Partijen
C-179
Energiebesparing door de Energie Prestatie Keuring (EPK): Green Deal EPK Pilot
Partijen
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp;
2. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Mansveld;
Ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid.
3. Industrial Energy Experts, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de heer M.W. Steerneman;
4. De Federatie Textielbeheer Nederland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar secretaris de heer P.N.M. Wennekes;
5. De Kleijn Energy Consulting, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar algemeen directeur de heer X.X.X. xxx Xx;
6. Jacobs Energie Advies, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de xxxx X.X.X.X. Xxxxxx;
7. Koninklijke Metaalunie, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur beleid de xxxx X. Xxxxxxxx;
8. Stichting Milieu Platform Zorgsector, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de heer X.X. xxx Xxxxxxx;
9. Driven by Values BV, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de xxxx X. Xxxxxxx;
10. MKB-Nederland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de heer L.J. Visser; samen hierna te noemen: Trekkers van de EPK pilot projecten;
Hierna allen gezamenlijk te noemen: Partijen.
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie- vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen;
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten;
3. Green Deals bieden organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen te werken aan groene groei. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast;
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er een navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen bij de Green Deal Energie Prestatie Keuring
1. In de Klimaatagenda (TK, 2013-2014, 32813, nr. 70) heeft het kabinet in 2013 haar klimaataanpak uiteengezet. Het kabinet wil via een krachtige combinatie van voorkomen (mitigatie), aanpassen (adaptatie) en klimaatintelligent ondernemen de gevolgen van klimaatverandering beperken en inspelen op de kansen die de omslag naar een klimaatneutrale samenleving biedt.
2. Initiatieven van burgers en ondernemers, alsook samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties worden gezien als drijvende krachten bij het realiseren van een klimaatneutrale samenleving in 2050.
3. Ruim 40 organisaties, waaronder werkgevers- en werknemersorganisaties, natuur- en milieu- organisaties, maatschappelijke partijen en financiële instellingen hebben samen met het kabinet in 2013 met het ‘Energieakkoord voor duurzame groei’ de basis gelegd voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid.
4. Onderdeel van het Energieakkoord is een pilot rond de Energie Prestatie Keuring (EPK) voor bedrijven en instellingen. De EPK is een nog te ontwikkelen product (door een private partij) dat als doel heeft om bedrijven te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen om daarmee de energieprestatie te verbeteren en tevens om deze besparingsaanpak te keuren. Met deze periodieke keuring kan een bedrijf staven dat het de vereiste of afgesproken energiebesparende maatregelen heeft genomen. Daarmee kan het bedrijf aantonen dat het bijvoorbeeld voldoet aan de Wet milieubeheer of de Meerjarenafspraken energie-efficiency.
5. De Rijksoverheid is in 2013 gestart met de uitvoering van de EPK pilot. In het voorjaar van 2014 heeft de Rijksoverheid gekozen voor het opzetten van een Green Deal procedure om EPK-ideeën van marktpartijen te verzamelen. Deze procedure heeft als resultaat gehad dat eind 2014 negen EPK pilot projecten konden starten.
6. De uitwerking en de toepassing van de EPK bevindt zich nog in een ontwikkelingsfase. De EPK pilot heeft als doel om te onderzoeken in welke vorm een EPK zou kunnen werken en wat de sterktes
en zwaktes van de verschillende EPK-ideeën zijn, en vooral om te ontdekken hoe de verschillende betrokkenen deze EPK-ideeën beoordelen. Verschillende uitvoeringsvarianten van de EPK worden bij de EPK pilot op hun praktijktoetsingsmogelijkheden en op hun voor- en nadelen bekeken.
7. In ieder EPK pilot project wordt het eigen EPK-idee uitgewerkt, getest, onderzocht en geëvalueerd. De drie basisvragen voor een EPK pilot project zijn: (i) is het idee aantrekkelijk voor de afnemer/ ondernemer, (ii) is het idee acceptabel voor bevoegd gezag en (iii) levert het EPK-idee een goed verdienmodel op voor de aanbieder. De aanpak van ieder EPK pilot project is vastgelegd in een
projectplan. Deze aanpak leidt tot een eindrapport over het EPK pilot project dat op 1 juli 2015 afgerond moet zijn.
8. De negen EPK pilot projecten tezamen hebben een dusdanig gevarieerde aanpak en doelgroep dat de eindresultaten voldoende zijn om de EPK aanpak te kunnen evalueren. Door het uitvoeren van deze projecten met veel verschillen en ook met interessante overlappen kan na de projectfase een breed beeld worden geschetst van de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de EPK aanpak. De EPK pilot projecten leveren informatie en inzichten op over de praktische uitvoering van EPK-ideeën.
In de evaluatie worden deze inzichten en informatie gebundeld en geanalyseerd.
9. Het eindproduct van de evaluatie van de EPK pilot is een rapport dat door de Rijksoverheid aangeboden zal worden aan de Borgingscommissie van het Energieakkoord. Dit is voorzien in oktober 2015.
Het evaluatierapport is een essentieel onderdeel van de voorbereiding voor een besluit van de deelnemers aan het Energieakkoord of, en zo ja hoe, vanaf 2016 verder gegaan wordt met de EPK als instrument.
Komen het volgende overeen:
1. Doel en definities
Artikel 1. Doel
Het doel van de EPK pilot is het leveren van een praktisch advies aan de Borgingscommissie over de toegevoegde waarde van de EPK als instrument om energiebesparing bij bedrijven en instellingen te stimuleren. Bij dit advies staat met name nut en noodzaak van het invoeren van het EPK-systeem centraal.
Artikel 2. Definities
2.1. Het EPK-systeem: Het EPK-systeem is het geheel aan toetsmomenten (registers, keurmerken, beoordelingen en certificaten) dat kan worden gebruikt bij energiebesparing van bedrijven en instellingen en levert een instrument (of instrumenten) op waarmee die energieprestatie kan worden verbeterd.
2.2. EPK-idee: Een EPK-idee is een concrete invulling van het te hanteren toetsmoment (of verzameling van meerdere toetsmomenten) voor een bepaalde doelgroep inclusief eventuele aanvullende activiteiten die het ‘verkopen’ van het EPK-idee aantrekkelijker maken.
2.3. EPK pilot project: Een EPK pilot project is een individueel onderzoeksproject met als doel een EPK-idee in de praktijk te onderzoeken en te testen.
2.4. De EPK pilot: De EPK pilot is het totaal aan pilot projecten inclusief flankerende activiteiten en de begeleidingsstructuur.
2.5. De evaluatie: De evaluatie is de evaluatie van de EPK pilot.
2. Inzet en acties
Artikel 3. Trekkers van EPK pilot projecten
3.1 De trekker van een EPK pilot project zorgt voor de uitvoering van hun project conform het ingediende projectplan met als uiterste datum voor afronding 1 juli 2015.
3.2 De trekker van een EPK pilot project stelt de evaluatieresultaten van hun EPK pilot project ter beschikking aan de Rijksoverheid.
Artikel 4. Rijksoverheid
4.1. De Rijksoverheid coördineert de EPK pilot projecten.
4.2. De Rijksoverheid ondersteunt de EPK pilot projecten bij het oplossen van uitvoeringsproblemen.
4.3. De Rijksoverheid verzorgt de communicatie over de EPK pilot.
4.4. De Rijksoverheid evalueert de EPK pilot en draagt zorg voor de rapportage van die evaluatie.
4.5. De Rijksoverheid biedt het rapport van de evaluatie in oktober 2015 aan de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
3. Slotbepalingen
Artikel 5. Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De projecten en activiteiten in deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 6. Wijzigingen
6.1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
6.2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
6.3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 7. Toetreding van nieuwe partijen
7.1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
7.2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de Minister van Economische Zaken.
Artikel 8. Citeertitel
De overeenkomst kan worden aangehaald als Green Deal EPK Pilot.
Artikel 9. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal te allen tijde met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 10. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken uit de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 11. Inwerkingtreding
11.1. Deze Green Deal treedt in werking op de dag van ondertekening door alle Partijen en loopt tot 1 januari 2016.
11.2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 12. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten green deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te Amsterdam op 2 april 2015.
Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
Directeur van Industrial Energy Experts,
M.W. Steerneman
Secretaris van Federatie Textielbeheer Nederland,
P.N.M. Wennekes
Algemeen directeur van De Kleijn Energy Consulting,
X.X.X. xxx Xx
Directeur van Jacobs Energie Advies,
X.X.X.X. Xxxxxx
Directeur beleid van Koninklijke Metaalunie,
X. Xxxxxxxx
Directeur van de Stichting Milieu Platform Zorgsector,
X.X. xxx Xxxxxxx
Directeur van Driven by Values BV,
X. Xxxxxxx
Directeur van MKB-Nederland,
L.J. Visser