ONTWERP VAN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN HET CONSORTIUM VOLWASSENENONDERWIJS (NN) vzw
ONTWERP VAN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN HET CONSORTIUM VOLWASSENENONDERWIJS (NN) vzw
Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaamse minister voor Onderwijs en Vorming,
en … vzw (hierna ‘consortium’ genoemd), gevestigd te … en met als werkingsgebied …, vertegenwoordigd door … die hiervoor gemandateerd is door een beslissing van de Algemene Vergadering van …,
Wordt overeengekomen wat hierna volgt:
Hoofdstuk I – Algemene bepalingen
Artikel 1
Deze samenwerkingsovereenkomst geeft uitvoering aan artikel 77, §2 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en regelt de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 75 en de aanwending van de toegekende middelen, vermeld in artikel 77, §1 van hetzelfde decreet.
Hoofdstuk II – Opdrachten van het consortium Afdeling 1 - Opleidingsplan
Artikel 2
Opmaken van het opleidingsplan
Het consortium stelt een vijfjaarlijks opleidingsplan op voor het werkingsgebied.
Resultaatsverbintenis:
• Het opleidingsplan is opgesteld conform het model van opleidingsplan vastgelegd in de bijlage, die bij deze overeenkomst is gevoegd.
Afdeling 2 – Samenwerking en informatieverstrekking
Artikel 3
Samenwerking tussen de centra waarvan het centrumbestuur deel uitmaakt van het consortium, hierna de centra genoemd
Het consortium initieert, stimuleert, ondersteunt en coördineert samenwerking tussen de centra.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium volwassenenonderwijs werkt voorstellen tot samenwerking tussen de centra uit.
• elke vraag van de centra voor ondersteuning voor het opzetten van een onderling samenwerkingsverband wordt behandeld en krijgt een gemotiveerd antwoord in functie van het opleidingsplan.
Artikel 4
Samenwerking met de Huizen van het Nederlands (het Huis van het Nederlands)
Het consortium sluit een protocol tot samenwerking af met de Huizen van het Nederlands (het Huis van het Nederlands) die een werking hebben (heeft) binnen het werkingsgebied.
Resultaatsverbintenissen:
• Het protocol tot samenwerking omvat ten minste afspraken over:
- de uitvoering van artikel 36 van het decreet van 15 juni 2007;
- de klachtenprocedure met betrekking tot de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2;
- de intake, testing en doorverwijzing van cursisten NT2 in de strafinrichtingen;
- overleg over de organisatie van een behoeftedekkend aanbod Nederlands tweede taal;
- overleg over de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale trajecten en geïntegreerde trajecten die een aandeel NT2 bevatten.
Artikel 5
Samenwerking met onderwijsactoren actief in het werkingsgebied van het consortium
Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra enerzijds en de onderwijsactoren anderzijds.
Het consortium initieert, stimuleert, ondersteunt en coördineert samenwerking tussen de centra enerzijds en de onderwijsactoren anderzijds.
Resultaatsverbintenis:
• elke vraag van de centra voor ondersteuning voor het opzetten van een samenwerkingsverband met andere onderwijsinstellingen wordt behandeld en krijgt een gemotiveerd antwoord in functie van het opleidingsplan.
Artikel 6
Samenwerking met publieke opleidingsverstrekkers voor volwassenen
Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra enerzijds en de publieke opleidingsverstrekkers anderzijds.
Het consortium initieert, stimuleert en ondersteunt samenwerking tussen de centra enerzijds en de publieke opleidingsverstrekkers anderzijds.
Het consortium start overleg op met de andere publieke opleidingsverstrekkers gericht op het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van opleidingsinfrastructuur, lesmateriaal en deelname aan cursussen.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium volwassenenonderwijs werkt voorstellen tot samenwerking tussen de centra en de publieke opleidingsverstrekkers uit.
• elke vraag van de centra voor ondersteuning voor het opzetten van een samenwerkingsverband met publieke opleidingsverstrekkers wordt behandeld en krijgt een gemotiveerd antwoord in functie van het opleidingsplan.
Artikel 7
Samenwerking met sociaal-culturele en socio-economische actoren
Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra enerzijds en de sociaal-culturele en socio-economische actoren anderzijds.
Het consortium initieert, stimuleert, ondersteunt en coördineert samenwerking tussen de centra en de sociaal-culturele en socio-economische actoren in het algemeen en tussen de centra en de sectoren in het bijzonder.
De Vlaamse Regering organiseert gezamenlijk overleg met de dertien consortia volwassenenonderwijs bij de opmaak van sectorconvenanten, als er in deze ontwerpconvenanten opdrachten toegekend worden aan de consortia volwassenenonderwijs.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium volwassenenonderwijs werkt voorstellen tot samenwerking tussen de centra en de sociaal-culturele en socio-economische actoren uit.
• elke vraag van de centra voor ondersteuning voor het opzetten van een samenwerkingsverband met de sociaal-culturele en socio-economische actoren wordt behandeld en krijgt een gemotiveerd antwoord in functie van het opleidingsplan.
• het consortium geeft uitvoering aan de opdrachten die toegekend worden in het kader van de sectorconvenanten
.
Artikel 8
Samenwerking tussen het consortium en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs en de pedagogische begeleidingsdiensten en de stuurgroep, zoals bepaald in artikel 49 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
Resultaatsverbintenis:
• elke vraag tot samenwerking vanwege het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs, de pedagogische begeleidingsdiensten of de stuurgroep wordt behandeld en krijgt een gemotiveerd antwoord.
Artikel 9
Informatieverstrekking met betrekking tot het regionaal opleidingsaanbod in de brede zin, georganiseerd door de centra binnen het werkingsgebied aan de belangrijkste stakeholders en het brede publiek
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium maakt minstens één maal per jaar het opleidingsaanbod van de centra bekend bij de belangrijkste stakeholders en het brede publiek;
• het consortium inventariseert jaarlijks de samenwerkingsverbanden tussen de centra en verspreidt deze informatie onder de centra;
• het consortium neemt jaarlijks deel aan de studie-informatiedagen (Sid-in) voor het werkingsgebied, georganiseerd door het Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Afdeling 3 – Afstemming, coördinatie en ondersteuning
Artikel 10
Optimaliseren en afstemmen van het opleidingsaanbod in functie van het opleidingsplan
Het consortium coördineert en ondersteunt de centra bij het optimaliseren en afstemmen van het opleidingsaanbod en het uitvoeren van een behoeftedekkend onderwijsaanbod binnen de regio (zowel naar organisatie als naar programmatie).
Het consortium inventariseert het opleidingsaanbod van de centra in het werkingsgebied van het consortium met specifieke aandacht voor de organisatie van opleidingen basiseducatie, opleidingen van het studiegebied algemene vorming en opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal.
Het consortium coördineert en ondersteunt de centra bij het detecteren van opleidingsbehoeften.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium heeft een goed inzicht in de noden naar opleidingen binnen de regio.
• het consortium stelt samenwerkingsverbanden voor basis van vastgestelde knelpunten in het opleidingsaanbod.
• het consortium stimuleert de centra tot uitbouw van een behoeftedekkend aanbod en realiseert een organisatorische afstemming tussen de centra onderling.
• het consortium verstrekt een gemotiveerd antwoord op vragen van de centra naar ondersteuning bij de uitbouw van het opleidingsaanbod.
Artikel 11
De coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de organisatie van duaal en geïntegreerd leren
Het consortium coördineert en ondersteunt de centra bij:
- de detectie van de verschillende cursistenprofielen, met specifieke aandacht voor de startcompetenties van de verschillende profielen en de relatie tussen het beschikken over startcompetenties en vroegtijdige uitval;
- de detectie van opleidingsbehoeften met betrekking tot duale trajecten en geïntegreerd leren;
- de organisatie van systemen van duaal en geïntegreerd leren.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium heeft een goed inzicht in de noden naar duaal en geïntegreerd leren binnen de regio.
• het consortium stimuleert de centra tot uitbouw van systemen van duaal en geïntegreerd leren en realiseert een organisatorische afstemming tussen de centra onderling.
• het consortium coördineert de uitbouw van systemen van duaal en geïntegreerd leren via een systeem van trajectbegeleiding.
• Het consortium pleegt overleg met de decretale stuurgroep over de bevindingen en de resultaten voortkomend uit het internettenproject ‘zorg- en diversiteitsbeleid’ voor de aspecten van duaal en geïntegreerd leren.
Artikel 12
De coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de uitbouw van een onderwijs voor gedetineerden
Het consortium treedt op als intermediair aanspreekpunt tussen de centra enerzijds en de strafinrichting/het arresthuis anderzijds.
Het consortium coördineert en ondersteunt de centra bij:
- het optimaliseren en afstemmen van het opleidingsaanbod en het uitvoeren van een behoeftedekkend onderwijsaanbod in de strafinrichting/het arresthuis;
- de detectie van opleidingsbehoeften bij de gedetineerden in de strafinrichting/het arresthuis;
- de uitbouw van een systeem van leertrajectbegeleiding voor gedetineerden in de strafinrichting/het arresthuis.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium organiseert een structureel overleg met de centra over de uitbouw van een onderwijsbeleid voor gedetineerden.
• het consortium neemt deel aan overleg dat binnen de strafinrichting/het arresthuis georganiseerd wordt, gericht op de uitvoering van het Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden.
• het consortium neemt deel aan overleg dat georganiseerd wordt door het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs, gericht op de uitbouw van een onderwijsbeleid voor gedetineerden.
• het consortium heeft een goed inzicht in de noden naar opleiding bij de gedetineerden in de strafinrichting/het arresthuis.
• het consortium werkt voorstellen tot samenwerking uit met andere onderwijsverstrekkers dan de centra, gericht op het organiseren van onderwijsaanbod in de strafinrichting/het arresthuis en dit met specifieke aandacht voor de organisatie van afstandsonderwijs.
• het consortium werkt samen met de centra een systeem van leertrajectbegeleiding uit voor gedetineerden in de strafinrichting/het arresthuis.
Afdeling 4 – Adviesverlening bij programmatie van de Centra voor Volwassenenonderwijs
Artikel 13
Het consortium verleent een met redenen omkleed advies over de aanvragen van de Centra voor Volwassenenonderwijs voor het verkrijgen van bijkomende onderwijsbevoegdheid, zoals vermeld in artikel 64, §1, §2 en §3 van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs.
Bij consensus van positief advies maakt het consortium dit advies binnen de dertig kalenderdagen over aan de afdeling Volwassenenonderwijs.
Bij meerderheid van positief advies, bij negatief advies of bij aanvragen betreffende de studiegebieden, zoals vermeld in artikel 64, §2 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, bezorgt het consortium haar advies aan het aanvragende centrum.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium verleent advies m.b.t. de onderwijsbevoegdheid, zoals beschreven in hoofdstuk Vbis van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs.
• het consortium formuleert een beoordelingskader bestaande uit objectieve criteria voor de beoordeling van de programmatieaanvragen. Eén element van beoordeling is de toetsing aan het opleidingsplan en het bestaande aanbod binnen de eigen regio en de aangrenzende regio.
• het consortium motiveert het advies aan de hand van de criteria opgenomen in het beoordelingskader.
Artikel 14
Het consortium verleent een met redenen omkleed advies over de aanvragen van de Centra voor Volwassenenonderwijs voor het aanwenden van leraarsuren en ambten opgericht op basis van de puntenenveloppe in bijkomende vestigingsplaatsen, zoals vermeld in artikel 68, §2 en §3 van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs.
Bij consensus van positief advies maakt het consortium dit advies binnen de dertig kalenderdagen over aan de afdeling Volwassenenonderwijs.
Bij meerderheid van positief advies of bij negatief advies bezorgt het consortium haar advies.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium verleent advies m.b.t. de het aanwenden van leraarsuren in bijkomende vestigingsplaatsen, zoals beschreven in hoofdstuk Vter van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs.
• het consortium formuleert een beoordelingskader bestaande uit objectieve criteria voor de beoordeling van de programmatieaanvragen. Eén element van beoordeling is de toetsing aan het opleidingsplan en het bestaande aanbod binnen de eigen regio en de aangrenzende regio.
• het consortium motiveert het advies aan de hand van de criteria opgenomen in het beoordelingskader.
Afdeling 5 – Organisatie van de regionale ombudsdienst
Artikel 15
Regionale ombudsdienst
Het consortium organiseert één ombudsdienst voor kandidaat-cursisten en cursisten die zich willen inschrijven of ingeschreven zijn in een vestigingsplaats van een centrum binnen het werkingsgebied van het consortium.
Het consortium organiseert deze ombudsdienst conform de modaliteiten bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 betreffende de organisatie en de werking van de ombudsdienst van de consortia volwassenenonderwijs.
Resultaatsverbintenissen:
• de kandidaat-cursisten en cursisten worden geïnformeerd over het bestaan van de ombudsdienst, over de wijze waarop ze hun klacht kunnen communiceren en over de klachtenprocedure.
• de ombudsdienst is tijdens de kantooruren bereikbaar voor kandidaat- cursisten en cursisten en dit zowel via de telefoon, via e-mail als d.m.v. rechtstreeks contact.
• de ombudsdienst behandelt alle ingediende klachten conform de procedure zoals beschreven in Hoofdstuk III van het Besluit van de Vlaamse Regering
van 11 april 2008 betreffende de organisatie en de werking van de ombudsdienst van de consortia volwassenenonderwijs.
• de ombudsdienst rapporteert over haar werkzaamheden conform de bepalingen in Hoofdstuk IV van hetzelfde Besluit van de Vlaamse Regering.
• de ombudsdienst respecteert de werkingsbeginselen zoals beschreven in Hoofdstuk V van hetzelfde Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 16 Kwaliteitszorg
Het consortium ontwikkelt een intern kwaliteitszorgsysteem waarin alle aspecten die in dit hoofdstuk beschreven zijn, opgenomen worden. Hierbij houdt het consortium in het bijzonder rekening met de feedback vanuit de centra.
Resultaatsverbintenissen:
• het consortium evalueert de eigen initiatieven en activiteiten die gerealiseerd werden om het opleidingsaanbod in de eigen regio te optimaliseren.
• het consortium evalueert de eigen initiatieven en activiteiten die gerealiseerd werden voor de uitbouw van systemen van duaal en geïntegreerd leren in de eigen regio.
• het consortium evalueert de eigen initiatieven en activiteiten die gerealiseerd werden voor de uitbouw van een onderwijsbeleid voor gedetineerden.
Hoofdstuk III – Overleg, gegevensverstrekking, middelen, rapportering, de duur van de overeenkomst en toezicht
Artikel 17 Overleg
Minstens twee maal per jaar organiseert de overheid een gezamenlijk overleg met de dertien consortia volwassenenonderwijs. De agenda wordt in onderling overleg opgemaakt.
Indien wenselijk kunnen derden als expert deelnemen aan het overleg
Op vraag van de overheid of op vraag van minstens één derde van de consortia volwassenenonderwijs kunnen er bijkomende overlegmomenten georganiseerd worden.
Artikel 18 Gegevensverstrekking
Op vraag van de overheid:
De overheid kan, met het oog op beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie, bij het consortium gegevens opvragen met betrekking tot de organisatie van het opleidingsaanbod en de realisatie van de opdrachten. De overheid formuleert
deze vraag naar gegevens op eenduidige wijze en met een realistische aanlevertermijn.
Op vraag van het consortium:
Het consortium kan aan de overheid gegevens vragen met betrekking tot het opleidingsaanbod van de centra binnen het eigen werkingsgebied. Hiertoe werken de consortia volwassenenonderwijs een gezamenlijke en gestandaardiseerde oplijsting uit in overleg met de afdeling volwassenenonderwijs van het agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen.
De overheid garandeert de doorstroom van relevante beleidsinformatie over het (volwassenen)onderwijs naar de consortia volwassenenonderwijs. Deze informatie wordt verstrekt via onder meer overleg- en informatievergaderingen en schriftelijke of elektronische communicatie.
Artikel 19
Subsidiëring van de consortia volwassenenonderwijs
§1. Voor de uitvoering van de overeenkomst stelt de Vlaamse Regering, conform de bepalingen van artikel 77, §3 van het decreet van 15 juni betreffende het volwassenenonderwijs en ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, jaarlijks een subsidie ter beschikking van het consortium. Die subsidie omvat middelen voor personeelskosten, werkingskosten en investeringen.
§2. De subsidie bestaat uit twee delen: een globale subsidie en een specifieke subsidie voor de opdracht, beschreven in artikel 12. De globale subsidie en de specifieke subsidie worden gelijktijdig toegekend.
§3. De globale subsidie wordt berekend op basis van het totale volume lesurencursist gegenereerd door de centra die aangesloten zijn bij het consortium volwassenenonderwijs in de referteperiode van 1 februari 2007 tot 31 maart 2008. De lesurencursist gegenereerd door een regiovreemde vestigingsplaats worden verrekend bij het volume lesurencursist van het consortium volwassenenonderwijs van het werkingsgebied waarin het gelegen is.
§4. De specifieke subsidie voor de uitvoering van de opdracht, beschreven in artikel 12, wordt berekend op basis van de gemiddelde jaarpopulatie van de strafinrichtingen binnen het werkingsgebied in 2007.
Het consortium werft met deze specifieke subsidie een volume aan voltijdse equivalenten in de functie van onderwijscoördinatoren aan dat de realisatie van de opdracht, vermeld in artikel 12, mogelijk maakt.
§5. De subsidie wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van het prijsindexcijfer, zoals bepaald in artikel 77, §6 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
§6. De subsidie, bestaand uit de globale en de specifieke subsidie, wordt aan het consortium uitbetaald in twee schijven en een saldo:
1° een eerste schijf van 45 procent wordt uitbetaald uiterlijk op 31 maart;
2° een tweede schijf van 45 procent wordt uitbetaald uiterlijk op 30 september;
3° het saldo van 10 procent wordt uitbetaald nadat het activiteitenverslag en het financieel rapport, zoals vermeld in artikel 77, §5, 3° van hetzelfde decreet ingediend werd bij de afdeling Volwassenenonderwijs van het agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen.
§7. De middelen, zoals bepaald in §1, kunnen geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden, indien blijkt dat deze middelen niet worden aangewend voor de realisatie van de opdrachten, vermeld in deze samenwerkingsovereenkomst.
§8. Ten aanzien van de personeelsleden, aangeworven voor de realisatie van de opdrachten, draagt het consortium volwassenenonderwijs de verplichtingen verbonden aan het werkgeverschap.
§9. Het consortium kan een reservefonds aanleggen. Het totale bedrag van de overdrachten naar dit reservefonds mag cumulatief de limiet niet overschrijden van 20% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe
§10. Het consortium volgt de boekhoudkundige verplichtingen die zijn opgelegd in de wet van 27 juni 1921 betreffende verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, en in het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen.
§11. Eventuele middelen van derden, of die voortvloeien uit opdrachten van derden, worden in de financiële rapportering op basis van een analytische verwerking strikt gescheiden gehouden van de opdrachten en de subsidie toegekend op basis van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
§12. Indien het consortium niet meer voldoet aan de voorwaarden, bepaald in artikel 76 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, heeft het consortium, na vaststelling door de afdeling Volwassenenonderwijs van het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen, zes maandende tijd om zich opnieuw in orde te stellen met deze voorwaarden. In het andere geval is het consortium volwassenenonderwijs niet langer subsidieerbaar en wordt de samenwerkingsovereenkomst beëindigd.
Artikel 20
Overgangsmaatregel subsidiëring 1 september – 31 december 2008
In afwijking van artikel 19, §6, wordt voor de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december 2008 als subsidie een bedrag van 1/3de van de subsidie, zoals vermeld in artikel 19, §3, betaald.
Deze subsidie wordt als volgt aan het consortium uitbetaald:
1° een voorschot van 90 procent wordt uitbetaald na ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst;
2° het saldo van 10 procent wordt uitbetaald nadat het activiteitenverslag en het financieel rapport aan de afdeling Volwassenenonderwijs van het agentschap voor Hoger Onderwijs Volwassenenonderwijs en Studietoelagen bezorgd werd.
Artikel 21 Rapportering
Uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van deze overeenkomst dient het consortium bij de bevoegde administratie het opleidingsplan in, zoals vermeld in artikel 2 van deze overeenkomst. Bij indiening is het opleidingsplan ten minste ingevuld wat betreft de luiken 1 tot en met 6.
Uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van deze overeenkomst dient het consortium bij de bevoegde administratie het samenwerkingsprotocol met de Huizen van het Nederlands (Huis van het Nederlands), zoals vermeld in artikel 4 van deze overeenkomst.
Het consortium rapporteert jaarlijks over de realisatie van de activiteiten, zoals beschreven in artikel 2 tot en met artikel 15 van de samenwerkingsovereenkomst. Uit dit activiteitenverslag blijkt in welke mate de activiteiten voldoen aan de resultaatsverbintenissen. Het activiteitenverslag bevat steeds een geactualiseerde versie van het opleidingsplan, vermeld in artikel 2.
Het activiteitenverslag en het financieel rapport worden voor 31 maart bezorgd aan de afdeling Volwassenenonderwijs van het agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen.
Artikel 22
Duur en inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst
De uitwerking van deze samenwerkingsovereenkomst gaat in op 1 september 2008 voor een periode van 5 jaren. Deze samenwerkingsovereenkomst kan tussentijds en in onderling overleg tussen de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en het consortium gewijzigd worden.
De ombudsdienst wordt ten laatste één maand na het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomst opgestart.
In geval van betwisting is de Rechtbank van eerste aanleg van Brussel bevoegd.
Artikel 23 Toezicht
§1. De afdeling Volwassenenonderwijs van het agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen kan vragen bijkomende documenten in verband met de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst voor te leggen.
§2. De gemachtigde ambtenaren kunnen ter plaatse alle controles verrichten om na te gaan of de modaliteiten van deze samenwerkingsovereenkomst worden nageleefd en of de subsidie, zoals vermeld in artikel 17, §1 aangewend worden conform de reglementaire bepalingen.
Artikel 24 Audit
In 2009 vindt een financiële en kwalitatieve audit plaats, hoofdzakelijk met betrekking tot de uitvoering van artikel 77 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
Op basis van deze audit zal de Vlaamse Regering nagaan in welke mate de consortia volwassenenonderwijs, zoals voorzien in het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, effectief tot stand zijn gekomen en functioneren. Het betreft dus eerder een organisatorische doorlichting en in mindere mate een kwalitatieve evaluatie.
In 2012 wordt de organisatie en de werking van de consortia volwassenenonderwijs geëvalueerd in functie van de opmaak van een nieuwe overeenkomst.
Artikel 25 Restbepaling
Elementen die niet in deze overeenkomst werden opgenomen, worden door de betrokken partijen afzonderlijk overeengekomen.
Opgemaakt te Brussel op …
In 2 exemplaren, één voor de Vlaamse Regering en één voor het consortium
Voor de Vlaamse Regering
Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx
Vlaams minister van Onderwijs en Vorming
Voor het consortium
Voorzitter