Samenwerkingsovereenkomst Stichting Woningbedrijf Velsen en
Samenwerkingsovereenkomst Stichting Woningbedrijf Velsen en
Stichting Huurdersraad Woningbedrijf Velsen
Ondergetekenden,
Stichting Woningbedrijf Velsen, hierna te noemen ‘de verhuurder’
en
Stichting Huurdersraad Woningbedrijf Velsen, hierna te noemen ‘de Huurdersraad’
Overwegende dat:
• de verhuurder verantwoordelijk is voor het beleid, beheer en leefomgeving inzake het totale woningbestand;
• de Huurdersraad de vertegenwoordiger is van de huurders die er naar streeft de belangen te behartigen van alle huurders van de verhuurder;
• in 2009 de Overleg wet is aangepast. Naar aanleiding van deze wet is deze samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen.
• de verhuurder de belangen van huurders van zijn woningen erkent en daarom afspraken wil maken met de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie over informatie-, advies- en instemmingsrecht zodat de invloed van huurders op het beleid van de verhuurder voldoende wordt gewaarborgd;
• de verhuurder huurders direct wil betrekken bij onderwerpen die voor hen van belang zijn, om op die manier slagvaardig te kunnen inspelen op de wensen van de huurders vanuit het besef dat daadwerkelijke betrokkenheid en invloed van de zijde van de huurders bevorderlijk is voor een goede dienstverlening en een effectief beheer van de woningen van de verhuurder;
• het belangrijk is dat de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie deze betrokkenheid en invloed uitoefent vanuit een onafhankelijke en zelfstandige positie;
• voor het beleid en beheer van de verhuurder een goede onderlinge verstandhouding van belang is en gestructureerd overleg en respect voor elkaars doelstellingen noodzakelijk zijn;
• de verhuurder waarde hecht aan de representativiteit van de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie;
• de samenwerking tussen verhuurder en Huurdersraad en/of bewonerscommissie tot doel heeft:
- het optimaliseren van de kwaliteit van het wonen;
- het bevorderen van een goede relatie tussen huurders en verhuurder;
- het laten aansluiten van het door de verhuurder te voeren beleid bij de behoefte van de (toekomstige) huurders;
- het bevorderen van een goede verhouding tussen de hoogte van de huur en de kwaliteit van de woning.
komen het navolgende overeen:
I BEGRIPSOMSCHRIJVING
Artikel 1
Huurder: natuurlijke persoon, die met betrekking tot een bepaalde woning of wooneenheid een huurovereenkomst is aangegaan met de verhuurder. Onder huurder wordt ook begrepen de medehuurder. Tevens wordt onder huurder verstaan degene die de woning met toestemming van de verhuurder huurt van een huurder die de woning van de verhuurder huurt.
Huurwoning: de woning die in eigendom of beheer is van de verhuurder.
Complex: een verzameling woningen van de verhuurder die financieel, administratief, qua bouwwijze of anderszins een eenheid vormen.
Huurdersraad: de representatieve stichting die als doelstelling heeft het behartigen van de belangen van de huurders op verhuurderniveau.
Bewonerscommissie: een groep bewoners, bestaande uit door de bewoners gekozen of aangewezen personen, die geacht wordt de belangen te behartigen van de bewoners in (een) bepaald(e) complex(en).
Geschil: een geschil is aanwezig zodra de ene partij hiervan schriftelijk mededeling doet aan de andere partij.
Geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst: geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 14 van de samenwerkingsovereenkomst.
II DOELSTELLINGEN EN UITGANGSPUNTEN
Artikel 2
1. De samenwerkingsovereenkomst is opgesteld met de doelstelling:
a) De Huurdersraad en/of de bewonerscommissie goede mogelijkheden te bieden om de belangen te behartigen van degenen die ze vertegenwoordigt;
b) De verhuurder met het overleg mogelijkheden te bieden om de dienstverlening aan zijn huurders te optimaliseren;
c) De taken en bevoegdheden van de verhuurder en de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie te verduidelijken;
d) Regels en procedures af te spreken om het overleg tussen de verhuurder en de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie te verduidelijken en te structureren en een goede overlegrelatie te bevorderen;
e) Het bevorderen van gelijkwaardig overleg tussen de verhuurder en de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie.
2. De verhuurder en de Huurdersraad bevorderen gezamenlijk de totstandkoming van bewonerscommissies in complexen.
3. De verhuurder zal nieuwe bewoners attenderen op de mogelijkheid zich aan te sluiten bij de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie.
4. Bij wijziging in wetgeving of inwerkingtreding van enige andere wetgeving voor het overleg tussen huurder en verhuurder zal de samenwerkingsovereenkomst – zo nodig – worden bijgesteld.
III ERKENNING EN REPRESENTATIVITEIT
Artikel 3
1. De verhuurder erkent de Huurdersraad als gesprekspartner voor alle onderwerpen van beleid en beheer die voor de huurders van belang kunnen zijn onder voorwaarde dat:
a) de Huurdersraad alle huurders van de woningen, waarvoor ze de belangen behartigt, in de gelegenheid stelt om zich bij haar aan te sluiten (mits vooraf gemeld aan en gecheckt door verhuurder op woon- en betalingsgedrag rekening houdend met het huishoudelijk reglement van de Huurdersraad.
b) het bestuur van de Huurdersraad wordt gekozen door en uit de huurders die ze vertegenwoordigt;
c) de Huurdersraad de huurders op de hoogte houdt van haar activiteiten en hen betrekt bij haar standpuntbepaling;
d) de Huurdersraad ten minste eenmaal per jaar een vergadering uitschrijft voor de huurders, waarin ze verantwoording aflegt van haar activiteiten in het verstreken jaar en haar plannen bespreekt voor het eerstvolgende jaar en deze vaststelt;
e) in verband met representativiteit is afgesproken dat het niet is toegestaan dat meerdere personen uit één huishouden zitting mogen hebben in de huurdersraad of in een bewonerscommissie.
2. De verhuurder erkent de bewonerscommissie als gesprekspartner voor alle onderwerpen van beleid en beheer die voor de huurders van dat complex van belang kunnen zijn onder de voorwaarden genoemd in artikel 3.1 a, c en d.
IV HET OVERLEG TUSSEN VERHUURDER EN HUURDERSRAAD(S) OF BEWONERSCOMMISSIE(S)
Artikel 4
1. De verhuurder en de Huurdersraad voeren regelmatig overleg over alle onderwerpen die voor de huurders en de Huurdersraad van belang kunnen zijn.
2. Het zwaartepunt van het overleg met (het bestuur van) de Huurdersraad op verhuurderniveau ligt bij de onderwerpen die zich op verhuurderniveau afspelen. De in het schema genoemde onderwerpen zullen, wanneer daartoe aanleiding bestaat, aan de orde worden gesteld.
3. Het overleg tussen de verhuurder en de Huurdersraad vindt ten minste zesmaal per jaar plaats of vaker, als één of beide partijen dat noodzakelijk acht.
4. Het zwaartepunt van het overleg met de bewonerscommissie(s) ligt bij de onderwerpen die zich in het betreffende complex afspelen. De in de bijlage genoemde onderwerpen zullen, wanneer daartoe aanleiding bestaat, aan de orde worden gesteld.
5. Het overleg tussen de verhuurder en de bewonerscommissie(s) vindt minimaal tweemaal per jaar (waarvan éénmaal per jaar in de vorm van een wijkschouw) plaats of vaker, als één of beide partijen dat noodzakelijk acht.
Artikel 5
1. De verhuurder wordt in de overlegvergadering vertegenwoordigd door de manager Woondiensten/ plaatsvervangend directeur of daartoe belaste medewerkers, al dan niet vergezeld van één of meer functionarissen. Tijdens één van de zes overlegvergaderingen zal de directeur/bestuurder van de verhuurder aanwezig zijn.
2. De Huurdersraad wordt in de overlegvergadering vertegenwoordigd door het bestuur of de door het bestuur aangewezen bestuursleden, al dan niet bijgestaan door één of meer medewerkers of adviseurs.
3. De bewonerscommissie wordt in de overlegvergadering vertegenwoordigd door haar vertegenwoordigers, al dan niet bijgestaan door één of meer adviseurs.
4. Het overleg wordt afwisselend voorgezeten door de verhuurder en de Huurdersraad of bewonerscommissie.
5. De datum en agenda van het overleg worden gezamenlijk en in overleg bepaald en de agenda wordt ten minste twee weken voorafgaand aan het overleg aan de deelnemers toegezonden.
6. Het verslag van de overlegvergadering wordt opgesteld door de verhuurder en binnen drie weken aan de secretaris toegezonden. De secretaris stuurt dit verslag zo spoedig mogelijk door aan de leden van de Huurdersraad. Bij het verslag zal een afsprakenlijst met afhandelingtermijnen worden gevoegd. Het verslag wordt in het volgende overleg vastgesteld.
7. De verhuurder voert ten minste eenmaal per jaar met de betrokken Huurdersraad en bewonerscommissie(s) overleg, niet zijnde een overleg over verstrekte informatie als bedoeld in artikel 4. De Huurdersraad en bewonerscommissie(s) kunnen gezamenlijk voor dat overleg worden uitgenodigd.
V RECHT OP INFORMATIE
Artikel 6
1. De verhuurder informeert de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie tijdig en kosteloos over alle onderwerpen van beleid en beheer die voor de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie van wezenlijk belang kunnen zijn.
2. De informatieverstrekking van de verhuurder aan de Huurdersraad omvat in elk geval de volgende onderwerpen:
a) verordeningen, reglementen en statuten die gelden voor de verhuurder;
b) beschikkingen, besluiten en algemene beleidsinformatie op het gebied van de volkshuisvesting van de gemeente en samenwerkingsverbanden van overheden en/of woningcorporaties die voor de gezamenlijke huurders en bewoners van de verhuurder van belang zijn;
c) het jaarverslag, de jaarrekening, de begroting en de financiële meerjarenprognoses van de verhuurder;
d) de overzichten van de begroting en van de verrekening van de bijkomende kosten.
3. De verhuurder informeert de bewonerscommissie(s) tijdig en kosteloos over alle onderwerpen van beleid en beheer die voor huurders van dat complex van wezenlijk belang kunnen zijn.
4. Partijen kunnen nadere afspraken maken over het vertrouwelijk behandelen van stukken.
Artikel 7
1. De Huurdersraad zal ten minste de volgende schriftelijke informatie ter beschikking stellen aan de Verhuurder:
a) de statuten en de reglementen van de Huurdersraad;
b) de namen en adressen van de leden;
c) de namen en adressen van de aangesloten organisaties op complexniveau;
d) het (financieel) jaarverslag;
e) het werkplan en de begroting.
2. De bewonerscommissie zal in ieder geval de namen en adressen van haar leden aan de verhuurde ter beschikking stellen.
VI ADVIESRECHT
Artikel 8
1. De Huurdersraad kan de verhuurder te allen tijde, gevraagd en ongevraagd, adviseren over alle onderwerpen van beleid en beheer.
2. De verhuurder informeert de Huurdersraad uit eigen beweging over voornemens tot wijziging in het door hem gevoerde beleid met betrekking tot de onderwerpen zoals genoemd in het schema. De verhuurder geeft daarbij zijn beweegredenen aan en de gevolgen van zijn voornemens voor de huurders.
3. De verhuurder voert overleg met en vraagt advies aan de Huurdersraad over alle in het schema genoemde onderwerpen als hij voornemens is het door hem gevoerde beleid te wijzigen.
4. Binnen deze overeenkomst is er sprake van twee soorten adviesrecht; algemeen adviesrecht en gekwalificeerd adviesrecht.
5. Adviesrecht; de huurdersraad geeft (op verzoek, conform het overzicht) advies aan Woningbedrijf Velsen.
6. Gekwalificeerd adviesrecht:
a. De verhuurder voert een voornemen tot wijziging in het beleid niet uit, dan nadat hij de Huurdersraad in staat heeft gesteld met hem over de verstrekte informatie overleg te voeren en, als de Huurdersraad dat wenst, daarover schriftelijk advies uit te brengen.
b. De Huurdersraad dient binnen zes weken te reageren op een verzoek om (gekwalificeerd) advies van de verhuurder.
c. Als de Huurdersraad niet binnen zes weken reageert op het verzoek om advies, wordt aangenomen dat ze met het voorgestelde instemt.
d. Op een door de Huurdersraad uitgebracht schriftelijk advies wordt door de verhuurder zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van dat advies, schriftelijk en gemotiveerd gereageerd.
e. Als de verhuurder niet binnen twee weken op het advies heeft gereageerd, dient hij het uitgebrachte advies over te nemen.
f. Wanneer bovengenoemde termijnen niet genoeg zijn voor gedegen advies of een reactie hierop dan is uitstel mogelijk. Binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag of de reactie hierop kan de Huurdersraad of de verhuurder een gemotiveerd verzoek doen aan de andere partij om (beperkte) verlenging van de reactietermijn.
g. De verhuurder kan een voornemen tot wijziging van zijn beleid uitvoeren na ontvangst van een schriftelijke mededeling van de Huurdersraad dat deze geen bezwaar heeft tegen het voornemen of als de gestelde termijn voor het uitbrengen van advies is verstreken.
7. Voor de bewonerscommissie gelden de bepalingen van artikel lid 1 tot en met lid 6 voor die onderwerpen van beleid en beheer die op het desbetreffende complex van toepassing zijn.
VII AGENDERINGS- EN OVERLEGRECHT
Artikel 9
De Huurdersraad en bewonerscommissie(s) hebben de mogelijkheid onderwerpen te agenderen waarover ze overleg willen voeren met en advies willen uitbrengen aan de verhuurder. De Verhuurder stelt de Huurdersraad en/of de bewonerscommissie in staat over het onderwerp overleg te voeren en een schriftelijk advies uit te brengen. Artikel 8, lid 6 is op dit advies van toepassing.
VIII INSTEMMINGSRECHT
Artikel 10
1. Met betrekking tot de in het schema genoemde onderwerpen wordt aan de Huurdersraad of bewonerscommissie(s) instemmingsrecht verleend.
2. De verhuurder zal over genoemde onderwerpen geen besluit nemen, dan wel tot uitvoering van een besluit overgaan, alvorens daarover overeenstemming is bereikt met de Huurdersraad of de desbetreffende bewonerscommissie.
3. De verhuurder neemt het initiatief tot dit voor het bereiken van overeenstemming noodzakelijke overleg.
4. Als de verhuurder niet het instemmingsrecht toepast door aan hem verwijtbare oorzaken, is het besluit vernietigbaar.
IX FINANCIËLE REGELING
Artikel 11
1. De verhuurder stimuleert en ondersteunt de Huurdersraad in materiële en immateriële zin bij haar activiteiten, voorzover deze noodzakelijk zijn voor:
a) de werving van leden en de opbouw en instandhouding van de Huurdersraad;
b) het op de hoogte houden van de huurders en het betrekken van hen bij de standpuntbepaling door de Huurdersraad;
c) het overleg tussen de verhuurder en de Huurdersraad;
d) scholingsactiviteiten, evenals eventueel noodzakelijk extern advies. De verhuurder draagt hiervoor de kosten.
2. De verhuurder draagt de kosten voor het lidmaatschap van de landelijke belangenorganisatie voor huurders, de Nederlandse Woonbond, en voor de aansluiting bij eventuele regionale of lokale bundelingen van Huurdersraad.
3. De verhuurder draagt de eenmalige aanvangskosten voor de oprichting van de Huurdersraad bij de notaris.
4. Jaarlijks dient de Huurdersraad een activiteitenplan en begroting in op basis van beleidsvoornemens voor de in lid 1 bedoelde activiteiten. Deze indiening moet gelijk lopen met de begrotingsplanning van de verhuurder. De verhuurder brengt de Huurdersraad tijdig op de hoogte van deze planning. Tevens legt de Huurdersraad jaarlijks aan de bij haar aangesloten huurders verantwoording af over het door de verhuurder beschikbaar gestelde bedrag en informeert ze de verhuurder hierover via het financieel jaarverslag. De verhuurder accordeert dit verslag.
5. Als naar zijn mening de door hem ter beschikking te stellen budget(ten) niet conform deze overeenkomst (zullen) worden besteed, deelt de verhuurder dit de Huurdersraad zo snel mogelijk mee, uiterlijk binnen een maand na ontvangst van de begroting.
6. De bijdrage van de verhuurder zal per kalenderjaar ter beschikking worden gesteld op of voor 1 januari van dat jaar, als is voldaan aan de vereisten van het vierde lid.
7. Reservering van de door de verhuurder ter beschikking gestelde budgetten is mogelijk maar alleen na overleg met en goedkeuring van de verhuurder.
8. De verhuurder ondersteunt de bewonerscommissie(s) eveneens in (im)materiële zin, hetzij direct hetzij indirect via de Huurdersraad. en vergoedt de kosten voor het op de hoogte houden van de huurders, het betrekken van de achterban bij de standpuntbepaling en de deskundigheidsbevordering van huurders.
X RECHT OP BINDENDE VOORDRACHT
Artikel 12
Raad van Commissarissen
1. De Huurdersraad heeft het recht, zoals bedoeld in artikel 14, lid 2 van de statuten van de verhuurder en in artikel 7, lid 1, sub e, van het Besluit beheer sociale huursector (BBSH), om voor minstens twee leden van de Raad van Commissarissen van de verhuurder een voordracht te doen.
2. De Huurdersraad heeft adviesrecht in de selectieprocedure op de niet-huurdersleden van de Raad van Commissarissen.
3. Overeenkomstig artikel 15, lid 1d van de statuten van de verhuurder is het niet mogelijk dat de leden van de Raad van Commissarissen van de verhuurder tevens lid zijn van de Huurdersraad.
4. Tweemaal per jaar vindt een overleg plaats tussen de Raad van Commissarissen van de verhuurder en de Huurdersraad. Bij een van deze overleggen is de directeur/bestuurder van de verhuurder aanwezig.
5. Dit overleg heeft een overwegend meningvormend karakter.
Artikel 13
Geschillencommissie
De Huurdersraad heeft het recht om een voordracht te doen voor één zetel van de in artikel 16 van het BBSH verplicht gestelde geschillencommissiecommissie van de verhuurder. Deze voordracht vindt plaats in overleg met de voorzitter van de geschillencommissie.
XI GESCHILLENREGELING
Artikel 14
1. Geschillen die voortvloeien uit de toepassing, uitvoering en/of interpretatie van deze overeenkomst kunnen alleen schriftelijk gemotiveerd worden voorgelegd aan een (ad hoc) te benoemen geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst.
2. Deze geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst bestaat uit drie personen. De verhuurder en de Huurdersraad wijzen elk een lid aan, deze beide leden wijzen samen het derde lid aan. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.
3. De verhuurder mag geen lid benoemen die werkzaam is in de eigen organisatie. De Huurdersraad mag geen lid benoemen die lid is van de Huurdersraad.
4. Doel van de geschillenregeling is het beslechten van geschillen buiten een bevoegde rechterlijke instantie om.
5. Partijen zijn gehouden aan de uitspraak van de geschillencommissie, tenzij één van de partijen zwaarwegende motieven heeft om daarvan af te wijken. Partijen zullen in een dergelijk geval eerst in overleg treden voor zij stappen nemen.
6. De eventuele kosten van deze geschillenregeling komt voor rekening van de verhuurder.
Artikel 15
1. De geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst heeft recht op inzage in alle informatie van partijen die betrekking heeft op het geschil.
2. De geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst zal de bij het geschil betrokken partijen horen alvorens zij tot een uitspraak komt. Partijen krijgen ruim voor de hoorzitting inzage in alle informatie die betrekking heeft op het geschil.
3. De geschillencommissie samenwerkingsovereenkomst doet schriftelijk uitspraak. De uitspraak wordt toegezonden aan partijen. De uitspraak is zodanig gemotiveerd, dat de belangrijkste overwegingen daaruit zijn af te leiden.
Artikel 16
De bij het geschil betrokken partijen zullen het geschil, zolang het geschil in behandeling is bij de geschillencommissie, niet voorleggen aan een bevoegde rechterlijke instantie, tenzij er sprake is van een spoedeisend belang.
XII DUUR EN WIJZIGING VAN DEZE OVEREENKOMST
Artikel 17
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van twee jaar en treedt in werking met ingang van ondertekening van de overeenkomst.
2. Bij beëindiging van deze twee jaar zal deze overeenkomst en de aard en inhoud van het overleg tussen partijen worden geëvalueerd.
3. Naar aanleiding van deze evaluatie wordt deze overeenkomst aangepast of wordt deze overeenkomst verlengd.
4. Partijen kunnen deze overeenkomst opzeggen. Eenzijdige opzegging geschiedt schriftelijk en gelet op de inhoud en strekking van deze overeenkomst met redenen omkleed en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal zes maanden.
5. Voordat partijen deze overeenkomst conform het vorige lid opzeggen, zal er overleg tussen partijen plaatsvinden.
6. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd als partijen hierover overeenstemming hebben bereikt. De wijziging(en) word(t)(en) schriftelijk vastgelegd en ondertekend door partijen.
13 juli 2011. De heren X.Xxxx en X.Xxxxxxxxx ondertekenen de samenwerkingsovereenkomst.
Onderwerpen en bevoegdheden
Legenda:
Bevoegdheden:
1 Informatierecht: dit geldt voor alle in het schema genoemde onderwerpen;
2 Adviesrecht; op deze onderwerpen geeft de Huurdersraad- bewonerscommissie advies aan Woningbedrijf Velsen.
3 Gekwalificeerd adviesrecht: dit adviesrecht is in de wet omschreven, op basis van de daarvoor eveneens in de wet aangegeven procedure; (artikel 8)
4 Instemmingsrecht: de verhuurder dient op dit onderwerp overeenstemming te bereiken met de Huurdersraad (artikel 10).
Het agenderingsrecht geldt voor alle onderwerpen, ook als ze niet in dit schema staan.
overlegniveau:
HR Dit zijn de onderwerpen op verhuurderniveau: Deze onderwerpen worden besproken tussen de Huurdersraad en het Woningbedrijf Velsen
BC Dit zijn onderwerpen op buurt- complexniveau. Deze onderwerpen worden besproken tussen bewonerscommissie en het Woningbedrijf Velsen.
ONDERWERPEN | HR | BC |
algemeen beleid (woningcorporatie) | ||
• ondernemingsbeleid | 3 | |
• Bedrijfsjaarplan | 3 | |
• ontwikkeling beleidsvisie | 3 | |
• Ontwikkeling Strategisch Voorraad Beleid (huurbeleid, harmonisatie, algemeen nieuwbouwbeleid, beleid woningverbetering, basiskwaliteit, energiebeleid, leefbaarheid) | 3 | |
• ontwikkeling wijkvisies binnen het strategisch voorraadbeleid | 3 | |
• jaarverslag | 1 | |
• analyse Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en andere 'benchmarks' | 1 | |
• wijziging statuten algemeen | 3 | |
• wijziging statuten op onderdeel huurdersparticipatie | 4 | |
onderhoud | ||
• | ||
• procedure (mutatie-)onderhoud | 3 | |
• beleid en begroting onderhoud eerstvolgende jaar | 3 | |
• onderhoudsprogramma per complex (inventarisatie wensen tijdens het voorjaarsoverleg) | 3 | |
• procedure reparatieverzoeken | 3 | |
• planvorming groot-onderhoud | 3 | |
• tijdsplanning en uitvoering groot-onderhoud | 3 | |
• oplevering planmatig onderhoud | 2 | |
verhuur en woonruimteverdeling |
• woonruimteverdelingbeleid en –systeem en verantwoording | 3 | |
• beleidsmatige uitzonderingen woonruimteverdeling | 3 | |
• procedure aangaan en beëindigen huurovereenkomst en beleid t.a.v. screeening potentiële huurders | 3 | |
• beleid en procedure bij verhuizing (oplevering, opnamestaat) | 4 | |
• beleid zelfaangebrachte veranderingen (zav) en vergoedingen daarvoor | 3 | |
sloop met (vervangende) nieuwbouw en herstructurering | ||
• beleid sloop (eerstvolgende jaar en meerjarig) | 3 | |
• afweging en argumentatie sloop/nieuwbouw | 3 | 2 |
• bouw- en investeringsprogramma | 3 | |
• programma van eisen per complex nieuwbouw | 3 | |
• Algemeen sociaal plan | 3 | |
• Invulling sociaal plan op complexniveau (maatwerk van algemeen sociaal plan naar specifiek sociaal plan) | 3 | |
• huurverhoging bij woningverbetering per complex. Leidend is hier de wettelijke eis dat 70% van de huurders akkoord is met dit plan en bijbehorende huurverhoging. | 2 | |
woningverbetering en energiebesparing | ||
• meerjarenbeleid woningverbetering en procedure (eerstvolgende jaar en meerjarig) | 3 | |
• planvorming renovatie complex | 3 | |
• planning en uitvoering woningverbetering | 3 | |
aan- en verkoop huurwoningen | ||
• aan- en verkoopbeleid algemeen (meerjarig en eerstvolgende jaar) | 3 | |
• splitsings- en huishoudelijk reglement VvE | 3 | |
• beleid tussenvormen huur en koop (Te woon, MGE, Koopgarant etc.) | 3 | |
• samenwerking met Vereniging van Eigenaren (VvE) (dit heeft betrekking op het beheer in het gemengde complex) | 2 | |
Huurprijsbeleid | ||
• jaarlijkse huurverhoging | 3 | |
• bepaling bandbreedte differentiatie (afwijking van het gemiddelde) bij jaarlijkse huurverhoging | 4 | |
• beleid geliberaliseerde huurprijzen | 3 | |
Huurincasso | ||
• huurincassobeleid | 3 | |
servicekosten | ||
• beleid servicekosten algemeen (samenstelling, kwaliteit, diensten en prijs) | 4 | |
• servicekostenpakket op complexniveau (niveau, wijziging en prijs) | 2 | |
fusies en samenwerkingsverbanden | ||
• fusievoornemen en samenwerkingsverbanden | 3 |
• fusieplan | 3 | |
• fusiegevolgen voor huurders en resultaatverplichting (prijs-kwaliteitverhouding, dienstverlening, 'afstand' tussen huurders en verhuurder, kwaliteitsinvesteringen, zeggenschap) | 3 | |
• invulling dienstverlening na fusie | 3 | |
leefbaarheid | ||
• dagelijks beheer van een complex (o.a. sociale veiligheid) | 2 | |
wonen en zorg | ||
• algemeen beleid wonen en zorg | 3 | |
Geschillencommissie (alleen bij woningcorporaties); | ||
• vaststelling en wijziging reglement | 4 | |
• rapportage aantal en soort klachten | 3 | |
• klachtenafhandeling door commissie en corporatie | 3 | |
prestatieafspraken | ||
• inzet verhuurder voor prestatieafspraken met gemeente(n) | 3 | |
participatie | ||
• vaststelling en wijziging samenwerkingsovereenkomst | 4 | |
• financiële bijdrage verhuurder aan huurdersorganisatie(s) | 2 | |
• informatie aan bewoners algemeen | 1 | |
• Informatie aan bewoners per complex | 1 |