DAGVAARDING IN KORT GEDING
Deze zaak wordt behandeld door: Vallei Advocaten & Mediators mr. M.F.M. Groot Kormelink
Xxxxxxxxxxx 00
6711 HA Ede
T: 0318-619121
E: xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx-xxxxxxxxx.xx
Inzake: EISER / GEDAAGDE
Ons kenmerk: MK/D20240151
DAGVAARDING IN KORT GEDING
Heden tweeduizend , op verzoek van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid de EISER, gevestigd te (POSTCODE) WOONPLAATS aan het ADRES, die woonplaats kiest op het kantooradres van Vallei Advocaten & Mediators, aan de Xxxxxxxxxxx 00 xx (0000 XX) Ede van welk kantoor mr. M.F.M. Groot Kormelink deze zaak als advocaat behandelt
heb ik,
De besloten vennootschap GEDAAGDE, gevestigd en kantoorhoudend te (POSTCODE) WOONPLAATS, gemeente XXXXX, aan de ADRES, die woonplaats kiest op het kantooradres van B Privacy Proof, aan het Xxxxxxxxxxx 0 X xxxx 000 xx (0000 XX) Xxxxxxx van welk kantoor mevrouw mr. C.J. Hes deze zaak als advocaat behandelt,
1. op laatstvermeld adres exploot gedaan en afschrift hiervan gelaten bij/aan:
2. krachtens bevel (productie 1) van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem in kort geding gedagvaard om op vrijdag 23 augustus, tweeduizendvierentwintig (2024) om 10.00 uur in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat, te verschijnen op de zitting van de
voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland te Haarlem, die zal worden gehouden in het gerechtsgebouw aan de Xxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxx (postadres: Postbus 1621, 2003 BR Haarlem);
3. aangezegd dat indien GEDAAGDE niet uiterlijk op de genoemde zitting in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat verschijnt, de voorzieningenrechter van de rechtbank tegen hem verstek zal verlenen en de hierna te formuleren vordering zal toewijzen tenzij de voor de dagvaarding voorgeschreven termijnen en formaliteiten niet in acht zijn genomen en/of de vordering haar onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
5. dat van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht voor onvermogenden wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:
• een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijze niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag om een toevoeging als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, dan wel
• een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand, waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet;
6. aangezegd dat van gedaagden die bij dezelfde advocaat verschijnen of gelijkluidend verweer voeren slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven;
7. Er (mede) sprake is van een vordering ex artikel 3:305a BW en eiseres op straffe van niet-ontvankelijkheid verplicht is deze dagvaarding aan te tekenen in het Centraal register voor collectieve acties als bedoeld in artikel 3:305a lid 7 BW;
8. Omdat er sprake is van een procedure ex artikel 254 Rv, is behoudens het bepaalde in artikel 1018c lid 1 Rv, titel 14a (collectieve acties) niet van toepassing (artikel 1018b lid 1 Rv).
Leeswijzer
De vereniging Koninklijke EISER (productie 2) (hierna: EISER) is de belangenbehartiger van de bloemist in Nederland. Op grond van artikel 3 van haar statuten (productie 3) is haar doel de belangen van de bloemisten in Nederland te behartigen. XXXXX procedeert op grond van artikel 3:305a BW juncto artikel 1018c Rv.
De besloten vennootschap GEDAAGDE, tevens handelend onder de naam GEDAAGDE (productie 4), (hierna: GEDAAGDE) is een online platform dat de vraag naar bloemen in de vorm van boeketten (vooral van consumenten) samenbrengt met het aanbod van de leveranciers (lokale bloemisten door heel Nederland). Met circa 83 bloemisten is GEDAAGDE een zogenoemde ‘Premium A’ (duur)overeenkomst overeengekomen. Kort gezegd is dat een aanvullende overeenkomst met lokale bloemisten waarin enerzijds aantrekkelijke voorwaarden zijn opgenomen, maar anderzijds ook verplichtingen. Op 3 juni 2024 heeft GEDAAGDE die ‘Premium A’ overeenkomst eenzijdig opgezegd, met de toepassing van de contractuele opzegtermijn. Partijen verschillen thans van mening over de gevolgen van de opzegging en de uitvoering van de (nog) lopende overeenkomst. Overleg tussen partijen heeft niet tot een oplossing geleid.
In dit Kort Geding zal een oordeel gevraagd worden over de drie problemen waar deelnemende bloemisten in de resterende uitvoering van de overeenkomst tegenaanlopen. Daarnaast spelen er voor de deelnemers aanzienlijke problemen op langere termijn. Het gaat daarbij vooral om financiële schade door de opzegging. De “problemen op langere termijn” zullen - indien partijen daarvoor geen oplossing vinden - in een separate bodemprocedure naar voren komen.
Feiten
1. EISER is de brancheorganisatie voor bloemist winkeliers in Nederland. Op grond van haar statuten heeft zij als doelstelling de belangen van de bloemisten in Nederland te behartigen.
2. Op 3 juni 2024 kwamen veel verontrustende berichten bij EISER binnen van (aangesloten) bloemisten die een zogenoemde Premium A samenwerking met GEDAAGDE hadden. In dit processtuk zullen we de Premium A bloemisten duiden als “deelnemers”. De samenwerking tussen GEDAAGDE en de deelnemers werd schriftelijk eenzijdig opgezegd door GEDAAGDE (productie 5).
3. De opzegging werd telefonisch door medewerkers van GEDAAGDE gedaan op maandag 3 juni 2024, gevolgd door de opzegbrief (zie productie 5). Gelijktijdig was het onlineportal waar de overeenkomsten tussen partijen werden opgeslagen leeg. Deelnemers konden dus niet meer bij de overeenkomsten.
4. De onduidelijkheid, maar zeker ook de onzekerheid, bij de deelnemers was groot. Om die reden zochten zij contact met XXXXX.
5. Op donderdag 6 juni 2024 is aan de directie van GEDAAGDE gevraagd de onderliggende documenten vrij te geven. GEDAAGDE heeft die vervolgens verstrekt.
6. De opzegging zag toe op de samenwerking die op basis van de aanvullende overeenkomst “Premium A” (productie 6) was gesloten. Kort samengevat komt die aanvullende samenwerking neer op het doorsturen van orders in een bepaald geografisch gebied. De online bestelde boeketten moeten dan door de lokale bloemist in het eigen gebied worden gemaakt en geleverd.
7. De aanvullende overeenkomst “Premium A” kent een vijftal voorwaarden:
1. | De bloemist is verplicht orders te accepteren tot 14.00 uur voor bezorging die zelfde dag in 52 weken per jaar, gedurende zes dagen per week. Daarnaast op bijzondere dagen zoals moederdag of Valentijnsdag. |
2. | De bloemist moet “Green Florest” gecertificeerd zijn of dat binnen zes maanden na aanvang van de overeenkomst geregeld hebben. |
3. | De bloemist moet exclusief voor GEDAAGDE werken, er mag niet worden gewerkt voor concurrenten zoals Fleurop, Euroflorist, Pimms Solutions, Webbloemen en Flora NL. |
4. | De bloemist is verplicht mee te werken aan nieuwe en/of verbeterde producten in het kader van kwaliteitsverbetering. |
5. | Het aantal klachten mogen niet hoger liggen dan 35% over een periode van 12 maanden. |
8. De overeenkomst biedt de deelnemer ook een vijftal voordelen:
1. | De bloemist ontvangt in beginsel alle opdrachten in de overeengekomen regio. |
2. | Aanpassingen in de regio zijn (al dan niet tijdelijk) mogelijk. Bijvoorbeeld dient een bloemist medewerking te verlenen als een andere bloemist afvalt. |
3. | Per order ontvangt de bloemist een vast bezorgd tarief van € 4,50, of € 4,70 indien de bezorging wordt gedaan met een auto die is voorzien van GEDAAGDE belettering en de bezorger kleding van GEDAAGDE draagt. |
4. | De opzegtermijn wordt verlengd naar 12 maanden. |
5. | Er is een ordergarantie van 80% van het aantal orders van het gehele kalenderjaar ervoor. Echter, op deze ordergarantie heeft GEDAAGDE een voorbehoud gemaakt in het geval dat er een economisch probleem zou ontstaan met GEDAAGDE of door andere omstandigheden het aantal orders in de regio daalt. In dat geval daalt de ordergarantie in de zelfde omvang. |
9. Sinds januari 2021 is GEDAAGDE een pilot gestart samen met OZ-Hami. OZ-Hami is één van de grootste bloemenexporteurs van Nederland. Deze omvang maakt dat OZ- Hami tegen zeer gunstige bedragen kan inkopen en daarmee vaste prijzen kan bieden. Voor GEDAAGDE en bloemisten geeft dit financiële zekerheid en zeer aantrekkelijke marges. De verschillen tussen de inkoop via OZ-Hami of de reguliere veiling kunnen aanzienlijk oplopen per boeket en daarmee als omzet per maand. Dat de voordelen aanzienlijk zouden zijn blijkt wel uit de 50% margegarantie (zie pagina 8 van de OS-
Hami folder) die is gegeven door GEDAAGDE bij de start van de pilot (productie 7). GEDAAGDE heeft de pilot omgezet in een vaste samenwerking met OZ-Hami.
10. Gelijktijdig met de opzegging heeft GEDAAGDE laten weten dat per 1 januari 2025 de samenwerking met OZ-Hami zal eindigen. Daarmee eindigt ook het financieel aantrekkelijke inkoopmodel voor de deelnemers.
11. Gezien de grote onrust bij de deelnemende bloemisten heeft XXXXX een tweetal informatieavonden georganiseerd. De opkomst bij deze informatieavonden was groot. De deelnemende bloemisten hebben niet alleen hun zorgen geuit, vooral hebben zij ook de problemen naar voren gebracht waar zij tegenaan (gaan) lopen. Tijdens deze gesprekken is de uitdrukkelijke wens naar voren gekomen dat EISER namens hen de belangen zou gaan behartigen.
12. GEDAAGDE stelt zich op het standpunt dat XXXXX voor haar geen gesprekspartner is. EISER is als brancheorganisatie de belangenbehartiger van de bloemisten in Nederland. Van de circa 83 deelnemende bloemisten aan de Premium A samenwerking hebben zich 36 bij EISER gemeld met het verzoek namens hen het gesprek met GEDAAGDE aan te gaan.
13. In de randnummers 70 tot en met 90 volgt een toelichting op basis waarvan vastgesteld kan worden dat de vordering in kort geding van EISER, op grond van de bepalingen van artikel 3:305a BW en 1018c Rv ontvankelijk is.
Xxxxx heeft derhalve recht en belang om in deze spoedeisende aangelegenheid in kort geding een voorziening bij voorraad te vorderen.
Het geschil
14. Het geschil tussen partijen richt zich primair op de vraag of GEDAAGDE rechtmatig kan blijven vasthouden aan de exclusiviteit zoals die was bedongen in de overeenkomst, eenzijdig de inkoopvoorwaarden kan wijzigen en geen harde ordergarantie wenst te geven.
Rechtsgronden
15. De juridische hoofdregel is dat een (duur) overeenkomst rechtsgeldig kan worden opgezegd als in die overeenkomst een opzegtermijn is opgenomen. De vraag is of het van de deelnemers mag worden gevraagd gebonden te blijven aan de exclusiviteit, in te stemmen met de eenzijdige verslechtering van de inkoopvoorwaarden en akkoord te moeten gaan met een (te) zachte ordergarantie onder de invloed van de opzegging en de éénzijdige wijzigingen door GEDAAGDE.
Handelwijze voorafgaand aan de opzegging
16. Een belangrijk aspect in de beoordeling zit hem in de handelwijze van GEDAAGDE voorafgaande aan de opzegging. De opzegging kwam voor de deelnemers als een spreekwoordelijke donderslag bij heldere hemel. Geen van de deelnemers had een dergelijke opzegging zien aankomen. Dit blijkt wel uit het feit dat meerdere deelnemers recent nog aanzienlijke investeringen hebben gedaan. Zo zijn er deelnemers die eind 2023 fors hebben geïnvesteerd in de uitbreiding van de werklocatie, het aanschaffen van (grotere) koelcellen, het investeren in nieuwe bezorgauto’s, het aannemen van extra personeel en andersoortige langlopende financiële verplichtingen.
17. Het traject dat GEDAAGDE voorafgaande aan de opzegging heeft doorlopen moet zeker een jaar voorbereidingstijd hebben gekost. De herpositionering en interne aanpassingen moeten aanzienlijke tijd en investeringen hebben gevraagd. Zo wil GEDAAGDE naar negen landelijke eigen distributiecentra, waar eigen bloembinders boeketten maken, al dan niet met behulp van machines, en eigen bezorgers de boeketten gaan bezorgen. Al met al een grote en ingrijpende operatie.
18. De contractuele afspraken met XX-Xxxx zijn zeer waarschijnlijk in het najaar 2023 opgezegd. Daarmee is er, door eenzijdig toedoen van GEDAAGDE, een einde gekomen aan de gunstige inkoopvoorwaarden. Deze conclusie is relevant voor het feit dat EISER van mening is dat GEDAAGDE veel eerder had moeten communiceren over de aanstaande veranderingen en deelnemers had moeten waarschuwen voor die veranderingen. Voorts had het op de weg van GEDAAGDE gelegen om deelnemers er niet toe aan te zetten, dan wel er actief van af te houden, om grote investeringen te gaan doen waarvan GEDAAGDE wist dat die nimmer terugverdiend zouden kunnen
worden.
Exclusiviteit
19. Eén van de voorwaarden waaraan deelnemende bloemisten zich moeten blijven houden is de exclusiviteit ten aanzien van GEDAAGDE. Het is hen niet toegestaan met andere platforms samen te (gaan) werken.
20. Door de opzegging valt er bij de deelnemende bloemisten tussen de 20% en 100% (!) omzet weg. GEDAAGDE is verreweg de grootste speler in de markt. De andere platforms verdelen met elkaar het marktaandeel dat GEDAAGDE laat liggen.
21. Alhoewel de mogelijkheden van het aanboren van andere bronnen door middel van een online platform relatief beperkt is, is het niet redelijk te blijven vasthouden aan de exclusiviteit als de deelnemer daardoor geen alternatieve bronnen kan benutten. Hoe beperkt een alternatieve bron als “concurrent” van GEDAAGDE ook mag zijn, voor ondernemingen die een dermate grote daling in een omzet zien is iedere procent omzet er één.
22. De vraag is ook welk redelijk belang GEDAAGDE kan hebben als zijzelf van mening is dat de overige platforms dermate weinig orders zouden opleveren? Uit concurrentie- overwegingen kan dan geen zwaarwegend belang naar voren komen.
Verlies inkoopvoordelen
23. Met de beëindiging van de samenwerking tussen GEDAAGDE en OZ-Hami verliezen de deelnemende bloemisten een aanzienlijk inkoopvoordeel. Dit inkoopvoordeel is formeel ingevoerd per januari 2024, echter liep de pilot ten aanzien van OZ-Hami al veel langer (begin 2021) en hebben veel bloemisten gebruik kunnen maken van het inkoopvoordeel.
24. Het argument dat pas relatief kort gebruik wordt gemaakt van de gunstige inkoopvoorwaarden van OZ-Hami is niet relevant aangezien het vooral om het effect van deze inkoopfaciliteit gaat, lees het financiële voordeel, en niet om het inkoopkanaal
an sich.
25. Aanvullend is het argument dat GEDAAGDE zelf de samenwerking met XX-Xxxx per 1 januari 2025 heeft beëindigd terwijl zij zelf de samenwerking met de deelnemers pas per 1 juli 2025 wil beëindigen. Voor de tussenliggende periode (van 1 januari 2025 tot 1 juli 2025) heeft GEDAAGDE geen voorziening willen treffen.
26. Gelijktijdig met de wijzigingen ten aanzien van de inkoopmogelijkheden laat GEDAAGDE ook de ‘orderbonus’ van € 2,00 per 1 januari 2025 vervallen. Dit betekent dat het nadeel voor de deelnemers dubbel is. Naast het wegvallen van de financiële voordelen door de inkoop via OZ-Hami te laten verlopen, lopen de deelnemers ook de eerder toegekende orderbonus van € 2,00 mis. Ook de toegezegde 50% marge garantie (zie productie 7 pagina 8) komt te vervallen. Het argument voor GEDAAGDE om de orderbonus te laten vervallen is de druk op haar marges. De vaste marge die GEDAAGDE hanteert is (en blijft) in ieder geval al 20% en 6,7% per order.
27. Door de beëindiging van de samenwerking valt in ieder geval per 1 juli 2025 alle omzet van GEDAAGDE bij de deelnemers weg. Door de gunstige inkoopfaciliteiten per 1 januari 2025 al weg te halen en gelijktijdig de orderbonus en marge garantie te stoppen ontstaat er een financieel ongunstige situatie in de tussenliggende periode.
Onvoorwaardelijke ordergarantie
28. In artikel 5 van de aanvullende afspraken op de (basis) overeenkomst tussen partijen, het zogenoemde Premium A addendum is een ordergarantie opgenomen. Die garantie ziet erop toe dat elke deelnemende Premium A bloemist een garantie krijgt van 80% van de orders gebaseerd op de orders in het voorgaande jaar.
De letterlijke tekst van dit artikel is:
Ordergarantie: GEDAAGDE garandeert minimaal 80% van het aantal orders van een heel kalenderjaar ervoor. Aan de hand van het volgende voorbeeld wenst GEDAAGDE een en ander duidelijk te maken:
Voorbeeld:
2021 Uitgevoerde orders onder premium A 10.000
2022 Minimale ordergarantie 80% van 10.000 8.000
In geval dat het economisch slechter gaat met GEDAAGDE of dat door andere omstandigheden het aantal orders in de regio daalt, dan zal de ordergarantie in dezelfde verhouding dalen. Hieronder een voorbeeld waarbij er 5% minder orders zijn in de markt:
Voorbeeld: | |
2021 Uitgevoerde orders onder premium A | 10.000 |
2022 Minimale ordergarantie 80% van 10.000 - 5% marktcorrectie | 7.500 |
29. De ordergarantie die wordt gegeven is dus aanzienlijk minder hard dan GEDAAGDE stelt. Immers, een dalend aantal orders heeft zijn effect in de garantie. De conclusie is dan ook dat de garantie meebeweegt met het aantal orders in de markt. Dat maakt het geen garantie, het is hooguit een weergave van de uitwerking van een dalend aantal orders in de markt.
30. Bijkomend is de situatie dat voor de deelnemende bloemisten het aantal orders in de markt niet controleren valt. Op het moment dat GEDAAGDE zich beroept op een dalend aantal orders, welke vervolgens hun doorwerking hebben in de “ordergarantie” is dat voor hen een (niet te verifiëren) gegeven. Niet blijkt op welke manier het aantal orders in de markt kan worden vastgesteld.
31. Tot slot de situatie waar GEDAAGDE geen aandacht voor heeft, de inzet van de eigen distributiecentra. Het aantal orders in de markt zal moeten worden verdeeld tussen de verschillende aanbieders. Op het moment dat een deelnemende bloemist binnen de geografische reikwijdte van een distributiecentrum van GEDAAGDE zit, het aannemelijk is dat het aantal orders voor de deelnemende bloemist zal dalen omdat die worden opgezogen door het distributiecentrum. Immers, GEDAAGDE zal een nieuw distributiecentrum - met al haar investeringen - eerder voorzien van orders dan een externe deelnemer waarbij volgens GEDAAGDE haar marge onder druk staat. Niet alleen behoudt zij daarmee haar omzet, ook zal de marge voor GEDAAGDE beter zijn.
32. De gemiddelde bloemist die deelneemt aan het Premium A addendum is een kleine ondernemer. Vaak is het een eenmanszaak met slechts een aantal bloembinders als
personeelsleden. Die deelnemers zijn juridisch niet onderlegd en hebben geen eigen ‘legal afdeling’ of een vaste huisadvocaat. Op het moment dat hen een mooi aanbod wordt gedaan hebben zij niet de kennis en de middelen om de juridische werking van de overeenkomst of de algemene voorwaarden volledig te kunnen doorzien. Feitelijk is de gemiddelde juridische kennis van de deelnemende bloemisten gelijk te stellen aan die van een particulier. Van een bloemist mag dan ook niet worden verwacht dat deze de juridische hardheid van bijvoorbeeld de ordergarantie volledig kan analyseren.
Overleg
33. Tussen EISER en GEDAAGDE is meerdere malen er sprake geweest van overleg en correspondentie. Dit heeft niet tot een oplossing geleid. Kort samengevat is en blijft de visie van GEDAAGDE dat XXXXX geen gesprekspartner is en dat zij al bewegingen heeft gemaakt ten aanzien van bijvoorbeeld de exclusiviteit en de inkoopvoorwaarden en tot slot dat de ordergarantie een contractuele bepaling is.
34. Op 2 juli 2024 heeft er een overleg plaatsgevonden via teams. Van dat overleg is op 3 juli 2024 een terugkoppeling gestuurd aan de directeur van GEDAAGDE, de heer X (productie 8).
35. Van de heer X is op vrijdag 5 juli 2024 een uitgebreide reactie ontvangen (productie 9).
36. Vervolgens is er op dinsdag 9 juli 2024 een schriftelijke reactie op de e-mail van 5 juli 2024 gestuurd door EISER (productie 10).
37. Op donderdag 11 juli 2024 stuurt de heer X een relatief kort e-mailtje waarin hij concludeert dat er een soort welles-nietes discussie aan de gang is waarbij hij EISER niet als zijn gesprekspartner ziet (productie 11).
38. XXXXX stuurt op 17 juli 2024 per aangetekende e-mail GEDAAGDE een sommatiebrief om binnen 24 uur aan de gestelde voorwaarde te voldoen, bij gebreke waarvan een procedure zal worden gestart (productie 12).
39. De advocaat van GEDAAGDE reageert per brief op vrijdag 26 juli 2024 (productie 13).
40. De algemene conclusie die uit het hierboven geschetste overleg is getrokken is allereerst dat GEDAAGDE EISER niet ziet als een gesprekspartner in deze kwestie. Daarnaast poneert (de advocaat van) GEDAAGDE de stelling dat XXXXX niet zou voldoen aan de voorwaarden van artikel 3:305a BW en 1018c Rv. De kern van de discussie is echter dat in de openstaande geschilpunten geen oplossing is gevonden. Daar waar GEDAAGDE eenzijdig de voorwaarden van de (inmiddels opgezegde) overeenkomst wijzigt met het gevolg dat de deelnemende bloemisten daardoor ten onrechte benadeeld worden. Dit komt onder meer door het feit dat de deelnemers beperkt worden in het ondernemen, ten onrechte geen gebruik meer kunnen maken van de financieel aantrekkelijke inkoopvoorwaarden en waarbij de ordergarantie niet hard wordt gemaakt. XXXXX is van mening dat de nadelige gevolgen voor de deelnemers door de eenzijdige wijziging van GEDAAGDE aangepast moeten worden zodat het nadeel voor hen vervalt.
41. Door de inmenging van XXXXX heeft GEDAAGDE twee aanvullende brieven naar de deelnemers gestuurd. De eerste op 18 juni 2024 (productie 14) en de tweede op 19 juli 2024 (productie 15).
42. Uit beide brieven blijkt dat GEDAAGDE zich realiseert dat er onrust is en dat de gevolgen van de opzegging groter zijn dan eerder gedacht. Met name uit de brief van 19 juli 2024 blijkt dat GEDAAGDE zich ook realiseert dat de opzegging dermate problemen met zich mee heeft gebracht dat zij is gehouden om met de deelnemers in gesprek te gaan over oplossingen. Duidelijk is dat GEDAAGDE die gesprekken het liefst één op één voert zonder de inmenging van EISER.
43. De aangekondigde gesprekken in de brief van 19 juli 2024 richten zich vooral op de lange termijnproblematiek. Ten aanzien van de korte termijnproblematieken biedt GEDAAGDE geen overlegmogelijkheid en daarmee ook geen oplossing.
De uitvoering van de overeenkomst
44. Tussen GEDAAGDE en de deelnemers bestaat de aanvullende overeenkomst, het zogenoemde Premium A addendum. Door de opzegging van de samenwerking door GEDAAGDE is de uitvoering van de overeenkomst gewijzigd. De opzegging zelf is in lijn met de tussen partijen geldende opzegtermijn gedaan. De juridische discussie richt zich nu op de uitvoering van de overeenkomst in de periode liggende tussen de opzegging en de daadwerkelijke beëindiging van de overeenkomst.
Inkoopvoordeel
45. Op grond van de overeenkomst rusten op beide partijen verplichtingen. Eén van de onderdelen van de geldende afspraken wordt nu eenzijdig door GEDAAGDE gewijzigd. Het gaat hierbij om de beëindiging van de inkoopmogelijkheden via OZ-Hami. XXXXX is van mening dat de inkoopmogelijkheden en het daaraan verbonden financiële inkoopvoordeel onderdeel is van de overeenkomst die, door de opzegging van GEDAAGDE, eindigt per 1 juli 2025. GEDAAGDE is dan ook gehouden die financiële inkoopvoordeel te handhaven tot aan het einde van de overeenkomst.
46. GEDAAGDE heeft zich eerder op het standpunt gesteld dat door de beëindiging van de overeenkomst tussen haar en OZ-Hami zij niet langer gehouden kan zijn om de bestaande inkoopvoorwaarden te handhaven.
47. XXXXX is van mening dat de overeenkomst met OZ-Hami door GEDAAGDE is opgezegd en dat zij daardoor ook gehouden is de gevolgen van die opzegging te dragen. Enkel GEDAAGDE heeft invloed gehad op de opzegging waardoor het inkoopvoordeel voor de deelnemers wordt beëindigd. Het risico van de gevolgen van de opzegging met OZ- Hami ligt dan ook volledig bij GEDAAGDE.
48. GEDAAGDE heeft gesteld dat het enkel mogelijk is een overeenkomst met OZ-Hami voor de duur van een volledig jaar te sluiten. Dat is inhoudelijk geen argument om het financiële inkoopvoordeel bij de deelnemers weg te halen. Het ligt op de weg van GEDAAGDE een oplossing te vinden voor de conflicterende belangen tussen enerzijds de samenwerking met OZ-Hami en anderzijds de deelnemers. De door GEDAAGDE gewenste wijziging in de uitvoering van de overeenkomst komt voort uit haar eigen belang en wordt niet ingegeven door de rol van XX-Xxxx, noch door die van de
deelnemers.
49. Het gelijktijdig stoppen van het inkoopvoordeel met het beëindigen van de orderbonus heeft niet alleen een extra negatieve werking op de opbrengst, maar is ook een volledig eenzijdige beslissing van GEDAAGDE. Haar argument dat het een tijdelijke bonus was maakt de impact en gevolg daarvan niet minder erg.
50. De conclusie is dan ook dat GEDAAGDE gehouden moet worden aan de overeengekomen verplichting ten aanzien van het inkoopvoordeel. Of dat voordeel nu wordt uitgevoerd door de samenwerking met OZ-Hami te verlengen of door het financiële nadeel te compenseren maakt niet uit. Onderaan de streep mogen de deelnemers als contractspartij niet benadeeld worden door de eenzijdige wijzigingen die GEDAAGDE heeft doorgevoerd.
Exclusiviteit
51. Daar waar GEDAAGDE een wijziging in de afspraken doorvoert (het hierboven genoemde inkoopvoordeel) wenst zij dat een ander onderdeel, namelijk de exclusiviteit, (deels) wel wordt gehandhaafd.
52. De exclusiviteit ziet toe op de beperking dat het de deelnemer aan de Premium A regeling is verboden om deel te nemen aan soortgelijke online platforms. Hiermee beperkt GEDAAGDE haar risico ten aanzien van concurrentie. Omgekeerd zijn de alternatieve mogelijkheden om via een online platforminkomsten te genereren voor de deelnemers uitgesloten.
53. Nu de opzegging van de overeenkomst zorgt voor een dermate grote wijziging van de situatie ligt het toestaan van de mogelijkheid tot het verwerven van inkomen via een alternatieve bron binnen de kaders van de redelijkheid. Voor de resterende duur van de overeenkomst, respectievelijk zes maanden indien er eerder wordt opgezegd of de periode tot 1 juli 2025, wil GEDAAGDE enkel de laatste drie maanden afzien van de exclusiviteit.
54. Het gegeven dat GEDAAGDE zelf de overeenkomst heeft opgezegd en dat de grondslag voor de opzegging is gelegen in de keuzes die GEDAAGDE heeft gemaakt in verband met haar eigen visie ten aanzien van haar bedrijfsmodel maakt dat sprake is van een zeer eenzijdige benadering van de situatie. Niet onbelangrijk is het gegeven dat GEDAAGDE al geruime tijd bezig is met het voorbereiden van haar koerswijziging, terwijl de deelnemers zijn overvallen met de opzegging. Uit de afweging die GEDAAGDE maakt volgt dat haar rendement zwaarder weegt dan de mogelijkheid van de deelnemers om na de periode van GEDAAGDE op een gelijkwaardige manier een inkomen te verwerven. Een dergelijke afweging geeft geen blijk van een zorgvuldige opdrachtgever.
55. Dat GEDAAGDE zwaar hecht aan de exclusiviteit volgt wel uit haar uitlatingen in de brief van 18 juni 2024 (zie productie 14). In deze brief schrijft GEDAAGDE:
“Momenteel krijgen wij signalen dat bloemisten benaderd worden door andere bloemistennetwerken om daar aan te sluiten. Wij willen op wijzen dat dit niet is toegestaan tijdens onze premium A samenwerking en zal leiden tot contractbreuk met verregaande financiële gevolgen.”
56. Opvallend is dat GEDAAGDE wel stevig oog heeft voor haar eigen belangen en zelfs dreigt met verregaande financiële gevolgen, terwijl zij volledig voorbijgaat aan de belangen van en de grote gevolgen voor de deelnemers.
57. In randnummer 21 is reeds aangegeven dat de feitelijke situatie zo is dat GEDAAGDE de marktleider is als internetplatform ten aanzien van verkoop van boeketten. De overige alternatieve platforms zijn qua omvang en omzet vele malen kleiner. Hieruit volgt ook dat het concurrentierisico dat GEDAAGDE zou kunnen lopen beperkt is. De bestaande platforms zullen dan ook inhoudelijk geen risico vormen. De exclusiviteit sluit echter wel uit dat de deelnemers worden beperkt in hun mogelijkheden als ondernemer om zelf op een soortgelijke manier omzet te vergaren. Een dergelijke blokkade is niet alleen onredelijk, maar gezien de noodzaak op een alternatieve wijze het verlies van omzet te gaan compenseren, in strijd met de vrijheid om te ondernemen.
58. Het vasthouden aan de exclusiviteit kan worden gezien als een oneigenlijk werking van deze contractuele bepaling; de bescherming die de exclusiviteit zou moeten bieden,
namelijk het concurrentie nadeel, is niet wat het effect is. Het effect is wel dat de deelnemende ondernemers pas drie maanden voor het einde alternatieve inkomstenbronnen kunnen inzetten. Daar waar GEDAAGDE zelf veel tijd heeft gestoken in het ontwikkelen van haar nieuwe marktpositie, blokkeert zij de deelnemers die zelfde tijd te gebruiken voor een herpositionering. Daardoor is er sprake van een onrechtmatige beperking van de ondernemersactiviteiten.
Ordergarantie
59. In randnummer 28 e.v. is opgemerkt dat de werking van de ordergarantie ‘zacht’ is. Indien de markt er aanleiding voor geeft zal dit zijn effect hebben in de ordergarantie uit de overeenkomst. Om dat risico uit te sluiten heeft EISER gevraagd om een
onvoorwaardelijke ordergarantie, dus los van de “marktomstandigheden”. Dat betekent dat GEDAAGDE garant moet staan voor het niveau van de orders gebaseerd op het voorgaande jaar.
60. XXXXX is van mening dat de deelnemers geen invloed hebben op de marktomstandigheden, terwijl GEDAAGDE dat wel heeft. Als verreweg de grootste partij op het gebied van de online verkoop van bloemen kan zij de markt beïnvloeden. In de wet van vraag en aanbod zal met name het prijsmechanisme een instrument zijn dat invloed heeft op de markt. Daarnaast heeft GEDAAGDE een dermate groot budget en de faciliteiten op het gebied van (online) marketing dat zij (te) veel invloed heeft op de ontwikkelingen van de markt.
61. Bij een ongewijzigde situatie zal het effect van de marktwerking op de ordergarantie relatief beperkt zijn. Dat komt door de situatie dat GEDAAGDE als opdrachtgever en de deelnemers opdrachtnemer een wederzijds belang hebben bij een stabiele omgeving. De belangen zijn door de opzegging door GEDAAGDE echter niet meer gelijk. GEDAAGDE heeft inmiddels eigen productie- en distributiemogelijkheden gecreëerd waardoor zij een belang heeft de productie en distributie zoveel mogelijk zelf te doen. Daarmee is ook het feitelijke effect van het beïnvloeden van de markt gegeven.
62. De veranderde situatie, zoals hierboven benoemd, vraagt om een aangepaste en hardere vorm van een ordergarantie. Als de grootste speler in de markt heeft
GEDAAGDE immers de invloed om de marktsituatie te beïnvloeden waardoor de ordergarantie niet langer op 80% hoeft te liggen.
63. XXXXX is van mening dat GEDAAGDE onvoorwaardelijk gehouden is minimaal 80% van het volume van het aantal orders in het voorgaande kalenderjaar als harde garantie te bieden.
Conclusies
64. Contractpartijen zijn over en weer gehouden de verbintenis en de daaruit volgende verplichtingen na te komen. Daarnaast mag van een goede contractspartij die eenzijdig de samenwerking beëindigd worden verwacht op een zorgvuldige wijze aandacht te hebben voor de belangen van de achterblijvende wederpartij. Zeker als er sprake is van een aanzienlijke machtsverschil, een beperkt concurrentierisico en een nog bijna 11 maanden doorlopende samenwerking. Bij de opzegging dient GEDAAGDE – als grote partij en marktleider op internet - dan ook zorgvuldig rekening te houden met de belangen van de deelnemers door de mogelijkheden op het toepassen van alternatieve inkomstenbronnen toe te staan, belemmeringen op te heffen en bestaande financiële afspraken na te komen.
Spoedeisend belang
65. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering. XXXXX, en de door haar vertegenwoordigde deelnemers, hebben er belang bij dat op zo kort mogelijke termijn duidelijk wordt op basis van welke voorwaarden de resterende periode uitvoering moet worden gegeven aan de bestaande overeenkomst.
Dwangsommen
66. XXXXX is van mening dat de stelselmatige weigering van GEDAAGDE om de gevraagde toezeggingen te doen ten aanzien van de exclusiviteit, het inkoopvoordeel en de harde ordergarantie vraagt om een stevige financiële prikkel de veroordeling na te komen. Juist uit de stelselmatige weigering komt de vasthoudendheid van GEDAAGDE naar voren en valt niet te verwachten dat zij vrijwillig uitvoering zal geven aan het door u te wijzen vonnis.
67. Op grond van bovengenoemde redenen is het dan ook noodzakelijk een stevige financiële prikkel achter de hand hebben voor het geval GEDAAGDE uw uitspraken naast zich neerlegt.
68. XXXXX verzoekt dan ook om een dwangsom toe te kennen van € 10.000 voor iedere overtreding van uw vonnis en € 1.000 per dag(deel) dat de overtreding door GEDAAGDE na de betekening van uw vonnis voortduurt, tot een maximum van € 250.000, dan wel een door u in goede justitie te bepalen dwangsom.
Standpunt GEDAAGDE
69. GEDAAGDE heeft zich op het standpunt gesteld dat zij met de beperking van de exclusiviteit tot drie maanden voor het einde van de samenwerking een passende geste heeft gedaan. Daarnaast is GEDAAGDE van mening dat de beëindiging van de inkoopvoordelen via OZ-Hami niet leiden tot een financieel nadeel en dat het intrekken van de eerder toegezegde orderbonus mogelijk is omdat dit een tijdelijke tegemoetkoming was. Tot slot stelt GEDAAGDE zich op het standpunt dat de ordergarantie reeds in de overeenkomst is opgenomen en dat een aanpassing daarvan niet nodig is.
Ontvankelijkheid en bevoegdheid ex artikel 3:305a BW
70. EISER is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. Zij behartigt op grond van de statuten (zie productie 3) de belangen van bloemist winkeliers in Nederland. Zij tracht dit doel te bereiken door onder meer, indien noodzakelijk, het zelfstandig voeren van gerechtelijke procedures ter bescherming van de belangen van haar leden en daarmee tevens ook de niet-leden voor zover die bloemist winkelier in Nederland zijn. De bescherming van de belangen van de bloemist winkeliers kan door individuele procedures, maar ook door het voeren van een groepsactie, als bedoeld in artikel 3:305a BW.
71. EISER is de enige brancheorganisatie binnen Nederland die zich richt op de belangen van de bloemist winkeliers. In Nederland zijn ruim 1300 ondernemers aangesloten bij EISER. EISER voldoet derhalve aan de eisen van artikel 3:305a lid 1 en 2, aanhef BW.
72. Onderhavige rechtsvordering wordt ingesteld ter bescherming van de belangen van alle deelnemende bloemisten aan de Premium A overeenkomst met GEDAAGDE en past daarmee binnen de statutaire doelstelling van XXXXX. Naar hun aard behoort onderhavige rechtsvordering het tot het werkveld van de brancheorganisatie. De doelstelling van XXXXX en de aard van de vordering maken dan ook dat XXXXX niet hoeft te voldoen aan de eisen van artikel 3:305a lid 2, subonderdelen a t/m e, en lid 5 (zie artikel 3:305a lid 6 BW).
73. In de visie van EISER komt de vereniging in aanmerking voor de uitzondering tot bepaalde in lid 6 van artikel 3:305a BW. De vordering strekt niet tot schadevergoeding in geld en betaling van buitengerechtelijke incassokosten ex artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW.
74. Indien en voorzover wordt geoordeeld dat XXXXX geen beroep toekomt op de uitzondering als bedoeld in lid 6, merkt EISER op dat ook wordt voldaan aan alle overige vereisten van artikel 3:305a BW.
Lid 2 sub a:
75. Voor wat betreft het vereiste dat de rechtspersoon beschikt over een toezichthoudend orgaan (vereiste sub a) het volgende: Het hoogste orgaan van de vereniging EISER, de ledenraad, bestaat uit 10 afgevaardigden leden van de vereniging. De belangrijkste taak van de ledenraad is het vaststellen en controleren van het beleid van XXXXX, het benoemen en ontslaan van bestuursleden en het toezicht houden op de financiële gang van zaken binnen de vereniging. Het dagelijks bestuur van de vereniging ligt in handen van de 3 gekozen bestuursleden, allen lid van de vereniging.
76. Het bestuur legt verantwoording af aan de ledenraad, de ledenraad legt op haar beurt verantwoording af aan de leden van de vereniging. Ieder lid, zijnde een natuurlijk persoon, heeft de mogelijkheid zich verkiesbaar te stellen voor een functie binnen de ledenraad en of het bestuur.
Lid 2 sub b:
77. De ledenraad heeft op basis van artikel 24 lid 5 sub d van de statuten de mogelijkheid schriftelijke voorstellen van leden in te brengen. De voorstellen moeten schriftelijk worden ingediend en getekend door minimaal 15 leden. Hiermee hebben de leden van EISER direct en rechtstreeks invloed op het beleid dat gericht is op de bescherming van haar belangen.
Lid 2 sub c:
78. EISER beschikt over ruimschoots voldoende (financiële) middelen om de kosten voor het instellen van de rechtsvordering te dragen. De zeggenschap over de rechtsvordering ligt in voldoende mate bij EISER.
Lid 2 sub d:
80. Op deze website zijn onder meer de missie en visie van de vereniging te vinden, alsmede het bestuur, de ledenraad, het jaarverslag, de statuten en de relatiebeheerders die de rechtstreekse contacten met de lidbedrijven onderhouden.
81. Op de website is ook veel informatie te vinden over het dagelijkse werk van XXXXX. Dat richt zich primair op alle aspecten die relevant zijn voor het uitoefenen van het vak als bloemist en meer in het bijzonder van de ondernemer bloemist. Zo wordt er veel
informatie verstrekt over de volgende thema’s: ondernemen, personeel, promotie, vakmanschap en vakonderwijs. EISER is als brancheorganisatie ook zeer betrokken bij de politieke lobby in Den Haag.
Lid 2 sub e:
82. XXXXX heeft voldoende ervaring en deskundigheid ten aanzien van het instellen en voeren van de rechtsvordering. Bij EISER is een eigen jurist werkzaam en voor deze procedure laat XXXXX zich vertegenwoordigen door een externe advocaat.
Lid 3 sub a:
83. EISER is een vereniging zonder winstoogmerk. De bestuurders hebben geen rechtstreeks of middellijk belang bij de rechtsvordering. De bestuursleden zijn geen deelnemers aan de Premium A samenwerking met GEDAAGDE.
Lid 3 sub b, onder 1e, 2e en 3e:
84. Omdat (1) alle bloemisten van wie de belangen worden beschermd door de rechtsvordering die door EISER is ingesteld in Nederland zijn gevestigd, (2) de gedaagde (GEDAAGDE) in Nederland is gevestigd en alle bijkomende omstandigheden wijzen op een voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer en (3) de gebeurtenissen waarop de rechtsvordering betrekking heeft in Nederland heeft, dan wel hebben, plaatsgevonden wordt ook voldaan aan het vereiste onder b.
Lid 3 sub c:
85. XXXXX heeft meermaals getracht het gevorderde door het voeren van overleg met gedaagde te bereiken. Een en ander blijkt uit de inhoud van deze dagvaarding.
Lid 5
86. Tot slot eist artikel 3:305a lid 5 BW dat de rechtspersoon een bestuursverslag in de jaarrekening opstelt overeenkomstig het bepaalde voor verenigingen en stichtingen in respectievelijk de artikelen 49 en 300 en in titel 9 van Boek 2 BW. Onverminderd het in titel 9 bepaalde, wordt het bestuursverslag binnen acht dagen na vaststelling op de algemeen toegankelijke internetpagina van EISER gepubliceerd.
87. Uit vorenstaande blijkt dat EISER voldoet aan alle eisen die voortvloeien uit artikel 3:305a BW. Onderhavige vorderingen zijn, en voor zoverre zij zijn gebaseerd op artikel 3:305a BW, reeds daarom ontvankelijk.
Lid 7
88. Uit artikel 3:305a lid 7 BW volgt dat er een centraal register is voor collectieve vorderingen als bedoeld in dat artikel. Artikel 1018c Rv bepaalt dat, op straffe van niet- ontvankelijkheid, het exploot van dagvaarding binnen twee dagen na de dag van dagvaarding ter griffie wordt ingediend, onder gelijktijdige aantekeningen van de dagvaarding in het Centraal register voor collectieve acties. Deze aantekening gaat vergezeld van een afschrift van de dagvaarding.
89. Onderhavige dagvaarding zal twee dagen na de dag van de dagvaarding bij de griffie van uw rechtbank orde ingediend, onder gelijktijdige aantekening van de dagvaarding in het Centraal register, dit met opname van een afschrift van de dagvaarding.
Verplichtingen voortvloeiend uit artikel 1018c RV
90. Op grond van artikel 1018c Rv dient te worden voldaan aan de navolgende voorwaarden:
a. een omschrijving van de gebeurtenis of de gebeurtenissen waarop de collectieve vordering betrekking heeft. Voor achtergronden wordt verwezen naar hetgeen in deze dagvaarding wordt gesteld.
b. Een omschrijving van de personen tot bescherming van wier belangen de collectieve vordering strekt. De ingediende vordering tot eerbiediging van de thans geldende afspraken tussen de Premium A deelnemers en GEDAAGDE en de daarmee samenhangende onderdelen strekt (onder meer) tot de bescherming van de belangen van de Premium A deelnemers bij deze aanvullende overeenkomst met GEDAAGDE.
c. Een omschrijving van de mate waarin de te beantwoorden feitelijkheden en rechtsvragen gemeenschappelijk zijn; de eenzijdig door GEDAAGDE gewijzigde voorwaarden die gelden voor alle deelnemende Premium A bloemisten zijn voor hen allen gelijk. Het gaat hier om een en dezelfde systematiek, zodat de te beantwoorden feitelijke en rechtsvragen gemeenschappelijk zijn.
d. Een omschrijving van de wijze waarop is voldaan aan de ontvankelijkheid eisen van artikel 3:305a BW, eerste tot en met derde lid, of van gronden waarop het zesde lid van het artikel van toepassing is; zie hier vorig de uitgebreide toelichting ten aanzien van de ontvankelijkheid en bevoegdheid (randnummer 63 tot en met 82).
e. De gegevens die de rechter in staat stellen om voor deze collectieve vordering een exclusieve belangen behartigen aan te wijzen, voor het geval andere collectieve vorderingen voor dezelfde gebeurtenis overeenkomstig artikel 1018d Rv worden ingesteld.
In artikel 1018b lid 1 Rv is bepaald dat, met uitzondering van artikel 1018c lid 1 Rv deze titel niet van toepassing is in het kader van een kortgedingprocedure (artikel 254 Rv). Daarmee is artikel 1018d Rv in deze procedure niet van toepassing en is het aanwijzen van een exclusieve belangenbehartiger derhalve ook niet aan de orde. Mocht Uw Rechtbank menen dat deze bepaling wel aan de orde is, verzoekt EISER haar aan te wijzen als de exclusieve belangenbehartiger in de zin van titel 1018e lid 1 RV.
f. De verplichting van de eisen om van de zaak aantekening te maken in het register, bedoeld in het tweede lid, en om te vermelden wat ingevolge dit artikel de gevolgen van zijn aantekening zijn. XXXXX zal aantekening laten maken in het Centraal register voor collectieve vorderingen als bedoeld in artikel 1018c Rv lid 2 Rv. XXXXX zal deze dagvaarding aan het daartoe bestemde e-mailadres van de Raad voor de Rechtspraak zenden met het verzoek deze in het register aan te tekenen.
Aanvullend machtigingen
91. Indien en voorzover Uw Rechtbank zou oordelen dat EISER niet ontvankelijk is in haar collectieve vorderingen overlegd zij machtigingen van een 13-tal deelnemers om namens haar op te treden in deze vorderingen (productie 16). I.v.m. de huidige vakantieperiode zijn niet van alle deelnemers machtigingen ontvangen.
Mee te sturen flyer i.v.m. digitaal procederen
92. Conform de instructie bij de dagbepaling wordt tevens de flyer ‘digitaal procederen’
opgenomen in deze dagvaarding (productie 17).
Bevoegde rechter
93. De bevoegdheid van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem vloeit voort uit de voor een keuze die in de overeenkomst door GEDAAGDE is gemaakt.
Bewijsmiddelen en getuigen
94. XXXXX beschikt over de volgende bewijsmiddelen en getuigen om de juistheid van de door GEDAAGDE betwiste stellingen aan te tonen:
a. De bij deze procedure gevoegde producties;
b. De xxxx X. Xxxxxx, algemeen directeur van EISER, die zowel de deelnemers als met de directeur van GEDAAGDE heeft gesproken;
c. Alle deelnemers die EISER hebben gemachtigd voor haar op te treden.
Bewijsaanbod
95. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat op EISER enige bewijslast rust, biedt XXXXX aan haar stellingen door het doen horen van getuigen te bewijzen. Dit aanbod geldt in het bijzonder (maar niet uitsluitend) de volgende stellingen:
a. De opzegging door GEDAAGDE;
b. De gevolgen van de opzegging door GEDAAGDE voor de deelnemers;
c. De periode die GEDAAGDE minimaal al bezig was met de voorbereiding;
d. De weigering om aan de gevraagde aanpassingen over de resterende periode te voldoen.
Eis
EISER eist dat Uw Rechtbank, rechtdoende op grond van artikel 254 Rv, bij wijze van voorlopige voorziening GEDAAGDE bij vonnis veroordeelt:
1. Tot het per direct opheffen van de exclusiviteit waaraan de deelnemers gebonden zijn;
2. tot het handhaven van de bestaande (financiële) inkoopvoordelen en de orderbonus;
3. tot het afgeven van een onvoorwaardelijke ordergarantie gebaseerd op 80% van de orders van het voorgaande kalenderjaar;
4. tot betaling van een dwangsom van € 10.000 voor iedere overtreding van uw vonnis, te vermeerderen met € 1.000 voor iedere dag(deel) dat de overtreding voortduurt tot een maximum van € 250.000, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat GEDAAGDE niet voldoet aan het gevorderde onder 1, 2 en 3;
5. in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
een en ander, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren.
Kosten exploot:
Gerechtsdeurwaarder
Productieoverzicht
1. Datumbepaling Kort Geding
2. Uittreksel Kamer van Koophandel EISER
3. Statuten EISER
4. Uittreksel Kamer van Koophandel besloten vennootschap GEDAAGDE Opzegbrief GEDAAGDE van xx juni 2024
5. Overeenkomst Premium A addendum GEDAAGDE
6. Pilot samenwerking OZ-Hami
7. E-mail EISER inzake terugkoppeling (teams)overleg van 2 juli 2024 (van 3 juli 2024)
8. E-mail met reactie van X van 5 juli 2024
9. E-mail met reactie van XXXXX van 9 juli 2024
10. E-mail X van 11 juli 2024
11. Aangetekende e-mail van EISER aan X van 17 juli 2024
12. Brief advocaat GEDAAGDE aan (advocaat van) XXXXX van 26 juli 2024
13. Aanvullende informatiebrief van GEDAAGDE aan deelnemers van 18 juni 2024
14. Aanvullende informatiebrief van GEDAAGDE aan deelnemers van 18 juli 2024
15. Machtigingen
16. Flyer ‘digitaal procederen’