Kanttekeningen en aandachtspunten van Koninklijke Bouwend Nederland en MKB Infra bij
Kanttekeningen en aandachtspunten van Koninklijke Bouwend Nederland en MKB Infra bij
de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020
Op 14 mei 2020 heeft Duurzaam Gebouwd (DG) een nieuw model bouwteam- overeenkomst gepubliceerd: “Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020”.
Dit model is het eindresultaat van een gehouden consultatieronde naar aanleiding van het “Consultatiedocument Bouwteamovereenkomsten UAV & UAV-GC” d.d. 20 mei 2019. Koninklijke Bouwend Nederland heeft in die ronde uitvoerig kritiek geleverd op het document uit 2019. MKB Infra en Techniek Nederland hebben die kritiek gesteund.
De Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 (hierna: het “model DG 2020”, of “het model”) biedt ten opzichte van het Consultatiedocument op onderdelen weliswaar diverse verbeteringen, maar bevat nog veel elementen waarbij kanttekeningen – in de vorm van een aanbeveling, aandachtspunt, of zelfs waarschuwing – zijn te maken.
Het model is tot stand gekomen door samenwerking van Pro6 Managers, Xxxxxxx & Xxxxxxx, Tauw en Witteveen + Bos.
Alertheid bij de toepassing van het model is geboden. Daarom volgen hieronder een aantal aanbevelingen en opmerkingen op hoofdlijnen bij de “Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020”.
Niet paritair
1. Het model is door adviseurs van de genoemde organisaties opgesteld en is dus niet paritair tot stand gekomen. Het is dus geen paritair model of paritaire algemene voorwaarden als bedoeld in Voorschrift 3.9 C van de Gids Proportionaliteit. Dit staat overigens ook expliciet in het voorwoord van het model. Dit betekent dus dat aanbestedende diensten en speciale sector-bedrijven dit model naar eigen inzicht mogen hanteren (of juist niet) en ook afwijkingen van dit model niet hoeven te motiveren.
Tip
Wees alert op eventuele afwijkingen ten opzichte van het model en beoordeel die.
Vervolgcontract: UAV 2012 of UAV-GC 2005?
2. Uitgangspunt van het model is dat op de – na het succesvol doorlopen van de bouwteamfase – te sluiten aannemingsovereenkomst hetzij de UAV 2012 hetzij de UAV-GC 2005 van toepassing zijn (zie overweging 9). Dit zijn wel paritair tot stand gekomen algemene voorwaarden als bedoeld in Voorschrift 3.9 C van de Gids Proportionaliteit. Overheidsaanbesteders (aanbestedende diensten en speciale sector-bedrijven) zijn daarom in principe wel gehouden om de UAV 2012 en de UAV-GC 2005 integraal toe te passen.
Tip 1
Afhankelijk van de aard en omvang van de ontwerpactiviteiten van de Aannemer in het bouwteam, moet worden beoordeeld of het passend is om op het vervolgcontract de UAV 2012, dan wel de UAV-GC 2005 van toepassing te verklaren (zie hierna ook onder 6, 7 en 8).
Tip 2
Ga in het concrete geval na of de Opdrachtgever, zeker als het een aanbestedende
dienst of een speciale sector-bedrijf betreft, in de “Conceptovereenkomst van aanneming van werk” (Appendix 5) de UAV 2012 of de UAV-GC 2005 (ongewijzigd) hanteert (zie ook hierna bij 17).
Consultatiedocument mei 2019 niet gebruiken!
3. Met het verschijnen van het model is het eerder gepubliceerde Consultatiedocument komen te vervallen. Dat staat expliciet in het voorwoord van het model. In de praktijk zien we echter dat veel aanbestedende diensten en opdrachtgevers desondanks nog steeds gebruik maken van het concept bouwteamovereenkomst van het Consultatiedocument. Die conceptversie van de bouwteamovereenkomst wijkt echter op een aantal punten substantieel (ten nadele van de aannemer) af van het definitieve model.
Tip
Ga dus in het concrete geval na of je te maken hebt met de conceptversie van de bouwteamovereenkomst uit het Consultatiedocument (uit mei 2019) of met de definitieve versie van de Model Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (uit mei 2020). Indien het de conceptversie betreft, vraag de aanbestedende dienst/opdrachtgever dan om de definitieve versie te gebruiken.
Passend bij het project?
4. In het Voorwoord bij het model staat dat het model bedoeld is voor kleine en middelgrote projecten. Of het model passend is zal dus afhangen van de omvang, aard en eventuele specifieke eisen van het project.
Tip
Het Voorwoord bij het model zegt dat het vooral is bedoeld voor kleine en middelgrote projecten. Beoordeel of het model past bij het betreffende project en let op of er eventuele project specifieke aanpassingen zijn doorgevoerd ten opzichte van het model. Het model is op onderdelen echter nogal moeilijk te doorgronden en erg uitvoerig. Bekijk of niet beter het eenvoudiger VGBouw Model Bouwteamovereenkomst 1992 kan worden gebruikt. De herziene versie van dat model verschijnt in het voorjaar 2021. In het algemeen geven Koninklijke Bouwend Nederland en MKB Infra de voorkeur aan dat laatste model.
Twee-partijen contract:
maak passende afspraken met je eigen adviseur, onderaannemer of leverancier
5. Het model is een twee-partijen-overeenkomst tussen enerzijds de Opdrachtgever en anderzijds de Aannemer. Het is de bedoeling dat zowel de Opdrachtgever als de Aannemer elk één op één bilaterale afspraken maakt met de eigen adviseurs/ontwerpers/onderaannemers/leveranciers – in het model gedefinieerd als Deelnemers - die (zij willen laten) deelnemen aan het bouwteam (artikel 5.1) en dat de Opdrachtgever en de Aannemer zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen Deelnemers (artikel 5.2).
Tip
Zorg dus als aannemer/installateur dat de afspraken met je eigen adviseurs/ontwerpers/ onderaannemers/leveranciers goed aansluiten bij het model, met name voor wat betreft de aansprakelijkheidsregeling (artikel 11). Daarbij verdient de doorwerking van de ontwerpverantwoordelijkheid in en de
aansprakelijkheidsregeling uit de nog te sluiten aannemingsovereenkomst bijzondere aandacht. Zie meer in het bijzonder punt 17 hierna.
Let op
Is er al een “Conceptovereenkomst van aanneming van werk” (Appendix 5, artikel 2.1) bij de bouwteamovereenkomst gevoegd? En wat is daarin geregeld ten aanzien van (ontwerp)aansprakelijkheid? Dit zijn relevante aspecten die vooraf duidelijk moeten zijn, alvorens als aannemer/installateur met eigen zelfstandige hulppersonen te contracteren om deel te nemen aan het bouwteam.
Aannemer als ontwerper: een glijdende schaal
6. In overweging 1 en overweging 2 van het model wordt gesproken over “voorbereidingswerkzaamheden gedurende de ontwerpfase” ter voorbereiding van de uitvoering van het Project. In tegenstelling tot wat de term lijkt te suggereren, gaat dit verder dan het VGBouw Model Bouwteamovereenkomst 1992 en de herziene versie daarvan (de Bouwend Nederland Bouwteamovereenkomst 2021), waar de Aannemer met name zijn specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van uitvoerings- en kostentechnische aspecten van het bouwen inbrengt. De voorbereidingswerkzaamheden omvatten volgens de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 onder meer het opstellen van ontwerpproducten, het opstellen van een uitvoeringsplanning, het bijstellen van het Taakstellend Budget en het opstellen van het Risicodossier omvatten (zie voetnoot 3). Het is in elk geval de Aannemer die daadwerkelijk bepaalde voorbereidingswerkzaamheden moet (laten) uitvoeren (artikel 8.2 (D)). Kortom, op grond van dit model heeft de Aannemer ook (een meer of minder vergaande) ontwerpverantwoordelijkheid.
7. In het model vinden we definities van “Bestek” en “Definitief Ontwerp” (artikel 2.3). De werkelijke ontwerpopgave binnen het bouwteam kan echter – net als binnen de UAV-GC 2005 – variëren op de glijdende schaal van (A) programma van eisen (PvE), (B) voorlopig ontwerp (VO), (C) Definitief Ontwerp (DO) en (D) andere (ontwerp)documenten (artikel 3.1 en artikel 3.2).
Ontwerpverantwoordelijkheid Aannemer
8. Let op
Voor de aard en omvang van de precieze ontwerpverantwoordelijkheid van de Aannemer binnen het bouwteam is een aantal Appendices belangrijk, namelijk Appendix 2 (“Beschrijving van de werkzaamheden per Deelnemer in het Bouwteam”) en Appendix 7 (“Informatie die door of namens de Opdrachtgever voorafgaand aan het sluiten van de Overeenkomst is gedeeld met de Aannemer”). Bestudeer deze Appendices zorgvuldig, want deze zijn – samen met artikel 3.1, artikel 3.2, artikel 6.1 (R) en artikel 8.2 (D) – medebepalend voor de (omvang van de) ontwerpverantwoordelijkheid van de Aannemer op grond van het model.
Bekijk dus of je die verantwoordelijkheid kunt en wilt dragen, mede in het licht van
de verzekeringsmogelijkheden.
9. Ook de overige Appendices (artikel 2.1) zijn belangrijk en dienen zorgvuldig bestudeerd te worden. Zo zijn Appendix 1 (“Overzicht van eisen per Deelnemer in het Bouwteam, inclusief de eisen die gelden voor de personen die deelnemen in het Bouwteam namens deze Deelnemers (zoals competenties en kwalificaties))” en Appendix 5 (“Conceptovereenkomst van aanneming van werk”) van belang alvorens de Aannemer kan contracteren met zijn eigen adviseurs/ontwerpers/
onderaannemers/leveranciers die hij wil laten deelnemen aan het bouwteam en voor wie hij binnen het bouwteam verantwoordelijkheid draagt.
Opdrachtgever niet verantwoordelijk voor alle verstrekte informatie
10. De Opdrachtgever is alleen verantwoordelijk voor informatie die hij in Appendix 7 aan de Aannemer ter beschikking heeft gesteld, niet voor informatie die niet in Appendix 7 is opgenomen maar wel aan de Aannemer is verstrekt (artikel 6.1 (Q)) dan wel na het sluiten van de bouwteamovereenkomst aanvullend wordt verstrekt.
Taakstellend Budget
11. Voor Appendix 3 (“Taakstellend Budget inclusief de daaraan ten grondslag liggende onderbouwing”) neemt het model als uitgangspunt dat het Taakstellend Budget een voorlopig karakter heeft, dat voorafgaand aan de ondertekening van de bouwteamovereenkomst met de Aannemer besproken is en dat door beide partijen als realistisch wordt beschouwd (zie overweging 10). Het Taakstellend Budget kan tussentijds gewijzigd worden (zie de definitie in artikel 2.3).
Let op
Beoordeel het budget grondig en realiseer dat de Aannemer door het tekenen van de bouwteamovereenkomst verklaart geen redenen te hebben om aan te nemen dat het Taakstellend Budget niet realistisch is.
Verantwoordelijkheid constructieve veiligheid
12. De Opdrachtgever wijst de Deelnemer aan die als constructeur eindverantwoordelijk is voor de constructieve veiligheid van het Project gedurende de ontwerp- en bouwfase (artikel 6.1 (L)). Dat kan volgens de definitie van “Deelnemers vanuit Opdrachtgever” (artikel 2.3) ook de Xxxxxxxx zelf zijn of een van de “Deelnemers vanuit de Aannemer” voor wie de Aannemer verantwoordelijk is (artikel 5.2).
Let op
Daarmee kan de Xxxxxxxx achteraf eenzijdig (door de aanwijzing) door de Opdrachtgever worden belast met de eindverantwoordelijkheid voor de constructieve veiligheid. Nog daargelaten dat deze eindverantwoordelijkheid in beginsel bij de Opdrachtgever als initiatiefnemer zou moeten rusten, dient hier over echter vooraf – voor het aangaan van de bouwteamovereenkomst – duidelijkheid te bestaan.
Aanbeveling
Vraag de Opdrachtgever vóór sluiting van de bouwteamovereenkomst om in contractstukken aan te wijzen welke Deelnemer eindverantwoordelijkheid draagt voor de constructieve veiligheid. Als dat de Aannemer is, denk aan de verzekeringstechnische gevolgen daarvan.
13. Hetzelfde geldt voor het door de Opdrachtgever aanwijzen van de Deelnemer (of een derde) die belast wordt met de rol van veiligheidsregisseur (artikel 6.1 (K)). Ook daarvoor geldt dat het van belang is dat daar vooraf duidelijkheid over bestaat.
Overigens zijn wij er geen voorstander van dat een veiligheidsregisseur wordt aangesteld, waar die immers geen bevoegdheden heeft ten opzichte van andere bij
het bouwteam betrokken partijen, laat staan derden. Bovendien is niet duidelijk of met een veiligheidsregisseur hetzelfde wordt bedoeld als de introductie van de veiligheidscoördinator in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Er is nog te veel onduidelijkheid over de precieze rol, taken en bevoegdheden van de veiligheidscoördinator. Wij zijn bovendien van mening dat dit langs publiekrechtelijke weg geregeld dient te worden en niet via een privaatrechtelijke regeling zoals in een contract.
Vergoeding
14. De Aannemer heeft voor zijn deelname aan het Bouwteam recht op vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten van hemzelf en van de “Deelnemers vanuit de Aannemer” tegen vooraf overeengekomen uurtarieven, verhoogd met vooraf overeengekomen kostenposten (artikel 10.1).
Overigens ondersteunen wij het verstrekken van een vergoeding voor de door de Xxxxxxxx in het Bouwteam verrichte (ontwerp)inspanningen op basis van de daadwerkelijk bestede tijd van xxxxx.
Aansprakelijkheid aannemer
15. De aansprakelijkheid van de Aannemer is geregeld conform de artikelen 13 t/m 15 DNR 2011 (eerste herziening juli 2013) (artikel 11.2). Dit betekent kort gezegd dat de Aannemer aansprakelijk is voor toerekenbare tekortkomingen van hemzelf en van zijn “Deelnemers vanuit de Aannemer” (artikel 13 DNR 2011), dat de Aannemer alleen aansprakelijk is voor directe schade (artikel 14 DNR 2011) en dat de aansprakelijkheid van de Aannemer in hoogte gelimiteerd is tot maximaal het bedrag gelijk aan de vergoeding die hij ontvangt met een maximum van EUR 1.000.000, - (artikel 15 DNR 2011).
16. Artikel 16 DNR 2011 (eerste herziening juli 2013) is daarentegen niet van toepassing, zodat de daar genoemde vervaltermijnen niet gelden en de aansprakelijkheidsduur in beginsel onbeperkt is (begrenst door de wettelijke verjaringstermijnen).
17. Let op
Het model lijkt ervan uit te gaan dat de (ontwerp)aansprakelijkheid in de nog te sluiten overeenkomst van aanneming van werk anders geregeld kan worden (zie voetnoot 12 van het Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020). Dit kan betekenen dat, indien fouten of gebreken in het ontwerp aan het licht komen tijdens de realisatiefase, de Xxxxxxxx mogelijk niet kan terugvallen op de aansprakelijkheidsregeling van de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 maar dat de aansprakelijkheidsregeling uit de overeenkomst van aanneming van werk prevaleert. Appendix 5 (“Conceptovereenkomst van aanneming van werk”) is dus van belang. Indien deze conceptovereenkomst als Appendix is bijgevoegd, dan heeft de Aannemer zich met het tekenen van de bouwteamovereenkomst reeds bij voorbaat gecommitteerd aan de inhoud van de (aansprakelijkheidsregeling en bepalingen van de) overeenkomst van aanneming van werk (artikel 12.2 (B) en (D)). Op de “Conceptovereenkomst van aanneming van werk” zouden de UAV 2012 of de UAV-GC 2005 van toepassing moeten zijn. Zie in dit verband punt 2 hiervoor.
18. Als de bouwteamovereenkomst gevolgd wordt door een Model Basisovereenkomst met UAV-GC 2005, dan moet er goed gekeken worden naar de juiste aansluiting van de bouwteamovereenkomst (en het Risicoregister) op de structuur en risico-
allocatie van de Model Basisovereenkomst en UAV-GC 2005. Denk bijvoorbeeld aan de resterende ontwerpopgave, de verantwoordelijkheid voor de Vraagspecificatie, de verantwoordelijkheid voor verstrekte informatie, verantwoordelijkheid voor vergunningen, bodemaspecten, en intellectuele eigendomsrechten.
Contractvorming aannemingscontract
19. De contractvormingsprocedure (artikel 12) is in het Model redelijk complex en op sommige punten onduidelijk en ontoereikend. Binnen die procedure zijn de volgende stappen te onderscheiden:
(a) De contractvormingsprocedure start vanaf de dag dat de Opdrachtgever schriftelijk aan de Aannemer heeft medegedeeld dat hij de documenten, die in bouwteam zijn vervaardigd (ontwerp, uitvoeringsplanning, Risicodossier, eventuele andere documenten), heeft goedgekeurd. Vanaf dat moment kan de Opdrachtgever de bouwteamovereenkomst niet meer opzeggen (artikel 12.1).
(b) Tijdens de eerste [twee] weken onderhandelen Partijen over “de toedeling aan de Aannemer van specifieke risico’s uit het Risicodossier” (dus niet de verdeling van risico’s tussen Partijen) en over de aansprakelijkheidsbepalingen en andere relevante bepalingen “voor zover de conceptovereenkomst van aanneming van werk (Appendix 5) hier niet (expliciet) in voorziet” (artikel 12.2 en artikel 12.8 (C)).
Let op
Het is dus zaak om voor ondertekening van de bouwteamovereenkomst de aannemingsovereenkomst in Appendix 5 zorgvuldig te beoordelen.
(c) Een belangrijk aandachtspunt daarbij is hoe de concept aannemingsovereenkomst, het Risicodossier en de risicotoedeling aan de Aannemer zich verhouden tot de (evenwichtige) risico-allocatie, zoals neergelegd in de UAV 2012 en de UAV-GC 2005.
(d) Als Partijen overeenstemming hebben bereikt over de risico-allocatie en de concept aannemingsovereenkomst, wordt de Aannemer schriftelijk uitgenodigd om op basis van alle door de Opdrachtgever goedgekeurde documenten (ontwerp, uitvoeringsplanning, Risicodossier, risico-allocatie en overeenkomst) een aanbieding te doen. De Opdrachtgever bepaalt uit welke onderdelen de aanbieding moet bestaan (artikel 12.3).
(e) Uiterlijk [twee] weken na de uitnodiging doet de Aannemer zijn aanbieding. Bij zijn aanbieding moet in elk geval een open begroting worden gevoegd conform de eisen van Appendix 6 (“Wijze van het opstellen van een open begroting”). De Aannemer dient zijn aanbieding “gedurende de hele contractvormings- procedure” gestand doen. Hoe lang die procedure precies zal gaan duren, en hoe lang de gestanddoeningstermijn bedraagt, is op voorhand niet exact te zeggen (artikel 12.4).
(f) Uiterlijk [twee] weken na ontvangst van de aanbieding deelt de Opdrachtgever aan de Aannemer schriftelijk mede of hij de aanbieding aanvaardt of dat hij in onderhandeling wil treden. De onderhandelingen vinden op exclusieve basis plaats en de onderhandelingsperiode duurt [acht weken] na het besluit van de Opdrachtgever om onderhandelingen aan te gaan. Tijdens de periode van onderhandelingen van [acht weken] mag de Opdrachtgever niet met derden (andere aannemers/gegadigden voor het werk) contacten onderhouden (artikel 12.5 en artikel 12.6).
(g) Tijdens de (tweede) onderhandelingsperiode [van acht weken] onderhandelen Partijen niet alleen over de prijs en de onderbouwing daarvan, maar (opnieuw)
ook over de toedeling van xxxxxx’x en de afprijzing van de risico’s, de risicobeheersmaatregelen en de aansprakelijkheidsregeling uit de concept aannemingsovereenkomst (artikel 12.8). Het model lijkt op dit punt niet consistent (artikel 12.2, zie punt (b) hiervoor).
(h) Indien Partijen na afloop van de onderhandelingsperiode [van acht weken] geen overeenstemming bereiken over de aanbieding, is de Opdrachtgever “verplicht” om advies te vragen aan een door [de Raad van Arbitrage voor de Bouw] voorgestelde deskundige of deskundigen. In dat geval “kan” (dat hoeft dus niet) de Opdrachtgever de termijn van exclusiviteit verlengen tot hetzij acht kalenderdagen na het verkrijgen van het advies, hetzij na het verstrijken van de termijn van [vier weken] waarbinnen het advies moet zijn gegeven (artikel 12.10 en artikel 12.11).
(i) De Opdrachtgever wijst [via de Raad van Arbitrage voor de Bouw] de deskundige(n) aan. Het is dus niet zo dat de Opdrachtgever en de Aannemer gezamenlijk één deskundige of meerdere deskundigen benoemen.
(j) De door de Opdrachtgever aangewezen deskundige(n) moet(en) adviseren over de punten waarover tussen Partijen na de onderhandelingen verschil van inzicht bestaat: de prijs en de onderbouwing daarvan, maar ook over de toedeling van risico’s en de afprijzing van de risico’s, de risicobeheersmaatregelen en de aansprakelijkheidsregeling uit de concept aannemingsovereenkomst.
(k) Het advies van de deskundige(n) is slechts bindend, als beide partijen na het uitbrengen van het advies besluiten om een aannemingsovereenkomst aan te gaan (artikel 12.12).
(l) Xx Xxxxxxxx heeft dus direct bij aanvang van zijn deelname aan het bouwteam niet het recht om als eerste en enige een aanbieding te doen. De Opdrachtgever kan immers voorafgaande aan de contractvormingsfase en zelfs voorafgaande aan de onderhandelingen (op het moment dat de Aannemer zijn aanbieding reeds gedaan heeft en de Opdrachtgever deze heeft kunnen beoordelen) ook aan een derde vragen om een aanbieding te doen.
Let op
Pas als de Opdrachtgever, na beoordeling van de aanbieding, besluit om met de Aannemer in onderhandeling te treden, is sprake van exclusiviteit. De termijn van exclusiviteit bedraagt [acht weken, optioneel door de Opdrachtgever te verlengen met vier weken ingeval van advies]. Na afloop van
– en door het enkele verstrijken van – deze termijn vervalt de exclusiviteit automatisch en is de Opdrachtgever weer vrij om met derden zaken te doen. De Aannemer mag de Opdrachtgever daarin niet belemmeren en heeft uitsluitend recht op de afgesproken kostenvergoeding (artikel 12.13).
(m) Het Taakstellend Budget lijkt in de hele contractvormingsprocedure geen rol te spelen. Dat leidt wel tot een aantal vragen, zoals:
Als de aanbieding van de Aannemer binnen het Taakstellend Budget van de Opdrachtgever ligt, mag de Opdrachtgever dan toch onderhandelingen starten? En als de aanbieding van de Aannemer – eventueel na onderhandelingen – (alsnog) binnen het Taakstellend Budget past, is de verplichte adviesprocedure (van artikel 12.10 e.v.) dan nog wel nodig? En welke rol speelt het Taakstellend Budget in die verplichte adviesprocedure?
Gevolgen geen overeenstemming
20. Als Partijen tijdens de contractvormingsprocedure geen overeenstemming hebben bereikt en de Opdrachtgever aan de Aannemer schriftelijk heeft medegedeeld dat
de termijn van exclusiviteit is geëindigd, kan elke Partij de bouwteamovereenkomst per aangetekende brief (vroegtijdig) beëindigen. In dat geval blijven (alleen) de bepalingen betreffende intellectuele eigendomsrechten, geheimhouding en de geschillenregeling gelden (artikel 13).
Let op
De aansprakelijkheidsbepaling (artikel 11) blijft echter niet gelden. Evenmin is expliciet geregeld dat de Opdrachtgever de in bouwteam door de Aannemer vervaardigde (ontwerp)documenten na betaling van de afgesproken kostenvergoeding (artikel 10) voor eigen risico mag gebruiken of door derden mag laten gebruiken (artikel 14.3). De Aannemer kan na voortijdige beëindiging dus nog aansprakelijk worden gehouden voor fouten of gebreken in de door of namens hem vervaardigde (ontwerp)documenten (op basis waarvan het werk door een derde gerealiseerd kan worden/zijn), zonder enige beperking van aansprakelijkheid, omdat op artikel 11 geen beroep meer kan worden gedaan.
21. Overigens kan de Opdrachtgever ook voorafgaande aan en na afloop van de contractvormingsprocedure de bouwteamovereenkomst tussentijds opzeggen op grond van de wet (artikel 7:408 BW). Dat kan de Opdrachtgever echter niet tijdens de contractvormingsprocedure (artikel 12.1). Het hiervoor in punt 20 gesignaleerde risico bestaat dan eveneens (artikel 13.2).
IE rechten: alle voor de Opdrachtgever
22. Als uitgangspunt van het model geldt dat alle intellectuele eigendomsrechten (inclusief persoonlijke rechten, zoals auteursrechten) en het eigendomsrecht van alle door de Aannemer of zijn adviseurs/ontwerpers/onderaannemers/leverancier (Deelnemers) in het bouwteam vervaardigde (ontwerp)documenten, berekeningen en tekeningen aan de Opdrachtgever toekomen (tenzij Partijen expliciet en schriftelijk andere afspraken maken) en reeds bij voorbaat kosteloos aan de Opdrachtgever worden overgedragen. Dat kan een belemmering zijn voor het doen van innovatieve (ontwerp)oplossingen. Overigens zijn persoonlijkheidsrechten wettelijk gezien niet overdraagbaar, deze komen uitsluitend toe aan de maker.
Let op
Dit is een afwijkende regeling ten opzichte van de bepalingen omtrent intellectuele eigendomsrechten in de DNR 2011 en de UAV-GC 2005. Op grond van die voorwaarden is de adviseur c.q. de aannemer/installateur rechthebbende op de intellectuele eigendomsrechten.
Eindconclusie
23. Gelet op bovenstaande opmerkingen en aandachtspunten heeft het gebruiken van de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 niet onze voorkeur. Het VGBouw Model Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 1992 heeft niet alleen zijn waarde reeds bewezen, maar bewijst heden ten dage nog steeds zijn waarde. Dit model biedt de aannemer/installateur een betere bescherming en een evenwichtigere risicoverdeling dan de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020. Dat geldt eveneens voor de herziene versie van het model uit 1992: de Koninklijke Bouwend Nederland Model Bouwteamovereenkomst 2021, welke in het voorjaar 2021 verschijnt.
Zoetermeer/Veenendaal, april 2021