STATUTENWIJZIGING
Dossiernummer: 2023.0106.01 Ref: KH - 130424.V9 kg DEF
Xxxxx, veertien juni tweeduizend vierentwintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, geboren te Utrecht op dertig oktober
negentienhonderdtweeënzeventig, die inzake deze akte haar adres heeft te 0000 XX Xxxxxxx, Maliebaan 6, te dezen handelend als hierna vermeld.
De verschenen persoon verklaart:
- dat de algemene vergadering van de coöperatie: Amsterdamsche
Coöperatieve Woningvereeniging "Samenwerking" B.A., statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxxxx, Xxxxxx _
Xxxxxxxxxx 00 X, xxxxxxxxxxxx in het handelsregister onder nummer
33005273, heeft besloten tot de onderhavige statutenwijziging;
- dat van gemeld besluit van de algemene vergadering blijkt uit een uittreksel _
uit de notulen van de betreffende vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage);
- dat het bestuur de verschenen persoon heeft aangewezen om deze akte te _
verlijden;
- dat van gemelde aanwijzing door het bestuur blijkt uit een onderhands document, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering _
van xxxxxxxx besluit, de statuten van de coöperatie algeheel te wijzigen zodat deze - met ingang van de dag na heden - komen te luiden als volgt:
CONSIDERANS
statutenwijziging algemeen
Op zestien mei tweeduizend vierentwintig heeft de algemene vergadering besloten tot wijziging van de statuten van de coöperatie. De wijzigingen zijn
vastgelegd in deze akte, zoals verleden op veertien juni tweeduizend vierentwintig en tot en met welke datum de statuten zoals vastgelegd bij akte
verleden op drie november tweeduizend elf van kracht waren. Hierna wordt aangegeven wat de overwegingen waren voor het wijzigen van de statuten van de coöperatie.
overwegingen statutenwijziging
a. De coöperatie beoogt met het wijzigen van de statuten te voldoen aan de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, waartoe ook wordt gerekend een scheiding tussen bestuur en ledenraad.
b. In het kader van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen is het wenselijk dat in de statuten wordt verduidelijkt waarop het toezicht door de ledenraad _ betrekking heeft, namelijk op het financieel beheer van de coöperatie zoals _
nader omschreven in artikel 30 van de statuten. De verduidelijking is er
mede op gericht om te voorkomen dat de ledenraad kan worden aangemerkt
als raad van commissarissen met de bijbehorende verantwoordelijkheden en daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid.
c. Bij de rol van de ledenraad als geheel van afgevaardigden van de leden past dat in de statuten wordt vastgelegd dat aan de ledenraad de bevoegdheid
wordt toegekend om goedkeuring te verlenen aan het voorgenomen besluit _
van het bestuur tot vaststelling van het jaarplan, de jaarbegroting en het meerjarenbeleidsplan van de coöperatie.
d. Om de wijzigingen zo eenvoudig mogelijk te kunnen presenteren en om aan te sluiten bij de wens van veel leden, is de tekst van de nieuwe statuten zo _
min mogelijk gewijzigd ten opzichte van de statuten zoals deze tot en met veertien juni tweeduizend vierentwintig van kracht waren. Dat betekent ook _
dat er in deze akte:
i. geen algehele modernisering is meegenomen ten aanzien van het taalgebruik (zoals bijvoorbeeld het vervangen van 'der' door 'van de');
ii. geen volledige consistentie is doorgevoerd in het gebruik van terminologie (zodat bijvoorbeeld 'lid van het bestuur' en 'bestuurslid'
door elkaar worden gebruikt);
iii. geen begripsbepalingen zijn opgenomen die kunnen bijdragen aan de _ leesbaarheid van de akte of op andere wijze de inhoud van het gebruik_ van een woord kunnen verduidelijken (zoals bijvoorbeeld dat onder 'hij' _
ook 'zij', 'hen' of 'die' wordt verstaan).
algemene vergadering en ledenraad
Omdat de coöperatie een groot aantal leden heeft, is er in het verleden voor gekozen om naast de algemene vergadering ook een ledenraad in te stellen. De_
ledenraad bestaat uit afgevaardigden van de leden die door en uit de leden
worden gekozen.
verdeling bevoegdheden algemene vergadering en ledenraad
De bevoegdheden die op grond van de wet toekomen aan de algemene vergadering, zijn binnen de coöperatie verdeeld tussen de algemene vergadering
en de ledenraad op de wijze zoals in de statuten is bepaald. De strekking van artikel 22 juncto 32 van de statuten zoals deze tot en met veertien juni
tweeduizend vierentwintig van kracht waren, is dat de leden van het bestuur
feitelijk worden benoemd door de algemene vergadering. In artikel 24 lid 1 van die statuten staat vermeld dat de ledenraad bevoegd is tot het ontslaan van leden van het bestuur.
Waar het gaat om de bevoegdheid om een lid van het bestuur te ontslaan, wordt
in de wet bepaald dat die bevoegdheid toekomt aan het orgaan dat hem heeft benoemd. Het bestuur en de ledenraad zijn er bij het opstellen van deze statuten op gewezen dat de houdbaarheid van het huidige artikel 24 alinea 1 (de
bevoegdheid tot ontslag ligt bij de ledenraad in plaats van de algemene vergadering) niet zeker is. Dit heeft te maken met de niet eenvoudig te
beantwoorden vraag of de algemene vergadering en de ledenraad als hetzelfde _
orgaan kunnen worden aangemerkt, dan wel dat sprake is van twee afzonderlijke
organen. Het bestuur en de ledenraad hebben ervoor gekozen de tekst van artikel 24 alinea 1 vooralsnog niet aan te passen. Er is derhalve ten aanzien van_
dit onderwerp geen wijzigingsvoorstel opgenomen in het voorstel zoals dat op
zestien mei tweeduizend vierentwintig ter besluitvorming aan de algemene vergadering is voorgelegd en welk voorstel betreft de tekst zoals vastgelegd in
onderhavige statutenwijziging.
Naam. Plaats van Vestiging. Duur. Zetel Artikel 1
1. De coöperatie draagt de naam: Amsterdamsche Coöperatieve
Woningvereeniging "Samenwerking" B.A. en is gevestigd te Amsterdam.
2. Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 2
De zetel der coöperatie is gevestigd ten kantore van de coöperatie. De leden hebben door de toetreding als lid ten aanzien van de coöperatie domicilie ten kantore van de coöperatie gekozen.
Doel
Artikel 3
1. Het doel der coöperatie is de verbetering van woningtoestanden in Amsterdam en aan Amsterdam grenzende gemeenten te bevorderen, meer_
speciaal ten behoeve van de leden der coöperatie, alsmede het in stand
houden en beheren van beschermde monumenten in eigendom en erfpacht.
2. Zij tracht dit doel te bereiken door binnen de gemeente Amsterdam of aan
Amsterdam grenzende gemeenten woningen en gebouwen te doen bouwen, te kopen en in verband daarmede gronden in eigendom of erfpacht te
verkrijgen, deze woningen en gebouwen zo nodig te doen verbeteren en deze aan haar leden te verhuren.
3. Bij gebrek aan gegadigden onder de leden kan aan niet-leden verhuurd worden.
4. Waar in de statuten gesproken wordt van gebouw of gebouwen, geldt hetzelfde ook voor gedeelten van gebouwen.
5. Indien en voor zover de coöperatie gebouwen in eigendom of erfpacht heeft
waarvan - naast woonruimte die aan haar leden wordt verhuurd - ook bedrijfsruimte deel uitmaakt, kan die bedrijfsruimte aan derden worden
verhuurd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 5.
Boekjaar Artikel 4
Het boekjaar vangt aan met één januari en eindigt met eenendertig december.
Lidmaatschap Artikel 5
1. Leden kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen.
2. Vereiste voor het lidmaatschap van natuurlijke personen is het naar Nederlands recht bekwaam zijn tot het verrichten van rechtshandelingen.
3. Wie als lid wenst toe te treden en voldoet aan de leeftijd voor het aangaan van overeenkomsten maar niet handelingsbekwaam is, dient een
schriftelijke toestemming van zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger te overleggen.
4. Vereiste voor het lidmaatschap van een rechtspersoon is het niet lid zijn van een andere bouwvereniging te Amsterdam of in een der aan Amsterdam grenzende gemeenten, die niet uitsluitend de huisvesting harer leden ten doel heeft.
5. Huurders van bedrijfsruimten als bedoeld in artikel 3 alinea 5, kunnen als
zodanig niet worden toegelaten tot het lidmaatschap van de coöperatie.
6. Het lidmaatschap is persoonlijk en is niet voor overdracht vatbaar,
behoudens daar waar deze statuten uitdrukkelijk anders bepalen.
Artikel 6
1. Wie als lid wenst toe te treden geeft die wens schriftelijk te kennen aan het _
bestuur, hetwelk op het verzoek beslist.
2. Diegene wiens aanvrage voor het lidmaatschap is afgewezen, heeft recht van beroep op de ledenraad.
3. Beide beslissingen worden genomen overeenkomstig regelen, gesteld in het
huishoudelijk reglement.
Artikel 7
1. Ieder lid moet bij zijn toetreden een entreegeld betalen.
2. Zij, die hun recht op een woning van een groep als bedoeld in artikel 12 alinea 5 willen doen gelden, dienen alvorens hiervoor in aanmerking te komen een inschrijfgeld in de kas van de coöperatie te storten, indien de ledenraad tot heffing besluit.
3. Jaarlijks betaalt elk lid, tenzij hij huurder is van een woning of een gebouw der coöperatie, een contributie. Ook in het boekjaar van aanmelding en in
het boekjaar van opzegging is de volledige contributie verschuldigd.
4. De hoogte van het entreegeld, het inschrijfgeld en de contributie, zoals bedoeld in de alinea’s 1, 2 en 3 van dit artikel, wordt door de ledenraad
vastgesteld.
5. Bij regelen vast te stellen in het afzonderlijk reglement, genoemd in artikel 14 alinea 2, en/of in het huishoudelijk reglement, kunnen voor bepaaldelijk aan te wijzen doeleinden bijdragen van de leden worden gevorderd.
Artikel 8
1. Elk nieuw aangenomen lid stelt in het ledenregister een door hem ondertekende, gedagtekende verklaring van zijn lidmaatschap. Deze
inschrijving geschiedt naar de volgorde van toelating en bepaalt het ledennummer. Worden leden gelijktijdig toegelaten dan wordt de volgorde
door loting bepaald.
2. Een lid dat ophoudt huurder te zijn van de door hem gehuurde woning doordat zijn huurrecht, al dan niet na opzegging, van rechtswege of door rechterlijke tussenkomst op een derde overgaat, als gevolg waarvan de
woning niet vrijkomt voor verhuur aan andere leden, kan - zolang de woning niet leeg aan de verhuurder is opgeleverd - niet het in artikel 12 alinea 2
bedoelde recht ontlenen aan het ledennummer waarop hem de woning is toegewezen.
Artikel 9
Elk lid ontvangt een bewijs van lidmaatschap en het nummer daarvan, de statuten en het huishoudelijk reglement der coöperatie en een aandeelbewijs,
met dien verstande, dat de uitreiking van het aandeelbewijs niet zal plaatsvinden dan na de in artikel 10 alinea 4 voorgeschreven storting op het aandeel.
Artikel 10
1. Door de coöperatie worden aandelen uitgegeven. De ledenraad stelt de minimale grootte van de aandelen vast.
2. De aandeelbewijzen luiden op naam en worden naar volgorde van uitgifte doorlopend genummerd.
3. Xxxxx lid moet houder zijn van één aandeel.
4. Op elk aandeel moet bij toetreding een door de ledenraad vast te stellen
minimum bedrag worden gestort, waarna het aandeelbewijs zal worden uitgereikt.
5. Voorts moet op de aandelen van de leden worden bijgestort, wanneer daartoe door het bestuur onder goedkeuring van de ledenraad is besloten. _
Van zulk een besluit wordt aan de leden kennis gegeven met uitnodiging om
binnen drie maanden na de datum van kennisgeving het verschuldigde bij de penningmeester te storten.
6. Het bestuur kan eisen, dat het aandeel van een lid bij het huren van een woning of gebouw van de coöperatie wordt verhoogd tot een hoger bedrag _
dan het door de ledenraad vastgestelde minimum bedrag zoals bedoeld in
artikel 10 alinea 4 doch ten hoogste tot een bedrag, gelijk aan anderhalf maal de jaarhuur van de door hem te betrekken woning of van het gebouw. _
7. Indien het bestuur van deze bevoegdheid gebruik maakt, bepaalt dit of het
bedrag, hetwelk op het aandeel moet worden bijgestort, ineens dan wel in termijnen zal moeten worden betaald; het bepaalt voorts de datum, waarop _ uiterlijk de betaling ineens of wel van de verschillende termijnen zal moeten _
geschieden.
8. Het bestuur kan aan leden en oud-leden de bedragen, welke op hun aandelen zijn gestort, voor zover deze bedragen het door de ledenraad
vastgestelde minimumbedrag per aandeel zoals bedoeld in artikel 10 alinea_
4 te boven gaan, geheel of gedeeltelijk terugbetalen.
9. Voor dit doel kunnen worden aangewend de door afschrijving van het in de _ bouw gestoken kapitaal vrijgekomen bedragen en de bedragen, welke door _
stortingen op aandelen worden verkregen.
10. De terugbetaling zal geschieden volgens regelen, vast te stellen bij huishoudelijk reglement.
11. De terugbetalingen, welke op een aandeel plaats hebben, verminderen tevens het nominaal bedrag van het betreffende aandeel, zodat door de
terugbetaling nimmer een niet-volgestort aandeel ontstaat.
12. Leden die een woning of gebouw van de coöperatie hebben gehuurd, van welke woning of van welk gebouw de huurprijs verlaagd wordt, dan wel een _
andere woning of een ander gebouw van de coöperatie betrekken, waarvan
de huurprijs lager is dan de huurprijs van het vorig gehuurde perceel van de coöperatie, hebben uit dien hoofde geen enkel recht op gedeeltelijke
terugbetaling van het op hun aandeel gestorte bedrag.
Artikel 11
De wettelijke verplichting van de leden en oud-leden (als bedoeld in artikel 55 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) om in een tekort bij te dragen is voor ieder lid of oud-lid beperkt tot het bedrag dat ten tijde van de ontbinding op zijn
aandeel/aandelen nog was gestort, vermeerderd met het bedrag waarvoor op dat moment een bijstortingsverplichting gold. Deze bijstortingsverplichting geldt
onderling tussen de leden en oud-leden naar evenredigheid van het totaal dezer_
stortingen en bijstortingen.
Artikel 12
1. Alle leden hebben gelijke rechten behoudens het bepaalde in de volgende alinea's.
2. Met inachtneming van het in artikel 10 bepaalde hebben de leden, behoudens het in de volgende alinea's bepaalde, het recht te dingen naar
een woning of een gebouw naar de volgorde van hun ledennummer. Het lagere nummer gaat daarbij voor het hogere nummer. Het bestuur is in
bijzondere gevallen bevoegd de verhuring van de woning of gebouw aan een lid te weigeren. Het bestuur geeft het betrokken lid hiervan onverwijld
kennis. Van de weigering staat - binnen veertien dagen schriftelijk - beroep _
open op de ledenraad. Het bestuur wijst het lid op de beroepsmogelijkheid. _
3. Het bestuur verhuurt de woning aan het lid aan wie de woning is toegewezen.
4. Aan alle leden die op een woning hebben ingeschreven wordt schriftelijk
bericht welk ledennummer het lid heeft aan wie de woning is verhuurd.
5. Het bestuur kan met goedvinden van de ledenraad bepaalde complexen woningen of bepaalde gebouwen dan wel specifieke woningen bestemmen _ voor bepaalde categorieën of groepen van leden. Gaat het bestuur tot deze _
maatregel over, dan kunnen de leden slechts recht doen gelden op een
woning, bestemd voor de categorie of groep waartoe zij behoren, naar de volgorde van inschrijving op de ranglijst van de categorie of groep. Bij
gelijktijdige aanmelding voor deze ranglijst wordt de rangorde vastgesteld
naar de volgorde van de toetreding als lid. De eis, vermeld in artikel 10 alinea 6, kan in dat geval met betrekking tot elke categorie of groep
afzonderlijk worden gesteld.
6. Bij huishoudelijk reglement en bij het reglement, bedoeld in artikel 14 alinea_
2, kunnen op de regel, dat het in de tweede en derde alinea van artikel 12 bedoelde recht wordt uitgeoefend naar de daar aangegeven volgorde, uitzonderingen worden gemaakt.
Artikel 13
1. Telkenmale wanneer een of meer woningen of gebouwen beschikbaar zijn, _
worden volgens regelen, bij huishoudelijk reglement, of bij een reglement als bedoeld in artikel 14 alinea 2 vast te stellen, die woningen of gebouwen aan
de leden te huur aangeboden, met inachtneming van het in artikel 12 tweede en derde alinea, bepaalde.
2. Het lid, aan wie een woning of gebouw is verhuurd, is verplicht het gehuurde
daadwerkelijk te bewonen en er zijn hoofdverblijf te vestigen, respectievelijk het gehuurde daadwerkelijk te gebruiken en de regelen welke voor de huur _
en de wijze van bewoning of gebruik bij de aanvang der verhuring zijn of
later worden gesteld, stipt na te komen. Bij overtreding van bedoelde regelen kan een boete worden gesteld ter hoogte van een maandhuur. Bij
voortduren van de overtreding zal de coöperatie de rechter verzoeken de huurovereenkomst te beëindigen.
3. De huurprijs voor elke woning of voor elk gebouw wordt door het bestuur vastgesteld.
4. In buitengewone gevallen kan het bestuur aan een lid dat verhinderd is de hem verhuurde woning of het hem verhuurde gebouw geheel of gedeeltelijk_
zelf te bewonen of te gebruiken, vergunnen die woning of dat gebouw
geheel of gedeeltelijk in onderhuur af te staan. Het lid blijft aansprakelijk voor alle verplichtingen voortvloeiend uit zijn huurovereenkomst. Tussen partijen (verhuurder - huurder - onderhuurder(s)) wordt een tijdelijk op schrift gesteld contract gesloten.
5. In bijzondere gevallen is het bestuur bevoegd een huurovereenkomst na
afloop van de overeengekomen huurtermijn niet te verlengen of de huur na _ stilzwijgende verlenging te beëindigen. Van een en ander bestaat beroep op
de ledenraad.
Artikel 14
1. Voor het beheer van een gebouw kan door het bestuur met machtiging van _
de ledenraad een directeur of administrateur worden benoemd, wiens werkzaamheden door het bestuur worden geregeld.
2. Bij afzonderlijk door de ledenraad vast te stellen reglement kunnen voor de _
bewoning en het beheer van een gebouw de nodige regelen worden gesteld.
Artikel 15
Het lidmaatschap eindigt:
a. voor natuurlijke personen door overlijden, voor rechtspersonen door verlies _
van rechtspersoonlijkheid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door het bestuur aan het lid krachtens besluit van de ledenraad wegens verlies der vereisten voor het lidmaatschap;
d. door ontzetting.
Artikel 16
1. De opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts geschieden,
hetzij bij afzonderlijke schriftuur, hetzij door een door het lid getekende,
gedagtekende verklaring in het ledenregister. Het lid dat de opzegging doet, ontvangt daarvan een schriftelijke erkentenis van het bestuur.
2. De opzegging van het lidmaatschap, hetzij door een lid aan de coöperatie, hetzij door het bestuur aan een lid krachtens besluit van de ledenraad, kan _
alleen geschieden tegen het einde van een boekjaar.
3. De termijn van opzegging is ten minste vier weken.
Artikel 17
1. Een lid kan uit het lidmaatschap worden ontzet wegens overtreding van de _
statuten of reglementen der coöperatie, het niet nakomen zijner geldelijke
verplichtingen tegenover de coöperatie of het op andere wijze benadelen der coöperatie.
2. De ontzetting uit het lidmaatschap wordt uitgesproken door het bestuur.
3. Het ontzette lid heeft recht van beroep op de ledenraad.
Artikel 18
1. Bij het einde van het lidmaatschap, om welke reden ook, geschiedt de terugbetaling van de som, welke door het lid, wiens lidmaatschap is geëindigd, meer is gestort dan het door de ledenraad vastgestelde minimum
bedrag zoals bedoeld in artikel 10 alinea 4, op de voet van de artikelen 10 en 52, behoudens het bepaalde in de volgende alinea.
2. Op aandelen van oud-leden gestorte bedragen welke het door de ledenraad vastgestelde minimum bedrag zoals bedoeld in artikel 10 alinea 4 niet te
boven gaan, wordt jaarlijks, behoudens wanneer zich een huurovergang als bedoeld in artikel 8 alinea 2 heeft voorgedaan, na het vaststellen van de balans en de verlies- en winstrekening terugbetaald. De ledenraad kan gezien de financiële positie der coöperatie, besluiten niet tot het doen van
deze terugbetalingen over te gaan.
3. Oud-leden of dezer rechtverkrijgenden zijn na verloop van een jaar na de beëindiging van het lidmaatschap van rechtswege ontslagen van iedere
verplichting tot volstorting van hun niet-volgestorte aandelen, tenzij die volstorting voor afloop van dat jaar reeds was opgevorderd of de houder van
het aandeel alsdan nog niet had voldaan aan al zijn overige verplichtingen tegenover de coöperatie.
4. Oud-leden of dezer rechtverkrijgenden hebben geen recht op uitkering van _
enig aandeel in de fondsen der coöperatie, anders dan is bepaald in dit artikel en in de artikelen 10 en 52.
5. Bedragen, welke op grond van het bepaalde in dit artikel of in artikel 10 voor terugbetaling beschikbaar zijn gesteld en die niet binnen tien jaar na deze beschikbaarstelling zijn afgehaald, vervallen aan de coöperatie.
6. Van de dag der beschikbaarstelling af wordt geen rente meer vergoed.
Artikel 19
Het bestuur kan toestaan, dat een aandeel van een uitgetreden lid ten name van een ander lid wordt overgeschreven, mits deze overschrijving plaatsvindt binnen_
zes maanden na het einde van het lidmaatschap van het uitgetreden lid. In het geval van toetreden ingevolge het in artikel 20 bepaalde zal deze overschrijving _
steeds plaats hebben.
Artikel 20
1. Wanneer een lid-huurder overlijdt en diegene met wie het overleden lid een _
duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd in een woning
van de coöperatie binnen zes maanden na het overlijden aan het bestuur de wens te kennen geeft om lid te worden, wordt deze ingewilligd mits hij of zij _
de vereisten voor het lidmaatschap bezit.
2. Wanneer een lid dat geen woning van de coöperatie huurt, overlijdt en de partner met wie dit overleden lid een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd binnen zes maanden na het overlijden aan het
bestuur de wens te kennen geeft om lid te worden, wordt deze ingewilligd mits hij of zij de vereisten voor het lidmaatschap bezit.
3. Zo het nieuw toegetreden lid voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel _
10 voor het in huur bekomen van een woning, treedt het ten opzichte van de huur van het overleden lid in diens plaats. Een partner van het overleden lid
treedt ten opzichte van het rooster van toetreding in diens plaats. Een kind _
of andere samenwoner neemt in het rooster van toetreding plaats met zijn eigen nummer of ontvangt een nieuw nummer volgend op het nummer van _
het laatst toegetreden lid.
4. Het bestuur is bevoegd, in geval het daartoe termen aanwezig acht, bij het _
beëindigen van het lidmaatschap van een lid ingevolge opzegging van het lidmaatschap wegens verlies der vereisten voor het lidmaatschap aan een ander toe te staan in de rechten van het uitgetreden lid te treden.
5. Heeft een huurovergang als bedoeld in artikel 8 alinea 2 plaatsgevonden en is de nieuwe huurder geen lid dan kan hij binnen zes maanden na de
overgang aan het bestuur de wens te kennen geven als lid toe te treden. Het bestuur beslist tot toelating indien de nieuwe huurder aan de in artikel 5 genoemde vereisten voor het lidmaatschap voldoet en
x. xx xxxx en de nieuwe huurder beiden aan het bestuur verzoeken de aandeelstorting van de oude huurder ten name van de nieuwe huurder _
te stellen, dan wel
b. de nieuwe huurder binnen zes maanden na de in artikel 8 alinea 2
bedoelde huurovergang aan de coöperatie als aandeelstorting een bedrag betaalt gelijk aan de door de oude huurder verrichte
aandeelstorting, in verband waarmee aan de oude huurder diens aandeelstorting kan worden terugbetaald, voor zover deze het door de _
ledenraad vastgestelde minimum bedrag zoals bedoeld in artikel 10 alinea 4 te boven gaat.
Bij toelating als lid verkrijgt de nieuwe huurder het ledennummer dat volgt op het nummer van het laatst toegelaten lid, tenzij de oude huurder schriftelijk _
heeft ingestemd met overgang van zijn ledennummer op de nieuwe huurder,
in welk geval de nieuwe huurder het ledennummer van de oude huurder verkrijgt en de oude huurder het hiervoor bedoelde nieuwe nummer.
6. Heeft een huurovergang als bedoeld in artikel 8 alinea 2 plaatsgevonden en
is de nieuwe huurder reeds lid dan kunnen de oude en de nieuwe huurder gezamenlijk het bestuur verzoeken elkaars ledennummer te verkrijgen. Het _
bestuur willigt dit verzoek in indien:
a. de oude en de nieuwe huurder tevens aan het bestuur verzoeken de aandeelstorting van de oude huurder ten name van de nieuwe huurder _
te stellen, dan wel
b. de nieuwe huurder binnen zes maanden na de in artikel 8 alinea 2
bedoelde huurovergang aan de coöperatie als aandeelstorting een
bedrag betaalt gelijk aan de door de oude huurder verrichte aandeelstorting, in verband waarmee de oude huurder diens
aandeelstorting kan worden terugbetaald voor zover deze het door de _
ledenraad vastgestelde minimum bedrag zoals bedoeld in artikel 10 alinea 4 te boven gaat.
7. Door een wijziging in de tenaamstelling van de aandeelstorting als bedoeld _
in alinea 5 en 6 treedt de huurder ter zake in alle rechten en verplichtingen _
van de oude huurder en is de coöperatie ter zake jegens de oude huurder volledig gekweten.
Artikel 21
Afstand, overdracht, verpanding of andere bezwaring van aandelen kan
behoudens in de gevallen, bedoeld bij de artikelen 19 en 20, niet rechtsgeldig plaatsvinden.
Bestuur Artikel 22
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie. Xxxxx lid van het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de coöperatie en de daaraan verbonden organisatie.
2. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf leden, die gekozen worden uit en door
de leden-natuurlijk persoon op de wijze als bepaald is in artikel 32. Het aantal bestuursleden wordt door de ledenraad vastgesteld en dient oneven _
te zijn.
3. Bij ontstentenis of belet van een of meer bestuursleden zijn de overblijvende bestuursleden, casu quo is het overblijvende bestuurslid, tijdelijk met het
gehele bestuur belast. Als alle leden van het bestuur ontbreken, wordt de coöperatie tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de ledenraad steeds moet zijn aangewezen dan wel die daartoe door de ledenraad onverwijld wordt aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichte
bestuursdaden wordt de aangewezen persoon met een lid van het bestuur _ gelijkgesteld.
Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden
of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van _
een lid van het bestuur.
Van belet is in elk geval sprake indien een lid van het bestuur wegens:
a. schorsing;
b. ziekte langer dan twee maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee maanden,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een lid van het bestuur bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de coöperatie toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
4. Leden van het bestuur kunnen niet zijn rechtspersonen, noch zij, die
betaalde diensten of werken verrichten en/of leveranties doen aan de coöperatie, noch diegenen die in loondienst zijn van de coöperatie.
5. Een lid van het bestuur wordt benoemd voor de periode zoals aangegeven _
bij de oproeping voor de verkiezingen en/of bij de oproeping als bedoeld in _
artikel 32 lid 3, en welke periode niet langer kan zijn dan vijf jaar.
Jaarlijks treedt ten minste één lid van het bestuur volgens het rooster van
aftreding af. Het aftredende lid is terstond voor één aansluitende periode van
ten hoogste vijf jaar herkiesbaar. Een aftredend lid is alleen voor een tweede aansluitende periode herkiesbaar in het geval dat hij alsdan niet meer dan vijf jaar aaneengesloten lid is van het bestuur. Een lid van het bestuur kan derhalve nooit langer dan tien achtereenvolgende jaren deel uitmaken van
het bestuur.
6. In tussentijdse vacatures wordt uiterlijk binnen drie maanden voorzien.
7. Het tussentijds gekozen lid neemt in het rooster van aftreding dezelfde plaats in als het lid in wiens plaats het gekozen is.
8. Een lid van het bestuur komt na het verstrijken van diens aaneengesloten
bestuursperiode pas opnieuw voor een benoeming als lid van het bestuur (en eventueel aansluitende herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken
van een periode van twee jaar.
9. Een lid van het bestuur komt pas voor een benoeming als lid van ledenraad_
in aanmerking, na het verstrijken van een periode van twee jaar na afloop van zijn bestuursperiode.
Artikel 23
1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
2. Bij ontstentenis of belet van een dezer functionarissen wordt diens functie tijdelijk door een der andere leden van het bestuur, daartoe door dit bestuur_
aan te wijzen, waargenomen.
Artikel 24
1. De leden van het bestuur of één of meer hunner kunnen te allen tijde door de ledenraad worden geschorst en/of ontslagen, een en/of ander met inachtneming van de regelen, vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
2. Ingeval van schorsing is de ledenraad bevoegd en ingeval van schorsing van het gehele bestuur tevens verplicht, het geschorste lid of de geschorste leden van het bestuur voor de duur van de schorsing tijdelijk te vervangen
door een of meer door hem aan te wijzen personen, al of niet uit zijn midden.
3. Over de schorsing en over het ontslag van leden van het bestuur kan niet
worden besloten, wanneer voorstellen daartoe niet op de oproepingsbrief hebben gestaan.
4. Een besluit tot ontslag van een lid van het bestuur kan slechts worden
genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen, waarbij deze twee derde meerderheid tenminste
moet bestaan uit de helft van het totaal aantal in functie zijnde leden van de_
ledenraad.
Artikel 25
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls dit op grond van de statuten nodig is of een lid van het bestuur dat wenst, maar ten minste vier keer per jaar. De oproepingstermijn voor een bestuursvergadering bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet
meegerekend. Bij de oproeping worden tevens de te behandelen onderwerpen vermeld.
2. In vergaderingen van het bestuur kunnen slechts besluiten worden genomen als ten minste de helft van het aantal leden van het bestuur aanwezig is. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen, tenzij in
de statuten anders is bepaald. Bij het staken van de stemmen is het voorstel
verworpen. Ieder lid van het bestuur heeft één stem.
3. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met gewone _ meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de leden van_
het bestuur zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit
wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering opgenomen.
4. Bestuursvergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van
telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elk deelnemend lid van het bestuur door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
5. Een lid van het bestuur waakt tegen een tegenstrijdig belang tussen zichzelf en de coöperatie.
6. In het geval dat een lid van het bestuur een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de coöperatie meldt hij _
dit aan de overige leden van het bestuur.
7. Een lid van het bestuur dient zich van de beraadslagingen en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te
onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Indien alle leden van het bestuur een tegenstrijdig belang hebben met de coöperatie, wordt het besluit genomen door de ledenraad.
Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging
van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstijdig belang als bedoeld in artikel 25 lid 6.
8. Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen opgesteld. Het bestuur kan bepalen dat er naast of in plaats van notulen een besluitenlijst en/of actiepuntenlijst wordt opgesteld.
9. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een
genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de
meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet
hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de
oorspronkelijke stemming.
10. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen worden gesteld voor de _
bestuursvergaderingen en voor de wijze, waarop het bestuur zijn werkzaamheden verdeelt.
11. Aan de leden van het bestuur of aan diegenen hunner, die bepaalde, veel tijd vereisende, functies in het bestuur bekleden, kan door de ledenraad een toelage worden toegekend.
Artikel 26
1. De coöperatie wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur _
of door twee leden van het bestuur gezamenlijk waaronder tenminste één functionaris als bedoeld in artikel 23 alinea 1 of twee leden van het bestuur _
gezamenlijk met de in artikel 27 bedoelde directeur.
2. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van _
overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk
medeschuldenaar verbindt, mits met voorafgaande goedkeuring van de ledenraad. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
3. In afwijking van het bepaalde in de vorige alinea worden de door de
coöperatie uit te geven obligatiën getekend door de voorzitter en de secretaris van het bestuur en door een der leden van de commissie van
gedelegeerden uit de ledenraad.
4. Het in dit artikel bepaalde is niet van toepassing op de stortingen in het bouwfonds bedoeld in artikel 40.
Artikel 27
1. Indien het bestuur voor zijn beheer bijstand behoeft, kan de ledenraad goedkeuring verlenen tot het aanstellen van een directeur.
2. In de vergaderingen van het bestuur en in de vergaderingen van de ledenraad heeft de directeur raadgevende stem.
Artikel 28
Ieder lid van het bestuur is tegenover de coöperatie aansprakelijk wegens tekortkomingen bij de vervulling van de hem opgedragen taak.
Ledenraad Artikel 29
1. Er is een ledenraad bestaande uit twintig afgevaardigden van de leden, te kiezen uit en door de leden.
2. Leden van de ledenraad kunnen niet zijn leden van het bestuur, zij die
betaalde diensten of werken verrichten en/of leveranties doen aan de coöperatie, noch diegenen die in loondienst zijn van de coöperatie.
3. Een lid van de ledenraad wordt benoemd voor een periode van ten hoogste_
vijf jaar en is aansluitend voor één aansluitende periode van ten hoogste vijf
jaar herbenoembaar. Een aftredend lid is alleen voor een tweede aansluitende periode herbenoembaar in het geval dat hij alsdan niet meer
dan vijf jaar aaneengesloten lid is van de ledenraad. Een lid van de ledenraad kan derhalve nooit langer dan tien achtereenvolgende jaren deel _
uitmaken van de ledenraad.
4. Een lid van de ledenraad komt na het verstrijken van diens aaneengesloten _
periode pas opnieuw voor een benoeming als lid van de ledenraad (en
eventueel aansluitende herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van twee jaar.
5. In tussentijdse vacatures wordt niet voorzien, behoudens in het geval, dat het aantal afgevaardigden van de leden minder dan vijftien zou bedragen. In dat geval vindt een tussentijdse verkiezing van een dusdanig aantal afgevaardigden van de leden plaats, dat het aantal dier afgevaardigden
weder twintig bedraagt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de
laatste volzin van xxxxxx 11 van artikel 32.
6. Een tussentijds gekozen afgevaardigde neemt in het rooster van aftreding dezelfde plaats in als degene in wiens plaats hij gekozen is.
Artikel 29a
1. Ledenraadvergaderingen worden gehouden zo vaak als het bestuur of de commissie van gedelegeerden dit verlangen.
2. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden van de ledenraad als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een
ledenraadvergadering op een termijn van niet langer dan achtentwintig
dagen. Indien aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan
overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. Het verzoek van de betreffende _
leden van de ledenraad gaat vergezeld van een schriftelijke en nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen.
3. De ledenraadvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden van de
ledenraad, volgens het ledenregister. De termijn van oproeping - behoudens
in de situatie als omschreven in lid 2 van dit artikel - bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van de oproeping en die van de ledenraadvergadering niet meegerekend.
4. De oproeping aan ieder lid van de ledenraad, dat daarmee instemt, kan ook
geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de coöperatie bekend is gemaakt.
5. Bij de oproeping worden de op de ledenraadvergadering te behandelen onderwerpen vermeld en de bijlagen bij de agenda meegezonden of op
andere wijze kenbaar gemaakt.
6. Het bestuur kan besluiten dat een lid van de ledenraad bevoegd is om in persoon door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de
ledenraadvergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van het lid van de ledenraad.
7. Voor de toepassing van lid 6 van dit artikel is vereist dat het lid van de
ledenraad via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter
vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
8. Het is niet mogelijk om voorafgaand aan de ledenraadvergadering een stem uit te brengen.
9. Toegang tot de ledenraadvergadering hebben alle leden van de ledenraad, _
alle niet geschorste leden van het bestuur, de directeur van de coöperatie, medewerkers van de coöperatie of externe deskundigen die daartoe door het bestuur of de directeur zijn uitgenodigd alsmede de notulist van de betreffende ledenraadvergadering. Uitsluitend deze personen zijn gerechtigd om daar het woord te voeren. Over toelating van andere dan de hiervoor
bedoelde personen beslist de ledenraad.
10. In ledenraadvergaderingen hebben alle leden van de ledenraad stemrecht. _
Ieder zodanig lid heeft één stem. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid _ van stemmen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd _ als niet te zijn uitgebracht. Xxxxxxxx bij gevolmachtigde is niet toegestaan. _
11. Indien de stemmen staken is het voorstel verworpen.
12. Xxxxxxxx over personen geschiedt schriftelijk, tenzij de ledenraad besluit tot stemming bij acclamatie.
13. Als de oproeping van een ledenraadvergadering niet op de voorgeschreven_
wijze heeft plaatsgevonden of als een andere formaliteit over de te
behandelen onderwerpen niet in acht is genomen, kan de ledenraad toch geldig besluiten nemen, mits alle leden van de ledenraad aanwezig zijn en _
het besluit met unanieme stemmen wordt genomen.
14. De ledenraadvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter van het bestuur, dan wijst het bestuur een _
ander lid van het bestuur als voorzitter van de ledenraadvergadering aan.
Het bestuur kan in bijzondere omstandigheden - ter beoordeling van het bestuur - in overleg met maar ook op verzoek van de ledenraad besluiten dat de ledenraadvergadering wordt voorgezeten door een persoon die geen
deel uitmaakt van het bestuur en die geen lid hoeft te zijn van de coöperatie. De betreffende persoon vervult als zodanig de rol van technisch voorzitter. _
In het geval dat er geen voorzitter is aangewezen, voorziet de
ledenraadvergadering zelf in haar leiding.
15. Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen opgesteld. De ledenraad kan bepalen dat er naast of in plaats van notulen een besluitenlijst
en/of actiepuntenlijst wordt opgesteld.
Artikel 30
1. Het toezicht op het beheer der coöperatie, waaronder wordt verstaan het toezicht op het financieel beheer van de coöperatie, wordt uitgeoefend door_
de ledenraad. Het toezicht richt zich in het bijzonder op:
a. de jaarrekening, het bestuursverslag en de begroting van de coöperatie;
b. de naleving van aanbevelingen en opmerkingen van de externe accountant;
c. de financiering van en door de coöperatie;
d. de interne controle en het risicobeheer als onderdeel van het financieel beheer.
2. De ledenraad benoemt uit zijn midden een commissie van gedelegeerden, _
bestaande uit minimaal drie en maximaal vijf leden.
3. De commissie van gedelegeerden adviseert en ondersteunt de ledenraad bij de uitoefening van zijn taak. Daartoe:
a. onderzoekt zij de jaarrekening, het bestuursverslag en de begroting van de coöperatie en de naleving van aanbevelingen en opmerkingen van _
de externe accountant en brengt zij van haar bevindingen verslag uit
aan de ledenraad;
b. adviseert zij ten behoeve van de benoeming van een externe accountant; en
c. adviseert zij de ledenraad over andere onderwerpen die onder zijn toezicht vallen.
4. De commissie van gedelegeerden kan bij de uitoefening van haar taak worden bijgestaan door ten hoogste twee deskundigen, door de ledenraad _
aan te wijzen.
5. De commissie van gedelegeerden is bevoegd telkenmale, wanneer zij dit nodig of wenselijk oordeelt, de boeken van de coöperatie na te gaan en de _
kas op te nemen.
6. Het bestuur, de leden van het bestuur en allen die in dienst van de coöperatie zijn, zijn verplicht de ledenraad, de commissie van gedelegeerden en de door de ledenraad benoemde deskundigen alle inlichtingen te verstrekken die zij met het oog op de uitoefening van hun
taken verlangen.
Artikel 31
1. Het bestuur behoeft, evenals in gevallen als genoemd in de artikelen 26 en _
27, de voorafgaande goedkeuring van de ledenraad voor de volgende rechtshandelingen:
a. het aangaan van geldleningen
b. het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van rentegevende fondsen;
c. het huren van onroerende zaken;
d. het doen uitvoeren van werken of leveringen voor de coöperatie, daaronder niet begrepen werken of leveringen van onderhoud;
e. het onvoorwaardelijk aanvaarden of verwerpen van erfenissen of legaten;
f. het aannemen van schenkingen;
g. het treffen van vaststellingsovereenkomsten of het aangaan van compromissen, een en ander voor zover het gaat om overeenkomsten _
en compromissen die vallen buiten de normale bedrijfsuitoefening.
Op het ontbreken van goedkeuring voor de onder a. tot en met g. genoemde gevallen kan door en jegens derden geen beroep worden gedaan.
Daarnaast behoeft het bestuur de voorafgaande goedkeuring van de
ledenraad voor bestuursbesluiten met betrekking tot:
a. het vaststellen van het jaarplan;
b. het vaststellen van het meerjarenbeleidsplan;
c. het vaststellen van de jaarbegroting.
2. Over vaststelling, aanvulling of wijziging van het huishoudelijk reglement,
over goedkeuring van een besluit van het bestuur tot bijstorting door de leden op de aandelen, en over een der, in de eerste alinea van dit artikel
genoemde punten, kan geen besluit worden genomen, wanneer voorstellen_
daartoe niet op de oproepingsbrief hebben gestaan.
Verkiezingen van bestuursleden en leden van de ledenraad Artikel 32
1. De kandidaatstelling voor de verkiezing van:
a. de bestuursleden geschiedt schriftelijk door ten minste gezamenlijk tien leden der coöperatie uit de leden als bedoeld in artikel 5 alinea 2 der coöperatie;
b. de afgevaardigden van de leden voor de ledenraad geschiedt schriftelijk
door ten minste gezamenlijk tien leden der coöperatie uit de leden als bedoeld in artikel 5 alinea 2 dan wel de bestuurders van de leden- rechtspersoon als bedoeld in artikel 5 alinea 4 der coöperatie,
waarbij een verklaring moet worden overgelegd van de gestelde kandidaat, _
dat deze bereid is een eventuele verkiezing te aanvaarden.
2. Het bestuur stelt de dag of de dagen en de uren der verkiezing vast.
3. Bij de oproeping tot de gewone algemene vergadering, bedoeld in artikel 33, wordt door het bestuur aan de leden kennis gegeven, in welke vacatures
moet worden voorzien, onder opgave van de namen van de personen, die
aftreden en die in de loop van het jaar hebben opgehouden bestuurslid of afgevaardigde van de leden te zijn en van het aantal te kiezen personen, alsmede of de aftredenden zich herkiesbaar stellen. Xxxxxxx van een tussentijdse verkiezing geschiedt deze kennisgeving aan de leden ten minste één maand voor de dag, casu quo de eerste dag, der verkiezing.
4. Binnen acht dagen na de dag der gewone algemene vergadering, bedoeld in artikel 33 en ingeval van een tussentijdse verkiezing binnen acht dagen na _
de, in de laatste volzin van het vorige lid bedoelde, kennisgeving, moeten de
voordrachten van kandidaten door ten minste gezamenlijk tien leden der
coöperatie ondertekend en inhoudende de naam van de gestelde kandidaat of de namen van de gestelde kandidaten met de in alinea 1 van dit artikel
bedoelde verklaring bij het bestuur tegen ontvangbewijs worden ingeleverd._
5. Periodiek aftredenden, die zich herkiesbaar stellen, xxxxxxxx niet opnieuw _
kandidaat gesteld te worden.
6. Een periodiek aftredend lid van het bestuur, zomede een periodiek aftredende afgevaardigde van de leden, blijft in functie tot het tijdstip,
waarop de in de vacature gekozene verklaard heeft zijn benoeming te aanvaarden, casu quo in geval van toepasselijkheid van alinea 12 van dit artikel, het bestuur de gestelde kandidaat gekozen heeft verklaard.
7. Het bestuur doet uiterlijk tien dagen voor de dag, casu quo de eerste dag, der verkiezing aan de leden mededeling van de namen der gestelde
kandidaten met vermelding hoeveel personen moeten worden gekozen, van de dag of de dagen en de uren, waarop de verkiezing plaats heeft en waar _
en hoe de stembiljetten moeten worden ingeleverd.
8. Voor de opening der stembiljetten en de vaststelling van de uitslag der verkiezing wordt door het bestuur een stembureau ingesteld, bestaande uit _ een lid van het bestuur als voorzitter en twee afgevaardigden van de leden, _
aan te wijzen door het bestuur. Voor ieder lid van het stembureau wordt
bovendien op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangewezen.
9. Stembiljetten, waarop op meer personen stem wordt uitgebracht dan er
personen zijn te verkiezen, zijn in hun geheel ongeldig, evenals stembiljetten, waarop namen voorkomen van personen, die niet kandidaat
zijn gesteld.
10. De namen der kandidaten worden door het stembureau gerangschikt in volgorde van het aantal op hen uitgebrachte stemmen. Wanneer op twee of_
meer kandidaten een gelijk aantal stemmen is uitgebracht, beslist het lot
over de volgorde. Na deze rangschikking wordt het vereiste aantal personen in volgorde der ranglijst door het stembureau verkozen verklaard, voor zoveel nodig met inachtneming van artikel 29 alinea 2.
11. Het bestuur deelt de uitslag der verkiezingen aan de gekozenen schriftelijk _
mede, met uitnodiging om binnen één week na de datum der kennisgeving _
te verklaren of zij de benoeming aannemen of wel de in alinea 1 van dit
artikel bedoelde verklaring wensen te herroepen. Voor hen, die binnen de gestelde termijn berichten de benoeming niet aan te nemen of zich
daaromtrent niet verklaren, worden opvolgend gekozen verklaard zij, die
alsdan volgens de opgemaakte ranglijst in aanmerking komen en zo vervolgens totdat de ranglijst geen namen meer bevat. In laatstbedoeld
geval moet een nieuwe verkiezing worden uitgeschreven, tenzij het een
(tussentijdse) verkiezing van afgevaardigden van de leden betreft en het aantal dier afgevaardigden reeds vijftien of meer leden bedraagt.
12. De vijf voorafgaande alinea's vinden geen toepassing wanneer het aantal gestelde kandidaten voor de ledenraad gelijk is aan het aantal te verkiezen _ personen, in welk geval de gestelde kandidaten door het bestuur verkozen _
worden verklaard en het bestuur daarvan aan de leden kennisgeeft.
13. In het geval dat er slechts één kandidaat is voor een vacature in het bestuur, dan is deze kandidaat alleen als lid van het bestuur benoemd als meer dan _ de helft van de geldig uitgebrachte stemmen een stem voor de betreffende _
kandidaat betreft.
Vergaderingen van de algemene vergadering Artikel 33
Jaarlijks voor één juli vindt de gewone algemene vergadering plaats. In deze vergadering brengt het bestuur verslag uit over de toestand der coöperatie in het afgelopen boekjaar en doet het rekening en verantwoording over zijn in het
afgelopen boekjaar gevoerd beheer, onder overlegging van de door de ledenraad
vastgestelde balans en verlies- en winstrekening.
Artikel 34
1. Buitengewone algemene vergaderingen worden belegd telkenmale,
wanneer het bestuur, of een tiende gedeelte der leden het verlangen. Het verzoek tot het uitschrijven ener buitengewone algemene vergadering wordt
gedaan aan het bestuur en wel schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen.
2. Indien aan een dusdanig verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt _
gegeven, zodanig dat de vergadering binnen vier weken na de indiening van het verzoek kan worden gehouden, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan bij advertentie in twee of meer te Amsterdam verschijnende, veel verspreide dagbladen, een en ander ten laste van de
coöperatie.
Artikel 35
1. De termijn van oproeping tot een algemene vergadering bedraagt ten minste zeven dagen, die der oproeping en die der vergadering niet meegerekend. _
2. Het bestuur kan - in overleg met de ledenraad - besluiten dat een lid
bevoegd is om in persoon, door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan een algemene vergadering deel te nemen, daarin _
het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het
elektronische communicatiemiddel komt voor risico van het lid.
3. Als het bestuur heeft besloten voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel, waarmee aan de algemene vergadering kan worden deelgenomen, worden deze bij de oproeping bekend gemaakt
4. Voor de toepassing van artikel 35 alinea 2 is vereist dat een lid via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks _
kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het
stemrecht kan uitoefenen.
Artikel 36
1. In de algemene vergaderingen wordt omtrent alle onderwerpen beslist bij
volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen, tenzij in deze statuten anders is bepaald.
2. Elk lid heeft één stem.
3. Xxxxxxxx bij gevolmachtigde is niet toegestaan, behoudens voor een lid- rechtspersoon, die zijn stem slechts kan laten uitbrengen door een gevolmachtigd bestuurslid van het betreffende lid-rechtspersoon.
4. Over zaken wordt xxxxxxxxx, over personen schriftelijk bij ongetekende
briefjes gestemd. Staken de stemmen bij stemming over zaken, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
5. Voor verkiezingen van personen wordt bij eerste stemming de volstrekte
meerderheid der uitgebrachte stemmen vereist. Is bij deze stemming de volstrekte meerderheid van stemmen niet verkregen, dan heeft een tweede _
vrije stemming plaats; wordt ook daarbij geen volstrekte meerderheid
verkregen, dan heeft een herstemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming het grootst aantal stemmen op zich verenigd
hebben. Indien meer dan twee personen in dit geval verkeren, wordt door loting uitgemaakt, welke twee van hen voor herstemming in aanmerking
komen. Indien het grootste aantal stemmen slechts door één persoon is verkregen, zal worden herstemd tussen die persoon en een persoon, die
een aantal stemmen verkregen heeft, hetwelk het dichtst het grootst aantal _
stemmen nabij komt, en indien meer personen in dit laatste geval verkeren, _
zal door het lot worden beslist, wie van hen voor herstemming in aanmerking
komt. Bij deze derde stemming is alsdan gekozen hij, die de meeste stemmen op zich verenigd heeft, terwijl, ingeval bij deze derde stemming de stemmen staken, het lot beslist.
6. Xxxxxx stemmen en stemmen van onwaarde worden beschouwd als niet te _
zijn uitgebracht.
Artikel 37
De voorzitter en de secretaris van het bestuur of hun vervangers treden als
zodanig ook op bij algemene vergaderingen.
Geldmiddelen en geldelijk beheer Artikel 38
De geldmiddelen der coöperatie bestaan uit:
1. de entreegelden;
2. het aandelenkapitaal;
3. opgenomen gelden;
4. alle waarden, die uit anderen hoofde door haar zijn verkregen.
Artikel 39
1. De coöperatie heeft een reservefonds, onderhoudsfondsen, een extra- reservefonds bedoeld in artikel 46, benevens fondsen voor bijzondere doeleinden.
2. Het reservefonds strekt tot dekking van eventuele verliezen der coöperatie. _
3. De onderhoudsfondsen, elk fonds voor de panden, waarvoor het bestemd is, dienen om de onderhoudskosten gelijkmatig over de jaren te verdelen.
4. Het reservefonds, de onderhoudsfondsen, het extra-reservefonds en de
fondsen voor bijzondere doeleinden kunnen gedurende het bestaan der
coöperatie, noch geheel, noch gedeeltelijk, onder de leden worden verdeeld. Het reservefonds, de onderhoudsfondsen en de fondsen voor bijzondere
doeleinden kunnen niet voor andere doeleinden, dan waartoe zij bestemd zijn, gebruikt worden.
Artikel 40
De coöperatie kan een bouwfonds instellen. Dit fonds strekt om te worden gebruikt als bedrijfs- en/of bouwkapitaal.
Artikel 41
1. Het bouwfonds wordt gevormd door de gelden, welke door leden en niet- leden hierin worden gestort.
2. De stortingen dienen te geschieden in bedragen die gelijk zijn aan of een
veelvoud van het door de ledenraad vastgestelde minimum bedrag zoals
bedoeld in artikel 10 alinea 4, terwijl de eerste storting, die een lid of een niet-lid doet, ten minste het eerdergenoemd minimum moet bedragen.
Diegene die een storting doet, wordt daarvoor in de boeken der coöperatie _
gecrediteerd.
3. Van elke storting wordt de crediteur een bewijs afgegeven getekend door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van het bestuur.
4. Het bestuur kan bepalen, dat met ingang van een door hem vastgestelde
datum geen stortingen in het bouwfonds meer worden aangenomen. Ook kan het bestuur stortingen zonder opgaaf van redenen weigeren.
Artikel 42
1. De leden zijn bevoegd om hetgeen door hen in het bouwfonds is gestort geheel of gedeeltelijk te gebruiken teneinde te voldoen aan hun verplichting_
tot het volstorten van hun aandeel in de coöperatie.
2. Daartoe zal het bestuur op schriftelijk verzoek van het lid de te zijnen name _
geboekte stortingen in het bouwfonds geheel of ten dele overboeken als storting op zijn aandeel.
Artikel 43
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 40 is het bestuur bevoegd het bouwfonds te beleggen in aandelen, obligaties of spaar- dan wel
beleggingsrekeningen.
2. De wijze van belegging van de in artikel 39 genoemde fondsen en van de
beschikbare kasgelden der coöperatie wordt bij huishoudelijk reglement geregeld.
Artikel 44
1. Jaarlijks, telkens voor één mei, wordt door het bestuur de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar in de vorm van een balans en _ een verlies- en winstrekening opgemaakt en met de nodige bescheiden en _
een voorstel tot besteding van de winst aan de ledenraad overgelegd.
2. De ledenraad stelt deze stukken in handen van de commissie van gedelegeerden, die na onderzoek schriftelijk daarover aan de ledenraad advies uitbrengt.
3. De ledenraad stelt binnen vier weken na de eerste ontvangst de balans en _
de verlies- en winstrekening vast.
Artikel 45
De rekening van elk volgend jaar blijft met het verlies der vorige jaren belast totdat dit geheel zal zijn aangezuiverd.
Artikel 46
1. De winst van de coöperatie kan, met inachtneming van het in artikel
bepaalde, slechts worden aangewend ter bevordering van het doel van de coöperatie.
2. Van de winst wordt tien procent in het reservefonds gestort.
3. Zodra en zolang in dat fonds meer aanwezig is dan naar het oordeel van het
bestuur, na ingewonnen advies van bevoegde deskundigen, nodig is als waarborg, dat eventuele verliezen zullen kunnen worden gedekt, geschiedt _
geen storting in het reservefonds.
4. De winst of hetgeen van de winst na de in de eerste alinea van dit artikel voorgeschreven storting in het reservefonds overblijft, kan krachtens besluit_
van de ledenraad worden aangewend tot uitkering van rente over de
gestorte bedragen der aandelen van de leden en oud-leden, welke rente evenwel niet hoger mag zijn dan vierenhalf percent.
5. De rente wordt in contanten uitgekeerd, tenzij het desbetreffende aandeel nog niet is volgestort, in welk geval de rente op het aandeel zal worden bijgeschreven.
6. Het na deze uitkering van rente eventueel resterende bedrag der winst wordt
in het extra reservefonds gestort.
Artikel 47
1. Over de stortingen in het bouwfonds wordt halfjaarlijks rente vergoed en wel per één april en per één oktober.
2. De te vergoeden rente wordt telkens door het bestuur na overleg met de commissie van gedelegeerden vastgesteld, doch zal in de regel niet minder _
bedragen dan een half percent beneden de rente die ten tijde der vaststelling ten aanzien van eerste hypothecaire vorderingen te Amsterdam_
pleegt te worden bedongen. Het bestuur stelt vast, welke hypotheekrente als
de te Amsterdam geldende moet worden beschouwd.
3. Over stortingen die op één april respectievelijk één oktober nog geen zes maanden oud zijn, wordt deze rente vergoed naar evenredigheid van het tijdvak, dat sedert de dag der storting is verstreken.
Artikel 48
1. Het bestuur is te allen tijde bevoegd de in het bouwfonds gestorte gelden geheel of gedeeltelijk terug te betalen.
2. In de regel wordt een verzoek tot terugbetaling ingewilligd, wanneer een
storting tot een gelijk of hoger bedrag geschiedt door iemand die voor de storter in de plaats treedt.
3. De in het bouwfonds gestorte gelden zijn echter niet opeisbaar, zolang de coöperatie niet is ontbonden.
Artikel 49
Alle gelden, die de leden op aandelen gestort hebben en de bedragen, die daarop zijn bijgeschreven, worden bestemd om uitvoering te geven aan artikel 3 _
dezer statuten.
Huishoudelijk reglement Artikel 50
Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld, aangevuld en gewijzigd door de _
ledenraad en mag geen bepalingen bevatten, strijdende met de wet en deze statuten.
Wijziging der statuten Artikel 51
1. Deze statuten kunnen worden gewijzigd en aangevuld bij besluit der algemene vergadering, genomen met op zijn minst drie/vierde der uitgebrachte geldige stemmen.
2. Bij de oproeping tot die vergadering wordt medegedeeld, dat aldaar wijziging
der statuten zal worden voorgesteld.
3. Diegenen die de oproeping tot de vergadering ter behandeling van het voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen _
voor de vergadering - die der nederlegging en die der vergadering niet
mede-gerekend - een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, ten kantore der coöperatie nederleggen,_
ter inzage van ieder lid, tot na afloop der vergadering. Bij gebreke daarvan
kan over het voorstel niet wettelijk worden besloten, wanneer ten minste één
tiende der ter vergadering aanwezige leden zich tegen de behandeling verzet.
4. De leden kunnen door opzegging van het lidmaatschap te hunnen aanzien _
de toepasselijkheid ontgaan van wijzigingen, welke ten gevolge hebben, dat de aansprakelijkheid der leden voor de verbintenissen der coöperatie wordt _
verhoogd of de verplichtingen der leden tegenover de coöperatie worden
verzwaard. De opzegging moet in dat geval geschieden binnen zes maanden, nadat de akte waarbij de statuten zijn gewijzigd, in de
Nederlandse Staatscourant is gepubliceerd.
5. Het bestuur van de coöperatie brengt wijzigingen in de statuten van de
coöperatie xxxxxxxx ter kennis aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Ontbinding Artikel 52
1. Tot ontbinding kan op gelijke wijze als tot wijziging der statuten worden besloten.
2. Bij ontbinding der coöperatie, behoudens ingeval van faillissement,
geschiedt de liquidatie door het bestuur, onder toezicht van de ledenraad, tenzij de algemene vergadering omtrent de personen der liquidateuren en/of het toezicht op de liquidatie anders bepaalt, waartoe zij ook tijdens de liquidatie bevoegd blijft.
3. Het bestuur kan alsdan ook zonder goedkeuring van de ledenraad besluiten, dat de niet-volgestorte aandelen der leden en oud-leden moeten worden volgestort, behoudens het bepaalde in artikel 18 alinea 4.
4. Van het liquidatiesaldo wordt eerst uitgekeerd aan leden en oud-leden tot honderd percent van het gestort bedrag hunner aandelen.
5. Het daarna eventueel van het liquidatiesaldo resterende bedrag wordt verdeeld onder de leden in verhouding tot de nominale bedragen van hun aandelen.
Geschillen Artikel 53
1. Alle geschillen tussen de coöperatie en een of meer harer leden, voortspruitende uit deze statuten, het huishoudelijk reglement der coöperatie, of het reglement bedoeld in artikel 14, worden beslist door drie scheidslieden, die als goede mannen naar billijkheid zullen oordelen.
2. Indien partijen het over de keuze der scheidslieden niet eens kunnen worden, zal de benoeming door de meest gerede partij worden gevraagd aan de rechter, welke bevoegd zoude zijn geweest om kennis te nemen van het geschil, bijaldien dit compromis niet plaats gehad had.
Geheimhouding Artikel 54
_
1. Bestuursleden, leden van de ledenraad en leden van commissies zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen hen uit hoofde van hun functie ter kennis komt, althans voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hen uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na het uittreden van de functionaris.
2. Gebruik van onder alinea 1 bedoelde kennis buiten de bezigheden voor de coöperatie is niet toegestaan.
Overige bepalingen Artikel 55
1. Jaarlijks zal de ledenraad alle in het huishoudelijk reglement en hierboven genoemde geldsommen heroverwegen en zo nodig nader vaststellen.
_
2. Aan de ledenraad komen in de coöperatie alle bevoegdheden toe, die niet door de wet, de statuten of bij huishoudelijk reglement aan andere organen
zijn opgedragen.
Slot
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de
zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te
hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van _ de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon _
en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum
aan het begin van deze akte vermeld. Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 14 juni 2024