Contract
In de gemeente Dronten komen nieuwe windparken: Windplan Groen en Windplanblauw. In het Regioplan Windenergie is bepaald dat de initiatiefnemers van windplannen een Gebiedsgebonden Bijdrage (hierna te noemen: GGB) moeten leveren voor een aantoonbare kwaliteitsverbetering in de omgeving van de nieuwe windmolens (Regioplan).
Afspraken over de GGB voor de windplannen in de gemeente Dronten zijn op hoofdlijnen vastgelegd in de Anterieure Overeenkomsten tussen de gemeente Dronten en initiatiefnemers. Deze afspraken zijn in voorliggend beleidsplan nader uitgewerkt. Het plan geldt als kader voor het opzetten van een organisatie die verantwoordelijk wordt voor het beheer en de besteding van de GGB van beide windplannen.
Het plan is opgesteld in samenwerking met inwoners en in samenspraak met de initiatiefnemers van de windplannen.
Dit beleidsplan bestaat uit twee delen: het eerste deel betreft de hoofdstukken 2 t/m 4. In de hoofdstukken 2 en 3 is algemene informatie opgenomen over de GGB en over de kenmerken van het gebied. In hoofdstuk 4 is beschreven hoe dit plan tot stand is gekomen in samenwerking met inwoners en maatschappelijke organisaties.
In de hoofdstukken 5 t/m 10, het tweede deel van dit beleidsplan, is beschreven hoe de organisatie wordt ingericht. Ook is in dit onderdeel op hoofdlijnen beschreven aan welke voorwaarden aanvragen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit de GGB, wat de bestedingsdoelen zijn en hoe de promotie, communicatie en evaluatie georganiseerd worden.
Het projectgebied van Windplan Groen bestaat vrijwel geheel uit een zeer grootschalig, rechthoekig verkaveld agrarisch landschap, met landbouwpercelen (van circa 300 bij 1000 meter) en ca 480 adressen. De verkaveling is vrijwel overal haaks op de meest nabij gelegen tochten georiënteerd. Het gebied is vooral als akkerbouwgebied in gebruik, maar er komen ook veehouderijen en fruitboomgaarden voor.
Binnen het wegenpatroon van het plangebied neemt Dronten een centrale positie in. Veel van de doorgaande wegen zijn op deze plaats gericht. Verder loopt de spoorlijn Lelystad - Zwolle door het gebied en lopen er drie hoogspanningslijnen: Dronten - Hattem, Lelystad - Harderwijk en Kubbetocht - Zeewolde.
De grotere wegen langs en door het projectgebied zijn deels wel en deels niet of nauwelijks aangeplant met wegbeplantingen. Daar waar wegbeplantingen zijn toegepast, komen zowel een- als tweezijdige beplantingen voor. Enkele tochten zijn voorzien van robuuste beplantingen, namelijk de Zwolse Tocht, Larsertocht en het zuidelijk deel van de Hoge Vaart. Verder zijn de meeste erven voorzien van erfbeplantingen. Zij liggen vaak als besloten ‘eilanden’ in een ‘zee’ van ruimte. Binnen het plangebied zijn al windturbines aanwezig, die invloed hebben op het huidige landschap.
Het projectgebied raakt de woonkernen Biddinghuizen (ruim 6.600 inwoners), Xxxxxxxxxx (xxxx 000 xxxxxxxx) xx Xxxxxxx (xxxx 29.000 inwoners)
Het projectgebied van Windplan Groen wordt grofweg begrensd door het Ketelmeer in het noorden, de randmeren (Vossemeer, Drontermeer en Veluwemeer) in het oosten en zuidoosten, het Harderbos en de Gooiseweg in het zuiden, de Knardijk in het zuidwesten, de Meeuwenweg, het Larserbos en de Rietweg in het westen en tenslotte de bebouwde kom van Dronten en de Colijnweg in het noordwesten.
Ruimtelijk gezien wordt het plangebied aan de randen begrensd door de dijken langs de randmeren, de bossen langs de oostgrens, de Knardijk, het Larserbos en Dronten (de bebouwde kom en grotere groenvoorzieningen).
Het projectgebied van Windplanblauw kenmerkt zich binnendijks door een agrarisch productielandschap. In het plangebied bevinden zich circa 200 adressen met hoofdzakelijk agrarische bedrijfswoningen en enkele burgerwoningen. Daarnaast is er een drietal bossen: het Swifterbos bij Swifterbant, het Ketelbos bij natuurgebied Kamperhoek en in de zuidwesthoek van het projectgebied het Visvijverbos.
Ten noorden van Swifterbant bevindt zich het archeologisch waardevolle rivierduingebied: enkele kavels met fossiele rivierduinen (Swifterbant-cultuur) in de ondergrond hebben een beschermde status.
Het projectgebied wordt van west naar oost doorsneden door de Noordertocht en de Swiftervaart. De structuur van het afwateringssysteem (tochten) en de verkavelingsstructuur hangen samen met de ligging van de vaarten. Belangrijke verkeersaders zijn de rijksweg A6 en de provinciale wegen N307 en de N711 die van Dronten naar de Ketelbrug loopt. Parallel aan de N307 loopt de spoorlijn Zwolle-Lelystad.
Het projectgebied in het IJsselmeer maakt deel uit van het Natura 2000-gebied ‘IJsselmeer’. Hier bevindt zich een scheepvaartroute die deels afbuigt richting de Maxima-centrale. Langs de A6, aan de rand van het IJsselmeer, staan momenteel al windturbines. Xxxxxx xx X0 xx Xxxxxxxxxxx staan ook solitaire windturbines bij agrarische bedrijven.
Het projectgebied raakt de woonkernen Swifterbant (bijna 6.300 inwoners), Dronten (ruim 29.000 inwoners) en buurtschap Ketelhaven.
Een deel van het projectgebied ligt in de gemeente Dronten en een deel in Lelystad, dat heeft geleid tot een verdeling van de GGB naar rato van het aantal windturbines dat geplaatst zal worden per gemeente. Het deel van de GGB van Windplanblauw dat toekomt aan Lelystad (26,35 % van de totale GGB van Windplanblauw) is buiten de scope gehouden van voorliggend plan.
Het projectgebied van Windplanblauw in de gemeente Dronten wordt grofweg begrensd in/door het IJsselmeer aan de noordwestzijde, door (de dijk langs) het Ketelmeer in het noorden en de bebouwde kom van Ketelhaven aan de noordoostkant. De Colijnweg en de bebouwde kom van de kern Dronten vormen de begrenzing aan de oost- en zuidoostzijde en de Hanzespoorlijn, deels in combinatie met de autoweg N307, aan de zuidzijde. De westzijde wordt vanaf het knooppunt met de Hanzespoorlijn begrensd door de snelweg A6 tot voorbij de Maximacentrale.
Afspraken over de GGB zijn op hoofdlijnen beschreven in het Regioplan en in de Anterieure Overeenkomsten tussen de gemeente en initiatiefnemers over de windplannen. Daarmee is vastgesteld dat de GGB bedoeld is om de leefomgeving van inwoners binnen de projectgebieden en aanliggende kernen te verbeteren. Dit is deels een tegenprestatie voor de veranderingen in de leefomgeving en deels om langs deze weg ook de samenleving mee te laten profiteren van de windmolens. Hierbij wordt er met name op gelet dat inwoners die hinder kunnen ondervinden van de nieuwe windmolens het meest ervaren dat dankzij de GGB hun leefomgeving verbetert.
In de anterieure overeenkomsten is beschreven dat GGB wordt besteed aan maatregelen en projecten die:
• Tot doel hebben het verbeteren van de leefbaarheid, de leefomgeving (Windplan Groen) of het landschap (Windplanblauw) van bewoners in het projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen
• Betrekking hebben op het realiseren van klimaatdoelstellingen en de energietransitie van bewoners in het Projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen
De GGB (GGB) bedraagt € 1128,85 per MW per jaar (prijspeil 2021). Deze bijdrage wordt betaald vanaf het moment dat één of meerdere windturbines in gebruik zijn genomen (Windplanblauw) of vanaf het moment dat een nieuwe lijn in gebruik is genomen (Windplan Groen). De GGB wordt voldaan gedurende de exploitatieperiode van 25 jaar.
Een deel van het projectgebied ligt in de gemeente Dronten en een deel in Lelystad, dat heeft geleid tot een verdeling van de GGB naar rato van het aantal windturbines dat geplaatst zal worden per gemeente. Het deel van de GGB van Windplanblauw dat toekomt aan Lelystad (26,35 % van de totale GGB van Windplanblauw) is (conform addendum 2 van de AO) buiten de scope gehouden van voorliggend plan.
De gemeente Dronten en initiatiefnemers willen dat inwoners en maatschappelijke organisaties zelf zoveel mogelijk invloed hebben op de besteding van de GGB. Zij zijn daarom nadrukkelijk betrokken bij de voorbereiding van voorliggend beleidsplan. Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de samenwerking met inwoners en maatschappelijke organisaties.
In het najaar van 2020 is informatie verzameld over gebiedsfondsen bij andere windparken. Er zijn gesprekken gevoerd met medewerkers die bij windfondsen elders in het land betrokken zijn om geleerde lessen in kaart te brengen. Aansluitend is een twintigtal verkennende gesprekken gevoerd met inwoners uit de verschillende dorpskernen, waaronder Dorpsbelangen Swifterbant en Biddinghuizen, vertegenwoordigers van de VVE in Ketelhaven, vertegenwoordigers van verenigingen en inwoners die op persoonlijke titel hun ideeën wilden delen. In deze fase zijn er ook gesprekken gevoerd met een aantal jongeren (25-). Het doel van de gesprekken was te inventariseren wat inwoners al weten over de GGB en op welke onderwerpen zij vinden dat inwoners betrokken moeten worden. Uit deze inventarisatie bleek dat invloed gewenst was op:
• De uitwerking van de doelstellingen voor de GGB
• De voorwaarden voor een bijdrage uit de fondsen
• De organisatie die verantwoordelijk wordt voor het beheer en de besteding van de GGB.
Deze inventarisatie én de al bestaande afspraken tussen gemeente Dronten en initiatiefnemers, zijn de kaders geweest voor het participatieproces met inwoners, dat in het eerste kwartaal van 2021 is uitgevoerd.
Het participatieproces bestond uit drie onderdelen: allereerst is er met vier werkgroepen van inwoners en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties intensief gesproken over de in pararaaf 4.1.genoemde thema’s. Met elkaar zijn ze uitgewerkt en zijn er principe- keuzes gemaakt. Het tweede deel van het participatietraject betrof een enquête via Xxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx. Daarin zijn enkele van de principe- keuzes en denkrichtingen voorgelegd aan een brede groep inwoners. Tot slot is er samengewerkt met een werkgroep die zich heeft gebogen over een methodiek voor een rechtvaardige verdeling van de GGB tussen de kernen.
Werkgroepen Organisatie en bestedingsdoelen
Voor Windplanblauw en Windplan Groen zijn elk twee aparte werkgroepen ingesteld: één die zich verdiepte in het organisatiemodel en één die zich verdiepte in doelstellingen, randvoorwaarden en selectiecriteria. In totaal werkten 39 inwoners mee in vier verschillende werkgroepen.
Door middel van enkele bijeenkomsten en schriftelijke rondes is er informatie opgehaald, zijn voor- en nadelen van mogelijke keuzes tegen elkaar afgewogen en bereikten de werkgroepen consensus over de hoofdlijnen. Er zijn geen grote verschillen geconstateerd tussen de wensen van de werkgroepen van Windplanblauw en die van Windplan Groen. De uitkomsten hebben als basis gediend voor voorliggend beleidsplan. De hoofdpunten op een rij:
1. Er wordt bij voorkeur één stichting opgericht, waar twee fondsen in worden ondergebracht, één voor Windplan Groen en één voor Windplanblauw.
2. Er wordt gewerkt met een stichtingsbestuur, een raad van toezicht en adviesraden.
3. Elke dorpskern heeft een eigen adviesraad of commissie die het bestuur adviseert over de toekenning van bijdragen uit de fondsen. Deze adviesorganen krijgen geen beslissingsbevoegdheid.
4. Vooraf moet er een verdeling worden gemaakt van het geld per kern.
Doelstellingen moeten breed worden geformuleerd, om een diversiteit aan initiatieven te kunnen ondersteunen en tegemoet te komen aan wensen van zoveel mogelijk verschillende inwoners.
6. Er moet ruimte zijn voor hele grote én kleine projecten.
7. Het succes van de fondsen valt of staat met het betrekken van een grote groep inwoners.
8. Onnodige bureaucratie moet worden voorkomen: houd het simpel, vooral voor kleine aanvragen.
9. Sturing op samenhang tussen de fondsen is noodzakelijk om overlap te voorkomen.
10. Stimuleer de samenwerking tussen de kernen.
Representativiteit van de deelnemers
Bij het samenstellen van de werkgroepen was behalve een aantal inhoudelijke criteria, ook diversiteit een belangrijk principe. De inzet was het, om groepen samen te stellen waarin naast vertegenwoordigers van Dorpsbelangen Biddinghuizen, Dorpsbelangen Swifterbant en de VVE van Ketelhaven, zowel plaats was voor inwoners die hun sporen verdiend hebben in de kernen met vrijwilligerswerk, als ook voor nieuwkomers die meer betrokken willen zijn bij hun dorp. Daarnaast is gestreefd naar een samenstelling waarin jong en oud, mannen en vrouwen vertegenwoordigd waren met diverse achtergronden. Tot op zekere hoogte is dit gelukt. Jongeren (30-) hebben echter niet deelgenomen aan de werkgroepen. Inwoners met een niet- Nederlandse achtergrond waren ondervertegenwoordigd.
Enquête
Enkele van de principe- keuzes en denkrichtingen van de werkgroepen zijn voorgelegd aan een brede groep inwoners, via xxx.xxxxxxxxxx.xx. het rapport met de resultaten in gepubliceerd op xxxxxxx.xx, een samenvatting is opgenomen in bijlage 2. Drie belangrijke conclusies:
• 45% van de deelnemers geeft de voorkeur aan een bestuur dat bestaat uit louter inwoners, 33% wil een bestuur met inwoners maar met een externe voorzitter. 11 % vindt de woonplaats irrelevant en legt de nadruk op de kwaliteit van de voorzitter. 11 % geeft andere suggesties. suggesties.
• Als het bestuur wordt geadviseerd door een adviesorgaan, dan geeft de helft van de respondenten aan dat er één adviescommissie per kern moet komen. De andere helft vindt één adviescommissie beter, met daarin een vertegenwoordiging uit alle kernen.
• 94% van de deelnemers heeft nu of misschien later een idee voor een project om het dorp beter te kunnen maken.
Betrouwbaarheid en representativiteit
Via de website van Dronten.Ikpraatmee stond het onderzoek open van 13 april t/m 9 mei 2021. In totaal namen 770 mensen deel aan de vragenlijst. Met deze omvang is het goed mogelijk om betrouwbare resultaten te vinden. Het betrouwbaarheidsniveau dat we hierbij mogen hanteren is 95% met een foutenmarge van 5%. Dat betekent dat we met 95% zekerheid dezelfde antwoorden zullen vinden wanneer we het onderzoek herhalen onder deze onderzoeksgroep. Naast de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de gegeven antwoorden is ook de representativiteit beoordeeld: vertegenwoordigen de deelnemers aan de enquête met hun mening de mening van alle andere inwoners in de gemeente Dronten? We maakten daarvoor gebruik van de variabelen woonplaats, leeftijd en opleidingsniveau. In de woonplaatsverdeling zien we een ondervertegenwoordiging van inwoners uit Dronten. Deze ondervertegenwoordiging wordt gecompenseerd door inwoners uit Swifterbant, Biddinghuizen en Ketelhaven. Onder de deelnemers zijn 45+ ‘ers oververtegenwoordigd en jongeren ondervertegenwoordigd.
Deelnemers onderzoek | Werkelijke verdeling | |
Dronten | 47% | 68% |
Swifterbant | 22% | 15% |
Biddinghuizen | 20% | 16% |
Ketelhaven 11% | 1% |
Overleg over methodiek voor verdeling GGB tussen kernen
Over een rekenmethodiek voor een rechtvaardige verdeling van de GGB tussen de kernen is ook meegedacht door inwoners. Vijf inwoners uit de kernen hebben zich samen met specialisten van de gemeente over dit onderwerp gebogen. In twee bijeenkomsten is met hen een methodiek uitgewerkt, die heeft geleid tot een percentuele verdeling per kern.
Gedurende het hele proces is veel aandacht geschonken aan communicatie. Naast alle reguliere gemeentelijke communicatiekanalen, hebben de initiatiefnemers, dorpsbelangen en ambassadeurs hun kanalen ingezet. Een groep inwoners (waaronder jongeren) heeft in een speciaal daarvoor belegde bijeenkomst meegedacht en ideeën aangedragen om zoveel mogelijk inwoners te bereiken. Ook in lokale en regionale media is de nodige aandacht geweest voor de GGB en de oproepen aan inwoners om mee te denken, zowel d.m.v. advertenties als interviews en redactionele artikelen. Om jongeren te bereiken zijn filmpjes gemaakt voor sociale media in meerdere talen.
Voor de GGB wordt voor elk windplan een eigen windfonds opgericht: windfonds Groen en Windfonds Blauw. Beide fondsen worden ondergebracht in één stichting, de Stichting Windfondsen Dronten. De stichting heeft vier organen:
1. Een bestuur dat verantwoordelijk is voor het beheer en de besteding van de fondsen
2. Adviesraden uit elke kern die het bestuur adviseren over de besteding van de fondsen
3. Een Raad van Toezicht, die uitsluitend een rol heeft in het bewaken van “good governance” voor de besteding van de fondsen binnen de doelstelling.
4. Een compacte uitvoeringsorganisatie die de operationele werkzaamheden verzorgt.
De gemeente Dronten zal de stichting oprichten en in afstemming met de initiatiefnemers een eerste bestuur werven. Dit eerste bestuur is onder meer verantwoordelijk voor het opstellen van statuten en het operationaliseren van de Stichting.
Samenstelling bestuur, Raad van Toezicht en adviesraden
Het bestuur bestaat uit vijf leden en is samengesteld uit inwoners uit alle vier de kernen. De voorzitter is extern, hij/ zij woont niet in de gemeente Dronten. De adviesraden bestaan uit vijf leden en zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van verenigingen, maatschappelijke organisaties en dorpsraden of inwoners die op andere wijze betrokken zijn bij hun dorp en vanuit een algemeen maatschappelijk belang een bijdrage willen leveren. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden die niet woonachtig zijn in de gemeente Dronten: een externe voorzitter en een extern bestuurslid met een financieel profiel. Een externe vertegenwoordiger van de gemeente Dronten en vertegenwoordigers van Windplan Groen en van Windplanblauw.
Rol gemeenteraad
De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de kaders zoals opgenomen in voorliggend plan. Op verzoek van de Raad van Toezicht kan de gemeenteraad besluiten om deze kaders te laten wijzigen, mocht daar op basis van evaluatie van de stichting aanleiding voor zijn. De gemeenteraad heeft geen initiatiefrecht. De gemeenteraad heeft geen rol bij het beheer of de verdeling van de fondsen, noch bij het besturen van de stichting.
Het bestuur en de adviesraden zijn divers van samenstelling voor wat betreft leeftijd, gender en achtergrond. Dit betekent dat er open sollicitatieprocedures zijn, waarover breed wordt gecommuniceerd. Bij gelijke geschiktheid genieten sollicitanten die behoren tot groepen die nog ondervertegenwoordigd zijn de voorkeur.
Er geldt een maximale zittingstermijn voor leden van de Raad van Toezicht, bestuursleden en leden van de adviesraad van 4 jaar met optie op verlenging van een zelfde termijn. Dit wordt vastgelegd in de statuten van de stichting, evenals een werkwijze voor werven en aftreden. Er wordt gewerkt met een schema van aftreden om het collectief geheugen te borgen.
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor:
• Het algemeen maatschappelijk belang van de organisatie bewaken
• Het bewaken van “good governance” voor de besteding van de GGB binnen de doelstellingen
• Het benoemen, schorsen en ontslaan van het bestuur
• Het nemen van strategische beslissingen zoals het indienen van een verzoek aan de gemeenteraad
• Het regelen van de eigen werkzaamheden, zoals samenstelling en kwaliteit en deskundigheidsbevordering.
Bestuur
Het bestuur is onder meer verantwoordelijk voor:
• De financiën (opstellen jaarplan en begroting, beheer, uitbetalen, registreren, controleren, etc.)
• De beoordeling van de aanvragen en het nemen van besluiten over het toekennen van de GGB met inachtneming van de statuten, kaders, voorwaarden en selectiecriteria zoals vastgesteld
• Afstemming met de adviesraden
• Het aanstellen en aansturen van de uitvoeringsorganisatie/ uitvoerend medewerker
• Een jaarlijkse evaluatie
• Het bestuur legt verantwoording af aan de RvT
Adviesraden
De adviesraden:
• Adviseren het bestuur over de toekenning van geld aan projecten
• Zorgen zelf voor de verbinding tussen de adviesraden uit de verschillende kernen onderling, om samenwerking te bevorderen en overlap in projecten in een vroeg stadium te adresseren.
• Hebben ‘voelsprieten in de kernen’ om efficiency en samenwerking tussen inwoners bevorderen en een goede inschatting te kunnen maken van de mate waarin ideeën voor projecten voorzien in een behoefte en bijdragen aan het algemeen belang.
• De adviesraden leggen verantwoording af aan het bestuur
Uitvoeringsorganisatie
De operationele taken worden uitgevoerd door een betaalde medewerker, met ieder geval de volgende taken:
• Innemen aanvragen
• Ondersteuning van initiatiefnemers bij hun aanvraag
• Signaleren van mogelijke overlap met andere initiatieven en het stimuleren van samenwerking
• Voorbereiding behandeling aanvragen en voorleggen aan adviesraden
• Communicatie over en promotie van de fondsen
• De uitvoeringsorganisatie legt verantwoording af aan het bestuur
Het eerste bestuur heeft in ieder geval de volgende taken:
• Het opstellen van statuten met daarin:
o De naam en het doel van de stichting
o Geld: hoe het vermogen wordt gevormd en de geldstromen lopen
o Vorming en benoeming van het bestuur, evenals taken en bevoegdheden
o Overlegstructuur en besluitvorming
o Boekjaar en jaarstukken
o Statutenwijzigingen
o Ontbinding en vereffening
• Het opstellen van een bestuursreglement en een reglement voor de raad van toezicht.
• Het opstellen van een huishoudelijk reglement
• Het opstellen van voorwaarden en selectiecriteria voor aanvragen uit de fondsen.
• Het opstellen van aanvraagformulieren/formats en andere benodigde documenten
• Het opstellen van een aanpak voor het eerste jaar dat de Stichting operationeel is. Daarin is in ieder geval opgenomen:
o de ruimte die er is in het eerste jaar om projecten en activiteiten te ondersteunen
o de personele invulling van de organisatie, inclusief werkruimte en faciliteiten
o het realiseren van een website en andere communicatie activiteiten
De op te richten Stichting Windfondsen Dronten zal voldoen aan de ANBI-regels (Algemeen Nut Beogende Instelling) van de belastingdienst. Dit betekent onder meer dat er eisen worden gesteld aan de administratie, integriteit en de beloning van bestuurders en dat tenminste 90 % van de uitgaven besteed wordt aan projecten waarvoor de Stichting is opgericht. De organisatiekosten zijn daarmee gemaximeerd op 10 % van de begroting.
De GGB (GGB) bedraagt € 1128,85 per MW per jaar (prijspeil 2021). Deze bijdrage wordt betaald vanaf het moment dat één of meerdere windturbines in gebruik zijn genomen (Windplanblauw) of vanaf het moment dat een nieuwe lijn in gebruik is genomen (Windplan Groen). De GGB wordt voldaan gedurende de exploitatieperiode van 25 jaar.
De windplannen zullen de GGB van het jaar waarover deze verschuldigd is van de Initiatiefnemers innen en halfjaarlijks achteraf (dus 2 termijnen) bijschrijven op een bankrekening van de stichting.
Het combineren van verschillende subsidiebronnen is een gebruikelijke manier om gebiedsprojecten te realiseren. Daarom kunnen, daar waar mogelijk en gewenst, middelen uit de GGB aangevuld worden met middelen uit andere subsidiebronnen. Dat kunnen Europese, nationale of provinciale subsidiebronnen zijn. Eén van de voorwaarden om aanspraak te maken op dergelijke overheid -subsidies, is dat een deel van het project gefinancierd wordt met privaat geld. Aangezien de windfondsen afkomstig zijn van de windprojecten, wordt hiermee voldaan aan die eis. Initiatiefnemers kunnen daarom aanvullende subsidies aanvragen.
Beide windfondsen overstijgen de dorpskernen. Om de fondsen op een rechtvaardige manier te verdelen over de kernen is in samenwerking met inwoners een rekenmodel gemaakt op basis van de volgende uitgangspunten:
1. De GGB is bedoeld is voor projecten van en voor alle inwoners in de projectgebieden en aanliggende kernen, conform de Anterieure overeenkomsten.
2. Inwoners die hun leefomgeving het meest zien veranderen door de komst van de turbines moeten ook het meest kunnen meeprofiteren van de GGB.
Op basis van die twee uitgangspunten wordt de GGB verdeeld op basis van twee componenten:
1a. Een vast deel van 10% wordt toegekend aan de kernen die grenzen aan een projectgebied, conform de Anterieure Overeenkomsten. Dat betekent dat Biddinghuizen, Dronten en Ketelhaven ieder aanspraak kunnen maken op 10 % van de GGB van Windplan Groen en dat Swifterbant, Dronten en Ketelhaven ieder aanspraak kunnen maken op 10% van de GGB van Windplanblauw. .
2a. De overige 70 % van elk windplan wordt toegekend aan de kernen op basis van het aantal turbines, de afstanden tot die turbines binnen 3 km en het aantal inwoners dat in de betreffende kern woont.
Dit heeft geleid tot de volgende verdeling:
Groen | Basis | AFS + Turb | |
Biddinghuizen | 10,00% | 58,23% | 68,23% |
Ketelhaven | 10,00% | 1,12% | 11,12% |
Dronten | 10,00% | 10,65% | 20,65% |
100,00% |
Wanneer niet elk jaar al het geld wordt besteed dan blijft dit voor een volgend jaar beschikbaar. Jaarlijks maakt het bestuur bekend hoeveel geld er per kern beschikbaar is. Het is aan het bestuur om te bewaken dat het geld op de lange termijn volgens de afgesproken percentages wordt verdeeld.
Projecten voor de hele gemeente
Initiatiefnemers van projecten die kern overschrijdend zijn kunnen dit melden in hun aanvraag, zodat uit meerdere kernen een bijdrage beschikbaar kan worden gesteld.
De Gemeente Dronten betaalt de éénmalige kosten voor het oprichten van de Stichting Windfondsen Dronten, waaronder de juridische kosten en die voor het werven van een bestuur, RvT en de uitvoeringsorganisatie.
Daarnaast betaalt de gemeente de éénmalige kosten voor de voorbereidende werkzaamheden t.b.v. van de operatie, zoals beschreven in paragraaf 5.5.
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving op hoofdlijnen van de voorwaarden en selectiecriteria voor beide gebiedsfondsen. Deze worden nader uitgewerkt in het op te stellen reglement van de Stichting Windfondsen Dronten.
Om zowel grote als kleine initiatieven te kunnen ondersteunen en daaraan ook passende eisen te kunnen stellen, zijn er drie categorieën vastgesteld voor bijdragen uit de fondsen. Het eerste bestuur zal voor de verschillende categorieën eisen opstellen ten aanzien van een Plan van Aanpak/ Projectplan, begroting en de wijze waarop verantwoording moet worden afgelegd. Het betreft de volgende categorieën:
A: Een éénmalige bijdrage aan projecten en activiteiten tot €2.500
B: Een éénmalige bijdrage aan projecten met een bijdrage van maximaal €25.000
C: Meerjarige ondersteuning van grote projecten. De bijdrage is maximaal €50.000 per jaar. Het totaal over meerdere jaren mag niet meer dan €500.000 bedragen.
Om te voorkomen dat door de aanvraag van één of enkele grote bijdragen, geen budget beschikbaar is voor kleine initiatieven, zal het bestuur per jaar minimaal 5 % van het budget per kern reserveren voor categorie A- projecten.
Het eerste bestuur zal voorwaarden uitwerken voor de toekenning van een bijdrage aan projecten. De in deze paragraaf opgenomen voorwaarden zijn daarvoor de basis.
a) Een project kan in aanmerking komen voor een bijdrage wanneer de indiener (s):
i. Woonachtig is/ zijn in één van de projectgebieden of aanliggende kernen of
ii. Een maatschappelijke organisatie vertegenwoordigt uit één van de projectgebieden of aanliggende kernen of
iii. Een maatschappelijke organisatie vertegenwoordigt die buiten de projectgebieden is gevestigd maar een voorstel indient waarvan het resultaat primair en nadrukkelijk ten goede komt aan de inwoners van één of meer van de gebieden of aanliggende kernen.
b) Het project voldoet zichtbaar aan één of meerdere van de bestedingsdoelen van het fonds en
c) De aanvrager gaat akkoord met de voorwaarden en principes van de Stichting Windfondsen Dronten zoals openbaarheid, controleerbaarheid en terugvorderbaarheid bij opzettelijk aanleveren van onjuiste gegevens en
d) Het project moet profijt opleveren voor een zo groot mogelijke groep inwoners in de gemeente en
e) Het project is niet commercieel en
f) Er is aantoonbaar draagvlak voor het project waarvoor een bijdrage wordt gevraagd en
g) Na de uitkering van een bijdrage wordt het initiatief binnen zes maanden gestart
h) Voor projecten waarvoor een aanvraag wordt gedaan tot €25.000 geldt, dat de maximale bijdrage 100% van de totale projectkosten is.
i) Voor projecten waarvoor een aanvraag wordt gedaan die de €25.000 overschrijdt, geldt een cofinanciering- eis. Voor het deel van de aanvraag dat boven €25.000 uitkomt, geldt dat maximaal 75% van de totale projectkosten wordt vergoed. Cofinanciering met een bijdrage uit andere fondsen en/of
d.m.v. de inbreng van vrijwilligers uren is toegestaan.
Projecten/ initiatieven die zijn geïnitieerd door Windplan Groen of Windplanblauw komen niet in aanmerking voor een bijdrage uit de windfondsen. Projecten/ initiatieven van de gemeente, die de gemeente krachtens een wettelijke verplichting moet uitvoeren, komen ook niet in aanmerking voor een bijdrage.
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd voor de selectie van projecten:
a) Er geldt een doorlopende indieningstermijn vanaf 1 april t/m 30 november.
b) Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden worden op volgorde van binnenkomst gehonoreerd, totdat het budget voor het betreffende jaar op is. In het geval dat aanvragen met dezelfde datum van indienen leiden tot een overschrijding van het jaarbudget, dan zal worden geloot.
Inwoners en maatschappelijke organisaties in Flevoland kunnen aanspraak maken op diverse regelingen die raakvlakken en/ of overlap hebben met de windfondsen, zoals bijvoorbeeld de subsidieregeling leefbaar platteland, LEADER Flevoland of EFRO. Hoe de windfondsen zich tot deze subsidieregelingen verhouden is beschreven in tabel 1. Het is goed voor te stellen dat een bijdrage uit één van de windfondsen gecombineerd kan worden met subsidies. Omdat de meeste subsidies (publieke middelen) een bepaald percentage van de projectkosten gefinancierd willen zien middels een eigen bijdrage (private middelen), kunnen de windfondsen en de subsidies complementair zijn aan elkaar. Behalve de in tabel 1 genoemde subsidies, zijn er tal van private fondsen die interessant kunnen zijn voor inwoners en maatschappelijke organisaties die goede ideeën hebben voor hun gemeenschap. Een beknopt overzicht is opgenomen in bijlage 3.
Regeling | Thema’s | Middelen afkomstig van | Initiatiefnemers |
Windfondsen Dronten (GGB) | Leefbaarheid, leefomgeving, energietransitie | Eigenaren van de windparken (privaat) | Bewoners |
Subsidieregeling leefbaar platteland | Leefbaarheid, sociale cohesie | Provincie Flevoland (publiek) | Bewoners |
LEADER Flevoland | economische, ecologische en sociale innovatie | Europa (publiek) | Burgers, stichtingen, verenigingen |
EFRO – Europees Fonds Regionale Ontwikkeling | Innovatie, koolstofarme economie | Europa (publiek) | Bedrijfsleven, kennisinstellingen |
Tabel 1
Elk jaar wordt, als onderdeel van het jaarplan van de Stichting Windfondsen Dronten, een communicatieplan opgesteld. In dit communicatieplan worden in ieder geval aandacht besteed aan de volgende elementen:
• De positionering van de windfondsen
• Hoe algemene informatie wordt verstrekt en welke middelen daarvoor worden ingezet
• Hoe de fondsen worden gepromoot en inwoners actief worden betrokken
• Hoe de resultaten over het voetlicht worden gebracht, waarbij nadrukkelijk wordt gedeeld door welk windplan welke projecten mogelijk zijn gemaakt.
• Een planning, begroting, aanpak voor evaluatie en kwaliteitsborging
Het bestuur evalueert jaarlijks na het afsluiten van elk boekjaar. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Nadere afspraken en een werkwijze hiervoor worden door het oprichtingsbestuur uitgewerkt en vastgelegd in de stichtingsstatuten. Minimaal ééns per drie jaar vindt een grondige evaluatie plaats met bestuur en RvT en wordt getoetst of de samenwerking, de kaders en manier van werken nog passend zijn.
De basis voor bestedingsdoelen van de GGB is gelegd in de Anterieure Overeenkomsten (AO’s) tussen de gemeente Dronten en beide initiatiefnemers van de windplannen. Samen met inwoners zijn deze doelstellingen nader uitgewerkt en in dit hoofdstuk beschreven.
Voor beide windplannen zijn drie bestedingsdoelen gedefinieerd, waarvan er twee gelijk zijn. Het derde bestedingsdoel verschilt. De twee gelijke doelen zijn als volgt omschreven: De GGB wordt besteed aan maatregelen en projecten die
• Tot doel hebben het verbeteren van de leefbaarheid van bewoners in het projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen
• Betrekking hebben op het realiseren van klimaatdoelstellingen en de energietransitie van bewoners in het Projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen.
Het derde bestedingsdoel voor de GGB van Windplan Groen is als volgt omschreven: de GGB kan worden besteed aan maatregelen en projecten die:
• Tot doel hebben het verbeteren van de leefomgeving van bewoners in het projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen.
Voor Windplanblauw luidt het derde bestedingsdoel als volgt: de GGB kan worden besteed aan maatregelen en projecten die:
• Tot doel hebben het verbeteren het landschap van bewoners in het projectgebied alsmede de aanliggende woonkernen.
De bestedingsdoelen die voor beide windplannen gelden zijn als volgt uitgewerkt:
Leefbaarheid
Onder projecten die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid, wordt voor dit fonds verstaan:
Projecten die bijdragen aan sociale verbinding tussen mensen in het dorp,
- tussen de kernen en het buitengebied
- tussen gevestigde en nieuwe inwoners
- tussen inwoners uit de verschillende dorpskernen
- tussen inwoners met verschillende sociale en/of culturele achtergronden.
Het doel daarvan is het stimuleren van het sociaal emotioneel welbevinden. In het bijzonder komen in aanmerking projecten die bijdragen aan integratie, het tegengaan van eenzaamheid en uitsluiting.
Voorbeelden zijn projecten en activiteiten op het gebied van sport, cultuur en recreatie. Dat kunnen nieuwe initiatieven zijn of het uitbreiden/ verbeteren van bestaande projecten.
Klimaatdoelstellingen en energietransitie
Onder projecten die bijdragen aan het realiseren van klimaatdoelstellingen en de energietransitie wordt voor dit fonds verstaan, projecten die tot doel hebben:
• Het opwekken van duurzame energie
• Het besparen van energie
• Een bijdrage te leveren aan een circulaire economie
• Duurzame voeding te produceren of waarbij educatie over duurzame voeding centraal staat, waarbij in het bijzonder kansen liggen voor inwoners met beperkte middelen.
Een breed pallet aan initiatieven kan in aanmerking komen voor een bijdrage uit het fonds, op zowel wijk – als straatniveau, zoals het collectief energie opwekken, het zichtbaar maken van energiebesparing om inwoners te
motiveren tot een duurzamer leven, een bijdrage aan zonnepanelen op verenigingsgebouwen of d.m.v. een fonds voor individuele inwoners, hergebruik of reparatie winkel, een collectieve moestuin, etc. Het kunnen nieuwe projecten zijn, maar er kan ook een bijdrage worden gevraagd voor een impuls aan bestaande initiatieven.
Het derde bestedingsdoel voor de GGB van Windplan Groen is “Leefomgeving”. Onder projecten die bijdragen aan de leefomgeving wordt voor dit fonds verstaan:
• Projecten die de openbare ruimte in de kernen verfraaien
• Projecten die bijdragen aan natuureducatie.
• Projecten die bijzondere en/ of cultuurhistorische plaatsen toegankelijk maken en/of onder de aandacht brengen.
• Projecten in het buitengebied die een impuls geven aan de landschappelijke kwaliteit, zoals natuurontwikkeling, biodiversiteit en/of ecologisch herstel
• Projecten die bijdragen aan de beleving van de natuur en het landschap.
Het derde bestedingsdoel voor de GGB van Windplanblauw is “Landschap”. Hieronder wordt voor dit fonds verstaan:
• Projecten die de koppeling maken tussen recreatie, landschap en jongeren.
• Projecten die bijdragen aan de verbinding tussen kunst in het landschap, cultuur en onderwijs.
• Projecten die bijzondere en/ of cultuurhistorische plaatsen toegankelijk maken en/of onder de aandacht brengen.
• Projecten in het buitengebied die een impuls geven aan de landschappelijke kwaliteit, zoals natuurontwikkeling, biodiversiteit en/of ecologisch herstel
• Projecten die bijdragen aan de beleving van het landschap en het betrekken van inwoners.
Voorliggend beleidsplan wordt na besluitvorming door de gemeenteraad, vertaald naar overeenkomsten tussen de gemeente Dronten en de initiatiefnemers van de windplannen. Aansluitend zal de gemeente Dronten in het eerste kwartaal van 2022 het initiatief nemen tot het oprichten van een stichting en de werving van een eerste bestuur die de voorbereidingen zal treffen voor het operationeel maken van de Stichting Windfondsen Dronten.
45% van de deelnemers was al op de hoogte van de gebiedsgebonden bijdrage voordat zij in aanraking kwamen met deze vragenlijst. 21% van de deelnemers geeft aan hier nog nooit van te hebben gehoord.
62% van de deelnemers wist dat de eigenaren van windparken elk jaar een deel van de opbrengst van windenergie in een fonds storten.
94% van de deelnemers heeft nu of misschien later een idee voor een project om het dorp beter te kunnen maken. Slechts 6% geeft aan helemaal geen idee te hebben voor een project om zijn/haar dorp beter te kunnen maken.
De meningen over de samenstelling van het bestuur zijn verdeeld. 45% van de deelnemers heeft de voorkeur voor een bestuur van de stichting die het fonds beheert met daarin een vertegenwoordiging van inwoners uit de vier kernen van de gemeente Dronten. 33% van de deelnemers heeft een voorkeur voor een bestuur van inwoners uit de kernen, met daarbij een voorzitter en penningmeester van buitenaf. Voor 11% van de deelnemers maakt het niet uit waar de bestuurders vandaan komen/wonen, als het maar goede bestuurders zijn.
Ook kiest 11% van de deelnemers voor een alternatieve oplossing.
Veel gehoorde opmerkingen zijn: “bestuur van inwoners en begeleiding van buitenaf”, “(een evenredige) vertegenwoordiging van de vier kernen”, “aparte besturen per kern” en “een bestuur die plekken vertegenwoordigt waar de meeste overlast (geluid, uitzicht) ontstaat”. Binnen de kernen van de gemeente Dronten zijn er ook duidelijke verschillen te constateren:
Deelnemers uit Dronten (50%) en Biddinghuizen (48%) hebben een voorkeur voor een bestuur met een vertegenwoordiging van inwoners uit alle kernen. Ook 41% van deelnemers uit Swifterbant heeft een voorkeur voor deze oplossing. Echter is deze voorkeur minder sterk dan onder de deelnemers van Dronten en Biddinghuizen. In Ketelhaven is dit percentage slechts 36%. Deelnemers uit Ketelhaven hebben juist een voorkeur voor een bestuur met inwoners uit de kernen met een voorzitter en penningmeester van buitenaf.
66% van de deelnemers uit Dronten heeft een voorkeur hebben voor één adviescommissie met inwoners uit alle dorpskernen. De andere kernen, maar met name de deelnemers uit Biddinghuizen (72%) en Swifterbant (63%), heeft een voorkeur voor vier adviescommissies. Voor iedere kern een aparte adviescommissie.
Ook werden er opties voorgesteld voor het promoten van de fondsen en het stimuleren van dorpsgenoten voor het aandragen van ideeën voor projecten in het dorp. Ook hier kwam geen duidelijke voorkeur naar voren. Eén werkgroep met een vertegenwoordiging van alle inwoners had een kleine voorkeur (51%) ten opzichte van vier werkgroepen, één per kern (49%). 44% van de deelnemers geeft aan geen interesse te hebben om deel te nemen aan zo’n werkgroep. 14% heeft hier wel interesse in en 39% weet nog niet of zij willen aansluiten bij een werkgroep.
Van de deelnemers die hebben aangegeven te willen helpen bij de promotie van fondsen en het stimuleren van inwoners om ideeën aan te dragen voor projecten, zijn de meeste mensen (52%) bereid hier een paar uur per maand voor vrij te maken. 30% van deze mensen geeft aan zelfs een paar uur per week hiervoor te willen vrijmaken.
51% van de deelnemers heeft goede ideeën om verschillende inwoners te bereiken en betrokken te houden. Veel genoemde kanalen en middelen zijn de lokale huis-aan-huisbladen, via dorpsverenigingen, social media, een excursie naar de (potentiële)locaties en promotie op prominente plekken zoals supermarkten.
Enkele quotes uit de enquête:
“Bij voorkeur een professioneel, zelfstandig en vooral integer bestuur, die affiniteit heeft met het gebied (gemeente Dronten) en haar inwoners. Vertegenwoordigingen van inwoners uit Swifterbant, Dronten, Biddinghuizen en Ketelhaven dragen de plannen aan, te beoordelen door genoemd bestuur. De twee budgetten blijven gescheiden te beheren en te behandelen”.
“Een bestuur van inwoners uit de kernen waarbij de financiën door de gemeente beheerd en gecontroleerd worden.”
“Een bestuur van inwoners met een gemeenteambtenaar als gewoon lid. Er gaat veel geld in de stichting om dus die moet een oogje in het zeil houden”.
“Een klein extern bestuur (voorzitter, secretaris en penningmeester) om belangenverstrengeling te voorkomen. Er spelen in het gebied heel veel belangen “
“Een kredietadviseur van een bank + een accountant. Dit omdat die bekend zijn met het doorgronden van financiële plannen. Niet ieder plan is namelijk een echt plan, maar de aanvraag is ontstaan uit de behoefte om uit de ruif die gevuld is middelen naar zichzelf toe te halen. Zo zitten mensen nu eenmaal in elkaar en het zijn als je niet oplet altijd dezelfde mensen die uit iedere ruif staan te eten”.
“Dorpsbelangen van de dorpen en de VVE van Ketelhaven. Allemaal een even grote stem!”
“Verdeel het bedrag per percentage inwoners. Laat de dorpen zelf bepalen en notuleren waar het bedrag aan wordt besteed. Hierdoor zijn de lijnen kort tussen bedenkers van projecten en de uitgever van het fonds. Zo min mogelijk adviescommissies of besturen.”
“Stichting bestuur zonder beslisbevoegdheid We gaan voor iedere uitgave een referendum
houden. ”
“Een bestuur die de plekken vertegenwoordigen waar de meeste overlast (geluid, uitzicht) ontstaat. Dus niet Dronten, wel Biddinghuizen, Ketelhaven en Swifterbant. Dus waarom Dronten vertegenwoordigd moet worden in de adviescommissies en of het bestuur is mij een raadsel.”
“Een bestuur met een aantal bestuurders dat evenredig is aan de grootte van de kern/dorp,cq aantal inwoners van de kern/dorp. De kern Dronten is veruit het grootst en er wonen de meeste mensen. Bovendien komt er om Dronten een woud van molens. Dus in Dronten zijn de meeste mensen die overlast ervaren van de windmolens. Dus de inwoners van het dorp Dronten moeten ook meeste invloed hebben binnen de stichting.”
“Biddinghuizen moet een eigen stichting hebben. Wij hebben straks veel meer overlast van de windmolens dan de inwoners van Dronten. Biddinghuizen doet dit beter zelf.”
“Ik vind dat ieder dorp zelf moet kunnen bepalen waar het geld aan uitgegeven moet worden. Daarmee is een gezamenlijk bestuur voor alle dorpen mijns inziens niet wenselijk. Maar als het dan toch een gezamenlijk bestuur moet worden dan is het van belang dat er een voorzitter en penningmeester onafhankelijk zijn”.
1 Er zijn meer dan 1.000 fondsen in Nederland. Dit overzicht is alleen bedoeld om een indruk te geven van de mogelijkheden.
Een aantal leden van de werkgroepen hebben tijdens de laatste bijeenkomst uitgesproken betrokken te willen blijven bij het vervolgproces. Daarbij zijn twee concrete verzoeken gedaan:
1. Leden van de werkgroepen willen graag de mogelijkheid krijgen om mee te denken over de functieprofielen voor bestuur en adviesraden.
2. Leden van de werkgroepen willen bijdragen aan een warme overdracht aan het eerste bestuur. De inwoners die betrokken waren bij het opzetten van voorliggend beleidsplan kunnen zo context mee geven voor de verdere uitwerking.