VERKOOPPROSPECTUS
VERKOOPPROSPECTUS
(met bijlage en beheersreglement)
_
Ethna-DYNAMISCH
_
Beheersmaatschappij:
ETHENEA Independent Investors S.A. (société anonyme)
Bewaarder:
DZ PRIVATBANK S.A. (société anonyme)
Versie: 01.05.2022
Inhoud
BEHEER, VERKOOP EN ADVISERING 3
VERKOOPPROSPECTUS 6
DE BEHEERSMAATSCHAPPIJ 6
DE BEWAARDER 7
HET REGISTRATIE- EN TRANSFERKANTOOR 8
HET CENTRAAL BEHEERSKANTOOR 8
RECHTSPOSITIE VAN DE BELEGGERS 8
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE HANDEL IN AANDELEN VAN HET FONDS 9
BELEGGINGSDOELSTELLINGEN EN BELEGGINGSBELEID 10
INFORMATIE OVER DERIVATEN EN ANDERE TECHNIEKEN EN INSTRUMENTEN 10
BEREKENING VAN DE AANDEELWAARDE 14
EMISSIE VAN AANDELEN 14
INKOOP EN OMWISSELING VAN AANDELEN 15
ALGEMENE INFORMATIE OVER RISICO'S 17
RISICOPROFIELEN 25
PROCEDURE VAN RISICOBEHEER 26
LIQUIDITEITSBEHEER 27
BELASTING OP HET FONDS 28
BELASTING OP INKOMSTEN UIT AANDELEN VAN HET BELEGGINGSFONDS BIJ DE BELEGGER 28
BEKENDMAKING VAN DE AANDEELWAARDE EN DE EMISSIE- EN INKOOPKOERS 29
INFORMATIE VOOR DE BELEGGERS 29
INFORMATIE VOOR BELEGGERS MET BETREKKING TOT DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA 31
DE BESTRIJDING VAN HET WITWASSEN VAN GELD 33
GEGEVENSBESCHERMING 34
BIJLAGE 37
BEHEERSREGLEMENT 53
ARTIKEL 1 – HET FONDS 53
ARTIKEL 2 – DE BEHEERSMAATSCHAPPIJ 53
ARTIKEL 3 – DE BEWAARDER 54
ARTIKEL 4 – ALGEMENE BEPALINGEN VAN HET BELEGGINGSBELEID 57
ARTIKEL 5 – AANDELEN 67
ARTIKEL 6 – BEREKENING XXX XX XXXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 7 – OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE AANDEELWAARDE 70
ARTIKEL 8 – EMISSIE VAN AANDELEN 71
ARTIKEL 9 – BEPERKING EN OPSCHORTING VAN DE EMISSIE VAN AANDELEN 72
ARTIKEL 10 – INKOOP EN OMWISSELING VAN AANDELEN 73
ARTIKEL 11 – KOSTEN 75
ARTIKEL 12 – AANWENDING XXX XX XXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 13 – BOEKJAAR - ACCOUNTANTSCONTROLE 78
ARTIKEL 14 – XXXXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 15 – FUSIE VAN HET FONDS 79
ARTIKEL 16 – ONTBINDING VAN HET FONDS 80
ARTIKEL 17 – VERJARING 81
ARTIKEL 18 – TOEPASSELIJK RECHT, BEVOEGDE RECHTERLIJKE INSTANTIE EN TAAL VAN DE OVEREENKOMST
.......................................................................................................................................................................... 81
ARTIKEL 19 – WIJZIGINGEN VAN HET BEHEERSREGLEMENT 81
ARTIKEL 20 – INWERKINGTREDING 81
Xxxxxx, verkoop en advisering Beheersmaatschappij
ETHENEA Independent Investors S.A.
00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx
Eigen vermogen op 31 december 2020: 1.000.000 euro.
Raad van bestuur van de beheersmaatschappij (bestuursorgaan) Voorzitter van de raad van bestuur
Xxxxxx Xxxxxxx
ETHENEA Independent Investors S.A.
Leden van de raad van bestuur
Xxxxxxx Xxxxxxxx ETHENEA Independent Investors S.A.
Xxxxxxxx Xxxxxxx
IPConcept (Luxemburg) S.A. (société anonyme)
Directeuren van de beheersmaatschappij
Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx
Accountant van de beheersmaatschappij Ernst & Young S.A. (société anonyme)
00X, Xxxxxx Xxxx X. Xxxxxxx X-0000 Xxxxxxxxxx
Bewaarder
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Registratie- en transferkantoor evenals centraal be- heerskantoor
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Betaalkantoor
Groothertogdom Luxemburg
DZ PRIVATBANK S.A.
4, rue Xxxxxx Xxxxxx
L-1445 Strassen, Luxemburg
Accountant van het fonds
Ernst & Young S.A.
35E, Avenue Xxxx X. Xxxxxxx L-1855 Luxembourg
Fondsmanager
ETHENEA Independent Investors S.A.
00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx
Het in dit verkoopprospectus (met bijlage en beheersreglement) ("verkoopprospectus") beschreven gemeen- schappelijk beleggingsfonds is een Luxemburgs beleggingsfonds (fonds commun de placement), dat overeen- komstig deel I van de Luxemburgse wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve beleg- ging ("wet van 17 december 2010"), zoals gewijzigd, in de vorm van een monofonds voor onbepaalde tijd is opgericht.
Dit verkoopprospectus is alleen geldig in combinatie met het laatst bekendgemaakte jaarverslag, dat niet ouder mag zijn dan zestien maanden. Wanneer het laatste jaarverslag ouder dan acht maanden is, dient aan de koper bovendien het halfjaarverslag te worden verstrekt. De wettelijke basis voor de aankoop van aandelen zijn het actuele verkoopprospectus en de "essentiële beleggersinformatie". Met de aankoop van aandelen aanvaardt de belegger dit verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsook alle goedgekeurde en gepubliceerde wijzigingen daarvan.
Tijdig vóór de aankoop van fondsaandelen wordt aan de belegger kosteloos de "essentiële beleggersinformatie" verstrekt.
Het is niet toegestaan inlichtingen te verstrekken of verklaringen af te leggen die afwijken van het verkoopprospectus of van de "essentiële beleggersinformatie". De beheersmaatschappij kan niet aansprakelijk worden gesteld als en voor zover er inlichtingen worden verstrekt of verklaringen worden afgelegd die afwijken van het huidige verkoopprospectus of van de "essentiële beleggersinformatie".
Het verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen op een duurzame gegevensdrager door de beleggers kosteloos worden verkregen bij de zetel van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in de betaalkantoren en bij de tussenpersoon. Het verkoopprospectus en de "essentiële beleggersinformatie" kunnen ook op de website xxx.xxxxxxx.xxx worden geraadpleegd. Op verzoek van de belegger kunnen de vermelde documenten hem ook op papier worden toegezonden. In verband met verdere informatie wordt verwezen naar het hoofdstuk "Informatie voor de beleggers".
Verkoopprospectus
Het in dit verkoopprospectus beschreven gemeenschappelijk beleggingsfonds ("fonds") wordt beheerd door
ETHENEA Independent Investors S.A.
Bij dit verkoopprospectus zijn een bijlage bij het fonds en het beheersreglement van het fonds gevoegd. Het beheersreglement is voor het eerst in werking getreden op 10 november 2009. Het is neergelegd bij het Han- dels- en vennootschappenregister in Luxemburg en een vermelding van deze neerlegging is op 30 november 2009 gepubliceerd in het "Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations", het staatsblad van het Groothertog- dom Luxemburg ("Mémorial"). Het Mémorial werd op 1 juni 2016 door het nieuwe informatieplatform Recueil électronique des sociétés et associations ("RESA") van het Handels- en vennootschapsregister in Luxemburg vervangen.
Het beheersreglement werd op 1 januari 2020 het laatst gewijzigd en op het RESA gepubliceerd.
Het verkoopprospectus (met bijlage) en het beheersreglement vormen inhoudelijk één geheel en vullen elkaar derhalve aan.
De beheersmaatschappij
De beheersmaatschappij van het fonds is ETHENEA Independent Investors S.A. ("beheersmaatschappij"), een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X- 0000 Xxxxxxxx. Zij is op 10 september 2010 voor onbepaalde tijd opgericht. Haar statuten zijn op 15 septem- ber 2010 gepubliceerd in het Mémorial. Een laatste wijziging van de statuten van de beheersmaatschappij is in werking getreden op 1 januari 2015 en is op 13 februari 2015 gepubliceerd in het Mémorial. De beheersmaat- schappij is in het Handels- en vennootschappenregister van Luxemburg ingeschreven onder het nummer R.C.S. Luxemburg B-155427. Het boekjaar van de beheersmaatschappij eindigt op 31 december van elk jaar. Op 31 december 2020 bedroeg het eigen vermogen van de beheersmaatschappij 1.000.000 euro.
Het doel van de beheersmaatschappij is de oprichting en het beheer van op grond van Richtlijn 2009/65/EG en haar wijzigingen ("Richtlijn 2009/65/EG") toegelaten Luxemburgse instellingen voor collectieve belegging in effecten en andere instellingen voor collectieve belegging, die niet onder Richtlijn 2009/65/EG vallen en waar- voor de beheersmaatschappij onderworpen is aan toezicht.
De beheersmaatschappij is in overeenstemming met de voorschriften van de gewijzigde Richtlijn 2009/65/EG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instel- lingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's).
De beheersmaatschappij is verantwoordelijk voor het beheer en de bedrijfsleiding van het fonds. Zij mag voor rekening van het fonds alle maatregelen in het kader van de bedrijfsleiding en het beheer en alle rechtstreeks en middellijk met het fondsvermogen verbonden rechten uitoefenen.
De beheersmaatschappij treedt bij de vervulling van haar taken eerlijk, redelijk, professioneel en onafhankelijk van de bewaarder op en handelt uitsluitend in het belang van de beleggers.
De beheersmaatschappij vervult haar plichten met de zorgvuldigheid van een betaalde gevolmachtigde.
De raad van bestuur van de beheersmaatschappij heeft de xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx tot directeur benoemd en alle taken in verband met de bedrijfsleiding aan hen over- gedragen.
Naast het in dit verkoopprospectus beschreven fonds beheert de beheersmaatschappij ook de volgende beleg- gingsfondsen: Ethna–AKTIV, Ethna–DEFENSIV, Ethna SICAV en HESPER FUND.
De beheersmaatschappij kan in verband met het beheer van de activa van het fonds onder eigen controle en verantwoordelijkheid een beleggingsadviseur/fondsmanager inschakelen.
De beleggingsbeslissingen, het verstrekken van de orders en de keuze van de brokers zijn uitsluitend voor de beheersmaatschappij voorbehouden voor zover er geen fondsmanager is belast met het beheer van het fonds- vermogen.
De beheersmaatschappij heeft het recht om, met behoud van haar eigen verantwoordelijkheid en controle, haar eigen activiteiten aan derden uit te besteden.
De overdracht van taken mag op geen enkele manier afbreuk doen aan de doeltreffendheid van het door de beheersmaatschappij verschafte toezicht. De beheersmaatschappij mag door de overdracht van taken met name niet verhinderd worden om in het belang van de beleggers te handelen.
Het fondsmanagement
Het fondsmanagement wordt door de beheersmaatschappij, ETHENEA Independent Investors S.A., zelf uitge- oefend.
De taken van het fondsmanagement bestaan in het bijzonder uit de dagelijkse omzetting van het beleggingsbe- leid en de onmiddellijke beleggingsbelissing.
Bovendien kan de beheersmaatschappij op eigen verantwoordelijkheid, kosten en controle de taken van het fondsmanagement overdragen aan ETHENEA Independent Investors (Schweiz) AG met zetel in Xxxxxxxxxxxxxx 00, XX-0000 Xxxxxxxx, die beschikt over een vergunning voor vermogensbeheer en is onderworpen aan over- eenkomstig toezicht.
De beheersmaatschappij neemt alle kosten die in verband met de door haar verrichte diensten ontstaan voor haar rekening. Makelaarsprovisies, transactiekosten en andere bedrijfskosten in verband met de aan- en ver- koop van vermogenswaarden worden door het fonds gedragen.
De bewaarder
De enige bewaarder van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. met statutaire zetel in 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg. De bewaarder is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht en verricht bank- transacties.
De rechten en plichten van de bewaarder zijn in overeenstemming met de Wet van 17 december 2010, de geldende regelgeving, de bewaardersovereenkomst, het beheersreglement (artikel 3) en dit verkoopprospec- tus (met bijlage). Zij handelt eerlijk, redelijk en professioneel, treedt onafhankelijk van de beheersmaatschappij op en handelt uitsluitend in het belang van het fonds en de beleggers.
De bewaarder heeft volgens artikel 3 van het beheersreglement de mogelijkheid om delen van haar taken aan derden te delegeren ("onderbewaarders").
Een actueel overzicht van de onderbewaarders is te raadplegen op de website van de beheersmaatschappij (xxx.xxxxxxx.xxx) of is op aanvraag gratis verkrijgbaar bij de beheersmaatschappij.
Op verzoek zal de beheersmaatschappij de beleggers de recentste informatie verstrekken over de identiteit van de bewaarder van het fonds, de beschrijving van de plichten van de bewaarder alsook de belangenconflicten die kunnen ontstaan en de beschrijving van alle door de bewaarder overgedragen bewaringsfuncties, de lijst van de onderbewaarders resp. bewaarplaatsen en vermelding van eventuele belangenconflicten die uit de takendelegatie kunnen voortvloeien.
Door de benoeming van de bewaarder en/of de onderbewaarders kunnen potentiële belangenconflicten be- staan, die nader worden beschreven in het hoofdstuk "Potentiële belangenconflicten".
Het registratie- en transferkantoor
Het registratie- en transferkantoor van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. waarvan de zetel gelegen is te 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg. Het registratie- en transferkantoor is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht. De taken van het registratie- en transferkantoor bestaan uit de uitvoering van ver- zoeken en orders in verband met de inschrijving op aandelen, de inkoop, omwisseling en overdracht van aan- delen en het bijhouden van het aandelenregister.
Het centraal beheerskantoor
Het centraal beheerskantoor van het fonds is DZ PRIVATBANK S.A. waarvan de zetel gelegen is te 0, xxx Xxxxxx Xxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx. Het centraal beheerskantoor is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht en heeft als opdracht de boekhouding, berekening van de aandeelwaarde en de opstelling van de jaarrekening.
Het centraal beheerskantoor heeft verschillende bestuurlijke taken onder zijn verantwoordelijkheid en contro- le, bijvoorbeeld de berekening van de netto intrinsieke waarde, overgedragen aan de Attrax Financial Services
S.A. (société anonyme) gevestigd te 0, Xxxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx.
Rechtspositie van de beleggers
De beheersmaatschappij belegt de in het fonds belegde middelen in eigen naam voor gemeenschappelijke rekening van de beleggers overeenkomstig het beginsel van risicospreiding in effecten en/of andere toegelaten vermogenswaarden in overeenstemming met artikel 41 van de Wet van 17 december 2010. De belegde midde- len en de daarmee verworven vermogenswaarden vormen het fondsvermogen dat apart wordt gehouden van het eigen vermogen van de beheersmaatschappij.
De beleggers participeren in het fondsvermogen als mede-eigenaar naargelang van de hoogte van hun aande- lenbezit. De aandelen in het fonds worden uitgegeven op grond van de in de bijlage genoemde wijze van effec- tisering en de daar vermelde coupures. Indien aandelen op naam worden uitgegeven, worden deze door het registratie- en transferkantoor geregistreerd in het aandelenregister dat voor het fonds wordt bijgehouden. In
dit verband worden aan de beleggers bevestigingen van de opname in het aandelenregister verzonden aan het adres dat in het aandelenregister vermeld staat. Er bestaat geen recht op afgifte van materiële aandeelbewij- zen.
Alle aandelen van het fonds hebben in beginsel gelijke rechten, tenzij de beheersmaatschappij beslist om in overeenstemming met artikel 5, derde lid, van het beheersreglement in het fonds verschillende aandelenklas- sen uit te geven.
De beheersmaatschappij wijst de beleggers op het feit dat iedere belegger al zijn beleggersrechten slechts rechtstreeks ten opzichte van het fonds kan doen gelden wanneer de belegger zelf en onder zijn eigen naam is ingeschreven in het aandeelhoudersregister van het fonds. Indien de belegger in een fonds heeft belegd via een tussenpersoon die de belegging in eigen naam maar in opdracht van de belegger verricht, kan de belegger al zijn beleggersrechten niet onvoorwaardelijk rechtstreeks ten opzichte van het fonds doen gelden. Xxxxxxxxx krijgen hierbij het advies om inlichtingen in te winnen over hun rechten.
Algemene informatie over de handel in aandelen van het fonds
Een belegging in het fonds wordt beschouwd als een langetermijninvestering. De beheersmaatschappij ver- werpt arbitragemethoden zoals "market timing" en "late trading".
Onder "market timing" verstaat men de arbitragemethode waarbij de belegger systematisch aandelen van een fonds binnen een korte tijdsspanne met gebruikmaking van tijdsintervallen en/of onvolkomenheden of zwakke punten in het beoordelingssysteem van de netto intrinsieke waarde van het fonds intekent, omwisselt of te- rugneemt. De beheersmaatschappij neemt de nodige beschermings- of controlemaatregelen om dergelijke praktijken te voorkomen. Ze behoudt zich ook het recht voor een aanvraag tot inschrijving of opdracht tot omwisseling van een belegger af te wijzen, te herroepen of op te schorten wanneer de betrokken belegger verdacht wordt van "market timing".
De aan- of verkoop van aandelen na de sluiting van de handel tegen de reeds vaststaande of te voorziene slot- koers - zogenoemde "late trading" - wordt door de beheersmaatschappij streng afgewezen. De beheersmaat- schappij zorgt er in elk geval voor dat de emissie en inkoop van aandelen wordt afgesloten op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Wanneer echter het vermoeden bestaat dat een belegger aan "late trading" doet, kan de beheersmaatschappij de acceptatie van de intekenings- of inkoopaan- vraag zolang weigeren tot de aanvrager iedere twijfel in verband met zijn aanvraag heeft opgehelderd.
Er kan niet worden uitgesloten dat de aandelen van het fonds ook op officiële beurzen of op andere markten worden verhandeld.
De marktprijs die ten grondslag ligt aan de beurshandel of de handel op andere markten wordt niet uitsluitend bepaald door de waarde van de in het fonds aangehouden vermogenswaarden, maar ook door vraag en aan- bod. Daardoor komt het dat deze marktprijs kan afwijken van de meegedeelde aandelenkoers.
Beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid
De doelstelling van het beleggingsbeleid van het fonds is het realiseren van een passende waardestijging in de fondsvaluta (zoals gedefinieerd in de bijlage), rekening houdend met de criteria van waardestabiliteit, behoud van het kapitaal en liquiditeit van het fondsvermogen. Het specifieke beleggingsbeleid van het fonds wordt beschreven in de bijlage bij het verkoopprospectus.
De in artikel 4 van het beheersreglement vermelde algemene beleggingsprincipes en beleggingsbeperkingen gelden voor dit fonds voor zover er voor het fonds geen afwijkingen of aanvullingen zijn opgenomen in de bijla- ge bij het verkoopprospectus.
Het fondsvermogen wordt belegd met inachtneming van het beginsel van risicospreiding in de zin van de voor- schriften van deel I van de Wet van 17 december 2010 en op grond van de in artikel 4 van het beheersregle- ment beschreven beleggingsstrategische beginselen en binnen de beleggingsbeperkingen.
Informatie over derivaten en andere technieken en instrumenten
In overeenstemming met de in artikel 4 van het beheersreglement genoemde algemene bepalingen van het beleggingsbeleid kan de beheersmaatschappij voor het fonds, om de beleggingsdoelstellingen te bereiken, in het kader van een doeltreffend portefeuillebeheer gebruikmaken van derivaten, effectenfinancieringstransac- ties en andere technieken en instrumenten die voldoen aan de beleggingsdoelstellingen van het fonds. De contractpartners of financiële tegenpartijen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 ("SFTR") bij voornoemde transacties moeten instellingen onder toezicht zijn en moeten zijn gevestigd in een lidstaat van de EU, een ander land dat partner is van het Verdrag betreffende de EER, of in een derde land waarvan de toezichtsbepalingen naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig zijn aan die van het recht van de EU. De con- tractpartner of de financiële tegenpartij moet in beginsel beschikken over minstens een "investment grade"- rating, waarvan echter in gemotiveerde uitzonderingen kan worden afgezien. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de contractpartner of financiële tegenpartij na de selectie onder deze rating valt. In dit geval zal de beheersmaatschappij een afzonderlijke test uitvoeren. Ze moeten bovendien in dit soort transacties gespeciali- seerd zijn. Bij de selectie van de contractpartners of financiële tegenpartijen in het kader van effectenfinancie- ringstransacties en totale-opbrengstenswaps ("total return swaps") wordt met criteria zoals juridische status, land van oorsprong en rating van de contractpartner rekening gehouden. Meer informatie is gratis beschikbaar op de in het hoofdstuk "Informatie voor de beleggers" vermelde website van de beheersmaatschappij. Hierbij kan niet worden uitgesloten dat het bij de contractpartner of financiële tegenpartij gaat om een onderneming die verbonden is met de beheersmaatschappij of met de fondsmanager/beleggingsadviseur. In dit verband verwijzen wij naar het hoofdstuk "Mogelijke belangenconflicten".
Derivaten en andere technieken en instrumenten bieden aanzienlijke kansen, maar gaan ook gepaard met grote risico's. Op basis van de hefboomwerking van deze producten kunnen met een relatief bescheiden inzet van kapitaal grote verliezen ontstaan voor het fonds. Hieronder volgt een illustratieve, niet-exhaustieve op- somming van derivaten, technieken en instrumenten die voor het fonds kunnen worden gebruikt:
1. Optierechten
Een optierecht is het recht om een bepaalde vermogenswaarde op een vooraf bepaald tijdstip ("uitoe- feningstijdstip") of gedurende een vooraf bepaalde periode aan te kopen ("aankoopoptie"/"call") of te verkopen ("verkoopoptie"/"put") tegen een vooraf bepaalde prijs ("uitoefeningsprijs"). De prijs van een aankoop- of verkoopoptie is de optiepremie.
Voor het fonds mogen zowel aankoop- als verkoopopties worden verworven of verkocht, op voorwaar- de dat het fonds conform het in de bijlage beschreven beleggingsbeleid mag beleggen in de onderlig- gende waarden.
2. Financiële termijncontracten
Financiële termijncontracten zijn overeenkomsten waarbij beide partijen de plicht op zich nemen om op een bepaald tijdstip, de vervaldag, een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde te kopen respectievelijk te verkopen tegen een vooraf overeengekomen prijs.
Voor het fonds mogen financiële termijncontracten alleen worden afgesloten op voorwaarde dat het fonds conform het in bijlage beschreven beleggingsbeleid mag beleggen in de onderliggende waarden.
3. In financiële instrumenten besloten derivaten
Voor het fonds mogen "financiële instrumenten met besloten derivaat" worden verworven, indien het bij de basiswaarden gaat om instrumenten in de zin van artikel 41, lid (1) van de wet van 17 december 2010 of bijvoorbeeld financiële indexen, rentevoeten, wisselkoersen of valuta. Bij "financiële instrumen- ten met besloten derivaat" kan het bijvoorbeeld om gestructureerde producten (certificaten, aandelen- obligaties, optieobligaties, converteerbare obligaties, credit linked notes enz.) of optiebewijzen gaan. De volgens het begrip van "in financiële instrumenten besloten derivaten" ontworpen producten onder- scheiden zich doorgaans doordat de besloten afgeleide componenten de kasstromen van het volledige product beïnvloeden. Naast de risicokenmerken van effecten moet ook rekening worden gehouden met de risicokenmerken van derivaten en andere technieken en instrumenten.
Gestructureerde producten mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat het bij deze producten gaat om effecten in de zin van artikel 2 van de verordening van 8 februari 2008 van het Groothertogdom Luxem- burg.
4. Effectenfinancieringstransacties
Als effectenfinancieringstransacties gelden bijv.:
- Effectenleningen
- Repo-overeenkomsten
4.1 Effectenleningen
Er worden geen effectenleningen voor het fonds afgesloten.
4.2 Repo-overeenkomsten
Er worden geen repo-overeenkomsten voor het fonds afgesloten.
5. Deviezentermijncontracten
De beheersmaatschappij mag voor het fonds deviezentermijncontracten afsluiten.
Deviezentermijncontracten zijn overeenkomsten waarbij beide partijen de plicht op zich nemen om op een bepaald tijdstip, de vervaldag, een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde onderliggende valuta te kopen respectievelijk te verkopen tegen een vooraf overeengekomen prijs.
6. Swaps
De beheersmaatschappij mag voor rekening van het fondsvermogen in het kader van de beleggingsprinci- pes swaptransacties afsluiten.
Een swap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij kasstromen, vermogenswaarden, opbrengsten of risico's worden geruild. Bij de swaptransacties die voor het fonds afgesloten mogen worden, gaat het bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, om renteswaps, valutaswaps, equity swaps en credit default swaps.
Een renteswap is een transactie waarbij twee partijen kasstromen ruilen die berusten op vaste of variabele rentebetalingen. De transactie kan worden vergeleken met de opname van middelen tegen een vast ren- tepercentage en de gelijktijdige plaatsing van middelen tegen een variabel rentepercentage waarbij de nominale bedragen van de vermogenswaarden niet worden uitgewisseld.
Valutaswaps betreffen meestal een ruiltransactie van de nominale bedragen van de vermogenswaarden. Ze zijn te vergelijken met een opname van middelen in een bepaalde valuta en de gelijktijdige plaatsing van middelen in een andere valuta.
Asset swaps, vaak ook "synthetische effecten" genoemd, zijn transacties die het rendement op een be- paalde vermogenswaarde in een andere renterichting (vast of variabel) of in een andere valuta converte- ren, doordat de vermogenswaarde (bijvoorbeeld lening, floating rate note, bankdeposito, hypotheek) wordt gecombineerd met een rente- of valutaswap.
Een equity swap wordt gekenmerkt door de ruil van kasstromen, waardeveranderingen en/of opbrengsten van een andere vermogenswaarde tegen kasstromen, waardeveranderingen en/of opbrengsten van een andere vermogenswaarde, waarbij minstens één van de geruilde kasstromen of opbrengsten van een ver- mogenswaarde een aandeel of aandelenindex is.
De verdragsluitende partijen kunnen geen invloed uitoefenen op de samenstelling of het beheer van de beleggingsportefeuille van de icbe of de onderliggende waarden van de afgeleide producten. Voor transac- ties in verband met de beleggingsportefeuille van de icbe is geen toestemming van de tegenpartij vereist.
Total return swaps of andere derivaten met dezelfde kenmerken.
De beheermaatschappij sluit voor het fonds geen total return swaps of andere derivaten met dezelfde kenmerken af.
7. Swaptions
Een swaption is het recht, maar niet de plicht, om op een bepaald tijdstip of binnen een bepaalde termijn een swap af te sluiten waarvan de voorwaarden nauwkeurig bepaald zijn. Voor het overige gelden dezelfde beginselen als bij optietransacties.
8. Technieken voor kredietrisicobeheer
De beheersmaatschappij kan voor het fonds met het oog op een doeltreffend beheer van het fondsver- mogen ook zogenaamde credit default swaps ("CDS") gebruiken. Op de markt van de kredietderivaten vormen de CDS het breedst verspreide en kwantitatief belangrijkste instrument. CDS maken het mogelijk om het kredietrisico los te maken van de onderliggende kredietverhouding. Doordat het kredietrisico af- zonderlijk verhandelbaar wordt, biedt dit meer mogelijkheden voor systematische risico- en opbrengsten- controle. Met een CDS kan een zekerheidsnemer (zekerheidskoper, protection buyer) zich voor een wel- bepaalde termijn dekken tegen bepaalde risico's die voortvloeien uit een kredietverhouding door aan een zekerheidsverschaffer (zekerheidsverkoper, protection seller) een op het nominaal bedrag berekende pe- riodieke premie te betalen voor de overname van het kredietrisico. Deze premie richt zich onder andere naar de kwaliteit van de onderliggende referentiedebiteur(en) (= kredietrisico). De af te wentelen risico's worden vooraf duidelijk gedefinieerd als zogenaamde kredietgebeurtenissen ("credit event"). Zolang er zich geen credit event voordoet, moet de verkoper van de CDS niets betalen. Wanneer er zich een credit event voordoet, betaalt de verkoper het vooraf bepaalde bedrag, bijvoorbeeld de nominale waarde of een vergoeding voor het verschil tussen de nominale waarde van de referentieactiva en hun marktwaarde na het optreden van de credit event ("cash settlement"). De koper heeft dan het recht om een in de overeen- komst omschreven actief van de referentiedebiteur aan te bieden terwijl de premiebetalingen van de ko- per vanaf dit tijdstip worden vastgesteld. Het fonds kan optreden als zekerheidsnemer of als zekerheids- verschaffer.
CDS worden buitenbeurs verhandeld (OTC-markt) waardoor rekening kan worden gehouden met specifie- kere, niet-gestandaardiseerde behoeften van beide partijen – ten koste van een lagere liquiditeit.
De verbintenis van de verplichtingen die uit de CDS voortvloeien, moet zowel stroken met de belangen als met het beleggingsbeleid van het fonds. Bij de beleggingsgrenzen in overeenstemming met artikel 4, zesde lid, van het beheersreglement dient rekening te worden gehouden met de aan de CDS onderliggende le- ningen en de betrokken emittent.
Credit default swaps worden regelmatig gewaardeerd op grond van begrijpelijke en transparante metho- den. De beheersmaatschappij en de accountant zullen toezicht houden op de begrijpelijkheid en de trans- parantie van de waarderingsmethoden en hun aanwending. Indien in het kader van dit toezicht verschillen worden vastgesteld, dan zorgt de beheersmaatschappij ervoor dat deze worden verholpen.
Opmerkingen
Ten gevolge van de aanwending van technieken en instrumenten voor een doeltreffend portefeuillebeheer is het mogelijk dat er directe/indirecte kosten ontstaan die worden doorgerekend aan het fondsvermogen en dus het fondsvermogen verkleinen. Deze kosten kunnen zowel ontstaan voor derden als voor partijen die behoren tot de beheersmaatschappij of de bewaarder.
De bovengenoemde technieken en instrumenten kunnen eventueel door de beheersmaatschappij worden uitgebreid wanneer op de markt nieuwe instrumenten worden aangeboden die in overeenstemming zijn met het beleggingsdoel en die het fonds conform de prudentiële en wettelijke voorschriften mag aanwen- den.
Alle opbrengsten die voortkomen uit de aanwending van technieken en instrumenten voor een doeltref- fend portefeuillebeheer, verminderd met directe en indirecte operationele kosten, worden aan het fonds betaald en maken deel uit van de netto intrinsieke waarde van het fonds.
Informatie over de opbrengsten die voortkomen uit de technieken en instrumenten voor een doeltreffend portefeuillebeheer voor de totale verslagperiode is te vinden in het actuele jaarverslag van het fonds sa- men met de gegevens over directe/indirecte kosten voor zover deze betrekking hebben op het beheer van het fonds.
Berekening van de aandeelwaarde
Het nettofondsvermogen van het fonds luidt in euro ("referentievaluta").
De waarde van een aandeel ("aandeelwaarde") luidt in de valuta die in de bijlage bij het verkoopprospectus is vermeld ("fondsvaluta"), indien voor eventuele andere aandelenklassen in de bijlage bij het verkoopprospectus geen valuta is opgegeven die van de fondsvaluta afwijkt ("valuta van de aandelenklasse").
De aandeelwaarde wordt door de beheersmaatschappij of een door haar gemachtigde onder toezicht van de bewaarder berekend op elke bankwerkdag in Luxemburg, behalve op 24 en 31 december van het jaar ("waar- deringsdag"). Voor de berekening van de aandeelwaarde wordt de waarde van de tot het fonds behorende vermogenswaarden, verminderd met de verplichtingen van het fonds ("nettofondsvermogen") op elke waarde- ringsdag vastgesteld en gedeeld door het aantal aandelen van het fonds dat op de waarderingsdag in omloop is. De uitkomst wordt afgerond op twee decimalen. Verdere informatie over de berekening van de aandeel- waarde is vastgelegd in artikel 6 van het beheersreglement.
Emissie van aandelen
1. De aandelen worden op elke waarderingsdag uitgegeven tegen de emissiekoers. De emissiekoers is de aandeelwaarde op grond van artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement, vermeerderd met een be- drag voor emissiekosten, met een maximale hoogte voor het fonds die is vermeld in de bijlage bij het verkoopprospectus. De emissiekoers kan worden verhoogd met vergoedingen of andere belastingen die in rekening worden gebracht in de betrokken landen van verkoop.
2. Aanvragen tot inschrijving voor de aankoop van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkantoor, de tussenpersoon en de be- taalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn verplicht de aanvragen tot inschrijving onmid- dellijk door te geven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en trans- ferkantoor is doorslaggevend. Het aanvaardt de aanvragen tot inschrijving in opdracht van de beheers- maatschappij. Aankooporders voor de verwerving van aandelen die schriftelijk zijn vastgelegd in globale certificaten ("aandelen aan toonder") worden door de instantie waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend.
Volledige aanvragen tot inschrijving voor aandelen op naam of aankooporders van aandelen aan toon- der die uiterlijk om 17.00 uur op een waarderingsdag bij de desbetreffende instantie zijn binnengeko- men, worden afgehandeld op basis van de emissiekoers van de daarop volgende waarderingsdag, indien de tegenwaarde van de aandelen waarop is ingeschreven, beschikbaar is. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de emissie van aandelen wordt afgesloten op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Wanneer echter het vermoeden bestaat dat een belegger aan late trading doet, kan de beheersmaatschappij de acceptatie van de aanvraag tot inschrijving/de aan- kooporder zolang weigeren tot de aanvrager iedere twijfel in verband met zijn aanvraag tot inschrij- ving/aankooporder heeft opgehelderd. Volledige aanvragen tot inschrijving voor aandelen op naam of aankooporders van aandelen aan toonder die na 17.00 uur op een waarderingsdag bij de desbetreffen- de instantie zijn binnengekomen, worden afgehandeld op basis van de emissiekoers van de tweede daaropvolgende waarderingsdag.
Indien de tegenwaarde van de aandelen op naam waarop moet worden ingeschreven niet beschikbaar is op het tijdstip waarop de volledige aanvraag tot inschrijving bij het registratie- en transferkantoor is ontvangen of wanneer de aanvraag tot inschrijving foutief of onvolledig is ontvangen, geldt de aanvraag tot inschrijving als door het registratie- en transferkantoor ontvangen op de datum waarop de tegen- waarde van de aandelen waarop is ingeschreven wel beschikbaar is en de datum waarop de aanvraag tot inschrijving naar behoren is ingediend.
De aandelen aan toonder worden na de afrekening bij het registratie- en transferkantoor via zogenaam- de betalings-/termijntransacties stap voor stap, d.w.z. tegen betaling van het investeringsbedrag, over- gedragen aan het kantoor waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt.
3. De emissieprijs moet binnen het in de bijlage van het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bij- behorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de des- betreffende valuta van de aandelenklasse worden betaald bij de bewaarder in Luxemburg.
4. De omstandigheden waarin de emissie van aandelen wordt opgeschort, worden beschreven in artikel 9
i.v.m. artikel 7 van het beheersreglement.
Inkoop en omwisseling van aandelen
1. De beleggers hebben het recht om op ieder gewenst tijdstip de inkoop van hun aandelen tegen de aan- deelwaarde te verlagen, in overeenstemming met artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement, even- tueel verminderd met een inkoopprovisie ("inkoopkoers"). Deze inkoop geschiedt alleen op een waar- deringsdag. Wanneer er een inkoopprovisie in rekening wordt gebracht, dan wordt de maximale hoogte daarvan voor het fonds vermeld in de bijlage bij dit verkoopprospectus.
De uitbetaling van de inkoopkoers wordt in bepaalde landen verminderd met de daar geldende belas- tingen en andere heffingen. Wanneer de inkoopprijs is uitbetaald, vervalt het bijbehorende aandeel.
2. De uitbetaling van de inkoopkoers en eventuele andere betalingen aan de beleggers geschieden via de bewaarder en de betaalkantoren. De bewaarder is slechts verplicht tot uitbetaling als de overboeking van de inkoopkoers in het land van de aanvrager niet wordt verboden door wettelijke bepalingen, bij- voorbeeld wettelijke voorschriften in verband met deviezen of andere omstandigheden waarop de be- waarder geen invloed heeft.
De beheersmaatschappij kan aandelen eenzijdig terugkopen tegen betaling van de inkoopprijs, indien zij dit nodig acht in het belang van alle beleggers of ter bescherming van de beleggers of van het fonds.
3. Indien er binnen het fonds verscheidene aandelenklassen worden aangeboden, kunnen aandelen van een aandelenklasse ook worden omgewisseld in aandelen van een andere aandelenklasse binnen het fonds, tenzij in de bijlage bij het verkoopprospectus anders wordt bepaald. In deze gevallen wordt geen omwisselprovisie berekend.
De beheersmaatschappij kan een verzoek tot omwisseling van de hand wijzen wanneer dit nodig blijkt in het belang van het fonds of van de aandelenklassen of in het belang van de beleggers.
4. Volledige inkooporders of omwisselingsorders voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkan- toor, de tussenpersoon en de betaalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn verplicht de inkoop- en omwisselingsorders onmiddellijk door te geven aan het registratie- en transferkantoor.
Een inkoop- of omwisselingsorder voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam is slechts volledig wanneer dit de naam en het adres van de belegger, het aantal en de tegenwaarde van de terug te geven of om te wisselen aandelen en de naam van het fonds vermeldt, en wanneer dit door de be- trokken belegger is ondertekend.
Volledige verkooporders voor de terugname van aandelen aan toonder worden door het kantoor waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. Het is niet mogelijk om aandelen aan toonder om te wisselen.
Volledige terugname-/verkooporders resp. volledige omwisselingsorders die uiterlijk om 17.00 uur op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de daarop volgende waarderingsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtne- ming van de omwisselprovisie. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de terugname, de verkoop resp. de omwisseling van aandelen wordt afgerekend op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Volledige terugname-/verkooporders of volledige omwisse- lingsorders die na 17.00 uur op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de tweede erop volgende waarderingsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtneming van de omwisselprovisie.
De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend voor de ontvangst van de terug- name-/verkooporder.
De inkoopkoers wordt binnen het in de bijlage bij het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bijbehorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de desbetreffende valuta van de aandelenklasse uitbetaald. Voor aandelen op naam geschiedt de uitbeta- ling op een rekening die door de belegger moet worden aangeduid.
5. De beheersmaatschappij is verplicht de inkoop of omwisseling van aandelen tijdelijk op te schorten omwille van een opschorting van de berekening van de aandeelwaarde.
6. De beheersmaatschappij heeft met voorafgaande goedkeuring van de bewaarder en met inachtneming van de belangen van de beleggers het recht om omvangrijke inkopen pas te realiseren nadat de over-
eenkomstige vermogenswaarden van het fonds zonder uitstel zijn verkocht. In dat geval geschiedt de inkoop tegen de op dat ogenblik geldende inkoopkoers. Dit geldt eveneens voor orders m.b.t. de om- wisseling van aandelen. De beheersmaatschappij ziet er echter op toe dat het fondsvermogen steeds voldoende liquide middelen bevat, zodat onder normale omstandigheden een inkoop of omwisseling van aandelen op verzoek van de beleggers direct kan plaatsvinden.
Algemene informatie over risico's Algemeen marktrisico
De vermogenswaarden, waarin de beheersmaatschappij voor rekening van het fonds belegt, omvatten naast de kans op waardestijging ook risico's. Wanneer het fonds rechtstreeks of middellijk in effecten en andere vermogenswaarden belegt, dan stelt het zich bloot aan de algemene trends en tendensen op de markten, met name de effectenmarkten, die gebaseerd zijn op sterk uiteenlopende, en vaak ook irrationele factoren. Zo kunnen er zich waardeverliezen voordoen wanneer de marktwaarde van de vermogenswaarden daalt ten op- zichte van de instapkoers. Wanneer de aandeelhouder aandelen van het fonds verkoopt op een ogenblik waar- op de koers van de vermogenswaarden in het fonds is gedaald ten opzichte van het ogenblik waarop hij die aandelen gekocht had, dan krijgt hij het geld dat hij in het fonds belegd heeft niet volledig terug. Hoewel het fonds streeft naar bestendige waardetoename, kan dit niet worden gegarandeerd. Het risico van de belegger blijft echter beperkt tot het door hem belegde bedrag. Een verplichting tot bijbetaling van bedragen boven het door hem belegde geld bestaat er niet.
Renterisico
Met de belegging in vastrentende effecten hangt de mogelijkheid samen dat het marktrenteniveau dat op het ogenblik van de emissie van een effect bestaat, kan wijzigen. Wanneer de marktrente stijgt ten opzichte van de rente op het tijdstip van emissie, dan dalen doorgaans de koersen van vastrentende effecten. Wanneer de marktrente echter daalt, dan stijgt de koers van vastrentende effecten. Deze koersevolutie leidt ertoe dat het huidige rendement van het vastrentende effect in zekere zin overeenstemt met de huidige marktrente. Deze koersschommelingen vallen echter anders uit, afhankelijk van de looptijd van het vastrentende effect. Vastren- tende effecten met een kortere looptijd vertonen minder koersrisico dan vastrentende effecten met een lange- re looptijd. Vastrentende effecten met een kortere looptijd leveren doorgaans echter minder rendement op dan vastrentende effecten met een langere looptijd.
Risico van negatieve creditrentevoeten
De beheersmaatschappij belegt liquide middelen van het fonds bij de bewaarder of andere kredietinstellingen voor rekening van het fonds. Voor deze tegoeden bij kredietinstellingen is ten dele een rentevoet overeenge- komen die met vermindering van een bepaalde marge met de internationale rentevoeten overeenkomt. Indien de rentevoeten dalen tot onder de overeengekomen marge, leidt dit tot negatieve rente op de betreffende rekening. Afhankelijk van de ontwikkeling van het rentebeleid van de betreffende centrale banken kunnen zowel tegoeden op korte, middellange als lange termijn bij kredietinstellingen een negatieve rente realiseren.
Kredietrisico
De kredietwaardigheid (solvabiliteit en betalingsbereidheid) van de emittent van een effect of geldmarktin- strument dat rechtstreeks of middellijk door het fonds wordt aangehouden, kan achteraf dalen. Dit leidt door- gaans tot koersdalingen van het betrokken effect die ingrijpender zijn dan de algemene marktschommelingen.
Ondernemingsrisico
De koersevolutie van effecten en geldmarktinstrumenten die rechtstreeks of middellijk door het fonds worden aangehouden, hangt ook af van factoren die met de onderneming in kwestie te maken hebben, bijvoorbeeld van de bedrijfseconomische omstandigheden van de emittent. Wanneer die specifieke factoren van de onder- neming verslechteren, kan de koerswaarde van het betrokken effect duidelijk en voortdurend dalen, ongeacht eventueel algemeen positieve ontwikkelingen op de beurs.
Debiteurenrisico
De emittent van een effect dat rechtstreeks of middellijk door het fonds wordt aangehouden of de debiteur van een vordering die tot een fonds behoort, kan insolvabel worden. De bijbehorende vermogenswaarden van het fonds kunnen hierdoor economisch waardeloos worden.
Tegenpartijrisico
Indien transacties niet worden verricht via een beurs of een gereglementeerde markt (buitenbeurs- of OTC- transacties) of indien er effectenfinancieringstransacties worden verricht, bestaat – naast het algemene debi- teurenrisico – ook het risico dat de tegenpartij van de transactie in gebreke blijft of haar verplichtingen niet volledig nakomt. Dit geldt vooral voor transacties in technieken en instrumenten. Om het tegenpartijrisico bij OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties te beperken, kan de beheersmaatschappij zekerheden aan- vaarden. Dit gebeurt in overeenstemming en rekening houdend met de vereisten van ESMA-richtsnoer 2014/937. Als zekerheid kunnen contanten, staatsobligaties of schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer lidstaten van de Europese Unie behoren en gedekte schuldbrieven worden aanvaard. De verkregen contante zekerheden worden niet herbelegd. De overige ver- kregen zekerheden worden niet verkocht, herbelegd of verpand. Voor de ontvangen zekerheden gebruikt de beheersmaatschappij trapsgewijze waarderingscorrecties met inachtneming van de specifieke eigenschappen van de zekerheden en emittenten (zogenoemde haircut-strategie). In de volgende tabel vindt u de gegevens van telkens de laagste toegepaste waarderingscorrecties per soort zekerheid:
Zekerheid | Minimale haircut |
Contant geld (fondsvaluta) | 0 % |
Contant geld (vreemde valuta's) | 0 % |
Staatsobligaties (looptijd minder dan een jaar) | 0 % |
Staatsobligaties (looptijd vanaf een jaar) | 0,50% |
Schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe één of meer lidstaten van de Europese Unie beho- ren en gedekte schuldbrieven | 0,50% |
Uitvoeriger gegevens over de toegepaste waarderingscorrecties kunnen te allen tijde gratis bij de beheers- maatschappij worden opgevraagd.
Zekerheden die de beheersmaatschappij in het kader van OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties ontvangt, moeten onder meer aan de volgende criteria voldoen:
i) Niet-contante zekerheden moeten voldoende liquide zijn en op een gereguleerde markt of binnen een multilateraal handelssysteem worden verhandeld.
ii) De zekerheden staan permanent onder toezicht en worden dagelijks gewaardeerd volgens de markt.
iii) Zekerheden die een hoge volatiliteit vertonen, mogen niet zonder passende haircuts (waarde- ringscorrecties) worden geaccepteerd.
iv) De kredietwaardigheid van de emittent moet hoog zijn.
v) De zekerheden moeten voldoende gediversifieerd zijn volgens land, markt en emittent. Er wordt geen rekening gehouden met wisselwerkingen tussen de zekerheden. De ontvangen zekerheden moeten echter door een partij worden uitgegeven die niet met de tegenpartij verbonden is.
vi) De waarborg die niet contant wordt betaald, moet worden uitgegeven door een onderneming die niet met de tegenpartij verbonden is.
Er zijn geen voorschriften voor een inperking van de resterende looptijd van zekerheden.
Aan de basis van deze garantie liggen individuele contractuele overeenkomsten tussen de contractpartner en de beheersmaatschappij. Hierin worden onder andere de soort en kwaliteit van de zekerheden, haircuts, belas- tingvrije bedragen en minimumoverdrachtbedragen gedefinieerd. De waarden van de OTC-derivaten en de eventueel reeds gestelde zekerheden worden op dagelijkse basis vastgesteld. Indien op basis van de individuele contractuele voorwaarden een vermeerdering of vermindering van de zekerheden nodig is, worden deze bij de tegenpartij opgevraagd of teruggevorderd. Informatie betreffende de overeenkomsten kan te allen tijde gratis bij de beheersmaatschappij worden opgevraagd.
Met betrekking tot de risicospreiding van de ontvangen zekerheden geldt dat de maximale exposure tegenover één bepaalde emittent niet meer mag bedragen dan 20% van het nettovermogen van het fonds. In afwijking hiervan geldt artikel 4, vijfde lid, onder h), van het beheersreglement met betrekking tot het emittentenrisico bij de ontvangst van zekerheden van bepaalde emittenten.
De beheersmaatschappij kan voor rekening van het fonds in het kader van derivaten- en effectenfinancierings- transacties effecten als zekerheid in ontvangst nemen. Wanneer deze effecten als zekerheid werden overge- dragen, moeten ze bij de bewaarder worden bewaard. Indien de beheersmaatschappij de effecten in het kader van derivaattransacties als zekerheid heeft verpand, is de bewaring onderhevig aan het oordeel van de zeker- xxxxxxxxxx.
Valutarisico
Wanneer een fonds rechtstreeks of middellijk vermogenswaarden aanhoudt die in deviezen luiden, dan bestaat er ook een valutarisico (voor zover deze posities in deviezen niet zijn afgedekt). Een eventuele waardevermin- dering van de vreemde valuta ten opzichte van de basisvaluta van het fonds heeft tot gevolg dat de waarde van de in die vreemde valuta luidende vermogenswaarden daalt.
Aandelenklassen waarvan de valuta niet is uitgedrukt in de fondsvaluta kunnen overeenkomstig zijn onderwor- pen aan een afwijkend valutarisico. Dit valutarisico kan per geval worden afgedekt tegen de fondsvaluta.
Specifieke risico's met betrekking tot tegen valuta afgedekte aandelenklassen
Aandelenklassen waarvan de valuta niet is uitgedrukt in de fondsvaluta zijn onderworpen aan een valutarisico dat kan worden afgedekt door gebruik te maken van financiële derivaten. De kosten, verplichtingen en/of voordelen die met deze afdekking gepaard gaan, vallen uitsluitend ten laste van de betreffende aandelenklas- se.
Door financiële derivaten voor slechts een aandelenklasse te gebruiken, kunnen ook tegenpartijrisico's en ope- rationele risico's ontstaan voor de beleggers in andere aandelenklassen van het fonds.
De afdekking wordt gebruikt om eventuele wisselkoersschommelingen tussen de fondsvaluta en de afgedekte aandelenklassenvaluta te verminderen. Via deze afdekkingsstrategie moet het valutarisico van de afgedekte aandelenklasse zo worden gelijkgesteld dat de ontwikkeling van de afgedekte aandelenklasse de ontwikkeling van een aandelenklasse in de fondsvaluta zo nauwkeurig mogelijk volgt.
Dankzij het gebruik van deze afdekkingsstrategie kan de belegger van de betreffende aandelenklasse genieten van een aanzienlijke bescherming tegen het risico van waardeverminderingen van de aandelenklassenvaluta met betrekking tot de waarde van de fondsvaluta. Dit kan er evenwel ook toe leiden dat de beleggers van de afgedekte aandelenklasse niet kunnen profiteren van een waardestijging ten opzichte van de fondsvaluta. Bij uiterst sterke marktverschuivingen kan het tevens komen tot incongruenties tussen de valutapositie van het fonds en de valutapositie van de afgedekte aandelenklasse.
In het geval van een nettostroom in de afgedekte aandelenklasse kan deze valuta-afdekking onder bepaalde omstandigheden pas later gebeuren resp. worden aangepast, zodat deze pas op een later tijdstip tot uiting komt in de netto intrinsieke waarde van de afgedekte aandelenklasse.
Sectorrisico
Indien een fonds in het kader van zijn beleggingen gericht is op welbepaalde sectoren, wordt de risicospreiding daardoor ook beperkt. Bijgevolg is het fonds niet alleen in grote mate afhankelijk van de algemene evolutie, maar ook van de evolutie van de bedrijfswinsten in één enkele sector of in sectoren waartussen een wisselwer- king bestaat.
Landen-/regiorisico
Indien een fonds in het kader van zijn beleggingen gericht is op welbepaalde landen of regio's, wordt de risico- spreiding daardoor eveneens beperkt. Bijgevolg is het fonds in grote mate afhankelijk van de algemene evolu- tie van afzonderlijke landen en regio's of van landen en regio's waartussen een wisselwerking bestaat en van de ondernemingen die daar gevestigd zijn of er hun activiteiten ontplooien.
Juridisch of fiscaal risico
De juridische of fiscale behandeling van het fonds kan op onafzienbare en niet-beïnvloedbare wijze worden gewijzigd.
Landen- en transferrisico
De economische of politieke onstabiliteit van landen, waar een fonds heeft belegd, kan ertoe leiden dat een fonds het verschuldigde geld niet, niet tijdig of niet volledig, of enkel in een andere valuta ontvangt, ook al is de
emittent van het betrokken effect of een andere vermogenswaarde solvabel. Beperkingen in de omloop van deviezen of in de overdracht daarvan, of het gebrek aan bekwaamheid of bereidheid tot overdracht kunnen hiervoor doorslaggevend zijn. Indien de emittent in een andere valuta betaalt, is deze positie ook onderworpen aan een valutarisico.
Risico ten gevolge van overmacht
Onder overmacht worden gebeurtenissen verstaan waarvan het optreden niet door de betrokkenen kan wor- den gecontroleerd. Daartoe behoren bijvoorbeeld ernstige verkeersongevallen, pandemieën, aardbevingen, overstromingen, orkanen, ongelukken met kernenergie, oorlog en terrorisme, ontwerp- en constructiefouten waarover het fonds geen controle heeft, milieuwetgeving, algemene economische omstandigheden of arbeids- geschillen. Indien het fonds wordt getroffen door een of meer gevallen van overmacht, kan dit leiden tot ver- liezen of zelfs tot het volledige verlies van het fonds.
Liquiditeitsrisico
Voor het fonds kunnen ook vermogenswaarden en derivaten worden verworven die niet op een beurs zijn toegelaten of op een andere georganiseerde markt zijn toegelaten of hierin betrokken zijn. Deze vermogens- waarden kunnen mogelijk alleen met grote prijsverminderingen, met vertraging of helemaal niet worden door- verkocht. Ook op een beurs toegelaten vermogenswaarden kunnen afhankelijk van de marktsituatie, het volu- me, het tijdskader en de geplande kosten mogelijk niet of slechts met grote prijsverminderingen worden ver- kocht. Hoewel voor het fonds alleen vermogenswaarden mogen worden verworven die principieel op elk mo- ment kunnen worden geliquideerd, kan niet worden uitgesloten dat deze op bepaalde momenten of perma- nent slechts met verlies kunnen worden verkocht.
Bewaarrisico
De bewaring van vermogenswaarden gaat gepaard met een verliesrisico dat kan resulteren uit insolventie of de schending van de "goede huisvader"-regel door de bewaarder of een onderbewaarder of door andere gebeur- tenissen.
Groeimarktrisico
Beleggingen in groeimarkten ("emerging markets") zijn beleggingen in landen die o.a. op grond van de definitie van de Wereldbank niet zijn ondergebracht in de categorie "hoog bruto nationaal inkomen per hoofd", d.w.z. die niet als "ontwikkeld" worden aangemerkt. Voor de beleggingen in deze landen gelden – naast de specifieke risico's van de betreffende aandelenklasse – doorgaans grotere risico's en ook in hoge mate het liquiditeitsrisi- co en het algemene marktrisico. In opkomende landen kunnen politieke, economische en sociale onstabiliteit of diplomatieke gebeurtenissen de beleggingen in deze landen beïnvloeden. Bijgevolg kunnen bij de afwikke- ling van transacties in waarden uit deze landen op grotere schaal risico's optreden die nadelig kunnen zijn voor de beleggers, met name omdat daar in het algemeen een levering van effecten niet snel tegen betaling moge- lijk of gebruikelijk is. De hiervoor beschreven landen- en transferrisico's zijn in deze landen tevens erg hoog.
In groeimarkten kunnen de wettelijke en reglementaire omgeving en de normen van boekhouding, controle en verslaggeving bovendien duidelijk afwijken van het niveau en de normen waar een belegger zich moet aan houden en die internationaal gebruikelijk zijn. Dit leidt niet enkel tot verschillen in overheidstoezicht en - regulering maar ook kunnen de vordering en afwikkeling van vorderingen van het fonds gepaard gaan met verdere risico's. Ook kan in zulke landen een hoger bewaarrisico bestaan, wat ook kan worden veroorzaakt
door de verschillende vormen van eigendomsverschaffing van de verworven vermogenswaarden. De markten in opkomende landen zijn doorgaans volatieler en minder liquide dan de markten in industrielanden. Hierdoor kunnen de aandelenwaarden van het fonds meer schommelen.
Inflatierisico
Onder inflatierisico wordt verstaan: het gevaar dat het vermogen in waarde daalt door toedoen van geldont- waarding. Inflatie kan ertoe leiden dat de opbrengst van een fonds en de waarde van de beleggingen als dus- danig lager worden in relatie tot de koopkracht. Het inflatierisico geldt voor verschillende valuta's in uiteenlo- pende mate.
Concentratierisico
Ook een concentratie van de belegging in bepaalde vermogenswaarden of markten kan risico's met zich mee- brengen. In deze gevallen kunnen gebeurtenissen die een invloed hebben op deze vermogenswaarden of mark- ten, een sterkere invloed hebben op het fondsvermogen. Zo kunnen voor het fondsvermogen verliezen ont- staan die in verhouding groter zijn dan bij een meer gediversifieerd beleggingsbeleid.
Performance-risico
Een positieve waardeontwikkeling kan bij gebrek aan een door een derde partij uitgesproken garantie niet worden gegarandeerd. Bovendien kunnen voor het fonds verworven vermogenswaarden een andere waarde- ontwikkeling doormaken dan bij de verwerving werd verwacht.
Afwikkelingsrisico
Bij de afwikkeling van effectentransacties bestaat het risico dat een van de contractuele partijen niet, te laat of niet zoals overeengekomen betaalt of de effecten niet of niet op tijd levert. Dit afwikkelingsrisico bestaat ook bij de stopzetting van zekerheden voor het fonds.
Risico's bij het gebruik van derivaten en andere technieken en instrumenten
Door het hefboomeffect van optierechten kan de waarde van het fondsvermogen sterker worden beïnvloed – zowel in positieve als in negatieve zin – dan bij de rechtstreekse aankoop van effecten en andere vermogens- waarden het geval is; in dit opzicht is het gebruik daarvan met bijzondere risico's verbonden.
Financiële termijncontracten die niet als afdekking maar met een ander doel worden gebruikt, gaan eveneens gepaard met aanzienlijke kansen en risico’s aangezien telkens slechts een fractie van de contractomvang (inleg) meteen moet worden betaald.
Koersschommelingen kunnen aldus leiden tot aanzienlijke winst of verlies. Hierdoor kunnen zowel het risico als de volatiliteit van het fonds worden vergroot.
Afhankelijk van de vorm van swaps kunnen een toekomstige wijziging van de marktrente (renterisico) of het insolvabel worden van de tegenpartij (tegenpartijrisico), alsook de wijziging van de onderliggende waarde van invloed zijn op de waardering van de swaps. In principe kunnen toekomstige (waarde)wijzigingen van de onder- liggende kasstromen, vermogenswaarden, opbrengsten of risico's leiden tot winsten, maar ook tot verliezen in het fonds.
Technieken en instrumenten gaan met bepaalde beleggings- en liquiditeitsrisico's gepaard.
Aangezien het gebruik van in financiële instrumenten besloten derivaten met een hefboomwerking gepaard kan gaan, kan het gebruik ervan leiden tot grotere schommelingen - zowel positief als negatief - van de waarde van het fondsvermogen.
Xxxxxx'x in verband met de ontvangst en het verlenen van zekerheden
De beheersmaatschappij ontvangt of verleent OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties zekerheden. OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties kunnen in waarde wijzigen. Het risico bestaat dat de ontvan- gen zekerheden niet meer volstaan om de leverings- of teruggavevereisten van de beheersmaatschappij te- genover de partijen volledig te dekken. Om dit risico tot een minimum te beperken, zal de beheersmaatschap- pij in het kader van het Collateral Management elke dag de waarde van de zekerheden afstemmen op de waarde van de OTC-derivaten en effectenfinancieringstransacties, en zekerheden in afspraak met de partijen navorderen.
De zekerheden kunnen in contanten, als staatsobligaties of als schuldbrieven van internationale instellingen met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer lidstaten van de Europese Unie behoren en gedekte schuldbrieven worden aanvaard. De kredietinstelling waarbij de contanten worden bewaard, kan echter weg- vallen. Staatsobligaties en schuldbrieven van internationale instellingen kunnen zich negatief ontwikkelen. Indien de overeenkomst wegvalt, kunnen de belegde zekerheden met of ondanks inachtneming van haircuts niet meer in hun volledige omvang beschikbaar zijn, hoewel ze door de beheersmaatschappij voor het fonds in de oorspronkelijk gegarandeerde hoogte weer terug gegarandeerd moeten worden. Om dit risico tot een mi- nimum te beperken, controleert de beheersmaatschappij in het kader van het Collateral Management de waarden op dagelijkse basis en komt ze bijkomende zekerheden overeen bij een verhoogd risico.
Risico's met betrekking tot doelfondsen
De risico's van de doelfondsaandelen die voor het fondsvermogen worden verworven, zijn sterk gelinkt aan de risico's van de zich in dit doelfonds bevindende vermogenswaarden en de daardoor gevolgde beleggingsstrate- gieën. De vermelde risico's kunnen echter door de diversifiëring van vermogensbeleggingen binnen de speciale vermogens waarvan aandelen worden verworven, en door de diversifiëring binnen dit fondsvermogen worden gereduceerd.
Omdat de managers van de afzonderlijke doelfondsen onafhankelijk van elkaar handelen, kan het echter ook gebeuren dat meerdere doelfondsen dezelfde of tegengestelde beleggingsstrategieën volgen. Hierdoor kunnen bestaande risico's cumuleren en eventuele kansen kunnen elkaar opheffen.
Normaal gesproken is het niet mogelijk dat de beheersmaatschappij het management van de doelfondsen controleert. Hun beleggingsbeslissingen hoeven niet dwingend met de aannames of verwachtingen van de maatschappij overeen te stemmen.
De beheersmaatschappij is vaak niet onmiddellijk op de hoogte van de meest recente samenstelling van de doelfondsen. Indien de samenstelling niet met haar aannames of verwachtingen overeenkomt, kan ze eventu- eel pas met een grote vertraging reageren door de doelfondsaandelen terug te geven.
Open beleggingsvermogens waar het fonds aandelen verwerft, kunnen bovendien tijdelijk de terugname van de aandelen onderbreken. Dan wordt de beheersmaatschappij verhinderd, de aandelen aan het doelfonds te
verkopen, doordat ze deze tegen uitbetaling van de terugnameprijs bij de beheersmaatschappij of de bewaar- der van het doelfonds teruggeeft.
Bovendien kunnen bij het verwerven van doelfondsen principieel kosten worden berekend op het niveau van het doelfonds. Daardoor worden bij de belegging in doelfondsen twee keer kosten aangerekend.
Risico van inkoopopschorting
De beleggers kunnen principieel van de beheersmaatschappij verlangen dat deze hun aandelen terugkoopt op een waarderingsdag. De beheersmaatschappij kan de inkoop van aandelen in uitzonderlijke omstandigheden echter tijdelijk opschorten en de aandelen pas later inkopen tegen de op dat tijdstip geldige koers (zie ook artikel 7 van het beheersreglement "Opschorting van de berekening van de aandeelwaarde" en artikel 10 van het beheersreglement "Inkoop en omwisseling van aandelen"). Deze koers kan lager zijn dan de koers die gold vóór de opschorting van de inkoop.
De beheersmaatschappij kan zich ook gedwongen zien de inkoop op te schorten wanneer een of meer fondsen, waarvan aandelen voor het fonds zijn verworven, zelf de inkoop van aandelen opschorten en wanneer deze een aanzienlijk aandeel van het nettofondsvermogen vormen.
Duurzaamheidsrisico's
Het optreden van een gebeurtenis of omstandigheid op het gebied van milieu, maatschappij of goed bestuur ("ESG") die, feitelijk of potentieel, een wezenlijk nadelig effect kan hebben op de waarde van de belegging en daarmee op het rendement van het fonds, wordt beschouwd als een duurzaamheidsrisico. Duurzaamheidsrisi- co's kunnen een aanzienlijke invloed hebben op andere soorten risico's, zoals het marktprijsrisico of het risico dat een tegenpartij in gebreke blijft, en kunnen het risico binnen deze soorten risico's aanzienlijk beïnvloeden. Als geen rekening wordt gehouden met ESG-risico's, kan dat op lange termijn een negatief effect hebben op het rendement.
Risico's die voortvloeien uit de ESG-strategie
Voor zover ESG-criteria in overweging worden genomen als onderdeel van het beleggingsbesluitvormingspro- ces van het fonds in overeenstemming met zijn beleggingsstrategie, kan de keuze van doelbeleggingen van het fonds worden beperkt en kan het rendement van het fonds lager uitvallen dan bij fondsen die geen ESG-criteria in overweging nemen. De beslissing welke component doorslaggevend is vanuit het oogpunt van het totale risico en rendement, is onderworpen aan de subjectieve beoordeling van het fondsmanagement.
Mogelijke belangenconflicten
De beheersmaatschappij, haar werknemers, vertegenwoordigers en/of verbonden ondernemingen mogen als bestuurslid, beleggingsadviseur, fondsmanager, centraal bestuurs-, registratie- en transferkantoor of op andere wijze als dienstverlener optreden ten gunste van het fonds. De functie van de bewaarder resp. onderbewaar- ders die met bewaarfuncties worden belast, kan eveneens door een aan de beheersmaatschappij verbonden onderneming worden waargenomen. Indien er een band bestaat tussen de beheersmaatschappij en de be- waarder, beschikken zij over gepaste structuren om mogelijke belangenconflicten als gevolg van deze band te vermijden. Indien belangenconflicten niet kunnen worden voorkomen, zullen de beheersmaatschappij en de bewaarder deze identificeren, controleren, opvolgen en, indien nodig, bekendmaken. De beheersmaatschappij is zich ervan bewust dat er belangenconflicten kunnen ontstaan op grond van de verschillende activiteiten die
zij met betrekking tot het bestuur van het fonds zelf uitvoert. Conform de Wet van 17 december 2010 en de toepasselijke beheersvoorschriften van de CSSF beschikt de beheersmaatschappij over toereikende en passen- de structuren en controlemechanismen en handelt zij met name in het beste belang van het fonds. De even- tuele belangenconflicten als gevolg van de takendelegatie zijn beschreven in de Principes voor de omgang met belangenconflicten. De beheersmaatschappij heeft deze gepubliceerd op haar website xxx.xxxxxxx.xxx. Indien de belangen van de beleggers worden belemmerd door het optreden van een belangenconflict, zal de beheersmaatschappij de aard resp. de oorzaken van het bestaande belangenconflict bekendmaken op haar website. Wanneer de beheersmaatschappij opdrachten aan derden uitbesteedt, controleert zij of die derden de nodige en gelijkwaardige maatregelen hebben getroffen om te voldoen aan alle eisen betreffende de orga- nisatie en ter voorkoming van belangenconflicten zoals vastgesteld in de toepasselijke Luxemburgse wet- en regelgeving.
Risicoprofielen
De door de beheersmaatschappij beheerde beleggingsfondsen worden ondergebracht bij een van de volgende risicoprofielen. Het risicoprofiel voor elk fonds vindt u in de bijbehorende bijlage. De beschrijvingen van de volgende profielen worden gegeven op basis van normaal functionerende markten. Bij onvoorziene marktom- standigheden of marktverstoringen omwille van niet-functionerende markten kunnen nog andere risico's op- treden dan die welke in het risicoprofiel worden vermeld.
Risicoprofiel – Gericht op veiligheid
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op veiligheid. Op grond van de samenstelling van het net- tofondsvermogen bestaat er een gering totaalrisico, dat overeenkomstige winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Conservatief
Het fonds is geschikt voor behoudsgezinde beleggers. Op grond van de samenstelling van het nettofondsver- mogen bestaat er een gematigd totaalrisico, dat ook gematigde winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Gericht op groei
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op groei. Op grond van de samenstelling van het net- tofondsvermogen bestaat er een hoog totaalrisico, dat ook hoge winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Risicoprofiel – Speculatief
Het fonds is geschikt voor beleggers met een speculatieve instelling. Op grond van de samenstelling van het nettofondsvermogen bestaat er een zeer hoog totaalrisico, dat ook zeer hoge winstkansen met zich mee- brengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, kredietwaardigheids- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Procedure van risicobeheer
De beheersmaatschappij past een procedure van risicobeheer toe waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van de door haar beheerde fondsen te allen tijde te bewaken en te meten. Conform de Wet van 17 december 2010 en de toepasselijke op het gebied van toezicht gestelde eisen van de Commission de Surveillance du Secteur Fi- nancier ("CSSF") brengt de beheersmaatschappij regelmatig verslag uit aan de CSSF over de toegepaste proce- dure van risicobeheer. In het kader van de procedure van risicobeheer garandeert de beheersmaatschappij aan de hand van relevante en geschikte methoden dat het aan derivaten gekoppelde totale risico van de beheerde fondsen niet groter is dan de totale nettowaarde van de portefeuilles ervan. Daartoe maakt de beheersmaat- schappij gebruik van de volgende methoden:
• Commitment approach:
Bij de methode "commitment approach" worden de posities op grond van afgeleide financiële instrumen- ten omgerekend naar de bijbehorende equivalente (eventueel deltagewogen) onderliggende waarden of nominale waarden. Daarbij wordt rekening gehouden met salderings- en hedgingeffecten tussen afgeleide financiële instrumenten en de onderliggende waarden ervan. De som van deze equivalente onderliggende waarden mag niet hoger zijn dan de totale nettowaarde van de fondsenportefeuille.
• VaR-methode:
Value-at-Risk (VaR) is een mathematisch-statistisch begrip en wordt in de financiële sector gebruikt als een risicomaatstaf. De VaR duidt het mogelijke verlies van een portefeuille aan tijdens een bepaalde periode (de "stilstandperiode"), dat met een bepaalde waarschijnlijkheidsgraad (het "betrouwbaarheidsinterval") niet zal worden overschreden.
• Relatieve VaR-methode:
Bij de relatieve VaR-methode mag de VaR van het fonds de VaR van een referentieportefeuille niet overschrijden met een factor die afhankelijk is van de hoogte van het risicoprofiel van het fonds. De prudentieel maximaal toegelaten factor bedraagt 200 %. Daarbij is de referentieportefeuille in princi- pe een correcte weerspiegeling van het beleggingsbeleid van het fonds.
• Absolute VaR-methode:
Bij de absolute VaR-methode mag de VaR (99 % betrouwbaarheidsinterval, 20 dagen stilstandperiode) van het fonds niet hoger zijn dan het aandeel van het fondsvermogen dat afhankelijk is van de hoogte van het risicoprofiel van het fonds. De prudentieel maximaal toegelaten limiet bedraagt 20 % van het fondsvermogen.
Voor fondsen, waarvan het onderzoek van het totale risico aan de hand van VaR-methoden gebeurt, schat de beheersmaatschappij de verwachte mate van hefboomwerking. Deze mate van hefboomwerking kan, afhanke- lijk van de marktsituatie, afwijken van de werkelijke waarde en zowel worden over- als onderschreden. De belegger wordt erop gewezen dat uit deze informatie geen conclusies over het risicogehalte van het fonds worden getrokken. Bovendien mag de bekendgemaakte verwachte mate van hefboomwerking uitdrukkelijk niet worden beschouwd als de beleggingsgrens. De gebruikte methode voor de bepaling van het totale risico en, voor zover van toepassing, de bekendmaking van de referentieportefeuille en de verwachte mate van hef-
boomwerking en de berekeningsmethode daarvan worden vermeld in de specifiek voor het fonds geldende bijlage.
Liquiditeitsbeheer
De beheersmaatschappij heeft voor het fonds schriftelijk vastgelegde principes en procedures vastgesteld die haar in staat stellen het liquiditeitsrisico van het fonds te bewaken en ervoor te zorgen dat het liquiditeitspro- fiel van de beleggingen van het fonds in overeenstemming is met de onderliggende verplichtingen van het fonds. Rekening houdend met de beleggingsstrategie ziet het liquiditeitsprofiel van het fonds er als volgt uit: Het liquiditeitsprofiel van het fonds wordt in zijn geheel bepaald door zijn structuur in termen van de vermo- genswaarden en verplichtingen in het fonds, alsmede in termen van de beleggersstructuur en de aflossings- voorwaarden zoals vastgelegd in het verkoopprospectus.
De principes en procedures omvatten:
De beheersmaatschappij houdt toezicht op de liquiditeitsrisico's die zich kunnen voordoen op het ni- veau van het fonds of de vermogenswaarden. Daarbij beoordeelt zij de liquiditeit van de in het fonds aangehouden vermogenswaarden in verhouding tot het fondsvermogen en stelt zij daartoe liquidi- teitsklassen vast. De beoordeling van de liquiditeit omvat bijvoorbeeld een analyse van het handelsvo- lume, de complexiteit of andere typische kenmerken en, indien nodig, een kwalitatieve beoordeling van een vermogenswaarde.
De beheersmaatschappij houdt toezicht op de liquiditeitsrisico's die zich kunnen voordoen als gevolg van een grotere aantal verzoeken van beleggers om inkoop van aandelen of door grootschalige afroe- pingen. Daarbij vormt zij zich een beeld van de nettomutaties in fondsen, rekening houdend met de beschikbare informatie over empirische waarden van historische nettomutaties in fondsen.
De beheersmaatschappij houdt toezicht op de kortlopende vorderingen en verplichtingen van het fonds en beoordeelt hun invloed op de liquiditeitspositie van het fonds.
De beheersmaatschappij heeft adequate liquiditeitsrisicolimieten voor het fonds vastgesteld. Zij ziet toe op de naleving van deze limieten en heeft procedures vastgesteld voor het geval dat de limieten worden overschreden of dreigen te worden overschreden.
De door de beheersmaatschappij ingevoerde procedures zorgen voor samenhang tussen de liquidi- teitsklassen, de liquiditeitsrisicolimieten en de verwachte nettomutaties in fondsen.
De beheersmaatschappij evalueert deze principes regelmatig en werkt ze dienovereenkomstig bij.
De beheersmaatschappij voert regelmatig stresstests uit om het liquiditeitsrisico van het fonds te beoordelen. De beheersmaatschappij voert de stresstests uit op basis van betrouwbare en actuele kwantitatieve informatie of, indien dit niet passend is, kwalitatieve informatie. Dit omvat beleggingsstrategie, aflossingstermijnen, beta- lingsverplichtingen en termijnen waarbinnen de vermogenswaarden kunnen worden verkocht, alsmede infor- matie met betrekking tot historische gebeurtenissen of hypothetische veronderstellingen. De stresstests simu- leren, in voorkomend geval, een gebrek aan liquiditeit van de activa in het fonds en, tot op zekere hoogte, atypische verzoeken om inkoop van aandelen. Zij dekken marktrisico's en de gevolgen daarvan, met inbegrip van vorderingen tot bijbetaling, garantievereisten of kredietlijnen. Zij zullen worden uitgevoerd met een fre- quentie die past bij de aard van het fonds, rekening houdend met de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het type belegger en de terugbetalingsbeginselen van het fonds.
Belasting op het fonds
Vanuit het oogpunt van de Luxemburgse fiscaliteit heeft het fonds als beleggingsfonds geen rechtspersoonlijk- heid en is het fiscaal transparant.
In het Groothertogdom Luxemburg worden geen belastingen geheven op de inkomsten en winsten van het fonds. In het Groothertogdom Luxemburg is het fondsvermogen enkel onderworpen aan de zgn. "taxe d'abon- nement" van momenteel 0,05% per jaar. Een verminderde "taxe d'abonnement" van 0,01% per jaar is van toe- passing op (i) de aandelenklassen waarvan de aandelen uitsluitend worden uitgegeven aan institutionele be- leggers in de zin van artikel 174 van de Wet van 17 december 2010, (ii) fondsen met als enige doel om te be- leggen in geldmarktinstrumenten, termijndeposito's bij kredietinstellingen of beide. De "taxe d'abonnement" moet telkens op het einde van het kwartaal worden betaald op basis van het nettofondsvermogen. De omvang van de "taxe d'abonnement" voor het fonds of de aandelenklassen wordt in de bijlage bij het verkoopprospec- tus vermeld. Een vrijstelling van de "taxe d'abonnement" wordt onder meer toegepast wanneer het fondsver- mogen is belegd in andere Luxemburgse beleggingsfondsen die zelf reeds onderworpen zijn aan de "taxe d- abonnement".
Inkomsten uit het fonds (met name rente en dividenden) kunnen in de landen waar het fondsvermogen is belegd, onderworpen zijn aan een bronbelasting of een vastgelegde belasting. Het fonds kan ook onderworpen zijn aan een belasting op de gerealiseerde of niet-gerealiseerde kapitaalaanwas van de beleggingen in het bronland.
Over de uitkeringen van het fonds, meerwaarde en winsten bij vervreemding wordt in het Groothertogdom Luxemburg geen bronbelasting geheven. Noch de bewaarder noch de beheersmaatschappij zijn verplicht tot het opvragen van belastingspecificaties.
Belanghebbenden en beleggers worden aangeraden om zich te informeren over wetten en regelingen die be- trekking hebben op de belasting op het fondsvermogen, de inschrijving, de aankoop, het bezit, de inkoop of overdracht van aandelen en daarover advies in te winnen bij een externe derde partij, met name een belas- tingconsulent.
Belasting op inkomsten uit aandelen van het beleggingsfonds bij de belegger
Xxxxxxxxx die niet fiscaal gevestigd zijn of waren in het Groothertogdom Luxemburg en daar geen bedrijfsvesti- ging onderhouden of geen permanente vertegenwoordiger hebben, zijn niet onderworpen aan de Luxemburg- se winstbelasting in verband met hun inkomsten of winsten bij vervreemding van aandelen in het fonds.
Natuurlijke personen die fiscaal gevestigd zijn in het Groothertogdom Luxemburg, worden onderworpen aan de progressieve Luxemburgse inkomstenbelasting.
Voor vennootschappen die fiscaal gevestigd zijn in het Groothertogdom Luxemburg wordt vennootschapsbe- lasting geheven op de inkomsten uit de fondsaandelen.
Belanghebbenden en beleggers worden aangeraden om zich te informeren over wetten en regelingen die be- trekking hebben op de belasting op het fondsvermogen, de inschrijving, de aankoop, het bezit, de inkoop of overdracht van aandelen en daarover advies in te winnen bij een externe derde partij, met name een belas- tingconsulent.
Bekendmaking van de aandeelwaarde en de emissie- en inkoopkoers
De actuele aandeelwaarde en emissie- en inkoopkoers kunnen, net als alle andere informatie voor beleggers, te allen tijde worden opgevraagd bij het hoofdkantoor van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, de be- taalkantoren en de eventuele tussenpersonen. Bovendien worden de emissie- en inkoopkoersen op elke beursdag in het Groothertogdom Luxemburg bekendgemaakt in het "Tageblatt". Voorts maakt de beheers- maatschappij de emissie- en inkoopprijzen bekend op haar website (xxx.xxxxxxx.xxx).
Informatie voor de beleggers
De beheersmaatschappij maakt informatie, met name kennisgevingen aan de beleggers, bekend op haar web- site xxx.xxxxxxx.xxx. Bovendien worden mededelingen in wettelijk voorgeschreven gevallen voor het Groothertogdom Luxemburg ook in de "RESA" en in een Luxemburgse krant bekendgemaakt.
De hierna genoemde stukken kunnen kosteloos worden ingezien gedurende de normale kantooruren op bankwerkdagen in Luxemburg (met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar) bij de vestiging van de beheersmaatschappij:
de statuten van de beheersmaatschappij,
de bewaardersovereenkomst,
de overeenkomst betreffende de overname van de functies van het centraal beheerskantoor, het registra- tie- en transferkantoor en het betaalkantoor.
Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen kosteloos op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx worden geraad- pleegd. Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarver- slagen van het fonds kunnen door de beleggers ook kosteloos op papier worden verkregen bij de zetel van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in de betaalkantoren en bij de tussenpersoon.
Informatie over de beginselen en strategieën die de beheersmaatschappij hanteert voor de uitoefening van de stemrechten, die volgen uit de door het fonds aangehouden vermogenswaarden, kunnen de beleggers koste- loos krijgen op de website xxx.xxxxxxx.xxx.
De beheersmaatschappij handelt bij de uitvoering van beslissingen over de aankoop of verkoop van vermo- genswaarden voor een fonds in het beste belang van het beleggingsvermogen. Informatie over de principes die de beheersmaatschappij daartoe heeft vastgesteld, vindt u op de website xxx.xxxxxxx.xxx.
Bij vaststelling van het verlies van een in bewaring gegeven financieel instrument wordt de belegger hiervan via een duurzame gegevensdrager zo spoedig mogelijk door de beheersmaatschappij op de hoogte gesteld. Voor meer informatie wordt verwezen naar artikel 3, nr. 12, van het beheersreglement.
Xxxxxxxxx kunnen zich met vragen, opmerkingen en klachten schriftelijk of elektronisch wenden tot de be- heersmaatschappij. Informatie over de klachtenbehandeling kan kosteloos worden geraadpleegd op de websi- te van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx.
De fondsbeheerder houdt rekening met de belangrijkste nadelige effecten van beleggingsbeslissingen op duur- zaamheidsfactoren in de zin van artikel 4, lid 1, a), van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parle- ment en de Raad van 27 november 2019.
Informatie over de vergoedingen die de beheersmaatschappij van derden ontvangt of aan derden uitbetaalt, kan steeds kosteloos worden opgevraagd bij de beheersmaatschappij.
Informatie over het beheer van duurzaamheidsrisico's en de daartoe uitgestippelde strategieën is te vinden op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx.
De beheersmaatschappij heeft een beloningsbeleid en -cultuur vastgelegd die overeenstemmen met de wette- lijke voorschriften, met name de in artikel 111ter van de Wet van 17 december 2010 vermelde principes, en zij past deze toe. Deze zijn verenigbaar met de door de beheersmaatschappij vastgelegde procedure van risicobe- heer, bevorderen deze en moedigen noch het nemen van risico's aan die niet verenigbaar zijn met de risicopro- fielen of het beheersreglement van het door haar beheerde fonds, noch verhinderen deze de beheersmaat- schappij om plichtsgetrouw in het beste belang van het fonds te handelen.
Het beloningsbeleid en de beloningscultuur omvatten vaste en variabele bestanddelen van de salarissen en vrijwillige pensioenuitkeringen.
Het beloningsbeleid en de beloningscultuur gelden voor de categorieën van medewerkers, met inbegrip van bedrijfsleiding, risicodragers, medewerkers met controlefuncties en medewerkers die op basis van hun totale vergoeding in dezelfde inkomenscategorie zitten als de bedrijfsleiding en risicodragers, waarvan de activiteiten een belangrijke invloed op de risicoprofielen van de beheersmaatschappij of het door haar beheerde fonds hebben.
Het beloningsbeleid van de beheersmaatschappij is verenigbaar met een gezond en doeltreffend risicobeheer en is in overeenstemming met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en belangen van de be- heersmaatschappij en de door haar beheerde icbe's en hun beleggers, alsook met eventuele duurzaamheidsri- sico's. Het naleven van de beloningsprincipes met inbegrip van de omzetting ervan wordt één keer per jaar gecontroleerd. Vaste en variabele bestanddelen van de totale vergoeding staan in een redelijke verhouding tot elkaar, waarbij het aandeel van het vaste bestanddeel van de totale vergoeding hoog genoeg is om met be- trekking tot de variabele vergoedingscomponent volledige flexibiliteit te bieden, met inbegrip van de mogelijk- heid geen gebruik te maken van de betaling van een variabele component. Een resultaatgebonden beloning is afgestemd op de kwalificatie en de vaardigheden van de medewerker alsook op de verantwoordelijkheid en de bijdrage van de functie in de meerwaarde voor de beheersmaatschappij. Voor zover toepasbaar wordt de beta- ling in een periode van meerdere jaren uitgevoerd om te garanderen dat de waardering op de betaling van de icbe en haar beleggingsrisico's op langere termijn is afgestemd en de eigenlijke uitbetaling van succesafhanke- lijke vergoedingscomponenten over een periode gespreid is. De pensioenregeling is in overeenstemming met de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de beheersmaatschappij en de door haar beheerde icbe's.
Details van het huidige beloningsbeleid, waaronder een beschrijving van de berekeningswijze van de beloning en de overige vergoedingen, en de identiteit van de voor de toewijzing van de beloning en overige vergoedin- gen bevoegde personen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité bestaat, kunnen gratis worden opgevraagd op de website van de beheersmaatschappij, xxx.xxxxxxx.xxx. Op aanvraag wordt aan de beleggers een gratis papieren versie ter beschikking gesteld.
Informatie voor beleggers met betrekking tot de Verenigde Staten van Amerika
De aandelen van het fonds werden, zijn en worden niet overeenkomstig de VS-effectenwet van 1933, zoals gewijzigd, (U.S. Securities Act of 1933) (de "effectenwet") of overeenkomstig de beurswetten van afzonderlijke deelstaten of territoriale publiekrechtelijke lichamen van de Verenigde Staten van Amerika of de soevereine gebieden ervan of andere grondgebieden die in het bezit zijn van of vallen onder de jurisdictie van de Verenig- de Staten van Amerika, met inbegrip van het Commonwealth Puerto Rico (de "Verenigde Staten") toegelaten, geregistreerd, direct of indirect aan of ten gunste van een ingezetene van de VS ("US Person" overeenkomstig de definitie in de effectenwet) overgedragen, aangeboden of verkocht.
Het fonds is en wordt niet overeenkomstig de VS-wet inzake beleggingsmaatschappijen van 1940, zoals gewij- zigd, (Investment Company Act of 1940) (de "wet inzake beleggingsmaatschappijen") of overeenkomstig de wetten van afzonderlijke deelstaten van de VS toegelaten of geregistreerd en de beleggers kunnen geen aan- spraak maken op het voordeel van de registratie overeenkomstig de wet inzake beleggingsmaatschappijen.
Naast de in het verkoopprospectus, het beheersreglement, de statuten of de inschrijvingsorder eventueel op- genomen andere vereisten geldt voor beleggers dat zij a) geen "ingezetenen van de VS" ("US Persons") mogen zijn zoals bedoeld in de definitie van regeling S van de effectenwet, b) geen "Specified US Persons" mogen zijn zoals bedoeld in de definitie van de Foreign Account Tax Compliance Act ("FATCA"), c) "Non-US Persons" moe- ten zijn zoals bedoeld in de Commodity Exchange Act en d) geen "US Persons" mogen zijn zoals bedoeld in de VS-inkomstenbelastingwet (Internal Revenue Code) van 1986 in de telkens geldige versie (de "Code") en de overeenkomstig de Code uitgevaardigde uitvoeringsbepalingen van het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten (Treasury Regulations). Meer informatie is op aanvraag verkrijgbaar bij de beheersmaat- schappij.
Personen die aandelen willen kopen, moeten schriftelijk bevestigen dat zij voldoen aan de vereisten van de vorige paragraaf.
FATCA is als deel van de Hiring Incentives to Restore Employment Act van maart 2010 in de Verenigde Staten als wet aangenomen. FATCA verplicht financiële instellingen buiten de Verenigde Staten van Amerika ("buiten- landse financiële instellingen" of "FFI's") jaarlijks informatie met betrekking tot financiële rekeningen (financial accounts) die direct of indirect worden aangehouden door Specified US Persons, door te geven aan de VS- belastingdiensten (Internal Revenue Service of IRS). Er wordt een bronbelasting van 30% geheven op bepaalde VS-inkomsten van FFI's die deze verplichting niet nakomen.
Op 28 maart 2014 trad het Groothertogdom Luxemburg toe tot een intergouvernementeel akkoord ("IGA"), overeenkomstig model 1, met de Verenigde Staten van Amerika en een desbetreffende intentieverklaring (Memorandum of Understanding).
De beheersmaatschappij en het fonds voldoen aan de FATCA-voorschriften.
Op de aandelenklassen van het fonds kan ofwel
i) door beleggers worden ingeschreven via een FATCA-conforme zelfstandige tussenpersoon (Nominee) ofwel
ii) direct of indirect door beleggers worden ingeschreven via een tussenpersoon (die enkel ter tussenkomst dient en niet als Nominee handelt) met uitzondering van:
Specified US Persons
Deze beleggersgroep omvat die US Persons die de regering van de Verenigde Staten als bedreiging beschouwt met het oog op praktijken inzake belastingontduiking en belas- tingvlucht. Dit geldt evenwel niet voor beursgenoteerde ondernemingen, organisaties met belastingvrijstelling, Real Estate Investment Trusts (REIT), trustmaatschappijen, VS- effectenmakelaars of dergelijke.
passive non-financial foreign entities (of passive NFFE's) waarvan de belangrijkste eigen- domsaandelen in het bezit zijn van een US Person
Onder deze beleggersgroep verstaat men doorgaans die NFFE's i) die niet worden be- schouwd als actieve NFFE's of ii) waarbij er geen sprake is van een "withholding foreign partnership" of "withholding foreign trust" (een buitenlandse personenvennootschap of een buitenlandse trust die bronbelasting heft) overeenkomstig de desbetreffende uit- voeringsbepalingen van het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten (Treasury Regulations).
Non-participating financial institutions
De Verenigde Staten van Amerika delen deze status mee op basis van de niet- conformiteit van een financiële instelling die bepaalde voorschriften op grond van de schending van de voorwaarden van het betreffende landspecifieke IGA binnen 18 maan- den na de eerste waarschuwing niet heeft vervuld.
Indien een belegger die reeds in het fonds investeert de status van een van voornoemde beleggersgroepen krijgt, is de belegger verplicht de beheersmaatschappij hiervan onverwijld op de hoogte te brengen en zijn totale aandelenbezit in het fonds te verkopen.
Indien het fonds op basis van ontbrekende FATCA-conformiteit van een belegger wordt verplicht tot betaling van een bronbelasting of tot verslaglegging of indien het andere schade ondervindt, behoudt het fonds zich het recht voor om - ongeacht andere rechten - schadeloosstelling te eisen van de betreffende belegger.
Bij vragen over FATCA en de FATCA-status van het fonds wordt beleggers en potentiële beleggers aangeraden hun financiële, belasting- en/of juridische adviseur te raadplegen.
Informatie voor beleggers met betrekking tot de automatische uitwisseling van informatie
Met Richtlijn 2014/107/EU van 9 december 2014 van de Raad met betrekking tot de verplichting tot automati- sche uitwisseling van (fiscale) informatie en de Common Reporting Standard ("CRS"), een door de OESO ont- wikkelde norm voor melding en zorgvuldigheid voor de internationale automatische uitwisseling van informatie over financiële rekeningen, wordt de automatische uitwisseling van informatie volgens de intergouvernemen- tele overeenkomsten en de Luxemburgse voorschriften (wet ter omzetting van de automatische uitwisseling van informatie in fiscale kwesties over financiële rekeningen van 18 december 2015) omgezet. De automati- sche uitwisseling van informatie wordt in Luxemburg voor het eerst omgezet voor het boekjaar 2016.
Hiervoor wordt op jaarlijkse basis door meldingsplichtige financiële instellingen informatie over de aanvragers en de verplicht te melden registraties aan de Luxemburgse belastingdienst ("Administration des Contributions
Directes" in Luxemburg) gemeld, die deze dan doorgeeft aan de belastingdiensten van de landen waarin de aanvrager(s) fiscaal gevestigd is/zijn.
Het betreft hierbij met name de mededeling van:
naam, adres, fiscaal identificatienummer, vestigingsplaatsen en geboortedatum en -plaats van iedere meldingsplichtige persoon,
nummer in het vennootschappenregister,
registersaldo of -waarde,
gecrediteerde kapitaalopbrengsten inclusief opbrengsten uit doorverkoop.
De verplicht te melden informatie voor een specifiek boekjaar dat tegen 30 juni van het volgende jaar aan de Luxemburgse belastingdienst moet worden overgemaakt, wordt tot 30 september van het jaar uitgewisseld tussen de desbetreffende belastingdiensten, voor het eerst in september 2017 op basis van de gegevens van 2016.
Informatie voor beleggers met betrekking tot meldingsverplichtingen op belastinggebied (DAC – 6)
Overeenkomstig de zesde Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrek- king tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies - 'DAC-6' - zijn zogenoemde intermediairs en naar gelang het geval in bepaalde omstandigheden ook belastingplichtigen verplicht om aan hun respectievelijke nationale belastingdienst bepaalde grensoverschrijdende constructies te melden die minimaal een van de zo- genoemde wezenskenmerken hebben. De wezenskenmerken beschrijven de fiscale kenmerken van een grens- overschrijdende constructie waardoor de constructie meldingsplichtig is. EU-lidstaten wisselen de gemelde informatie met elkaar uit.
De EU-lidstaten moesten DAC-6 voor 31 december 2019 omzetten in nationale wetgeving, en wel met een eerste toepassing vanaf 1 januari 2021. Hierbij moeten met terugwerkende kracht alle meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies worden gemeld die werden geïmplementeerd sinds DAC-6 op 25 juni 2018 van kracht werd.
De beheersmaatschappij is voornemens te voldoen aan een dergelijke eventueel bestaande meldingsplicht met betrekking tot het fonds en/of zijn directe of indirecte beleggingen. Deze meldingsplicht kan informatie over de belastingconstructie en de beleggers omvatten, aangaande hun identiteit, in het bijzonder de naam, woon- plaats en het fiscaal identificatienummer van de belegger. Xxxxxxxxx kunnen ook direct zelf aan deze meldings- plicht zijn onderworpen. Indien beleggers advies willen inwinnen over deze kwestie, dan wordt raadpleging van een juridisch of fiscaal adviseur aangeraden.
De bestrijding van het witwassen van geld
Overeenkomstig de internationale en de Luxemburgse wetten en verordeningen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de wet van 12 november 2004 over de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, de verordening van het Groothertogdom van 1 februari 2010, de CSSF-verordening 12-02 van 14 december 2012 en de CSSF-circulaires CSSF 13/556, CSSF 15/609, CSSF 17/650 en CSSF 17/661 over de be- strijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en alle wijzigingen daarvan of daarop- volgende verordeningen, is het de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen om te voorkomen dat instellin- gen voor collectieve beleggingen worden misbruikt voor het witwassen van geld en de financiering van terro-
risme. De beheersmaatschappij of een door haar gemachtigde kan van een aanvrager ieder document verlan- gen dat zij voor de vaststelling van zijn identiteit als noodzakelijk beschouwt. Daarnaast kan de beheersmaat- schappij (of een door deze gemachtigde) alle andere informatie verlangen die zij nodig heeft om te voldoen aan de geldende wettelijke en regelgevende bepalingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de CRS- en de FATCA-wet.
Wanneer een aanvrager de vereiste documenten te laat, niet of niet volledig overlegt, wordt de aanvraag tot inschrijving afgewezen. In geval van ontbrekende documenten kan het bij inkopen zo zijn dat de uitbetaling van de inkoopkoers vertraging oploopt. De beheersmaatschappij is niet verantwoordelijk voor een vertraagde af- wikkeling of de annulering van een transactie als de aanvrager de documenten te laat, niet of niet volledig heeft overgelegd.
Beleggers kunnen door de beheersmaatschappij (of een door deze gemachtigde), in overeenstemming met de geldende wetten en bepalingen met betrekking tot hun plichten inzake continu toezicht op en controle van hun klanten, van tijd tot tijd worden verzocht om aanvullende of bijgewerkte documenten met betrekking tot hun identiteit te overleggen. Als deze documenten niet onmiddellijk worden voorgelegd, heeft de beheersmaat- schappij het recht en de plicht om de fondsaandelen van de betrokken belegger te blokkeren.
Tot omzetting van artikel 30 van de Verordening (EU) nr. 2015/849 van het Europees Parlement en de Europe- se Raad, de zogenaamde 4e EU-antiwitwasrichtlijn, werd de wet van 13 januari 2019 over de aanleg van een register van de uiteindelijke begunstigden goedgekeurd. Dit verplicht de geregistreerde rechtspersonen om hun uiteindelijke begunstigden te melden aan het register dat daarvoor is opgericht.
Als "geregistreerde rechtspersonen" zijn in Luxemburg wettelijk onder meer ook beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen bedoeld.
Een uiteindelijke begunstigde in de zin van de wet van 12 november 2004 is bijvoorbeeld standaard elke na- tuurlijke persoon die in totaal meer dan 25% van de aandelen of deelbewijzen van een rechtspersoon in han- den heeft of die op andere wijze controleert.
Afhankelijk van de situatie zou dat ertoe kunnen leiden dat ook eindbeleggers van de beleggingsmaatschappij resp. het beleggingsfonds met naam en andere persoonlijke gegevens zouden moeten worden gemeld aan het register van de uiteindelijk begunstigden. De volgende gegevens van een uiteindelijke begunstigde kunnen vanaf 1 september 2019 door iedereen gratis worden geraadpleegd op de website van het "Luxembourg Busi- ness Register": Naam, voorna(a)m(en), nationaliteit(en), geboortedatum en -plaats, land van verblijfplaats, en aard en omvang van de uiteindelijke begunstiging. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan na een controle van het specifieke geval tegen betaling de openbare inzage worden beperkt.
Gegevensbescherming
Persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ("algemene verordening gegevensbescherming") en het in Luxemburg toepasselijke recht inzake gegevensbescherming (met inbegrip van, doch niet beperkt tot de gewijzigde wet van 2 augustus 2002 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de gegevensverwerking).
Zo kunnen persoonsgegevens, die in verband met een belegging in het fonds ter beschikking worden gesteld, op een computer worden opgeslagen en verwerkt door de beheersmaatschappij voor rekening van het fonds en door de bewaarder, die telkens verantwoordelijk zijn voor de verwerking.
Persoonsgegevens worden verwerkt voor de verwerking van orders tot inschrijving en inkoop, voor het bijhou- den van het aandelenregister en voor de uitvoering van de taken van de hierboven genoemde partijen en voor de inachtneming van geldende wetten of voorschriften in Luxemburg of in andere rechtsgebieden, met inbe- grip van, maar niet beperkt tot, het geldende vennootschapsrecht, wetten en voorschriften met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en het belastingrecht, zoals de FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act), de CRS (Common Reporting Standard) of vergelijkbare wetten of voor- schriften (zoals op OESO-niveau).
Derden krijgen alleen toegang tot persoonsgegevens als dit op basis van gegronde bedrijfsredenen of voor de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte nodig is, of als doorgifte verplicht is op grond van wetten of voorschriften. Dit kan de openbaarmaking ervan aan derden, zoals overheids- of toezichtsinstanties omvat- ten, met inbegrip van belastingautoriteiten en auditors in Luxemburg en in andere rechtsgebieden.
Behalve in de hierboven genoemde gevallen worden in principe geen persoonsgegevens aan landen buiten de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte verstrekt.
Door op aandelen in te tekenen of deze te houden, geven de beleggers – althans stilzwijgend – hun toestem- ming voor de voornoemde verwerking van hun persoonsgegevens en met name voor de openbaarmaking van dergelijke gegevens aan en de verwerking van deze gegevens door de hierboven genoemde partijen, met inbe- grip van verbonden ondernemingen in landen buiten de Europese Unie die mogelijk niet dezelfde bescherming bieden als het Luxemburgse recht inzake gegevensbescherming.
In dit verband erkennen en accepteren de beleggers dat als zij nalaten de door de beheersmaatschappij ver- langde persoonsgegevens in het kader van de verhouding die zij tot het fonds hebben, te verstrekken, dit een voortzetting van hun deelname aan het fonds kan verhinderen en tot een hieruit voortvloeiende mededeling van de beheersmaatschappij aan de daartoe bevoegde Luxemburgse autoriteiten kan leiden.
In dit verband erkennen en accepteren de beleggers dat de beheersmaatschappij alle relevante informatie in verband met hun belegging in het fonds aan de Luxemburgse belastingautoriteiten meldt, die deze informatie middels een geautomatiseerde procedure delen met de verantwoordelijke autoriteiten van de betrokken lan- den of andere rechtsgebieden waar dit toegestaan is krachtens de CRS-wet of bijbehorende Europese en Luxemburgse wetgeving.
Zolang de persoonsgegevens, die in samenhang met een aandeel in het fonds ter beschikking worden gesteld, persoonsgegevens van plaatsvervangers, vertegenwoordigers, personen met de bevoegdheid om te tekenen of economische rechthebbenden van de beleggers omvatten, wordt ervan uitgegaan dat de beleggers de toe- stemming van de betrokken personen voor de voornoemde verwerking van hun persoonsgegevens hebben verkregen, met name als het gaat om de openbaarmaking van hun gegevens aan en de verwerking van hun gegevens door de hierboven genoemde partijen, met inbegrip van partijen in landen buiten de Europese Unie die mogelijk niet dezelfde bescherming bieden als het Luxemburgse recht inzake gegevensbescherming.
Beleggers kunnen, in overeenstemming met het geldende recht inzake gegevensbescherming, toegang, correc- tie of verwijdering van hun persoonsgegevens aanvragen. Dergelijke aanvragen moeten schriftelijk aan de be- heersmaatschappij worden gericht. Er wordt vanuit gegaan dat de beleggers de plaatsvervangers, vertegen-
woordigers, personen met de bevoegdheid om te tekenen of economische rechthebbenden waarvan de per- soonsgegevens worden verwerkt over deze rechten op de hoogte brengen.
Ook als de hierboven genoemde partijen passende maatregelen om de vertrouwelijkheid van de persoonsge- gevens te garanderen hebben getroffen, kan hetzelfde niveau van vertrouwelijkheid en bescherming zoals nu door het momenteel in Luxemburg geldende recht inzake gegevensbescherming niet worden gegarandeerd zolang de persoonsgegevens zich in het buitenland bevinden, vanwege het feit dat zulke gegevens elektronisch worden overgedragen en buiten Luxemburg beschikbaar zijn.
Persoonsgegevens worden alleen bewaard tot het doel van de verwerking van de gegevens bereikt is, waarbij echter steeds rekening moet worden gehouden met de geldende wettelijke minimale bewaartermijnen.
Bijlage
Beleggingsdoelstellingen en beleggingsstrategie
De hoofddoelstelling van het beleggingsbeleid van het fonds (“Fonds”, “Financieel product”) bestaat uit het realiseren van een passende waardestijging in euro, rekening houdend met de criteria van duurzaamheid, waardestabiliteit, behoud van het kapitaal en liquiditeit van het fondsvermogen. Het fonds wordt actief be- heerd. De portefeuille wordt samengesteld door de fondsmanager volgens de criteria die zijn vastgelegd in de beleggingsdoelstellingen / het beleggingsbeleid. De samenstelling wordt regelmatig gecontroleerd en desgeval- lend aangepast. Het fonds wordt niet beheerd op basis van een index als referentiegrondslag.
In overeenstemming met de ESG-strategie van de fondsmanager worden ESG-criteria, met name duurzaam- heidsrisico's, in aanmerking genomen bij het beleggingsbesluitvormingsproces voor het fonds.
ETHENEA Independent Investors S.A. (beheersmaatschappij en fondsmanager van het fonds) heeft de UN PRI (United Nations-supported Principles for Responsible Investment) ondertekend.
Het beleggingsuniversum bevat aandelen en obligaties van ondernemingen over de hele wereld die een syste- matisch selectieproces hebben ondergaan. Bij dit selectieproces wordt ook rekening gehouden met ESG- aspecten op basis van onze eigen analyses en met de hulp van externe onderzoeksdiensten. Het fonds belegt alleen in aandelen van ondernemingen die goede corporate-governancepraktijken toepassen en niet onder de algemene uitsluitingscriteria vallen.
Daarnaast maakt het fondsmanagement van de beheersmaatschappij gebruik van extern onderzoek van een of meer ratingbureaus voor duurzaamheid. Hun resultaten worden in aanmerking genomen als één component in het beleggingsbesluitvormingsproces van de fondsmanager.
Bij de beoordeling van de geschiktheid van beleggingen voor het fondsvermogen worden dus naast de traditio- nele parameters voor risico- en rendementsverwachtingen ook de afzonderlijke ESG-criteria in aanmerking genomen.
Gedetailleerde informatie over de beginselen van verantwoord beleggen van de beheersmaatschappij en de namen van de gebruikte ratingbureaus voor duurzaamheid zijn te vinden op xxx.xxxxxxx.xxx onder "OVER ETHENEA".
De fondsbeheerder houdt rekening met nadelige duurzaamheidseffecten voor dit fonds in de zin van artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019. De fondsbeheerder integreert de belangrijkste nadelige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfac- toren daarom systematisch in zijn ESG-beleggingsproces. Bij het beoordelen van de duurzaamheid van beleg- gingen worden in beginsel verschillende duurzaamheidsaspecten gewogen, afhankelijk van hun relevantie voor het betreffende bedrijfsmodel. De mogelijkheid om rekening te houden met de belangrijkste nadelige effecten op duurzaamheid hangt grotendeels af van de kwaliteit van de beschikbare gegevens. Nadere details zijn te vinden op de website van ETHENEA Independent Investors S.A. (xxx.xxxxxxx.xxx). Het jaarverslag verschaft informatie over de nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren.
Op dit fonds is artikel 8 van de Verordening (EU) 2019/2088 evenals artikel 6 van de Verordening (EU) 2020/852 (EU-Taxonomie) van toepassing.
Overeenkomstig de bepalingen in artikel 6 van de Verordening (EU) 2020/852 (EU-Taxonomie) wijzen wij op het volgende:
Het beginsel van 'geen ernstige afbreuk doen' in de zin van Verordening (EU) 2019/2088 wordt uitsluitend toegepast bij onderliggende beleggingen van het financiële product die rekening houden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten.
Bij de overige onderliggende beleggingen van het financiële product wordt geen rekening gehouden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten.
De prestaties van de betrokken aandelenklasse van het fonds worden in de respectieve "essentiële beleggersin- formatie" vermeld.
In beginsel geldt dat eerder behaalde performances geen garantie bieden voor een toekomstig rendement. Er kan geen garantie worden gegeven dat de beleggingsdoelstellingen worden gerealiseerd.
Beleggingsbeleid
Dit fonds is een gemengd fonds.
Om deze beleggingsdoelstelling te realiseren, zal het fondsvermogen overeenkomstig het beginsel van risico- spreiding beleggen in zowel openbare aandelen-, rente- of geldmarktfondsen, ook in de vorm van op de beurs verhandelde fondsen (ETF's), als rechtstreeks in aandelen, vast- of variabelrentende obligaties en geldmarktin- strumenten over de hele wereld.
Daarnaast mag het fonds beleggen in certificaten (die ingevolge het bepaalde in artikel 41, eerste lid, van de Wet van 17 december 2010 als effecten worden beschouwd). Hiertoe behoren ook certificaten op edelmetalen en grondstoffen en hun indexen die de waardeontwikkeling van de betreffende onderliggende waarden 1:1 weergeven en waarbij de fysieke levering is uitgesloten. Beleggingen in deze certificaten mogen maximaal 20% van het nettofondsvermogen uitmaken.
Er kan tot 100 % van het nettofondsvermogen worden belegd in aandelen, aandelenfondsen of effecten met een met aandelen vergelijkbaar karakter. Door de flexibele mix van verschillende vermogensbeleggingen kan, afhankelijk van de economische- en kapitaalmarktsituatie, een optimalere kapitaalopbrengst- en risicoverhou- ding worden gerealiseerd. Hiermee krijgen beleggers de kans om deel te nemen aan de groeivooruitzichten van de economische en kapitaalmarkten.
In overeenstemming met artikel 4, punt 2, onder d), van het beheersreglement mag het fondsvermogen tevens tot maximaal 100% in effecten en geldmarktinstrumenten uit nieuwe emissies ("IPO's") worden belegd. Boven- dien mag het fondsvermogen worden belegd in nieuwe emissies die zich in het voorstadium van IPO bevinden ("OTC-deelnemingen" of "pre-IPO's"). OTC-deelnemingen of pre-IPO's vallen onder de beleggingsbeperkingen van artikel 4, punt 3, van het beheersreglement. Indien de waarderingsgrondslagen van artikel 6 van het be- heersreglement in redelijkheid niet leiden tot passende waarderingsresultaten, worden OTC-deelnemingen, IPO's of pre-IPO's gewaardeerd tegen de instapkoers.
Wat het fondsvermogen betreft, mag in totaal maximaal 10 % van het nettofondsvermogen in aandelen van andere icbe's en andere icb's worden belegd. Met betrekking tot het voor het fonds verwerfbare doelfonds volgt geen beperking voor de toegelaten soorten verwerfbare doelfondsen.
Het fonds heeft de mogelijkheid activa in vreemde valuta te verwerven en kan daarbij onderworpen zijn aan een exposure van vreemde valuta.
Al naargelang de marktsituatie en in het belang van de aandeelhouders mag het fondsvermogen ook tot maxi- maal 75% worden belegd in termijndeposito's, geldmarktinstrumenten of liquide middelen, met inbegrip van zichtdeposito's.
De door het fonds verkregen vermogenswaarden kunnen enerzijds in de valuta's van een lidstaat van de Orga- nisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en anderzijds in de valuta's van de BRIC- staten luiden.
Daarnaast kan het fondsvermogen in andere, wettelijk toegestane vermogenswaarden worden belegd.
Om de beleggingsdoelstelling te bereiken, kan het fonds ook futures en opties kopen en verkopen zonder dat de bijbehorende underlying in de fondsportefeuille moet zijn opgenomen. Bovendien kunnen met het oog hierop OTC-opties worden gebruikt. Het gebruik van de voornoemde derivaten geschiedt voor beleggingsdoel- einden en beoogt in de eerste plaats de realisatie van winst uit koersschommelingen en de ontvangst van op- tiepremies. Het gebruik van de betrokken derivaten vindt plaats ter uitvoering van het beleggingsbeleid, de beleggingsdoelstelling en het risicoprofiel.
De beheersmaatschappij sluit voor het fonds geen total return swaps of andere derivatentransacties met dezelfde kenmerken af.
Voorts kunnen andere technieken en instrumenten, met inbegrip van alle derivaten, voor beleggings- en dek- kingsdoeleinden worden gebruikt. Het totaalrisico dat uit het gebruik van voornoemde derivaten voortvloeit, mag in zijn geheel niet hoger zijn dat het nettofondsvermogen.
Het fonds richt zich niet op een benchmark.
Gedetailleerde informatie over de beleggingsplafonds is opgenomen in artikel 4 van het beheersreglement dat bij dit verkoopprospectus is gevoegd.
Risicoprofiel van het fonds Risicoprofiel – Gericht op groei
Het fonds is geschikt voor beleggers die gericht zijn op groei. Op grond van de samenstelling van het net- tofondsvermogen bestaat er een hoog totaalrisico, dat ook hoge winstkansen met zich meebrengt. De risico's bestaan hoofdzakelijk uit valuta-, krediet- en koersrisico's evenals risico's die voortvloeien uit de evolutie van de marktrente.
Het fonds Ethna-DYNAMISCH investeert overeenkomstig het beginsel van risicospreiding in verschillende ver- mogenswaarden.
Bij de selectie van de beleggingswaarden staat de verwachte waardeontwikkeling van de vermogensbestand- delen voorop. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat effecten behalve kansen op koerswinst en opbrengsten ook risico’s inhouden, aangezien de koersen tot onder de instapkoers kunnen dalen.
De ervaring leert dat aandelen en effecten met een met aandelen vergelijkbaar karakter onderhevig zijn aan sterke koersschommelingen. Daarom bieden zij kansen op aanzienlijke koerswinsten, maar daar staan bijbeho- rende risico's tegenover. Factoren die van invloed zijn op aandelenkoersen, zijn vooral de winstontwikkeling van individuele bedrijven en sectoren, maar ook de macro-economische ontwikkelingen en politieke vooruit- zichten die de verwachtingen op de effectenbeurzen en daarmee ook de koersvorming bepalen. Investeringen in marginale waarden, maar ook IPO's, OTC-deelnemingen en pre-IPO's kunnen in voorkomende gevallen blootgesteld zijn aan sterke koersschommelingen. Bovendien kan een grotere krapte op de markt (geringe omzetactiviteit) leiden tot verhoogde liquiditeitsrisico’s, met als gevolg dat geplaatste verkooporders niet te- gen actuele prijzen kunnen worden uitgevoerd.
De voornaamste factor die de koersveranderingen van vastrentende effecten beïnvloedt, is de renteontwikke- ling op de kapitaalmarkten die op haar beurt weer wordt beïnvloed door macro-economische factoren. Wan- neer de rente op de kapitaalmarkt stijgt, kunnen de koersen van vastrentende effecten dalen, terwijl ze bij een dalende lange rente op de kapitaalmarkt juist een koersstijging kunnen laten zien. Koersveranderingen zijn verder nog afhankelijk van de looptijd respectievelijk de resterende looptijd van vastrentende effecten. Over het algemeen vertonen vastrentende effecten met een kortere looptijd minder koersrisico dan vastrentende effecten met een langere looptijd. Als gevolg van de veelvuldiger optredende vervaldata van de effecten in portefeuille, dienen daarvoor in het algemeen wel lagere rendementen en hogere kosten voor herbelegging op de koop toe te worden genomen. Bij vastrentende effecten moet overigens ook het kredietwaardigheidsrisico,
d.w.z. het risico op verlies als gevolg van insolvabiliteit van de uitgever (emittentenrisico) worden benadrukt.
Het vermogen van het fonds luidt in euro. Bij de belegging in vermogenswaarden die in een andere valuta lui- den, is er sprake van valutakoerskansen en -risico’s. Het zogenaamde valutakoersrisico kan in het voordeel, maar ook in het nadeel van de belegger uitvallen.
Met de belegging in effecten van opkomende landen (emerging markets) zijn een aantal risico’s verbonden. Deze hangen vooral samen met het pijlsnelle economischeontwikkelingsproces die deze landen ten dele kun- nen doorlopen. Bovendien gaat het eerder om markten met een bescheiden marktkapitalisatie, die neigen naar volatiliteit en illiquiditeit. Ook kunnen andere factoren (zoals politieke veranderingen, wisselkoersschommelin- gen, beurstoezicht, belastingen, beperkingen met betrekking tot buitenlandse kapitaalbeleggingen en kapitaal- onttrekkingen, enz.) invloed hebben op de verkoopbaarheid van de effecten en de daaruit voortvloeiende op- brengsten. Onder bepaalde omstandigheden is de solvabiliteit van diverse emittenten op de markten waarop het fonds kan beleggen, zowel met het oog op de belangrijkste eis als ook met het oog op de rentebetalingen onzeker. Er kan dan ook niet worden gegarandeerd dat individuele emittenten niet insolvabel worden. Boven- dien is het mogelijk dat deze bedrijven onderworpen zijn aan aanzienlijk minder staatstoezicht en aan een minder genuanceerde wetgeving. De boekhouding en de controle van de boeken stroken niet altijd met de norm die hier van kracht is.
De waarde van aandelen in beleggingsfondsen (doelfondsen) kan worden beïnvloed door maatregelen inzake deviezenbeleid, fiscale regelingen, inclusief het heffen van bronbelasting, maar ook door andere economische of politieke randvoorwaarden dan wel wijzigingen in de landen waarin het doelfonds belegt.
De belegging van het fondsvermogen in aandelen van doelfondsen gaat gepaard met het risico dat de inkoop van de aandelen onderworpen is aan beperkingen, hetgeen tot gevolg heeft dat dergelijke beleggingen in voor- komende gevallen minder liquide zijn dan andere vermogensbeleggingen.
Voor zover het bij de doelfondsen om deelfondsen van een paraplufonds gaat, is de aankoop van aandelen van een doelfonds met een extra risico verbonden, wanneer het paraplufonds in zijn geheel tegenover derden aansprakelijk is voor de verplichtingen van elk deelfonds.
Bij verkoop van zijn aandelen boekt de aandeelhouder pas winst wanneer de waardetoename daarvan hoger is dan de bij de aankoop betaalde emissiekosten, waarbij ook de inkoopprovisie in aanmerking dient te worden genomen. Wanneer de belegging slechts gedurende een korte periode wordt aangehouden, kunnen de emis- siekosten tot gevolg hebben dat de waardeontwikkeling (performance) voor de belegger lager uitvalt of zelfs tot verlies leidt.
Er kan daarom in beginsel geen garantie worden gegeven dat de doelstellingen van het beleggingsbeleid wor- den gerealiseerd.
Indien de belegging van het betrokken fondsvermogen in een grondstoffenfonds als doelfonds geschiedt, kun- nen daarmee kansen maar ook risico's gepaard gaan, als gevolg van de waardeveranderingen van deze beleg-
gingen. Dergelijke risico’s kunnen er bijvoorbeeld, hoewel hiertoe niet beperkt, in bestaan dat grondstoffen- prijzen onderhevig zijn aan cyclische schommelingen en bij prijsberekeningen in een vreemde valuta kunnen bovendien wisselkoersschommelingen optreden.
Certificaten en gestructureerde financiële producten zijn samengestelde producten. Certificaten kunnen naar- gelang de vorm behoren tot de beleggingsgroep van de zogenaamde afgeleide financiële producten (deriva- ten), hetgeen recht geeft op terugbetaling van een bepaalde geldsom door de emittenten van certificaten. Een certificaat is steeds gebaseerd op een onderliggende waarde of een groep van onderliggende waarden (bas- ket). De ontwikkeling van de certificaatprijs vloeit voort uit de ontwikkeling van de onderliggende waarde. In certificaten en gestructureerde financiële producten kunnen ook derivaten en/of andere technieken en in- strumenten zijn ingebed. Bijgevolg moet er naast de risicokenmerken van effecten ook rekening worden ge- houden met de risicokenmerken van derivaten en andere technieken en instrumenten.
Certificaten zijn in beginsel beperkt in tijd en hebben een vaste einddatum; er bestaan evenwel ook certificaten zonder "looptijdbeperking" ("open end").
Optiebewijzen zijn beleggingsinstrumenten met een hefboomwerking die ervoor zorgen dat er met een relatief bescheiden kapitaal in grote volumes kan worden gehandeld. Vanwege deze hefboomwerking zijn optiebewij- zen beleggingsinstrumenten met een hogere volatiliteit. Zowel koersstijgingen als -dalingen van de onderlig- gende effecten van het optiebewijs zijn van onevenredig grote invloed op de koersontwikkeling van het optie- bewijs.
Ook bij zorgvuldige selectie van aan te kopen effecten mag het emittentenrisico niet worden uitgesloten. Wan- neer een emittent failliet gaat, kan het fonds zijn aanspraak op kapitaal- en opbrengstbetalingen daaruit volle- dig verliezen.
Bij verkoop van zijn aandelen boekt de aandeelhouder pas winst wanneer de waardetoename daarvan hoger is dan de bij de aankoop betaalde emissiekosten, waarbij ook de inkoopprovisie in aanmerking dient te worden genomen. Wanneer de belegging slechts gedurende een korte periode wordt aangehouden, kunnen de emis- siekosten tot gevolg hebben dat de waardeontwikkeling (performance) voor de belegger lager uitvalt of zelfs tot verlies leidt.
Het vermogen van het fonds luidt in euro. Bij de belegging in vermogenswaarden die in een andere valuta lui- den, is er sprake van valutakoerskansen en -risico’s. Het zogenaamde valutakoersrisico kan in het voordeel, maar ook in het nadeel van de belegger uitvallen.
Derivaten en andere technieken en instrumenten (zoals opties, futures, financiële termijntransacties) bieden aanzienlijke kansen, maar gaan ook gepaard met duidelijke risico's. Op basis van de hefboomwerking van deze producten kunnen met een relatief bescheiden inzet van kapitaal grote verplichtingen of zelfs verliezen ont- staan voor het fonds. De hoogte van het risico op verlies is meestal niet vooraf bekend en kan ook hoger uitval- len dan eventuele gestelde zekerheden. Het risico op verlies kan nog stijgen als de verplichtingen uit deze transacties in een andere valuta luiden dan de valuta van het fonds.
Xxxxxxxxx moeten zich bewust zijn van de eventuele risico's die gepaard kunnen gaan met een belegging in het fonds en zich laten adviseren door hun eigen beleggingsadviseur. Het advies aan beleggers luidt voorts om bij hun beleggingsadviseur regelmatig informatie op te vragen over de ontwikkeling van het fonds.
Commitment Approach
De Commitment Approach wordt toegepast om het totale aan derivaten gekoppelde risico te bewaken en te meten.
Aandelenklassen | Aandelenklasse A | Aandelenklasse T |
Effectennummer: | A0YBKY | A0YBKZ |
ISIN: | LU0455734433 | LU0455735596 |
Datum van eerste emissie/ datum van over- dracht: | Met ingang van 1 januari 2011 is het fonds aan de nieuwe beheersmaatschappij ETHENEA Independent Investors S.A. overgedragen. | |
Uitgifteprijs op de datum van overdracht: (exclusief emissiekosten) | Netto intrinsieke waarde | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs: | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta: | euro | |
Valuta van de aandelenklasse: | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde: | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds: | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd): Jaarverslag (gecontroleerd): | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging (effectisering): | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend door het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures: | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA-A | Aandelenklasse SIA-T |
Effectennummer | A1W66S | A1W66T |
ISIN | LU0985193357 | LU0985193431 |
Datum initiële emissie | 18 februari 2014 | 18 februari 2014 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- euro | 500,- euro |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 20 februari 2014 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs: | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | euro |
Valuta van de aandelenklasse | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA CHF-T | Aandelenklasse CHF-T |
Effectennummer | X0XX00 | X0XX00 |
ISIN | LU1939236318 | LU1939236409 |
Datum initiële emissie | 1 maart 2019 | 1 maart 2019 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- CHF | 100,- CHF |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 5 maart 2019 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs: | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | CHF | CHF |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Herbelegging | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Aandelenklasse: | Aandelenklasse SIA USD-T | Aandelenklasse USD-T |
Effectennummer | X0XX0X | X0XX00 |
ISIN | LU1939236581 | LU1939236748 |
Datum initiële emissie | 1 maart 2019 | 1 maart 2019 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 500,- USD | 100,- USD |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 5 maart 2019 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs: | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | USD | USD |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december | |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Herbelegging | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
Bijzondere uitvoeringen voor de aandelenklassen SIA-T, SIA-A, SIA CHF-T en SIA USD-T
De beheersmaatschappij heeft besloten dat de uitgegeven aandelen van de aandelenklassen SIA-T, SIA-A, SIA CHF-T en SIA USD-T voorbehouden zijn aan bepaalde financiële tussenpersonen. Het betreft hier financiële tussenpersonen die uitsluitend door hun klanten worden vergoed of een afzonderlijke overeenkomst voor advies tegen betaling hebben gesloten met hun klanten, of die onafhankelijk beleggingsadvies of discretionair portefeuillebeheer aanbieden. De beheersmaatschappij kan naar eigen goeddunken beslissen inschrijvingen pas te aanvaarden wanneer de belegger zijn hoedanigheid als geschikte belegger heeft aangetoond.
Bijzonderheden voor de aandelenklassen CHF-T, SIA CHF-T, USD-T en SIA USD-T
De voornoemde aandelenklassen worden afgedekt tegen valutaschommelingen ten aanzien van de fondsvalu- ta.
De uitvoering van de afdekking gaat gepaard met inefficiënties. Om deze reden kan niet worden gewaarborgd dat de valutaschommelingen steeds volledig kunnen worden verminderd door de afdekking.
Informatie over eventuele daarmee gepaard gaande risico's staat in het hoofdstuk "Risico-informatie" van het verkoopprospectus.
Aandelenklasse: | Aandelenklasse R-A | Aandelenklasse R-T |
Effectennummer | A12EJA | A12EJB |
ISIN | LU1134152310 | LU1134174397 |
Datum initiële emissie | 2 januari 2015 | 2 januari 2015 |
Eerste emissiekoers (exclusief emissiekosten) | 100,- euro | 100,- euro |
Betaling van de initiële uitgifteprijs | 6 januari 2015 | |
Betaling van de emissie- en inkoopprijs: | Binnen 2 bankwerkdagen | |
Fondsvaluta | euro | |
Valuta van de aandelenklasse | euro | euro |
Berekening van de aandeelwaarde | elke bankwerkdag in Luxemburg, met uitzondering van 24 en 31 december van elk jaar | |
Einde van het boekjaar van het fonds | 31 december | |
Jaarverslag/halfjaarverslag van het fonds Halfjaarverslag (niet gecontroleerd) Jaarverslag (gecontroleerd) | 30 juni 31 december |
Soort schriftelijke vastlegging | Aandelen aan toonder worden schriftelijk vastgelegd in globale certificaten; aandelen op naam worden uitsluitend bij het registratie- en transferkantoor geregistreerd en in het aandelenregister genoteerd. | |
Coupures | Aandelen aan toonder en aandelen op naam worden tot drie cijfers achter de komma uitgegeven. | |
Spaarplannen voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Spaarplannen voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Uitkeringsplan voor aandelen op naam, die in het aandeelhoudersregister worden bijgehouden | Geen | |
Uitkeringsplan voor aandelen aan toonder, die in het bankdepot worden bijgehouden: | Informatie kunt u krijgen bij uw depothoudende instelling | |
Aanwending van de opbrengsten | Uitkering | Herbelegging |
Taxe d'abonnement | 0,05 % per jaar | 0,05 % per jaar |
De aandelenklasse R-A en de aandelenklasse R-T zijn uitsluitend bedoeld voor verkoop in Italië, Frankrijk en Spanje.
Het fonds is opgericht voor onbepaalde tijd.
Kosten die uit het fondsvermogen worden vergoed:
1. Beheersvergoeding
Voor het beheer van het fonds ontvangt de beheersmaatschappij een vergoeding van het fondsvermogen van maximaal 1,75% per jaar voor de aandelenklassen A, T, CHF-T en USD-T, maximaal 1,05% per jaar voor de aan- delenklassen SIA-A, SIA-T, SIA CHF-T en SIA USD-T en maximaal 2,15% per jaar telkens voor de aandelenklassen R-A en R-T van het nettofondsvermogen.
Met de vergoeding worden de prestaties van de beheersmaatschappij, het centraal beheerskantoor en de bewaarder vereffend.
Deze vergoedingen worden maandelijks na het einde van de maand pro rata berekend op basis van het gemid- delde nettovermogen van het deelfonds gedurende een maand en uitbetaald.
Naast deze vaste vergoeding ontvangt de beheersmaatschappij een van haar prestaties afhankelijke vergoeding ("performance-fee") van 10% over het nettorendement boven de 7% ("Hurdle-rate"), die aan het eind van het boekjaar uit het fonds kan worden genomen ten laste van de desbetreffende aandelenklasse.
De desbetreffende waardestijging wordt berekend op basis van het verschil tussen de aandelenkoers (netto aandelenkoers = bruto aandelenkoers minus alle proportionele kosten zoals beheers-, bewaarvergoeding en overige kosten + reeds gereserveerde performance-fee) en de geldende High-Watermark. In het jaar waarin de aandelen voor het eerst worden uitgegeven, komt de High-Watermark overeen met de uitgiftekoers
Indien de aandelenkoers aan het eind van het afgelopen boekjaar een waardestijging toont tegenover de netto intrinsieke waarde aan het eind van het voorgaande boekjaar, maar de Hurdle-Rate niet werd overschreden, is deze laatste netto aandelenkoers van het afgelopen boekjaar de High-Watermark voor het komende boekjaar.
Indien in een boekjaar netto waardeverminderingen moeten worden geboekt, moeten deze voor de bereke- ning van de performance-fee van de volgende jaren worden overgedragen en dan worden meegenomen, zo- danig dat er geen performance-fee wordt uitgekeerd zolang de aandelenkoers zich onder het niveau bevindt dat voorheen de reden was voor de uitkering van een performance-fee (High-Watermark-principe). De referen- tieperiode van de High-Watermark beloopt de volledige looptijd van de desbetreffende aandelenklassen van het fonds.
Wijzigingen in de performance-fee die zijn toe te schrijven aan inschrijvingen op respectievelijk inkopen van aandelen, worden in de berekeningsperiode dienovereenkomstig geëlimineerd.
Voorbeeldberekening per einde periode: Uitbetaling performance-fee
Uitgangspunten berekening afrekeningsperiode 1: Uitbetaling performance-fee per einde periode
Netto aandelenwaarde in EUR | 107 |
Aantal aandelen in omloop | 1000 |
High-Watermark in EUR | 100 |
Uitkering per aandeel in EUR | 2,00 |
Overdracht gereserveerde performance-fee per aandeel in EUR | 1,00 |
Aanvullende performance-fee op basis van inschrijvingen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 150 |
In mindering te brengen performance-fee op basis van inkopen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 50 |
Eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen | 100 |
Percentage performance-fee | 10% |
Drempeltarief p.j. | 7% |
Berekening afrekeningsperiode 1:
(((EUR 107 + EUR 1 + EUR 2) - (100 EUR*7%+ 100 EUR))* 1.000* 10%)- 100 EUR = 200 EUR
(((Actuele netto aandelenwaarde plus reeds gereserveerde performance-fee plus uitkering per aandeel) minus (High- Watermark vermenigvuldigd minimale prestatie plus High-Watermark)) vermenigvuldigd met het aantal actueel in omloop zijnde aandelen vermenigvuldigd met percentage performance-fee) minus eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen
De waardeontwikkeling van de aandelen (netto aandelenwaarde + reeds gereserveerde performance-fee + uitkering) in relatie tot de High-Watermark (+10%) is hoger dan de minimale prestatie (7%). Performance- uitbetaling ten bedrage van 200 EUR, d.w.z. het bedrag van de performance-fee 300 EUR (outperformance
+7%), onder aftrek van het aanvullende bedrag aan performance-fee dat is toe te schrijven aan het saldo tus- sen inschrijvingen ten opzichte van inkopen (eliminatie van meer- en minder performance-fee op basis van inschrijvingen en inkopen) (100 EUR).
Uitgangspunten berekening afrekeningsperiode 2: Aandelenwaarde overschrijdt High-Watermark en minimale prestatie niet
Netto aandelenwaarde in EUR | 103 |
Aantal aandelen in omloop | 1000 |
High-Watermark in EUR | 107 |
Uitkering per aandeel in EUR | 2,00 |
Overdracht gereserveerde performance-fee per aandeel in EUR | 0,00 |
Aanvullende performance-fee op basis van inschrijvingen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 0,00 |
In mindering te brengen performance-fee op basis van inkopen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 0,00 |
Eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen | 0,00 |
Percentage performance-fee | 10% |
Drempeltarief p.j. | 7% |
Berekening afrekeningsperiode 2: | |
(((EUR 103 + EUR 0 + EUR 2) -(107 EUR*7%+ 107 EUR))* 1.000* 10%)- 0 EUR = 0 EUR |
(((Actuele netto aandelenwaarde plus reeds gereserveerde performance-fee plus uitkering per aandeel) minus (High- Watermark vermenigvuldigd minimale prestatie plus High-Watermark))vermenigvuldigd met aantal actueel in omloop zijnde aandelen vermenigvuldigd met percentage performance-fee) minus eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen
De waardeontwikkeling van de aandelen (netto aandelenwaarde + reeds gereserveerde performance-fee + uitkering) overstijgt noch de High-Watermark (107 EUR), noch de minimale prestatie (+7%) tegenover de High- Watermark. Er wordt geen performance-fee uitbetaald. De High-Watermark blijft staan op 107 EUR.
Uitgangspunten berekening afrekeningsperiode 3: Aandelenwaarde overschrijdt wel de High-Watermark maar niet de minimale prestatie
Netto aandelenwaarde in EUR | 109 |
Aantal aandelen in omloop | 1000 |
High-Watermark in EUR | 107 |
Uitkering per aandeel in EUR | 2,00 |
Overdracht gereserveerde performance-fee per aandeel in EUR | 0,00 |
Aanvullende performance-fee op basis van inschrijvingen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 0,00 |
In mindering te brengen performance-fee op basis van inkopen in de loop van het jaar absoluut in EUR | 0,00 |
Eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen | 0,00 |
Percentage performance-fee | 10% |
Drempeltarief p.j. | 7% |
Berekening afrekeningsperiode 3: | |
(((EUR 109 + EUR 0 + EUR 2) -(107 EUR*7%+ 107 EUR))* 1.000* 10%)- 0 EUR = 0 EUR |
(((Actuele netto aandelenwaarde plus reeds gereserveerde performance-fee plus uitkering per aandeel) minus (High- Watermark vermenigvuldigd met minimale prestatie plus High-Watermark) vermenigvuldigd met aantal actueel in omloop zijnde aandelen vermenigvuldigd met percentage performance-fee) minus eliminatiesaldo op inschrijvingen en inkopen
De waardeontwikkeling van de aandelen (netto aandelenwaarde + reeds gereserveerde performance-fee + uitkering = (111 EUR) overstijgt weliswaar de High-Watermark (107 EUR), maar niet de minimale prestatie (+7%) tegenover de High-Watermark. Er wordt geen performance-fee uitbetaald. De High-Watermark wordt echter verhoogd naar 109 EUR (actuele netto aandelenwaarde).
Bij aandelenklassen die afwijken van de fondsvaluta (bijv. fondsvaluta EUR, klassevaluta USD, CHF) wordt de performance-fee zodanig berekend dat de waardeontwikkeling van de aandelenwaarde wordt berekend in de valuta van de klasse. Door valutakoersschommelingen kunnen de bedragen van de performance-fee voor een klasse in de fondsvaluta en een klasse in de vreemde valuta verschillen.Deze vergoedingen zijn te vermeerde- ren met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
2. Vergoeding voor het registratie- en transferkantoor
Het registratie- en transferkantoor ontvangt voor de uitvoering van zijn taken op grond van de overeenkomst met het registratie- en transferkantoor momenteel geen vergoeding.
3. Andere kosten
Daarnaast kan het fondsvermogen worden belast met de kosten die worden vermeld in artikel 11 van het be- heersreglement.
Kosten ten laste van de beleggers
Aandelenklasse | Aandelenklasse A | Aandelenklasse T | Aandelenklasse SIA-A | Aandelenklasse SIA-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tus- senpersoon) | maximaal 5 % | maximaal 5 % | maximaal 5 % | maximaal 5 % |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aandelenklasse | Aandelenklasse R-A | Aandelenklasse R-T | Aandelenklasse CHF-T | Aandelenklasse SIA CHF-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tus- senpersoon) | maximaal 1 % | maximaal 1% | maximaal 5 % | maximaal 5 % |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aandelenklasse | Aandelenklasse USD-T | Aandelenklasse SIA USD-T |
Emissiekosten: (ten gunste van de betrokken tus- senpersoon) | maximaal 5 % | maximaal 5 % |
Inkoopprovisie: | n.v.t. | n.v.t. |
Omwisselprovisie: | n.v.t. | n.v.t. |
Informatie over het kostenoverzicht
Als de belegger bij de aankoop van aandelen advies van derden inwint, of als deze bij de aankoop bemiddelen, leveren zij de belegger indien nodig bewijs van de kosten of kostenratio's, die niet overeenstemmen met de kostengegevens in dit verkoopprospectus en in de essentiële beleggersinformatie. Reden hiervoor kan met name zijn dat de derde de kosten van zijn eigen activiteiten (bijv. bemiddeling, advies of het beheren van het depot) in aanmerking neemt. Daarnaast neemt hij indien nodig ook eenmalige kosten zoals uitgiftetoeslagen en gebruikt doorgaans andere berekeningsmethodes of ook ramingen voor de kosten die op fondsniveau ont- staan, die met name de transactiekosten van het fonds omvatten.
Afwijkingen in het kostenoverzicht kunnen zich zowel voordoen bij informatie vóór het sluiten van een over- eenkomst als de periodieke informatieverstrekking over de bestaande beleggingen in fondsen in het kader van een duurzame klantenrelatie.
aanwending van de opbrengsten
De opbrengsten van de aandelenklassen T, SIA-T, R-T, CHF-T, SIA CHF-T, USD-T en SIA USD-T worden herbelegd.
De opbrengsten van de aandelenklassen A, SIA-A en R-A worden uitgekeerd. De uitkering geschiedt op door de beheersmaatschappij vastgestelde tijden. Eigenaars van aandelen op naam worden in het aandelenregister vermeld met het aantal aandelen in het fonds dat overeenstemt met het bedrag van de uitkering. Op uitdruk- kelijk verzoek worden uitkeringen ook overgeschreven op de rekening die de belegger opgeeft. Indien de uitgif- teprijs oorspronkelijk automatisch van een rekening is afgeschreven, wordt de uitkering op diezelfde rekening betaald.
Beheersreglement
De contractuele rechten en plichten van de beheersmaatschappij, de bewaarder en de belegger in verband met het beleggingsfonds worden bepaald in het volgende beheersreglement. Het beheersreglement is voor het eerst in werking getreden op 10 november 2009 en is op 30 november 2009 gepubliceerd in het "Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations", het staatsblad van het Groothertogdom Luxemburg ("Mémorial"). Het Mémorial werd op 1 juni 2016 door het nieuwe informatieplatform Recueil électronique des sociétés et associ- ations ("RESA") van het Handels- en vennootschapsregister in Luxemburg vervangen.
Het beheersreglement werd op 1 januari 2020 het laatst gewijzigd en op het RESA gepubliceerd.
Artikel 1 – Het fonds
1. Het fonds Ethna-DYNAMISCH ("fonds") is een juridisch onzelfstandig beleggingsfonds (fonds commun de placement) dat belegt in effecten en andere vermogenswaarden ("fondsvermogen"), dat voor de ge- meenschappelijke rekening van de aandeelhouders ("beleggers") en met inachtneming van het beginsel van risicospreiding wordt beheerd. De beleggers participeren in het fonds naargelang van de hoogte van hun aandelenbezit.
2. De contractuele rechten en plichten van de beleggers, de beheersmaatschappij en de bewaarder wor- den in dit beheersreglement vastgesteld. De geldige versie van dit beheersreglement wordt neergelegd bij het Handels- en vennootschappenregister in Luxemburg en wordt gepubliceerd in het RESA. Met de aankoop van aandelen aanvaardt de belegger dit verkoopprospectus alsook alle goedgekeurde en gepu- bliceerde wijzigingen daarvan.
3. De beheersmaatschappij stelt bovendien een verkoopprospectus (met bijlage) op conform de voor- schriften van het Groothertogdom Luxemburg.
4. Het nettofondsvermogen (d.w.z. de som van alle vermogenswaarden na aftrek van alle verplichtingen van het fonds) moet binnen zes maanden na de goedkeuring van het fonds 1.250.000 euro bedragen.
5. Het fonds geldt als een zelfstandig beleggingsfonds. Tegenover derden staan de vermogenswaarden van het fonds uitsluitend borg voor verbintenissen die door het fonds zijn aangegaan.
6. De aandeelwaarde wordt voor elke aandelenklasse berekend op grond van de regels die zijn vastgesteld in artikel 6 van dit beheersreglement.
Artikel 2 – De beheersmaatschappij
1. De beheersmaatschappij van het fonds is ETHENEA Independent Investors S.A. ("beheersmaatschap- pij"), een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 00, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxx. Zij is op 10 september 2010 voor onbepaalde tijd opgericht.
2. De beheersmaatschappij wordt vertegenwoordigd door haar raad van bestuur. De raad van bestuur kan een of meer van zijn leden en/of functionarissen van de beheersmaatschappij belasten met de dagelijk-
se bedrijfsvoering en hij kan andere personen belasten met de uitvoering van beheersfuncties en/of het dagelijkse beleggingsbeleid.
3. De beheersmaatschappij beheert het fonds in eigen naam, onafhankelijk van de bewaarder, doch uit- sluitend in het belang en voor de gemeenschappelijke rekening van de beleggers in overeenstemming met dit beheersreglement. De beheersbevoegdheid omvat de uitoefening van alle rechten die recht- streeks of middellijk met de vermogenswaarden van het fonds samenhangen.
4. De beheersmaatschappij stelt het beleggingsbeleid van het fonds vast, rekening houdend met de wette- lijke en contractuele beleggingsbeperkingen. De beheersmaatschappij heeft het recht om, in overeen- stemming met de bepalingen die in dit beheersreglement en in de voor het fonds opgestelde bijlage bij het verkoopprospectus zijn vermeld, het fondsvermogen te beleggen en verder alle handelingen te ver- richten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het fondsvermogen.
5. De beheersmaatschappij is verplicht te werk te gaan volgens een procedure van risicobeheer waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risico- profiel van de beleggingsportefeuille te allen tijde te bewaken en te meten. Zij moet voorts een werk- wijze hanteren die het mogelijk maakt een nauwkeurige en onafhankelijke waardering van OTC- derivaten uit te voeren. Zij moet de Luxemburgse toezichthoudende instantie regelmatig en conform de procedure die door de toezichthoudende instantie voor het fonds bepaald is, op de hoogte brengen van de soorten derivaten in de portefeuille, de aan de betrokken onderliggende waarden gekoppelde risi- co's, de beleggingsgrenzen en de methoden die zij heeft gehanteerd voor de meting van de risico's die samenhangen met haar transacties in derivaten.
6. De beheersmaatschappij kan op eigen verantwoordelijkheid en controle ten laste van het fondsver- mogen een beleggingsadviseur en/of fondsmanager inschakelen.
Het fondsmanagement mag uitsluitend worden overgedragen aan een onderneming die een vergunning of toelating voor vermogensbeheer bezit. De overdracht van het fondsbeheer vindt plaats na een posi- tieve "due diligence-test" van de beheersmaatschappij en de goedkeuring van de CSSF.
De beheersmaatschappij kan zich bovendien laten adviseren door een beleggingscommissie van een samenstelling die door de beheersmaatschappij wordt bepaald.
7. Om zijn taken uit te voeren kan de eventuele beleggingsadviseur en/of fondsmanager met de vooraf- gaande toestemming van de beheersmaatschappij op eigen kosten en op eigen verantwoordelijkheid derden inschakelen die natuurlijke of rechtspersonen zijn.
Artikel 3 – De bewaarder
1. De beheersmaatschappij heeft DZ PRIVATBANK S.A aangesteld als enige bewaarder voor het fonds. De benoeming van de bewaarder is schriftelijk vastgelegd in de bewaardersovereenkomst. DZ PRIVATBANK
S.A. is een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht waarvan de zetel gelegen is te 4, rue Xxxxxx Xxxxxx, L-1445 Strassen, Luxemburg, en die banktransacties verricht. De rechten en plichten van de be- waarder zijn in overeenstemming met de Wet van 17 december 2010, de geldende regelgeving, de be- waardersovereenkomst, dit beheersreglement en het verkoopprospectus (met bijlage).
2. De bewaarder
a) zorgt ervoor dat verkoop, emissie, inkoop, uitbetaling en annulering van aandelen van het fonds volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens de in het beheersreglement vastgelegde procedures gebeuren;
b) zorgt ervoor dat de berekening van de aandeelwaarde van het fonds gebeurt volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens de in het beheersreglement vastgelegde procedures;
c) leeft de instructies van de beheersmaatschappij na, tenzij deze in strijd zijn met de geldende wet- telijke voorschriften of het beheersreglement;
d) zorgt ervoor dat, bij transacties met vermogenswaarden van het fonds, de tegenwaarde binnen de gebruikelijke termijnen aan het fonds wordt overgeschreven;
e) zorgt ervoor dat de opbrengsten van het fonds worden gebruikt volgens de geldende wettelijke voorschriften en volgens het beheersreglement.
3. De bewaarder zorgt ervoor dat de cashflows van het fonds correct worden gecontroleerd en garandeert met name dat alle bij de inschrijving op aandelen van het fonds door beleggers of in naam van beleggers verrichte betalingen zijn ontvangen en dat alle gelden van het fonds op rekeningen worden geboekt, die:
a) worden geopend op naam van het fonds, op naam van de beheersmaatschappij die voor het fonds optreedt of op naam van de bewaarder die voor het fonds optreedt;
b) worden geopend bij een instantie genoemd in artikel 18, lid 1, letters a, b en c van Richtlijn 2006/73/EG van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Xxxxxxxxx 2004/39/EG van het Europees Par- lement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatori- sche eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn ("Richtlijn 2006/73/EG") en
c) volgens de in artikel 16 van Xxxxxxxxx 2006/73/EG vastgelegde principes worden beheerd.
Worden de rekeningen geopend op naam van de voor het fonds handelende bewaarder, zullen op zulke rekeningen noch gelden van de in punt 3, letter b) genoemde instantie noch gelden van de bewaarder zelf worden geboekt.
4. Het fondsvermogen wordt als volgt in bewaring gegeven bij de bewaarder:
a) Voor financiële instrumenten die in bewaring kunnen worden gegeven, geldt het volgende:
i. de bewaarder bewaart alle financiële instrumenten die in bewaring op een rekening voor fi- nanciële instrumenten kunnen worden geboekt en alle financiële instrumenten die fysiek aan de bewaarder kunnen worden overgedragen;
ii. de bewaarder zorgt ervoor dat financiële instrumenten die in bewaring op een rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geboekt, volgens de in artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG vastgelegde principes in de boeken van de bewaarder worden geregistreerd op
afzonderlijke rekeningen, die op naam van het fonds of de voor het fonds handelende be- heersmaatschappij zijn geopend, zodat de financiële instrumenten te allen tijde onmisken- baar kunnen worden geïdentificeerd als instrumenten die volgens het geldende recht eigen- dom van het fonds zijn.
b) Voor andere vermogenswaarden geldt dat:
i. de bewaarder controleert of het fonds, of de voor het fonds handelende beheersmaatschap- pij, eigenaar van de desbetreffende vermogenswaarden is, door op basis van de door het fonds of de beheersmaatschappij voorgelegde informatie of documenten en, indien beschik- baar, aan de hand van externe bewijzen, vast te stellen of het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij eigenaar is;
ii. de bewaarder registreert de vermogenswaarden waarvan hij zich heeft vergewist dat het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij eigenaar is en werkt de geregi- streerde gegevens steeds bij met de recentste gegevens.
5. De bewaarder bezorgt de beheersmaatschappij regelmatig een uitgebreide lijst van alle vermogens- waarden van het fonds.
6. De door de bewaarder in bewaring genomen vermogenswaarden worden door de bewaarder, of een derde aan wie de bewaarfunctie is overgedragen, niet voor eigen rekening hergebruikt. Als hergebruik geldt iedere transactie van in bewaring gegeven vermogenswaarden, waaronder overdracht, verpan- ding, verkoop en lening.
De door de bewaarder in bewaring genomen vermogenswaarden mogen enkel worden hergebruikt, in- dien:
a) het hergebruik van de vermogenswaarden voor rekening van het fonds gebeurt,
b) de bewaarder gevolg geeft aan de instructies van de in naam van het fonds handelende beheers- maatschappij,
c) het hergebruik het fonds ten goede komt en in het belang van de aandeelhouders is en
d) de transactie gedekt is door liquide onderpanden van hoge kwaliteit, die het fonds heeft verwor- ven volgens een overeenkomst inzake de volledige overdracht van de eigendom.
De verkoopwaarde van het onderpand moet te allen tijde minstens even hoog zijn als de verkoopwaarde van de hergebruikte vermogenswaarden vermeerderd met een toeslag.
7. In geval van insolventie van de bewaarder aan wie de bewaring van vermogenswaarden van het fonds is overgedragen, worden de in bewaring gegeven vermogenswaarden van het fonds niet aan de schuldei- sers van deze bewaarder uitgekeerd of ten gunste van de schuldeisers gebruikt.
8. De bewaarder kan de bewaringstaken van voornoemd punt 4 met inachtneming van de wettelijke voor- waarden overdragen aan een andere onderneming (onderbewaarder). De onderbewaarders kunnen de hen opgedragen bewaringstaken met inachtneming van de wettelijke voorwaarden opnieuw overdra-
gen. De onder de voornoemde punten 2 en 3 beschreven taken mag de bewaarder evenwel niet aan derden overgedragen.
9. Bij de waarneming van zijn taken handelt de bewaarder eerlijk, redelijk, professioneel, onafhankelijk en uitsluitend in het belang van het fonds en zijn beleggers.
10. De taken van de beheersmaatschappij en de bewaarder mogen niet door eenzelfde maatschappij wor- den waargenomen.
11. De bewaarder mag geen taken met betrekking tot het fonds of de voor het fonds actieve beheersmaat- schappij waarnemen die belangenconflicten tussen het fonds, de beleggers van het fonds, de beheers- maatschappij en de gemachtigde van de bewaarder en zichzelf zouden kunnen scheppen. Dat geldt niet, wanneer een functionele en hiërarchische scheiding van de uitvoering van de taken als bewaarder van de potentieel strijdige taken is doorgevoerd en de potentiële belangenconflicten reglementair worden bepaald, geregeld, waargenomen en aan de beleggers van het fonds worden meegedeeld.
12. De bewaarder is aansprakelijk tegenover het fonds en zijn aandeelhouders voor het verlies door de be- waarder of een derde waaraan de bewaring van in bewaring gegeven financiële instrumenten is overge- dragen.
Bij verlies van een in bewaring gegeven financieel instrument geeft de bewaarder het fonds of de voor het fonds handelende beheersmaatschappij onmiddellijk een gelijkaardig financieel instrument terug of betaalt een dienovereenkomstig bedrag terug. De bewaarder is volgens de Wet van 17 december 2010 en volgens de geldende regelgeving niet aansprakelijk, wanneer hij kan aantonen dat het verlies te wij- ten is aan externe gebeurtenissen die redelijkerwijs niet controleerbaar zijn en waarvan de gevolgen on- danks alle gepaste inspanningen niet hadden kunnen worden vermeden.
De bewaarder is ook aansprakelijk tegenover het fonds en de beleggers van het fonds voor alle andere geleden verliezen als gevolg van niet-naleving van de wettelijke verplichtingen door nalatigheid of opzet van de bewaarder.
De aansprakelijkheid van de bewaarder wordt niet aangetast door een eventuele overdracht volgens voornoemd punt 8.
Beleggers van het fonds kunnen de aansprakelijkheid van de bewaarder direct of indirect via de be- heersmaatschappij laten gelden, op voorwaarde dat dit noch tot een verdubbeling van de verhaalsrech- ten noch tot een ongelijke behandeling van de beleggers leidt.
Artikel 4 – Algemene bepalingen van het beleggingsbeleid
Het beleggingsbeleid van het fonds heeft tot doel een passende waardeontwikkeling te realiseren in de fonds- valuta. Het specifieke beleggingsbeleid van het fonds wordt beschreven in de bijlage bij het verkoopprospectus.
Voor het fonds mogen alleen die vermogenswaarden worden verworven en verkocht waarvan de prijs in over- eenstemming is met de waarderingscriteria vermeld in artikel 6 van dit beheersreglement.
De onderstaande algemene beleggingsprincipes en beleggingsbeperkingen gelden voor dit fonds voor zover voor het fonds geen afwijkingen of aanvullingen zijn opgenomen in de bijlage bij het verkoopprospectus.
Het fondsvermogen wordt belegd met inachtneming van het beginsel van risicospreiding in de zin van de voor- schriften van deel I van de Wet van 17 december 2010 en op grond van de verderop in dit artikel beschreven beleggingsstrategische beginselen en binnen de beleggingsbeperkingen. Hierbij wordt een onderscheid ge- maakt tussen prudentiële en fiscale beleggingsbeperkingen. Indien de fiscale beleggingsbeperkingen voor het fonds worden toegepast, gelden deze steeds in aanvulling op en met inachtneming van de prudentiële beleg- gingsbeperkingen.
Prudentiële beleggingsbeperkingen
1. Definities:
a) "gereglementeerde markt"
Een gereglementeerde markt is een markt voor financiële instrumenten zoals bedoeld in artikel 4, nr. 21, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 be- treffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU.
b) "Effecten"
Effecten zijn:
aandelen en andere effecten die gelijkwaardig zijn aan aandelen ("aandelen")
schuldbrieven en andere geëffectiseerde schulden ("schuldtitels")
alle andere voor verhandeling op de markt geschikte effecten die recht geven op het verwerven van effecten door aankoop of ruil.
Uitzonderingen zijn de technieken en instrumenten die worden vermeld in artikel 42 van de Wet van 17 december 2010.
c) "Geldmarktinstrumenten"
"Geldmarktinstrumenten" zijn instrumenten die doorgaans op de geldmarkt worden verhandeld, die liquide zijn en waarvan de waarde altijd nauwkeurig kan worden bepaald.
d) "Icb's"
Instellingen voor collectieve beleggingen.
e) "Xxxx'x"
Instellingen voor collectieve beleggingen in effecten die zijn onderworpen aan Richtlijn 2009/65/EG.
Bij elke icbe die uit meerdere deelfondsen is samengesteld, wordt elk deelfonds voor de toepassing van de beleggingsgrenzen als een op zichzelf staande icbe beschouwd.
2. Er worden uitsluitend
a) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die zijn toegelaten of verhandeld worden op een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2014/65/EU;
b) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die worden verhandeld op een andere geregle- menteerde markt in een lidstaat van de Europese Unie ("lidstaat") die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert;
c) effecten en geldmarktinstrumenten verworven die officieel zijn genoteerd aan een effectenbeurs in een land dat niet tot de Europese Unie behoort of die worden verhandeld op een andere gere- glementeerde markt van een land dat niet tot de Europese Unie behoort, die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert,
d) effecten en geldmarktinstrumenten van nieuwe emissies verworven, mits de emissievoorwaar- den de verplichting omvatten dat toelating wordt gevraagd tot officiële notering aan een effec- tenbeurs of op een andere gereglementeerde markt, die erkend en voor het publiek opengesteld is en die op behoorlijke wijze functioneert, en dat die toelating uiterlijk één jaar na de emissie wordt verkregen.
De in lid 2, onder c) en d), vermelde effecten en geldmarktinstrumenten worden officieel genoteerd of verhandeld in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Australië (met inbegrip van Oceanië), Afrika, Azië en/of Eu- ropa.
e) aandelen in instellingen voor collectieve belegging in effecten ("icbe's") verworven die in over- eenstemming met Richtlijn 2009/65/EG zijn toegestaan en/of van andere instellingen voor collec- tieve belegging ("icb's") in de zin van artikel 1, tweede lid, onder a) en b), van Richtlijn 2009/65/EG, of deze al dan niet zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie, op voor- waarde dat
deze icb's zijn toegelaten op grond van wettelijke voorschriften die hen onder een vorm van toezicht stellen die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie gelijkwaardig is aan het toezicht dat door het Gemeenschapsrecht wordt vereist, en mits er voldoende garanties bestaan voor samenwerking tussen de desbetreffende overheden;
het beschermingsniveau van de beleggers van deze icb's gelijkwaardig is aan het bescher- mingsniveau van beleggers van een icbe en met name op voorwaarde dat de voorschriften over de gesplitste bewaring van vermogenswaarden, de kredietopname, de kredietgaran- ties en de baissetransacties in effecten en geldmarktinsturmenten gelijkwaardig zijn met de eisen van Richtlijn 2009/65/EG;
over de activiteiten van de icb's verslag wordt uitgebracht in halfjaar- en jaarverslagen, waardoor de lezer zich een oordeel kan vormen over het vermogen en de verplichtingen, de opbrengsten en de transacties in de periode waarover het verslag in kwestie handelt;
de icbe of andere icb, waarvan aandelen verworven zouden worden, op grond van haar contractuele bepalingen of statuten ten hoogste 10% van haar vermogen in aandelen van andere icbe's of icb's mag beleggen.
f) zichtdeposito's of opzegbare deposito's met een looptijd van hoogstens 12 maanden bij krediet- instellingen afgesloten indien de betrokken kredietinstelling gevestigd is in een lidstaat van de EU of, in het geval deze in een derde land gevestigd is, op voorwaarde dat de betrokken kredietin- stelling zich houdt aan toezichtsbepalingen die naar het oordeel van de Luxemburgse toezicht- houdende instantie gelijkwaardig zijn aan die van het recht van de Europese Unie.
g) afgeleide financiële instrumenten ("derivaten"), inclusief gelijkwaardige contant afgerekende in- strumenten, verworven die worden verhandeld aan een onder a), b) of c) vermelde gereglemen- teerde markt, en/of afgeleide financiële instrumenten die niet aan een beurs worden verhandeld ("OTC-derivaten") op voorwaarde dat
het bij de onderliggende waarden gaat om instrumenten in de betekenis van artikel 41, eerste lid, van de Wet van 17 december 2010 of om financiële indexen, rentetarieven, wisselkoersen of valuta's waarin het fonds mag beleggen conform de in dit beheersregle- ment vermelde beleggingsdoelstellingen;
de tegenpartijen bij transacties in OTC-derivaten aan prudentieel toezicht onderworpen instellingen zijn en behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn erkend;
en op voorwaarde dat de OTC-derivaten dagelijks op een betrouwbare en controleerbare manier worden gewaardeerd en altijd op initiatief van het fonds tegen de gepaste dag- waarde verkocht, geliquideerd of door een transactie vereffend kunnen worden;
h) geldmarktinstrumenten verworven die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld en die vallen onder de definitie van artikel 1 van de Wet van 17 december 2010 op voorwaarde dat de emissie of de emittent van deze instrumenten zich reeds houdt aan voorschriften betref- fende de bescherming van deposito's en beleggers en op voorwaarde dat zij
worden uitgegeven of gewaarborgd door een centraal, regionaal of plaatselijk orgaan of door de centrale bank van een lidstaat, door de Europese Centrale Bank, de Europese Unie of de Europese Investeringsbank, een derde land of, in het geval van een federale staat, een lidstaat van de federatie of door een internationale instelling met publiekrechtelijk ka- rakter waartoe minstens één lidstaat behoort of
worden uitgegeven door een onderneming waarvan de effecten worden verhandeld op de onder a), b) of c) van dit artikel vermelde gereglementeerde markten, of
worden uitgegeven of gewaarborgd door een instelling die onderworpen is aan een offici- ele controle in overeenstemming met de criteria die zijn vastgelegd in het Gemeenschaps- recht of door een instelling die onderworpen is of zich houdt aan controlevoorwaarden die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie minstens even streng zijn als die van het Gemeenschapsrecht, of
worden uitgegeven door andere emittenten die behoren tot een categorie die door de Luxemburgse toezichthoudende instantie is toegelaten, mits de beleggingen in deze in- strumenten onderworpen zijn aan bepalingen ter bescherming van beleggers die gelijk- waardig zijn aan de bepalingen van het eerste, tweede of derde gedachtestreepje en mits de emittent ofwel een onderneming is met een eigen vermogen van minimaal tien miljoen euro, die haar jaarrekening opstelt en bekendmaakt in overeenstemming met de voor- schriften van Xxxxxxxxx 78/660/EEG, ofwel een rechtspersoon is die binnen een bedrijven- groep bestaande uit een of meer beursgenoteerde ondernemingen verantwoordelijk is voor de financiering van deze groep, ofwel een rechtspersoon is die verantwoordelijk is voor de financiering van de zekerstelling van de verbintenissen door middel van effecten door gebruikmaking van een kredietlijn die door een bank is verleend.
3. Waarbij echter maximaal 10% van het nettofondsvermogen kan worden belegd in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan die welke onder het tweede lid van dit artikel worden genoemd.
4. Technieken en instrumenten
a) Het betrokken nettofondsvermogen mag in het kader van de voorwaarden en beperkingen die door de Luxemburgse toezichthoudende instantie worden vastgesteld, gebruikmaken van de in het verkoopprospectus vermelde technieken en instrumenten op voorwaarde dat dit geschiedt met het oog op een efficiënt beheer van het fondsvermogen. Indien deze transacties betrekking hebben op het gebruik van derivaten, dan moeten de voorwaarden en grenzen in overeenstem- ming zijn met de bepalingen van de Wet van 17 december 2010.
Bovendien mag het fonds bij de aanwending van technieken en instrumenten niet afwijken van het in bijlage beschreven beleggingsbeleid.
b) De beheersmaatschappij moet overeenkomstig artikel 42, lid 1, van de Wet van 17 december 2010 te werk gaan volgens een procedure van risicobeheer waardoor zij in staat is het risico dat met de beleggingsposities samenhangt en haar aandeel in het totale risicoprofiel van de beleg- gingsportefeuille te allen tijde te bewaken en te meten. De beheersmaatschappij moet er boven- dien voor zorgen dat het totale risico van het beheerde fonds dat samenhangt met derivaten niet hoger is dan de totale nettowaarde van de portefeuilles. Ze baseert zich met name bij de beoor- deling van de kredietwaardigheid van de vermogenswaarden van het fonds niet uitsluitend en automatisch op ratings van ratingbureaus zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, letter b van Verorde- ning (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus. De voor het fonds toegepaste procedure voor meting van het risico en eventueel specifiekere gegevens zijn vermeld in de voor het fonds geldende bijlage. Het fonds mag als on- derdeel van zijn beleggingsbeleid en binnen de limieten van artikel 43, vijfde lid, van de Wet van 17 december 2010 beleggen in derivaten op voorwaarde dat het totale risico van de onderlig- gende waarden niet hoger is dan de beleggingsgrenzen van artikel 43 van de Wet van 17 decem- ber 2010. Wanneer het fonds belegt in op een index gebaseerde derivaten, dan worden deze be- leggingen niet in aanmerking genomen bij de beleggingsgrenzen van artikel 43 van de Wet van 17 december 2010. Wanneer een derivaat is ingebed in een effect of een geldmarktinstrument, moet het met betrekking tot de inachtneming van de voorschriften van artikel 42 van de Wet van 17 december 2010 mee in aanmerking worden genomen.
De beheersmaatschappij kan passende regelingen treffen en met toestemming van de bewaarder verde- re beleggingsbeperkingen aannemen die nodig zijn om te beantwoorden aan de bepalingen in de landen waar de aandelen moeten worden verhandeld.
5. Risicospreiding
a) Maximaal 10% van het nettofondsvermogen mag in effecten of geldmarktinstrumenten van de- zelfde emittent worden belegd. Het fonds mag niet meer dan 20% van zijn vermogen bij dezelfde instelling beleggen.
Het debiteurenrisico bij transacties van het fonds met OTC-derivaten mag de volgende percenta- ges niet overschrijden:
10% van het nettofondsvermogen wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is in de zin van artikel 41, eerste lid, onder f), van de Wet van 17 december 2010 en
5% van het nettofondsvermogen in alle andere gevallen.
b) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten van emittenten, in wier effecten en geldmarktinstrumenten de beheersmaatschappij meer dan 5% van het nettofondsvermogen heeft belegd, mag niet meer zijn dan 40% van het nettofondsvermogen. Deze limiet geldt niet voor deposito's en voor transacties met OTC-derivaten die worden verricht met financiële instel- lingen die onderworpen zijn aan toezicht.
Ongeacht de afzonderlijke onder a) genoemde plafonds mag de beheersmaatschappij bij dezelf- de instelling niet meer dan 20% van haar fondsvermogen beleggen in een combinatie bestaande uit
effecten of geldmarktinstrumenten die door deze instelling zijn uitgegeven en/of
deposito's bij deze instelling en/of
OTC-derivaten die door deze instelling zijn verworven
c) De in punt 5, onder a), alinea 1, van dit artikel genoemde beleggingsgrens van 10 % van het net- tofondsvermogen wordt opgetrokken tot 35 % van het nettofondsvermogen in gevallen waarin de aan te kopen effecten of geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat, een territoriaal publiekrechtelijk lichaam daarvan, een derde land of een ander in- ternationaal organisme met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer lidstaten behoren.
d) De in punt 5, onder a), alinea 1, van dit artikel genoemde beleggingsgrens van 10 % van het net- tofondsvermogen wordt opgetrokken tot 25 % van het nettofondsvermogen in gevallen waarin de aan te kopen schuldbrieven worden uitgegeven door een kredietinstelling die gevestigd is in een lidstaat van de EU en krachtens de wet onderworpen is aan een bijzonder openbaar toezicht, waardoor de houders van deze schuldbrieven worden beschermd. De resultaten van de emissie van deze schuldbrieven moeten met name op grond van de wet worden belegd in vermogens- waarden die gedurende de gehele looptijd van de schuldbrieven de daaruit voortvloeiende ver- plichtingen voldoende afdekken en die door middel van een preferent zekerheidsrecht in het ge-
val de emittent in gebreke blijft, ter beschikking staan voor de terugbetaling van het kapitaal en de betaling van de lopende rente.
Wanneer meer dan 5% van het nettofondsvermogen wordt belegd in schuldbrieven die door zul- ke emittenten worden uitgegeven, dan mag de totale waarde van de beleggingen in dergelijke schuldbrieven niet hoger zijn dan 80% van het nettofondsvermogen.
e) De in punt 5, onder b), alinea 1, van dit artikel vermelde beperking van de totale waarde tot 40 % van het nettofondsvermogen is niet van toepassing in de gevallen onder c) en d).
f) De in punt 5, onder a) tot en met d), van dit artikel beschreven beleggingsgrenzen van 10 %, 35 % of 25 % van het nettofondsvermogen mogen niet cumulatief worden beschouwd, maar in totaal mag slechts 35 % van het nettofondsvermogen in effecten en geldmarktinstrumenten van dezelf- de instelling of in deposito's of derivaten bij dezelfde instelling worden belegd.
Vennootschappen die met het oog op de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening zoals bedoeld in Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op basis van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PB L 193 van 18 juli 1983, blz. 1) of die overeenkomstig de erkende internationale boekhoudkundige voorschriften behoren tot dezelfde ondernemingsgroep moeten bij de berekening van de in punt 5, onder a) tot en met f), van dit artikel bepaalde beleggingsgrenzen als één enkele instelling worden beschouwd.
Het fonds mag cumulatief 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten en geldmarktinstru- menten van dezelfde ondernemingsgroep.
g) Behoudens de in artikel 48 van de Wet van 17 december 2010 vastgestelde beleggingsgrenzen kan de beheersmaatschappij voor het fonds de in artikel 43 van de Wet van 17 december 2010 vermelde bovengrenzen voor beleggingen in aandelen en/of schuldtitels van eenzelfde emittent tot maximaal 20% van zijn nettofondsvermogen verhogen, wanneer het beleggingsbeleid van het fonds tot doel heeft een door de Luxemburgse toezichthoudende instantie erkende aandelen- of schuldtitelindex na te bootsen. Hiervoor gelden echter de volgende voorwaarden:
de samenstelling van de index moet voldoende gediversifieerd zijn;
de index moet een adequate referentiegrondslag vormen voor de markt waarop hij be- trekking heeft, en
de index moet op passende wijze worden bekendgemaakt.
Bovenvermelde beleggingsgrens bedraagt 35% van het nettofondsvermogen indien dat op grond van uitzonderlijke marktverhoudingen gerechtvaardigd is, met name op gereglementeerde mark- ten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten sterk overheersen. Deze beleggingsgrens geldt alleen voor de beleggingen bij één enkele emittent.
Of de beheersmaatschappij van deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt voor het fonds vermeld in de bijlage bij het verkoopprospectus.
h) Behoudens het bepaalde onder artikel 43 van de Wet van 17 december 2010, mag overeen- komstig het beginsel van risicospreiding tot 100 % van het nettovermogen worden belegd in ef- fecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de EU of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een lidstaat van de OESO of door internationale instellingen waarbij ten minste één EU-lidstaat is aangesloten. De effecten die in het nettofondsvermogen worden aangehouden moeten uit ten minste zes verschillende emis- sies afkomstig zijn, waarbij de waarde van de effecten die uit één enkele emissie afkomstig zijn niet hoger mag zijn dan 30 % van het nettofondsvermogen.
i) Voor het fonds wordt niet meer dan 10 % van het nettofondsvermogen belegd in icbe's of icb's in de zin van punt 2, onder e), van dit artikel, tenzij de specifieke bijlage bij het verkoopprospectus voor het betrokken fonds iets van een andere strekking bepaalt. Indien het beleggingsbeleid van het fonds bepaalt dat meer dan 10 % van het nettofondsvermogen mag worden belegd in icbe's of icb's in de zin van punt 2, onder e), van dit artikel, gelden de volgende punten j) en k).
j) Voor het fonds mag niet meer dan 20 % van het nettofondsvermogen worden belegd in aandelen van dezelfde icbe of van dezelfde andere icb in overeenstemming met artikel 41, eerste lid, onder e), van de Wet van 17 december 2010.
Voor de toepassing van deze beleggingsgrens geldt elk deelfonds van een icb met meerdere deel- fondsen als afzonderlijke emittent op voorwaarde dat het beginsel van de scheiding van de ver- plichtingen van de afzonderlijke deelfondsen aan derden is gewaarborgd.
k) Voor het fonds mag niet meer dan 30 % van het nettofondsvermogen in andere icb's en icbe's worden belegd. Indien het fonds aandelen van een icbe en/of andere icb heeft verworven, tellen de beleggingswaarden van de desbetreffende icbe of andere icb met betrekking tot de in punt 5,
a) tot en met f), vermelde bovengrenzen niet mee.
l) Wanneer een icbe aandelen verwerft van andere icbe's en/of andere icb's die direct of via over- dracht worden beheerd door dezelfde beheersmaatschappij of door een maatschappij waarmee zij verbonden is door middel van gezamenlijk beheer of controle of door een directe of indirecte deelname van meer dan 10 procent van het kapitaal of de stemmen, dan mag de beheersmaat- schappij of de andere maatschappij geen provisie berekenen voor de inschrijving op of inkoop van aandelen van deze andere icbe's en/of icb's door de icbe (met inbegrip van uitgiftetoeslagen en inkoopprovisie).
In het algemeen kan de aankoop van aandelen van doelfondsen een verhoging van de beheers- vergoeding tot het niveau van het doelfonds tot gevolg hebben en moet er eventueel rekening worden gehouden met de betrokken emissiekosten of de eventuele inkoopprovisie. Het fonds zal daarom niet in doelfondsen beleggen waarvoor een beheersvergoeding van meer dan 3 % per jaar geldt. Het jaarverslag van het fonds zal informatie vermelden over de maximale hoogte van het aandeel in de beheersvergoeding dat het fonds en het doelfonds moeten betalen.
m) De beheersmaatschappij mag de door haar beheerde icbe's op grond van deel I van de Wet van 17 december 2010 niet aanwenden om een aantal aandelen met stemrecht te verwerven die het haar mogelijk zouden maken om een significante invloed uit te oefenen op het bedrijfsbeleid van een emittent.
n) Voorts mag de beheersmaatschappij voor het fonds
maximaal 10% van de aandelen zonder stemrecht van dezelfde emittent;
maximaal 10% van de schuldbrieven die door dezelfde emittent zijn uitgegeven;
niet meer dan 25% van de aandelen die zijn uitgegeven door dezelfde icbe en/of icbe en
niet meer dan 10% van de geldmarktinstrumenten van dezelfde emittent; verwerven.
o) De in punt 5, onder m) en n), vermelde beleggingsgrenzen zijn niet van toepassing indien het gaat om
effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of gegarandeerd door een EU- lidstaat of een territoriaal publiekrechtelijk lichaam van een EU-lidstaat of door een land dat geen EU-lidstaat is;
effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door een internationaal lichaam met publiekrechtelijk karakter waartoe een of meer EU-lidstaten behoren;
aandelen die het fonds bezit in het kapitaal van een vennootschap van een derde land, die haar vermogen hoofdzakelijk belegt in effecten van emittenten die in dat land zijn geves- tigd, wanneer op grond van de wetgeving van dat derde land een dergelijk belang de eni- ge mogelijkheid biedt om in effecten van dat land te beleggen. Deze uitzondering geldt echter alleen op voorwaarde dat de vennootschap van dat land buiten de Europese Unie in haar beleggingsbeleid de grenzen in acht neemt die in de artikelen 43, 46 en 48, leden 1 en 2, van de Wet van 17 december 2010 zijn vastgesteld. Wanneer de grenzen vermeld in de artikelen 43 en 46 van de Wet van 17 december 2010 worden overschreden, is artikel 49 van de Wet van 17 december 2010 van overeenkomstige toepassing.
aandelen die door een of meer beleggingsmaatschappijen bij het kapitaal van dochter- maatschappijen worden gehouden, die uitsluitend voor de beleggingsmaatschappij of be- leggingsmaatschappijen beheers-, advies- of verkoopactiviteiten uitoefenen in het land waarin de dochtermaatschappij is gevestigd, met het oog op de terugkoop van aandelen op verzoek van de aandeelhouder.
6. Liquide middelen
Het fonds kan in beginsel liquide middelen aanhouden in de vorm van beleggingsrekeningen (rekenin- gen-courant) en bankdeposito's die echter slechts van ondergeschikt belang mogen zijn.
7. Claimrechten
Bij de uitoefening van claimrechten die verbonden zijn met effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van het vermogen, moet een icbe de in dit artikel beoogde beleggingsgrenzen niet noodzake- lijk in acht nemen.
Worden de in dit artikel vermelde beleggingsbeperkingen niet beoogd of in het kader van de uitoefening van claimrechten overschreden, dan moet de beheersmaatschappij bij haar verkopen prioritair streven naar de naleving van de beleggingsgrenzen en de toepassing van het beleggingsbeleid van de positie met inachtneming van de belangen van de beleggers.
Ongeacht haar verplichting om toe te zien op de naleving van het beginsel van de risicospreiding, kun- nen nieuw toegelaten icbe's tijdens een periode van zes maanden na hun toelating afwijken van de in punt 5, a) tot en met l), vermelde beleggingsgrenzen.
8. Kredieten en verbod op bezwaringen
a) Het fondsvermogen mag niet worden verpand of op andere wijze worden bezwaard, tot zeker- heid worden overgedragen of tot zekerheid worden afgestaan, tenzij het gaat om kredietopna- men in de betekenis van alinea b) hieronder of om zekerheidstellingen in het kader van de afwik- keling van transacties met financiële instrumenten.
b) Kredieten ten laste van het fondsvermogen mogen alleen kortlopend en tot een waarde van 10% van het nettofondsvermogen worden opgenomen. Een uitzondering hierop is de aankoop van deviezen door middel van "back-to-back"-leningen.
c) Ten laste van het fondsvermogen mogen geen kredieten worden verschaft en mogen geen borg- verplichtingen voor derden worden aangegaan, wat de verwerving van nog niet volgestorte ef- fecten, geldmarktinstrumenten of andere financiële instrumenten op grond van artikel 41, eerste lid, onder e), g) en h), van de Wet van 17 december 2010 niet in de weg staat.
9. Aanvullende beleggingsrichtlijnen
a) Baissetransacties van effecten zijn niet toegestaan.
b) Het fondsvermogen mag niet worden belegd in vastgoed, edelmetalen of certificaten betreffende edelmetalen, contracten m.b.t. edelmetalen, goederen of goederencontracten.
10. De in dit artikel genoemde beleggingsbeperkingen hebben betrekking op het tijdstip van aankoop van de effecten. Wanneer de percentages achteraf door koersevoluties of om andere redenen dan bijkomende aankopen worden overschreden, dan zal de beheersmaatschappij onmiddellijk en rekening houdend met de belangen van de beleggers streven naar een verlaging op grond van het eerder genoemde kader.
Fiscale beleggingsbeperkingen
Wanneer in het specifieke beleggingsbeleid in de bijlage bij het verkoopprospectus wordt vermeld dat het bij het fonds gaat om een aandelenfonds of een gemengd fonds gelden de volgende voorwaarden, in samenhang met de prudentiële beleggingsbeperkingen:
Bij een aandelenfonds gaat het om een fonds dat voortdurend meer dan 50 % van zijn nettofondsvermogen in kapitaaldeelname belegt.
Bij een gemengd fonds gaat het om een fonds dat voortdurend ten minste 25 % van zijn nettofondsvermogen in kapitaaldeelname belegt.
Bij de bepaling van de omvang van het vermogen dat wordt belegd in kapitaaldeelname, worden de kredieten overeenkomstig het aandeel van de kapitaaldeelname in de waarde van alle vermogenswaarden afgetrokken (gewijzigd nettofondsvermogen).
Kapitaaldeelname verwijst naar:
1. aandelen in een kapitaalvennootschap die voor officiële handel op een beurs zijn toegelaten of op een andere georganiseerde markt zijn genoteerd,
2. aandelen in een kapitaalvennootschap die geen vastgoedmaatschappij is en die
a) gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie of in een andere verdragsluitende staat van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die daar onderworpen is aan de winstbelasting voor kapitaalvennootschappen en daarvan niet is vrijgesteld, of
b) gevestigd is in een derde land en daar onderworpen is aan een winstbelasting voor kapitaalvennootschappen ten belope van minstens 15 % en daarvan niet is vrijgesteld,
3. Investeringsaandelen in aandelenfondsen die volgens hun beleggingsvoorwaarden meer dan 50 % van hun gewijzigd nettofondsvermogen of meer dan 50 % van hun actieve vermogen in de voormelde aandelen in kapitaalvennootschappen beleggen, tot beloop van 51 % van hun waarde van het investeringsaandeel; voorziet een aandelenfonds in zijn beleggingsvoorwaarden een hoger percentage dan 51 % van zijn waarde, dan geldt afwijkend het investeringsaandeel tot beloop van dat hogere percentage als kapitaaldeelname,
4. Investeringsaandelen in gemengde fondsen die volgens hun beleggingsvoorwaarden minstens 25 % van hun gewijzigd nettofondsvermogen of minstens 25 % van hun actieve vermogen in de voormelde aandelen in kapitaalvennootschappen beleggen, tot beloop van 25 % van hun waarde; voorziet een gemengd fonds in zijn beleggingsvoorwaarden een hoger percentage dan 25 % van zijn waarde, dan geldt afwijkend het investeringsaandeel tot beloop van dat hogere percentage als kapitaaldeelname, of
5. Aandelen in andere beleggingsvermogens, die minstens eenmaal per week een waardering doorvoeren, tot beloop van het dagelijks gewaardeerde gepubliceerde aandeel van hun waarde, tegen hetwelk ze effectief beleggen in de voormelde aandelen in kapitaalvennootschappen.
Artikel 5 – Aandelen
1. Aandelen zijn aandelen in het fonds. De wijze van effectisering en de coupures van de aandelen worden vermeld in de bijlage betreffende het specifieke fonds. Indien aandelen op naam worden uitgegeven, worden deze door het registratie- en transferkantoor geregistreerd in het aandelenregister dat voor het fonds wordt bijgehouden. In dit verband worden aan de beleggers bevestigingen van de opname in het aandelenregister verzonden aan het adres dat in het aandelenregister vermeld staat. Noch bij de uitgave van aandelen aan toonder, noch bij de uitgave van aandelen op naam bestaat er voor de belegger een recht op afgifte van materiële aandeelbewijzen.
2. Alle aandelen van het fonds hebben in beginsel gelijke rechten, tenzij de beheersmaatschappij beslist om conform punt 3 van dit artikel in het fonds verschillende aandelenklassen uit te geven.
3. De beheersmaatschappij kan beslissen om in het fonds van tijd tot tijd in twee of meer aandelenklassen te voorzien. De aandelenklassen kunnen van elkaar verschillen op grond van hun kenmerken en rechten door de manier waarop hun opbrengsten worden aangewend, volgens de structuur van de vergoedin- gen, met betrekking tot de beleggers (groep van beleggers) die aandelen mogen verwerven en houden of volgens andere specifieke kenmerken en rechten. Alle aandelen hebben vanaf de dag van emissie ge- lijke rechten op opbrengsten, koerswinsten en op de liquidatieopbrengst van hun aandelenklasse. In- dien in het fonds aandelenklassen worden onderscheiden, worden deze in de bijlage van het verkoop- prospectus vermeld samen met hun specifieke kenmerken of rechten.
4. Op grond van een beslissing van de raad van bestuur van de beheersmaatschappij kunnen aandelenklas- sen van het fonds worden onderworpen aan een aandelensplitsing.
5. Op grond van een beslissing van de raad van bestuur van de beheersmaatschappij kunnen aandelenklas- sen binnen het fonds worden samengevoegd.
Artikel 6 – Berekening van de aandeelwaarde
1. Het nettofondsvermogen van het fonds luidt in euro (EUR) ("referentievaluta").
2. De waarde van een aandeel ("aandeelwaarde") luidt in de valuta die in de bijlage bij het verkooppros- pectus is vermeld ("fondsvaluta"), indien voor eventuele andere aandelenklassen in de bijlage bij het verkoopprospectus geen valuta is opgegeven die van de fondsvaluta afwijkt ("valuta van de aandelen- klasse").
3. De aandeelwaarde wordt door de beheersmaatschappij of een door haar gemachtigde onder toezicht van de bewaarder berekend op elke bankwerkdag in Luxemburg, behalve op 24 en 31 december van het jaar ("waarderingsdag") en op twee decimalen afgerond. De beheersmaatschappij kan voor het fonds een afwijkende regeling treffen waarbij in acht moet worden genomen dat de aandeelwaarde ten min- ste tweemaal per maand moet worden berekend.
De beheersmaatschappij kan echter beslissen om de aandeelwaarde op 24 en 31 december van een jaar mee te delen, zonder dat het bij deze mededelingen van de waarde gaat om berekeningen van de aan- deelwaarde op een waarderingsdag in de zin van bovenstaande alinea 1 van punt 3. Bijgevolg kunnen de beleggers geen emissie, inkoop en/of omwisseling van aandelen verlangen op basis van een aandeel- waarde die is meegedeeld op 24 december en/of 31 december van een jaar.
4. Voor de berekening van de aandeelwaarde wordt de waarde van de tot het fonds behorende vermo- genswaarden, verminderd met de verplichtingen van het fonds ("nettofondsvermogen"), op elke waar- deringsdag vastgesteld en gedeeld door het aantal aandelen van het fonds dat op de waarderingsdag in omloop is.
5. Indien in de jaar- en halfjaarverslagen en in andere financiële statistieken op grond van wettelijke voor- schriften of conform de regels van dit beheersreglement inlichtingen over de toestand van het fonds- vermogen van het fonds moeten worden gegeven, worden de vermogenswaarden van het fonds omge- rekend in de referentievaluta. Het nettofondsvermogen wordt berekend op grond van de volgende be- ginselen:
a) effecten, geldmarktinstrumenten, afgeleide financiële instrumenten (derivaten) of andere beleg- gingen die officieel aan een effectenbeurs genoteerd zijn, worden gewaardeerd volgens de laatst beschikbare koers die een betrouwbare waardering garandeert, van de beursdag die aan de waarderingsdag voorafgaat. Indien effecten, geldmarktinstrumenten, afgeleide financiële instru- menten (derivaten) of andere beleggingen officieel aan verschillende effectenbeurzen genoteerd zijn, vormt de beurs met de hoogste liquiditeit de maatstaf.
De beheersmaatschappij kan voor het fonds vastleggen dat effecten, geldmarktinstrumenten, af- geleide financieringsinstrumenten (derivaten) alsook andere beleggingen die op een effecten- beurs officieel zijn genoteerd, tot de laatste beschikbare slotkoers die een betrouwbare waarde- ring garandeert, worden gewaardeerd. Dit wordt in de bijlage bij het fonds vermeld.
b) effecten, geldmarktinstrumenten, afgeleide financiële instrumenten (derivaten) of andere beleg- gingen die niet officieel aan een effectenbeurs genoteerd zijn (of aan effectenbeurzen die bij- voorbeeld wegens gebrek aan liquiditeit worden aangemerkt als niet representatief), maar die wel aan een gereglementeerde markt worden verhandeld, worden gewaardeerd volgens een koers die niet lager mag zijn dan de biedkoers en niet hoger dan de laatkoers van de beursdag die aan de waarderingsdag voorafgaat en die de beheersmaatschappij te goeder trouw de best mo- gelijke koers acht waartegen de effecten, geldmarktinstrumenten, afgeleide financiële instru- menten (derivaten) of andere beleggingen kunnen worden verkocht.
De beheersmaatschappij kan voor het fonds vastleggen dat effecten, geldmarktinstrumenten, af- geleide financiële instrumenten (derivaten) of andere beleggingen die niet officieel aan een ef- fectenbeurs genoteerd zijn (of aan effectenbeurzen die bijvoorbeeld wegens gebrek aan liquidi- teit worden aangemerkt als niet representatief), maar die wel aan een gereglementeerde markt worden verhandeld, tegen de laatste daar beschikbare koers, die de beheersmaatschappij te goeder trouw de best mogelijke koers acht waartegen de effecten, geldmarktinstrumenten, afge- leide financiële instrumenten (derivaten) of andere beleggingen kunnen worden verkocht, wor- den gewaardeerd. Dit wordt in de bijlage bij het fonds vermeld.
c) OTC-derivaten worden dagelijks gewaardeerd volgens een grondslag die door de beheersmaat- schappij moet worden vastgesteld en gecontroleerd.
d) Deelbewijzen in icbe's of icb's worden principieel tegen de laatste voor de waarderingsdag vast- gestelde inkoopkoers gewaardeerd of tegen de laatst beschikbare koers die een betrouwbare waardering garandeert. Indien voor investeringsaandelen de inkoop is opgeschort of indien er geen inkoopkoersen zijn vastgesteld, worden deze aandelen net zoals alle andere vermogens- waarden gewaardeerd tegen hun respectieve verkoopwaarde, zoals deze door de beheersmaat- schappij te goeder trouw is vastgelegd op grond van algemeen erkende en controleerbare waar- deringsregels.
e) Indien de betrokken xxxxxxx niet in overeenstemming met de marktsituatie zijn, indien de onder
b) genoemde financieringsinstrumenten niet op een gereguleerde markt worden verhandeld en indien voor andere financiële instrumenten dan die vermeld onder a) tot en met d) geen koersen zijn vastgelegd, worden deze financiële instrumenten net als de andere wettelijk toegestane vermogenswaarden gewaardeerd tegen hun respectieve verkoopwaarde zoals deze door de be-
heersmaatschappij te goeder trouw is vastgelegd op grond van algemeen erkende en controleer- bare waarderingsregels (bijvoorbeeld passende waarderingsmodellen waarin rekening wordt ge- houden met de actuele marktomstandigheden).
f) De liquide middelen worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde vermeerderd met rente.
g) Vorderingen, bijvoorbeeld lopende rentevorderingen en schulden, worden in principe op hun nominale waarde geraamd.
h) De marktwaarde van effecten, geldmarktinstrumenten, afgeleide financiële instrumenten (deri- vaten) en andere beleggingen die zijn uitgedrukt in een andere valuta dan de fondsvaluta, wordt in de fondsvaluta omgerekend tegen de op basis van de WM/Reuters-Fixing om 17.00 uur (16.00 uur tijd te Londen) meegedeelde valutakoers van de beursdag die voorafgaat aan de waarde- ringsdag. Winsten en verliezen ten gevolge van valutatransacties worden telkens meegerekend of afgetrokken.
De beheersmaatschappij kan voor het fonds vastleggen dat effecten, geldmarktinstrumenten, af- geleide financieringsinstrumenten (derivaten) alsook andere beleggingen die in een andere valu- ta als de fondsvaluta luiden, aan de op basis van de op de waarderingsdag meegedeelde valuta- koers in de betreffende fondsvaluta worden omgerekend. Winsten en verliezen ten gevolge van valutatransacties worden telkens meegerekend of afgetrokken. Dit wordt in de bijlage bij het fonds vermeld.
Het nettofondsvermogen wordt verlaagd met de uitkeringen die eventueel aan de beleggers van het fonds worden betaald.
De aandeelwaarde wordt berekend op grond van de hierboven vermelde criteria. Indien er in het fonds echter aandelenklassen worden gevormd, wordt de daaruit voortvloeiende berekening van de aandeel- waarde op grond van de hierboven vermelde criteria gescheiden voor elke aandelenklasse.
Artikel 7 – Opschorting van de berekening van de aandeelwaarde
1. De beheersmaatschappij heeft het recht om de berekening van de aandeelwaarde tijdelijk op te schor- ten wanneer en zolang als er zich omstandigheden voordoen die deze opschorting noodzakelijk maken en wanneer de opschorting gerechtvaardigd is met inachtneming van de belangen van de beleggers. Dit is met name het geval
a) in de periode waarin een beurs of een andere gereglementeerde markt, waar een aanzienlijk deel van de vermogenswaarde genoteerd is of verhandeld wordt, gesloten is om andere redenen dan wettelijke feestdagen of vrije dagen voor banken, of wanneer de handel aan deze beurs of op de betrokken markt opgeschort of beperkt is;
b) in noodsituaties, wanneer de beheersmaatschappij niet kan beschikken over beleggingen van een fonds, wanneer zij niet in staat is de tegenwaarde van de aankopen of verkopen van beleg- gingen vrij over te maken of wanneer zij de aandeelwaarde niet naar behoren kan waarderen.
c) bij onderbreking van de nieuwsverbinding of wanneer de waarde van een vermogenswaarde om een of andere reden niet snel of correct genoeg kan worden bepaald.
Zolang de berekening van de netto intrinsieke waarde per aandeel tijdelijk is opgeschort, worden ook de emissie, inkoop en omwisseling van aandelen tijdelijk opgeschort.
2. Xxxxxxxxx die een order tot inschrijving, inkoop of omwisseling hebben geplaatst, worden onmiddellijk op de hoogte gebracht van een opschorting van de berekening van de aandeelwaarde en krijgen on- middellijk bericht wanneer de opschorting afgelopen is en de aandeelwaarde opnieuw wordt berekend.
3. Orders voor inschrijving, inkoop en omwisseling vervallen automatisch bij een opschorting van de bere- xxxxxx xxx xx xxxxx intrinsieke waarde. De belegger of mogelijke belegger wordt daarvan op de hoogte gebracht dat de orders voor inschrijving, inkoop en omwisseling opnieuw moeten worden ingediend na- dat de opschorting afgelopen is en de netto intrinsieke waarde opnieuw wordt berekend.
Artikel 8 – Emissie van aandelen
1. De aandelen worden op elke waarderingsdag uitgegeven tegen de emissiekoers. De emissiekoers is de aandeelwaarde op grond van artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement, vermeerderd met een be- drag voor emissiekosten, met een maximale hoogte voor het fonds die is vermeld in de bijlage bij het verkoopprospectus. De emissiekoers kan worden verhoogd met vergoedingen of andere belastingen die in rekening worden gebracht in de betrokken landen van verkoop.
2. Aanvragen tot inschrijving voor de aankoop van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkantoor, een eventuele tussenpersoon en de betaalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn verplicht de aanvragen tot inschrijving onmiddellijk door te geven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend. Het aanvaardt de aanvragen tot inschrijving in opdracht van de be- heersmaatschappij.
Aankooporders voor de verwerving van aandelen aan toonder worden door de instantie waar de beleg- ger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend.
Volledige aanvragen tot inschrijving voor aandelen op naam en aankooporders van aandelen aan toon- der, die uiterlijk op het in het verkoopprospectus bepaalde tijdstip op een waarderingsdag bij de desbe- treffende instantie zijn binnengekomen, worden afgehandeld op basis van de emissiekoers van de daar- opvolgende waarderingsdag. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de emissie van aan- delen wordt afgesloten op basis van een aandeelwaarde die vooraf niet aan de belegger bekend was. Wanneer echter het vermoeden bestaat dat een belegger aan late trading doet, kan de beheersmaat- schappij de acceptatie van de aanvraag tot inschrijving/aankooporder zolang weigeren tot de aanvrager iedere twijfel in verband met zijn aanvraag tot inschrijving/aankooporder heeft opgehelderd. Aanvragen tot inschrijving van aandelen op naam en aankooporders voor aandelen aan toonder, die na het in het verkoopprospectus bepaalde tijdstip op een waarderingsdag bij de desbetreffende instantie zijn binnen- gekomen, worden afgehandeld op basis van de emissiekoers van de daaropvolgende waarderingsdag.
Indien de tegenwaarde van de aandelen op naam waarop moet worden ingeschreven niet beschikbaar is op het tijdstip waarop de volledige aanvraag tot inschrijving bij het registratie- en transferkantoor is ontvangen of wanneer de aanvraag tot inschrijving foutief of onvolledig is, geldt de aanvraag tot in- schrijving als door het registratie- en transferkantoor ontvangen op de datum waarop de tegenwaarde van de aandelen waarop is ingeschreven wel beschikbaar is en de datum waarop de aanvraag tot in- schrijving naar behoren is ingediend.
De aandelen aan toonder worden na de afrekening bij het registratie- en transferkantoor via zogenaam- de betalings-/termijntransacties stap voor stap, d.w.z. tegen betaling van het investeringsbedrag, over- gedragen aan het kantoor waar de ondertekenaar zijn effectendepot aanhoudt.
De emissieprijs moet binnen het in de bijlage van het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bij- behorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de des- betreffende valuta van de aandelenklasse worden betaald bij de bewaarder in Luxemburg.
Indien de tegenwaarde uit het fondsvermogen, met name op basis van een herroeping, het niet naleven van een automatische afschrijving of omwille van andere redenen, verloren gaat, neemt de beheers- maatschappij de betrokken aandelen in het belang van het fonds terug. Eventuele verschillen die voort- vloeien uit de terugname van de aandelen en die een negatieve invloed hebben op het fondsvermogen vallen ten laste van de aanvrager.
Artikel 9 – Beperking en opschorting van de emissie van aandelen
1. De beheersmaatschappij kan te allen tijde naar eigen goeddunken zonder opgave van redenen een aanvraag tot inschrijving van de hand wijzen of de emissie van aandelen tijdelijk beperken, opschorten of definitief beëindigen of aandelen tegen betaling van de inkoopprijs terugkopen wanneer dit in het belang van de belegger of in het openbaar belang blijkt te zijn of wanneer dit noodzakelijk blijkt ter be- scherming van het fonds, met name wanneer:
a) de betrokken aandeelhouder ervan wordt verdacht bij de aankoop van aandelen "market timing", "late trading" of een andere markttechniek gehanteerd te hebben die de rest van de beleggers schade zou kunnen toebrengen;
b) de belegger de voorwaarde voor een aankoop van aandelen niet vervult of
c) de aandelen door een persoon met VS-indicatoren worden verworven, de aandelen zijn verhan- deld in een land waar de aandelen van het fonds niet mogen worden verkocht of wanneer de aandelen door een persoon (bijvoorbeeld een ingezetene van de VS) zijn verworven in een derge- lijk land waar een dergelijke belegger (bijvoorbeeld een ingezetene van de VS) de aandelen van het fonds niet mag aankopen.
3. In dat geval zal het registratie- en transferkantoor resp. de bewaarder betalingen voor aanvragen tot inschrijving die nog niet zijn uitgevoerd onmiddellijk terugbetalen zonder rente.
Artikel 10 – Inkoop en omwisseling van aandelen
1. De beleggers hebben het recht om op ieder gewenst tijdstip de inkoop van hun aandelen tegen de aan- deelwaarde aan te vragen, in overeenstemming met artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement, eventueel verminderd met een inkoopprovisie ("inkoopkoers"). Deze inkoop geschiedt alleen op een waarderingsdag. Wanneer er een inkoopprovisie in rekening wordt gebracht, dan is de maximale hoogte daarvan voor het fonds vermeld in de bijlage bij dit verkoopprospectus. De uitbetaling van de inkoop- koers wordt in bepaalde landen verminderd met de daar geldende belastingen en andere heffingen. Wanneer de inkoopprijs is uitbetaald, vervalt het bijbehorende aandeel.
2. De uitbetaling van de inkoopkoers en eventuele andere betalingen aan de beleggers geschieden via de bewaarder en de betaalkantoren. De bewaarder is slechts verplicht tot uitbetaling als de overboeking van de inkoopkoers in het land van de aanvrager niet wordt verboden door wettelijke bepalingen, bij- voorbeeld wettelijke voorschriften in verband met deviezen of andere omstandigheden waarop de be- waarder geen invloed heeft.
De beheersmaatschappij kan aandelen eenzijdig terugkopen tegen betaling van de inkoopprijs, indien zij dit nodig acht in het belang van alle beleggers of ter bescherming van de beleggers of van het fonds, met name wanneer:
a) de betrokken aandeelhouder ervan wordt verdacht bij de aankoop van aandelen "market timing", "late trading" of een andere markttechniek gehanteerd te hebben die de rest van de beleggers schade zou kunnen toebrengen;
b) de belegger de voorwaarde voor een aankoop van aandelen niet vervult of
c) de aandelen door een persoon met VS-indicatoren zijn verworven, bij beleggers na de verwervin- gen VS-indicatoren zijn vastgesteld, de aandelen zijn verhandeld in een land waar de aandelen van het fonds niet mogen worden verkocht of wanneer de aandelen door een persoon (bijvoor- beeld een ingezetene van de VS) zijn verworven in een dergelijk land waar een dergelijke belegger (bijvoorbeeld een ingezetene van de VS) de aandelen van het fonds niet mag aankopen.
3. De omwisseling van alle aandelen of van een gedeelte daarvan in aandelen van een andere aandelen- klasse geschiedt op basis van de op grond van artikel 6, vierde lid, van het beheersreglement aan te houden aandeelwaarde van de betreffende aandelenklasse, met inachtneming van een omwisselprovi- sie die ten hoogste 1% mag bedragen van de aandeelwaarde van de aandelen waarop wordt ingeschre- ven, maar die minstens zo hoog moet zijn als het verschil tussen de emissiekosten van de aandelenklas- se waartoe de om te wisselen aandelen behoren en de emissiekosten van de aandelenklasse waarin wordt omgewisseld. Indien er geen omwisselprovisie wordt berekend, wordt dit voor het fonds in de bij- lage bij het verkoopprospectus vermeld.
Indien er binnen het fonds verscheidene aandelenklassen worden aangeboden, kunnen aandelen van een aandelenklasse ook worden omgewisseld in aandelen van een andere aandelenklasse binnen het fonds, tenzij in de bijlage bij het verkoopprospectus anders wordt bepaald en op voorwaarde dat de be- legger voldoet aan de in de bijlage vermelde voorwaarden voor een rechtstreekse belegging in deze aandelenklasse. In deze gevallen wordt geen omwisselprovisie berekend.
De beheersmaatschappij kan een verzoek tot omwisseling van de hand wijzen wanneer dit nodig blijkt in het belang van het fonds of van de aandelenklassen of in het belang van de beleggers, in het bijzonder wanneer:
a) de betrokken belegger daarvan wordt verdacht bij de aankoop van aandelen "market timing", "late trading" of een andere markttechniek gehanteerd te hebben die de rest van de beleggers schade zou kunnen toebrengen,
b) de belegger de voorwaarden voor een aankoop van aandelen niet vervult of
c) de aandelen door een persoon met VS-indicatoren zijn verworven, bij de belegger na de ver- werving VS-indicatoren zijn vastgesteld, de aandelen worden verhandeld in een land waar de aandelen van het fonds of de aandelenklasse niet mogen worden verkocht of niet mogen wor- den verworven door een persoon (bijv. een ingezetene van de VS) voor de verwerving van de aandelen.
4. Volledige inkooporders of omwisselingsorders voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam kunnen worden ingediend bij de beheersmaatschappij, de bewaarder, het registratie- en transferkan- toor, de eventuele tussenpersoon en de betaalkantoren. Deze in ontvangst nemende instanties zijn ver- plicht de inkoop- en omwisselingsorders onmiddellijk door te geven aan het registratie- en transferkan- toor. De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend.
Een inkoop- of omwisselingsorder voor de inkoop resp. omwisseling van aandelen op naam is slechts volledig wanneer dit de naam en het adres van de belegger, het aantal en de tegenwaarde van de terug te geven of om te wisselen aandelen en de naam van het fonds vermeldt, en wanneer dit door de be- trokken belegger is ondertekend.
Volledige verkooporders voor de terugname van aandelen aan toonder worden door het kantoor waar de belegger zijn effectendepot aanhoudt, doorgegeven aan het registratie- en transferkantoor. De ont- vangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend. Het is niet mogelijk om aandelen aan toonder om te wisselen.
Volledige terugname-/verkooporders resp. volledige omwisselingsorders die uiterlijk op het in het ver- koopprospectus bepaalde tijdstip op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de daaropvolgende waarderingsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtneming van de omwisselprovisie. De beheersmaatschappij zorgt er in elk geval voor dat de inkoop of omwisseling van aandelen wordt afgerekend op basis van een aandeelwaar- de die vooraf niet aan de belegger bekend was. Volledige terugname-/verkooporders resp. volledige omwisselingsorders die na het in het verkoopprospectus bepaalde tijdstip op een waarderingsdag zijn binnengekomen, worden afgerekend op basis van de aandeelwaarde van de daaropvolgende waarde- ringsdag, verminderd met een eventuele inkoopprovisie resp. met inachtneming van de omwisselprovi- sie.
De ontvangst bij het registratie- en transferkantoor is doorslaggevend voor de ontvangst van de terug- name-/verkooporder.
De inkoopkoers wordt binnen het in de bijlage bij het fonds vermelde aantal bankwerkdagen na de bijbehorende waarderingsdag in de fondsvaluta of, in geval van verschillende aandelenklassen, in de desbetreffende valuta van de aandelenklasse uitbetaald. Voor aandelen op naam geschiedt de uitbeta- ling op een rekening die door de belegger moet worden aangeduid.
5. De beheersmaatschappij is verplicht de inkoop of omwisseling van aandelen tijdelijk op te schorten omwille van een opschorting van de berekening van de aandeelwaarde.
6. De beheersmaatschappij heeft met voorafgaande goedkeuring van de bewaarder en met inachtneming van de belangen van de beleggers het recht om omvangrijke inkopen pas te realiseren nadat de over- eenkomstige vermogenswaarden van het fonds zonder uitstel zijn verkocht. In dat geval geschiedt de inkoop tegen de op dat ogenblik geldende inkoopkoers. Dit geldt eveneens voor orders m.b.t. de om- wisseling van aandelen. De beheersmaatschappij ziet er echter op toe dat het fondsvermogen steeds voldoende liquide middelen bevat, zodat onder normale omstandigheden een inkoop of omwisseling van aandelen op verzoek van de beleggers direct kan plaatsvinden.
Artikel 11 – Kosten
Het fonds draagt de volgende kosten, voor zover deze ontstaan in verband met het vermogen van het fonds:
1. Voor het beheer van het fonds ontvangt de beheersmaatschappij een vergoeding van maximaal 2,15% per jaar van het nettofondsvermogen. De hoogte, berekening en betaling worden voor het fonds in de bijlage bij het verkoopprospectus vermeld. Deze vergoeding is te vermeerderen met een eventuele be- lasting op de toegevoegde waarde.
Bovendien kan de beheersmaatschappij of eventueel de beleggingsadviseur(s)/fondsmanager uit het vermogen van het fonds een extra vergoeding ontvangen die aan de waardeontwikkeling gerelateerd is ("performance fee"). De procentuele hoogte, berekening en betaling worden voor het fonds in de bijla- ge bij het verkoopprospectus vermeld.
Voor de uitvoering van de handelsactiviteiten ontvangt de beheersmaatschappij op de markt gebruike- lijke vergoedingen en provisies voor transacties in verband met het fonds, met name transacties in ef- fecten en andere toegelaten vermogenswaarden.
2. De eventuele beleggingsadviseur kan uit het fondsvermogen een vergoeding ontvangen waarvan de maximale hoogte, berekening en betaling voor het fonds in de bijlage bij het verkoopprospectus worden vermeld. Deze vergoeding is te vermeerderen met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
3. De bewaarder en het centraal beheerskantoor ontvangen voor de uitvoering van hun taken op grond van de bewaardersovereenkomst en de overeenkomst met het centraal beheerskantoor elk een ver- goeding die in het Groothertogdom Luxemburg gebruikelijk is voor banken en die maandelijks op het einde van de maand berekend en uitbetaald wordt. De hoogte van de berekening en betaling wordt in de bijlage bij het verkoopprospectus vermeld. Deze vergoedingen zijn te vermeerderen met een even- tuele belasting op de toegevoegde waarde.
4. Het registratie- en transferkantoor ontvangt voor de uitvoering van zijn taken op grond van de overeen- komst met het registratie- en transferkantoor een vergoeding die in het Groothertogdom Luxemburg
gebruikelijk is en die op het einde van elk kalenderjaar per beleggingsrekening dan wel per beleggings- rekening met een spaar- of uitkeringsplan wordt berekend en uitbetaald. Bovendien ontvangt het regi- stratie- en transferkantoor een jaarlijkse basisvergoeding die voor het fonds in de bijlage bij het ver- koopprospectus vermeld wordt. Deze vergoedingen zijn te vermeerderen met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
5. De eventuele tussenpersoon kan uit het fondsvermogen een vergoeding ontvangen waarvan de maxi- male hoogte, berekening en betaling voor het fonds in de bijlage bij het verkoopprospectus worden vermeld. Deze vergoeding is te vermeerderen met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
6. Het fonds draagt naast bovengenoemde kosten ook de volgende kosten, voor zover deze ontstaan in verband met het vermogen van het fonds:
a) kosten met betrekking tot de aankoop, het aanhouden en de verkoop van vermogenswaarden, met name gebruikelijke bancaire onkosten voor transacties in effecten en andere vermogens- waarden en rechten van het fonds en voor het in bewaring houden daarvan, alsmede bancaire kosten voor de bewaring van buitenlandse investeringsaandelen in het buitenland;
b) alle beheers- en bewaringskosten die door andere correspondentbanken en/of clearinghuizen (bijvoorbeeld Clearstream Banking S.A.) voor de vermogenswaarden van het fonds worden aan- gerekend, alsmede alle buitenlandse afwikkelings-, verzendings- en verzekeringskosten die wor- den opgelopen in verband met de effectentransacties van het fonds in fondsaandelen;
c) de transactiekosten van de emissie en inkoop van fondsaandelen;
d) bovendien worden de bewaarder, het centraal beheerskantoor en het registratie- en transferkan- toor vergoed voor de onkosten en andere kosten die zij maken in verband met het fondsver- mogen evenals voor de onkosten en andere kosten die ontstaan doordat zij verplicht zijn een be- roep te doen op derden, met name voor de keuze, de inrichting en het gebruik van eventuele bewaarplaatsen/ onderbewaarders. De bewaarder ontvangt verder de normale bankkosten;
e) belastingen die worden geheven op het fondsvermogen, het inkomen daarvan en de onkosten ten laste van het fonds;
f) kosten voor juridisch advies die door de beheersmaatschappij of de bewaarder worden gemaakt wanneer ze handelen in het belang van de beleggers van het fonds;
g) kosten van de accountant;
h) kosten voor de opstelling, voorbereiding, neerlegging, bekendmaking, het drukken en verzenden van alle documenten voor het fonds, met name van eventuele aandelencertificaten, van het ver- koopprospectus, van de "essentiële beleggersinformatie", van de jaar- en halfjaarverslagen, van de vermogenstabellen, van de kennisgevingen aan de beleggers, van de bijeenroepingen, van de aankondigingen van verkoop en aanvragen tot goedkeuring in de landen waarin de aandelen van het fonds verkocht zullen worden en van de correspondentie met de betrokken toezichthouden- de instanties;
i) de beheersvergoedingen die voor het fonds bij instanties moeten worden betaald, met name de beheersvergoedingen van de Luxemburgse toezichthoudende instantie en controlediensten in andere landen evenals de kosten voor de neerlegging van documenten van het fonds;
j) kosten in verband met een eventuele beurstoelating;
k) kosten voor de reclame en dergelijke, die rechtstreeks ontstaan in verband met de aanbieding en verkoop van aandelen;
l) verzekeringskosten;
m) vergoedingen, onkosten en andere kosten van de betaalkantoren, de tussenpersonen en andere kantoren die in het buitenland ingericht moeten worden, die ontstaan in verband met het fonds- vermogen;
n) renten, die ontstaan in het kader van kredieten die in overeenstemming met artikel 4 van het beheersreglement worden opgenomen;
o) onkosten van een eventuele beleggingscommissie;
p) onkosten van de raad van bestuur;
q) kosten voor de oprichting van het fonds en de eerste emissie van aandelen;
r) andere beheerskosten, inclusief kosten voor belangengroepen;
s) kosten voor performance attribution;
t) kosten voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van het fonds door nationaal en interna- tionaal erkende ratingbureaus en andere kosten voor informatieverwerving en
u) passende kosten voor de risicobeheersing.
Alle hiervoor vermelde kosten, vergoedingen en uitgaven zijn te vermeerderen met een eventuele belasting op de toegevoegde waarde.
Alle kosten worden eerst verrekend met de regulier vastgestelde opbrengsten en de kapitaalwinsten en pas dan met het fondsvermogen.
De kosten voor oprichting van het fonds en de eerste emissie van aandelen worden ten laste van het fonds- vermogen afgeschreven over de eerste vijf boekjaren. De oprichtingskosten en bovenvermelde kosten worden pro rata op basis van het fondsvermogen opgedeeld door de beheersmaatschappij.
Artikel 12 – Aanwending van de opbrengsten
1. De beheersmaatschappij kan de in het fonds behaalde opbrengsten uitkeren aan de beleggers of deze opbrengsten herbeleggen in het fonds. Dit wordt voor het fonds vermeld in de bijlage bij het verkoop- prospectus.
2. De regulier vastgestelde netto-opbrengsten en de gerealiseerde winsten kunnen worden uitgekeerd. Voorts kunnen de niet gerealiseerde winsten en andere activa worden uitgekeerd mits het nettofonds- vermogen van het fonds omwille van de uitkering in totaal niet onder een bedrag van 1.250.000 euro daalt.
3. Uitkeringen worden uitbetaald op de aandelen die op de uitkeringsdatum uitgegeven zijn. Uitkeringen kunnen in hun geheel of gedeeltelijk in de vorm van gratis aandelen geschieden. Eventueel resterende fracties kunnen contant worden uitbetaald. Opbrengsten die vijf jaar na publicatie van een dividendde- claratie niet zijn opgeëist, vervallen ten gunste van het fonds.
4. Uitkeringen aan eigenaars van aandelen op naam geschieden in beginsel door de herbelegging van het uitkeringsbedrag ten gunste van de eigenaar van aandelen op naam. Indien de eigenaar van aandelen op naam daar niet mee akkoord gaat, kan hij uiterlijk 10 dagen na de bekendmaking van de kennisge- ving over de uitkering de uitbetaling op de door hem vermelde rekening vragen aan het registratie- en transferkantoor. Uitkeringen aan eigenaars van aandelen aan toonder geschieden op dezelfde wijze als de uitbetaling van xxxxxxxxxxxxx aan eigenaars van aandelen aan toonder.
Artikel 13 – Boekjaar - Accountantscontrole
1. Het boekjaar van het fonds vangt aan op 1 januari van elk jaar en eindigt op 31 december van het jaar. Het eerste boekjaar begon op de datum van oprichting van het fonds en eindigde op 31 december 2010.
2. De jaarrekeningen van het fonds worden gecontroleerd door een accountant die door de beheersmaat- schappij wordt benoemd.
3. Uiterlijk vier maanden na afloop van elk boekjaar maakt de beheersmaatschappij een gecontroleerd jaarverslag bekend in overeenstemming met de voorschriften van het Groothertogdom Luxemburg.
4. Twee maanden na afloop van de eerste helft van elk boekjaar maakt de beheersmaatschappij een onge- controleerd halfjaarverslag bekend. Indien dit vereist is voor de verkoopvergunning in andere landen, kunnen aanvullend gecontroleerde en ongecontroleerde tussentijdse verslagen worden opgesteld.
Artikel 14 – Bekendmakingen
1. De aandeelwaarde en emissie- en inkoopkoers kunnen, net als alle andere informatie, worden opge- vraagd bij de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in elk betaalkantoor en bij de eventuele tussen- persoon. Ze worden bovendien bekendgemaakt in de betrokken vereiste media van elk land van ver- koop.
2. Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarversla- gen van het fonds kunnen kosteloos op de website van de beheersmaatschappij xxx.xxxxxxx.xxx worden geraadpleegd. Het actuele verkoopprospectus, de "essentiële beleggersinformatie", alsmede de jaar- en halfjaarverslagen van het fonds kunnen door de beleggers ook kosteloos op papier worden ver- kregen bij de zetel van de beheersmaatschappij, bij de bewaarder, in de betaalkantoren en bij de tus- senpersoon.
3. De geldige bewaardersovereenkomst, de statuten van de beheersmaatschappij en het contract over de overnames van de functies van het centrale beheerskantoor, het registratie- en transferkantoor en het betaalkantoor kunnen op hun maatschappelijke zetel worden ingezien.
Artikel 15 – Fusie van het fonds
1. De raad van bestuur van de beheersmaatschappij kan door een besluit in overeenstemming met de volgende voorwaarden beslissen om het fonds in te brengen in een andere icbe, die door dezelfde be- heersmaatschappij wordt beheerd of die door een andere beheersmaatschappij wordt beheerd. Tot fu- sie kan met name in de volgende gevallen worden besloten:
- indien het nettofondsvermogen op een waarderingsdag is gedaald onder een bedrag dat het mini- mumbedrag blijkt om het fonds op een economisch zinvolle manier te beheren. De beheersmaat- schappij heeft dit bedrag vastgesteld op 5 miljoen euro.
- indien het omwille van een ingrijpende wijziging in het economische of politieke klimaat of door oor- zaken van economische rentabiliteit economisch gezien niet zinvol lijkt om het fonds te beheren.
2. De raad van bestuur van de beheersmaatschappij kan ook beslissen om een ander fonds of deelfonds, dat door dezelfde beheersmaatschappij of door een andere beheersmaatschappij wordt beheerd, in het fonds op te nemen.
3. Fusies zijn zowel mogelijk tussen twee Luxemburgse fondsen of deelfondsen (binnenlandse fusie) als tussen fondsen of deelfondsen die zijn gevestigd in twee verschillende lidstaten van de Europese Unie (grensoverschrijdende fusie).
4. Dergelijke fusie mag slechts worden uitgevoerd als het beleggingsbeleid van het fonds of deelfonds dat wordt ingebracht niet indruist tegen het beleggingsbeleid van de icbe die het fonds of deelfonds op- neemt.
5. De fusie wordt voltrokken als een ontbinding van het fonds dat wordt ingebracht en een gelijktijdige overname van alle vermogenswaarden door het fonds of deelfonds waardoor het wordt opgenomen. De beleggers van het fonds of deelfonds dat wordt ingebracht, ontvangen aandelen van het overnemende fonds of deelfonds. Het aantal daarvan wordt berekend op basis van de aandeelwaardeverhoudingen van de betrokken fondsen of deelfondsen op het ogenblik van inbrenging met zo nodig een middeling.
6. Zowel het opnemende als het overdragende fonds of deelfonds informeren de beleggers op gepaste wijze over de geplande fusie en in overeenstemming met de voorschriften van de betrokken landen van verkoop van het opnemende of overdragende fonds of deelfonds.
7. De beleggers van het opnemende en het overdragende fonds of deelfonds hebben gedurende dertig dagen het recht om, zonder extra kosten, de inkoop te vragen van al hun aandelen of een gedeelte daarvan tegen de betrokken aandeelwaarde of, voor zover mogelijk, de omwisseling daarvan in aande- len van een ander fonds of deelfonds met een gelijkaardig beleggingsbeleid, dat door dezelfde be- heersmaatschappij of door een andere maatschappij wordt beheerd, waarmee de beheersmaatschappij door een gezamenlijk beheer of een gezamenlijke controle of door een directe of indirecte deelname verbonden is. Het recht treedt in werking vanaf het ogenblik waarop de aandeelhouders van het over- dragende en het opnemende fonds of deelfonds geïnformeerd worden over de geplande fusie en het vervalt vijf bankwerkdagen vóór het tijdstip waarop de omwisselverhouding wordt berekend.
8. Bij een fusie tussen twee of meer fondsen of deelfondsen kunnen de betrokken fondsen of deelfondsen de inschrijving op aandelen en de inkoop of omwisseling van aandelen tijdelijk opschorten wanneer die opschorting gerechtvaardigd is vanuit het oogpunt van bescherming van de aandeelhouders.
9. De uitvoering van de fusie wordt gecontroleerd en bevestigd door een onafhankelijke accountant. Op aanvraag kunnen de beleggers van het overdragende en het overnemende fonds of deelfonds en de be- trokken verantwoordelijke toezichthoudende instanties kostenloos een kopie van het verslag van de ac- countant ontvangen.
Artikel 16 – Ontbinding van het fonds
1. Het fonds is opgericht voor onbepaalde tijd. Onverminderd deze regeling kan het fonds te allen tijde door de beheersmaatschappij worden ontbonden, met name indien zich sinds het tijdstip van de lance- ring aanmerkelijke economische en/of politieke wijzigingen hebben voorgedaan.
2. Het fonds moet worden ontbonden in de volgende gevallen:
a) wanneer de benoeming van de bewaarder wordt opgezegd, zonder dat er binnen een tijdsbestek van twee maanden een nieuwe bewaarder is benoemd;
b) wanneer in verband met de beheersmaatschappij een insolventieprocedure wordt opgestart en geen enkele andere beheersmaatschappij zich bereid verklaart het fonds over te nemen, of wan- neer de beheersmaatschappij wordt geliquideerd;
c) wanneer het fondsvermogen gedurende meer dan zes maanden onder een bedrag van 312.500 euro blijft;
d) in andere gevallen die zijn bepaald in de Wet van 17 december 2010.
3. Indien zich een situatie voordoet die leidt tot de liquidatie van het fonds, wordt de uitgifte van aandelen opgeschort. De terugkoop van aandelen blijft mogelijk op voorwaarde dat de gelijke behandeling van de beleggers wordt gewaarborgd. De bewaarder zal de liquidatieopbrengst, met aftrek van de liquidatie- kosten en honoraria, op aanwijzing van de beheersmaatschappij of eventueel van de liquidateur die be- noemd is door de beheersmaatschappij of de liquidateur die met goedkeuring van de toezichthoudende instantie door de bewaarder benoemd is, onder de beleggers van het fonds verdelen op grond van hun aanspraken. Nettoliquidatieopbrengsten die op het ogenblik dat de liquidatieprocedure wordt afgeslo- ten niet door de beleggers zijn opgenomen, worden door de bewaarder na afsluiting van de liquidatie- procedure voor rekening van de gerechtigde beleggers gestort bij de Caisse des Consignations in het Groothertogdom Luxemburg, waar deze bedragen vervallen wanneer er binnen de wettelijke termijn geen aanspraak op wordt gemaakt.
4. De beleggers, hun erfgenamen, schuldeisers of rechtsopvolgers kunnen noch om voortijdige ontbinding noch om verdeling van het fonds vragen.
5. De ontbinding van het fonds in overeenstemming met dit artikel wordt conform de wettelijke voor- schriften door de beheersmaatschappij bekendgemaakt in het RESA en in minstens twee landelijke kran- ten, waaronder het "Tageblatt".
6. De ontbinding van het fonds wordt bekendgemaakt op de wijze die in het verkoopprospectus voor "kennisgevingen aan de beleggers" is bepaald.
Artikel 17 – Verjaring
Xxxxxxxxx kunnen hun vorderingen tegen de beheersmaatschappij of de bewaarder na afloop van 5 jaar na het ontstaan van de vordering niet meer gerechtelijk doen gelden; dit laat de regeling die in artikel 16, derde lid van dit beheersreglement is opgenomen echter onverlet.
Artikel 18 – Toepasselijk recht, bevoegde rechterlijke instantie en taal van de overeenkomst
1. Het beheersreglement van het fonds is onderworpen aan de wetgeving van het Groothertogdom Luxemburg. Dit geldt ook voor de juridische verhoudingen tussen de beleggers, de beheersmaatschappij en de bewaarder, tenzij deze juridische verhoudingen onafhankelijk daarvan onder de bijzondere rege- lingen van een andere rechtsorde vallen. In aanvulling op de bepalingen van dit beheersreglement gel- den in het bijzonder de voorschriften van de Wet van 17 december 2010. Het beheersreglement is neergelegd bij het Handels- en vennootschappenregister in Luxemburg. Elk rechtsgeding tussen beleg- gers, de beheersmaatschappij en de bewaarder is onderworpen aan de jurisdictie van de verantwoorde- lijke rechtbank in het rechtsgebied Luxemburg in het Groothertogdom Luxemburg. De beheersmaat- schappij en de bewaarder hebben het recht zichzelf en het fonds te onderwerpen aan de jurisdictie en het recht van een land van verkoop, indien het gaat om aanspraken van beleggers die in het betrokken land ingezetene zijn en om aangelegenheden die met het fonds te maken hebben.
2. In een rechtsgeding is de Duitse tekst van dit beheersreglement beslissend. De beheersmaatschappij en de bewaarder kunnen met betrekking tot aandelen van het fonds die aan beleggers in een niet- Duitstalig land worden verkocht, voor zichzelf en voor het fonds vertalingen in de betrokken talen van die landen bindend verklaren, wanneer die aandelen in die landen openbaar mogen worden verhan- deld.
3. Indien een toelichting nodig is voor begrippen die door het beheersreglement niet gedefinieerd zijn, worden de bepalingen van de Wet van 17 december 2010 toegepast. Dit geldt met name voor de be- grippen die worden gedefinieerd in artikel 1 van de Wet van 17 december 2010.
Artikel 19 – Wijzigingen van het beheersreglement
1. De beheersmaatschappij kan dit beheersreglement te allen tijde met toestemming van de bewaarder volledig of gedeeltelijk wijzigen.
2. Wijzigingen van dit beheersreglement worden neergelegd bij het Handels- en vennootschappenregister in Luxemburg en treden in werking op de dag van ondertekening indien niets van een andere strekking is bepaald. Het beheersreglement wordt in het RESA gepubliceerd.
Artikel 20 – Inwerkingtreding
Dit beheersreglement treedt in werking op 1 januari 2020.