OVERNAMEOVEREENKOMST tussen de Russische Federatie en de Europese Gemeenschap
tussen de Russische Federatie en de Europese Gemeenschap
DE PARTIJEN,
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna de „Gemeenschap” genoemd, en
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden,
VERWIJZEND naar de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, die op 24 juni 1994 te Korfoe is gesloten, en met name arti- kel 84 en de aan de slotakte gehechte gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 26, 32 en 37,
GELET OP de gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de top van Sint-Petersburg van 31 mei 2003, waarin wordt bevestigd dat de Europese Unie en de Russische Federatie overeenkomen de onderhandelingen over een overnameovereen- komst snel af te ronden,
VERLANGEND door middel van deze overnameovereenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en terugkeer van personen die niet of niet meer voldoen aan de voor- waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de Russische Federatie of een van de lidstaten van de Europese Unie, en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te ver- gemakkelijken,
EROP WIJZEND dat deze overnameovereenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijk- heden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en de Russische Federatie die voortvloeien uit het internationaal recht, waaronder de internationale wetgeving inzake mensenrechten, en met name uit de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 10 december 1948; het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16 december 1966; het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 en het Protocol betreffende de status van vluchtelingen van 31 januari 1967; het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en Protocol nr. 4 van 16 september 1963 daarbij en het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 10 december 1984,
REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957 en bevestigend dat de bepalingen van deze overnameovereenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Definities
In deze overnameovereenkomst wordt verstaan onder:
a) „overname”: de overdracht door de verzoekende staat en de toelating door de aangezochte staat van personen (eigen onderdanen van de aangezochte staat, onderdanen van derde landen of staatloze personen) die zich schuldig hebben gemaakt aan onrechtmatige binnenkomst, onrecht- matige aanwezigheid of onrechtmatig verblijf in de verzoekende staat, overeenkomstig de bepalingen van deze overnameovereenkomst;
b) „lidstaat”: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzonde- ring van het Koninkrijk Denemarken;
c) „onderdaan van een lidstaat”: iedere persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;
d) „onderdaan van de Russische Federatie” of „Russisch onder- daan”: iedere persoon die de nationaliteit van de Russische Federatie bezit overeenkomstig haar wetgeving;
e) „onderdaan van een derde land”: iedere persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van de Russische Federatie of een van de lidstaten;
f) „staatloze persoon”: iedere persoon die niet de nationaliteit van de Russische Federatie of een van de lidstaten bezit en die niet kan aantonen dat hij de nationaliteit van een andere staat bezit;
g) „verblijfsvergunning”: een door de Russische Federatie of een van de lidstaten afgegeven officiële vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van de Russische Federatie of een van de lidstaten te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied van een van die staten te verblijven;
h) „visum”: een door de Russische Federatie of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is om het grondgebied van de Russische Federatie of een van de lidstaten binnen te komen of door te reizen. Hieronder valt niet het luchthaventransitvisum;
i) „verzoekende staat”: de staat (de Russische Federatie of een van de lidstaten) die een overnameverzoek in de zin van afdeling III of een doorgeleidingsverzoek in de zin van afde- xxxx XX van deze overnameovereenkomst indient;
j) „aangezochte staat”: de staat (de Russische Federatie of een van de lidstaten) waaraan een overnameverzoek in de zin van afdeling III of een doorgeleidingsverzoek in de zin van afdeling IV van deze overnameovereenkomst is gericht;
k) „bevoegde autoriteit”: elke nationale autoriteit van de Russi- sche Federatie of van een van de lidstaten die is belast met de tenuitvoerlegging van deze overnameovereenkomst, zoals aangewezen in het bilaterale uitvoeringsprotocol gesloten tussen de Russische Federatie en de afzonderlijke lidstaten op basis van artikel 20, lid 1, onder a), van deze over- nameovereenkomst;
l) „grensregio”: een maximaal 30 kilometer breed gebied vanaf de gemeenschappelijke landsgrens tussen een lidstaat en de Russische Federatie alsmede het grondgebied van zeehavens (met inbegrip van douanezones) en internationale lucht- havens van de lidstaten en de Russische Federatie;
m) „grensdoorlaatpost”: een door de lidstaten of de Russische Federatie aangewezen doorlaatpost voor de overschrijding van hun respectievelijke land- en zeegrenzen, met inbegrip van doorlaatposten op internationale luchthavens en zee- havens;
n) „doorgeleiding”: de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming.
AFDELING I
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE RUSSISCHE FEDERATIE
Artikel 2
Overname van Russische onderdanen
1. De Russische Federatie neemt, op verzoek van een lidstaat en volgens de in deze overnameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkom- stig artikel 9 van deze overnameovereenkomst is aangetoond dat de betrokken persoon een onderdaan is van de Russische Federatie.
Dit geldt ook in geval van onrechtmatige aanwezigheid of on- rechtmatig verblijf van personen die op het ogenblik van de binnenkomst op het grondgebied van een lidstaat onderdaan waren van de Russische Federatie maar die naderhand hebben verzaakt aan de nationaliteit van de Russische Federatie over- eenkomstig de nationale Russische regelgeving, zonder dat zij de nationaliteit of een verblijfsvergunning van die lidstaat of van een andere staat hebben verworven.
2. Nadat de Russische Federatie het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of con- sulaire post van de Russische Federatie de over te nemen per- soon, ongeacht diens wil, onverwijld het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van 30 kalender- dagen. Indien de betrokken persoon om wat voor reden dan ook niet binnen de geldigheidsduur van dat reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de ter zake bevoegde diploma- tieke of consulaire post van de Russische Federatie onverwijld een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur.
Artikel 3
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. De Russische Federatie neemt, op verzoek van een lidstaat en volgens de in deze overnameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle onderdanen van derde landen of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer overeenkomstig artikel 10 van deze overnameovereenkomst kan worden aangetoond dat de betrokkene:
a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een geldig door de Russische Federatie afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van de Russische Federatie op het grondgebied van een lidstaat is binnengekomen; of
b) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een geldige door de Russische Federatie afgegeven verblijfsvergunning; of
c) op onrechtmatige wijze het grondgebied van de lidstaten is binnengekomen rechtstreeks komend van het grondgebied van de Russische Federatie.
2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de Russische Federatie; of
b) de verzoekende lidstaat of een andere lidstaat aan de onder- daan van een derde land of de staatloze persoon een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij de betrokkene in het bezit is van een door de Russische Federatie afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheids- duur;
c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang heeft gekregen tot het grondgebied van de verzoekende lidstaat.
3. Nadat de Russische Federatie het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de verzoekende lidstaat de betrokkene een door de Russische Federatie erkend reisdocument (het stan- daard-reisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden, zie het formulier aangenomen bij de EU-aanbeveling van de Raad van 30 november 1994).
AFDELING II
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP
Artikel 4
Overname van onderdanen van de lidstaten
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de Russische Federatie en volgens de in deze overnameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de Russische Federatie, wanneer overeenkom- stig artikel 9 van deze overnameovereenkomst is aangetoond dat de betrokken persoon een onderdaan is van die lidstaat.
Dit geldt ook in geval van onrechtmatige aanwezigheid of on- rechtmatig verblijf van personen die op het ogenblik van de binnenkomst op het grondgebied van de Russische Federatie onderdaan waren van de lidstaat maar naderhand hebben ver- zaakt aan de nationaliteit van die lidstaat overeenkomstig de nationale regelgeving van die lidstaat, zonder dat zij de natio- naliteit of een verblijfsvergunning van de Russische Federatie of van een andere staat hebben verworven.
2. Nadat een lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onverwijld het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van 30 kalenderdagen. Indien de betrokken persoon om wat voor reden dan ook niet binnen de geldig- heidsduur van dat reisdocument kan worden overgedragen, ver- strekt de betrokken lidstaat onverwijld een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur.
Artikel 5
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van de Russische Federatie en volgens de in deze overnameovereenkomst vastgestelde pro- cedure, alle onderdanen van derde landen of staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de Russische Federatie, wanneer overeenkomstig artikel 10 van deze overnameovereenkomst kan worden aangetoond dat de betrokkene:
a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een geldig door de aangezochte lidstaat afgegeven visum en rechtstreeks van het grondgebied van die lidstaat op het grondgebied van de Russische Federatie is binnengekomen; of
b) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een geldige door de aangezochte lidstaat afgegeven verblijfsvergunning; of
c) op onrechtmatige wijze het grondgebied van de Russische Federatie is binnengekomen rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat.
2. De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat;
b) de Russische Federatie aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij de betrokkene in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of ver- blijfsvergunning met een langere geldigheidsduur;
c) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang heeft gekregen tot het grondgebied van de Russische Federatie.
3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lid- staat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. In- dien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplich- ting op de lidstaat die het document met de langste geldigheids- duur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven.
4. Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de Russische Federatie de over te nemen persoon een door de betrokken lidstaat erkend reisdocument.
AFDELING III
OVERNAMEPROCEDURE
Artikel 6
Overnameverzoek
1. Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als be- doeld in de artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.
2. In afwijking van de artikelen 2 tot en met 5 is er geen overnameverzoek vereist wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig nationaal paspoort en, indien het gaat om een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, tevens in het bezit is van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning van de staat die deze persoon moet overnemen.
3. Indien een persoon in de grensregio van de verzoekende staat is aangehouden nadat hij op illegale wijze de grens heeft overschreden rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat, kan de verzoekende staat binnen twee werk- dagen na de aanhouding van deze persoon een overname- verzoek indienen (versnelde procedure).
Artikel 7
Inhoud van overnameverzoeken
1. Elk overnameverzoek moet de volgende gegevens bevatten:
a) personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornamen, geboortedatum en, indien mogelijk, geboorte- plaats en laatste verblijfplaats);
b) vermelding van de bewijselementen betreffende de nationa- liteit, de onrechtmatige binnenkomst en het onrechtmatige verblijf, en de gronden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen zoals vermeld in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1.
2. Het overnameverzoek moet, voor zover mogelijk, ook de volgende gegevens bevatten:
a) een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, mits de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;
b) andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor de overdracht van de betrokken persoon nodig kunnen zijn.
3. Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoe- ken is in bijlage 1 bij deze overnameovereenkomst opgenomen.
Artikel 8
Beantwoording van overnameverzoeken
Het overnameverzoek wordt schriftelijk beantwoord.
Artikel 9
Bewijs van de nationaliteit
1. Het bewijs van de nationaliteit zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan worden geleverd door overlegging van ten minste een van de in bijlage 2 bij deze overnameover- eenkomst genoemde documenten, zelfs indien de geldigheids- duur ervan is verstreken. Wanneer dergelijke documenten wor- den overgelegd, erkennen de lidstaten en de Russische Federatie de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd.
2. Indien geen van de in bijlage 2 bij deze overnameovereen- komst genoemde documenten kan worden overgelegd, kan het bewijs van de nationaliteit zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, worden geleverd door overlegging van ten minste een van de in bijlage 3 bij deze overnameovereenkomst genoemde documenten, zelfs indien de geldigheidsduur ervan is verstreken.
— Indien in bijlage 3 A bij deze overnameovereenkomst ge- noemde documenten worden overgelegd, nemen de lidstaten en de Russische Federatie aan dat de nationaliteit is bewe- zen, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen.
— Indien in bijlage 3 B bij deze overnameovereenkomst ge- noemde documenten worden overgelegd, nemen de lidstaten en de Russische Federatie aan dat dit een grond is om een passende controle uit te voeren.
3. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.
4. Indien geen van de in de bijlagen 2 of 3 bij deze over- nameovereenkomst genoemde documenten kan worden over- gelegd, treft de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van de Russische Federatie of van de betrokken lidstaat op verzoek de nodige regelingen met de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat om de over te nemen persoon onver- wijld te ondervragen teneinde zijn nationaliteit vast te stellen. De procedure voor dergelijke ondervragingen wordt vast- gesteld in de op basis van artikel 20 vastgestelde uitvoerings- protocollen.
Artikel 10
Bewijs betreffende onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. Het bewijs van de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, genoemde gronden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan worden geleverd door middel van ten minste een van de in bijlage 4 bij deze over- nameovereenkomst genoemde documenten. Dit bewijs wordt door de lidstaten en de Russische Federatie erkend zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd.
2. Indirect bewijs van de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, genoemde gronden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan worden geleverd door middel van ten minste een van de in bijlage 5 bij deze over- nameovereenkomst genoemde documenten.
— Indien in bijlage 5 A bij deze overnameovereenkomst genoemde bewijsstukken worden overgelegd, nemen de lid- staten en de Russische Federatie aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen.
— Indien in bijlage 5 B bij deze overnameovereenkomst genoemde bewijsstukken worden overgelegd, nemen de lid- staten en de Russische Federatie aan dat dit een grond is om een passende controle uit te voeren.
3. Het bewijs van de gronden voor overname van onder- danen van derde landen en staatloze personen kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.
4. De onrechtmatigheid van de binnenkomst, de aanwezig- heid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reis- documenten van de betrokken persoon waarin het vereiste vi- sum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een met redenen omklede ver- klaring van de verzoekende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de vereiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning kan evenzo als een begin van bewijs dienen voor de onrechtmatigheid van de bin- nenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.
Artikel 11
Termijnen
1. Het overnameverzoek moet bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend uiterlijk 180 kalender- dagen na de datum waarop de bevoegde autoriteit van de ver- zoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een on- derdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst, aan- wezigheid of verblijf.
2. Een overnameverzoek moet uiterlijk 25 kalenderdagen na de bevestiging van de ontvangst ervan worden beantwoord. Onverminderd specifieke regelingen die worden getroffen in het kader van de op basis van artikel 20 gesloten uitvoerings- protocollen, wordt de termijn op met redenen omkleed verzoek verlengd tot 60 kalenderdagen wanneer er juridische of prak- tische belemmeringen zijn waardoor het overnameverzoek niet tijdig kan worden beantwoord.
3. Een overnameverzoek dat in het kader van de in artikel 6, lid 3, bedoelde versnelde procedure wordt ingediend, moet bin- nen 2 werkdagen (berekend overeenkomstig de wetgeving van de aangezochte staat) na de bevestiging van de ontvangst ervan worden beantwoord.
4. Na het verstrijken van de in de leden 2 en 3 genoemde termijnen, wordt aangenomen dat met de overname wordt ingestemd.
5. De betrokken persoon wordt binnen 90 kalenderdagen overgedragen. Wanneer de overdracht in het kader van de in artikel 6, lid 3, bedoelde versnelde procedure plaatsvindt, wordt de betrokken persoon binnen 2 werkdagen overgedragen. Op met redenen omkleed verzoek kan deze termijn worden ver- lengd met de periode die nodig is om juridische of praktische belemmeringen op te heffen. De in dit lid bedoelde termijnen beginnen te lopen vanaf de datum van ontvangst van de beslis- sing tot inwilliging van het overnameverzoek.
Artikel 12
Afwijzing van een overnameverzoek
De afwijzing van een overnameverzoek moet met redenen wor- den omkleed.
Artikel 13
Wijze van overdracht en van vervoer
1. Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de grensdoorlaatpost en eventuele begeleiders.
2. Voor de overdracht zijn alle wijzen van transport (door de lucht, over land of over zee) toegestaan. De overdracht door de lucht is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaart- maatschappij of personeel van de verzoekende staat doch kan ook plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en charter- vluchten.
AFDELING IV
DOORGELEIDING
Artikel 14
Algemene beginselen
1. De lidstaten en de Russische Federatie beperken doorge- leiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.
2. De Russische Federatie staat de doorgeleiding van onder- danen van derde landen en staatloze personen toe indien een lidstaat daarom verzoekt, en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen toe indien de Russische Federatie daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doorgeleiding en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.
3. Doorgeleiding kan door de Russische Federatie of een lid- staat worden geweigerd:
a) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderworpen aan foltering, aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging; of
b) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon in de aangezochte staat of in een andere staat van doorgeleiding blootstaat aan strafvervolging of sancties; of
c) om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aange- zochte staat.
4. De Russische Federatie of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als be- doeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die de door- geleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doorgeleiding of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is. In dat geval neemt de ver- zoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.
Artikel 15
Doorgeleidingsprocedure
1. Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende gegevens bevatten:
a) type van doorgeleiding (door de lucht, over land of over zee); eventuele andere staten van doorgeleiding en beoogde eindbestemming;
b) personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, geboortedatum en, zo mogelijk, geboorteplaats, nationaliteit, aard en nummer van het reisdocument);
c) voorgenomen plaats van grensoverschrijding (grensdoorlaat- post), tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van bege- leiders;
d) een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoe- kende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in arti- kel 14, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een weigering op grond van artikel 14, lid 3.
Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overnameovereenkomst opgenomen.
2. De aangezochte staat brengt de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de betrokken grensdoorlaatpost en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toe- lating en de redenen daarvoor.
3. Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een specifiek luchthaventransitvisum aan te vragen.
4. De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat verle- nen, zo nodig na wederzijds overleg, steun bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.
AFDELING V
KOSTEN
Artikel 16
Kosten van vervoer en doorgeleiding
Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle ver- voerskosten in verband met de overname en doorgeleiding tot aan de grensdoorlaatpost van de aangezochte staat ten laste van de verzoekende staat.
AFDELING VI
GEGEVENSBESCHERMING
Artikel 17
Gegevensbescherming
Persoonsgegevens worden alleen verstrekt indien dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overnameovereenkomst door, naar gelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie of van een lidstaat. Wanneer in een specifiek geval persoonsgegevens worden verstrekt, verwerkt of behandeld, nemen de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie de toepasselijke Russische wetgeving in acht, en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat Richtlijn 95/46/EG en de door die lidstaat ter uitvoering van die richtlijn vastgestelde nationale wetgeving. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:
a) de persoonsgegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt;
b) de persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdruk- kelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuit- voerlegging van deze overnameovereenkomst worden ver- kregen en mogen niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;
c) de persoonsgegevens moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel waarvoor zij worden verkregen en/of verder verwerkt; de verstrekte per- soonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking heb- ben op:
— de personalia van de over te nemen persoon (bijvoor- beeld naam, voornaam, vroegere namen, andere namen die de over te nemen persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, plaats en datum van geboorte, geslacht, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);
— identiteitsbewijs of paspoort (type, nummer, geldigheids- duur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);
— stopplaatsen en reisroutes;
— andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overnameovereenkomst dienstige gegevens;
d) de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;
e) de persoonsgegegens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of vervolgens worden ver- werkt, noodzakelijk is;
f) de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens verstrekt en de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens ontvangt, treffen alle redelijke maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende correctie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking ervan niet in over- eenstemming is met de bepalingen onder c) en d), met name omdat deze persoonsgegevens niet toereikend, ter zake die- nend of nauwkeurig zijn, of omdat zij bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke correctie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;
g) op verzoek stelt de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens ontvangt de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens ver- strekt in kennis van het gebruik dat van de verstrekte per- soonsgegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;
h) persoonsgegevens mogen alleen worden meegedeeld aan de bevoegde autoriteiten die zijn belast met de tenuitvoerleg- ging van deze overnameovereenkomst. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande toestemming vereist van de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens verstrekt;
i) de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens verstrekt en de bevoegde autoriteit die persoonsgegevens ontvangt, zijn ver- plicht de verstrekking en de ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.
AFDELING VII
TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING
Artikel 18
Verhouding tot andere internationale verplichtingen
1. Deze overnameovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Ge- meenschap, de lidstaten en de Russische Federatie die voort- vloeien uit het internationaal recht en met name uit:
a) het Verdrag van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen;
b) het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescher- ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrij- heden;
c) het Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;
d) internationale verdragen inzake uitlevering en doorgeleiding;
e) multilaterale internationale verdragen met voorschriften in- zake de overname van vreemde onderdanen, zoals het Ver- drag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 decem- ber 1944.
2. De bepalingen van deze overnameovereenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van bilaterale overnameovereen- komsten of -regelingen die op basis van artikel 20 tussen af- zonderlijke lidstaten en de Russische Federatie zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalingen van deze bilaterale overnameovereenkomsten of -regelingen kwesties behandelen die onder de onderhavige overnameovereenkomst vallen.
3. Niets in deze overnameovereenkomst belet de terugkeer van een persoon op basis van andere formele of informele regelingen.
Artikel 19
Gemengd Comité overname
1. De partijen stellen een Gemengd Comité overname (hierna
„het comité” genoemd) in, dat met name:
a) toezicht houdt op de toepassing van deze overnameovereen- komst;
b) de regelingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige toepassing van deze overnameovereenkomst;
c) geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door afzonderlijke lidstaten en de Russische Federatie op grond van artikel 20 zijn gesloten;
d) wijzigingen van de bijlagen bij deze overnameovereenkomst vaststelt;
e) wijzigingen van deze overnameovereenkomst voorstelt;
f) ingeval nieuwe landen tot de Europese Unie toetreden, onderzoekt of deze overnameovereenkomst moet worden gewijzigd en in voorkomend geval wijzigingen voorstelt.
2. De beslissingen van het comité zijn bindend voor de partijen.
3. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Ge- meenschap en de Russische Federatie; de Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Europese Commissie, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.
4. Het comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de partijen.
5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 20
Uitvoeringsprotocollen
1. De Russische Federatie en de lidstaten sluiten uitvoerings- protocollen die betrekking hebben op de regels inzake:
a) de bevoegde autoriteiten, de grensdoorlaatposten, de uitwis- seling van gegevens over contactpunten, en de voor commu- nicatie gebruikte talen;
b) de wijze van overname in het kader van de versnelde procedure;
c) de voorwaarden voor begeleide overdracht, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staat- loze personen onder begeleiding;
d) ander bewijsmateriaal dan dat vermeld in de bijlagen 2 tot en met 5 bij deze overnameovereenkomst;
e) de procedure voor ondervragingen als bedoeld in artikel 9;
f) voor zover nodig, specifieke regelingen inzake de termijnen voor de behandeling van overnameverzoeken overeenkom- stig artikel 11, lid 2.
2. De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het comité daarvan in kennis is gesteld.
3. De Russische Federatie stemt ermee in elke bepaling van een uitvoeringsprotocol dat met één lidstaat is gesloten, ook toe te passen in haar betrekkingen met de andere lidstaten die erom verzoeken, voor zover de toepassing ervan op de Russische Federatie praktisch haalbaar is. De lidstaten stemmen ermee in elke bepaling van een uitvoeringsprotocol dat met één lidstaat is gesloten, ook toe te passen in hun betrekkingen met de Russi- sche Federatie voor zover deze daarom verzoekt en voor zover de toepassing ervan op de andere lidstaten praktisch haalbaar is.
Dit geldt niet voor bepalingen met specifieke regelingen als bedoeld in lid 1, onder f).
AFDELING VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21
Territoriaal toepassingsgebied
1. Onverminderd het bepaalde in lid 2, is deze overname- overeenkomst van toepassing op het grondgebied van de Rus- sische Federatie alsook op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is.
2. Deze overnameovereenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.
Artikel 22
Bijlagen
De bijlagen 1 tot en met 6 maken een integrerend deel uit van deze overnameovereenkomst.
Artikel 23
Inwerkingtreding, duur en opzegging
1. Deze overnameovereenkomst wordt door de partijen be- krachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 3, treedt deze over- nameovereenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vol- tooid. Indien deze datum vóór de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de Russische Federatie en de Europese Gemeenschap inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Russische Federatie en de Europese Unie ligt, treedt deze overnameovereenkomst pas op dezelfde datum in werking als de laatstgenoemde overeenkomst.
3. De in de artikelen 3 tot en met 5 genoemde verplichtin- gen worden pas drie jaar na de in lid 2 van dit artikel bedoelde datum van toepassing. Tijdens deze periode van drie jaar gelden deze verplichtingen alleen voor staatloze personen en onder- danen van derde landen waarmee de Russische Federatie bilate- rale overnameovereenkomsten of -regelingen heeft gesloten.
4. Deze overnameovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
5. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overnameover- eenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeen- komstsluitende partij opzeggen. Deze overnameovereenkomst vervalt zes maanden na de datum van ontvangst van een derge- lijke kennisgeving.
Gedaan te Sotsji, de vijfentwintigste mei tweeduizend zes, in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Russische taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Hecho en Sochi, el veinticinco de mayo del dos mil seis. V Soči dne dvacátého pátého května dva tisíce šest.
Udfærdiget i Sotji den femogtyvende maj to tusind og seks.
Geschehen zu Sotschi am fünfundzwanzigsten Mai zweitausendsechs. Kahe tuhande kuuenda aasta maikuu kahekümne viiendal päeval Sotšis. 'Εγινε στο Σότσι, στις είκοσι πέντε Μαΐου δύο χιλιάδες έξι.
Done at Sochi on the twenty fifth day of May in the year two thousand and six. Fait à Sotchi, le vingt cinq mai deux mille six.
Fatto a Soci, xxxx xxxxxxxxxxx maggio duemilasei. Xxxxx, xxxxxxxxxx xxxxx xxxx xxxxxxxxx xxxxxxxx xxxxx.
Xxxxxxx xx xxxxxxxxxxx xxxxx metų gegužės dvidešimt penktą dieną Sočyje. Xxxx Xxxxxxxxx, a kettőezer hatodik év május huszonötödik napján.
Magħmul f'Sochi, fil-ħamsa u għoxrin jum ta' Mejju tas-sena elfejn u sitta. Gedaan te Sotsji, de vijfentwintigste mei tweeduizend zes.
Sporządzono w Soczi dnia dwudziestego piątego maja roku dwutysięcznego szóstego. Feito em Sotchi, em vinte e cinco de Maio de dois mil e seis.
V Soči dňa dvadsiateho piateho mája dvetisícšesť. V Xxxx, xxxxxxxxxxxxxxx xxxx xxxx xxx xxxxx xxxx.
Tehty Sotšissa kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä toukokuuta vuonna kaksituhattakuusi. Som skedde i Sotji den tjugofemte maj tjugohundrasex.
Adoptată la Sochi, la douăzeci și cinci mai două mii șase.
Совершено в г. Сочи двадцать пятого мая две тысячи шестого года.
Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap X xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx
Xx Európske spoločenstvo Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar Pentru Comunitatea Europeană
За Европейское сообщество
Por la Federación de Rusia Za Ruskou federaci
For Den Russiske Føderation Für die Russische Föderation Venemaa Föderatsiooni nimel Για τη Ρωσική Ομοσπονδία
For the Russian Federation
Pour la Fédération de Russie Per la Federazione russa Krievijas Federācijas vārdā Rusijos Federacijos vardu
Az Orosz Föderáció részéről Għall-Federazzjoni Russa Voor de Russische Federatie
W imieniu Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxx xx Xxxxxx
Xx Xxxxx xxxxxxxxx Xx Rusko federacijo
Venäjän federaation puolesta På ryska federationen vägnar Pentru Federația Rusă
За Российскую Федерацию
BIJLAGE 1 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
BIJLAGE 2 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
Lijst van documenten betreffende het bewijs van de nationaliteit
— alle soorten paspoorten van de Russische Federatie of de lidstaten (bijvoorbeeld binnenlandse paspoorten, paspoorten voor het buitenland, nationale paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, paspoortvervangende docu- menten, met inbegrip van paspoorten voor kinderen);
— certificaat voor terugkeer naar de Russische Federatie;
— nationale identiteitskaarten van de EU-lidstaten;
— nationaliteitsbewijzen of andere officiële documenten waaruit de nationaliteit blijkt (bijvoorbeeld geboortecertificaat);
— militaire zakboekjes en militaire identiteitskaarten;
— monsterboekjes, schippersbewijzen en paspoorten voor zeelieden.
BIJLAGE 3 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
Lijst van documenten voor het indirecte bewijs van de nationaliteit
BIJLAGE 3 A
— gewaarmerkte fotokopieën van in Bijlage 2 bij deze overnameovereenkomst genoemde documenten;
— officiële verklaringen met het oog op de toepassing van de versnelde procedure van met name grensbeambten en personen die kunnen getuigen dat de betrokken persoon de grens heeft overschreden.
BIJLAGE 3 B
— rijbewijzen of fotokopieën daarvan;
— alle andere officiële documenten die door de autoriteiten van de aangezochte staat zijn afgegeven;
— bedrijfspassen of fotokopieën daarvan;
— schriftelijke getuigenverklaringen;
— schriftelijke verklaringen van de betrokken persoon en de door hem gesproken taal, onder meer door middel van een officieel onderzoeksresultaat.
BIJLAGE 4 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
Lijst van documenten aan de hand waarvan het bewijs kan worden geleverd van de gronden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
— geldig visum en/of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte staat;
— inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokken persoon of andere bewijzen van inreis/uitreis (bijvoorbeeld fotografische, elektronische of biometrische).
BIJLAGE 5 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
Lijst van documenten aan de hand waarvan het indirecte bewijs kan worden geleverd van de gronden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
BILAG 5 A
— officielle erklæringer afgivet med henblik på den fremskyndede procedure, bl.a. erklæringer afgivet af personale ved grænsemyndighederne og andre vidner til den pågældende persons passage af grænsen
BIJLAGE 5 B
— tickets op naam voor vliegtuig-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute van het grondgebied van de aangezochte staat naar dat van de verzoekende staat kunnen worden afgeleid;
— passagierslijsten voor vliegtuig-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute van het grondgebied van de aangezochte staat naar dat van de verzoekende staat kunnen worden afgeleid;
— tickets en bewijzen en verschillende soorten rekeningen (bijvoorbeeld hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tandarts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, enz.) waaruit duidelijk blijkt dat de be- trokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven;
— officiële verklaringen van met name grensbeambten en personen die kunnen getuigen dat de betrokken persoon de grens heeft overschreden;
— officiële verklaringen van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures;
— beschrijving van de plaats waar en de omstandigheden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende staat is onderschept;
— inlichtingen waaruit blijkt dat de betrokken persoon gebruik heeft gemaakt van de diensten van een reisbegeleider of reisbureau;
— inlichtingen met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt;
— rapportage/bevestiging van de inlichtingen door familieleden, reisgezellen, enz.;
— verklaring van de betrokken persoon.
BIJLAGE 6 BIJ DE OVERNAMEOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE RUSSISCHE FEDERATIE
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1
„De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat uit hoofde van het nationaliteitsrecht van de Russische Federatie en de lidstaten, een onderdaan van de Europese Unie en de Russische Federatie zijn nationaliteit niet kan worden ontnomen.
De partijen komen overeen dat zij te zijner tijd overleg zullen plegen wanneer deze juridische situatie zou wijzigen.”
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1
„De partijen komen overeen dat „rechtstreeks binnenkomen” van het grondgebied van de aangezochte staat in de zin van deze bepalingen betekent, dat de betrokken persoon door de lucht, over land of over zee op het grondgebied van de verzoekende staat aankomt zonder dat hij vooraf in een derde land is binnen- gekomen. Luchthaventransit in een derde land wordt niet beschouwd als een binnenkomst.”
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Koninkrijk Denemarken
„De partijen nemen er nota van dat deze overnameovereenkomst niet van toepassing is op het grondgebied noch op de onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Daarom is het wenselijk dat de Russische Federatie en het Koninkrijk Denemarken een overnameovereenkomst sluiten met dezelfde voorwaarden als deze overnameovereenkomst.”
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen
„De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, die met name voortvloeit uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Daarom is het wenselijk dat de Russische Federatie met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen een overnameovereenkomst sluit met dezelfde voorwaarden als deze overname- overeenkomst.”