Contract
Addendum ‘Non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ bij het sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de Autosector en aanverwante sectoren
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN de Autosector en aanverwante sectoren,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Voorzitter Traxio;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Ondervoorzitter ABVV-Metaal;
- Mevrouw Xxxxx Xx Xxxxxx, Algemeen secretaris ACV-CSC METEA;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 85.000,00 EUR uit te betalen aan Educam vzw, Xxxxx Xxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxx (ondernemingsnummer: 0442.239.628 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van acties ter bestrijding van discriminatie en bevordering van inclusie.
Artikel 2. De in deze overeenkomst opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 80% van de projectsubsidie wordt verbonden aan de inspanningen die geleverd worden door de sector;
- 20% van de projectsubsidie wordt verbonden aan de resultaatsverbintenissen die bij de acties worden vermeld: twintig percent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per actie is behaald. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig percent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald;
- De storting van de subsidie wordt geregeld via het Ministerieel Besluit houdende toekenning van een projectsubsidie aan Educam vzw ter uitvoering van het addendum “Non- discriminatie en inclusie 2021-2022” bij het sectorconvenant (2021-2022) afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van EDUCAM.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De autosector en aanverwante sectoren verbinden zich ertoe om, vertrekkende van een sectorale visie op de werkcomponent van non-discriminatie en inclusie, de sectorale realiteit en de sectorspecifieke uitdagingen en prioriteiten acties op te zetten ter versterking van de werkcomponent van non-discriminatie en inclusie.
De acties geformuleerd in dit addendum hebben betrekking op:
- Sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties met betrekking tot non- discriminatie en inclusie. De sector baseert zich voor het formuleren van deze acties op de omgevingsanalyse en visie die geformuleerd staat in het sectorconvenant 2021 – 2022.
- Opstart van een monitoringsproces:
o Uitvoering van een risicoanalyse, als voorbereiding op de nulmeting;
o Uitvoering van een sensibiliserende nulmeting;
o Interne sectorale dialoog over de risicoanalyse, resultaten van de nulmeting, ontwerp van een (volwaardig, onder meer en minimaal inhakend op de nulmeting) actieplan en voorbereiding van de uitrol van het actieplan.
- Voor de uitvoering van de nulmeting worden volgende principes als kader voor het monitoringproces door de overheid aangereikt:
1. We zetten de ingeslagen weg van zelfregulering door sectoren verder.
2. De zelfregulering verloopt bij voorkeur aan de hand van een door de overheid aangereikte methodiek. Die methodiek werd beschreven in het expertenrapport “het terugdringen van arbeidsmarktdiscriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten” (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxx-Xxxx Xxxxxxxxx d.d. 31/10/2020).
3. De toepassing van de methodiek wordt opgevolgd door een intersectorale begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. De intersectorale begeleidingsgroep voorziet tevens in begeleiding bij de methodiek, inspelend op vragen van sectoren.
4. De methodiek is sensibiliserend van aard. Er wordt geen koppeling gemaakt met handhaving. Het expertenrapport suggereert op p. 53 dat handhaving sensibilisering versterkt en kan aanvullen. Hier gaan we niet op in.
5. De methodiek neemt het sectorniveau als uitgangspunt. Resultaten worden enkel op geaggregeerd niveau verzameld, intern besproken en openbaar gemaakt. Resultaten op ondernemingsniveau worden geanonimiseerd weergegeven.
6. De methodiek bestaat idealiter uit 3 fasen: een nulmeting – een actiefase – een opvolgmeting. De klemtoon in dit addendum ligt op de nulmeting.
7. De methodiek omvat 5 kwaliteitscriteria. Die kwaliteitscriteria worden geborgd vanuit de sector, de externe partner en de intersectorale begeleidingsgroep ‘Monitoring discriminatie’.
8. De meting zelf verloopt, bij voorkeur, via een correspondentietest. De correspondentietest wordt idealiter voorafgegaan door een risico-analyse. De risico- analyse is een dynamisch instrument en kan verder aangevuld en verrijkt worden met informatie uit de correspondentietest.
9. Het menu dat in het expertenrapport wordt aangereikt voor de actiefase is een inspiratiemenu. De daarin voorgestelde acties zijn geen verplichting. Ze helpen de sectoren een breder zicht te krijgen op mogelijke, doelgerichte acties. Zo kan bijvoorbeeld een sector de keuze maken om, vanuit sensibiliserend en actiegericht oogpunt, een mysteryshopping te organiseren. Dit is geen verplichting. Zo kan een sector ervoor kiezen om de (meer gedetailleerde, op bedrijfsniveau verzamelde) informatie uit de nulmeting te gebruiken om een begeleiding op het niveau van een onderneming op te starten. In dat geval maakt de sector een afspraak over het gebruik van deze informatie. Ook dit is geen verplichting.
10. Enkele elementen worden nog, in de loop van het proces en in de looptijd van het addendum, in samenspraak met de sectoren nader bepaald en meegedeeld. Voor wat betreft het aantal in de nulmeting mee te nemen discriminatiegronden, of en met welke sectoren een clustering aangewezen is: hierover wordt op basis van informatie uit de risico-analyses vanuit de intersectorale begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’ een advies geformuleerd.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de subsidie enkel aan te wenden voor de loonkosten en werkingsmiddelen ter uitvoering van deze acties.
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het eindrapport omvat:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van dit addendum;
- de toetsing van het behalen van de resultaatsverbintenis(sen);
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen.
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Visie op het vlak van non-discriminatie en inclusie
De samenleving is zeer divers, onze wereld verandert snel en vooral op een ingrijpende manier. Dit geldt ook voor de arbeidsmarkt, die zonder meer gezien kan worden als een afspiegeling van onze huidige maatschappij. Goed inspelen op deze actualiteit maakt een bedrijf of een organisatie enkel maar sterker.
Discriminatie op de arbeidsmarkt is een hardnekkig probleem dat zich uit in verschillende vormen en op verschillende momenten van het arbeidsproces. Naast leeftijd, met hierbij specifieke aandacht voor de voortdurende vergrijzing en de stijgende jongerenwerkloosheid, is er nog steeds sprake van discriminatie inzake gender, herkomst en personen met beperkingen. Voor deze kansengroepen kan discriminatie zich dus manifesteren tijdens de aanwerving, bij de effectieve uitvoering van het arbeidscontract en zelfs bij het beëindigen van dit contract.
Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuigingen.
De garage- en koetswerksector worden gekenmerkt door de sterke aanwezigheid van mannen. Slechts 4% van de arbeiders in 2015 waren vrouwen. In het onderwijs bedraagt dit percentage voor studierichtingen die naar de sector leiden slechts 1%. Hoewel quasi al de beroepen in de sector tot de lijst van knelpuntberoepen behoren, zijn er amper vrouwen die hiervoor bijscholing of een individuele beroepsopleiding bij de VDAB volgen. In 2015 volgde slechts één vrouw een IBO. Op vlak van acceptatie van vrouwen in de autosector wordt wel voortuitgang geboekt, maar vrouwen worden toch met verschillende hindernissen geconfronteerd. Het mannelijke imago van de autoberoepen en de bestaande stereotypen ten aanzien van vrouwen bemoeilijken de integratie van vrouwen in de sector. Als sector kunnen we een concrete rol spelen door sensibiliseringsacties op te zetten om bestaande beelden te nuanceren. Het bestaan van verschillende knelpuntberoepen in de sector dwingt er werkgevers toe om andere wervingspoolen aan te boren. Knelpuntberoepen kunnen dus beschouwd worden als een opportuniteit om meer vrouwen in de sector te integreren. Er dient wel opgemerkt te worden dat een doorbraak niet geforceerd kan worden: zowel het bedrijf als de vrouw zelf moet achter de keuze staan. Men kan vrouwen sensibiliseren, maar motivatie kan niet aangepraat worden.
Indien men niet overtuigd is, is de kans groter dat men na verloop van tijd afhaakt. Het aantal
vrouwen die in 2015 bijscholing volgden, bedroeg 3%. In de garage- en koetswerksector is er dus sprake van beroepssegregatie, wat gedefinieerd wordt als het bestaan van beroepen waarin enerzijds overwegend mannen werken en anderzijds overwegend vrouwen werken.
Om de 2 jaar voert EDUCAM een in- en uitstroom studie uit. Door omstandigheden wordt deze studie pas in 2021 opnieuw gevoerd. In de meest recente versie (zie bijlages, hoofdstuk 4) werden de bewegingen bestudeerd aan de hand van een onderzoek bij bedrijven uit de garagesector en de koetswerksector. Het onderzoek heeft als doel:
• het beter afstemmen van de activiteiten van EDUCAM op de behoeften van de ondernemingen en de individuele arbeider om op die manier de individuele werknemer een grotere garantie op werkzekerheid te geven;
• het sensibiliseren van bedrijven uit de sector rond het voeren van een beleid gericht op de individuele werknemer;
• het beter op elkaar afstemmen van de vraag en het aanbod in de sector. Een aspect hiervan is het beter informeren van jongeren en werkzoekenden om hen te begeleiden in hun studie- en beroepskeuze.
De totale in- en uitstroom van arbeiders wordt hierbij in kaart gebracht, met inbegrip van de turnover en de netto-werkgelegenheidsgroei. Vervolgens wordt het profiel opgesteld van de arbeiders die in- en/of uitstromen. Daarna wordt bestudeerd welke selectiecriteria worden gehanteerd door bedrijven om arbeiders aan te werven.
Hieruit blijkt dat 43% van de instroom komt uit andere bedrijven. Opvallend is dat 21% van de nieuwe werknemers bij aanwerving werkzoekenden waren. Via de samenwerking met VDAB i.k.v. de stagebegeleiding probeert de sector jaarlijks +-130 personen toe te leiden naar de sector. Het is dan ook de betrachting van de sector om hier blijvend op in te zetten gezien dit een belangrijk rekruteringskanaal is voor bedrijven uit de EDUCAM-sectoren. Tot slot blijkt hier ook uit dat een minderheid van de personen die instromen een vrouw is, 7% zijn personen met een migratieachtergrond en in 2% van de gevallen gaat het om personen met een beperking.
Als er dan gekeken wordt naar de selectiecriteria die de bedrijven hanteren, dan is het toch opvallend dat 12% van de bedrijven de nationaliteit van de toekomstige werknemer belangrijk tot zeer belangrijk vindt. Verder struikelt 35% over de talenkennis van een nieuwe collega. Ook het geslacht (15%) speelt een te grote rol bij aanwerving.
Via de nieuwe studie die EDUCAM in 2021 gaat lanceren wil de sector inzicht krijgen of deze cijfers nog steeds actueel zijn. Samen met de risico-analyse die wordt uitgevoerd in het eerste kwartaal van 2021 en de correspondentietests wil EDUCAM een actieplan uitwerken t.a.v. de betreffende doelgroep(en).
Acties
Sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties ter bestrijding van discriminatie en ter bevordering van inclusie
Actie 1: De intersectorale handleiding non-discriminatie verder promoten en verspreiden | |
Omschrijving | 21 sectoren hebben in het kader van het laatste sectorconvenant de handen in elkaar geslagen om een ‘intersectorale handleiding non-discriminatie’ te ontwikkelen. Het belangrijkste is nu dat werkgevers met deze handleiding aan de slag gaan. Via alle deelnemende sectoren is de handleiding reeds ruim beschikbaar, online en in brochurevorm. Maar de brochure blijkt nog steeds onvoldoende gekend bij onze bedrijven. Daarom willen we enkele intersectorale infosessies voor bedrijven organiseren, waar we samen de ‘intersectorale handleiding non- discriminatie’ nog ruimer kenbaar zullen maken. Zo willen we tijdens deze infosessies, op een ludieke manier, via sketches en bedrijfstheater, werkgevers en hun medewerkers sensibiliseren en informeren over de vele bewuste en onbewuste vormen van discriminatie. Academici kunnen studie- en cijfermateriaal voorstellen, maar we willen ook bedrijven laten getuigen hoe zij non-discriminatie in de praktijk brengen in hun bedrijf. Via de brochure ondersteunen we bedrijven ook in het concreet uitwerken van een bedrijfseigen non-discriminatie aanpak. Verder nemen we ook contact op met die sectoren die (nog) niet deelnamen aan dit initiatief, om te kijken of en hoe zij nu of in de toekomst wel willen of kunnen deelnemen aan dit intersectoraal project. Graag willen we met deze werkgroep input leveren aan de intersectorale adviseur. |
Timing | Doorlopend in 2021-2022. |
Betrokken partners | Andere sectoren, bedrijven. |
Inspanningsverbintenis | Bedrijven sensibiliseren, wegwijs maken en ondersteunen om de verschillende vormen van discriminatie in de onderneming te (h)erkennen en te voorkomen. De consulenten die i.k.v. vb. CAO, stagebegeleiding, duaal leren of bijscholingsopportuniteiten naar de bedrijven gaan zullen dit actief promoten. Verder zal er, in samenspraak met de andere sectoren, op geregelde tijdstippen vanuit EDUCAM een communicatiecampagne gelanceerd worden naar de bedrijven uit de sector. |
Actie 2: Bedrijven sensibiliseren om een non-discriminatiebeleid te voeren | |
Omschrijving | We werken hard om de anti-discriminatiewetgeving en een duurzaam HR- en diversiteitsbeleid in onze sectoren extra aandacht te geven. Hiervoor werd op initiatief van Woodwize een intersectorale werkgroep opgericht, waar nu reeds 20 collega’s |
sectoren in participeren. Na het uitwerken van de intersectorale handleiding non-discriminatiecode, willen we deze verder verspreiden en promoten, zodat deze handleiding geen dode letter blijft, maar leeft in onze bedrijven. Daarom blijven wij ons inzetten om deze non-discriminatiehandleiding nog ruimer kenbaar te maken bij de bedrijven via intersectorale acties en aangepaste ondersteuning/promotionele filmpjes. Wij willen bedrijven bewust maken van de verschillende vormen van discriminatie via een intersectorale sensibiliseringscampagne. In 2021 zetten we deze gemeenschappelijke campagne op poten, zodat er eenvormig over de verschillende deelnemende sectoren heen gecommuniceerd kan worden. De materialen die elke sector gebruikt, kan verschillen. Er zijn al enkele zaken waar we nu aan denken om gemeenschappelijk te ontwikkelen: In 2021 willen we 3 teasers of videoreminders voor digitale media ontwikkelen en verspreiden. De teasers hebben tot doel werkgevers te confronteren met stereotype ideeën en vooroordelen inzake non-discriminatiebeleid. Bedoeling is dat ze nadenken over de impact en de link leggen met het non- discriminatiebeleid (of ontbreken ervan) binnen hun eigen onderneming. Overtuigen van het bedrijf (HR-beleid): door 14 onderwerpen uitwerken om bedrijven op weg te helpen bij het voeren van een preventiebeleid “non-discriminatie”. Bedoeling is om de bedrijven concrete tips en tricks mee te geven om dergelijke actie uit te voeren. Er zullen eveneens contactgegevens verspreid worden van organisaties waarop ze beroep kunnen doen om hen te ondersteunen bij de implementatie of uitvoering ervan. Om het thema “non-discriminatie” onder de aandacht te brengen binnen de organisatie willen we dit koppelen aan een postercampagne (3 posters/jaar), met vooral aandacht voor de praktische aanpak van dit thema in bedrijf Om het thema “non-discriminatie” onder de aandacht te brengen bij de bedrijven willen we intersectoraal “de dag van inclusie” organiseren. Bedrijven kunnen kiezen uit de “menukaart”. Hierin kunnen bvb een 10-tal lerende netwerken of workshops opgenomen zijn. Er wordt steeds vertrokken vanuit de mogelijke drempels, problemen die zij ervaren bij (het aanwerven van, werken met) een diverse werknemerspopulatie. De thema’s kunnen aangereikt worden door de bedrijven. Het moet een dag worden van ervaringsuitwisseling met collega-ondernemers, zaakvoerders en HR- verantwoordelijken over het thema diversiteit en inclusie. Indien mogelijk zal er hiervoor samengewerkt worden met de sectorale interventieadviseur. | |
Timing | 2021: 3 teasers ontwikkelen en verspreiden in 2021. 2021-2022: postercampagne = 3 posters/jaar. |
Najaar 2021: Organisatie “Dag van inclusie”. | |
Betrokken partners | Intersectorale actie met de werkgroep “Handleiding non- discriminatie”. |
Resultaatsverbintenis | 2021-2022: De 3 teasers zullen verstuurd worden naar alle bedrijven uit de sector (waarvan EDUCAM over gegevens beschikt) en worden in 2 nieuwsbrieven opgenomen. |
Actie 3: Non-discriminatieclausule wordt opgenomen door de bedrijven uit de sectoren | |
Omschrijving | Elk bedrijf uit onze sectoren dient de non-discriminatieclausule in acht te nemen. Verboden is bijgevolg elke vorm van verbaal racisme en seksisme, alsook het verspreiden van racistische en seksistische lectuur en pamfletten. Er is binnen de sector evenmin plaats voor stigmatisering en vernedering van holebi’s en transgenders. Ook elke discriminatie op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, fortuin, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschappen en sociale origine, geslacht, nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming is verboden. EDUCAM zal via bedrijfsbezoeken polsen naar werkgevers die de clausule onderschrijven. Op die manier gaat de sector proberen bedrijven te overtuigen om als ambassadeur op te treden voor een diverse werkvloer. |
Timing | Doorlopend in 2021-2022. |
Betrokken partners | Alle bedrijven uit onze sectoren, sociale partners. |
Inspanningsverbintenis | De non-discriminatieclause is een verbintenis voor alle bedrijven via CAO. Consulenten van EDUCAM zullen via bedrijfsbezoeken toezien dat dit ook wordt opgenomen door de werkgevers. Verder zal EDUCAM ook bekijken of bedrijven bereid zijn het ambassadeurschap op te nemen zodat deze actie ook een gezicht krijgt. Tot slot zal ook deze actie een plaats krijgen in het actieplan dat wordt uitgetekend n.a.v. de resultaten van de nulmeting (zie verderop). |
Actie 4: Non-discriminatieclausule in het kader van stageovereenkomsten VDAB | |
Omschrijving | EDUCAM zet in op de samenwerking met de partners, in kader van de stagebegeleiding, om te werken aan een non- discriminatieclausule voor de stagecontracten die afgesloten worden tussen de cursisten en de bedrijven. In West-Vlaanderen is er via de BKOT-trajecten een diepgaandere samenwerking mogelijk tussen de sector, VDAB en CVO. Cursisten |
die via BKOT aan de slag gaan in de bedrijven uit onze sector zijn veelal van buitenlandse origine en spreken amper één van de landstalen. Dankzij het partnerschap tussen de drie partijen worden cursisten toegeleid naar werk. VDAB zorgt voor de opleiding en NT2-ondersteuning, EDUCAM zorgt ervoor dat cursisten kunnen starten bij bedrijven – iets wat vaak niet lukt door de taalbarrière - en volgt deze verder op gedurende het ganse opleidingstraject (+-8 maanden). De consulent van EDUCAM is tevens de spilfiguur tussen de cursist en de andere partijen, en al zeker voor de bedrijven. Vaak is het ook via de contacten die EDUCAM heeft met bedrijven dat deze doelgroep een werkplek vindt. Zonder die contacten met de sector zou de zoektocht naar een werkplek veel moeizamer verlopen. Tot slot zorgt het CVO mee voor de opleiding van de VDAB-cursisten. Tot slot wordt aan het einde van het BKOT-traject een sectorale proef georganiseerd waar de cursisten kunnen bewijzen dat ze de gevraagde competenties ook daadwerkelijk behalen. Deze proef wordt door EDUCAM afgenomen waarbij er specifiek aandacht is voor de doelgroep: de examinatoren van EDUCAM worden hiertoe zorgvuldig geselecteerd om zo de cursisten maximale (taal)ondersteuning te bieden bij het afleggen van de proeven. | |
Timing | Doorlopend in 2021 – 2022. |
Betrokken partners | VDAB, CVO. |
Resultaatsverbintenis | 2021-2022: Via een non-discriminatieclausule in het stagecontract een diversiteitsbeleid in de desbetreffende bedrijven stimuleren en ondersteunen. EDUCAM zorgt ervoor dat alle cursisten een werkplek vinden i.s.m. met de NT2-docenten van VDAB. In het contract dat wordt getekend wordt de clausule opgenomen. Tot slot zal EDUCAM jaarlijks trachten 100 werkzoekenden toe te leiden naar werk. |
Uitvoering van de risico-analyse als voorbereiding op de nulmetingen
Actie: Uitvoering risico-analyse | |
Omschrijving | De sector bekijkt hoe een nulmeting uitgevoerd kan worden op basis van de aangereikte methodiek vanuit de overheid. D.w.z. dat EDUCAM in 2021 zal starten (al gestart is) met de risico-analyse o.b.v. een literatuurstudie. Die moet (op een kwantitatieve/kwalitatieve) in kaart brengen op basis van welke discriminatiegrond er binnen onze sectoren het vaakst wordt gediscrimineerd. De uitvoering van een bredere, diepere omgevingsanalyse zal dus dienen om 1) een bredere context te schetsen, 2) achterliggende mechanismen te verkennen, 3) de nulmeting voor te bereiden en aan te vullen en 4) een goede vertaalslag te kunnen maken naar doelgerichte acties inspelend op de sector. De sector kan zich baseren op de methodiek zoals aangereikt in het expertenrapport |
“het terugdringen van arbeidsmarkt-discriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, P.P)” opgesteld op 30/10/2020 (zie p. 37 tem 43). De risico-analyse wordt als aanloop en ter voorbereiding van de nulmeting doorgelopen. De sector kan hiervoor bronnen en een vragenschema raadplegen zoals meegegeven in het expertenrapport. De sector zal hierin begeleid worden vanuit de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. | |
Timing | In april 2021 wordt de risico-analyse afgerond en wordt het studiebureau geselecteerd waarmee correspondentietests zullen worden opgestart. |
Betrokken partners | Sociale partners, DWSE, collega sectoren, sociale partners, werkgevers, intersectorale adviseur en begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Inspanningsverbintenis | EDUCAM analyseert de discriminatiegronden in de sector. Op basis van deze analyse zullen de significante discriminatiegronden opgenomen worden in de volgende fase. De sector brengt een kort verslag over de risico-analyse uit ten aanzien van de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Uitvoering nulmeting
Actie: Uitvoering nulmeting | |
Omschrijving | Uitvoering van een sensibiliserende nulmeting aan de hand van een correspondentietest. In een volgende fase richt EDUCAM een stuurgroep op die het project op sectoraal niveau zal monitoren, bestaande uit werknemers van EDUCAM, sociale partners, de intersectoraal adviseur non-discriminatie van de SERV en het geselecteerde studiebureau. Deze stuurgroep onderzoekt hoe en onder welke voorwaarden de nulmeting uitgevoerd kan worden bij bedrijven uit de sector middels correspondentietesten zodat deze aansluiten bij de bevindingen uit de eerdere fase van risico-analyse. Deze nulmeting is een objectief wetenschappelijke onderbouwde meting van ongelijke behandeling op sectorniveau. Voor de uitvoering van de correspondentietest baseert de sector zich op de methodiek zoals beschreven in het rapport “het terugdringen van arbeidsmarkt-discriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, P.P.) ” opgesteld op 30/10/2020, zie p. 23 tem 36. De sector volgt daarbij de kwaliteitscriteria, zoals beschreven op p. 19 - 21). De kwaliteitscriteria worden geborgd vanuit de sector, de externe partner en de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
De sector zal voor de uitvoering beroep doen op een externe dienstverlener. De uitvoering gebeurt in afstemming met een stuurgroep die het ganse monitoringsproces zal begeleiden. Voorafgaand aan de start van de nulmeting, zal de begeleidingsgroep een advies verlenen met betrekking tot de te testen discriminatiegronden en of en met welke sectoren een clustering aangewezen kan zijn. De sector maakt voor de aanstelling van een externe dienstverlener gebruik van de raamovereenkomst die door de overheid geboden wordt. Na de uitvoering van de correspondentietest, kan/zal de sector de risico-analyse verder aanvullen. De risico-analyse is een dynamisch instrument. en kan verder aangevuld en verrijkt worden met informatie uit de nulmeting (zie p. 40, 7.3.2). Dit laat tevens toe dat een bredere context voor de nulmeting geschetst kan worden. | |
Timing | In 2021 zullen, onder voorbehoud van goedkeuring door de stuurgroep en het tijdig selecteren van een studiebureau, de correspondentietests worden opgestart. |
Betrokken partners | Collega sectoren, sociale partners, werkgevers, intersectorale adviseur en begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’, sociale partners, extern studiebureau, DWSE. |
Inspanningsverbintenis | De sector onderneemt een nulmeting. De sector volgt de methodiek, kwaliteitscriteria en afspraken uit de begeleidingsgroep op. |
Interne sectorale dialoog over de resultaten nulmeting, ontwerp van een (meer volwaardig) actieplan en aanloop uitrol actieplan
Actie: Bespreking resultaten nulmeting en overleg binnen de sector met oog op ontwerp van een (meer volwaardig) actieplan | |
Omschrijving | De sector zal de resultaten van de risicoanalyse en nulmeting bespreken met de sociale partners en overleg binnen de sector plegen met oog op ontwerp van een (meer volwaardig) actieplan. De sector zorgt voor een transparante rapportering over de methodologie en resultaten. De rapportering bevat enkel gegevens op geaggregeerd niveau. Dit wil zeggen dat de gegevens van de ondernemingen geanonimiseerd werden. De sector dient een rapportering van de resultaten van de nulmeting en een ontwerp van actieplan bij het Departement WSE in. De sector zorgt ook voor een publieke rapportering. De sector stemt een (gezamenlijke) communicatie-werkwijze af met de begeleidingsgroep. |
Timing | Doorlopend overleg. In het voorjaar van 2022 zal een actieplan uitgewerkt worden. |
Betrokken partners | Sociale partners, begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’, DWSE. |
Inspanningsverbintenis | De sector zorgt voor een transparante rapportering over de methodiek en resultaten. De sector dient een rapportering van de nulmeting (risico-analyse en correspondentietest) en ontwerp van actieplan bij het Departement WSE in. |
Rode draden
Intersectorale toets | Actie 1 en actie 2 zijn een zuivere intersectorale uitdaging. Non- discriminatie is een thema dat elke sector aanbelangt. Actief bijdragen aan de werking van de intersectorale adviseur non-discriminatie en inclusie. |
Relancetoets | Het risico bestaat dat door de inkrimping van de arbeidsmarkt de reguliere werkzoekenden worden voorbijgestoken door recent ontslagen werknemers omwille van corona. Daardoor zouden reguliere werkzoekenden op het achterplan komen. Door bedrijven te sensibiliseren hoopt de sector dit risico te minimaliseren. Er worden hiervoor ook in andere decretale thema’s acties ondernomen. Tijdens de literatuurstudie en risico-analyse zal ook bekeken worden in hoeverre het aantal vacatures in de sectoren getroffen is door corona. Indien er een effect is zal dit logischerwijs ook een impact hebben op de nulmeting. Voor de EDUCAM-sectoren werd een CORONA PLAN uitgerold dat ervoor moet zorgen dat iedereen kansen krijgt om zich enerzijds bij te scholen, anderzijds om in aanmerking te komen als werkgever voor premies, zodat bedrijven én werknemers het hoofd boven water kunnen houden. Er worden verschillende doelen nagestreefd: • De bedrijven en hun werknemers ondersteunen aan de hand van een aantal specifieke acties, zodat een bepaald competentieniveau in de bedrijven behouden blijft; • Werknemers de mogelijkheid bieden om opleidingen te volgen op een moment waarop bedrijven geneigd zijn minder opleiding te bieden, en dit zelfs tijdens periodes van werkloosheid; • Opleidingen mogelijk maken die nuttig zijn voor de evolutie van kennis en vaardigheden tijdens een periode van ontwrichting; • Een actieplan van beperkte duur opstellen, op basis van een gelimiteerd budget (cq. €600 000). |
Het plan zal worden aangekondigd via verschillende communicatie-campagnes. Die campagnes bieden tevens de mogelijkheid om nieuwe CAO-maatregelen zoals 4+1 (XXX Xxxxxxx & Opleiding) in de kijker te zetten, samen met de maatregelen specifiek voor de metaalhandel.
Het actieplan is uitgestippeld op verschillende assen. Een as stelt de organisatie voor van een groot opleidingsprogramma met gegarandeerde open sessies. Een gedeelte van dit aanbod is gratis voor de werknemers 4+1 en voor de werknemers die werkloos zijn. Een andere as viseert de HEV-certificering, zodat werknemers die nog geen opleiding genoten deze nieuwe, veelgebruikte technologieën veilig kunnen beheersen. De toegang tot de opleidingen HEV1 en HEV1 Reloaded is gratis voor niet-gecertificeerde werknemers of werknemers waarvan het certificaat verlopen is. Er zal ook een luik van gratis opleidingen op afstand zoals Webinars, virtual classroom training of trajecten blended learning worden opengesteld. Specifiek voor de koetswerksector wordt ook coaching binnen het bedrijf voorzien.
Tot slot wordt voor werknemers in tijdelijke werkloosheid via VDAB een communicatie gelanceerd waarin bijscholingsopportuniteiten zijn opgenomen.
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | De sociale partners en de sector slaan de handen in elkaar om op een innovatieve manier acties uit te rollen voor de beoogde doelgroepen. |
Competentie- en loopbaangericht werken | Voor de EDUCAM-sectoren werd een CORONA PLAN uitgerold dat ervoor moet zorgen dat iedereen kansen krijgt om zich enerzijds bij te scholen, anderzijds om in aanmerking te komen als werkgever voor premies, zodat bedrijven én werknemers het hoofd boven water kunnen houden. De acties werden hierboven reeds beschreven bij de relancetoets. |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Beëindiging
Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar en kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het addendum ‘non- discriminatie en inclusie 2021-2022’ opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
Namens de sociale partners van de Autosector en aanverwante sectoren, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxxxx XXXXXX, Voorzitter TRAXIO
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxxx XXXXXX, Ondervoorzitter ABVV-Metaal
Mevrouw Xxxxx DE PRETER, Algemeen secretaris ACV-CSC METEA