MEDEFINANCIERINGOVEREENKOMST JSF
MEDEFINANCIERINGOVEREENKOMST JSF
PARTIJEN:
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Economische Zaken), waarvan de zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken, xxxxxxx X. Xxxxxxxxx-Xxxxxxx, hierna te noemen: “de Staat”;
en
2. de besloten vennootschap DUTCH SPACE B.V., gevestigd te Leiden, te dezen vertegenwoordigd door U.G.A. Termote en P.A. Xxxxxxxx xxx Xxxxx;
3. de besloten vennootschap NEDERLANDS CENTRUM VOOR LASER RESEARCH B.V., gevestigd te Enschede, te dezen vertegenwoordigd door X.X.X. xxx Xxxx;
4. de besloten vennootschap AXXIFLEX TURBINE TOOLS B.V., gevestigd te Dordrecht, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxx;
5. de besloten vennootschap XXXXXXXX ENGINEERING B.V., gevestigd te Heerle, te dezen vertegenwoordigd door X.X. xxx Xxxxxx;
6. de besloten vennootschap PHILIPS ELECTRONICS NEDERLAND B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door H.J.G. Xxxxxxxx en X. Xxxxxx;
7. de besloten vennootschap PHILIPS ENABLING TECHNOLOGIES GROUP NEDERLAND B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door T.G. Verbeek en F.J. Vinke;
8. de naamloze vennootschap STORK N.V., gevestigd te Naarden, te dezen vertegenwoordigd door A.W. Xxxxxxx en H.E.H. Bouland;
9. de besloten vennootschap FOKKER AEROSPACE B.V., gevestigd te Oude Meer, te dezen vertegenwoordigd door C.J. Xxxxxxx xxx Xxxxxx;
10. de besloten vennootschap STORK PRODUCT ENGINEERING B.V., gevestigd te Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door W.G.J. Pasteuning;
11. de besloten vennootschap STORK ALUDRA B.V., gevestigd te Vlaardingen, te dezen vertegenwoordigd door R.J.J. Heim;
12. de besloten vennootschap STORK SPECIAL PRODUCTS B.V., gevestigd te Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door X.X.Xx. Lips;
13. de besloten vennootschap RDM TECHNOLOGY HOLDING B.V., gevestigd te Blauwbaai, Curaçao, te dezen vertegenwoordigd door X.X.X. xxx xxx Xxxxxxxxxxxxx;
14. de besloten vennootschap SP AEROSPACE AND VEHICLE SYSTEMS B.V., gevestigd te Geldrop, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxx;
15. de besloten vennootschap ELDIM B.V., gevestigd te Lomm, te dezen vertegenwoordigd door X.X.X.X. xx Xxxxxxx;
16. de besloten vennootschap SULZER METCO COATINGS B.V., gevestigd te Lomm, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxx;
17. de besloten vennootschap SUN ELECTRIC SYSTEMS B.V., gevestigd te Weesp, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxx;
18. de besloten vennootschap THALES NEDERLAND B.V., gevestigd te Hengelo (Ov), te dezen vertegenwoordigd door xx.xx. A.J.H.M. Peels;
19. de besloten vennootschap THALES COMMUNICATIONS B.V., gevestigd te Huizen, te dezen vertegenwoordigd door Thales Nederland B.V., vertegenwoordigd door xx.xx.
A.J.H.M. Peels;
20. de besloten vennootschap THALES CRYOGENICS B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door Thales Nederland B.V., vertegenwoordigd door xx.xx. A.J.H.M. Peels;
21. de besloten vennootschap THALES OPTRONICS B.V., gevestigd te Delft, te dezen vertegenwoordigd door Thales Nederland B.V., vertegenwoordigd door xx.xx. A.J.H.M. Peels;
22. de besloten vennootschap THALES MUNITRONICS B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door Thales Nederland B.V., vertegenwoordigd door xx.xx.
A.J.H.M. Peels;
23. de besloten vennootschap SENIOR AEROSPACE BOSMAN B.V., gevestigd te Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door H.A.G. Overwater en H.K.F. Kisker;
24. de besloten vennootschap URENCO NEDERLAND B.V., gevestigd te Almelo, te dezen vertegenwoordigd door ir. P.H.M. te Xxxxx;
25. de besloten vennootschap PEROT SYSTEMS NEDERLAND B.V., gevestigd te Amersfoort, te dezen vertegenwoordigd door P.F.M. Brenninkmeijer;
26. de besloten vennootschap ADIMEC ADVANCED IMAGE SYSTEMS B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd Kyaca Beheer B.V., vertegenwoordigd door X. Xxxx;
27. de besloten vennootschap AIRCRAFT DEVELOPMENT AND SYSTEMS ENGINEERING (ADSE) B.V., gevestigd te Hoofddorp, te dezen vertegenwoordigd door Adse Holding B.V., vertegenwoordigd door X. xx Xxxxx;
28. de besloten vennootschap AIRBORNE INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Leidschendam, te dezen vertegenwoordigd door X.X. Xxxxxxxx Holding B.V., vertegenwoordigd door X.X. Xxxxxxxx;
29. de besloten vennootschap ASKOVE KUNSTSTOF INDUSTRIE B.V., gevestigd te Veghel, te dezen vertegenwoordigd Askove Beheer B.V., vertegenwoordigd door X.X.X.X. xxx Xxxxxx;
30. de besloten vennootschap ATOS ORIGIN ENGINEERING SERVICES B.V., gevestigd te Leiden, te dezen vertegenwoordigd door P.M. Xxxxxxx;
31. de besloten vennootschap ATOS ORIGIN NEDERLAND B.V., gevestigd te Utrecht, te dezen vertegenwoordigd door T.G. Lomax en W.A.M. Kieboom;
32. de besloten vennootschap BAAN NEDERLAND B.V., gevestigd te Voorthuizen, te dezen vertegenwoordigd door ing. X. xxx xxx Xxxx,;
33. de besloten vennootschap ELECTRONIC DATA SYSTEMS (EDS) INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Leidschendam, te dezen vertegenwoordigd door X. xx Xxxxx;
34. de besloten vennootschap FCS CONTROL SYSTEMS B.V., gevestigd te Oude Meer, te dezen vertegenwoordigd door A.J. Hemmink en G.J. Wierda;
35. de besloten vennootschap HANKAMP GEARS B.V., gevestigd te Enschede, te dezen vertegenwoordigd door F.J. Tönis;
36. de besloten vennootschap IFS NETHERLANDS B.V., gevestigd te Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door X.X.X. Xxxxxxxxxxxxxx;
00. de besloten vennootschap NEDTECH ENGINEERING B.V., gevestigd te Uithoorn, te dezen vertegenwoordigd door X. xxx Xxxxxx;
38. de besloten vennootschap REXROTH HYDRAUDYNE B.V., gevestigd te Boxtel, te dezen vertegenwoordigd door J.B.M. Xxxxx;
39. de besloten vennootschap SCHREINER COMPONENTS B.V., gevestigd te Zevenaar, te dezen vertegenwoordigd door T.A. Bierman;
40. de besloten vennootschap SERGEM ENGINEERING B.V., gevestigd te Leidschendam, te dezen vertegenwoordigd door G.W. Reitsma;
41. de besloten vennootschap TEN CATE ADVANCED COMPOSITES B.V., gevestigd te Nijverdal, te dezen vertegenwoordigd door F.B. Bruns;
42. de besloten vennootschap AMCA HYDRAULIC FLUID POWER B.V., gevestigd te Ten Post, te dezen vertegenwoordigd door X.X. xxx xxx Xxxx;
43. de besloten vennootschap VAN HALTEREN METAAL B.V., gevestigd te Bunschoten Spakenburg, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxxx;
44. de stichting STICHTING NATIONAAL LUCHT- EN RUIMTEVAARTLABORATORIUM, gevestigd te Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxx en L.W. Esselman;
45. de besloten vennootschap FUTURA COMPOSITES B.V., gevestigd te Heerhugowaard, te dezen vertegenwoordigd door N.J. Pereboom;
46. de rechtspersoon volgens de wet DE NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR TOEGEPAST NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK TNO, gevestigd te ’s- Gravenhage, te dezen vertegenwoordigd door ir. J.A. Dekker, Voorzitter Raad van Bestuur TNO en ir. E.I.L.D.G. Xxxxxxxxxx, Lid Raad van Bestuur TNO;
hierna te noemen: “Partijen”;
Partijen sub 2 tot en met 46 hierna gezamenlijk te noemen: de “Luchtvaartindustrie”;
OVERWEGENDE:
a. dat de Staat heeft besloten deel te nemen aan de SDD-fase van het JSF-programma;
b. dat als gevolg van de deelname door de Staat aan de SDD-fase een deel van de ontwikkelingskosten van de JSF voor rekening van de Staat zal komen;
c. dat de deelname door de Staat aan de SDD-fase kan leiden tot opdrachten aan de Nederlandse luchtvaartindustrie ter zake van het JSF-programma;
d. dat de Staat als een van de voorwaarden voor deelname aan de SDD-fase heeft gesteld dat de Luchtvaartindustrie een substantieel deel van de in overweging b. bedoelde kosten voor de Staat van deelname aan de SDD-fase voor haar rekening neemt en dat de Luchtvaartindustrie zich heeft verbonden deze bijdrage onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden te voldoen;
e. dat Partijen op 29 maart 2002 een Letter of Intent hebben afgesloten, waarin Partijen zich hebben verbonden volgens de in de Letter of Intent vastgelegde hoofdlijnen een overeenkomst ter zake van de bijdrage door de Luchtvaartindustrie te sluiten;
f. dat Partij sub 8 bij brief van 5 juni 2002 aan de Staat heeft toegezegd uiterlijk binnen 30 dagen na ondertekening door de Staat van het Framework Memorandum of Understanding en het bijbehorend supplement tussen de Staat en de VS een betaling aan de Staat te zullen doen van EUR 4.537.802;
g. dat partijen ter uitvoering van het bepaalde in de Letter of Intent de volledige afspraken omtrent de voldoening van en de voorwaarden voor de in overweging d. bedoelde betaling van de Luchtvaartindustrie wensen vast te leggen;
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
Artikel 1 Definities
In deze overeenkomst hebben de navolgende begrippen de volgende betekenis:
1.1 Aanloopperiode: de zogenaamde Low Rate Initial Production-fase van
het JSF-programma;
1.2 Accountantsdienst: de departementale accountantsdienst van het Ministerie
van Economische Zaken en/of Defensie;
1.3 CDP: de “Concept Demonstration Phase” van het JSF- programma;
1.4 Groepsmaatschappij: een groepsmaatschappij als bedoeld in art. 2:24b
Burgerlijk Wetboek;
1.5 JSF: Joint Strike Fighter;
1.6 Letter of Intent: de tussen Partijen op 29 maart 2002 gesloten “Letter of
Intent Medefinanciering JSF”;
1.7 Omzet: betaalde in Nederland behaalde omzet in de ruimste zin des woords, vóór belastingen;
1.8 Participatie: de uitvoering door Partijen sub 2 tot en met sub 46 alsmede hun Groepsmaatschappijen van overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2;
1.9 Percentage: het ingevolge het bepaalde in artikel 3.2 en 3.3 vastgestelde percentage;
1.10 Private Bijdrage: het door ieder van Partijen sub 2 tot en met 46 aan de
Staat te betalen Percentage van de door de betreffende Partij alsmede door haar Groepsmaatschappijen behaalde Xxxxx uit Participatie als nader omschreven in artikel 2;
1.11 Productiefase: de productiefase van het JSF-programma, onderverdeeld in de Aanloopperiode en de Volledige Productieperiode;
1.12 Program Office: het JSF Program Office van het Department of Defense van de VS;
1.13 Inflatie: de gerealiseerde prijsmutatie van het bruto binnenlands product zoals gepubliceerd door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan, of een daarvoor in de plaats getreden inflatiecijfer;
1.14 SDD-fase: de “System Development and Demonstration”-fase van het JSF-programma;
1.15 Supportfase: de instandhoudingsfase van het JSF-programma;
1.16 Tekort: het tekort zoals gedefinieerd in artikel 3.3;
1.17 Then Year Dollars: Then Year Dollars als gedefinieerd in het in overweging
f. genoemde Framework Memorandum of Understanding;
1.18 Verschil: het door de Luchtvaartindustrie te betalen bedrag, berekend ingevolge het bepaalde in artikel 3.4;
1.19 Volledige Productieperiode: de zogenaamde Full Scale Production-fase van het JSF- programma;
1.20 VS: de Verenigde Staten van Amerika;
Artikel 2 De Private Bijdrage
De Luchtvaartindustrie betaalt aan de Staat een gedeelte van de in overweging b. bedoelde kosten van deelname aan de SDD-fase welke de Staat aan de VS zal betalen. De Private Bijdrage bedraagt voor ieder van de Partijen sub 2 tot en met 46 het volgens het bepaalde in artikel 3.2 en 3.3 vast te stellen Percentage van de door de betreffende Partij alsmede door haar Groepsmaatschappijen jaarlijks behaalde Xxxxx uit Participatie. Onder Participatie wordt verstaan:
2.1 de uitvoering van overeenkomsten door de Luchtvaartindustrie alsmede haar Groepsmaatschappijen met de VS, de Staat of andere opdrachtgevers, alles in de ruimste zin des woords, ter uitvoering van de Productiefase van het JSF-programma, inclusief de productie van materieel (reservedelen, test en support equipment, documentatie en simulatoren) en de levering van initiële logistieke ondersteuning; en
2.2 de uitvoering van overeenkomsten tussen de Luchtvaartindustrie alsmede haar Groepsmaatschappijen en de Koninklijke Luchtmacht ter uitvoering van de Supportfase van het JSF-programma.
Artikel 3 Betaling van de Private Bijdrage
3.1 Betaling van het Percentage van de Omzet uit Participatie van ieder van de Partijen sub 2 tot en met 46 alsmede hun Groepsmaatschappijen vangt aan in het jaar volgend op het jaar waarin voor het eerst Omzet uit Participatie is behaald (ter vermijding van misverstanden: inclusief Omzet uit Participatie verband houdende met levering van JSF- toestellen geproduceerd tijdens de Aanloopperiode) en eindigt op 1 juni 2053. Betaling door ieder van de Partijen sub 2 tot en met 46 vindt steeds uiterlijk op 1 juni plaats en betreft het Percentage van de in het voorafgaande kalenderjaar behaalde Xxxxx uit Participatie van de betreffende Partij alsmede haar Groepsmaatschappijen. Xxxxxxxx vindt plaats in de valuta waarin de Omzet door een Partij is ontvangen en geschiedt door overmaking van het verschuldigde bedrag op een door de Staat aan te geven rekeningnummer.
3.2 De hoogte van het Percentage wordt voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst tot 1 juli 2008 vastgesteld op 3,5. De hoogte van het Percentage voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052 wordt
vastgesteld op 1 juli 2008 volgens het bepaalde in artikel 3.3, en blijft na deze vaststelling ongewijzigd. Het Percentage voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052 zal, onafhankelijk van het daadwerkelijke verschil tussen de in overweging b. bedoelde kosten van deelname aan de SDD-fase welke de Staat aan de VS zal betalen en het verwachte financiële voordeel uit deelname aan de SDD-fase voor de Staat en onafhankelijk van de daadwerkelijk uit Participatie gerealiseerde Omzet, worden betaald over de Omzet uit Participatie over de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052.
3.3 De vaststelling van de hoogte van het Percentage voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052 vindt plaats als volgt:
3.3.1 uiterlijk op 1 juli 2008 wordt door de Staat bepaald, hoe groot per 1 juli 2008 het verschil is tussen de in overweging b. bedoelde kosten van deelname aan de SDD-fase welke de Staat aan de VS zal betalen en het verwachte financiële voordeel uit deelname aan de SDD-fase voor de Staat (het Tekort). Het Tekort wordt berekend volgens de navolgende formule:
Tekort = Overheidsbijdrage – Afdrachten – Ontwikkelingskostenvoordeel – Royaltyvoordeel – Organisatiekostenvoordeel,
waarbij:
(i) Overheidsbijdrage = A maal B,
waarbij:
A gelijk is aan het door de Staat aan de VS tot 1 juli 2008 betaalde alsmede op 1 juli 2008 nog aan de VS te betalen bedrag in USD ter uitvoering van de SDD- fase;
en
B gelijk is aan de gewogen gemiddelde koers van de USD ten opzichte van de Euro, welke gewogen gemiddelde koers wordt bepaald op grond van de daadwerkelijk door de Staat betaalde koers voor betalingen tot 1 juli 2008 en de koers van de USD ten opzichte van de Euro welke op 1 juli 2008 bij de Nederlandsche Bank op grond van een termijncontract kan worden verkregen voor de alsdan resterende door de Staat te verrichten
betalingen voor deelname aan de SDD-fase, zulks tenzij de Staat voor de op 1 juli 2008 resterende betaling reeds een termijncontract of termijncontracten heeft afgesloten, in welk geval voor de betreffende USD’s de koers van de USD ten opzichte van de Euro geldt zoals in het betreffende termijncontract is overeengekomen;
(ii) Afdrachten = C + D,
waarbij
C gelijk is aan het door de Luchtvaartindustrie in de periode tot 1 juli 2008 reeds verschuldigde deel van de Private Bijdrage, teruggerekend naar prijspeil 2001 met gebruikmaking voor de periode tot 1 januari 2008 van de Inflatie en voor de periode vanaf 1 januari 2008 van een gefixeerd inflatiepercentage van 2, alsmede gedisconteerd met een gefixeerde reële discontovoet van 4% aan de hand van de tijdstippen waarop betaling heeft plaatsgevonden, waarbij het resulterende bedrag wordt uitgedrukt in Euro op basis van een dollarkoers van 1,15 Euro en een koers van het Britse pond van 1,65 Euro;
en
D gelijk is aan de betaling door Partij sub 8 als bedoeld in overweging f, teruggerekend naar prijspeil 2001 met gebruikmaking voor de periode tot 1 januari 2008 van de Inflatie;
(iii) Ontwikkelingskostenvoordeel = E maal F maal G,
waarbij:
E gelijk is aan het volgens de Koninklijke Luchtmacht op 1 juli 2008 verwachte aantal door de Staat aan te schaffen JSF-toestellen; dit aantal zal gelijk zijn aan 85, tenzij de Staat om reden van een verhoging of verlaging van de aanschafprijs (Unit Recurring Fly Away prijs) van een JSF-toestel, Conventional Take-
Off and Landing-variant besluit minder of meer toestellen aan te schaffen, in welk geval E gelijk is aan dit aangepaste aantal aan te schaffen JSF- toestellen. De hierboven bedoelde aanschafprijs bedraagt in prijspeil 2000 Euro 41.400.000; deze aanschafprijs wordt geëscaleerd met de “inflation indices and outlay profile factors” zoals gepubliceerd door het “Naval Center for Cost and Analysis (NCCA)”, categorie “Aircraft Procurement Navy (APN)”. De vergelijking tussen de aldus geëscaleerde aanschafprijs in Euro en de werkelijke op 1 juli 2008 te verwachten aanschafprijs in USD vindt plaats op basis van de koers van de USD ten opzichte van de Euro welke op 1 juli 2008 bij de Nederlandsche Bank voor een termijncontract met een looptijd van vijf jaar voor het betreffende bedrag kan worden verkregen;
en
F gelijk is aan de per 1 juli 2008 door het Program Office vastgestelde of geraamde totale gemaakte en te maken kosten in USD van de CDP en de SDD- fase, gedeeld door het op 1 juli 2008 op basis van de prognose van het Program Office geraamde totaal aantal geproduceerde en te produceren JSF- toestellen;
en
G gelijk is aan ½, tenzij de Staat of de Luchtvaartindustrie aantoont (waarbij alle alsdan voorliggende relevante feiten en omstandigheden kunnen worden meegenomen, inclusief de op het moment van ondertekening van de Letter of Intent bekende feiten en omstandigheden, mits deze feiten en omstandigheden betrekking hebben op met Nederland vergelijkbare landen) dat op 1 juli 2008 de inzichten van de Staat ten tijde van de inwerkingtreding van de Medefinancieringsovereenkomst, dat de kans dat Nederland door de VS zou worden vrijgesteld van betaling van F indien de Staat JSF-toestellen zou
hebben aangeschaft zonder dat de Staat aan de SDD-fase had deelgenomen gelijk is aan 50%, behoren te zijn gewijzigd. In dat geval zal G gelijk zijn aan een met deze andere kans overeenkomend deel; (ter verduidelijking: zou deze andere kans bijvoorbeeld 25% zijn, zal G gelijk zijn aan 0,75);
en waarbij het resulterende bedrag in USD zal worden omgerekend naar Euro op basis van de koers van de USD ten opzichte van de Euro welke op 1 juli 2008 bij de Nederlandsche Bank voor een termijncontract met een looptijd van vijf jaar voor het betreffende bedrag kan worden verkregen;
(iv) Royaltyvoordeel = H maal I maal J,
waarbij:
H gelijk is aan het op 1 juli 2008 op basis van de prognose van het Program Office geraamde totaal aantal geproduceerde en te produceren JSF- toestellen welke zullen worden verkocht aan anderen dan participanten in de SDD-fase;
en
I gelijk is aan de per 1 juli 2008 op basis van de vaststelling of prognose van het Program Office vastgestelde of geraamde totale gemaakte en te maken kosten van de SDD-fase, gedeeld door het op 1 juli 2008 op basis van de prognose van het Program Office geraamde totaal aantal geproduceerde en te produceren JSF-toestellen;
en
J gelijk is aan het totaal van de betalingen in Then Year Dollars welke de Staat ter zake van deelname aan de SDD-fase heeft gedaan en zal doen, gedeeld door de per 1 juli 2008 op basis van de vaststelling of prognose van het Program Office vastgestelde of geraamde totale gemaakte en te maken kosten in Then Year Dollars van de SDD-fase;
en waarbij het resulterende bedrag in USD zal worden omgerekend naar Euro op basis van de koers van de USD ten opzichte van de Euro welke op 1 juli 2008 bij de Nederlandsche Bank voor een termijncontract met een looptijd van vijf jaar voor het betreffende bedrag kan worden verkregen;
(v) Organisatiekostenvoordeel = K + L,
waarbij
K gelijk is aan de Foreign Military Sales-toeslag die, wanneer de Staat niet had deelgenomen aan de SDD-fase, door de VS geheven zou worden over de materieelkosten en logistieke ondersteuningskosten welke deel uitmaken van de initiële contractswaarde van de door de Staat aan te schaffen JSF-toestellen, zoals door de Staat per 1 juli 2008 in Euro vastgesteld aan de hand van de levensduuranalyse volgens de FEL-SALDO methodiek of de daarvoor in de plaats getreden door de Staat gehanteerde andere methodiek;
en
L gelijk is aan de Foreign Military Sales-toeslag die, wanneer de Staat niet had deelgenomen aan de SDD-fase, door de VS geheven zou worden over de instandhoudingskosten van de door de Staat aan te schaffen JSF-toestellen, zoals door de Staat per 1 juli 2008 in Euro vastgesteld aan de hand van de levensduuranalyse volgens de FEL-SALDO methodiek of de daarvoor in de plaats getreden door de Staat gehanteerde andere methodiek.
3.3.2 De volgens het bepaalde in artikel 3.3.1 berekende Overheidsbijdrage, het Ontwikkelingskostenvoordeel, het Royaltyvoordeel en het Organisatiekostenvoordeel worden voor de berekening van het Tekort uitgedrukt in prijspeil 2001. Daartoe worden bedragen teruggerekend van lopende prijzen naar prijspeil 2001, dan wel - indien een bedrag in een constant prijspeil is uitgedrukt – van het betreffende prijspeil naar prijspeil 2001, in beide gevallen met
gebruikmaking voor de periode tot 1 januari 2008 van de Inflatie en voor de periode vanaf 1 januari 2008 van een gefixeerd inflatiepercentage van 2.
3.3.3 De op de voet van artikel 3.3.2 naar prijspeil 2001 teruggerekende bedragen worden voor de berekening van het Tekort gedisconteerd met een gefixeerde reële discontovoet van 4%. Daarbij worden de volgende vaste uitgangspunten gehanteerd:
(i) bij de berekening van de Overheidsbijdrage wordt uitgegaan van het betalingsschema op 1 juli 2008 zoals overeengekomen met het Program Office;
(ii) bij de berekening van het Ontwikkelingskostenvoordeel wordt uitgegaan van de op 1 juli 2008 door de Staat vastgestelde spreiding van aanschaf van het totale aantal JSF-toestellen (artikel 3.3.1 onderdeel iii onder E);
(iii) bij de berekening van het Royaltyvoordeel wordt uitgegaan van ontvangst van de royalties volgens het op 1 juli 2008 op basis van de prognose van het Program Office vastgestelde schema;
(iv) bij de berekening van het Organisatiekostenvoordeel wordt uitgegaan van de door de Staat op 1 juli 2008 vastgestelde spreiding en periode van verwerving en instandhouding van de JSF-toestellen.
3.3.4 De hoogte van het Percentage voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052 wordt vastgesteld door te berekenen, welk percentage van de vanaf 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052 voor de Luchtvaartindustrie alsmede haar Groepsmaatschappijen te verwachten Omzet in lopende prijzen uit Participatie moet worden afgedragen teneinde het op de voet van artikel 3.3.1,
3.3.2 en 3.3.3 berekende Tekort geheel aan de Staat te voldoen. Onder de te verwachten Omzet als in de vorige zin bedoeld wordt verstaan de Omzet uit op 1 juli 2008 gesloten of redelijkerwijze te verwachten overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2. Ter zake van Xxxxx uit gesloten of redelijkerwijs te verwachten overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.1 met betrekking tot materieel, wordt deze Omzet berekend ingevolge het bepaalde in Bijlage 1. De Omzet uit op 1 juli 2008 gesloten of redelijkerwijze te verwachten overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 wordt teruggerekend naar prijspeil 2001 met gebruikmaking voor de periode tot 1 januari 2008 van de Inflatie en voor de periode vanaf 1 januari 2008 van een gefixeerd inflatiepercentage van 2 en wordt gedisconteerd met een gefixeerde reële discontovoet van 4%. De discontering vindt plaats op basis van de verdeling van de verwachte Omzet over de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2052. De Omzet wordt in Euro uitgedrukt op basis van de koers van de betreffende valuta ten opzichte van de Euro welke op 1 juli 2008 bij de Nederlandsche Bank voor een
termijncontract met een looptijd van vijf jaar voor het betreffende bedrag kan worden verkregen.
3.4 Indien de Staat vóór 1 juli 2008 deelname aan de SDD-fase beëindigt zal de Luchtvaartindustrie de tot het moment van beëindiging aan de Staat opeisbare Private Bijdrage verschuldigd blijven en zal de Luchtvaartindustrie voorts aan de Staat een aanvullende betaling doen, berekend als volgt:
3.4.1 indien op het moment van beëindiging een Private Bijdrage (teruggerekend naar prijspeil 2001 op de voet van het bepaalde in artikel 3.3.2) opeisbaar is gelijk aan of meer dan USD 87.500.000 (in prijspeil 2001): nihil; of
3.4.2 indien op het moment van beëindiging nog geen Private Bijdrage opeisbaar is dan wel een Private Bijdrage (teruggerekend naar prijspeil 2001 op de voet van het bepaalde in artikel 3.3.2) opeisbaar is van minder dan USD 87.500.000 (in prijspeil 2001): het verschil tussen een bedrag gelijk aan USD 87.500.000 (in prijspeil 2001) en de op het moment van beëindiging opeisbare Private Bijdrage (teruggerekend naar prijspeil 2001 op de voet van het bepaalde in artikel 3.3.2) (het Verschil). In dat geval zal ieder van Partijen sub 2 tot en met 46 3,5% afdragen over de door de betreffende Partij alsmede haar Groepsmaatschappijen in de periode vanaf het moment van beëindigen tot en met 1 januari 2030 behaalde Xxxxx uit Participatie, tot een totaalbedrag gelijk aan het Verschil. Indien op 1 januari 2030 in totaal minder dan het Verschil is betaald, draagt ieder van de Partijen sub 2 tot en met 46 naar rato van de door de betreffende Partij in de periode tot 1 januari 2030 behaalde Xxxxx uit Participatie een zodanig bedrag bij dat in totaal een Private Bijdrage van USD 87.500.000 (prijspeil 2001) is betaald. Deze laatste betaling is verschuldigd uiterlijk op 1 juni 2030.
3.5 Indien de Staat na 1 juli 2008 deelname aan het JSF-programma beëindigt, laat dit de betalingsverplichtingen van de Luchtvaartindustrie voortvloeiend uit de Medefinancieringsovereenkomst onverlet.
3.6 Indien een Partij of haar Groepsmaatschappij de door haar gedreven onderneming geheel of gedeeltelijk vervreemdt, afsplitst of anderszins overdraagt blijft de betreffende Partij onverminderd jegens de Staat aansprakelijk voor betaling van de Private Bijdrage en/of het Verschil ter zake van de Omzet uit Participatie die door (het betreffende deel van) de onderneming wordt behaald, tenzij de verkrijgende of opvolgende partij alle verplichtingen uit deze medefinancieringsovereenkomst ter zake van die betaling overneemt, en de Staat schriftelijk heeft bevestigd dat betaling van de Private Bijdrage en/of het Verschil naar zijn oordeel onverminderd gewaarborgd is, waarbij de Staat onder meer de kredietwaardigheid en continuïteit van de verkrijgende of opvolgende partij kan betrekken.
3.7 Indien een Partij een Groepsmaatschappij geheel of gedeeltelijk vervreemdt of anderszins overdraagt blijft de betreffende Partij onverminderd jegens de Staat aansprakelijk voor betaling van de Private Bijdrage en/of het Verschil ter zake van de Omzet uit Participatie die door de betreffende Groepsmaatschappij wordt behaald, tenzij de verkrijgende of opvolgende partij alle verplichtingen uit deze medefinancieringsovereenkomst ter zake van die betaling overneemt, en de Staat schriftelijk heeft bevestigd dat betaling van de Private Bijdrage en/of het Verschil naar zijn oordeel van de Staat onverminderd gewaarborgd is, waarbij de Staat onder meer de kredietwaardigheid en continuïteit van de verkrijgende of opvolgende partij kan betrekken.
3.8 Indien een Partij of haar Groepsmaatschappij een nieuwe onderneming (mede) opricht of doet oprichten en deze nieuwe onderneming Omzet uit Participatie behaalt is de betreffende Partij aansprakelijk voor de betaling van het Percentage over de door deze nieuwe onderneming behaalde Xxxxx uit Participatie.
3.9 Indien Omzet uit Participatie welke is betrokken bij de berekening van de hoogte van het Percentage als bedoeld in artikel 3.3.4 wordt behaald buiten Nederland, blijft de Partij wiens verwachte Xxxxx uit Participatie het betreft aansprakelijk voor betaling van het Percentage over die Omzet.
3.10 Over dezelfde Omzet uit Participatie wordt niet meer dan één maal het Percentage aan de Staat afgedragen. Indien en voor zover Xxxxx uit Participatie wordt behaald door een Partij dan wel haar Groepsmaatschappij(en) als onderaannemer van één of meerdere van de Partijen sub 2 tot en met 46, is de onderaannemer geen betaling over de als onderaannemer behaalde Xxxxx aan de Staat verschuldigd. Deze betaling wordt in dat geval gedaan door de als hoofdaannemer optredende Partij.
3.11 Voor Partijen sub 44 en sub 46 gelden de volgende uitzonderingen op de in deze overeenkomst neergelegde rechten en verplichtingen:
3.11.1 onder Xxxxx uit Participatie wordt niet begrepen omzet uit overeenkomstenvoortvloeiende uit onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten van het Nederlandse Ministerie van Defensie en/of de Koninklijke Luchtmacht;
3.11.2 de bijdrage van partijen sub 44 en 46 op het tekort in het Verschil, zoals beschreven in artikel 3.4.2, laatste twee zinnen, bedraagt maximaal 500.000 Euro per partij. Indien vanwege dit maximum een tekort op het Verschil resteert zullen Partij sub 2 tot en met 43 en Partij 45 dit tekort voor hun rekening nemen naar rato van de door ieder van deze Partijen in de periode tot 1 januari 2030 behaalde Xxxxx uit Participatie.
Artikel 4 Opgave, controle en zekerheid
4.1 Ieder van Partijen sub 2 tot en met sub 46 zal elk jaar, voor het eerst in het jaar waarin betaling van het Percentage van de Omzet uit Participatie aanvangt ingevolge het bepaalde in artikel 3.1, uiterlijk op 1 mei schriftelijk aan de Staat de hoogte van het bedrag aan Omzet uit Participatie voor de betreffende Partij in het voorafgaande kalenderjaar opgeven. Daarbij zal op overzichtelijke wijze worden vermeld in welke valuta de Omzet uit Participatie is behaald, welk deel van de behaalde Xxxxx uit Participatie uit welke overeenkomst voortvloeit alsmede, indien van toepassing, welke Groepsmaatschappij welk deel van de Omzet uit Participatie heeft behaald. De schriftelijke opgave zal zijn voorzien van een verklaring van een voor de Staat aanvaardbare registeraccountant waarin is vermeld dat deze opgave volledig en juist is.
4.2 Ter verkrijging van de in artikel 4.1 genoemde accountantsverklaring zal ieder van Partijen sub 2 tot en met 46 aan een registeraccountant een daartoe strekkende specifieke controleopdracht geven. Deze opdracht zal worden gegeven binnen het raam van de eventuele aanwijzingen van de Staat. In de controleopdracht zal worden opgenomen dat de Accountantsdienst het recht heeft om een controle uit te voeren op de werkzaamheden van de registeraccountant alsmede dat ten behoeve van deze controle door de registeraccountant volledig inzicht wordt gegeven in de onderliggende stukken.
4.3 De Staat heeft het recht door of namens de Accountantsdienst een onderzoek in te (doen) stellen naar de juiste naleving van deze overeenkomst.
4.4 Ten behoeve van het in artikel 4.3 genoemde onderzoek zullen Partijen sub 2 tot en met sub 46 alsmede hun Groepsmaatschappijen onverwijld inzage geven in alle boeken en bescheiden, alsmede alle aanvullende informatie verstrekken welke de Accountantsdienst nodig oordeelt voor een verantwoorde uitvoering van zijn onderzoek.
4.5 De Accountantsdienst heeft het recht zich bij zijn onderzoek te laten assisteren door vanwege de Staat aan te wijzen deskundigen. Het onderzoek draagt een vertrouwelijk karakter en strekt zich niet verder uit dan in het kader van deze medefinancieringsovereenkomst noodzakelijk.
4.6 Partijen sub 2 tot en met sub 46 staan ervoor in dat alle gegevens welke zij met betrekking tot deze overeenkomst ter beoordeling zullen voorleggen aan de Accountantsdienst juist en volledig zijn.
4.7 Ieder van Partijen sub 2 tot en met 46 zal tot meerdere zekerheid voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen steeds per 1 juni van het betreffende jaar een bankgarantie ten gunste van de Staat doen stellen ter hoogte van de door de betreffende Partij over het voorafgaande jaar verschuldigde Private Bijdrage, dan wel vergelijkbare zekerheid ten
gunste van de Staat stellen. Indien een bankgarantie wordt gesteld zal het model worden gehanteerd zoals aan deze overeenkomst gehecht als Bijlage 2.
Artikel 5 Inspanningsverplichting Staat
De Staat verbindt zich, binnen de mogelijkheden van de toepasselijke wet- en regelgeving, zich in te spannen de Nederlandse industrie actief te ondersteunen bij de totstandkoming van overeenkomsten ter uitvoering van het JSF-programma, zulks door zich in te spannen te bewerkstelligen dat de VS zich volledig rekenschap geeft van alle daarvoor in aanmerking komende partijen in Nederland. Voorts zal de Staat, binnen de mogelijkheden van de toepasselijke wet- en regelgeving, de algemene commerciële positie van de Nederlandse luchtvaartindustrie trachten te bevorderen.
Artikel 6 Gezamenlijke inspanningsverplichting
Partijen verbinden zich, binnen de mogelijkheden van de toepasselijke wet- en regelgeving, zich in te spannen Nederlandse industriële partijen welke niet behoren tot de Partijen sub 2 tot en met 46 doch omzet uit Participatie behalen, partij te laten worden bij deze medefinancieringsovereenkomst. Partijen sub 2 tot en met sub 46 verlenen hierbij bij voorbaat toestemming tot het bij deze overeenkomst partij worden van bedoelde industriële partijen, mits zulks geschiedt op dezelfde voorwaarden als neergelegd in deze medefinancieringsovereenkomst. De Staat verklaart hierbij bereid te zijn met bedoelde industriële partijen een overeenkomst te sluiten op dezelfde voorwaarden als neergelegd in deze medefinancieringsovereenkomst.
Artikel 7 Overname rechten en verplichtingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 3.6 tot en met 3.9 terzake van de daar geregelde situaties kan een Partij sub 2 tot en met 46 haar rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst slechts overdragen met goedkeuring van de Staat, die aan een goedkeuring voorwaarden kan verbinden ter waarborging van de nakoming van de verplichtingen van de overdragende Partij. Tot het moment waarop de goedkeuring door de Staat is verleend, blijft de overdragende Partij hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de betreffende verplichtingen.
Artikel 8 Toepasselijk recht; evaluatie; geschillenbeslechting; geen ontbinding
8.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
8.2 Partijen verbinden zich gedurende de looptijd van deze medefinancieringsovereenkomst éénmaal per jaar bijeen te komen teneinde de uitvoering van deze overeenkomst te evalueren. De plaats van deze bijeenkomst en het voorzitterschap daarvan zal in onderling overleg worden vastgesteld. Zowel de Staat als de Luchtvaartindustrie kunnen onderwerpen voor de agenda van deze bijeenkomst aandragen. Partijen zullen elkaar voorts gedurende de looptijd van deze overeenkomst op de hoogte houden van alle feiten
en omstandigheden die van belang zijn voor de uitvoering daarvan, waaronder substantiële wijzigingen in de zeggenschap in een Partij. Partijen sub 2 tot en met 46 en de Staat zullen elkaar binnen twee weken na ondertekening van deze medefinancieringsovereenkomst schriftelijk bevestigen aan welk adres mededelingen aan hen uit hoofde van deze medefinancieringsovereenkomst dienen te worden gedaan.
Wijzigingen van het aldus bevestigde adres dienen vooraf schriftelijk te worden gemeld.
8.3 Eventuele geschillen welke uit deze overeenkomst voortvloeien, zullen worden beslecht overeenkomstig het Arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. Het scheidsgerecht zal bestaan uit drie arbiters, waarvan één zal worden benoemd door de Staat, één door de Luchtvaartindustrie en de derde arbiter zal worden benoemd door beide aangewezen arbiters. De benoeming door de Staat en door de Luchtvaartindustrie dient binnen een week na aanhangig maken van het geschil plaats te vinden; de benoeming van de derde arbiter door de beide aangewezen arbiters binnen een week nadat zij benoemd zijn. Komen de aangewezen arbiters niet (tijdig) tot overeenstemming omtrent de te benoemen derde arbiter zal deze derde arbiter worden benoemd door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag op verzoek van de meest gerede Partij. Het scheidsgerecht beslist naar de regelen des rechts. De plaats van arbitrage is Den Haag. De procedure zal worden gevoerd overeenkomstig genoemd Arbitragereglement, behoudens het gestelde in de artikelen 8.4, 8.5 en 8.6 van deze medefinancieringsovereenkomst.
8.4 Indien één of meerdere van de Partijen sub 2 tot en met 46 zich niet kunnen verenigen met de berekening door de Staat van het Percentage als bedoeld in artikel 3.3 zullen de betreffende Partijen zulks uiterlijk op 1 augustus 2008 schriftelijk aan de Staat mededelen. Gedurende een periode van ten minste twee weken voorafgaand aan deze datum zal de Luchtvaartindustrie trachten tot een eensluidend standpunt omtrent de berekening door de Staat van de hoogte van het Percentage te komen. Indien een mededeling als bedoeld in de eerste volzin van dit artikellid niet uiterlijk op 1 augustus 2008 door de Staat is ontvangen, zal het Percentage als berekend door de Staat voor alle Partijen vaststaan en zullen Partijen tegen deze vaststelling geen rechtsmiddelen kunnen aanwenden.
8.5 Indien uiterlijk op 1 augustus 2008 een mededeling als bedoeld in artikel 8.4 door de Staat is ontvangen, zullen de Luchtvaartindustrie en de Staat gedurende een maand trachten overeenstemming te bereiken omtrent de berekening van het Percentage. Is overeenstemming niet binnen deze termijn bereikt, dient een Partij die zich met de berekening van het Percentage niet kan verenigen binnen twee weken na het verstrijken van deze laatste termijn een arbitrage als bedoeld in artikel 8.3 aanhangig te maken. Indien het geschil niet binnen deze periode door een Partij aan arbiters is voorgelegd, zal het Percentage als berekend door de Staat voor die Partij vaststaan en zal de betreffende Partij tegen deze vaststelling geen rechtsmiddelen kunnen aanwenden.
8.6 De arbiters zullen uiterlijk binnen negen weken nadat het geschil als bedoeld in artikel 8.5 is voorgelegd uitspraak doen. Na de voorlegging van het geschil zal de Staat binnen een week het korte antwoord, zoals beschreven in genoemd Arbitragereglement, indienen. De Partij zal binnen twee weken de memorie van eis indienen; de Staat zal binnen twee weken na indiening van de memorie van eis de memorie van antwoord indienen. Indien één van Partijen dat wenst zal een mondelinge behandeling plaatsvinden, welke uiterlijk twee weken na indiening van de memorie van antwoord zal worden gehouden. De arbiters zullen binnen twee weken na indiening van de memorie van antwoord of, indien een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, binnen twee weken na het plaatsvinden van de mondelinge behandeling uitspraak doen.
8.7 Indien alle Partijen tussen wie de berekening van het Percentage in geschil is daarmee instemmen kan, voorafgaande aan een arbitrageprocedure zoals hiervoor beschreven, bemiddeling plaatsvinden overeenkomstig het Minitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
8.8 Het aangaan van deze overeenkomst laat onverlet de vrijheid van de Staat zonder verplichtingen jegens de Luchtvaartindustrie af te zien van deelname aan het JSF- programma, waaronder aan de SDD-fase, of deze deelname tussentijds te beëindigen. Indien de Staat het voornemen heeft tot een zodanige beëindiging van deelname over te gaan zal hij over dit voornemen van gedachten wisselen met de Luchtvaartindustrie, welke gedachtewisseling evenwel genoemde vrijheid onverlet laat. Indien de Staat van ondertekening van het in overweging f. genoemde Memorandum of Understanding afziet, zullen voor de Luchtvaartindustrie geen verplichtingen uit deze overeenkomst voortvloeien.
8.9 De in deze medefinancieringsovereenkomst opgenomen betalingsverplichtingen van Partijen sub 2 tot en met 46 zijn niet hoofdelijk.
8.10 Met de ondertekening van deze medefinancieringsovereenkomst komt de Letter of Intent te vervallen.
8.11 Deze medefinancieringsovereenkomst kan uitsluitend worden aangevuld of gewijzigd door een schriftelijk stuk dat door alle Partijen is ondertekend.
8.12 Ontbinding van deze medefinancieringsovereenkomst is uitgesloten.
Deze overeenkomst is in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN DUTCH SPACE B.V.
Den Haag U.G.A. Termote /
X. Xxxxxxxxx-Xxxxxxx P.A. Xxxxxxxx xxx Xxxxx
NEDERLANDS CENTRUM VOOR AXXIFLEX TURBINE TOOLS B.V.
LASER RESEARCH B.V. A. Corthals
X.X.X. xxx Xxxx
XXXXXXXX ENGINEERING B.V. PHILIPS ELECTRONICS
X.X. xxx Xxxxxx NEDERLAND B.V.
H.J.G. Xxxxxxxx / X. Xxxxxx
PHILIPS ENABLING TECHNOLOGIES GROUP STORK N.V.
NEDERLAND B.V. A.W. Veenman / H.E.H. Bouland
T.G. Verbeek / F.J. Vinke
FOKKER AEROSPACE B.V. STORK PRODUCT ENGINEERING B.V.
C.J. Xxxxxxx xxx Xxxxxx X.X.X. Pasteuning
STORK ALUDRA B.V. STORK SPECIAL PRODUCTS B.V.
R.J.J. Xxxx X.X.Xx. Lips
RDM TECHNOLOGY HOLDING B.V. SP AEROSPACE AND VEHICLE
X.X.X. xxx xxx Xxxxxxxxxxxxx SYSTEMS B.V.
D. Eshuis
ELDIM B.V. SULZER METCO COATINGS B.V.
G.J.N.E. de Vlieger X. Xxxxx
SUN ELECTRIC SYSTEMS B.V. THALES NEDERLAND B.V.
M. Molenaar Xx.xx. A.J.H.M. Peels
THALES COMMUNICATIONS B.V. THALES CRYOGENICS B.V.
Thales Nederland B.V.; Thales Nederland B.V.;
Xx.xx. A.J.H.M. Peels Xx.xx. A.J.H.M. Peels
THALES OPTRONICS B.V. THALES MUNITRONICS B.V.
Thales Nederland B.V.; Thales Nederland B.V.;
Xx.xx. A.J.H.M. Peels Xx.xx. A.J.H.M. Peels
SENIOR AEROSPACE BOSMAN B.V. URENCO NEDERLAND B.V.
H.A.G. Overwater / H.K.F. Kisker Ir. P.H.M. te Riele
PEROT SYSTEMS NEDERLAND B.V. ADIMEC ADVANCED IMAGE
P.F.M. Brenninkmeijer SYSTEMS B.V.
Kyaca Beheer B.V.; X. Xxxx
AIRCRAFT DEVELOPMENT AND SYSTEMS AIRBORNE INTERNATIONAL B.V.
ENGINEERING (ADSE) B.V. M.R. Brinkman Holding B.V.;
Adse Holding B.V.; X. xx Xxxxx X.X. Xxxxxxxx
ASKOVE KUNSTSTOF INDUSTRIE B.V. ATOS ORIGIN ENGINEERING
Askove Beheer B.V.; X.X.X.X. xxx Xxxxxx SERVICES B.V.
P.M. Xxxxxxx
ATOS ORIGIN NEDERLAND B.V. BAAN NEDERLAND B.V.
T.G. Lomax / W.A.M. Kieboom Ing. X. xxx xxx Xxxx
EDS NEDERLAND FCS CONTROL SYSTEMS X.X.
X. xx Xxxxx A.J. Hemmink / G.J. Wierda
HANKAMP GEARS B.V. INDUSTRIAL & FINANCIAL
F.J. Tönis SYSTEMS NETHERLANDS B.V.
C.J.M. Hoppenbrouwers
INCAT B.V. NEDTECH ENGINEERING B.V.
P.G. Veenboer X. xxx Xxxxxx
REXROTH HYDRAUDYNE B.V. SCHREINER COMPONENTS B.V.
J.B.M. Xxxxx T.A. Bierman
SERGEM ENGINEERING B.V. TEN CATE ADVANCED
G.W. Reitsma COMPOSITES B.V.
F.B. Bruns
AMCA HYDRAULIC FLUID POWER B.V. VAN HALTEREN METAAL X.X.
X.X. xxx xxx Xxxx X. Xxxxxxxxx
STICHTING NATIONAAL LUCHT- EN FUTURA COMPOSITES B.V.
RUIMTEVAARTLABORATORIUM N.J. Pereboom
X. Xxxxxxxx / L.W. Esselman
TNO
Ir. J.A. Dekker / Ir. E.I.L.D.G. Xxxxxxxxxx