Algemene Voorwaarden voor Landmateriaal
Algemene Voorwaarden voor Landmateriaal
Model F2013.01
Inhoudsopgave:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2. Geldigheidsgebied Artikel 3. Omvang van de dekking Artikel 4. Uitsluitingen
Artikel 5. Verplichtingen bij een schadegeval Artikel 6. Regeling van schade
Artikel 7. Vergoeding van schade Artikel 8. Verjaring van vordering Artikel 9. Premie
Artikel 10. Wijziging aan het verzekerde object
Artikel 11. Premieherziening en wijziging van voorwaarden Artikel 12. Begin en einde van de verzekering
Artikel 13. Slotbepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
a. BW: Burgerlijk Wetboek.
b. Gebeurtenis: een voorval of een reeks van voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben.
c. Polisblad: het door of namens verzekeraars afgegeven polisblad en/of alle door verzekeraars afgegeven polisaanhangsels.
d. Premievervaldatum: de in de polis genoemde ingangsdatum van de verzekeringsovereenkomst, alsmede de daarop volgende data waarop de premie moet worden betaald, rekening houdende met de overeengekomen periodebetaling: betaling per jaar, per drie maanden, dan wel per maand.
e. Schade:
1. onder schade aan personen wordt het letsel of de aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood tot gevolg hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade verstaan.
2. onder schade aan zaken wordt de beschadiging, de vernietiging of het verloren gaan van zaken met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade verstaan.
f. Storm: de windkracht bij een windsnelheid van ten minste veertien meter per seconde.
g. Verzekeraars: de verzekeringsmaatschappij of verzekeringsmaatschappijen waarvoor Felison Assuradeuren NV als gevolmachtigde optreedt.
h. Verzekerd object: het op het polisblad omschreven object met de tot de standaard uitrusting behorende onderdelen en standaard
geleverde gereedschappen, evenals het aan of in het object aanwezige blusapparaat.
i. Verzekeringnemer: degene, met wie de verzekeringsovereenkomst is aangegaan en die als zodanig op het polisblad is vermeld.
j. WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 2. Geldigheidsgebied
De verzekering is geldig in het op het polisblad aangegeven gebied.
Artikel 3. Omvang van de dekking
3.1. Schade aan het verzekerde object: casco standaard
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringsnemer de schade aan het verzekerde object:
a. als gevolg van een van buiten aankomend onheil;
b. door brand, ontploffing, botsen, aanraken, stoten, slippen, omslaan of te water of van de weg geraken als gevolg van de aard of een gebrek van het verzekerde object zelf;
c. als gevolg van diefstal, verlies en verduistering.
3.2. Schade aan het verzekerde object: casco uitgebreid
In afwijking van artikel 7:951 BW vergoeden verzekeraars aan de verzekeringsnemer de schade aan het verzekerde object:
a. als gevolg van een van buiten aankomend onheil;
b. als gevolg van de aard of een gebrek van het verzekerde object zelf, inclusief het gebrek zelf tenzij het verzekerde object ouder is dan zeven jaar.
c. als gevolg van diefstal, verlies en verduistering.
3.3. Schade aan het verzekerde object: brand
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringsnemer de schade aan het verzekerde object als gevolg van brand, ontploffing, zelfontbranding en blikseminslag.
3.4. Schade aan het verzekerde object: storm
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringsnemer de schade aan het verzekerde object:
a. als gevolg van xxxxx waardoor het stilstaande verzekerde object omver waait;
b. als gevolg van storm waardoor voorwerpen op of tegen het verzekerde object terechtkomen.
3.5. Schade aan het verzekerde object: diefstal
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringsnemer de schade aan het verzekerde object als gevolg van diefstal of een poging daartoe.
3.6. De verzekeringsnemer zal alleen rechten aan de polis kunnen ontlenen indien hij voor dit risico niet elders is verzekerd.
3.7. Aansprakelijkheid
a. De dekking voor aansprakelijkheid voldoet aan de eisen die de WAM hieraan stelt.
b. De verzekeraars vergoeden de gevolgen van de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer, de houder of de bestuurder van het verzekerde object, de passagiers en de werkgever van de bestuurder of passagiers als hij volgens artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor schade die zij hebben veroorzaakt voor schade door of met:
1. het verzekerd object of een deel daarvan;
2. lading die zich op het verzekerde object of aangekoppelde aanhangwagens of andere aangekoppelde objecten bevindt, daarvan afvalt of daarvan afgevallen is;
3. aangekoppelde aanhangwagens of andere aangekoppelde objecten die nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand zijn gekomen.
3.8. De houder of de huurder van het verzekerde object zal alleen recht aan de in artikel 3.7. genoemde dekking kunnen ontlenen indien:
a. hijzelf voor dit risico niet elders is verzekerd en
b. verzekeringnemer hem toestaat rechten aan deze polis te ontlenen en
c. hij alle schade beperkende maatregelen heeft genomen om schade aan eigendommen van derden te voorkomen en
d. de houder of de huurder aantoonbaar alle in het kader van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) vereiste voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om schade aan ondergrondse kabels, buizen, leidingen en andere ondergrondse zaken te voorkomen.
3.9. De dekkingen genoemd onder 3.1., 3.2., 3.3., 3.4., 3.5. of 3.7. zijn alleen van toepassing als zij op het polisblad vermeld staan.
3.10. Proceskosten en wettelijke rente
Indien deze verzekering dekking biedt voor aansprakelijkheid zoals omschreven in artikel 3.7. vergoeden verzekeraars eveneens:
a. de kosten waarin:
1. een verzekeringsnemer mocht worden veroordeeld ter zake van een door hem met goedvinden of op verlangen van verzekeraars gevoerde procedure en de kosten van in opdracht van verzekeraars verleende rechtsbijstand;
2. verzekeraars mochten worden veroordeeld ter zake van een door de benadeelde tegen hen aanhangig gemaakte procedure.
b. de door een verzekeringsnemer over het gedekte schadebedrag verschuldigde wettelijke rente.
3.11. Waarborgsom
Als een bevoegde overheidsinstantie een waarborgsom verlangt, vergoeden verzekeraars bij een onder deze verzekering gedekte schade een waarborgsom van maximaal EUR 50.000,00 om de vrijlating van de verzekerde of de opheffing van een beslaglegging op het verzekerde object te verkrijgen. De verzekeringsnemer dient al zijn medewerking te verlenen om terugbetaling van de waarborgsom te verkrijgen zodra deze vrijkomt.
3.12. Schade aan andere zaken van de verzekeringsnemer of eigenaar
a. Verzekeraars vergoeden de schade en de gevolgschade door verlies of beschadiging van andere zaken die toebehoren aan of in gebruik zijn bij de verzekeringnemer of de eigenaar, veroorzaakt door het verzekerde object of de zich daarop of daarin bevindende lading tenzij de schade onder een andere verzekering is gedekt. Een eigen risico en no-claimverlies van die andere verzekering komen niet voor vergoeding in aanmerking.
b. Deze dekking beperkt zich per schadegeval tot een bedrag van EUR 125.000,00 waarbij het op het polisblad vermelde eigen risico wordt verhoogd met EUR 250,00.
Artikel 4. Uitsluitingen
4.1. Algemeen
De verzekeraars zijn niet tot schadevergoeding gehouden indien de schade:
a. is veroorzaakt door:
1. atoomkernreactie: elke kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusies, kernsplijting of kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
2. gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of de één de
ander, bestrijden met gebruik van militaire machtsmiddelen. Onder een gewapend conflict verstaan wij ook het gewapend optreden van een vredesmacht van de Verenigde Naties.
3. burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
4. opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
5. binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen binnen een staat.
6. oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
7. muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van de gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
8. relletjes: als een groep mensen grootschalig de openbare orde verstoort en daarbij vernielingen aanricht.
b. is ontstaan door of tijdens inbeslagneming door een Nederlandse of een buitenlandse overheid;
c. is ontstaan terwijl het verzekerde object werd bestuurd of bediend door een persoon die zich daarop bevindt zonder uitdrukkelijke of stilzwijgende machtiging van iemand, die tot machtigen bevoegd is;
d. is ontstaan terwijl de gemachtigde bestuurder van het verzekerde object op het moment van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig andere bedwelmend of opwekkende stof verkeerde dat hij niet in staat moet worden geacht het verzekerde object naar behoren te besturen of te bedienen.
Indien de gemachtigde bestuurder op grond van artikel 8 lid 1 of 2 Wegenverkeerswet 1994 onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een strafrechtelijk schikkingsvoorstel heeft aanvaard, wordt dat gelijkgesteld aan de situatie dat hij niet in staat was te achten om het verzekerde object naar behoren te besturen/bedienen.
Indien de gemachtigde bestuurder weigerde of niet meewerkte aan een onderzoek als bedoeld in artikel 163 Wegenverkeerswet 1994, wordt dat gelijkgesteld aan de situatie dat hij niet in staat was te achten om het verzekerde object naar behoren te besturen of te bedienen.
Op deze uitsluiting zullen de verzekeraars echter jegens de verzekernemer geen beroep doen wanneer de verzekeringnemer aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen enkel verwijt treft;
e. is ontstaan terwijl het verzekerde object wordt gebruikt voor andere doeleinden dan op het polisblad vermeld;
f. is ontstaan terwijl de gemachtigde bestuurder van het verzekerde object op het moment van de gebeurtenis:
1. niet in het bezit van een geldige verklaring van gebleken rijvaardigheid voor het bestuurde verzekerde object of van een in Nederland voor het besturen van het bestuurde verzekerde object geldig rijbewijs, indien en voor zover dit verplicht is;
2. is ontstaan terwijl de gemachtigde bestuurder op het moment van de gebeurtenis de rijbevoegdheid met
betrekking tot het bestuurde verzekerde object bij een onherroepelijke Nederlandse of buitenlandse gerechtelijke uitspraak onvoorwaardelijk is ontzegd;
3. indien hij krachtens wettelijke bepalingen tot het besturen of bedienen van het verzekerde object niet bevoegd was.
4. Op deze uitsluiting zullen de verzekeraars echter jegens de verzekernemer geen beroep doen wanneer de verzekeringnemer aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen enkel verwijt treft.
g. is veroorzaakt door roekeloosheid of met opzet
4.2. Schade aan het verzekerde object
Van de in artikel 3.1., 3.2., 3.3., 3.4.en 3.5. omschreven dekking is uitgesloten schade:
a. die een gevolg is van onvoldoende onderhoud of van onvoldoende zorg voor het verzekerde object;
b. bestaande uit de herstelkosten van normale slijtage;
c. die valt en wordt vergoed onder garantie;
4.3. Aansprakelijkheid
Van de in artikel 3.7. omschreven dekking is uitgesloten de aansprakelijkheid:
a. voor schade als gevolg van contractuele aansprakelijkheid of een opgelegde boete;
b. voor schade die door de bestuurder of bediener van het verzekerde object wordt geleden.
c. voor schade aan zaken die een verzekeringsnemer of iemand namens hem vervoert, bewerkt, behandelt, gebruikt, huurt, bezit, bewaart of om welke reden dan ook onder zich heeft of heeft gehad tenzij de schade op grond van het bepaalde in artikel 3.12 voor vergoeding in aanmerking komt;
d. voor schade door verlies of beschadiging van met het verzekerde object vervoerde zaken, ook tijdens het laden en lossen daarvan;
e. voor schade door verlies of beschadiging van aan het verzekerde object gekoppelde aanhangwagens of andere objecten.
Artikel 5. Verplichtingen bij een schadegeval
5.1. Zodra een verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk aan verzekeraars te melden.
5.2. De verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraars alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraars van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
5.3. De verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraars zou kunnen benadelen. Zij zijn verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
5.4. Ingeval van (poging tot) diefstal of enig ander strafbaar feit dient verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde binnen vierentwintig uur aangifte te doen bij de politie en andere daarvoor in aanmerking komende personen.
5.5. Zodra de verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde van de verwezenlijking van het risico of het ophanden zijn daarvan op de hoogte is, of behoort te zijn, is ieder van hun naarmate hij daartoe in de gelegenheid is, verplicht binnen redelijke grenzen, alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade kunnen leiden.
5.6. Indien door de verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in 5.1., 5.2 of 5.5. niet is nagekomen, kunnen verzekeraars de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
5.7. Indien verzekeringsnemer of de tot uitkering gerechtigde de hiervoor onder 5.1.en 5.2. genoemde verplichtingen niet is nagekomen, met het opzet verzekeraars te misleiden, vervalt elk recht op uitkering tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Artikel 6. Regeling van schade
6.1. Xxxxxx wordt in onderling overleg getaxeerd of door een door de verzekeraars aan te wijzen en te betalen expert. De verzekeringsnemer heeft eveneens het recht een door hem te betalen expert aan te wijzen. Als de taxaties van de door verzekeraars benoemde expert verschilt met die van de door de verzekeringsnemer benoemde expert, dan benoemen de twee experts een derde expert die een bindende uitspraak zal doen binnen de grenzen van de voorgaande taxaties. De kosten van deze derde expert zijn voor de helft voor rekening van verzekeraars en voor de helft voor rekening van de verzekeringsnemer.
6.2. Rekening houdend met de belangen van de verzekeringsnemer hebben verzekeraars het recht de schade rechtstreeks aan de tot uitkering gerechtigde te vergoeden en met de tot uitkering gerechtigde schikkingen te treffen. Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar de keuze van de verzekeringsnemer, naar evenredigheid verminderd.
6.3. Indien verzekeraar krachtens de WAM of een soortgelijke buitenlandse wet aan een tot uitkering gerechtigde een schadevergoeding verschuldigd worden, die zij volgens andere wettelijke bepalingen of de polisvoorwaarden een verzekerde zouden kunnen weigeren, hebben zij het recht het door hen verschuldigde, vermeerderd met de door hen ter zake gemaakte kosten, op de verzekeringsnemer of verzekerde te verhalen.
6.4. Tenzij er sprake is van opzet of roekeloosheid zullen verzekeraars de door hen op grond van de artikelen 3.7. en 3.12. betaalde schade niet verhalen op:
a. de verzekeringnemer, de eigenaar, de bezitter te goeder trouw of de houder te goeder trouw;
b. degene, die het verzekerde object bestuurt, bedient of zich daarop bevindt met uitdrukkelijke of stilzwijgende machtiging van iemand die tot machtigen bevoegd is;
c. de werkgever van de onder a. en b. genoemde personen als hij volgens artikel 6:170 BW voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 7. Vergoeding van schade
7.1. De verzekeraars vergoeden in geval van schade als omschreven in artikel 3.1., 3.2., 3.3., 3.4. en 3.5.:
a. bij verlies of diefstal: de verzekerde som van het verzekerde object tot één jaar na aanschaf, daarna de waarde van het verzekerde object onmiddellijk voor de schade tot ten hoogste het op het polisblad genoemde bedrag voor casco.
b. bij beschadiging de reparatiekosten waarop in mindering wordt gebracht een redelijke aftrek voor normale slijtage of verbetering ten aanzien van onderdelen en toebehoren welke kennelijk aan slijtage onderhevig zijn. Indien de geschatte reparatiekosten de waarde te boven gaan die het verzekerde object onmiddellijk voor de schade had, zal de waarde van het verzekerde object onmiddellijk voor de schade worden uitgekeerd minus de waarde van eventuele restanten.
7.2. Als de btw niet in het verzekerde bedrag is inbegrepen, is de schadevergoeding ook exclusief btw.
7.3. Op de vergoeding wordt het op het polisblad vermelde eigen risico in mindering gebracht tenzij er sprake is van schade als omschreven in artikel 3.3., 3.4., en 3.5..
7.4. De verzekeraars hebben het recht vergoeding van de reparatiekosten op te schorten zolang de schade niet deugdelijk is gerepareerd. De verzekeraars dienen in de gelegenheid te worden gesteld de reparatie te controleren.
7.5. Het recht op schadevergoeding wegens diefstal ontstaat nadat:
a. een termijn van 30 dagen is verstreken zonder dat het werkmaterieel is teruggevonden en
b. de verzekeringsnemer op verzoek van verzekeraars de eigendom van het verzekerde object aan verzekeraars heeft overgedragen.
7.6. Behalve de in 7.1. omschreven schade vergoeden de verzekeraars, zo nodig boven het op het polisblad onder casco genoemde bedrag, de volgende kosten:
a. kosten ter voorkoming of vermindering van een gedekte schade, onverschillig of deze kosten het beoogde resultaat hebben gehad. Onder kosten in de zin van dit artikel worden niet alleen verstaan met geld betaalde of te betalen uitgaven maar ook op geld waardeerbare opofferingen;
b. kosten van de tengevolge van een gedekte schade noodzakelijke bewaking of het vervoer van het verzekerde object naar de dichtst bijgelegen geschikte herstelplaats;
c. kosten van tengevolge van een gedekte schade verplichte of door verzekeringnemer redelijkerwijs nodig geachte opruiming na verlies van het verzekerde object of daarmee gelijk te stellen schade;
d. tot een maximum van € 250,00 de op, aan of in het verzekerde object vast bevestigde onderdelen die niet tot de standaard uitrusting behoren;
e. bijdrage in averij-grosse: en wel per rubriek tot ten hoogste het op het polisblad genoemde bedrag voor casco;
f. redelijke kosten om de schade vast te stellen.
7.7. De verzekeraars vergoeden de schade als bedoeld in artikel 3.7. per gebeurtenis tot ten hoogste het op het polisblad voor WA genoemde verzekerde bedrag. Bij een schadevergoeding als bedoeld in artikel 3.7. wordt het op het polisblad vermelde geldende eigen risico bij de verzekeringsnemer in rekening gebracht. Voor gebeurtenissen, die plaatsvinden in een tot het geldigheidsgebied behorend land waarin krachtens de aldaar geldende wettelijke bepalingen omtrent verplichte verzekering van aansprakelijkheid voor motorrijtuigen een hoger bedrag wordt geëist, zal dit hogere bedrag als verzekerde som gelden.
7.8. Proceskosten en wettelijke rente
De in artikel 3.10. bedoelde kosten en rente worden vergoed boven het op het polisblad voor aansprakelijkheid genoemde verzekerde bedrag.
7.9. Automatische bijverzekering na schade
Onverschillig hoeveel door de verzekeraars is of wordt betaald, blijft de verzekering voor het verzekerde object gedurende de gehele verzekeringstermijn voor de volle verzekerde bedragen doorlopen.
7.10. Beperking terrorisme
Voor schade, ongevallen en rechtsbijstand als gevolg van terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen, en handelingen of gedragingen ter voorbereiding daarvan, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk, te noemen het “terrorisme” is de schadevergoeding/dekking beperkt tot de uitkering zoals omschreven in het clausuleblad terrorismedekking van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV. De afwikkeling van een schademelding op grond van het terrorismerisico geschiedt in overeenstemming met het Protocol afwikkeling claims van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV. Het Clausuleblad Terrorismedekking en het Protocol Afwikkeling Claims van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT) zijn beiden op 23 november 2007 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 27178761. Via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx is het NHT Clausuleblad Terrorismedekking en het Protocol Afwikkeling Claims te raadplegen. Op verzoek verstrekken verzekeraars een exemplaar.
Artikel 8. Verjaring van vordering
8.1. Een rechtsvordering tegen verzekeraars tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
8.2. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop verzekeraars hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen.
8.3. Bij verzekering tegen aansprakelijkheid wordt de verjaring in afwijking van 8.2., eerste zin, gestuit door iedere onderhandeling tussen verzekeraars en de tot uitkering gerechtigde of de benadeelde. In dat geval begint een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop verzekeraars hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig aan degene met wie hij onderhandelt en, indien deze een ander is, aan de tot uitkering gerechtigde heeft medegedeeld dat hij de onderhandelingen afbreekt.
Artikel 9. Premie
9.1. Premiebetaling en verzuim van premiebetaling
a. De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting, vooruit te betalen op de premievervaldatum.
b. Onder eerste premie wordt verstaan de premie die na het sluiten van de verzekering verschuldigd wordt en de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
c. Indien de verzekeringnemer de eerste premie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door verzekeraars zijn vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
d. Onder vervolgpremie wordt verstaan de tweede en daarop volgende premie en de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
e. Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
f. Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat verzekeraars de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk hebben aangemaand en betaling is uitgebleven.
g. Indien verzekerde gebruik maakt van een in de polis genoemde tussenpersoon, is verzekeringnemer tegenover verzekeraars gekweten zodra en voor zover verzekeringnemer de premie en kosten aan deze tussenpersoon heeft voldaan.
h. De verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
i. De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel door verzekeraars zijn ontvangen. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan. Verzekeraars houden zich het recht voor reeds gedane schade-uitkeringen terug te vorderen.
Artikel 10. Wijziging aan het verzekerde object
10.1. De verzekering blijft onverminderd van kracht wanneer er wijzigingen aan het verzekerde object worden aangebracht.
10.2. Indien deze wijzigingen tevens een wijziging van het risico met zich meebrengen, is de verzekeringnemer verplicht de verzekeraars hiervan terstond in kennis te stellen zodra de wijzigingen hem bekend zijn .
10.3. Door het niet nakomen van de in 10.2 genoemde verplichting vervalt elke aanspraak op vergoeding van schade van rechtswege, tenzij de verzekeringnemer bewijst, dat het ontstaan of de omvang van de schade geen verband houdt met de wijzigingen.
10.4. Bij wijziging van het risico hebben de verzekeraars het recht met onmiddellijke ingang de premie of voorwaarden te herzien, dan wel met onmiddellijke ingang de verzekering te beëindigen.
Artikel 11. Premieherziening en wijziging van voorwaarden
11.1. Wanneer verzekeraars de tarieven en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort en bloc of groepsgewijs wijzigen, hebben zij het recht de premie en/of voorwaarden van deze verzekering volgens die wijziging aan te passen met ingang van een door verzekeraars vast te stellen datum.
11.2. Verzekeringnemer wordt van de voorgenomen wijziging en datum waarop deze van toepassing zal zijn op tijd schriftelijk in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 30 dagen na datum kennisgeving schriftelijk het tegendeel heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de aanpassingsdatum. De beëindiging zal uitsluitend betrekking hebben op die verzekeringsvorm(en) waarop de wijziging van premie en/of voorwaarden van toepassing is/zijn.
11.3. De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekeringnemer geldt niet wanneer:
x. xx xxxxxxxxx een verlaging van de premie bij gelijkblijvende dekking inhoudt;
b. de wijziging een uitbreiding van de dekking met bij een gelijkblijvende premie inhoudt;
x. xx xxxxxxxxx van de premie direct voortvloeit uit het bereiken van een leeftijdsgrens voor de verzekerde waaraan de premie is gekoppeld.
x. xx xxxxxxxxx van de premie en/of voorwaarden voorvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen.
Artikel 12. Begin en einde van de verzekering
12.1. Begin en einde van de overeenkomst zijn beide om 12:00 uur op ingangsdatum en einddatum.
12.2. De verzekering heeft een op de polis vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met een termijn van 12 maanden verlengd tenzij verzekeraars en verzekeringnemer een andere periode zijn overeengekomen.
12.3. De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door verzekeraars:
a. met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden voor het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur;
b. met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden nadat stilzwijgend is verlengd;
c. met directe ingang binnen twee maanden na ontdekking dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet verzekeraars te misleiden of dat verzekeraars bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zouden hebben gesloten.
d. met ingang van de datum waarop aan verzekeringsnemer surseance van betaling wordt verleend, zijn faillissement wordt uitgesproken of een verzoek tot wettelijke schuldsanering wordt ingediend.
e. indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie niet tijdig betaalt. Indien een vervolgpremie niet tijdig wordt betaald wordt pas opgezegd indien verzekeraars de verzekeringsnemer vruchteloos tot betaling binnen een termijn van 14 dagen hebben aangemaand. De verzekering eindigt niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
12.4. De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
a. met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden voor het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur;
b. met inachtneming van een opzegtermijn van een maand nadat stilzwijgend is verlengd;
c. binnen een maand nadat een schade is gemeld en verzekeraars een uitkering hebben gedaan of afgewezen. De opzeggingstermijn is twee maanden;
d. binnen een maand na ontvangst van de mededeling van verzekeraars dat premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekeringsnemer zijn gewijzigd;
e. binnen twee maanden nadat verzekeraars een beroep gedaan hebben op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst.
12.5. Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering betalen verzekeraars naar verhouding de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is aan verzekeringnemer terug, behalve bij opzet om verzekeraars te misleiden.
12.6. a. De overeenkomst eindigt voorts vanaf de dag volgende op de dag dat verzekeraars schriftelijk bericht hebben ontvangen van verzekeringnemer over de volgende feiten:
1. dat het verzekerde object is overgedragen in het kader van verkoop;
2. dat het verzekerde object definitief buiten bedrijf is gesteld;
3. dat er sprake is van verlies van het verzekerde object of bij een daarmee volgens artikel 7.1. gelijk te stellen beschadiging.
b. De dekking is van rechtswege vervallen vanaf het moment dat de feiten onder a., b. of c. zich voordoen, ongeacht of daarvan is bericht aan verzekeraars.