PROTOCOL M.B.T. DE FUNCTIECLASSIFICATIE BIJ ………………………
PROTOCOL M.B.T. DE FUNCTIECLASSIFICATIE BIJ ………………………
Tussen: ……………………………………………….
en anderzijds: ………………………………………….
werd overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Informatie aan de ondernemingsraad en/of de vakbondsafvaardiging en het personeel
• De ondernemingsraad en/of de vakbondsafvaardiging worden op een gepaste wijze uitgebreid geïnformeerd.
• Deze informatie moet het volgende bevatten:
o doel en verloop van het volledige functiewaarderingsproces
o beknopte uiteenzetting over de aard van de:
▪ gekozen methode en de waarderingscriteria
▪ toelichting over het algemeen protocol.
• Het personeel moet op een overeen te komen wijze worden geïnformeerd.
Deze elementen zijn onontbeerlijk om de samenwerking te verkrijgen van de werknemers alsook de aanvaarding van de functieclassificatie.
Artikel 2: Ondernemingsovereenkomst
Dit protocol op ondernemingsvlak bevat de te behandelen punten van de functieclassificatie, met name:
• De oprichting van de begeleidingscommissie
• De gekozen methode voor analyse en waardering
• De beroeps- en onderhoudsprocedure
Dit protocol is van toepassing voor ……………………………
Artikel 3: Begeleidingscommissie
3.1. Samenstelling:
1. …. Leden aangesteld door de werkgever
2. …. Leden aangesteld door de representatieve vakorganisaties (arbeiders) van de onderneming
3. Plaatsvervangers: voor elk effectief lid van de begeleidingscommissie wordt er door de verschillende partijen een plaatsvervanger aangeduid. Deze plaatsvervangers zullen de effectieve leden in de begeleidingscommissie vervangen ingeval van afwezigheid.
De nominatieve lijst met de leden van de begeleidingscommissie wordt opgenomen in bijlage 1 van deze overeenkomst.
Bij de samenstelling is rekening gehouden dat:
o de aangestelde personen representatief zijn;
o de onderscheiden departementen maximaal betrokken worden;
o het aantal leden beperkt blijft teneinde de doeltreffendheid van de commissie te bevorderen. De resultaten van de sociale verkiezingen zullen hierbij richtinggevend zijn.
De classificatiedeskundigen van de vakorganisaties en de vertegenwoordiger van de systeemhouder zijn geen lid van deze commissie maar kunnen, op uitdrukkelijke vraag van één van de partijen, aanwezig zijn op de vergaderingen van de begeleidingscommissie.
3.2. Vorming:
Alle leden van de begeleidingscommissie, zowel de effectieven als de plaatsvervangers, en de classificatiedeskundigen van de vakorganisaties, moeten voldoende inzicht hebben in het systeem. Dit veronderstelt dat zij door de systeemhouder worden geïnformeerd over de waarderingscriteria en de werkwijze. Deze vorming zal plaatsvinden bij wijzigingen in de samenstelling van de begeleidingscommissie.
3.3. Taken:
De commissie heeft volgende taken:
• Inventaris opstellen van de te beschrijven en te waarderen functies;
• Xxxxxxxxxxxxx aanduiden voor de verschillende functies;
• Toezien op de kwaliteit van de functiebeschrijvingen;
• Toetsen van de functierangorde en functieclassificatie eventueel met extern advies van classificatiedeskundigen;
• Toezien op de stipte uitvoering van de geplande werkzaamheden;
• Bespreken van problemen en in voorkomend geval oplossing formuleren;
• Op regelmatige tijdstippen informatie verstrekken aan het personeel;
• De beslissingen van de begeleidingscommissie worden in een verslag genotuleerd:
o Deze verslagen zijn vertrouwelijk en gelden enkel als rapportering t.a.v. de leden van de begeleidingscommissie.
o In de begeleidingscommissie worden er specifieke afspraken gemaakt over welke informatie wordt gecommuniceerd en welke vertrouwelijk is voor de leden van commissie en over de gezamenlijke communicatie naar het personeel.
o De verslagen van de begeleidingscommissie worden overgemaakt aan de classificatiedeskundigen van de in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisaties.
De commissie heeft een permanent karakter omdat zij in een latere fase wordt omgevormd tot beroeps- en onderhoudscommissie.
Artikel 4: Functiebeschrijvingen
• De functiebeschrijvingen bevatten de volgende elementen:
o Juiste en duidelijke functietitel met alfanumerieke code ter identificatie;
o Algemeen doel van de functie;
o De plaats in het organogram;
o Essentiële taken of resultaatsgebieden met de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
o Kwantitatieve informatie (o.a. aantal ondergeschikten, budget,...);
o Voldoende elementen om de criteria van de waarderingsmethode te kunnen toepassen;
• Goedkeuring: ondertekende en gedateerde goedkeuring door functiewoordvoerder, leidinggevende + leden van de begeleidingscommissie (1 lid per fractie);
• Functiebeschrijvingen moeten sekseneutraal worden opgesteld
• De functiehouder/functiewoordvoerder en zijn leidinggevende moeten de gelegenheid hebben hun opmerkingen bekend te maken voor de definitieve redactie van de functiebeschrijving. Indien functiewoordvoerders werden aangeduid, moet deze mogelijkheid voor alle functiehouders blijven bestaan;
• Elke functiehouder krijgt vooraleer wordt overgegaan tot waardering van de functies een exemplaar van de definitieve functiebeschrijving;
• Wanneer functiehouder/functiewoordvoerder of leidinggevende het oneens zijn over de functiebeschrijving , volgt er een grondig onderzoek door de systeemhouder met het oog op een akkoord;
• Bij blijvende onenigheid moet de begeleidingscommissie voorstellen van oplossing formuleren.
Artikel 5: Functiewaardering
De waardering van de verschillende functies gebeurt enkel op basis van goedgekeurde functiebeschrijvingen, waarbij de volgende principes worden gerespecteerd:
• Een technische commissie bestaande uit de systeemhouder en de externe adviseurs van de vakorganisaties wordt opgericht. Praktische werkafspraken over de werking van de technische commissie worden gemaakt binnen de technische commissie.
• De waardering wordt in eerste instantie gedaan door de systeemhouder en dan besproken binnen de technische commissie. Hiervoor kan de technische commissie de nodige inlichtingen inwinnen op de wijze en locatie die zij hiervoor nodig acht.
• Elke functie wordt gewaardeerd.
• Elk resultaat wordt nagezien door de systeemhouder.
• De functierangorde en het voorstel van functieclassificatie wordt voorgelegd aan de begeleidingscommissie.
• Het volledige systeem samen met de functiebeschrijvingen, de detailresultaten van de waarderingen (m.a.w. de graderingen) alsook de rangordening in functieklassen of -categorieën, worden onmiddellijk na weging door de systeemhouder ter beschikking gesteld van de functieclassificatie deskundigen van de vakorganisaties.
Verder gelden volgende verantwoordelijkheden:
• De functiehouder/functiewoordvoerder, zijn directe leidinggevende en eventueel zijn hiërarchische overste zijn bij integraal onderzoek samen verantwoordelijk voor de juistheid en de volledigheid van de informatie die in de functiebeschrijving wordt opgenomen.
• De systeemhouder is verantwoordelijk voor de juiste toepassing van zijn methode. Hij draagt ook de verantwoordelijkheid voor het eindresultaat van de waardering.
• De functieclassificatiedeskundigen van de vakorganisaties zien via de technische commissie toe op waardering en klassenindeling van de functies.
• De directie en de vakbonden zien via de begeleidingscommissie toe op de algemene procedure, de aanvaardbaarheid van de functierangorde en het voorstel van functieclassificatie.
Artikel 6: Mededeling van de functieclassificatie aan het personeel
• Toewijzingsprocedure (ook slotting genoemd): de systeemhouder is verantwoordelijk voor de toewijzing van de functie binnen de klasse
• Aan elke medewerker wordt de klasse meegedeeld waartoe zijn/haar functie behoort.
• Iedere functiehouder wordt in het bezit gesteld van een exemplaar van zijn functiebeschrijving
• De alfabetische indeling van alle functies binnen elke klasse (het classificatiemodel) wordt eveneens aan elk personeelslid meegedeeld.
• Iedere functiebeschrijving (bij voorkeur gebundeld in een functieboek) kan door ieder personeelslid worden ingekeken.
• Ieder personeelslid wordt geïnformeerd over de verdere stappen in het project (beroep, onderhoud,…).
Artikel 7: Beroepsprocedure
Iedere functiehouder heeft de mogelijkheid beroep aan te tekenen tegen zijn functiewaardering en/of –indeling van zijn/haar functie.
Dit kan op basis van:
o procedurefouten;
o vergelijking met andere gewaardeerde en/of ingedeelde functies.
De tijdslimiet voor het indienen van het
beroep bedraagt 1 maand vanaf de individuele schriftelijke communicatie van het resultaat van de classificatie aan het personeelslid.
Indienen van een bezwaar kan via de hiërarchische weg, de vakbondsafvaardiging of de personeelsdienst (die zorgt voor de coördinatie) d.m.v. een gemotiveerd schrijven.
De interne beroepscommissie ( = de begeleidingscommissie ) beslist over de ontvankelijkheid van het beroep en van zijn eventuele doorzending naar de waardeerder ( systeemhouder). Bij doorzending wordt een nieuwe waardering gemaakt. Indien er geen overeenkomst kan bereikt worden over de ontvankelijkheid van het beroep, wordt het beroep rechtstreeks overgemaakt aan de waardeerder (systeemhouder).
Indien de betrokkene (werkgever, werknemer of vakbondsafvaardiging ) de uitspraak van het interne beroep niet aanvaardt, kan hij een nieuwe aanvraag tot beroep bij de externe beroepscommissie indienen.
De externe beroepscommissie bestaat uit de classificatiedeskundigen
van de in de organisatie vertegenwoordigde vakorganisaties en een vertegenwoordiger van de systeemhouder. Deze laatste is een andere consulent van de systeemhouder dan diegene die de initiële wegingen heeft gedaan.
De externe beroepscommissie:
• beschikt over alle nuttige informatie die nodig is om advies te kunnen uitbrengen;
• onderzoekt het beroep en hoort eventueel de indiener, de directe chef en, indien nodig de hogere chef of nog de directie of de vakbondsafvaardiging en kan indien gewenst een bezoek aan de werkpost afleggen;
• geeft een eensluidend en definitief advies. Hier geldt de confidentialiteit, zowel over de debatten als over de details van het uitgesproken advies.
Artikel 8: Onderhoudsprocedure
De functieclassificatie wordt actueel gehouden door rekening te houden met de wijzigingen en evoluties binnen de onderneming of de sector (functies, structuur, technologie, enz.).
Dit proces vermijdt een snelle veroudering van de functiebeschrijvingen, de waardering en de classificatie.
De bijeenroeping van de onderhoudscommissie (= begeleidingscommissie) kan gebeuren op initiatief van de bedrijfsleiding, de vakbondsafvaardiging of van de leden van de begeleidingscommissie en komt minstens 1 x per jaar samen in de maand september.
8.1. Nieuwe functies:
Het initiatief tot aanvraag van de inschaling van nieuwe functies, wordt genomen door de bedrijfsleiding, de personeelsdienst, de functiehouder of de vakbondsafvaardiging.
o Een ontwerp van functiebeschrijving wordt opgesteld volgens de geijkte procedure en vorm van het functiewaarderingssysteem.
o Op grond van het ontwerp van functiebeschrijving wordt een indicatieve klasse-indeling bepaald binnen de bestaande classificatie.
o Het ontwerp van beschrijving wordt samen met de indicatieve klasseindeling en datum van inwerkingtreding overgemaakt aan de begeleidingscommissie.
o Na verloop van maximum 1 jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe functie, wordt een definitieve functiebeschrijving opgesteld en behandeld zoals hierboven vermeld.
Als het een nieuw aangeworven functiehouder betreft staat deze termijn los van de wettelijke proefperiode.
8.2. Wijzigingen in bestaande functies:
De aanvraag tot onderhoud kan zowel uitgaan van de bedrijfsleiding, de personeelsdienst, de Functiehouder of de vakbondsafvaardiging.
o De onderhoudscommissie beslist over de ontvankelijkheid van alle aanvragen tot onderhoud.
o Betrokken personen (functiehouder, hiërarchische verantwoordelijke(n) en vakbondsafvaardiging) worden over de aan de gang zijnde procedure en timing geïnformeerd.
o Tijdens een gesprek tussen functiehouder en leidinggevende wordt onderzocht of er een gegronde en voldoende reden bestaat tot wijziging van de bestaande functiebeschrijving.
o Indien een akkoord tussen functiehouder en leidinggevende wordt bekomen, neemt de personeelsdienst het initiatief tot het overdoen van het beschrijvings-, waarderings- en beroepsproces.
Indien tussen functiehouder en leidinggevende geen akkoord wordt bekomen, kan door één van de betrokken partijen advies van de systeemhouder of de classificatiedeskundigen worden aangevraagd.
8.3. Periodiek onderhoud:
Om de 4 jaar wordt er overgegaan tot een grondig nazicht van de functies waarbij alle functies aan bod komen.
De werkgever neemt het initiatief om de onderhoudscommissie samen te roepen. Deze commissie treedt op als procesbewaker en neemt de nodige initiatieven m.b.t. het beschrijven, waarderen, beroepsproces en de informatie aan het personeel.
Artikel 9: Bijkomende afspraken:
Baremieke klassen, de loonbarema's die aan de classificatie verbonden zijn, de financiële gevolgen en hun kalender bij klassewijziging (verhoging of verlaging van klasse) horen niet tot het huidig 'technisch' protocol. Het sluiten van akkoorden hierover behoort tot de exclusieve bevoegdheid
van de CAO-onderhandelaars.
Uitgangspunt hierbij is dat niemand loon zal moeten inleveren.
Indien blijkt dat structurele en/of individuele verhogingen noodzakelijk zijn, zal de werkgever in overleg met de vakorganisaties het budget en de timing bepalen.
De definitieve functiebeschrijvingen worden gebundeld in een digitaal functieboek en wordt als bijlage opgenomen in een CAO op ondernemingsvlak..
Artikel 10: Ondertekening:
Dit protocol wordt opgemaakt in ….. exemplaren, waarbij elke partij verklaart één origineel ontvangen te hebben.
Indien een van de ondertekenende partijen van dit protocol wijzigingen wenst aan te brengen, zal ze de medeondertekenaars vooraf raadplegen.
Opgesteld ….., op ………..
Bijlage 1: Leden van de begeleidingscommissie
Voor …:
• Effectieven:
• Plaatsvervangers: Voor …:
• Effectieve:
• Plaatsvervanger:
Voor de werkgever:
• Effectieven:
• Plaatsvervangers: