CONCEPT: 18 AUGUSTUS 2015
Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten aan ontlenen !
CONCEPT: 18 AUGUSTUS 2015
BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM
OPVANGCENTRUM | : | Hardenberg |
ADRES | : | Jachthuisweg |
PLAATS | : | Hardenberg |
BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ingesteld bij Wet (Centraal Orgaan opvang asielzoekers, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 mei 2010, Stb. 2010, 203, besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding, Stb. 2010, 886), gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk aan de Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 000x (Xxxxxxx 0000 XX Xxxxxxxx), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door het lid van het bestuur, de heer drs P.L. Siebers,
hierna te noemen: het COA; en
de gemeente Hardenberg te dezen ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, P.H. Snijders ,
hierna te noemen: de gemeente;
in aanmerking nemende dat:
• de gemeente op verzoek van het COA d.d. 2 februari 2015 heeft ingestemd met de vestiging van een opvangcentrum, hierna te noemen: het Opvangcentrum;
• de gemeenteraad d.d. 17 maart 2015, instemt met de voorgenomen vestiging van een opvangcentrum op de locatie die bekend staat als het toekomstige bedrijventerrein Heemserpoort voor in beginsel een minimum van 5 jaar en een mogelijke verlenging tot een maximum van 10 jaar en met een capaciteit maximaal 1.000 bewoners;
• dit Opvangcentrum zal dienen ten behoeve van de centrale opvang van vreemdelingen;
• de gemeente bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen;
• het COA en de gemeente een optimaal functioneren van het Opvangcentrum in de plaatselijke gemeen- schap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
• het Faciliteitenbesluit opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen.
• de gemeente en het COA een intentieovereenkomst over het te vestigen opvangcentrum getekend hebben
d.d. 18 juni 2015
• het op grond van het bepaalde in de Gemeentewet de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders is om te besluiten een bestuursovereenkomst met het COA aan te gaan;
• er een Klankbordgroep azc Heemserpoort in het leven is geroepen om het college van burgemeester en wethouders en het COA te adviseren over de totstandkoming van de bestuursovereenkomst;
• op grond van het bepaalde in de Gemeentewet het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen over deze bestuursovereenkomst aan het college kenbaar te maken;
• partijen rekening houdend met het uitgebrachte advies van de Klankbordgroep azc Heemserpoort en de door de gemeenteraad geuite wensen en bedenkingen over de bestuursovereenkomst, afspraken hebben gemaakt en de nodige voorzieningen hebben getroffen en deze wensen vast te leggen in een bestuursovereenkomst;
verklaren te zijn overeengekomen:
Hoofdstuk I Algemene bepaling
Artikel 1
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
Vreemdeling: een persoon die in het Opvangcentrum van het COA wordt opgevangen,
zoals bedoeld in artikel 3 van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
Capaciteitsplaatsen: opvangplaatsen in een Opvangcentrum;
Opvangcentrum: een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het
COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen.
Omwonendenoverleg (= beheergroep) azc Heemserpoort: adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd
advies over het omgevingsbeheer van het Opvangcentrum uit kan brengen aan het college van burgemeester en wethouders (B&W) en het COA;
Klankbordgroep azc Heemserpoort: adviesorgaan bestaande uit inwoners en ondernemers van Hardenberg
dat het college van burgemeester en wethouders en het COA heeft geadviseerd over de totstandkoming van deze bestuursovereenkomst;
Huisregels: regels geldend voor de vreemdelingen op het Opvangcentrum om hun verblijf zo goed mogelijk te laten verlopen. Hierin o.a. regels over gebruik van (woon) ruimtes en de leefomgeving, omgang met elkaar, verplichtingen, geboden en aansprakelijkheden.
Bedrijfsnoodplan: Het integrale veiligheidsplan waarin een AZC/COA locatie aangeeft hoe
de afhandeling is georganiseerd naar aanleiding van calamiteiten. Dit bevat drie onderdelen: bedrijfshulpverleningsplan, ontruimingsplan en alarmeringslijst.
Regulier opvangcentrum: een asielzoekerscentrum voor opvang van asielzoekers die in afwachting
zijn de uitkomst van de asielaanvraag of verlengde asielprocedure, die zich voorbereiden op terugkeer naar land van herkomst of wachten op toewijzing van een woning.
Hoofdstuk II Het Opvangcentrum
Artikel 2
1. De gemeente stemt in met gebruik van het Opvangcentrum aan de Jachthuisweg te Hardenberg door het COA.
2. Het Opvangcentrum zal onder verantwoordelijkheid van het COA en in overeenstemming met de nog aan te vragen en te verkrijgen omgevingsvergunning gebruikt blijven worden ten behoeve van de centrale opvang van vreemdelingen.
3. Het Opvangcentrum zal worden gebruikt voor de reguliere opvang van vreemdelingen.
4. Indien het COA de modaliteit van het centrum gedurende de duur van de overeenkomst wenst te wijzigingen zal zij hiervoor formeel toestemming vragen aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hardenberg.
5. Het COA streeft naar een evenwichtige samenstelling van de bewonersgroep voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie.
Artikel 3
1. Het COA draagt zorg voor de plaatsing, opvang en begeleiding van de vreemdelingen in het Opvangcentrum.
2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van het Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen.
3. Het COA zal in het bezit zijn van de benodigde vergunningen.
4. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en instellingen in het Opvangcentrum hun taken te laten uitvoeren.
Artikel 4
1. In het Opvangcentrum zullen maximaal 700 bewoners gehuisvest worden voor een periode van 5 jaar.
2. Daarnaast worden er 50 bufferplekken gerealiseerd. Deze plekken kunnen door het COA alleen ingezet worden na formele afstemming met en instemming van het college.
3. De omgevingsvergunning voor de Opvanglocatie wordt aangevraagd door het COA .
4. De aanvraag omgevingsvergunning dient te voldoen aan de eisen die zijn gesteld met betrekking landschappelijke inpassing, ruimtelijke inpassing en infrastructurele voorzieningen (zie bijlage K voor de inrichtingsschets).
Hoofdstuk III De organisatie in het Opvangcentrum
Artikel 5
1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 6
1. De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in het Opvangcentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet.
2. De verantwoordelijkheid van het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) uitvoert.
3. De op het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling is conform de wettelijke regels verzekerd tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.
Artikel 7
Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente, een bedrijfsnoodplan vast dat voor het Opvangcentrum zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen. Het plan zal door het COA in de daartoe bestemde gevallen worden gehanteerd.
Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg
Artikel 8
1. Het COA draagt, na overleg met de gemeente, zorg voor de informatie aan de inwoners van de gemeente over de vestiging van het Opvangcentrum en over de te volgen procedures.
2. Het COA vergoedt aan de gemeente een eenmalige uitkering als bijdrage in de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van voorlichting met betrekking tot de vestiging van het Opvangcentrum en de subsidiering van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten behoeve van het Opvangcentrum.
Artikel 9
1. Het COA en het college van B & W en/ of de door het college van B & W toegewezen portefeuillehouder zullen in overleg nadere werkafspraken maken omtrent:
- de organisatie van het Opvangcentrum en over de eventuele wijzigingen daarin;
- de diensten in het Opvangcentrum en over de inrichting van het Opvangcentrum;
- het omgevingsbeheer.
2. Het COA en de gemeente verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van een ieder die verband houden met de aanwezigheid van een Opvangcentrum in de gemeente.
Artikel 10
Het COA informeert de gemeente tijdig en schriftelijk over eventuele ontruimingen, zodat de gemeente over haar medewerking ter zake zo nodig een eigenstandig besluit kan nemen, waarbij partijen de vigerende wet- en regelgeving in acht zullen nemen.
Artikel 11
1. Zowel vanuit de gemeente als het COA wordt een contactpersoon benoemd als aanspreekpunt.
2. Het COA en de gemeente stellen een omwonendenoverleg azc Heemserpoort in dat tot doel heeft het leveren van een bijdrage aan het voorkomen en bestrijden van overlast zodat het opvangcentrum goed kan functioneren in de omgeving én de relatie tussen de omwonenden en het opvangcentrum goed verloopt.
3. Het omwonendenoverleg azc Heemserpoort fungeert als een adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen aan het college van burgemeester en wethouders en het COA. In het omwonendenoverleg hebben zitting een vertegenwoordiging van de omwonenden, afgevaardigden van de verenigingen voor Plaatselijk Belang Heemserveen/Rheezerveen, Plaatselijk Belang Marslanden, een afvaardiging van de ondernemers op bedrijventerrein Haardijk, het COA, de politie en de gemeente (allen maximaal twee personen per organisatie, uitgezonderd eventuele functionarissen van het COA die ondersteunende of faciliterende taken verrichten). Ervaringen uit de praktijk kunnen leiden tot een wijziging van de samenstelling van het overleg.
4. Het omwonendenoverleg zal in het opvangcentrum bijeenkomen en de vergaderkosten zijn voor rekening van het Opvangcentrum.
5. Het COA wordt belast met het voorzitterschap en de verslaglegging van het overleg.
6. Het omwonendenoverleg stelt zelf de vergaderfrequentie vast.
7. Tijdens de periodieke bijeenkomsten bespreekt het omwonendenoverleg de stand van zaken, de bij de politie, de gemeente en het opvangcentrum binnengekomen meldingen/klachten, en hetgeen de deelnemers aan het overleg willen inbrengen, voor zover dit past binnen de doelstelling van het overleg.
8. Het Omwonendenoverleg stelt periodiek een risico-inventarisatie op. De analyse is input voor het veiligheidsplan (beheersmaatregelen).
9. Het omwonendenoverleg bespreekt periodiek de risicoanalyse en beheersmaatregelen en levert zo actief een bijdrage aan het behoud van leefbaarheid en veiligheid.
10. Het college en het COA bepalen vervolgens welke voorzieningen/ maatregelen in de omgeving worden gerealiseerd.
Hoofdstuk V Duur van de overeenkomst
Artikel 12
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 5 jaar en een mogelijke verlenging naar een maximum van 10 jaar en wel ingaande vanaf het eerste moment van instroom op 2016.
2. Het COA kan per aangetekend brief verzoeken tot verlenging van de overeenkomst voor de duur van maximaal 5 jaar.
3. Als het COA een verzoek doet om verlenging van de afgesproken termijn van vestiging, gaan partijen in overleg of en zo ja onder welke voorwaarden een eventuele verlenging plaats vindt, waarbij een evaluatie, de resultaten van het veiligheidsoverleg en de input van het omwonendenoverleg en de klankbordgroep Heemserpoort worden betrokken.
4. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit vangt aan op de datum dat het Opvangcentrum voor bewoning in gebruik wordt genomen. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage B.
5. Het COA kan per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Indien het COA overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van tenminste 6 maanden.
6. De gemeente kan uitsluitend bij excessen op het terrein van openbare orde en veiligheid de overeenkomst per aangetekende brief tussentijds opzeggen. Alvorens tot opzegging over te gaan treden partijen op bestuurlijk niveau met elkaar in overleg om te bezien of een oplossing kan worden bewerkstelligd, waarbij de gemeente zich rekenschap geeft van de publieke belangen die het COA met de uitoefening van haar wettelijke opvangtaak heeft te dienen. In geval van tussentijdse opzegging, als bedoeld in dit lid, wordt de opzegtermijn in overleg tussen de gemeente en het COA bepaald.
Hoofdstuk VI Onderwijs
Artikel 13
1. De gemeente neemt maatregelen die bewerkstelligen dat wordt voorzien in onderwijs aan de leerplichtige kinderen die in het Opvangcentrum verblijven.
2. De maatregelen zijn in beginsel gebaseerd op de wijzigingen van het Faciliteitenbesluit(Staatsblad nr. 347, d.d. 8 juni 1998); de Regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten Asielzoekers OHBA, zie bijlage E)) als gepubliceerd in de Staatscourant nummer 181 d.d. 23 september 1998,alsmede de reguliere onderwijswet- en regelgeving
3. De Eerste Opvang Anderstaligen (basisonderwijs) zal op het Opvangcentrum plaatsvinden.
4. Voor de leerplichtige kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan, zal een Internationale Schakelklas binnen de gemeente worden opgezet, dan wel aansluiting worden gezocht bij een reeds bestaande Internationale Schakelklas buiten de gemeente.
5. Vervoer van en naar het onderwijs wordt, indien noodzakelijk, door het COA in samenwerking met de ouders geregeld. De bekostiging hiervan is voor rekening van het COA.
6. Bij bekostigingsproblemen volgt nader overleg tussen het COA, het schoolbestuur en de gemeente en in gezamenlijk overleg met het ministerie van Onderwijs met als doel om het onderwijs aan de kinderen van het Opvangcentrum te waarborgen, onverminderd ieders verantwoordelijkheid jegens de wet en onverminderd het bepaalde in artikel 18, eerste lid.
Hoofdstuk VII Werkgelegenheid en dagbesteding
Artikel 14
1. Het COA bevordert, dat de diensten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder haar zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden ingekocht/aangetrokken voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds gecontracteerd door het COA of in dienst van het COA.
2. Werving van personeel zal, met inachtneming van het personeelsbeleid van het COA, geschieden na overleg met de gemeente (dienstenbedrijf) en UWV Werkbedrijf en zal zoveel mogelijk bestaan uit personeel uit Hardenberg en omgeving. Hierbij hebben bij gelijke geschiktheid kandidaten vanuit de gemeente en de regio voorrang.
3. Het COA zal zoveel mogelijk (maatschappelijke) stageplaatsen en afstudeerplaatsen op het Opvangcentrum aanbieden.
4. Het COA zal zoveel mogelijk zijn producten en diensten lokaal inkopen voor zover niet reeds gecontracteerd door het COA.
Artikel 15
1. Het COA zal zoveel mogelijk dagbestedingsactiviteiten binnen en buiten de poorten van de locatie aanbieden.
2. Het werven en begeleiden van vrijwilligers die actief willen zijn in het opvangcentrum is een taak van het COA in goed overleg met (welzijns-)organisaties.
3. Voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds gecontracteerd door het COA of in dienst van het COA, zal het COA voor welzijnsactiviteiten Indien het COA besluit externe partijen opdrachten te verlenen voor bijvoorbeeld de begeleiding, juridische ondersteuning of welzijnsactiviteiten, werkt het COA zoveel mogelijk samenwerken met lokale partijen, zoals de Stuw, het verenigingsleven of Diaconaal Platform, Vluchtelingenwerk etc.
Hoofdstuk VIII Veiligheid en leefbaarheid
Artikel 16
1. Het COA stelt een veiligheidsplan op waarin wordt uitgewerkt hoe wordt gehandeld in geval van calamiteiten of incidenten.
2. Door de gemeente wordt een veiligheidsoverleg ingesteld tussen het COA, de vreemdelingenpolitie, de politie en de gemeente waarin periodiek alle zaken met betrekking tot de risico’s van verstoring van de openbare orde en veiligheid binnen en buiten de locatie besproken worden.
3. Mocht uit de praktijk blijken dat de aanwezigheid van het opvangcentrum meer politie-inzet inzet vraagt dan gedacht, dan zal in eerste instantie binnen het politieteam Vechtdal gezocht worden naar een oplossing door te schuiven met taken en capaciteit. Mocht dat niet afdoende blijken, dan kan vervolgens op verschillende niveaus (districts-, eenheids- en landelijk niveau) verzocht worden om extra bijstand.
4. De burgemeester zal zich sterk maken voor een adequate personeelsbezetting voor de handhaving van de openbare orde op en in de omgeving van het opvangcentrum. Wanneer dit aan de orde is, maken de officier van justitie, de burgemeester en de politiechef hierover binnen de lokale gezagsdriehoek nadere afspraken. Wanneer via deze kanalen niet kan worden voorzien in de benodigde capaciteit, treedt de burgemeester in overleg met de Minister van Veiligheid en Justitie.
5. De politie zal een specifieke contact-agent aanstellen die zal fungeren als aanspreekpunt voor omwonenden van het opvangcentrum en die tevens zal deelnemen aan het omwonendenoverleg. Al naar gelang de behoefte hieraan zal deze agent gebruik maken van vaste contactmomenten.
6. De politie maakt een permanente AOL-melding (afspraak op locatie) aan voor het opvangcentrum, waardoor meldingen een directe en adequate opvolging krijgen.
7. Het terrein van het opvangcentrum wordt meegenomen in de algehele politiesurveillance en dient gelet hierop te allen tijde toegankelijk te zijn voor politievoertuigen. Ook is dit van belang in geval van een calamiteit. De politie kan dan direct ter plekke optreden.
8. De verantwoordelijkheid voor een adequate personeelsbezetting voor de handhaving van de veiligheid en leefbaarheid op het opvangcentrum ligt bij het COA. Het COA garandeert de aanwezigheid van professionele beveiligingspersoneel (minimaal 3), op het moment dat het COA personeel niet aanwezig is.
9. Op het Opvangcentrum wordt gebruik van “Huisregels”, de vreemdeling wordt geacht zich aan deze “Huisregels” te houden.
10. Wanneer het opvangcentrum leidt tot bovenmatig negatieve effecten op de veiligheid en leefbaarheid in de omgeving, dan wordt in gezamenlijk overleg met het COA en de gemeente bekeken welke maatregelen vanuit beide partijen mogelijk zijn voor een intensiever omgevingsbeheer (variërend van het schoonhouden van de wijk tot het inhuren van extra toezicht). Na deze periode volgt een evaluatie. Op basis hiervan wordt besloten of de maatregelen effectief zijn en voor een langere periode worden gehandhaafd.
11. De maatregelen voortvloeiend uit het voorgaande lid worden sober maar doelmatig uitgevoerd. Partijen maken afspraken over de verdeling van de kosten
Hoofdstuk IX
Artikel 17
1. Het COA zal de, al dan niet na rechterlijke tussenkomst, door de gemeenteraad vast te stellen planschadevergoedingen ex art. 6.1 Wro voldoen indien en voor zover een belanghebbende ten gevolge van de planologische beslissing om medewerking te verlenen aan vestiging van het Centrum schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, en derhalve aanspraak heeft op een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding. Het COA is gerechtigd de vergoeding te onthouden indien de gemeente het gestelde in lid 2 en 3 niet nakomt.
2. De gemeente doet het COA zo spoedig mogelijk mededeling van het indienen van een verzoek op grond van artikel 6.1 Wro en betrekt het COA als belanghebbende partij bij het beslissen op de aanvraag en bij eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Het COA wordt in de gelegenheid gesteld om zijn mening over het planschadeverzoek en het eventueel in te winnen deskundigenadvies naar voren te brengen.
3. Indien de procedureverordening met betrekking tot artikel 6.1Wro claims voorziet in deskundigenadvisering, vergoedt het COA aan de gemeente de kosten van een dergelijk advies. De gemeente zal de door haar op grond van dit artikel te betalen bedragen bij het COA declareren middels toezending van een gespecificeerde factuur.
Artikel 18
De gemeente en het COA hebben afspraken gemaakt over de te vergoeden kosten inzake de vestiging van het Opvangcentrum. Deze zijn nader omschreven en vastgelegd in bijlage C.
Hoofdstuk X Toepasselijk recht, geschillen
Artikel 19
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. In geval van geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst of uit daarop voortbouwende overeenkomsten zullen partijen trachten deze in eerste instantie op te lossen met behulp van mediation conform het daartoe strekkende reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (NMI) te Rotterdam, zoals dat luidt op de aanvangsdatum van de mediation.
3. Indien het onmogelijk is gebleken om een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen met behulp van mediation, dan hebben partijen, mits goed onderbouwd, het recht om de overeenkomst te ontbinden.
Artikel 20
1. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de gemeente en het COA.
2. In ieder geval een half jaar na de eerste instroom van asielzoekers in het Opvangcentrum vindt,
in afstemming met de omwonendenoverleg, tussen gemeente en het COA een evaluatie plaats van de gang van zaken in en om het Opvangcentrum in het algemeen en van de afspraken in deze bestuursovereenkomst in het bijzonder.
3. Onverlet het bepaalde in het tweede lid zal er jaarlijks tussen gemeente en het COA een evaluatie van deze bestuursovereenkomst plaatsvinden.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Hardenberg, Rijswijk,
........................... (datum) (datum)
gemeente Hardenberg Centraal Orgaan opvang asielzoekers
dhr. P.H. Snijders drs P.L. Siebers
(burgemeester) (bestuurder)
Bijlage A: Inrichtingsschets opvanglocatie azc Heemserpoort, d.d.: 2 september 2015
Bijlage B: Schrijven COA d.d. i.v.m datum ingebruikname opvangcentrum voor bewoning
(wordt verzonden bij formele start in gebruikname) nader in te vullen
Bijlage C: Overzicht vergoeding kosten inzake vestiging azc Heemserpoort
BIJLAGE A. INRICHTINGSSCHETS AZC HEEMSERPOORT
BIJLAGE B
AANTEKENEN MET BERICHT VAN ONTVANGST
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente......... |
T.a.v. de Burgemeester, ............. |
Postbus ............ |
<postcode> |
<datum> |
<kenmerk> |
Bijlage B.: Addendum op de bestuursovereenkomst met contractnr.: .......... |
<contactpersoon> |
Geacht College,
Indachtig het gestelde in artikel 11, vierde lid van de bestuursovereenkomst inzake de vestiging van het Opvangcentrum te..............(contractnr: ) deel ik u mee dat het Opvangcentrum op
[ 2016] voor bewoning in gebruik wordt genomen.
U treft dit schrijven in tweevoud aan. Ik verzoek u om binnen 2 weken een door u getekend exemplaar te retourneren aan: Centraal Orgaan opvang asielzoekers, afdeling ,t.a.v.
..............., Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxx.
........................... (plaats) Rijswijk,
........................... (datum) (datum)
gemeente Hardenberg Centraal Orgaan opvang asielzoekers
.................. drs. P.L. Siebers
(burgemeester) (bestuurder)