3,319 | 3,319 | 2,296 |
(a) Tarief per m2 oppervlakte (b) Tarief per laadvermogen
* De tarieven zijn exclusief BTW.
§ 4.2 Opslagen & Kortingen
De schepen waarvoor binnenhavengeld is verschuldigd worden ingedeeld in de navolgende categorieën van scheepstypen. Afhankelijk van de toepasselijke categorie is enkel het basistarief verschuldigd, dan wel wordt daarop een opslag of een korting toegepast. Ontvangen opslagen komen ten goede aan de Stimuleringsregeling Schonere Binnenvaart en worden door HbR NV afgedragen aan het Expertise- en Innovatie Centrum Binnenvaart (EICB). Schepen worden door HbR NV standaard ingedeeld in categorie 1. Indien het schip daartoe niet behoort, dient Cliënt een andere indeling aan te vragen met behulp van een speciaal aanvraagformulier, uitsluitend te downloaden via xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx.
No. | Omschrijving scheepstypen | Opslag/Korting | |
1 | Schepen met voortstuwingsmotoren die niet voldoen aan emissie-eisen CCR2* | +10% | |
2 | Schepen met voortstuwingsmotoren die wel voldoen aan emissie-eisen CCR2* | n.v.t. | |
Schepen met voortstuwingsmotoren die voldoen aan emissie-eisen CCR2* en beschikken | |||
3 | over een geldig Green Award certificaat met een score van minder dan 400 punten voor | -15% | |
de voortstuwingsmotoren | |||
Schepen met voortstuwingsmotoren die minimaal 60% schoner zijn dan de emissie-eisen | |||
4 | CCR2* en/of schepen met een Green Award certificaat van na 17 juni 2014 met een | -30% | |
score van 400 punten of meer voor de voortstuwingsmotoren | |||
5 | Schepen zonder motoren / duwbakken | n.v.t. | |
6 | Schepen die houder zijn van het Platina Label en in het bezit van een certificaat van Green Award | -100% |
*van PM en NOx Meer informatie vindt u op xxx.xxxxxxxxxx.xxx
BIJLAGE 2: REKENVOORBEELDEN
Ter verduidelijking van de stappen zijn hieronder enkele praktijkvoorbeelden opgenomen. Hoewel deze voorbeelden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zijn samengesteld kunnen daaraan geen rechten worden ontleend.
Stappen
Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage.
Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat × BT-tarief).
Stap 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort’
(BT-maat × omslagpercentage × ladingtarief).
Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de overgeslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief).
Stap 5 Bepaal het aan HbR NV verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4.
Voorbeeld 1
In Shortsea/Feederdienst varend schip met een BT van 3.412 BT
en overslag van Containers (09) van 3.201 Ton
Te betalen zeehavengeld
€ 624,39 + € 794,61
€ 1.419,00
In de onderstaande voorbeelden is geen rekening gehouden met eventueel van toepassing zijnde kortingen.
Stap 1 | Scheepstype is General Cargo schip. Het omslagpercentage is 50, 3% | |
Stap 2 Stap 3 | BT-maat 3.412 × BT-tarief € 0,183 De ‘eerst af te rekenen goederensoort’ is Containers (09) | € 624,39 |
BT 3.412 x 50, 3% × € 0,463 | € 794,61 | |
Stap 4 Stap 5 | 3. 201 ton Containers (09) × € 0,463 Bedrag stap 2 € 624,39 Bedrag stap 3 of 4 (laagste uitkomst) € 794,61 | € 1.482,06 |
Voorbeeld 2
Niet in lijndienst varend schip met een BT van 23.240 BT
en overslag van Overig Nat Massagoed (07) van 4.000 Ton
en Ruwe Olie (05) van 18.000 Ton
Stap 1 Scheepstype is chemicaliën/gas tanker. Het omslagpercentage is 133,7%
Stap 2 BT-maat 23. 240 × BT-tarief € 0, 309 € 7.181,16 Stap 3 De ‘eerst af te rekenen goederensoort’ is Overig Nat Massagoed (07)
BT 23. 240 × 133,7% × € 0,503 € 15.629,15
Stap 4 4.000 ton Overig Nat Massagoed (07) × € 0,503
18.000 ton Ruwe Olie (05) × € 0,665
€ 2 .012 ,00
€ 11.970,00
Subtotaal
€ 13.982 ,00
Stap 5 Bedrag stap 2
Bedrag stap 3 of 4 (laagste uitkomst)
€ 7.181,16
€ 13.982,00
Te betalen zeehavengeld
€ 7.181,16 + € 13.982,00
€ 21.163,16
Stap 2 | BT-maat 75.246 × BT-tarief € 0,247 | € 18.585,76 | |
Stap 3 | Niet van toepassing | ||
Stap 4 | 39.000 ton Containers (09) × € 0,493 | € 19.227,00 | |
Stap 5 | Bedrag stap 2 | € 18.585,76 | |
Bedrag stap 4 | € 19.227,00 |
Voorbeeld 3
In Deepseadienst varend schip met een BT van 75.246 BT
en overslag van Containers (09) van 39.000 Ton
Stap 1 Scheepstype is Containerschip. Het omslagpercentage is niet van toepassing.
Te betalen zeehavengeld
€ 18.585,76 + € 19. 227,00
€ 37.812 ,76
BIJLAGE 3: ZEEHAVENGEBIED
MA ASVL AK TE EUROP OORT BOTLEK PERN
Hoek van Holland
Maassluis
Oostvoorne
Vlaardingen
Brielle
Rockanje
Spijkenisse
Hellevoetsluis
36
Boeien & palen Zeehavengebied
IS EEMHAVEN WA ALHAVEN DRECHTSTEDEN
Delft
Rotterdam
Krimpen a/d IJssel
Schiedam
Alblasserdam
Ridderkerk
Barendrecht
Papendrecht
Oud-Beijerland
Zwijndrecht
Dordrecht
Moerdijk
Noordschans
Klundert
37
BIJLAGE 4: BINNENHAVENGEBIED
MA ASVL AK TE EUROP OORT BOTLEK PERN
Hoek van Holland
Maassluis
Oostvoorne
Vlaardingen
Brielle
Rockanje
Spijkenisse
Hellevoetsluis
38
Boeien & palen Binnenhavengebied
IS EEMHAVEN WA ALHAVEN DRECHTSTEDEN
Delft
Rotterdam
Krimpen a/d IJssel
Schiedam
Alblasserdam
Ridderkerk
Barendrecht
Papendrecht
Oud-Beijerland
Zwijndrecht
Dordrecht
39
APPENDIX ALGEMENE INFORMATIE
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V. OVERIG E BELANGRIJKE CONTACTGEGEVENS
Havenbedrijf Rotterdam N.V. World Port Center, Xxxxxxxxxxxxxx 000 | Xxxxxxxxxxxx T +31 112 | |
3072 AP Rotterdam | ||
T x00 00 000 0000 | Douane Rotterdam T General | x00 000 0000 |
Haven Coördinatie Centrum | T VTS | x00 00 000 0000 |
T x00 00 000 0000
Transport & Omgevings Veiligheid T x00 00 000 0000
Afdeling Havengelden T x00 00 000 0000
E xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xxx
Afvalstoffenheffing T x00 00 000 0000
VRC - Vereniging van Rotterdamse cargadoors T x00 00 000 0000
Politie Rotterdam T x00 000 0000
Havenziekenhuis
T x00 00 000 0000
DISCLAIMER
Havenbedrijf Rotterdam N.V. is niet aansprakelijk voor fouten in deze brochure. Wijzigingen en correcties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden aangebracht.
COLOFON
• Uitgegeven door Havenbedrijf Rotterdam N.V.,
Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx
• Productie Havengelden, Havenbedrijf Rotterdam N.V.
• Ontwerp Vormgeving, Havenbedrijf Rotterdam N.V.
• Fotografie Havenbedrijf Rotterdam N.V.
UITGAVE HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.