Aanvulling 4 op de Netverklaring 2020
Aanvulling 4 op de Netverklaring 2020
ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2020 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring.
1 Remtabellen (2.4)
Paragraaf 2.4 Operationele Voorwaarden wordt als volgt gewijzigd:
I. In paragraaf 2.4 wordt na de overeen te komen regeling ► ProRail wil in een toegangsovereenkomst afspraken maken […] Operationele Voorwaarden overeen te komen zoals opgenomen in bijlage 6. ◄ de volgende zin ingevoegd:
‘Naast de in bijlage 6 opgenomen Operationele Voorwaarden geldt het volgende:’
II. Na de passage met betrekking tot de voertaal wordt de volgende alinea ingevoegd:
Remtabellen
Op basis van artikel 4.2.2.6.2 van de TSI OPE stelt ProRail de al in gebruik zijnde remtabellen beschikbaar. Deze remtabellen (en de daarbij behorende voorschriften) zijn per 1 april 2020 uit de Regeling Spoorverkeer geschrapt.1
Remtabel | 1 | 2 | |||||||
1.11) | 1.22) | 1.33) | 1.44) | 2.11) | 2.22) | 2.33) | 2.44) | Snelheid in km/u: | |
Rempercentage in % | 30 | 30 | 30 | 30 | 39 | 39 | 39 | 39 | 30 |
30 | 30 | 30 | 30 | 46 | 46 | 46 | 46 | 35 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 40 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 45 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 50 | |
36 | 36 | 36 | 36 | 54 | 54 | 54 | 54 | 55 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 60 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 65 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 70 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 75 | |
54 | 54 | 54 | 54 | 65 | 65 | 65 | 65 | 80 | |
54 | 54 | 54 | 54 | 65 | 69 | 72 | 72 | 85 | |
55 | 55 | 55 | 55 | 65 | 69 | 72 | 72 | 90 |
1 Zie Staatscourant 2020, 14353
Remtabel | 1 | 2 | |||||||
1.11) | 1.22) | 1.33) | 1.44) | 2.11) | 2.22) | 2.33) | 2.44) | Snelheid in km/u: | |
56 | 59 | 62 | 63 | 69 | 73 | 76 | 76 | 95 | |
65 | 69 | 72 | – | 75 | 79 | 83 | – | 100 | |
69 | 73 | 76 | – | – | – | – | – | 105 | |
76 | 80 | 84 | – | – | – | – | – | 110 | |
83 | 88 | 92 | – | – | – | – | – | 115 | |
91 | 96 | 100 | – | – | – | – | – | 120 | |
102 | – | – | – | – | – | – | – | 125 | |
113 | – | – | – | – | – | – | – | 130 | |
113 | – | – | – | – | – | – | – | 135 | |
119 | – | – | – | – | – | – | – | 140 | |
129 | – | – | – | – | – | – | – | 145 | |
139 | – | – | – | – | – | – | – | 150 | |
149 | – | – | – | – | – | – | – | 155 | |
160 | – | – | – | – | – | – | – | 160 |
Leeswijzer
▪ Remtabel 1 (onderverdeeld in de kolommen 1.1 tot en met 1.4) geldt voor alle baanvakken met uitzondering van de baanvakken genoemd bij remtabel 2.
▪ Remtabel 2 (onderverdeeld in de kolommen 2.1 tot en met 2.4) geldt voor de baanvakken Nuth – Haanrade en Heerlen – Schin op Geul.
Noten
1) Geldt voor alle treinen met uitzondering van de onder 2, 3 en 4 genoemde treinen.
2) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand P en een trein lengte, exclusief de vooroplopende krachtvoertuigen, van > 500 meter en ≤ 600 meter.
3) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand P en een treinlengte, exclusief de vooroplopende krachtvoertuigen, van > 600 meter en ≤ 700 meter.
4) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand G, ongeacht treinlengte.
Bij de toepassing van deze remtabel gelden de voorschriften en berekeningsmethoden zoals opgenomen in de artikelen 9 tot en met 22 en bijlage 3 van de Regeling Spoorverkeer zoals deze gold op 31 maart 2020 (xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000/0000-00-00).
2 Aandachtspunten omgevingsvergunning Milieu (3.4.3)
In paragraaf 3.4.3 ‘Risicogerelateerde gebruiksbeperkingen’ wordt de zin
‘Ten behoeve van de dienstregeling wordt op het Logistiek Portaal van ProRail de checklist milieu gepubliceerd, hierop staan alle emplacementen waar, tot op heden, het wettelijk is toegestaan te rangeren met voor externe veiligheid relevante gevaarlijke stoffen.’
gewijzigd in:
‘Ten behoeve van de dienstregeling worden op het Logistiek Portaal van ProRail de Checklist Milieu en op emplacementsniveau de documenten ‘Aandachtspunten omgevingsvergunning Milieu’ gepubliceerd. In de Checklist staan alle emplacementen waar het, tot op heden, wettelijk is toegestaan te rangeren met voor externe veiligheid relevante gevaarlijke stoffen. In de documenten ‘Aandachtspunten omgevingsvergun- ning Milieu’ wordt per emplacement op hoofdlijnen de inhoud van de omgevingsvergunning weergegeven.’
3 Operationele Voorwaarden (3.6.5 en bijlage 6)
I. In paragraaf 3.6.5 Onderhoudsvoorzieningen worden aan de overeen te komen regeling ook reparaties toegevoegd:
‘ProRail heeft nadere bepalingen omtrent het uitvoeren van noodherstel en reparaties aan spoorvoertuigen op de hoofdspoorweginfrastructuur omschreven in onderdeel 3.4 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’, en wil deze opnemen in de Toegangsovereenkomst. De nadere bepalingen, de procedure en de sporen waarop noodherstel en reparaties aan spoorvoertuigen dienen te worden uitgevoerd, zijn terug te vinden op het Logistiek Portaal van ProRail.
II. In bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden wordt in onderdeel 2.1.4 Gebruik van sporen op emplacement Venlo de eerste zin, ‘Voor het spoorgebruik van emplacement Venlo gelden de volgende algemene regels:’ als volgt gewijzigd:
‘Tijdens werkzaamheden aan het derde spoor tussen Zevenaar-grens en Oberhausen die worden afgekondigd door DB Netze en waarbij minimaal 30 treinen per dag geraakt worden, gelden voor het spoorgebruik van emplacement Venlo de volgende regels:’
III. In bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ wordt in de titel van onderdeel 3.4 gewijzigd in ‘Noodherstel en reparaties aan spoorvoertuigen op de hoofdspoorweginfrastructuur’.
IV. De gehele inhoud van onderdeel 3.4 wordt geschrapt en vervangen door de navolgende tekst:
Noodherstel en reparaties aan spoorvoertuigen op hoofdspoorweginfrastructuur dienen uitgevoerd te worden door een bedrijf dat in het bezit is van een geldige ILT-certificering voor deze reparatie. Op basis van artikel 10 lid van de Algemene Voorwaarden ligt de verantwoordelijkheid bij de spoorwegonderneming die het spoorvoertuig heeft aangebracht.
Tijdens de door een spoorwegonderneming uit te voeren technische controle van een trein kunnen gebreken worden geconstateerd. Deze gebreken kunnen aanleiding zijn voor noodherstel en reparaties. Dit betreft herstelmaatregelen om onveilige situaties op het spoor in verband met de geconstateerde gebreken aan de trein te voorkomen.
3.4.1 Noodherstel
Noodherstel mag plaatsvinden op alle bij ProRail in beheer zijnde spoorweginfrastructuur indien de veilige loop van het spoorvoertuig of het treinverkeer niet meer gegarandeerd kan worden.
Hijswerkzaamheden moeten vooraf afgestemd zijn met Incidentenbestrijding van ProRail (Algemeen Leider Goederen 088-2318801). Wanneer daadwerkelijk herstel van spoorvoertuigen uitgevoerd gaat worden, moeten deze conform de ‘Procedure voor het uitvoeren van noodherstel aan spoorvoertuigen op de hoofdspoorweginfrastructuur’ (zie het Logistiek Portaal) afgestemd zijn met de treindienstleider. Hierbij dient de veilige doorgang van het doorgaande treinverkeer niet belemmerd te worden en dient er veilig gewerkt te worden en zonder milieuschade te veroorzaken2. Op basis van de AVV/GCU (General Contract of Use for wagons), bijlage 9 (Conditions for the technical transfer inspection of wagons) betreft dit het herstel van de defecten die onder de categorieën 4 en 5 vallen.
3.4.2 Reparaties
Op alle sporen van Zee tot Zevenaar waarvoor een omgevingsvergunning Milieu van toepassing is zijn reparaties met handgereedschap toegestaan wanneer de veilige loop van een spoorvoertuig, zoals bedoeld in uitvoeringsverordening EU 2019/779, hierom vraagt. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd conform de omgevingsvergunningen Milieu, deze zijn te vinden op het Logistiek Portaal.
Daarbij moet deze reparatie worden afgestemd met de treindienstleider conform de Procedure voor het uitvoeren van noodherstel aan spoorvoertuigen op de hoofdspoorweginfrastructuur (zie Logistiek Portaal) en mag het overig treinverkeer niet belemmerd worden. Hijswerkzaamheden moeten vooraf afgestemd zijn met Incidentenbestrijding van ProRail (Algemeen Leider Goederen 088-2318801). Er mag geen milieuschade veroorzaakt worden. Het gebruik van onder andere smeermiddel is daarom enkel toegestaan met gebruik van bodembeschermende maatregelen, zoals bijvoorbeeld lekmatten.
Op basis van de AVV/GCU (General Contract of Use for wagons), bijlage 9 (Conditions for the technical transfer inspection of wagons) betreft dit het herstel van de defecten die onder de categorieën 1, 2 en 3 vallen alsmede die onder schadecodes 6.1.1.* en 6.1.2.1. (opschriften), 6.1.7.* (handgrepen, opstaptredes vervangen), 6.5.5.4. (stofdop aanbrengen), 6.5.5.6./0.0.0.0. (blindflens aanbrengen) en
6.5.5.9. (bouten aanbrengen) vallen.
3.4.3 Reparatiesporen
Reparatiesporen op van Zee tot Zevenaar zijn zodanig ingericht dat hier groot materieel bij kan komen. Hijswerkzaamheden moeten vooraf afgestemd zijn met Incidentenbestrijding van ProRail (Algemeen Leider Goederen 088-2318801). Er zit hier dan ook geen beperking op het gebruik van gereedschap wanneer de gebruiker indien noodzakelijk bodembeschermende maatregelen plaatst voor aanvang van de werkzaamheden. Alle reparatiesporen die ProRail aanbiedt en ter beschikking stelt zijn te vinden op het Logistiek Portaal.
3.4.4 Heet werk
Voor ‘heet werk’ op Zee tot Zevenaar moet de uitvoerende partij dit vooraf aan ProRail melden door middel van het meldingsformulier brandgevaarlijke werkzaamheden (zie Logistiek Portaal). De verantwoording voor veilige uitvoering ligt (conform Arbowet) bij de uitvoerder
Heet werk binnen 15 meter van een wagon met kenmerken voor gevaarlijke stoffen conform VSG- RID stoffen met een 3, 4 of 5 in de GEVI is verboden, tenzij aanvullende maatregelen zijn genomen. Voor emplacement Kijfhoek geldt dat, naast bovenstaande, ook bij de Incident Coördinator Kijfhoek (088-2313390) gemeld moet worden waar heet werk plaats gaat hebben.
3.4.5 Verantwoordelijkheid
Spoorwegonderneming is altijd verantwoordelijk voor het rangeren van spoorvoertuigen van en naar het door ProRail Verkeersleiding aangewezen spoor, inclusief daarbij eventueel noodzakelijke verplaatsingen van spoorvoertuigen van derden op dat spoor, mits betrokken spoorvoertuig(en) verplaatsbaar zijn.
2 Indien er geen sprake is van onbelemmerde doorgang, dan wel dat de veiligheid in het geding komt, of er milieuschade kan ontstaan dan is er sprake van een calamiteit en moet dit gemeld worden bij de treindienstleider en wordt dit afgehandeld via artikel 4.1.2. Treinincidentafhandeling van de Operationele Voorwaarden.
V. In bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ wordt in de titel van onderdeel 4.2.2 gewijzigd in ‘Aanleveren van informatie omtrent het vervoer van gevaarlijke stoffen in de zin van RID/VSG met rangeerdelen of (een groep) overstaande goederenwagens op emplacementen’.
VI. De gehele inhoud van onderdeel 4.2.2 wordt geschrapt en vervangen door de navolgende tekst:
‘Onderstaande regeling is van toepassing op het vervoer van gevaarlijke stoffen in de zin van RID/VSG met goederenwagens op alle emplacementen. De spoorwegonderneming verstrekt de beheerder informatie over de positie, de beladingstoestand en de aard van de lading van RID-wagens. De plaats van de wagen wordt aangegeven door middel van het spoornummer en de positie van de RID-wagen ten opzichte van eventuele andere RID-wagens op dat spoor. De spoorwegonderneming is daarbij verantwoordelijk voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van haar informatie. Het staat Spoorwegonderneming vrij WLIS ook te gebruiken voor registratie van niet-RID-wagens.
Voor de uitvoering van deze verplichting wordt onder ‘tijdig’ verstaan, dat de spoorwegonderneming elke verplaatsing van een RID-wagen registreert en de informatie daarover beschikbaar stelt binnen een tijdvenster van tien minuten vóór tot tien minuten ná de verplaatsing. Ter ondersteuning aan deze registratie en informatieverstrekking stelt de beheerder het systeem WLIS ter beschikking voor gebruik door spoorwegondernemingen. De beheerder draagt zorg voor de informatieverstrekking aan de overheidshulpdiensten. De procedure staat nader beschreven in het document ‘Handleiding aanleveren beladinggegevens’ en is te raadplegen via het Logistiek Portaal van ProRail.’
4 Vergoeding dienst opstellen: Gecombineerde sporen en TijdRuimteSlots (TRS) (6.3.2.2)
I. In paragraaf 6.3.2.2 wordt na de zin” De capaciteit van de gehele nuttige lengte van het betrokken spoor in meters wordt in rekening gebracht.’ de volgende zijn ingevoegd:
‘Uitzondering zijn gecombineerde sporen, die bestaan uit twee sporen die in elkaars verlengde liggen en onderbroken worden door een infra-element (bijvoorbeeld een wissel of een sein) of een voorziening (bijvoorbeeld een tank- of wasinstallatie) en als gevolg hiervan een fasering in de nummering bevatten (bijvoorbeeld A- en B-versie). In het geval van een gecombineerd spoor, dat voor dezelfde tijdsperiode en door één gerechtigde wordt aangevraagd, wordt de verschuldigde vergoeding berekend op basis van de volledige nuttige lengte van het combineerde spoor. Indien slechts één spoor van het gecombineerde spoor wordt aangevraagd en verdeeld, dan is alleen voor dit ene spoor een vergoeding verschuldigd.’
II. In paragraaf 6.3.2.2 wordt na de zin” De vergoeding voor het gebruik van voorzieningen op opstelterreinen […] voor opstellen.’ de volgende alinea ingevoegd:
’In geval van een TijdruimteSlot (TRS) wordt een bundel sporen aangevraagd en gebruikt. Zie hiervoor ook paragraaf 2.2 van de operationele voorwaarden (bijlage 6). Bij een TRS wordt het tarief in rekening gebracht voor twee sporen die hiervan onderdeel uitmaken, voor de volledige tijdsduur (in minuten) van het TRS, ongeacht het totale aantal sporen waaruit het TRS bestaat. Per TRS zijn hiervoor door ProRail twee sporen aangewezen. In geval een TRS uit één spoor bestaat dan zal het tarief in rekening worden gebracht voor slechts dit ene specifieke spoor.`
5 Onttrekking diverse sporen en wissels op Tilburg Industrie (Loven) aan de hoofdspoorweginfrastructuur (bijlage 1)
In bijlage 1 Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie wordt in de tabel met stamlijnen die hoofdspoorwegen zijn Tilburg De Loven geschrapt.
6 Opheffing stroombeperking baanvakken Zwolle - Wierden en Zwolle – Kampen
Op het kaartje in bijlage 17 Tractie-energievoorzieningssystemen wordt de onderbroken lijn op de baanvakken Zwolle - Wierden en Zwolle – Kampen:
vervangen door een rode lijn:
7 Uitbreiding dienst WLIS met WLIS CaseManagement (WCM) (bijlage 23)
In bijlage 23 ‘Applicaties, publicaties en rapportages’ wordt de gehele tabel onder onderdeel 15 ‘Omschrijving van de applicatie WagenLading Informatie Systeem (WLIS)’ vervangen door de navolgende tabel:
Rubriek | Toelichting |
Applicatie | WLIS (WagenLading InformatieSysteem) |
Functie | WLIS is een applicatie die wordt aangeboden door ProRail aan de spoorwegonderneming en voor ProRail zelf waarin de status van een vertreksamenstelling van een goederentrein te zien is voor de hulpdiensten. WLIS is de nieuwe naam van een applicatie waarin de applicaties W-LIS (voorheen IGS) en OVGS zijn samengevoegd. In WLIS kunnen vervoerders de samenstelling van goederentreinen en de positie van RID-wagens op spoornummers op emplacementen ten opzichte van andere RID- (en non-RID-) wagens registreren. De dienst bestaat uit de applicatie WLIS, de Digitale Rangeer Assistent en de rapportage-inzage-applicatie WCM (WLIS CaseManagement). Gegevenslevering van RID-wagens door de spoorwegonderneming aan ProRail is wettelijke verplicht. ProRail deelt deze informatie met hulpdiensten in geval van een incident en met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het kader van Basisnet spoor. |
Rubriek | Toelichting |
Voorziening | Toegang tot de webbased applicatie WLIS, die binnen een internetbrowser draait. Toegang tot de WLIS DRA-app, (dit is de Digitale RangeerAssistent die als app wordt aangeboden) welke op een Apple- of Androidtoestel draait. Toegang tot de webbased applicatie WCM (WLIS CaseManagement), die binnen een internetbrowser draait. |
Typen | Er is één gebruikstype. Deze mag zowel raadplegen als muteren. Er is een superuser per spoorwegonderneming. Een spoorwegonderneming kan zelf nieuwe medewerkers binnen de organisatie aanmaken en/of muteren evenals de toegang verlenen aan de DRA-gebruikers. |
Aanvraag | Via Productmanagement Informatie- en ICT-diensten (xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). |
Levertijd | Het aanmaken van een superuseraccount kost circa drie tot vier weken. |
Leveringsvoorwaarden | De werking van WLIS en WCM wordt alleen gegarandeerd in EDGE, FireFox en Chrome. Een SLA maakt onderdeel uit van de Toegangsovereenkomst; een concept daarvan wordt desgevraagd beschikbaar gesteld via Productmanagement Informatie- en ICT-diensten (xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). |
ProRail B.V. Utrecht, 3 april 2020