Procedure voor de toewijzing van gebruiksrechten voor de frequentiebanden van 700 MHz, 900 MHz, 1400 MHz,
Procedure voor de toewijzing van gebruiksrechten voor de frequentiebanden van 700 MHz, 900 MHz, 1400 MHz,
1800 MHz, 2100 MHz en 0000 XXx
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Versie 1 - 14 januari 2022
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Ellipse Building C | Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00 xxx 0 x 0000 Xxxxxxx T x00 0 000 00 00 | F x00 0 000 00 00 | xxx.xxxx.xx
VOORAFGAANDE OPMERKINGEN
Dit memorandum werd opgesteld door het BIPT in het kader van de drie procedures voor de toewijzing van gebruiksrechten:
• voor de 700MHz-, 900MHz-, 1800MHz- en 2100MHz-banden;
• voor de 3600MHz-band; en
• voor de 1400MHz-band.
De termen en uitdrukkingen die gebruikt worden in dit memorandum worden gedefinieerd in de bijlage.
Dit memorandum is enkel bestemd voor informatiedoeleinden. Het wordt louter ter beschikking gesteld van de markt om diegenen te informeren die overwegen om eventueel deel te nemen aan de toewijzingsprocedure. Het memorandum heeft geen enkel bindend juridisch gevolg.
Dit memorandum resumeert en synthetiseert de reglementering die van kracht is voor de procedures voor toewijzing van de verschillende frequentiebanden. Het stelt de manier voor waarop deze procedures zullen verlopen. Het herhaalt eveneens de verplichtingen die wegen op de houders van rechten. Het staat echter vast dat de WEC, het 2G/3G-koninklijk besluit, het 700MHz-koninklijk besluit, het 3600MHz-koninklijk besluit, het 1400MHz-koninklijk besluit (zie definities in de bijlage), en alle andere Belgische of Europese regelgeving die ter zake relevant is, voorrang hebben op de inhoud van dit memorandum.
Elke ontvanger moet voor zichzelf de potentiële waarde van een toewijzing van spectrum in de verschillende frequentiebanden beoordelen. De kandidaten bepalen zelf de bedragen die ze bereid zijn voor te stellen op basis van hun eigen berekeningen. Het BIPT zal daarbij geen hulp of assistentie verlenen.
Het memorandum heeft geen contractuele of precontractuele waarde en verbindt geenszins het BIPT. Het kan in geen geval dienen als juridische grondslag voor eventuele beroepen die kunnen worden ingesteld ter gelegenheid van de veiling of de gunning van gebruiksrechten, noch ter ondersteuning van eventuele verzoeken om schadevergoeding of elke andere procedure ingesteld tegen het BIPT.
In voorkomend geval zullen gecorrigeerde versies van het memorandum worden gepubliceerd.
Alle informatie in dit memorandum kan worden bijgewerkt, gewijzigd en verbeterd tijdens de procedures voor toewijzing van gebruiksrechten in de verschillende frequentiebanden, afhankelijk van de ontwikkeling van het normatieve kader en bestaande feitelijke kader. Deze wijzigingen zullen in voorkomend geval worden gepubliceerd volgens dezelfde voorwaarden als de publicatie van dit memorandum.
Het BIPT wijst enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid af in verband met de nauwkeurigheid of volledigheid van de in het memorandum opgenomen informatie of enige andere informatie die ter beschikking wordt gesteld van de markt. In het bijzonder, maar zonder afbreuk te doen aan de algemeenheid van wat voorafgaat, wordt geen bevestiging of waarborg gegeven met betrekking tot toekomstige plannen, ramingen, vooruitzichten of opbrengsten die voortvloeien uit de exploitatie van de gebruiksrechten.
Het BIPT wenst met dit memorandum geen financieel, juridisch, fiscaal, boekhoudkundig of ander advies uit te delen.
Het BIPT wijst elke aansprakelijkheid af voor enig nadeel dat zou kunnen voortvloeien uit het gebruik van het memorandum door de bestemmelingen ervan.
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 2. Bestaande gebruiksrechten 7
Hoofdstuk 3. Toe te wijzen spectrum 10
Hoofdstuk 4. Spectrum voorbehouden voor de nieuwkomers 12
Hoofdstuk 5. Beschikbaarheid van de geveilde banden 13
5.1. 900MHz-, 1800MHz- en 2100MHz-banden 13
Hoofdstuk 6. Voorwaarden voor de uitoefening van de gebruiksrechten 16
6.1. Begrip gebruiksrechten 16
6.2. Geldigheidsduur van de gebruiksrechten 16
6.3. Toegestane technologieën 18
6.4. Internationale frequentiecoördinatie 19
6.5. Exclusieve economische zone van België in de Noordzee 21
6.8. Verplichtingen inzake dekking 25
6.10.2. Termijnen waarover het BIPT beschikt om nationale roaming op te leggen 28
6.10.4. Geografische omvang van het contract inzake nationale roaming 28
6.10.5. Diensten gedekt door het contract inzake nationale roaming 28
6.10.6. Duur van het contract inzake nationale roaming 28
6.10.7. Omstandigheden die een eind kunnen maken aan het contract inzake nationale roaming 29
6.11.2. Nationale PPDR-roaming 29
6.11.3. Bijzondere PPDR-maatregelen 30
Hoofdstuk 7. Organisatie van de toewijzingsprocedure 31
7.4. Kandidaten voor procedure A 32
7.6.1. Interesten op de waarborg 34
7.6.2. Verhoging van de waarborg 35
7.6.3. Eventuele terugbetaling van de waarborg 36
7.8. Verloop van de procedure 37
7.8.2. Elektronisch veilingsysteem 38
7.8.3. Verstoring van de veiling 38
7.8.5. Spectrum voorbehouden aan de bestaande operatoren 38
7.8.6. Inleidende veiling voor de nieuwkomers 39
7.8.8. Positionering van de percelen 42
7.8.9. Toewijzing van de gebruiksrechten 43
7.9. Chronologisch verloop van de procedures 44
Hoofdstuk 8. Regelgevende kwesties 45
8.2. Wijziging van de gebruiksrechten 45
8.3. Tekortkomingen en intrekking 45
8.4. Stedenbouwkundige vergunning en blootstellingslimiet voor het leefmilieu 45
8.4.2. Situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 46
8.4.3. Situatie in het Vlaams Gewest 46
8.4.4. Situatie in het Waals Gewest 47
8.5. Gedeeld gebruik van infrastructuur en gedeeld gebruik van spectrum 48
8.6. Hamsteren van spectrum 48
8.7. Risicovolle producenten van netwerkelementen 48
8.8. Het verhandelen van spectrum (Spectrum Trading) 50
Hoofdstuk 10. Aanvullende informatie 52
10.1. Vraag om inlichtingen 52
10.2. Beschikbaarheid van het memorandum 52
Bijlage. Definities en glossarium 53
Hoofdstuk 1. Inleiding
1. Dit memorandum betreft drie autonome procedures voor de toewijzing van gebruiksrechten die zullen worden georganiseerd door het BIPT.
2. De eerste procedure (hierna “procedure A”)1 betreft de toewijzing:
• van het bestaande 2G- en 3G-spectrum, namelijk 35 MHz duplex in de 900MHz-band, 75 MHz duplex in de 1800MHz-band en 60 MHz duplex in de 2100MHz-band, voor een periode van 20 jaar na afloop van de geldigheidsduur van de bestaande 2G- en 3G-vergunningen; en
• van 30 MHz duplex in de 700MHz-band voor een periode van 20 jaar.
3. De tweede procedure (hierna “procedure B") betreft de toewijzing van 390 MHz in de 3600MHz- band voor de periode tot 6 mei 2040.
4. De derde procedure (hierna “procedure C”) betreft de toewijzing van 90 MHz in de 1400MHz-band voor een periode van 20 jaar.
5. De procedures A en B zullen tegelijk worden georganiseerd, maar het is belangrijk om op te merken dat de procedures los van elkaar zullen staan.
6. Dit memorandum stelt de kandidaten geenszins vrij van de kennisneming van de regelgeving met betrekking tot de toewijzingsprocedures.
7. Personen die hun kandidatuur voor een of meer toewijzingsprocedures wensen in te dienen, worden geacht de veilingregels gelezen en begrepen hebben. Deze zullen worden gepubliceerd op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx.
8. Dit memorandum geeft meer bepaald:
• een samenvatting van de stappen die de ontvangers moeten ondernemen om zich kandidaat te stellen en deel te nemen aan een of meer toekomstige toewijzingsprocedures;
• een samenvatting van de principes van een aantal regels en van het geplande tijdschema van de toewijzingsprocedures; en
• wat achtergrondinformatie over de regelgevende context.
9. De drie toewijzingsprocedures worden met name door de WEC geregeld.
10. Procedure A zal plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen:
• van het 2G/3G-koninklijk besluit; en
• van het 700MHz-koninklijk besluit.
11. Procedure B zal plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het 3600MHz-koninklijk besluit.
12. Procedure C zal plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het 1400MHz-koninklijk besluit.
13. Geconsolideerde versies van de WEC en van de hierboven vermelde koninklijke besluiten zijn beschikbaar op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx.
14. Informatie over het op heden toegewezen spectrum en over het toe te wijzen spectrum, wordt verschaft in Hoofdstuk 2 en in Hoofdstuk 3.
15. In Hoofdstuk 4 staat informatie over het spectrum dat voorbehouden is voor een of meer nieuwkomers (zie definitie in de bijlage).
16. Informatie over de beschikbaarheid van het toe te wijzen spectrum is te vinden in Hoofdstuk 5.
17. In Hoofdstuk 6 wordt informatie gegeven over de voorwaarden om deze gebruiksrechten uit te oefenen.
18. Informatie over de organisatie van de toewijzingsprocedures wordt verschaft in Hoofdstuk 7. In deel 7.3 wordt in het bijzonder informatie meegedeeld over de kandidatuurdossiers.
19. Hoofdstuk 8 verschaft informatie over reglementaire kwesties.
20. Hoofdstuk 9 verstrekt een indicatief tijdschema van het beoogde proces.
21. In Hoofdstuk 10 leest u waar u terecht kunt met vragen of voor meer informatie.
Hoofdstuk 2. Bestaande gebruiksrechten
22. De in dit hoofdstuk vermelde gebruiksrechten zijn geldig voor het gehele nationale grondgebied. Deze gebruiksrechten zijn echter niet geldig in het nationale luchtruim, in de territoriale wateren of in de nationale exclusieve economische zone van de Noordzee.
2.1. 800MHz-band
23. Proximus, Orange Belgium en Telenet Group beschikken elk over 10 MHz duplex in de 800MHz- band.
24. De toegewezen frequenties zijn als volgt verdeeld:
Uitzending door het eindtoestel (MHz) | Uitzending door het basisstation (MHz) | |
Telenet Group | 832-842 | 791-801 |
Proximus | 842-852 | 801-811 |
Orange Belgium | 852-862 | 811-821 |
Tabel 1 Bestaande rechten in de 800MHz-band
25. De gebruiksrechten voor de 800MHz-band zijn geldig tot 29 november 2033. Vanaf 30 november 2033 kunnen de gebruiksrechten door het BIPT worden verlengd voor bijkomende periodes van vijf jaar.
2.2. 900MHz-band
26. Proximus, Orange Belgium en Telenet Group beschikken respectievelijk over 62, 58 en 51 gsm- kanalen2 in de 900MHz-band.
27. De toegewezen frequenties zijn als volgt verdeeld3:
Uitzending door het eindtoestel (MHz) | Uitzending door het basisstation (MHz) | |
Telenet Group | 882,7-890,3 | 927,7-935,3 |
Proximus | 890,3-896,1 | 935,3-941,1 |
902,1-908,7 | 947,1-953,7 | |
Orange Belgium | 896,3-901,9 | 941,3-946,9 |
908,9-914,9 | 953,9-959,9 |
Tabel 2 Bestaande rechten in de 900MHz-band
28. De bestaande gebruiksrechten voor de 900MHz-band zullen door het BIPT worden verlengd tot het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten die toegewezen zijn tijdens procedure A.
2 Een gsm-kanaal met een breedte van 200 kHz duplex.
3 Besluit van de Raad van het BIPT van 13 mei 2015 betreffende de verdeling van het spectrum in de 900 MHz- band.
2.3. 1800MHz-band
29. Proximus, Orange Belgium en Telenet Group beschikken elk over 25 MHz duplex in de 1800 MHz- band.
30. De toegewezen frequenties worden als volgt verdeeld4:
Uitzending door het eindtoestel (MHz) | Uitzending door het basisstation (MHz) | |
Proximus | 1710-1735 | 1805-1830 |
Orange Belgium | 1735-1760 | 1830-1855 |
Telenet Group | 1760-1785 | 1855-1880 |
Tabel 3 Bestaande rechten in de 1800MHz-band
31. De bestaande gebruiksrechten voor de 1800MHz-band zullen door het BIPT worden verlengd tot het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten die toegewezen zijn tijdens procedure A.
2.4. 2100MHz-band
32. Proximus beschikt over 15 MHz duplex in de gepaarde banden (of FDD) en over 5,4 MHz in de niet-gepaarde band (of TDD), terwijl Orange Belgium en Telenet Group elk over 14,8 MHz duplex in de gepaarde banden en over 5 MHz in de niet-gepaarde band beschikken.
33. De toegewezen frequenties zijn als volgt verdeeld:
Uitzending door het eindtoestel (MHz) | Uitzending door het basisstation (MHz) | Niet-gepaarde frequenties (MHz) | |
Proximus | 1920,3-1935,3 | 2110,3-2125,3 | 1914,9-1920,3 |
Telenet Group | 1935,3-1950,1 | 2125,3-2140,1 | 1899,9-1904,9 |
Orange Belgium | 1964,9-1979,7 | 2154,9-2169,7 | 1909,9-1914,9 |
Tabel 4 Bestaande rechten in de 2100MHz-band
34. De bestaande gebruiksrechten voor de 2100MHz-band zullen door het BIPT worden verlengd tot het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten die toegewezen zijn tijdens procedure A.
2.5. 2600MHz-band
35. Proximus en Orange Belgium beschikken elk over 20 MHz duplex in de gepaarde banden terwijl Citymesh en Telenet Group elk over 15 MHz duplex beschikken in de gepaarde banden. Dense Air Belgium beschikt over 45 MHz in de niet-gepaarde band.
36. De toegewezen frequenties zijn als volgt verdeeld:
4 Besluit van de Raad van het BIPT van 15 december 2014 betreffende de toekenning van gebruiksrechten en de verdeling van het spectrum in de banden van 900 MHz en 1800 MHz.
Uitzending door het eindtoestel (MHz) | Uitzending door het basisstation (MHz) | Niet-gepaarde frequenties (MHz) | |
Proximus | 2500-2520 | 2620-2640 | |
Citymesh | 2520-2535 | 2640-2655 | |
Telenet Group | 2535-2550 | 2655-2670 | |
Orange Belgium | 2550-2570 | 2670-2690 | |
Dense Air Belgium | 2575-2620 |
Tabel 5 Bestaande rechten in de 2600MHz-band
37. De bestaande gebruiksrechten in de 2600MHz-band van Proximus, Telenet Group, Orange Belgium en Dense Air Belgium gelden tot 30 juni 2027. De gebruiksrechten van Citymesh zijn geldig tot 30 september 2035. De gebruiksrechten kunnen door het BIPT worden verlengd voor bijkomende periodes van vijf jaar.
2.6. 3600MHz-band
38. Het frequentieblok 3410-3450 MHz wordt toegewezen aan Citymesh5 en aan Gridmax6. Samen bestrijken de gebruiksrechten van Citymesh en Gridmax het gehele nationale grondgebied te land.
39. De bestaande gebruiksrechten van Citymesh en Gridmax voor de 3600MHz-band gelden tot 6 mei 2025 en zullen niet worden verlengd.7
40. Proximus, Orange Belgium en Telenet Group hebben elk een voorlopige vergunning in de 3600- 3800MHz-subband. Deze voorlopige vergunningen zijn geldig tot het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten die toegewezen zijn tijdens procedure B.
5 Op het gehele nationale grondgebied te land, met uitzondering van de gemeenten Bièvre, Bouillon, Gedinne en Vresse-sur-Semois.
6 In de gemeenten Bièvre, Bouillon, Gedinne en Vresse-sur-Semois.
7 Het koninklijk besluit van 24 maart 2009 betreffende radiotoegang in de frequentiebanden 3410-3500/3510- 3600 MHz en 10150-10300/10500-10650 MHz wordt opgeheven op 7 mei 2025 (artikel 47 van het koninklijk besluit betreffende 3600 MHz).
Hoofdstuk 3. Toe te wijzen spectrum
Procedure | Soort van perceel | Beschrijving | Aantal beschikbare percelen | Identificatiecodes |
A | A18 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 900MHz-band | 6 of 7 | 1 tot 6 of 0 tot 6 |
A29 | generiek blok van 1 MHz duplex in de 900MHz-band | 5 of geen | 7 tot 11 | |
A38 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 1800MHz-band | 15 | 12-26 | |
A48 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 2100MHz-band | 12 | 27 tot 38 | |
A5 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 700MHz-band | 6 | 1’ tot 6’ | |
B | B110 | specifiek blok 3410- 3430 MHz | 1 | 3410-3430 MHz |
B2 | specifiek blok 3430- 3450 MHz | 1 | 3430-3450 MHz | |
B3 | generiek blok van 10 MHz in de subband 3450-3800 MHz | 35 | 1 tot 35 | |
C | C1 | generiek blok van 5 MHz in de band 1452-1492 MHz | 8 | 1 tot 8 |
C2 | specifiek blok 1427- 1452 MHz | 1 | 1427-1452 MHz |
8 Enkel volledige kandidaten kunnen percelen van het type X0, X0 en A4 toegewezen krijgen (zie deel 7.4).
9 Artikel 4, § 1, van het 2G/3G-koninklijk besluit schrijft voor dat wanneer het aantal toegelaten volledige kandidaten hoger is dan drie en als er geen enkele toegelaten beperkte kandidaat (zie definities in de bijlage), de vijf A2-percelen worden geveild in de vorm van één A1-perceel.
10 Het perceel van type B1 kan enkel aan Gridmax of Citymesh worden toegewezen (zie artikel 28, § 8 van het 3600 MHz-koninklijk besluit).
Procedure | Soort van perceel | Beschrijving | Aantal beschikbare percelen | Identificatiecodes |
C3 | specifiek blok 1492- 1517 MHz | 1 | 1492-1517 MHz |
42. Voor de specifieke blokken wordt de plaats van het frequentieblok binnen de frequentieband bepaald. Voor de generieke blokken wordt enkel de omvang van het frequentieblok vastgelegd. De plaats van het frequentieblok binnen de frequentieband wordt in een tweede fase vastgelegd. Voor de generieke blokken dient de identificatiecode enkel om het perceel te identificeren waarvoor een bod wordt uitgebracht maar het geeft geenszins aanwijzingen over de plaats ervan.
Hoofdstuk 4. Spectrum voorbehouden voor de nieuwkomers
43. Procedure A begint met een inleidende veiling die voorbehouden is voor nieuwkomers om spectrum toe te wijzen in de banden 700 MHz, 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz aan één of meer nieuwkomers.
44. Het volgende spectrum wordt voorbehouden voor nieuwkomers:
• 5 MHz duplex in de 900MHz-band (1 perceel van type A1);
• 15 MHz duplex in de 1800MHz-band (3 percelen van type A3);
• 5 MHz duplex in de 2100MHz-band (1 perceel van type A4);
• 5 MHz duplex in de 700MHz-band (1 perceel van type A5).
45. Alleen volledige kandidaten (zie definitie in de bijlage) die een kandidatuurdossier Aα hebben ingediend (zie deel 7.3) mogen aan deze inleidende veiling deelnemen. Het is niet nodig om een kandidatuurdossier Aβ in te dienen om te mogen deelnemen aan de inleidende veiling.
46. In hun kandidatuurdossier Aα moeten nieuwkomers aangeven of zij erin geïnteresseerd zijn om het volledige voorbehouden spectrum te krijgen.
47. Indien verschillende kandidaten interesse hebben in het volledige voorbehouden spectrum, dan wordt één perceel bestaande uit de 6 frequentieblokken bedoeld in § 44 (perceel van type N) geveild. Enkel de kandidaten die hun interesse in het volledige voorbehouden spectrum hebben aangegeven, mogen in dat geval deelnemen aan die inleidende veiling (zie deel 7.8.6).
48. Wanneer slechts één kandidaat geïnteresseerd is in het volledige voorbehouden spectrum dan kan, zelfs als er andere nieuwkomers zijn, de totaliteit of een deel van het voorbehouden spectrum (tussen 1 en 6 frequentieblokken bedoeld in § 44) automatisch toegewezen worden aan die kandidaat op zijn verzoek. Voor deze automatisch toegewezen percelen moet de nieuwkomer overeenkomstig artikel 30 van de WEC een enige heffing betalen (zie deel 6.4).
49. Indien geen enkele kandidaat geïnteresseerd is in het volledige voorbehouden spectrum, dan worden de 6 frequentieblokken bedoeld in § 44 geveild in de vorm van 6 verschillende percelen. Alle nieuwkomers kunnen in dat geval aan deze inleidende veiling deelnemen (zie 7.8.6). Door de spectrum caps in acht te nemen (zie deel 7.2) wordt het aantal percelen waarop een nieuwkomer tijdens deze inleidende veiling een bod kan uitbrengen, niet beperkt.
50. De frequentieblokken die niet worden toegewezen aan een of meer nieuwkomers worden bij opbod verkocht tijdens de hoofdveiling waaraan ook de bestaande operatoren (zie definitie in de bijlage) mogen deelnemen.
51. De tijdens de inleidende veiling toegewezen percelen zijn generieke percelen en de plaats van de frequentieblokken in de verschillende frequentiebanden wordt later bepaald (zie deel 7.8.8).
Hoofdstuk 5. Beschikbaarheid van de geveilde banden
5.1. 900MHz-, 1800MHz- en 2100MHz-banden
52. Na afloop van procedure A zou het spectrum in de toekomst anders moeten verdeeld zijn onder de operatoren in de bestaande 2G- en 3G-banden (900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz) dan vandaag het geval is. Deze 3 banden zullen dus moeten herschikt worden. We weten nog niet hoe complex die herschikking zal zijn maar de miniherschikking van 2015 (spectrum dat gereserveerd was voor Telenet Tecteo BidCo) heeft ons geleerd dat die taak ingewikkeld kan zijn.
53. In een overgangsfase zullen waarschijnlijk verschillende stappen nodig zijn om de overgang van de huidige verdeling (zie de delen 2.2, 2.3 en 2.4) naar de toekomstige verdeling (resultaat van de toewijzingsprocedures) in de praktijk te verwezenlijken.
54. In zijn bijdrage tot de openbare raadpleging van 16 juli 202111 vroeg Agoria Telecom Industries een overgangsperiode van minstens 18 maanden om te kunnen overstappen van de bestaande verdeling naar de toekomstige verdeling. Agoria Telecom Industries vroeg dat die periode van minstens 18 maanden zou worden vastgelegd in het koninklijk besluit.
55. In 2016 had het BIPT aanbevolen dat de procedure voor toewijzing van de frequentiebanden van 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz ten minste 2 jaar voor het verstrijken van de 2G- en 3G- vergunningen12 zou worden georganiseerd, opdat de bestaande operatoren de herschikking van deze 3 banden konden afronden. Om redenen buiten de wil van het BIPT zal de toewijzingsprocedure voor de 3 voormelde banden uiteindelijk niet voor 2022 georganiseerd kunnen worden. Het is duidelijk dat deze vertraging van minstens 3 jaar de herschikking van deze 3 banden veel kritieker zou kunnen maken.
56. Het 2G-/3G-koninklijk besluit bepaalt13 dat het BIPT de aanvangsdatum van de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten vaststelt. Het BIPT zal deze datum zo vaststellen dat enerzijds voldoende tijd wordt gelaten aan de bestaande operatoren om de herschikking door te voeren, en dat anderzijds de toegang voor een potentiële nieuwkomer in de banden van 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz niet ten onrechte vertraging oploopt.
57. Bij gebrek aan een nieuwkomer die spectrum zou krijgen in de 3 voormelde banden heeft het BIPT geen reden om zich ertegen te verzetten dat een periode van 18 maanden wordt vastgesteld tussen het einde van de toewijzingsprocedure en het begin van de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten.
58. Het 2G/3G-koninklijk besluit schrijft voor14 dat het BIPT in objectief gerechtvaardigde gevallen en binnen redelijke termijnen en verhoudingen de verdeling van de toegewezen frequenties mag wijzigen, zonder de hoeveelheid spectrum toegekend aan elke operator te wijzigen. Het BIPT zal die bepaling kunnen gebruiken om de herschikking van de banden van 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz te vergemakkelijken.
59. Het is dus niet absoluut noodzakelijk dat de herschikking van de voormelde banden afgerond is bij het begin van de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten. Het BIPT is van oordeel dat aan 2 voorwaarden moet zijn voldaan aan het begin van de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten:
11 Raadpleging georganiseerd door de Raad van het BIPT op verzoek van de minister van Telecommunicatie betreffende het regelgevingskader voor de organisatie van een multibandveiling, gepubliceerd op 16 juli 2021. 12 Het einde van de 2G- en 3G-vergunningen was bepaald op 15 maart 2021.
13 Artikel 60, § 2, van het 2G/3G-koninklijk besluit.
14 Artikel 4, § 4, van het 2G/3G-koninklijk besluit.
• de door elke operator gebruikte hoeveelheid spectrum moet overeenstemmen met de hoeveelheid die toegewezen is tijdens de toewijzingsprocedure15;
• een potentiële nieuwkomer moet gebruik kunnen maken van aaneengrenzende frequentieblokken.
60. Aangezien we nog niet over informatie beschikken wat betreft de complexiteit van de herschikking, is het erg moeilijk om precieze aanwijzingen te geven over de termijn die het BIPT zal vaststellen tussen het einde van de toewijzingsprocedure en het begin van de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten. Tenzij alle betrokken operatoren akkoord gaan, zou deze termijn tussen 6 en 12 maanden moeten bedragen.
5.2. 700MHz-band
61. De UHF-radio-omroepband (470-790 MHz) wordt momenteel gebruikt door digitale televisie via de ether of terrestrische digitale televisie (TNT).
62. Een beperkt aantal zenders voor terrestrische digitale televisie maakt gebruik van de kanalen van de 700MHz-band (694-790 MHz, kanalen 49 tot 60). Deze zenders moeten van kanaal veranderen teneinde de draadloze breedbandnetwerken te kunnen uitrollen in de 700MHz-band.
63. Artikel 8 van het 700MHz-koninklijk besluit voorziet in een vergoedingsmechanisme voor de betrokken omroeporganisaties.
64. Voor de Franse Gemeenschap worden de programma’s van de RTBF uitgezonden via terrestrische digitale televisie door gebruik te maken van de kanalen opgelijst in punt 1.1 van bijlage 1 van het beheerscontract van de RTBF16, alsook kanaal 45 dat tijdelijk ter beschikking is gesteld van de RTBF door de Duitstalige Gemeenschap. Twaalf zenders17 zorgen voor de dekking van de Franse Gemeenschap, negen ervan gebruiken de kanalen van de 700MHz-band.
65. Conform artikel 46.2 van het beheerscontract van de RTBF, zal de RTBF, wanneer de frequentieband 694-790 MHz opnieuw zal toegewezen zijn ten behoeve van de mobiele operatoren, en op voorwaarde dat de RTBF gepast wordt vergoed, voortaan enkel nog kanaal 42 kunnen gebruiken over de ganse Franse Gemeenschap.
66. De dekking van de Franse Gemeenschap zou moeten worden verzekerd door een enkel SFN18 dat gebruikmaakt van kanaal 42. Daartoe moet de XXXX 0 antennes en 12 zenders vervangen. Twee van de vier antennes werden reeds vervangen. De RTFB kan op dit ogenblik nog niet bevestigen wanneer alle vervangingen voltooid zullen zijn. Wellicht zal alles klaar zijn in de zomer van 2022 maar niets is zeker. Het BIPT zal zo snel mogelijk een update publiceren van de informatie over de vervangingen.
67. Ook al kunnen de mobiele netwerken in de 700MHz-band en de RTBF-netwerken die gebruikmaken van de kanalen 55 en 56 naast elkaar bestaan, kunnen storingen niet worden uitgesloten.
15 De overdracht of verhuur van spectrum tussen operatoren voor een beperkte duur kan worden overwogen. Het BIPT kan dat echter niet opleggen.
16 Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 december 2018 tot goedkeuring van de vijfde beheersovereenkomst van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » voor de jaren 2019 tot en met 2022
17 Een SFN (Single Frequency Network) dat gebruikmaakt van kanaal 56, samengesteld uit 6 zenders (Brussel, Waver, Doornik, Anderlecht, Profondeville en Namen), een SFN dat gebruikmaakt van kanaal 55, samengesteld
uit 3 zenders (Léglise, La Roche en Marche), een zender die gebruikmaakt van kanaal 42 in Malmedy, een zender die gebruikmaakt van kanaal 45 in Luik en een zender die gebruikmaakt van kanaal 49 in Couvin.
18 Single frequency network.
68. De Vlaamse Gemeenschap kan dankzij de vergunning van Norkring België 2 kanalen van de 700MHz-band gebruiken. De mobiele netwerken in de 700MHz-band en een netwerk van Norkring België dat de kanalen 53 en/of 59 gebruikt, kunnen onmogelijk naast elkaar bestaan.
69. De kanalen 53 en 59 worden bij ons weten niet gebruikt. Het is dus relatief onwaarschijnlijk dat Norkring België vergoedingen kan vragen.
70. Artikel 201, § 2, tweede lid, van het Vlaams decreet19 biedt de mogelijkheid om de kanalen 53 en 59 van de vergunning van Norkring België in te trekken, te vervangen of te wijzigen. Voor zover wij weten, is die mogelijkheid nog niet toegepast. Het BIPT zal zo snel mogelijk een update publiceren van de informatie over de vergunning van Norkring België.
5.3. 3600MHz-band
71. Met uitzondering van de bestaande gebruiksrechten van Citymesh en Gridmax in de subband 3410- 3450 MHz (zie deel 2.6), is de 3600MHz-band rechtstreeks beschikbaar.
72. De subband 3410-3450 MHz mag niet door een andere operator dan Citymesh en Gridmax gebruikt worden tot 6 mei 2025 (einde van de geldigheid van de bestaande gebruiksrechten van Citymesh en Gridmax). In elk geval kunnen enkel Gridmax of Citymesh het frequentieblok 3410-3430 MHz toegewezen krijgen.
5.4. 1400MHz-band
73. Er resten momenteel enkele tientallen straalverbindingen in dienst in de subbanden 1427-1439,5 MHz en 1492-1504,5 MHz. Het BIPT voorziet om de herschikking van deze 2 subbanden te voltooien voor eind september 2022.
74. De rest van de 1400MHz-band is rechtstreeks beschikbaar.
19 Decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en de televisie.
Hoofdstuk 6. Voorwaarden voor de uitoefening van de gebruiksrechten
6.1. Begrip gebruiksrechten
75. De WEC maakt een onderscheid tussen twee soorten van vergunning voor gebruiksrechten voor radiospectrum:
• de “gebruiksrechten voor radiospectrum”, namelijk individuele gebruiksrechten voor radiospectrum die geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor het aanbieden van openbare elektronische-communicatienetwerken of voor het publiek beschikbare elektronische- communicatiediensten;
• de "private radiovergunningen", namelijk vergunningen om een radiostation of een radionetwerk te mogen gebruiken voor andere doeleinden dan het aanbieden van openbare elektronische-communicatienetwerken of voor het publiek beschikbare elektronische- communicatiediensten.
76. De in dit memorandum beschreven procedures betreffen enkel de gebruiksrechten voor radiospectrum.
77. Het BIPT meent dat een netwerk als “openbaar” of een elektronische-communicatiedienst als “voor het publiek beschikbaar” kan worden beschouwd wanneer deze openlijk worden aangeboden op de markt en niet alleen aan een vooraf bepaalde groep van gebruikers. Deze vooraf bepaalde groep van gebruikers beantwoordt aan het concept van “gesloten gebruikersgroep”.
78. Een dienst wordt daarentegen niet openlijk aangeboden op de markt wanneer de toegang tot die dienst onderhevig is aan voorwaarden die geen verband houden met de elektronische- communicatiedienst zelf (zoals de noodzaak om een commerciële relatie te hebben met de leverancier of de eigenaar van de site naast de commerciële relatie die voortvloeit uit de verstrekking van de elektronische-communicatiedienst).
79. Een ander element aan de hand waarvan het begrip “gesloten gebruikersgroep” beoordeeld kan worden, bestaat erin te kijken of er sprake is van een belangengemeenschap die gekenmerkt wordt door haar stabiliteit, haar duurzaamheid en haar bestaan voordat de elektronische- communicatiedienst effectief werd gebruikt.
80. Voor private netwerken kunnen bij het BIPT private radiovergunningen worden aangevraagd. Deze private radiovergunningen vormen niet het voorwerp van de drie procedures voor de toewijzing van gebruiksrechten die in dit memorandum worden beoogd.
6.2. Geldigheidsduur van de gebruiksrechten
81. De aanvangsdatum van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten wordt voor elke procedure vastgesteld door het BIPT. Het is dus mogelijk dat deze datum anders is van de ene procedure tot de andere. Voor procedure A kan deze datum anders zijn tussen enerzijds de banden 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz, en anderzijds de 700MHz-band.
82. Voor de rechten die worden verleend voor de frequentiebanden 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz (deel van procedure A), zal het BIPT in de nodige tijd voorzien zodat de operatoren de banden kunnen herschikken (zie deel 5.1). Pas nadat de herschikking afgerond zal zijn, zal de geldigheidsperiode van de nieuwe gebruiksrechten ingaan. Tot die tijd zullen de bestaande gebruiksrechten worden verlengd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit dat aangenomen is op 3 december 202020, dat het BIPT in staat stelt om de 2G- en 3G-vergunningen te verlengen tot na 15 maart 2021 in periodes van telkens maximaal zes maanden.
83. Voor de rechten die worden verleend voor de frequentiebanden 700 MHz (deel van procedure A), 1400 MHz (procedure C), en 3600 MHz21 (procedure B), zou de geldigheidsperiode moeten ingaan in de weken die volgen op het einde van de toewijzingsprocedure. A priori zou het begin van de geldigheidsperiode voor deze drie frequentiebanden op hetzelfde moment moeten vallen.
84. Voor de 2 blokken 3410-3430 MHz en 3430-3450 MHz, zal het XXXX 0 mei 2025 vaststellen als begindatum, behalve indien Citymesh het BIPT laat weten dat het een eind wil maken aan zijn bestaande rechten (zie deel 2.6).22 Citymesh zal tijd worden gelaten tot het einde van de toewijzingsprocedure om het BIPT te informeren. Indien Citymesh een eind maakt aan zijn bestaande rechten, zullen de rechten voor de 2 blokken ingaan op hetzelfde moment als de rechten voor de andere blokken van de 3600MHz-band.
85. De aanvankelijke geldigheidsperiode van de gebruiksrechten bedraagt 20 jaar voor de gebruiksrechten die overeenstemmen met de procedures A en C. Voor procedure B is de einddatum van de aanvankelijke geldigheidsperiode van de gebruiksrechten 6 mei 2040.
86. De gebruiksrechten kunnen door het BIPT worden verlengd voor bijkomende periodes van vijf jaar maximaal. Het dient opgemerkt te worden dat het BIPT geenszins verplicht is de gebruiksrechten te verlengen. Daartoe moet het BIPT een beslissing nemen uiterlijk tegen twee jaar voor het verstrijken van de periode.
87. De criteria waarmee het BIPT rekening moet houden bij de besluiten over verlenging, hebben te maken met (zie artikel 18, § 2/1, derde lid, van de WEC):
• de noodzaak te zorgen voor een effectief en efficiënt gebruik van het betrokken radiospectrum;
• het streven naar dekking met hoogwaardige en snelle draadloze breedband van het nationale grondgebied en de bevolking, en dekking van belangrijke transportroutes;
• de bevordering van de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en toepassingen op het gebied van draadloze communicatie;
• de noodzaak te voldoen aan doelstellingen van algemeen belang met betrekking tot waarborging van de veiligheid van het leven, de openbare orde, de openbare veiligheid of de defensie; en
• de noodzaak te zorgen voor ongestoorde mededinging.
20 Koninklijk besluit van 3 december 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM-mobilofonienetten, het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten en het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie
21 Met uitzondering van de 2 blokken 3410-3430 MHz en 3430-3450 MHz.
22 Zie deel 4 van het besluit van de Raad van het BIPT van 4 mei 2021 aangaande de uitbreiding van gebruiksrechten van Citymesh in de 3,5 GHz-frequentieband voor de verstrekking van elektronische- communicatiediensten op het Belgische grondgebied.
88. Het nemen van handhavingsmaatregelen wegens niet-naleving van de voorwaarden met betrekking tot de gebruiksrechten van het radiospectrum overeenkomstig artikel 21 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector (hierna "BIPT"-wet) kan ertoe leiden dat de gebruiksrechten niet worden verlengd.
6.3. Toegestane technologieën
90. De kandidaten moeten in hun kandidatuur vermelden welke technologie zij zullen gebruiken indien ze in de toewijzingsprocedure een gebruiksrecht toegekend krijgen.
91. De operator is als enige verantwoordelijk voor de werking van zijn netwerk. Hij is verantwoordelijk voor elke radiostoring die door de basisstations van zijn netwerk veroorzaakt wordt voor andere gebruikers van het radiospectrum.
92. Alle radioapparatuur van de basisstations moet aan de relevante regelgeving voldoen. In de praktijk betekent dit dat de apparatuur moet voldoen aan de eisen van de RED-richtlijn24, zoals die is omgezet in de artikelen 32 en volgende van de WEC en in het koninklijk besluit van 25 maart 2016 betreffende het op de markt aanbieden van radioapparatuur.
93. Het BIPT behoudt de bevoegdheid om de technische parameters die van toepassing zijn op radioapparatuur waar nodig te veranderen.
94. De technische en operationele voorwaarden die noodzakelijk zijn om schadelijke storingen te vermijden, zijn vastgelegd door het BIPT.
95. Voor de 900MHz- en 1800MHz-banden zijn deze voorwaarden momenteel vastgelegd (zie § 89) in:
• het besluit van de Raad van het BIPT van 16 november 2011 betreffende het gebruik van de UMTS- en de LTE-technologie in de 900 MHz-, 1800 MHz- en 2 GHz-band legt de technische parameters op om te zorgen voor het naast elkaar bestaan van de GSM-, UMTS-, LTE- en WiMAX-netwerken in de frequentiebanden van 900 MHz en 1800 MHz;
• het besluit van de Raad van het BIPT van 3 december 2018 betreffende het gebruik van de “internet der dingen”-technologieën in de frequentiebanden die toegewezen zijn aan de openbare mobiele operatoren bepaalt de gebruiksvoorwaarden van de NB-IoT-technologie in de 900MHz- en 1800MHz-banden en vervolledigt het voormelde besluit van 16 november 2011.
96. Voor de 2100MHz-band worden deze voorwaarden vastgelegd bij het besluit van de Raad van het BIPT van 15 juni 2021 betreffende de technische en operationele voorwaarden nodig om schadelijke storingen in de 1920-1980 MHz- en 2110-2170 MHz-frequentiebanden te vermijden.
97. Voor de 700MHz-band worden deze voorwaarden vastgelegd bij het besluit van de Raad van het BIPT van 28 mei 2018 betreffende de technische en operationele voorwaarden die nodig zijn om schadelijke storingen te vermijden en die opgelegd worden aan de 700 MHz-operatoren.
23 Het BIPT zal een besluit aannemen dat zal gestoeld zijn op het toekomstige uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de harmonisatie van de 900 MHz- en de 1 800 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die elektronischecommunicatiediensten kunnen verschaffen in de Gemeenschap en tot opheffing van Beschikking 2009/766/EG.
24 Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG.
98. Voor de 3600MHz-band worden deze voorwaarden vastgelegd bij het besluit van de Raad van het BIPT van 3 november 2021 betreffende de technische en operationele voorwaarden nodig om schadelijke storingen in de 3400-3800 MHz-band te vermijden.
99. Het BIPT moet deze voorwaarden nog vastleggen voor de 1400MHz-band.25
6.4. Internationale frequentiecoördinatie
100. Het BIPT heeft verschillende akkoorden gesloten in verband met de coördinatie aan de grenzen voor de verschillende frequentiebanden (zie Tabel 7). Deze akkoorden zijn beschikbaar op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx.
Frequentieband | Akkoord |
700 MHz | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency usage and frequency coordination in border areas for terrestrial systems capable of providing wireless broadband electronic communications services in the frequency bands 703- 733/758-788 MHz, Maisons-Alfort, 23 May 2017 |
900 MHz (E-GSM26) | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg and the Netherlands concerning the co- ordination in the frequency bands 880-890 and 000-000 XXx (X- XXX), Xxxxxxxx, 10 May 2006 |
900 MHz (P-GSM27) | Agreement concluded between the Administrations of Germany, Belgium, France and Luxembourg concerning the co-ordination in the frequency bands 890-915 and 000-000 XXx, Xxxxxxx-Xxxxxx, 9 March 2005 |
900 MHz (P-GSM) | Agreement between the Administrations of Belgium, Germany and the Netherlands concerning a revision of the preferential division for GSM in the bands 890-915 XXx/000-000 XXx, Xxxxxxxx, 11 October 2011 |
1800 MHz | Agreement between the telecommunications administrations of Austria, Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on the frequency coordination of systems using DCS1800 standards, Mainz, 26 January 1994 |
900 MHz en 1800 MHz | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency planning and frequency coordination at border areas for terrestrial systems capable of providing electronic communications services in the frequency bands 880-915 MHz paired with 925-960 MHz and 1710-1785 MHz paired with 0000- 0000 XXx, Xxxxxxxx, 11 October 2011 |
25 Het BIPT zal eind januari 2022 een besluit aannemen dat zal gepubliceerd worden op zijn website en op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx.
26 Subfrequentieband 880-890 MHz en 925-935 MHz.
27 Subfrequentieband 890-915 MHz en 935-960 MHz.
Frequentieband | Akkoord |
1400 MHz | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency usage and frequency coordination in border areas for terrestrial systems capable of providing wireless broadband electronic communications services in the frequency band 1437- 1518 MHz, Maisons-Alfort, 23 May 2017 |
2100 MHz | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency usage and frequency coordination in border areas for terrestrial systems capable of providing electronic communications services in the frequency bands 1920-1980/2110-2170 MHz, Xxxxxxxx, 00 November 2017 |
3600 MHz | Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland on frequency usage and frequency coordination in border areas for terrestrial systems capable of providing electronic communications services in the frequency band 3400-3800 MHz, Brussels, 22 November 2017 |
Tabel 7 Lijst van de coördinatieakkoorden aan de grenzen
101. De inwerkingtreding van het akkoord voor de 3600MHz-band is onderworpen aan een bekrachtiging van de verschillende landen die ondertekenen. Tot op heden heeft alleen Zwitserland bekrachtigd. Het BIPT heeft dus geen enkele zekerheid over de inwerkingtreding van dit akkoord.
102. Dit akkoord voorziet in coördinatieregels die verschillen naargelang de grensoverschrijdende netwerken al dan niet gesynchroniseerd zijn. De veldgrenswaarden zijn veel dwingender in geval van niet-synchronisatie. De DDDSU-rasterstructuur28 (“Frame A” van aanbeveling (20)0329 van de ECC) zou dus ook moeten gebruikt worden in Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland.30 Frankrijk heeft echter voor de rasterstructuur DDDSUUDDDD (“Frame B” van Aanbeveling (20)03) geopteerd. Er zijn nog steeds besprekingen aan de gang met de andere ondertekenaars om de synchronisatie van de grensoverschrijdende netwerken te vergemakkelijken.
103. Dat akkoord voorziet ook in de mogelijkheid om bijkomende akkoorden te sluiten om andere radiocommunicatiesystemen (de grondstations bijvoorbeeld) in de buurlanden te beschermen.
104. Er dient te worden opgemerkt dat, zonder specifiek akkoord voor de band enkel de grenswaarde van 41 dBµV/m/5 MHz op een hoogte van 10 m boven de grond, aan de grens van toepassing is31, ongeacht de synchronisatieparameters.
28 Afstand tussen hulpdraaggolf van 30 kHz, 1 raster van 10 ms (20 slots): DDDSU DDDSU DDDSU DDDSU waarbij S = slot NR format #32 (10:2:2).
29 Frame structures to facilitate cross-border coordination of TDD MFCN in the frequency band 3400-3800 MHz, 23 October 2020.
30 Zie ook Aanbeveling M(2021)18 van het Comité van Ministers van de Benelux van 15 december 2021 met betrekking tot de wederzijdse coördinatie in het kader van de grensoverschrijdende dekking en van de ononderbroken transmissie van het 5G-signaal.
31 Deel 4.1 van het akkoord dat gesloten is tussen de administraties van Oostenrijk, België, de Tsjechische Republiek, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Kroatië, Italië, Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx en Zwitserland inzake coördinatie van de frequenties tussen 29.7 MHz en 43.5 GHz voor de Vaste Dienst en de Mobiele Dienst te land (HCM-akkoord).
105. Tabel 8 geeft de veldsterktes weer die zijn opgelegd aan de operatoren in de grensgebieden en die voortvloeien uit de coördinatieakkoorden aan de grenzen vermeld in Tabel 7.
Frequentieband | Technologie | Xxxxxx00 |
000 XXx | Xxxxxxxx | 00@0 & 41@6 |
900 MHz | GSM | Voorkeurkanalen: 19@15 Niet-voorkeurkanalen 19@0 |
900 MHz | 59@0 & 41@6 | |
1400 MHz | Xxxxxxxx | 00@0 & 47@6 |
1800 MHz | GSM | Voorkeurkanalen: 25@15 Niet-voorkeurkanalen 25@0 |
1800 MHz | 65@0 & 47@6 | |
2100 MHz | Xxxxxxxx | 00@0 & 37@6 |
Tabel 8 Limieten veldsterktes aan de grenzen
106. De operator moet de verplichtingen naleven die voortvloeien uit de grensoverschrijdende coördinatie.
107. Het BIPT moedigt overeenkomsten tussen operatoren aan om de coördinatie in de grensgebieden en de dekking van deze gebieden te verbeteren overeenkomstig het akkoord34 betreffende de goedkeuring van overeenkomsten tussen operatoren.
6.5. Exclusieve economische zone van België in de Noordzee
108. Verscheidene operatoren beschikken over gebruiksrechten die onderworpen zijn aan voorlopige voorwaarden in verschillende frequentiebanden voor basisstations in de exclusieve economische zone van België in de Noordzee: Telenet35, e-BO Enterprises36 en Citymesh37.
32 X@Y: veld beperkt tot X dBµV/m op Y km in het buurland.
33 Ook al is er geen sprake van de NR-technologie in het akkoord, geldt de limiet ook voor deze technologie. 34 Agreement between the Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of terrestrial systems capable of providing electronic communication services, Brussels, 11th October 2011.
35 Besluit van de Raad van het BIPT van 5 oktober 2010 betreffende de toekenning aan KPN Group Belgium van voorlopige gebruiksrechten voor het opzetten en exploiteren van een zendinstallatie op het windmolenpark BELWIND op de Bligh Bank gelegen in de exclusieve economische zone van België in de Noordzee en het besluit van de Raad van het BIPT van 21 oktober 2013 betreffende de toekenning aan Base Company van voorlopige gebruiksrechten voor bepaalde windmolenparken in de Noordzee.
36 Besluit van de Raad van het BIPT van 8 april 2019 betreffende de toekenning aan E-BO Enterprises van voorlopige gebruiksrechten voor het opzetten en exploiteren van zendinstallaties op de windmolenparken gelegen in de Belgische economische zone in de Noordzee en betreffende de aanpassing van de financiële voorwaarden in het besluit van de Raad van het BIPT van 21 oktober 2013 betreffende de toekenning aan Base Company van voorlopige gebruiksrechten en in het besluit van de Raad van het BIPT van 4 januari 2018 met betrekking tot de toekenning aan Citymesh van voorlopige gebruiksrechten.
37 Besluit van de Raad van het BIPT van 27 oktober 2020 betreffende de toekenning aan Citymesh van voorlopige gebruiksrechten voor de band 3410-3510 MHz voor het opzetten en exploiteren van een zendinstallatie in de Belgische exclusieve economische zone in de Noordzee.
109. Citymesh, Isea, eBO-Enterprises en Tampnet beschikken over gebruiksrechten die onderworpen zijn aan voorlopige voorwaarden in de 700MHz- en 800MHz-banden voor de ganse exclusieve economische zone van België in de Noordzee.38
110. De veldsterktes van Tabel 8 zijn van toepassing op de basisstations gelegen in de Belgische exclusieve economische zone in de Noordzee, met de kust als te beschouwen grens, teneinde de terrestrische netwerken van de Belgische openbare mobiele operatoren te beschermen.
6.6. Enige heffing
111. Het bedrag van het minimumbod tijdens de eerste ronde van de veiling voor de verschillende percelen (of reserveprijs) wordt vastgelegd in artikel 30 van de WEC. Artikel 30 van de WEC legt een bedrag vast per MHz die wordt toegewezen en per maand van geldigheid van de gebruiksrechten.
112. Voor de procedures A en C, bedraagt de geldigheidsduur van de gebruiksrechten 20 jaar. De reserveprijs van de percelen voor de procedures A en C moet dus voor 240 maanden worden berekend.
113. Voor procedure B zijn de gebruiksrechten geldig tot 6 mei 2040, los van de startdatum van de geldigheidsduur. Voor de 3600MHz-band is de enige heffing echter niet verschuldigd voor de periode tot 6 mei 2025 (artikel 30, § 1/1, derde lid, 9° en 10°). De reserveprijs van de percelen C1, C2 en C3 moet dus worden berekend op basis van het aantal maanden tussen 7 mei 2025 en 6 mei 2040.
Procedure | Soort van perceel | Beschrijving | Reserveprijs |
A | N | € 83.340.000 | |
A1 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 900 MHz-band | € 28.010.00039 | |
A2 | generiek blok van 1 MHz duplex in de 900 MHz-band | € 5.610.00040 | |
A3 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 1800 MHz-band | € 9.000.000 | |
A4 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 2100 MHz-band | € 9.000.000 |
38 Besluit van de Raad van het BIPT van 16 november 2021 inzake de toekenning van spectrum op 700MHz en 800MHz voor het opzetten en exploiteren van een zendinstallatie in de Belgische exclusieve economische zone in de Noordzee.
39 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 28.000.800 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 46, § 4, van het 2G/3G-koninklijk besluit).
40 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 5.600.160 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 46, § 4, van het 2G/3G-koninklijk besluit).
Procedure | Soort van perceel | Beschrijving | Reserveprijs |
A5 | generiek blok van 5 MHz duplex in de 700 MHz-band | € 19.340.00041 | |
B | B1 | specifiek blok 3410- 3430 MHz | € 8.060.00042 |
B2 | specifiek blok 3430- 3450 MHz | € 9.210.00043 | |
B3 | generiek blok van 10 MHz in de subband 3450-3800 MHz | € 4.610.00044 | |
C | C1 | generiek blok van 5 MHz in de band 1452- 1492 MHz | € 3.000.000 |
C2 | specifiek blok 1427- 1452 MHz | € 12.000.000 | |
C3 | specifiek blok 1492- 1517 MHz | € 10.500.000 |
Tabel 9 Reserveprijs van de verschillende percelen
114. De mobiele operatoren zijn verplicht om aan het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten een enige heffing te betalen, conform de nadere bepalingen van artikel 30, §§ 1/1 tot 1/4 van de WEC. De waarborg van elke toegelaten kandidaat (zie definitie in de bijlage) - inclusief de vervallen interesten - zal worden afgetrokken bij de aanvang van de geldigheidsperiode van de gebruiksrechten van de kandidaat.
115. De herziening van de WEC door de wet van 21 december 2021 heeft duidelijk gemaakt dat de enige heffing niet kan worden beschouwd als roerende inkomsten in de zin van artikel 17 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, waardoor er geen roerende voorheffing op verschuldigd is (artikel 30, § 1/5 van de WEC).
116. Krachtens artikel 30, § 1/1, derde lid, 9° en 10° van de WEC bedraagt de enige heffing voor de frequentieband 3400-3800 MHz nul voor het gedeelte van de geldigheidsperiode vóór 7 mei 2025. Deze nulwaarde geldt enkel voor de berekening van de reserveprijs. Tijdens procedure B zullen de kandidaten biedingen doen om frequentieblokken te verkrijgen voor de volledige geldigheidsduur van de gebruiksrechten.
117. De operator beschikt over twee betalingswijzen: ofwel betaalt hij de enige heffing in één keer ofwel in jaarlijkse schijven.
41 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 19.334.400 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 46, § 4, van het 2G/3G-koninklijk besluit).
42 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 8.051.400 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 28, § 4, van het 3600MHz-koninklijk besluit).
43 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 9.201.600 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 28, § 4, van het 3600MHz-koninklijk besluit).
44 Krachtens artikel 30 van de WEC zou de reserveprijs € 4.600.800 bedragen. Het minimumbedrag van het bod tijdens de eerste ronde van de veiling moet echter een veelvoud van € 10.000 zijn (artikel 28, § 4, van het 3600MHz-koninklijk besluit).
118. Indien de operator in één keer betaalt, vereffent hij het volledige bedrag van de enige heffing binnen 15 dagen na de aanvang van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten (zie deel 6.2). Er dient te worden opgemerkt dat de geldigheidsduur van de gebruiksrechten voor de 3600MHz-band zou moeten aanvangen vóór 7 mei 2025.45
119. In geval van betaling in schijven, betaalt de operator de enige heffing als volgt:
• de operator betaalt uiterlijk 15 december de totaliteit van de enige heffing voor het komende jaar. Als de gebruiksrechten in de loop van het komende jaar verstrijken, betaalt de operator naar rata van het aantal maanden die overblijven tot het verstrijken van de gebruiksrechten;
• het bedrag per maand wordt berekend door het totale bedrag van de enige heffing te delen door de geldigheidsduur van de gebruiksrechten uitgedrukt in maanden;
• de wettelijke rentevoet is van toepassing vanaf de zestiende dag na de start van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten;
• de operator betaalt interest op het resterende te betalen bedrag en betaalt tegelijk de enige heffing.
120. Een operator die geopteerd heeft voor een betaling in jaarlijkse schijven kan, uiterlijk tegen 15 november van elk jaar, aan het BIPT zijn wens meedelen om alles te vereffenen via een eenmalige betaling van het saldo van de enige heffing. Die operator betaalt in dat geval uiterlijk 15 december van datzelfde jaar het saldo, op basis van een afrekening die door het BIPT wordt opgesteld.
6.7. Jaarlijkse rechten
121. De operatoren zullen ook de volgende jaarlijkse rechten aan het BIPT moeten betalen:
• recht inzake de kennisgeving als operator (zie deel 8.1);
• jaarlijkse rechten voor de terbeschikkingstelling van frequenties;
• jaarlijkse rechten voor het gebruik van nummers (zie deel 8.1).
122. De herziening van de WEC door de wet van 21 december 2021 heeft duidelijk gemaakt dat de jaarlijkse rechten voor de terbeschikkingstelling van frequenties en voor het gebruik van nummers niet kunnen worden beschouwd als roerende inkomsten in de zin van artikel 17 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, waardoor er geen roerende voorheffing op verschuldigd is (artikel 30, § 1/5 van de WEC).
123. De bedragen van de jaarlijkse rechten voor de terbeschikkingstelling van frequenties voor de verschillende banden, die gelden voor het jaar 2022, worden weergegeven in Tabel 10. Deze bedragen worden elk jaar aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Frequentieband | Bedrag per MHz46 en per jaar |
700 MHz | € 102.000 |
900 MHz | € 102.000 |
1400 MHz | € 55.900 |
1800 MHz | € 55.900 |
2100 MHz | € 55.900 |
45 Behalve in voorkomend geval voor de 2 blokken 3410-3430 MHz en 3430-3450 MHz (zie § 84).
46 Het recht voor de terbeschikkingstelling van de frequenties is te betalen voor alle toegewezen frequenties.
Frequentieband | Bedrag per MHz46 en per jaar |
3600 MHz | € 11.200 |
Tabel 10 Bedrag van de jaarlijkse rechten voor de terbeschikkingstelling van frequenties
124. De jaarlijkse rechten zijn verschuldigd voor alle toegewezen frequenties, ongeacht of ze gebruikt worden of niet. Voor de berekening van de jaarlijkse rechten stemt een MHz duplex overeen met 2 MHz.
125. Voor de frequentiebanden 700 MHz, 1400 MHz en 3600 MHz worden de jaarlijkse rechten gehalveerd gedurende de 3 eerste jaar dat de gebruiksrechten gelden.
6.8. Verplichtingen inzake dekking
126. Enkel de operatoren die gebruiksrechten bezitten voor frequenties in de 900MHz-band47 of de 700MHz-band zijn onderworpen aan dekkingsverplichtingen.
127. De klanten van een operator die gebruiksrechten heeft verworven in de 900MHz-band of in de 700MHz-band moeten, binnen de dekkingszone, van of naar een klassiek eindtoestel, buiten:
• verbindingen tot stand kunnen brengen met elke eindgebruiker van een vast of mobiel openbaar telefoonnetwerk in België of in het buitenland;
• toegang krijgen tot de diensten en toepassingen die worden aangeboden op de openbare netwerken voor datatransport, in het bijzonder op het wereldwijde internet.
128. De voormelde dekkingsgraden kunnen worden bereikt met alle frequenties waarvoor de operator over gebruiksrechten beschikt.
129. De voormelde dekkingsverplichtingen hangen af van het soort van operator. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten van operator:
• de bestaande operatoren (Proximus, Orange Belgium en Telenet Group);
• de overige operatoren.
130. Het BIPT controleert of de dekkingsverplichtingen in acht worden genomen.
131. Er geldt geen enkele dekkingsverplichting voor de gebruiksrechten voor de banden 1400 MHz, 1800 MHz, 2100 MHz en 3600 MHz.
132. De operatoren met gebruiksrechten voor ten minste 5 MHz duplex in de 900MHz-band zijn onderworpen aan de dekkingsverplichtingen vermeld in Tabel 11 (bestaande operatoren) en in Tabel 12 (andere operatoren dan de bestaande operatoren).
133. Voor de gebruiksrechten in verband met de 900MHz-band is geen enkele snelheidsbeperking opgelegd.
47 De dekkingsverplichtingen in verband met de 900MHz-band zijn niet van toepassing op een operator die minder dan 5 MHz duplex bezit in de 900MHz-band.
Datum | Dekking van de bevolking |
Van bij de aanvang van de geldigheidsduur van de rechten | 99,5% |
Tabel 11 900MHz-dekkingsverplichtingen voor de bestaande operatoren
Datum | Dekking van de bevolking |
3 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 30% |
6 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 70% |
8 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 99,5% |
Tabel 12 900MHz-dekkingsverplichtingen voor de andere operatoren
134. De operatoren met gebruiksrechten voor frequenties in de 700MHz-band zijn onderworpen aan de dekkingsverplichtingen vermeld in Tabel 13 (bestaande operatoren) en in Tabel 14 (andere operatoren dan de bestaande operatoren).
Datum | Dekking van de bevolking |
1 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 70% |
2 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 99,5% |
6 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 99,8% |
Tabel 13 700MHz-dekkingsverplichtingen voor de bestaande operatoren
Datum | Dekking van de bevolking |
3 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 30% |
6 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 70% |
8 jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten | 99,8% |
Tabel 14 700MHz-dekkingsverplichtingen voor de andere operatoren
135. De opgelegde limiet voor downloadsnelheid hangt af van de hoeveelheid spectrum in het bezit van de operator in de 700MHz-band en in de 800MHz-band48:
• 6 Mbps voor een bestaande operator met 10 MHz duplex in de 700MHz-band;
• 5 Mbps voor een bestaande operator met 5 MHz duplex in de 700MHz-band;
• 3 Mbps voor een operator die geen bestaande operator is.
48 Enkel de bestaande operatoren bezitten spectrum in de 800MHz-band.
6.9. Dekking van het spoor
136. Naast de verplichtingen om de bevolking te dekken (zie deel 6.8.3) hebben de operatoren met gebruiksrechten voor frequenties in de 700MHz-band ook een verplichting inzake dekking van de volgende spoorlijnen:
• Brussel-Gent;
• Brussel-Antwerpen;
• Brussel-Luik (snel en traag spoor);
• Brussel-Namen;
• Brussel-Halle;
• Halle-Bergen;
• Antwerpen-Gent;
• Gent-Kortrijk;
• Halle-Doornik;
• Brussel-Charleroi;
• Gent-Brugge;
• Charleroi-Namen;
• Leuven-Hasselt;
• Namen-Aarlen;
• Luik-Welkenraedt.
137. Het doel is om een snelheid van ten minste 10 Mbps te bereiken voor 98% van de locaties voor de voormelde spoorlijnen:
• twee jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten voor de bestaande operatoren;
• negen jaar na de aanvangsdatum van de geldigheid van de gebruiksrechten voor de andere operatoren.
138. De voormelde dekkingsgraden kunnen worden bereikt met alle frequenties waarvoor de operator over gebruiksrechten beschikt.
6.10. Nationale roaming
139. Dit deel betreft enkel de bestaande operatoren die gebruiksrechten hebben voor de 700MHz-, 900MHz-, 1800MHz- of 2100MHz-banden en de nieuwkomers met gebruiksrechten voor de 700MHz- of de 900MHz-banden.
140. Het BIPT kan de bestaande operatoren de verplichting opleggen om voor een beperkte periode aan nieuwkomers die spectrum verwerven in de 900MHz-band49 of in de 700MHz-band nationale roaming te bieden op hun netwerk.
49 Een operator die minder dan 5 MHz duplex heeft in de 900MHz-band, heeft geen recht op nationale roaming.
141. De bepalingen in verband met nationale roaming zijn nagenoeg identiek voor de operatoren die beschikken over gebruiksrechten voor de 900MHz-band (artikel 11 van het 2G/3G-koninklijk besluit) en voor de operatoren die beschikken over gebruiksrechten voor de 700MHz-band (artikel 13 van het 700MHz-koninklijk besluit).
142. Concreet kan het BIPT het volgende opleggen:
• aan een bestaande operator die spectrum heeft in de 700MHz-band om nationale roaming te bieden aan een nieuwkomer die ook spectrum bezit in de 700MHz-band;
• aan een bestaande operator die spectrum heeft in de 900MHz-band of in de 1800MHz-band of in de 2100MHz-band om nationale roaming aan te bieden aan een nieuwkomer die ten minste 5 MHz duplex bezit in de 900MHz-band.
143. Een nieuwkomer die spectrum verwerft in de 700MHz-band en in de 900MHz-band kan dus de tussenkomst van het BIPT vragen krachtens het 2G/3G-koninklijk besluit en/of het 700MHz- koninklijk besluit.
144. Het staat de nieuwkomers vrij over overeenkomsten inzake nationale roaming te onderhandelen met één of verschillende bestaande operatoren. Het BIPT kan nationale roaming echter pas als een maatregel opleggen nadat het vastgesteld heeft dat de commerciële onderhandelingen daarover tussen de operatoren niet binnen een redelijke termijn tot een akkoord leiden.
145. De bepalingen van het Europese regelgevingskader en van artikel 51 van de WEC, gewijzigd door artikel 192 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen zijn van toepassing.
6.10.2. Termijnen waarover het BIPT beschikt om nationale roaming op te leggen
146. Wanneer een operator die aan zijn dekkingsverplichtingen voldoet, een verzoek indient, neemt het BIPT de maatregelen binnen zes maanden na de ontvangst van het verzoek van de operator die recht heeft op nationale roaming.
6.10.3. Minimale uitrol van een eigen netwerk door de operator die recht heeft op nationale roaming
6.10.4. Geografische omvang van het contract inzake nationale roaming
148. Een operator die recht heeft op nationale roaming mag geen roamingdiensten gebruiken op netwerken van de bestaande operator in gebieden waar hij zijn eigen netwerk heeft uitgebouwd, tenzij anders overeengekomen is tussen de partijen bij de roamingovereenkomst.
6.10.5. Diensten gedekt door het contract inzake nationale roaming
149. De diensten die het voorwerp uitmaken van een overeenkomst van nationale roaming tussen een operator die recht heeft op nationale roaming en een operator die nationale roaming moet aanbieden, omvatten alle elektronische-communicatiediensten die worden aangeboden met alle frequenties onder 3 GHz waarvoor de bestaande operator over gebruiksrechten beschikt.
150. In de praktijk vallen alle diensten die worden aangeboden in de banden van 700 MHz, 800 MHz, 900 MHz, 1400 MHz, 1800 MHz, 2100 MHz en 2600 MHz daaronder.
6.10.6. Duur van het contract inzake nationale roaming
151. Geen van de maatregelen inzake nationale roaming die zijn opgelegd door het BIPT zal 8 jaar na het begin van de geldigheidsduur van de gebruiksrechten van toepassing zijn.
6.10.7. Omstandigheden die een eind kunnen maken aan het contract inzake nationale roaming
152. Er komt automatisch een einde aan het contract inzake nationale roaming dat gesloten is via interventie van het BIPT in de volgende gevallen, tenzij anders overeengekomen is:
• wanneer de operator die recht heeft op nationale roaming onderhandelt over een ander contract inzake nationale roaming met een andere operator die nationale roaming moet aanbieden, en zo'n contract sluit;
• wanneer het BIPT vaststelt dat de operator die recht heeft op nationale roaming zijn dekkingsverplichtingen niet nakomt.
6.10.8. Retail-minusprijs
153. Indien het BIPT tussenbeide moet komen in een geschil in verband met het tarief van de nationale roaming, zal het een tarief bepalen dat gebaseerd is op de retail-minusprijs. De retail-minusprijs stemt overeen met de prijs die de operator die de nationale roaming moet aanbieden, aanrekent voor het aanbieden van een dienst aan zijn eindgebruikers, min de kosten die niet gemaakt worden bij het aanbieden van dezelfde dienst aan een operator die recht heeft op nationale roaming, plus de kosten die redelijkerwijze alleen gemaakt worden bij het aanbieden van dergelijke roamingdiensten.
6.11. XXXXXX
154. Dit deel betreft enkel operatoren die over gebruiksrechten beschikken voor de 700MHz-band.
155. Wat betreft de verplichtingen van de operatoren in verband met het PPDR-netwerk50 van ASTRID51, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen:
• nationale PPDR-roaming; en
• bijzondere PPDR-maatregelen 52.
156. Alle operatoren zijn verplicht om nationale PPDR-roaming te bieden aan XXXXXX binnen de twee jaar na ontvangst van de aanvraag van XXXXXX. De minister van Telecommunicatie en de minister van Binnenlandse Zaken kunnen een of meer 700MHz-operatoren verplichten om aan XXXXXX de bijzondere PPDR-maatregelen mee te delen die minimaal vereist zijn om de hulp- en veiligheidsdiensten te ondersteunen.
6.11.2. Nationale PPDR-roaming
157. Alle operatoren moeten nationale PPDR-roaming bieden aan XXXXXX en moeten de daartoe vereiste functionaliteiten ondersteunen. Deze functionaliteiten worden gespecificeerd in artikel 14,
§ 1, van het 700MHz-koninklijk besluit:
• verbindingen tot stand kunnen brengen met elke eindgebruiker van een vast of mobiel openbaar telefoonnetwerk in België of in het buitenland;
• toegang krijgen tot de diensten en toepassingen die worden aangeboden op de openbare netwerken voor datatransport, in het bijzonder op het wereldwijde internet;
50 Bescherming van het publiek en hulp in geval van een ramp.
51 De vennootschap N.V. A.S.T.R.I.D. opgericht bij de wet van 8 juni 1998 betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten.
52 Definitie in artikel 1, 13° van het 700MHz-koninklijk besluit.
• de MCPTT-functionaliteiten ondersteunen (Mission Critical Push to Talk), MCVideo (Mission Critical Video) en MCData (Mission Critical Data) zoals ontwikkeld door 3GPP;
• de voorrangs- en voorkeursmechanismen ondersteunen voor de XXXXXX-xxxxxxxxxx, zoals:
- QCIs (QoS Class Identifiers);
- Reservatie van minimaal 3 ARP-waarden (Allocation and Retention Priority);
- Access Class Barring en de bijbehorende reservatie van enkele specifieke Access Class- waarden (ten minste de klassen 12 en 14).
158. De voormelde functionaliteiten kunnen, op gezamenlijke voordracht van XXXXXX en de operatoren en na advies van het BIPT, meer in detail worden gespecificeerd in een besluit van de ministers van Telecommunicatie en Binnenlandse Zaken dat de technische specificaties en de te ondersteunen frequentiebanden vastlegt.
159. De operatoren mogen aan XXXXXX de kosten factureren in verband met het verbruik van hun gebruikers (spraakoproepen, sms of data) maar ze mogen in geen geval de kosten in verband met de invoering van deze functionaliteiten aanrekenen. Het BIPT bepaalt de manier waarop de prijzen worden berekend die een operator mag factureren aan XXXXXX voor het verbruik van spraak, sms’en en data voor de PPDR-radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten.
6.11.3. Bijzondere PPDR-maatregelen
160. Om te beantwoorden aan de specifieke voorwaarden inzake radiodekking, degelijkheid, veiligheid, beschikbaarheid en andere elementen nodig voor PPDR-communicatie, kunnen de ministers van Telecommunicatie en van Binnenlandse Zaken, na advies van het BIPT over de technische haalbaarheid en de operationele noodzakelijkheid, een of meer 700MHz-operatoren verplichten om aan XXXXXX de bijzondere PPDR-maatregelen te bezorgen die minstens vereist zijn om de hulp- en veiligheidsdiensten te ondersteunen.
161. De invoering van bijzondere PPDR-maatregelen kan betrekking hebben op alle frequenties en alle technologieën (bestaande en toekomstige) die de operator gebruikt voor zijn netwerk of zijn dienst.
162. Het BIPT bepaalt de manier waarop de prijzen worden berekend die een 700MHz-operator mag factureren aan XXXXXX voor de verstrekking van de bijzondere PPDR-maatregelen rekening houdend met de werkelijke en aangetoonde kosten van de 700MHz-operator alsook een redelijke winstmarge.
Hoofdstuk 7. Organisatie van de toewijzingsprocedure
7.1. Algemeen
163. Het BIPT zal de dagelijkse leiding hebben over de veiling. Alle vragen in verband met de veiling moeten aan het BIPT gericht worden.
164. Het BIPT is bevoegd om alle nuttige maatregelen te nemen voor het vlotte verloop en de praktische organisatie van de procedure voor de toewijzing van de gebruiksrechten.
165. Het BIPT kan met name inbreuken vaststellen die kunnen leiden tot de nietigheid van het bod of tot de uitsluiting uit de procedure.
166. De regels van toepassing vanaf de indiening van de kandidaturen tot de toewijzing van de gebruiksrechten worden beschreven in de besluiten en de kandidaten dienen deze in acht te nemen. Om het begrip van de regels te vergemakkelijken, beschrijft het BIPT deze beknopt hierna. Enkel de regels van de koninklijke besluiten hebben echter rechtsgeldigheid en zijn verplicht. In geval van een eventuele tegenstrijdigheid primeren de koninklijk besluiten boven dit memorandum.
7.2. Spectrum cap
167. De spectrum cap vertegenwoordigt de maximale spectrumhoeveelheid die een relevante groep mag hebben53.
168. De spectrum cap wordt weergegeven in Tabel 15 voor de verschillende frequentiebanden.
Procedure | Frequentieband | Spectrum cap |
A | 900 MHz | 15 MHz duplex |
1800 MHz | 30 MHz duplex | |
2100 MHz | 25 MHz duplex | |
700 MHz | 10 MHz duplex | |
B | 3400-3800 MHz | 100 MHz |
C | 1400 MHz | 2 spectrum caps: - 45 MHz voor de ganse band - 20 MHz voor de subband 1452-1492 MHz |
Tabel 15 spectrum caps
7.3. Kandidatuurdossiers
169. Het BIPT zal alle oproepen tot kandidaten tegelijk publiceren en een deadline vastleggen voor het indienen van de kandidaturen die gelijk is voor alle procedures.
170. Het BIPT zal alle beslissingen inzake de ontvankelijkheid van de kandidaturen tegelijk bekendmaken.
171. Een kandidaat moet dus het volgende indienen:
• een Aα-kandidatuurdossier om spectrum te kunnen verwerven in de banden van 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz en, voor de nieuwkomers, het spectrum dat is voorbehouden voor een nieuwkomer volledig of gedeeltelijk te kunnen verwerven;
• een Aβ-kandidatuurdossier om spectrum te kunnen verwerven in de 700MHz-band;
• een B-kandidatuurdossier om spectrum te kunnen verwerven in de 3600MHz-band;
• een C-kandidatuurdossier om spectrum te kunnen verwerven in de 1400MHz-band.
172. Tijdens de oproep tot kandidaten zullen de volgende elementen worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, op de website van het BIPT en op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx:
• de einddatum voor indiening van de kandidaturen;
• het bankrekeningnummer waarop de waarborg dient gestort te worden voor de einddatum voor indiening van de kandidaturen;
• vier formulieren voor indiening van kandidaturen met richtlijnen over de inhoud en de indiening van de kandidaturen.
173. Een kandidaat die reeds een kennisgeving gedaan heeft in overeenstemming met artikel 9 van de WEC moet het bewijs hiervan opnemen in het kandidatuurdossier.
174. Een kandidaat die nog geen kennisgeving heeft gedaan dient het ingevulde kennisgevingsformulier op te nemen in zijn kandidatuurdossier en het eenmalige bedrag te betalen dat aan de kennisgeving verbonden is. Zo’n kandidaat zal het jaarlijkse recht dat dient om de kosten voor het beheer en de follow-up van het dossier te dekken, maar moeten betalen indien hij gebruiksrechten krijgt.
7.4. Kandidaten voor procedure A
175. Voor procedure A bestaan er verschillende types van kandidaten naargelang van de types van percelen waarvoor de kandidaat een bod kan uitbrengen.
176. Voor de bestaande operatoren kunnen 5 soorten van kandidaten worden beoogd:
• een volledige kandidaat die een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ en die voor alle soorten van percelen een bod kan uitbrengen (A1, X0, X0, X0 en A5);
• een beperkte kandidaat (zie definitie in de bijlage) die een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ en die voor de percelen van het type A2 en A5 een bod kan uitbrengen;
• een volledige kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en die voor de percelen van het type X0, X0, X0 en A4 een bod kan uitbrengen;
• een beperkte kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en die voor de percelen van het type A2 een bod kan uitbrengen;
• een kandidaat die een kandidatuurdossier Aβ heeft ingediend en die voor de percelen van het type A5 een bod kan uitbrengen;
177. Voor de nieuwkomers kunnen 5 soorten van kandidaten worden beoogd:
• een volledige kandidaat die een kandidatuurdossier Aα en een kandidatuurdossier Aβ heeft ingediend en die voor alle types van percelen een bod kan uitbrengen (A1, X0, X0, X0 en A5) evenals voor het geheel of een deel van het spectrum dat is voorbehouden aan een nieuwkomer;
• een beperkte kandidaat die een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ en die voor de percelen van het type A2 en A5 een bod kan uitbrengen;
• een volledige kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en die voor percelen van het type X0, X0, X0 en A4 een bod kan uitbrengen evenals voor het geheel of een deel van het spectrum dat is voorbehouden aan een nieuwkomer;
• een beperkte kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en die voor de percelen van het type A2 een bod kan uitbrengen;
• een kandidaat die een kandidatuurdossier Aβ heeft ingediend en die voor de percelen van het type A5 een bod kan uitbrengen;
178. De kandidaat moet in zijn kandidatuurdossier Aα aanduiden of hij een volledige of een beperkte kandidaat is.
7.5. Relevante groepen
179. De koninklijke besluiten geven de definities van "controle met betrekking tot een persoon"54 en "relevante groep"55.
180. Indien meerdere kandidaten binnen dezelfde procedure deel uitmaken van eenzelfde relevante groep ten opzichte van een kandidaat, dan wordt slechts één toegelaten tot de procedure. De betrokken kandidaten zullen, op verzoek van het BIPT, de persoon uit hun midden moeten kiezen die zal deelnemen aan de procedure. Bij gebrek aan een dergelijke keuze zullen alle betrokken kandidaten worden uitgesloten uit de procedure.
181. De kandidaten zijn verplicht het BIPT op de hoogte te brengen van iedere wijziging of ieder voorstel tot wijziging in verband met de relevante groep waarvan zij deel (zullen) uitmaken, waarvan zij in kennis worden gesteld nadat hun kandidaturen ingediend zijn. Indien er zich een wijziging voordoet die van dien aard is dat verscheidene kandidaten tot eenzelfde relevante groep behoren, dan zullen die verschillende kandidaten een keuze moeten maken onder de kandidaten die tot dezelfde relevante groep behoren, zodat er maar één kandidaat overblijft. Zo niet, zullen alle betrokken kandidaten uitgesloten worden uit de verdere procedure.
54 De bevoegdheid in rechte of in feite om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders van die persoon of op de oriëntatie van het beheer ervan. De controle kan exclusief of gezamenlijk, direct of via een tussenpersoon worden uitgeoefend en zal worden geïnterpreteerd conform de artikelen 1:14 tot 1:18 van het Wetboek van Vennootschappen, Afdeling I, Boek I, Titel IV, Hoofdstuk I, op voorwaarde dat wanneer er sprake is van een meerderheid, deze meerderheid 50% of meer bedraagt.
55 Ten opzichte van een persoon (de "eerste persoon"):
a) de eerste persoon, en;
b) elke persoon die wordt gecontroleerd door de eerste persoon, en;
c) elke persoon (de "tweede persoon") die de eerste persoon controleert, en;
d) elke persoon die wordt gecontroleerd door de tweede persoon, en;
e) elke persoon waarmee een van de onder a) tot c) beoogde personen een consortium vormt in de betekenis van artikel 1:19 van het Wetboek van Vennootschappen, Afdeling I, Boek I, Titel IV, Hoofdstuk I.
7.6. Waarborgen
182. De kandidaten moeten een waarborg storten in het kader van elk van hun kandidaturen voor een van de toewijzingsprocedures (zie Tabel 16). Elk verzuim om deze waarborg te storten zal automatisch leiden tot de niet-ontvankelijkheid van de kandidatuur.
183. De waarborg moet worden gestort op de rekening van de Belgische Staat bij de Nationale Bank van België, uiterlijk op de datum en het uur die door het BIPT vastgelegd zijn voor de indiening van de kandidatuur en die gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad.
184. Commissies voor het overschrijven en alle andere kosten of belastingen die betaald moeten worden om de fondsen op de rekening te storten, moeten betaald worden door de persoon die de storting uitvoert. De kandidaten moeten verzekeren dat de fondsen netto ontvangen worden, vrij van om het even welke commissie.
Procedure | Minimumbedrag56 |
A57 | € 10 miljoen voor een volledige kandidaat die een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ |
€ 6 miljoen voor een beperkte kandidaat die een kandidatuurdossier Xx heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ | |
€ 5 miljoen voor een volledige kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend | |
€ 5 miljoen voor een kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Xx heeft ingediend | |
€ 1 miljoen voor een beperkte kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend | |
B | € 1 miljoen |
C | € 1 miljoen |
7.6.1. Interesten op de waarborg
185. De waarborg zal interest opbrengen tegen de rentevoet van de depositofaciliteit van de Europese Centrale Bank. Deze interestvoet kan negatief zijn. Deze interest zal op dagbasis berekend worden, en gekapitaliseerd worden op de laatste werkdag van het Europese TARGET-betalingssysteem van elke maand.
186. De fondsen zullen interesten opbrengen vanaf de dag van overschrijving, op voorwaarde dat zij op de rekening van de Nationale Bank ontvangen zijn vóór de TARGET-sluitingstijd voor de clearing. De fondsen zullen interesten opbrengen tot op de dag vóór de dag van terugbetaling.
56 De bedragen die worden vermeld voor procedure A vertegenwoordigen het totaal van de initiële waarborgen voor de procedures Aα en Aβ.
57 Een nieuwkomer die enkel een bod op het geheel of een deel van het voorbehouden spectrum wenst te doen,
moet de waarborg voor de procedure Aα storten (initiële waarborg van 5 miljoen euro). Indien deze nieuwkomer ook een bod wil uitbrengen voor het deel van de 700MHz-band dat geen deel uitmaakt van het voorbehouden spectrum, moet hij ook de waarborg voor procedure Aβ storten.
7.6.2. Verhoging van de waarborg
187. Bij het bieden tijdens de verschillende toewijzingsprocedures zal de overeenstemmende waarborg vermeerderd moeten worden telkens wanneer het totale bedrag van de biedingen bepaalde drempels overschrijdt (zie Tabel 17). De waarborgen voor elke procedure staan los van elkaar.
Procedure | Drempel van het totaalbedrag van de biedingen58 | Minimum van de waarborg59 |
A | > € 100 miljoen | € 5 miljoen |
> € 150 miljoen | € 7,5 miljoen | |
> € 200 miljoen | € 10 miljoen | |
> € 250 miljoen | € 12,5 miljoen | |
€ (Nx2,5) miljoen | ||
B | > € 30 miljoen | € 1,5 miljoen |
> € 40 miljoen | € 2 miljoen | |
> € 50 miljoen | € 2,5 miljoen | |
> € (Nx10) miljoen | ||
C | > € 30 miljoen | € 1,5 miljoen |
> € 40 miljoen | € 2 miljoen | |
> € 50 miljoen | € 2,5 miljoen | |
> € (Nx10) miljoen |
Tabel 17 Bedrag van de waarborgen op grond van de biedingen
188. Het bod dat uitgebracht wordt zonder verhoging van de waarborg is ongeldig.
189. Het is de kandidaten toegestaan de bijkomende bedragen voor de waarborg op voorhand te storten, vooraleer de relevante drempels voor het bieden bereikt worden.
190. De kandidaten bezorgen het BIPT het bewijs van de verhoging van de waarborg voordat ze het bod uitbrengen dat aanleiding geeft tot de verhoging van de waarborg.
191. Tabel 18 toont het bedrag van de enige heffing voor de reserveprijs in overeenstemming met het maximumaantal percelen waarvoor een kandidaat een bod kan uitbrengen.
Procedure | Minimum van de biedingen | |
A | Volledige kandidaat die een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ | € 221.710.000 |
Beperkte kandidaat die een kandidatuurdossier Xx heeft ingediend en een kandidatuurdossier Aβ | € 66.730.000 | |
Volledige kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend | € 183.030.000 | |
Kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Xx heeft ingediend | € 38.680.000 | |
Beperkte kandidaat die enkel een kandidatuurdossier Aα heeft ingediend | € 28.050.000 |
58 Het bedrag van de enige heffing voor het voorbehouden spectrum wordt meegerekend.
59 Het bedrag van de initiële waarborg (zie Tabel 16) wordt meegerekend.
60 Geldig voor N>1.
Procedure | Minimum van de biedingen | |
B | € 46.100.000 | |
C | € 24.000.000 |
Tabel 18 Totaalbedrag van de biedingen voor de spectrum cap
192. Bij de vergelijking van Tabel 16, Tabel 17 en Tabel 18 stellen we bijvoorbeeld vast dat om een bod uit te brengen voor 100 MHz (spectrum cap) in de 3600MHz-band (procedure B), een kandidaat een waarborg moet hebben van ten minste € 2 miljoen, wat het dubbele is van de initiële waarborg (€ 1 miljoen). Een dergelijke kandidaat is dus verplicht om zijn waarborg te verhogen, nog voor de start zelf van de procedure.
193. Inlichtingen over de waarborgen worden strikt vertrouwelijk behandeld. Op verzoek zal informatie verstrekt worden over het saldo van de waarborg, met inbegrip van de interesten. De bieders hebben enkel toegang tot de informatie die hun waarborg betreft. Zoals hierboven beschreven zullen alle waarborgen interest opbrengen tegen de rentevoet van de depositofaciliteit van de Europese Centrale Bank.
7.6.3. Eventuele terugbetaling van de waarborg
194. De waarborg, met inbegrip van de interesten, zal worden terugbetaald aan de kandidaten aan wie geen gebruiksrechten zijn verleend.
195. De waarborg in verband met kandidatuurdossier Aα wordt niet teruggestort aan de:
• toegelaten beperkte kandidaten die geen enkel regelmatig bod hebben ingediend tijdens procedure A;
• toegelaten volledige kandidaten die geen enkel regelmatig bod hebben ingediend61 voor andere percelen dan deze van type A2 tijdens procedure A (tijdens de inleidende veiling voor de nieuwkomers of tijdens de hoofdveiling).
196. De waarborg in verband met het kandidatuurdossier Aβ wordt niet teruggestort aan de toegelaten kandidaten die geen enkel regelmatig bod hebben uitgebracht tijdens procedure A (tijdens de inleidende veiling voor de nieuwkomers of tijdens de hoofdveiling).
197. De waarborg in verband met kandidatuurdossier B wordt niet teruggestort aan de kandidaten die tijdens de procedure B geen enkel regelmatig bod hebben ingediend.
198. De waarborg in verband met kandidatuurdossier C wordt niet teruggestort aan de kandidaten die tijdens procedure C geen enkel regelmatig bod hebben ingediend.
7.7. Ontvankelijkheid
199. De kandidatuur kan als onontvankelijk worden beschouwd indien niet is voldaan aan de volgende voorwaarden:
• de kandidatuur moet worden ingediend uiterlijk op de laatste dag van de termijn voor de kandidaatstelling, op het tijdstip dat werd bepaald door het BIPT en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;
• de kandidatuur moet worden ingediend bij het BIPT tegen een ontvangstbevestiging in tweevoud, met aanduiding van een origineel dat ondertekend is door de bevoegde vertegenwoordiger(s) van de kandidaat;
61 Het spectrum dat automatisch kan worden toegewezen aan elke bestaande operator wordt beschouwd als een regelmatig bod.
• de kandidatuur moet volledig zijn, en moet alle gevraagde informatie in de correcte vorm bevatten;
• de kandidatuur moet ingediend worden door een onderneming, die niet in staat van vereffening of faillissement of een soortgelijke situatie mag zijn, die geen faillissement aangevraagd heeft en niet betrokken is in een vereffeningsprocedure of een gerechtelijk akkoord, of een gelijkaardige procedure.
200. De kandidatuur kan niet elektronisch ingediend worden.62 Het origineel mag bijgevolg dus niet elektronisch ondertekend zijn door de bevoegde vertegenwoordiger(s) van de kandidaat.
201. De kandidatuur moet worden opgesteld in het Nederlands, het Frans of het Duits.
202. Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht in de kandidaturen nadat ze ingediend zijn.
203. Wanneer verschillende kandidaten deel uitmaken van eenzelfde relevante groep zal het BIPT aan de betrokken kandidaten vragen om een keuze te maken binnen de relevante groep. Bij gebrek aan een dergelijke keuze zullen alle betrokken kandidaten worden uitgesloten uit de procedure.
Procedure | Informatie verstrekt aan de toegelaten kandidaten |
A | Fictieve identiteit: - van de toegelaten volledige kandidaten (kandidatuurdossier Aα); - van de toegelaten beperkte kandidaten (kandidatuurdossier Aα); - van de toegelaten kandidaten (kandidatuurdossier Aβ). |
B | Aantal toegelaten kandidaten |
C | Aantal toegelaten kandidaten |
Xxxxx 19 Informatie verstrekt aan de toegelaten kandidaten over de andere toegelaten kandidaten
7.8. Verloop van de procedure
205. In dit deel wordt een overzicht gegeven van de opzet van de veiling. De uitvoerige regels van de veiling zullen worden verstrekt aan de toegelaten kandidaten.
206. Procedure A bestaat uit maximaal vier delen:
• de automatische toewijzing van spectrum aan de bestaande operatoren (zie deel 7.8.5);
• een inleidende veiling die voorbehouden is voor de nieuwkomers (zie deel 7.8.6);
• een veiling van het SMRA-type voor de generieke percelen (zie deel 7.8.7);
• een bijkomende ronde om de plaats van de blokken in de band te bepalen (zie deel 7.8.8).
207. De procedures B en C bestaan uit maximaal twee delen:
62 De verschillende koninklijke besluiten voorzien niet in een elektronische indiening van de kandidatuur.
• een veiling van het SMRA-type voor generieke of specifieke percelen (zie deel 7.8.7);
7.8.2. Elektronisch veilingsysteem
208. De veilingen zullen verlopen via een elektronisch veilingsysteem, waarmee de kandidaten een beveiligd bod kunnen uitbrengen via het openbare internet.
209. De toegelaten kandidaten zullen kunnen inloggen op het elektronisch veilingsysteem via het openbare internet met behulp van een standaardwebbrowser. Daartoe moeten de toegelaten kandidaten over een goede en betrouwbare internetaansluiting beschikken en een computer gebruiken die over een compatibele webbrowser beschikt. Normaal gesproken is het niet nodig om ander gespecialiseerd materiaal of andere gespecialiseerde software te installeren om deel te nemen aan de veiling. Er zullen gepaste beveiligingsprocedures worden gebruikt om de integriteit van het systeem te waarborgen en om de vertrouwelijkheid van de biedingen te vrijwaren.
210. De biedinterface van het elektronische veilingsysteem zal in realtime informatie verstrekken over de stand en de vooruitgang van de veiling, waaronder een tijdschema van de rondes, formulieren om een bod uit te brengen, alsook verslagen over de resultaten van de rondes.
211. De toegelaten kandidaten zullen voordat de veiling van start gaat, een gids ontvangen. In die gids staat alle relevante informatie over het elektronische veilingsysteem, waaronder ook de eisen inzake hard- en software, de instructies om in te loggen en de werkwijze om de biedinterface te gebruiken. Tevens zullen voor de toegelaten kandidaten, kort voor de start van de eigenlijke veiling, een oefensessie en een testveiling worden georganiseerd.
7.8.3. Verstoring van de veiling
212. Elke vorm van gedrag of communicatie die het goede verloop van de procedure van de veiling verstoort, is verboden.
213. De kandidaten zullen zich ervan weerhouden, op straffe van uitsluiting van hun kandidatuur, om vertrouwelijke informatie uit te wisselen met andere kandidaten. Ze zullen er zich tevens van weerhouden om afspraken te maken met andere kandidaten en zullen zich weerhouden van elke handeling die het resultaat van de procedure zou kunnen beïnvloeden of die afbreuk kan doen aan de mededinging in de veiling.
214. Bij vaststelling van een inbreuk op dat gebied dient het BIPT klacht in bij de mededingingsautoriteiten en legt het klacht neer met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter. Het BIPT sluit deze kandidaten sowieso uit van de procedure.
7.8.5. Spectrum voorbehouden aan de bestaande operatoren
215. Dit deel heeft enkel betrekking op procedure A.
216. Er kan automatisch spectrum worden toegewezen aan elke bestaande operator op zijn verzoek, voor zover het een volledige kandidaat is die toegelaten is tot procedure A.
217. Het maximumaantal percelen die aan elke bestaande operator toegewezen kunnen worden, hangt af van het aantal volledige kandidaten die toegelaten zijn tot procedure A (zie Tabel 20). Een bestaande operator kan zonder problemen minder percelen vragen dan het maximumaantal dat vermeld is in Tabel 20.
Soort van perceel | Maximumaantal (voor elke bestaande operator) | |
Indien aantal toegelaten volledige kandidaten ≤ 3 | Indien aantal toegelaten volledige kandidaten > 3 | |
A1 | 2 | 1 |
A3 | 4 | 3 |
A4 | 2 | 2 |
Tabel 20 Percelen voorbehouden aan de bestaande operatoren
219. De automatisch toegewezen percelen zijn generieke percelen en de plaats van de frequentieblokken in de verschillende frequentiebanden wordt later bepaald (zie deel 7.8.8). Eventueel worden de biedingen die door de bestaande operator worden uitgebracht tijdens de bijkomende ronde die bedoeld is om de positie van de blokken te bepalen, opgeteld bij de bedragen die vastgesteld zijn in artikel 30 van de WEC.
220. Alle kandidaten die tot procedure A worden toegelaten, worden voordat de hoofdveiling start op de hoogte gebracht van het aantal percelen die automatisch aan de bestaande operatoren worden toegewezen.
7.8.6. Inleidende veiling voor de nieuwkomers
221. Dit deel heeft enkel betrekking op procedure A.
223. Enkel volledige kandidaten die toegelaten zijn, mogen aan deze inleidende veiling deelnemen.
224. Tijdens de inleidende veiling kunnen de kandidaten tijdens elke ronde:
• een bod doen op het enige perceel in het geval van een veiling van het spectrum dat is voorbehouden in de vorm van een enig perceel;
• verscheidene biedingen doen op individuele percelen in het geval van een veiling van het spectrum dat is voorbehouden in de vorm van zes frequentieblokken van 5 MHz duplex.
225. Voor de veilingen is gekozen voor een simultane meerrondenveiling bij opbod (SMRA). Het SMRA- type is “simultaan” omdat het alle percelen tegelijk toewijst via één enkel proces. Het SMRA-type is een “meerrondenveiling”, omdat het de kandidaten de gelegenheid geeft een bod uit te brengen, in reactie op stijgende prijzen, in opeenvolgende ronden.
226. De verschillende percelen die worden geveild, worden beschreven in Hoofdstuk 4.
227. Elke kandidaat mag tijdens een ronde een bod uitbrengen op verscheidene percelen. Door een bod uit te brengen geeft de kandidaat aan dat hij het perceel wil kopen tegen de prijs die door het veilingsysteem is aangekondigd. Een bod is bindend en kan niet worden geannuleerd.
229. De kandidaten mogen op verscheidene percelen tegelijk bieden. Het staat de kandidaten vrij een bod uit te brengen op verschillende percelen tijdens verschillende ronden maar ze moeten de door het BIPT gedefinieerde regels inzake activiteit van de veiling in acht nemen.
230. Een kandidaat die het hoogste bod heeft uitgebracht op een perceel, mag geen nieuw bod op dat perceel uitbrengen in de volgende ronde, noch zich terugtrekken uit de veiling, behalve als een andere kandidaat een hoger bod uitbrengt op dat specifieke perceel. De kandidaat kan evenwel een opbod doen voor andere percelen, die onderworpen zijn aan de regels inzake activiteit van de veiling. Tenzij een andere kandidaat nadien een hoger bod uitbrengt voor hetzelfde perceel, zal de kandidaat het perceel winnen na afloop van de veiling mits een enige heffing wordt betaald die gelijk is aan zijn hoogste bod.
231. Tijdens elke ronde kan een kandidaat:
• Een of meer biedingen doen
- Een kandidaat kan een bod uitbrengen met inachtneming van de activiteitsregels.
- Elk bod moet bestaan uit een bedrag dat een veelvoud is van 10.000 euro.
• Gebruikmaken van een paskaart
- Een kandidaat die anders verplicht zou zijn te bieden of zich terug te trekken uit de veiling, mag ook gebruikmaken van één van zijn paskaarten, zodat hij die ronde kan overslaan zonder daarna geacht te worden zich te hebben teruggetrokken uit de veiling.
- Het gebruik van de paskaart kan impliciet gebeuren. Een kandidaat die geen bod heeft uitgebracht en zich niet uit de veiling heeft teruggetrokken, wordt geacht een paskaart te hebben gebruikt, als hij dat kon.
- Een kandidaat mag steeds een paskaart gebruiken als alternatief voor een bod, zelfs als die kandidaat het hoogste bod heeft uitgebracht voor een of meer frequentieblokken. Elke kandidaat kan een paskaart inzetten gedurende maximaal drie rondes.
• Zich terugtrekken uit de inleidende veiling
- Een kandidaat die niet het hoogste bod heeft uitgebracht op enig blok, mag zich officieel uit de veiling terugtrekken. Een kandidaat die zich heeft teruggetrokken, mag in een later stadium niet meer deelnemen aan de veiling.
- De terugtrekking uit de veiling kan impliciet gebeuren. Een kandidaat die geen bod heeft uitgebracht en geen paskaart heeft gebruikt, wordt geacht zich uit de veiling te hebben teruggetrokken als hij zijn paskaart niet kon gebruiken (indien hij nog over een andere paskaart beschikte, wordt hij geacht die kaart te hebben gebruikt).
232. Na afloop van elke ronde zal het veilingsysteem aan alle kandidaten informatie verstrekken over de activiteit in de afgelopen ronde en over de parameters voor de volgende ronde. De volgende inlichtingen worden verstrekt aan de kandidaten:
• Het tijdstip waarop de volgende ronde begint en waarop die eindigt;
• Voor elk perceel:
- bedrag van het hoogste regelmatige bod;
- fictieve identiteit van de kandidaat die het hoogste regelmatige bod heeft uitgebracht;
- bedrag van het bod voor de volgende ronde.63
233. De eindronde van de inleidende veiling zal de ronde zijn waarin er geen enkel nieuw bod wordt gedaan en er geen paskaart wordt gebruikt.
63 Het door het BIPT bepaalde bedrag van het bod is gelijk aan het bedrag van het hoogste regelmatige bod, verhoogd met een percentage dat tussen 2 en 10% ligt.
234. Alle kandidaten die toegelaten worden tot procedure A worden ingelicht over het bedrag van het hoogste bod en de fictieve identiteit van de kandidaat die dat bod heeft uitgebracht voor elk perceel.
235. In dit deel wordt een overzicht gegeven van de veiling van type SMRA, die zal worden toegepast voor de drie procedures.
236. Tijdens de veilingprocedures kunnen de kandidaten tijdens elke ronde verscheidene biedingen doen voor individuele percelen.
237. Voor de veilingen is gekozen voor een simultane meerrondenveiling bij opbod (SMRA). Het SMRA- type is “simultaan” omdat het alle percelen tegelijk toewijst via één enkel proces. Het SMRA-type is een “meerrondenveiling”, omdat het de kandidaten de gelegenheid geeft een bod uit te brengen, in reactie op stijgende prijzen, in opeenvolgende ronden.
238. De verschillende percelen die worden geveild, worden beschreven in Hoofdstuk 3. Geen enkele kandidaat mag een bod uitbrengen op de percelen die automatisch toegewezen zijn aan de bestaande operatoren (deel 7.8.5) of op de percelen die door een nieuwkomer verworven zijn tijdens de inleidende veiling (deel 7.8.6).
239. Elke kandidaat mag tijdens een ronde een bod uitbrengen op verscheidene percelen. Door een bod uit te brengen geeft de kandidaat aan dat hij het perceel wil kopen tegen de prijs die hij kiest binnen een bepaalde marge die door het veilingsysteem is aangekondigd. Een bod is bindend en kan niet worden geannuleerd.
241. De kandidaten mogen opbieden voor verschillende percelen tegelijk, op voorwaarde dat de geaggregeerde bandbreedte van de blokken waarop ze een bod uitbrengen of het hoogste bod hebben uitgebracht, niet groter is dan de verschillende spectrum caps (zie deel 7.2). Het staat de kandidaten vrij een bod uit te brengen op verschillende percelen tijdens verschillende ronden maar ze moeten de door het BIPT gedefinieerde regels inzake activiteit van de veiling in acht nemen.
242. Een kandidaat die het hoogste bod heeft uitgebracht op een perceel, mag geen nieuw bod op dat perceel uitbrengen in de volgende ronde, noch zich terugtrekken uit de veiling, behalve als een andere kandidaat een hoger bod uitbrengt op dat specifieke perceel. De kandidaat kan evenwel een opbod doen voor andere percelen, die onderworpen zijn aan de regels inzake activiteit van de veiling. Tenzij een andere kandidaat nadien een hoger bod uitbrengt voor hetzelfde perceel, zal de kandidaat het perceel winnen na afloop van de veiling mits een enige heffing wordt betaald die gelijk is aan zijn hoogste bod.
243. Tijdens elke ronde kan een kandidaat:
• Een of meer biedingen doen
- Een kandidaat kan een bod uitbrengen met inachtneming van de spectrum caps en de activiteitsregels. De biedingen mogen niet lager zijn dan het minimumbedrag van de veiling dat voor de ronde door het BIPT wordt bepaald. De biedingen mogen niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de veiling dat voor de ronde door het BIPT wordt bepaald.
- Elk bod moet bestaan uit een bedrag dat een veelvoud is van 10.000 euro.
• Gebruikmaken van een paskaart
- Een kandidaat die anders verplicht zou zijn te bieden of zich terug te trekken uit de veiling, mag ook gebruikmaken van één van zijn paskaarten, zodat hij die ronde kan overslaan zonder daarna geacht te worden zich te hebben teruggetrokken uit de veiling.
- Aangezien de drie procedures los van elkaar staan, geldt een paskaart vanzelfsprekend enkel voor de ene procedure waarvoor die wordt ingezet.
- Het gebruik van de paskaart kan impliciet gebeuren. Een kandidaat die geen bod heeft uitgebracht en zich niet uit de veiling heeft teruggetrokken, wordt geacht een paskaart te hebben gebruikt, als hij dat kon.
- Een kandidaat mag steeds een paskaart gebruiken als alternatief voor een bod, zelfs als die kandidaat het hoogste bod heeft uitgebracht voor een of meer frequentieblokken. Elke kandidaat kan een paskaart inzetten gedurende maximaal drie rondes.
• Zich terugtrekken uit de veiling
- Een kandidaat die niet het hoogste bod heeft uitgebracht op enig blok, mag zich officieel uit de veiling terugtrekken. Een kandidaat die zich heeft teruggetrokken, mag in een later stadium niet meer deelnemen aan de veiling.
- Aangezien de drie procedures los van elkaar staan, geldt de terugtrekking uit de veiling vanzelfsprekend enkel voor de ene procedure waaruit de kandidaat zich heeft teruggetrokken.
- De terugtrekking uit de veiling kan impliciet gebeuren. Een kandidaat die geen bod heeft uitgebracht en geen paskaart heeft gebruikt, wordt geacht zich uit de veiling te hebben teruggetrokken als hij zijn paskaart niet kon gebruiken (indien hij nog over een andere paskaart beschikte, wordt hij geacht die kaart te hebben gebruikt).
244. Na afloop van elke ronde zal het veilingsysteem aan alle kandidaten informatie verstrekken over de activiteit in de afgelopen ronde en over de parameters voor de volgende ronde. De volgende inlichtingen worden verstrekt aan de kandidaten:
• Het tijdstip waarop de volgende ronde begint en waarop die eindigt;
• Voor elk perceel:
- bedrag van het hoogste regelmatige bod;
- fictieve identiteit van de kandidaat die het hoogste regelmatige bod heeft uitgebracht;
- bedrag van het minimumbod voor de volgende ronde64;
- bedrag van het maximumbod voor de volgende ronde65.
245. De eindronde van de veiling van het SMRA-type van elke procedure zal de ronde zijn waarin er geen nieuw bod wordt gedaan en er geen paskaart wordt gebruikt, in het kader van deze procedure.
246. Na afloop van de laatste ronde van elke procedure zal het veilingsysteem aan alle in aanmerking genomen kandidaten (zie definitie in de bijlage) het bedrag van het hoogste regelmatige bod, alsook de identiteit van de kandidaat die dat bod heeft uitgebracht, meedelen.
7.8.8. Positionering van de percelen
247. Na afloop van de veiling van het SMRA-type is de positie van de frequentieblokken die overeenstemmen met de generieke percelen nog niet bepaald.
64 Het door het BIPT bepaalde maximumbedrag van het bod is gelijk aan het bedrag van het hoogste regelmatige bod, verhoogd met een percentage dat tussen 0 en 10% ligt.
65 Het door het BIPT bepaalde maximumbedrag van het bod is gelijk aan het bedrag van het hoogste regelmatige bod, verhoogd met een percentage dat tussen 0 en 50% ligt.
248. Voor elke procedure kunnen de in aanmerking genomen kandidaten binnen een termijn die is vastgesteld door het BIPT aan het BIPT een gemeenschappelijk voorstel meedelen voor de positionering van de verschillende frequentieblokken. In het geval van procedure A kunnen alle kandidaten die het hoogste regelmatige bod hebben uitgebracht voor ten minste een perceel in een frequentieband een voorstel meedelen enkel voor die frequentieband.
249. Als de in aanmerking genomen kandidaten geen akkoord kunnen bereiken of als het BIPT het gemeenschappelijke voorstel niet aanvaardt, moet er een bijkomende ronde worden gehouden.
250. Voor elke frequentieband waarvoor geen akkoord kon worden bereikt, stelt het BIPT een volledige lijst van opties inzake positionering op. Voor alle opties moeten alle frequentieblokken die zijn toegewezen aan een operator in een frequentieband, in de mate van het mogelijke, aan elkaar grenzen. Voor de frequentiebanden van 700 MHz, 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz moet het niet- toegewezen spectrum in het onderste deel van de band liggen. Voor de 3600MHz-frequentieband moet het niet-toegewezen spectrum in het bovenste deel van de band liggen.
251. Voor de frequentiebanden van 700 MHz, 900 MHz, 1800 MHz en 2100 MHz is het aantal opties inzake positionering gelijk aan de faculteit van het aantal kandidaten die in de frequentieband gebruiksrechten hebben verkregen.
252. Het veilingsysteem zal aan elke kandidaat die deelneemt aan de bijkomende ronde van een procedure het volgende meedelen:
• de lijst van de opties voor positionering voor elke frequentieband;
• het tijdstip waarop de bijkomende ronde begint en waarop die eindigt.
253. Tijdens de bijkomende ronde kunnen de kandidaten bijkomende biedingen indienen voor hun voorkeursplaatsen voor elke frequentieband.
254. Voor elke frequentieband is de gekozen optie deze waarvoor de som van de biedingen de grootste is.66
255. De uitvoerige regels van de veiling die aan de toegelaten kandidaten zullen worden verstrekt, geven uitvoerige uitleg over het verloop van de bijkomende ronde.
7.8.9. Toewijzing van de gebruiksrechten
256. Het BIPT zal elke in aanmerking genomen kandidaat officieel in kennis stellen van de toekenning van zijn gebruiksrechten, alsook de te betalen enige heffing bevestigen. De enige heffing die door een kandidaat wordt betaald, is gelijk aan de som van de hoogste biedingen voor alle aan die kandidaat toegewezen percelen (zie deel 7.8.5, 7.8.6 en 7.8.7), en eventueel van de bijkomende biedingen uitgebracht door die kandidaat voor de gekozen plaatsingsopties (zie deel 7.8.8).
257. Het bedrag van de waarborg, verhoogd met de interesten, zal in mindering gebracht worden van de te betalen enige heffing.
258. In het geval van betaling in schijven (zie § 119), kan het bedrag van de waarborg hoger zijn dan het bedrag van de eerste betaling. Het bedrag van de waarborg zal in dat geval gebruikt worden om de volgende betalingen volledig of gedeeltelijk te voldoen.
259. Niet-betaling of laattijdige of onvolledige betaling van het saldo van de enige heffing houdt het verval van de gebruiksrechten in.
260. Aanwijzingen voor de betaling van het saldo zullen te gepasten tijde naar de winnende kandidaten gestuurd worden.
66 In geval van ex aequo tussen 2 opties bepaalt het veilingsysteem via loting.
7.9. Chronologisch verloop van de procedures
261. Het BIPT zal alle oproepen tot kandidaten tegelijk publiceren en een deadline vastleggen voor het indienen van de kandidaturen die gelijk is voor alle procedures. Het aantal kandidaten zal natuurlijk kunnen verschillen naargelang van de procedure.
262. Het BIPT zal alle beslissingen inzake de ontvankelijkheid van de kandidaturen tegelijk bekendmaken.
263. De twee procedures A en B zullen tegelijk worden georganiseerd. De twee procedures zullen elk op zich blijven staan maar de start en het einde van elke ronde van de verschillende procedures zullen gesynchroniseerd zijn. Het aantal rondes zal natuurlijk kunnen verschillen naargelang van de procedure.
264. De gelijktijdige organisatie van de procedures A en B zal onmiddellijk gevolgd worden door de organisatie van procedure C.
Hoofdstuk 8. Regelgevende kwesties
8.1. Verplichtingen
265. De operatoren zijn onderworpen aan een aantal verplichtingen die voortvloeien uit het regelgevend kader inzake elektronische communicatie.
266. Het BIPT publiceert op zijn website een lijst met verplichtingen.67 Deze lijst vormt echter geen volledig overzicht van alle verplichtingen waaraan een op de Belgische markt actieve operator moet beantwoorden.
8.2. Wijziging van de gebruiksrechten
267. De gebruiksrechten kunnen enkel worden gewijzigd in objectief gerechtvaardigde gevallen en in redelijke mate. De beoogde wijziging dient vooraf aan de sector te worden voorgelegd. Het Europese regelgevingskader68 bepaalt inderdaad dat de betrokken partijen, waaronder de gebruikers en consumenten, over een adequate termijn kunnen beschikken om hun standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen kenbaar te maken.
8.3. Tekortkomingen en intrekking
268. Wanneer het BIPT vaststelt dat de operator de voorwaarden waaronder hem zijn gebruiksrechten zijn toegekend, niet naleeft, of dat hij niet handelt in overeenstemming met de wetten en reglementering waarvan de naleving door het BIPT wordt gecontroleerd of met de besluiten die door het BIPT worden genomen, dan kan het BIPT de operator bevelen om dit te verhelpen, ofwel onmiddellijk, ofwel binnen een termijn die het toebedeelt en een administratieve boete of een dwangsom opleggen overeenkomstig artikel 21, §§ 1 tot 5 van de "BIPT"-wet. Wanneer de operator geen einde maakt aan de inbreuk kan het BIPT de operator opnieuw een administratieve boete of dwangsom opleggen (artikel 21, § 6, van de "BIPT"-wet).
269. Artikel 21, § 7, van de "BIPT"-wet voegt eraan toe dat wanneer de inbreuken ernstig zijn of herhaald worden, en de getroffen maatregelen de inbreuk niet hebben kunnen verhelpen, het BIPT de toegewezen gebruiksrechten kan schorsen of intrekken, of de schorsing bevelen van het geheel of een deel van de exploitatie van het netwerk of van de levering van de desbetreffende dienst, alsook van de verkoop of het gebruik van alle betrokken diensten of producten.
8.4. Stedenbouwkundige vergunning en blootstellingslimiet voor het leefmilieu
270. Voor het bouwen van sites en installeren van de antennes kan een stedenbouwkundige vergunning verplicht zijn. Enerzijds berust deze bevoegdheid betreffende deze stedenbouwkundige vergunningen bij de gewesten, namelijk het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en het Waals Gewest. Bovendien kan het zijn dat er nog een bijkomende gemeentelijke regelgeving van kracht is. Verdere informatie betreffende de stedenbouwkundige voorwaarden dienen bij de respectieve gewesten en gemeenten opgevraagd te worden.
67xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxx.
68 Artikel 18 van Richtlijn 2018/1972/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herziening).
271. Voor de installatie van antennes kan het ook verplicht zijn om een milieuvergunning te krijgen of een attest dat bevestigt dat de regionale regelgeving inzake de inachtneming van een limiet voor het uitzenden van elektromagnetische straling, wordt nageleefd. Deze vergunningen of attesten dienen bij de respectieve gewesten verkregen te worden.
272. De informatie over de situatie in de drie gewesten wordt ter informatie gegeven.
273. Het BIPT heeft ter zake geen enkele bevoegdheid. Het kan geenszins aansprakelijk worden gesteld wanneer de vereiste vergunningen of attesten die door de gewesten worden geëist, geweigerd worden, en evenmin in geval van een overschrijding van de stralingslimieten.
8.4.2. Situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
274. De ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen legt een cumulatieve limiet van 0,096 W/m² (of ongeveer 6 V/m) op bij een frequentie van 900 MHz in alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Deze limiet varieert naargelang van de frequentie:
• 0,043 W/m² voor de frequenties tussen 0,1 en 400 MHz;
• f/9375 uitgedrukt in W/m² tussen 400 MHz en 2 GHz, waarbij f staat voor de frequentie uitgedrukt in MHz;
• 0.22 W/m² voor de frequenties tussen 2 GHz en 300 GHz.
275. Krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 oktober 2009 betreffende bepaalde antennes die elektromagnetische golven uitzenden mag het geheel van de antennes van een operator 33% van de cumulatieve limiet niet overschrijden.
276. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 oktober 2009 tot vaststelling van de methode en de omstandigheden voor de meting van het elektromagnetische veld dat door bepaalde zendmasten uitgezonden wordt, alsook het ministerieel besluit van 30 juni 2010 betreffende de validering van een simulatietool voor de berekening van het elektrisch veld van een antenne die elektromagnetische golven uitzendt, zijn eveneens van toepassing.
277. De milieuvergunningdossiers worden behandeld door Leefmilieu Brussel, de overheidsdienst voor milieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De operatoren zijn overigens verplicht om aan Leefmilieu Brussel bepaalde technische karakteristieken van hun installaties mee te delen.
278. De informatie is beschikbaar op de website van Leefmilieu Xxxxxxx.00
000. Op 23 juli 2021 heeft de Brusselse Regering beslist om het principe van een beperkte verhoging van de huidige stralingsnorm goed te keuren, waarbij deze op 14,5 V/m werd gebracht.
8.4.3. Situatie in het Vlaams Gewest
280. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) stelt een cumulatieve limiet vast van 20,58 V/m bij een frequentie van 900 MHz, voor alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Deze limiet varieert naargelang van de frequentie:
• 13,7 V/m voor de frequenties tussen 10 en 400 MHz;
• 0,686 √f uitgedrukt in V/m tussen 400 MHz en 2 GHz, waarbij f staat voor de frequentie uitgedrukt in MHz;
• 30,7 V/m voor de frequenties tussen 2 GHz en 10 GHz.
69 xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxx/xxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxx.
281. Krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 mag geen enkele antenne70 van een operator 3 V/m overschrijden bij een frequentie van 900 MHz, wat overeenstemt met 2,125%71 van de cumulatieve limiet.
282. In de praktijk72 is het dus altijd de limiet per antenne die het meest restrictief is.
283. Een ontwerp van herziening van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 voorziet in de vervanging van de limiet van 3 V/m per antenne door een limiet van 9,2 V/m per operator.
284. Er is een conformiteitsattest nodig voor elke exploitatie en verandering van een vast opgestelde zendantenne, waaruit blijkt dat de norm in acht wordt genomen. De aanvragen worden behandeld door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
285. Bovendien vereist de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in principe dat er voor de plaatsing van een zendantenne een stedenbouwkundige vergunning wordt afgegeven. Die vergunning wordt afgegeven door de Vlaamse overheid. Toch voorziet de codex in een aantal uitzonderingen op dat principe.
286. Meer informatie is beschikbaar op de website van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.73
8.4.4. Situatie in het Waals Gewest
287. Het decreet van 3 april 2009 betreffende de bescherming tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van de niet-ioniserende stralingen die door stationaire zendantennes gegenereerd worden stelt een limiet van 3 V/m voor elke antenne74 van een operator vast, ongeacht de frequentie.
288. Er dient per installatie een dossier ingediend te worden bij het Institut Scientifique de Service Public (ISSeP).
289. Stationaire zendantennes onder 500 kW waarvan het maximale EIRP hoger is dan 4 W worden bovendien onderworpen aan een voorafgaande aangifte in de zin van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, waaruit blijkt dat de norm wordt nageleefd. De aangifte wordt verstuurd naar het gemeentelijke college van de gemeente op het grondgebied waarvan de antenne zich bevindt. Antennes boven 500 kW zijn onderworpen aan een milieuvergunning.
290. Bovendien vereist de Code wallon de l’aménagement du territoire, de l’urbanisme, du patrimoine et de l’énergie ("CWATUPE") in principe een stedenbouwkundige vergunning voor de vestiging van een zendantenne. Die vergunning wordt afgegeven door de afgevaardigd ambtenaar of de Waalse Regering. Toch voorziet de CWATUPE in een aantal uitzonderingen op dat principe.
291. Er is informatie beschikbaar op de website van het ISSeP (het wetenschappelijk instituut voor openbare dienstverlening).75
70 Voor het Vlaams Gewest moet ervan worden uitgegaan dat er een antenne is per aangewende technologie en per frequentieband.
71 (3/20,58)².
72 Tot 47 antennes.
73 xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-xx-xxxxxx/xxxxxxx-xxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxx- zendantennes-wifi-gsm.
74 Voor het Waals Gewest moet ervan worden uitgegaan dat er een antenne is per aangewende technologie.
75 xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxx/.
292. De Waalse regering heeft een expertengroep samengesteld die als opdracht heeft gekregen om het decreet van 3 april 2009 betreffende de bescherming tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van de niet-ioniserende stralingen die door stationaire zendantennes gegenereerd worden te evalueren en in voorkomend geval wijzigingen voor te stellen teneinde een omkaderde uitrol van 5G mogelijk te maken in Wallonië. Er wordt een herziening van het decreet van 3 april 2009 beoogd in de loop van 2022, afhankelijk van de aanbevelingen van de expertengroep.
8.5. Gedeeld gebruik van infrastructuur en gedeeld gebruik van spectrum
293. De mobiele infrastructuren en in het bijzonder het delen van het radiotoegangsnetwerk (RAN: radio access network) wordt een belangrijk aspect dat mobielnetwerkoperatoren in hun expansieplannen en investeringsbesluiten aan het evalueren en overwegen zijn.
294. In die context had het BIPT, dat voor alle marktspelers totale transparantie wil garanderen, in 2012 een mededeling76 gepubliceerd om de voornaamste begrippen in verband met gedeeld gebruik van mobiele infrastructuren op te helderen, de voor- en nadelen daarvan uiteen te zetten, richtlijnen te geven en de verwachtingen van het BIPT in verband met het gedrag van de operatoren op de Belgische markt uit te leggen.
295. In 2017 heeft het BIPT een beroep gedaan op een externe consultant om het delen van de infrastructuur en van het spectrum te bestuderen. Deze studie werd uitgevoerd door IDATE en heeft geleid tot het verslag “Gedeeld gebruik van infrastructuur en gedeeld gebruik van spectrum”. Het verslag werd gepubliceerd77 door het BIPT.
8.6. Hamsteren van spectrum
296. Artikel 19/1 van de WEC bepaalt dat aan de gebruiksrechten van het radiospectrum voorwaarden verbonden zijn om een optimaal en zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik van het radiospectrum te garanderen. In dergelijke voorwaarden worden de toepasselijke parameters gespecificeerd, waaronder de eventuele deadline voor de uitoefening van de gebruiksrechten; indien deze niet worden nagekomen, heeft het BIPT het recht het gebruiksrecht in te trekken overeenkomstig artikel 18, § 3, of andere maatregelen op te leggen. Het BIPT heeft een openbare raadpleging georganiseerd op 14 januari 2014. Volgend op deze raadpleging heeft het BIPT de mededeling van
28 april 2014 met betrekking tot de consultatie aangaande het hamsteren van spectrum
gepubliceerd.
8.7. Risicovolle producenten van netwerkelementen
297. Op Europees niveau hebben diverse werkzaamheden over 5G-beveiliging geleid tot aanbevelingen voor de lidstaten om specifieke maatregelen te nemen.
298. Op 9 oktober 2019 heeft de NIS-samenwerkingsgroep een verslag gepubliceerd over de gecoördineerde evaluatie van de risico’s in verband met de cyberbeveiliging van netwerken van de vijfde generatie (5G). In januari 2020 heeft de NIS-samenwerkingsgroep een gemeenschappelijke toolbox gepubliceerd met risicobeperkende maatregelen. Het doel is om oplossingen voor te stellen voor de risico’s die in het bovengenoemde verslag geïdentificeerd zijn.
299. De Europese Commissie heeft op 29 januari 2020 de uitwerking van deze toolbox ondersteund en aangemoedigd met de publicatie van haar mededeling “Uitrol van beveiligde 5G in de EU - uitvoering van de EU-toolbox” aan het Europese Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's.
76 Mededeling van het BIPT van 17 januari 2012 met richtlijnen voor het delen van infrastructuur.
77 Mededeling van het BIPT van 26 juli 2018 betreffende het gedeeld gebruik van infrastructuur en het gedeeld gebruik van spectrum.
300. Om deze toolbox toe te passen, is ervoor geopteerd een nieuwe bepaling in de WEC in te voegen. Die wijziging van de WEC wordt, op het ogenblik dat deze tekst geschreven wordt, besproken in de Kamer.
301. Dit nieuwe artikel bevat verschillende eisen betreffende de MNO’s (Mobile Network Operators):
• ze moeten een voorafgaande machtiging (of een machtiging voor regularisatie) krijgen om een element van hun 5G-netwerk te kunnen gebruiken;
• ze moeten eveneens een voorafgaande machtiging (of een machtiging voor regularisatie) krijgen om een beroep te kunnen doen op bepaalde dienstverstrekkers;
• wanneer een MNO in België elektronische-communicatiediensten aanbiedt met behulp van een 5G-netwerk, moeten de infrastructuren van dat netwerk zich bevinden op het grondgebied van één van de lidstaten van de Europese Unie.
302. Ter aanvulling kunnen MNO’s regels opgelegd worden, zodat ze op het grondgebied van de lidstaten van de EU de activiteiten uitoefenen die absoluut noodzakelijk zijn voor de werking, de veiligheid en de continuïteit van hun 5G-netwerk.
303. Er moet eveneens aan toegevoegd worden dat het ontwerp van de nieuwe bepaling voorziet in een mogelijkheid om die verplichtingen uit te breiden naar één of meerdere categorieën van MVNO’s (Mobile Virtual Network Operators) en naar sommige leveranciers van private netwerken, wanneer ze 5G-diensten leveren.
304. Volgende elementen zijn niet onderworpen aan een voorafgaande machtiging:
• de passieve netwerkelementen (namelijk de elementen die niet worden gevoed door een energiebron);
• de netwerkaansluitpunten, tenzij ze worden gebruikt voor de verstrekking van 5G-diensten, en;
• de mobiele netwerken van de vierde en vroegere generaties, op voorwaarde dat ze niet noodzakelijk zijn voor de transmissie van radiosignalen van latere generaties dan de vierde (5G en volgende).
305. Een voorafgaande machtiging is, per definitie, niet mogelijk indien de operator reeds gestart is met de uitrol van het 5G-netwerk voor de inwerkingtreding van de geplande bepalingen. In dat geval zal de operator een verzoek om regularisatie moeten indienen binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van een koninklijk besluit dat zal genomen worden tot uitvoering van de nieuwe bepaling.
306. Wanneer de ministers het machtigingsbesluit (voorafgaande machtiging of machtiging in het kader van een verzoek om regularisatie) wensen te herzien met het oog op een nieuw element, moet de datum van inwerkingtreding die ze vastleggen voor het nieuwe besluit minstens 5 jaar na de kennisgeving ervan vallen, teneinde de operator in staat te stellen om te zorgen voor de continuïteit van zijn diensten tijdens de migratie en om de impact van het nieuwe besluit op de lopende contracten te beperken.
307. Ten slotte kent het wetsontwerp het BIPT de bevoegdheid toe om de naleving van de beslissing van de ministers te controleren, alsook de niet-naleving hiervan te bestraffen krachtens artikel 21 van de "BIPT"-wet78.
78 Namelijk de bevoegdheid om boetes op te leggen die kunnen gaan tot 5% van de omzet en 10% in geval van herhaling, maar ook de mogelijkheid om de toegekende gebruiksrechten op te schorten of in te trekken of de schorsing te bevelen van het geheel of een deel van de exploitatie van het netwerk of van de levering van de desbetreffende dienst, alsook van de verkoop of het gebruik van alle betrokken diensten of producten.
308. Het is nodig te vermelden dat verschillende ontwerpen van koninklijke besluiten tot uitvoering van de nieuwe bepaling van de telecomwet ter openbare raadpleging zijn voorgelegd en op de website van het BIPT beschikbaar zijn.
309. Aangezien de bovengenoemde ontwerpen nog niet definitief aangenomen zijn, kan het BIPT niet garanderen dat de inhoud ongewijzigd zal blijven tijdens de aanneming van de definitieve versies. Het BIPT kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de negatieve gevolgen die dat zou kunnen hebben voor sommige partijen.
8.8. Het verhandelen van spectrum (Spectrum Trading)
310. Artikel 19 van de WEC maakt het mogelijk voor een operator om zijn gebruiksrechten over te dragen of te verhuren, na toestemming van het BIPT. Het BIPT staat de overdracht of het verhuren van gebruiksrechten van het radiospectrum toe op voorwaarde dat de initiële voorwaarden die eraan verbonden zijn, worden behouden en er niets wordt afgedaan van de noodzaak om ervoor te zorgen dat er geen concurrentieverstoring is. De nadere regels op basis waarvan deze overdracht of verhuur kan geschieden zijn vastgesteld in het koninklijk besluit van 26 februari 2010 betreffende de overdracht van gebruiksrechten voor radiofrequenties die geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor elektronische-communicatiediensten die aan het publiek worden aangeboden.
311. De operator die gebruiksrechten overdraagt of verhuurt, kan zijn gebruiksrechten geheel of gedeeltelijk overdragen of verhuren. De operator aan wie gebruiksrechten zijn overgedragen, voldoet aan de voorwaarden die verbonden zijn aan het verkrijgen en de uitoefening van de overgedragen gebruiksrechten. De verhuurder blijft verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan het verkrijgen en de uitoefening van de verhuurde gebruiksrechten.
312. Elke aanvraag tot overdracht of verhuur geeft aanleiding tot de betaling van een recht van € 500 bestemd om de kosten voor het onderzoek van het dossier te dekken. Het BIPT kan binnen zes weken na de ontvangst van de aanvraag alle bijkomende inlichtingen vragen die het nodig heeft om al dan niet zijn instemming te geven. Indien het BIPT geen bijkomende inlichtingen gevraagd heeft, deelt het zijn beslissing mee binnen drie maanden na de ontvangst van de aanvraag. Indien het BIPT bijkomende inlichtingen gevraagd heeft, deelt het zijn beslissing mee binnen drie maanden na de ontvangst daarvan.
313. Er werd een bepaling ingevoegd in het 2G/3G-koninklijk besluit om te vermijden dat een nieuwkomer het enige perceel verwerft om speculatieve redenen. Het is pas wanneer de gebruiksrechten sinds minstens zes jaar toegekend zijn en wanneer de opgelegde dekkingsniveaus bereikt zijn, dat de houder ze eventueel kan overdragen. Het BIPT moet daartoe evenwel nog steeds zijn toestemming geven, in overeenstemming met artikel 19, § 1, van de WEC.
Hoofdstuk 9. Timing
314. De vigerende wetgeving legt geen tijdschema op. Het BIPT zal daarom het tijdschema van de toewijzingsprocedure bepalen, rekening houdend met de omstandigheden. Om evenwel potentiële kandidaten bij de voorbereiding van hun bod behulpzaam te zijn, wordt in Tabel 21 een aanwijzing van het geplande proces gegeven. Het BIPT is geenszins gebonden aan deze aanwijzing en wijst alle aansprakelijkheid af in geval dat deze aanwijzing niet zou worden nageleefd. Definitieve informatie zal later worden meegedeeld op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx.
Oproep tot kandidaten | 14 januari 2022 |
Indienen van de kandidaturen | 16 februari 2022 |
Kennisgeving van de toegelaten kandidaten | maart 2022 |
Aanvang van de toewijzingsprocedure | begin juni 2022 |
Tabel 21 indicatief tijdschema
Hoofdstuk 10. Aanvullende informatie
10.1. Vraag om inlichtingen
315. Alle vragen om inlichtingen over dit memorandum en de toewijzingsprocedure moeten, ook tijdens de procedure, in schriftelijke vorm per post of e-mail naar het BIPT gestuurd worden met de vermelding “Vraag Veiling 2022":
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Ellipse Building - Gebouw C
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, xxx 0 X-0000 Xxxxxxx
316. Na iedere aanvraag zal een bevestiging van ontvangst worden gestuurd.
317. Het BIPT behoudt zich het recht voor niet op de vragen te antwoorden. Indien het BIPT echter wel antwoordt zullen de vraag (op dusdanige manier dat de identiteit van de partij die de vraag stelt niet onthuld wordt) en het antwoord op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx gepubliceerd worden. De vraagsteller moet er dus op toezien dat zijn vraag geen vertrouwelijke informatie bevat die niet zou mogen worden gepubliceerd. Eventueel moet hij de vertrouwelijke inlichtingen die in zijn vraag staan, aan het BIPT meedelen alsook een niet-vertrouwelijke versie van zijn vraag bezorgen. Het BIPT zal deze inlichtingen behandelen overeenkomstig artikel § 23, § 3, van de "BIPT"-wet.
10.2. Beschikbaarheid van het memorandum
318. Dit document kan in het Nederlands, Frans of Engels, op de website xxxxx://xxxxxxx0000.xx/xx gedownload worden. Het BIPT verdeelt geen papieren versie van het document.
Bijlage. Definities en glossarium
In het kader van dit document zullen de volgende termen het volgende betekenen:
BIPT | Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie |
700MHz-band | Frequentiebanden 703-733 MHz en 000-000 XXx |
000XXx-xxxx | Frequentiebanden 791-821 MHz en 000-000 XXx |
000XXx-xxxx | Frequentiebanden 880-915 MHz en 000-000 XXx |
0000XXx-xxxx | Frequentieband 1427-1517 MHz |
1800MHz-band | Frequentiebanden 1710-1785 MHz en 1815-1880 MHz |
2100MHz-band | Frequentiebanden 1900-1980 MHz en 2110-2170 MHz |
2600MHz-band | Frequentieband 2500-2690 MHz |
3600MHz-band | Frequentieband 3400-3800 MHz |
WEC | Wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie |
2G/3G-koninklijk besluit | Koninklijk besluit van 28 november 2021 betreffende radiotoegang in de frequentiebanden 900 MHz, 1800 MHz en 2 GHz |
700MHz-koninklijk besluit | Koninklijk besluit van 28 november 2021 betreffende radiotoegang in de frequentieband 700 MHz |
1400MHz-koninklijk besluit | Koninklijk besluit van 28 november 2021 betreffende radiotoegang in de frequentieband 1427-1517 MHz |
3600MHz-koninklijk besluit | Koninklijk besluit van 28 november 2021 betreffende radiotoegang in de frequentieband 3400-3800 MHz |
Procedure A | Procedure voor toewijzing van bestaand 2G- en 3G-spectrum, namelijk 35 MHz duplex in de 900MHz-band, 75 MHz duplex in de 1800MHz- band en 60 MHz duplex in de 2100MHz-band en/of 30 MHz duplex in de 700MHz-band |
Procedure B | Procedure voor toewijzing van 390 MHz in de 3600MHz-band |
Procedure C | Procedure voor toewijzing van 90 MHz in de 1400MHz-band |
Kandidatuurdossier Aα | Oproep tot het indienen van kandidaturen - Veiling van gebruiksrechten voor de radiofrequenties in de frequentiebanden 900 MHz, 1800 MHz en 2 GHz |
Kandidatuurdossier Aβ | Oproep tot het indienen van kandidaturen - Veiling van gebruiksrechten voor de radiofrequenties in de 700MHz- frequentieband. |
Kandidatuurdossier B | Oproep tot het indienen van kandidaturen - Veiling van gebruiksrechten voor de radiofrequenties in de 3600MHz- frequentieband. |
Kandidatuurdossier C | Oproep tot het indienen van kandidaturen - Veiling van gebruiksrechten voor de radiofrequenties in de 1427-1517MHz- frequentieband. |
Kandidaat | Kandidaat voor gebruiksrechten, die een kandidatuurdossier heeft ingediend |
Volledige kandidaat | |
Beperkte kandidaat | |
Toegelaten kandidaat | Xxxxxxxxx die ontvankelijk werd verklaard door het BIPT (zie deel 7.7) |
In aanmerking genomen kandidaat | Kandidaat die het hoogste regelmatige bod heeft uitgebracht voor ten minste één perceel na de laatste ronde van de SMRA-veiling |
Bestaande operator | Proximus, Orange Belgium of Telenet Group |
Nieuwkomer | Volledige toegelaten kandidaat die geen bestaande operator is |