AKTE VAN OMZETTING ANNEX STATUTENWIJZIGING
AKTE VAN OMZETTING ANNEX STATUTENWIJZIGING
Annexen:
2x (bestuursbesluit) 1x (beschikking)
1x (volmacht)
Xxxxx, dertig december tweeduizend tweeëntwintig verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, notaris te Roermond:
de xxxx xx. Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx, te dezer zake woonplaats hebbende te 6041 EA Roermond, Xxxxxxxxxxx 0, xxxxxxx xx Xxxxxxx op twaalf _ oktober negentienhonderdvierennegentig, te dezen handelende als schriftelijk _
gevolmachtigde van de stichting genaamd:
Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO/VSO 31.02, met zetel te Roermond, xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 0, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 60139013.
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde bij deze akte:
I. INLEIDING
a. de stichting
Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO/VSO 31.02,_
met zetel te Roermond, kantoor houdende 0000 XX Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 0, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 60139013, is opgericht bij akte op één november tweeduizend dertien, terwijl haar statuten laatstelijk zijn gewijzigd bij akte van statutenwijziging, op twintig maart tweeduizend achttien verleden voor xx. Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, notaris te Roermond, hierna te noemen: "de stichting";
b. het bestuur van de stichting heeft overeenkomstig het bepaalde in haar
statuten in verbinding met het bepaalde in artikel 2:18 van het Burgerlijk Wetboek, zulks met goedkeuring van de raad van toezicht, op zeven april _
tweeduizend tweeëntwintig, besloten de stichting op de voet van artikel
2:18 van het Burgerlijk Wetboek om te zetten in een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en bij die gelegenheid haar statuten in het geheel te wijzigen en opnieuw vast te stellen, zulks met machtiging van, inhoudende volmachtverlening aan de verschenen persoon om deze omzetting en statutenwijziging bij notariële akte te doen vastleggen, van
welke besluitvorming en machtiging blijkt uit de aan deze akte te hechten _
onderhandse akten;
c. tot de voormelde omzetting en statutenwijziging is de in artikel 2:18 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde machtiging verkregen van de Rechtbank Limburg te Roermond, zulks bij haar beschikking de dato
achttien augustus tweeduizend tweeëntwintig (kenmerk C/03/307800/ HA _
RK 22-199), waarvan een afschrift aan deze akte wordt gehecht. ll. OMZETTING EN STATUTENWIJZIGING
Ter uitvoering van gemelde besluitvorming en met gebruikmaking van voormelde machtiging verklaarde de verschenen persoon, handelend als gemeld, hierbij de stichting met ingang van één januari tweeduizend
drieëntwintig om te zetten in een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid _
en daarvoor vast te stellen de navolgende, hierbij in het geheel gewijzigde en _
opnieuw vastgestelde STATUTEN:
In deze statuten wordt verstaan onder:
- aansluitingsovereenkomst: de in artikel 5 lid 1 sub b van de statuten bedoelde overeenkomst, waarbij een bevoegd gezagsorgaan zich als lid aansluit bij de vereniging als samenwerkingsverband als bedoeld in artikel
2.47 lid 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020, respectievelijk artikel 28a van de Wet op de expertisecentra;
- algemene uitvoeringsregels: overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, leden 1 en 2, van deze statuten gestelde regels, strekkende tot uitvoering _ van het ondersteuningsplan en het jaarplan, alsmede de handhaving van _
die uitvoering, welke zowel voor de vereniging als voor de leden en elk
van de afzonderlijke reden verplichtingen kunnen bevatten;
- algemene vergadering: het orgaan van de vereniging als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d van deze statuten; tevens de vergadering waarin de leden van dit orgaan bijeen komen;
- bestuursoverdracht: de overdracht van de instandhouding van een school _
als bedoeld in artikel 3.33 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 en de artikelen 52 en 58 van de Wet op de expertisecentra;
- boekjaar: de periode als bedoeld in artikel 22 lid 1, lopende van een januari tot en met eenendertig december van een kalenderjaar;
- directeur-bestuurder: de directeur-bestuurder van de vereniging als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a van deze statuten, waaraan het bestuur van de vereniging is opgedragen;
- het jaarplan: het binnen het ondersteuningsplan passende jaarplan als vastgesteld overeenkomstig artikel 15, omvattende geconcretiseerd voor het betreffende boekjaar, het voorgenomen beleid en de voorgenomen activiteiten, met de bijbehorende begroting;
- leden specifieke uitvoeringsregels: algemene uitvoeringsregels, waarvan de toepasselijkheid ten aanzien van een of meer specifieke leden door de _
directeur-bestuurder is vastgesteld en nader geconcretiseerd
overeenkomstig artikel 16 lid 4, welke voor de betreffende leden verplichtingen kunnen bevatten;
- de medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 4 lid 3 van deze statuten, indien en voor zover deze krachtens de Wet medezeggenschap op scholen is ingesteld;
- het ondersteuningsplan: het ondersteuningsplan als bedoeld in artikel 2.47 lid 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 en vastgesteld overeenkomstig artikel 15;
- de ondersteuningsplanraad: de ondersteuningsplanraad als bedoeld in artikel 4 lid 2 van deze statuten
- de raad van toezicht: het orgaan van de vereniging, als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b. van deze statuten;
- de regio: het voor het samenwerkingsverband aangewezen gebied als bedoeld in artikel 2.47 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 _
in verband met de aldaar bedoelde ministeriële regeling;
- schooljaar: de periode lopende van één augustus van een kalenderjaar tot en met eenendertig juli van het daaraanvolgende kalenderjaar;
- schriftelijk: bij brief of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar _
communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan _
worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheld kan worden vastgesteld;
- de vereniging: de rechtspersoon waarop deze statuten betrekking hebben;
- volstrekte meerderheid: in absolute zin meer dan de helft van de stemmen;
- de wet: het Burgerlijk Wetboek;
- de WEC: de Wet op de expertisecentra;
- de WMS: de Wet medezeggenschap op scholen;
- de WVO 2020: de Wet op het voorgezet onderwijs 2020.
Artikel 1 - Naam
De vereniging draagt de naam:
Vereniging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO/VSO 31.02. Artikel 2 - Zetel
De vereniging heeft haar zetel in Roermond.
Artikel 3 - Doel
1. De vereniging heeft ten doel:
a. het vormen en in stand houden van een regionaal samenwerkingsverband in de zin van artikel 2.47 van de WVO 2020 en artikel 28a van de WEC;
b. het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen alle scholen voor voortgezet onderwijs in de regio van het samenwerkingsverband 31.02;
c. het realiseren dat zoveel mogelijk van de in de voormelde regio
woonachtige leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken, in samenwerking met ketenpartners in onderwijs _
en zorg;
d. een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs bieden voor in voormelde regio woonachtige leerlingen die extra ondersteuning behoeven;
e. het in stand houden van bovenschoolse voorzieningen en het in stand houden van de expertise van het voortgezet speciaal onderwijs, behorend tot cluster 3 en 4 bedoeld, in de WEC.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het vaststellen van een ondersteuningsplan;
b. het verdelen en toewijzen van de ondersteuningsmiddelen ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen;
c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot praktijkonderwijs of
het voortgezet speciaal onderwijs op verzoek van het bevoegd gezag _
van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven;
d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven;
e. het in stand houden van een commissie van advies ten behoeve van _
toelaatbaarheidstoetsing;
f. alle andere wettige middelen die aan het doel van de vereniging dienstbaar kunnen zijn.
3. De vereniging heeft niet ten doel het maken van winst.
Artikel 4 - Orgaanstructuur
1. De vereniging heeft als organen:
a. de directeur-bestuurder belast met het bestuur van de vereniging in
de zin der wet;
x. xx xxxx van toezicht, zijnde het orgaan belast met het toezicht op het _
beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de vereniging, oftewel het intern toezichthoudend orgaan van de vereniging;
c. de raadsleden X xxx xx xxxx van toezicht, zijnde het orgaan specifiek_
belast met het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur- bestuurder; en
d. de algemene vergadering, zijnde het orgaan dat overeenkomstig het bepaalde in deze statuten wordt gevormd door de stemgerechtigde leden van de vereniging.
2. De vereniging heeft voorts een ondersteuningsplanraad als bedoeld in artikel 4a WMS, welke is belast met de hem krachtens de WVO 2020, de _
WEC en de WMS op scholen toegekende taken. De raad van toezicht
pleegt tweemaal per jaar als intern toezichthoudend orgaan overleg met de ondersteuningsplanraad.
3. De vereniging stelt voorts, indien en voor zover zij daartoe wettelijk, ook voor wat betreft de daarvan deel uitmakende geledingen, is gehouden, een medezeggenschapsraad in als bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen.
4. De directeur-bestuurder kan een of meer thema-adviesraden of commissies instellen en regelen welke tot taak hebben haar te adviseren of te ondersteunen met betrekking tot daarbij nader bepaalde aangelegenheden, die de uitoefening van haar taak betreffen.
Artikel 5 - Lidmaatschap
1. Leden van de vereniging kunnen slechts zijn bevoegde gezagsorganen als bedoeld in de WVO 2020 en de WEC, die:
a. een of meer scholen voor voortgezet onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, dan wel speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in stand _
houden die zijn gevestigd, dan wel een nevenvestiging hebben in de
regio, dan wel waar leerlingen uit de regio onderwijs volgen; en
b. krachtens aansluitingsovereenkomst bij de vereniging zijn aangesloten.
2. Met inachtneming van het in het vorige lid alsmede het in de WVO 2020
en de WEC bepaalde, wordt omtrent toelating besloten door de algemene _
vergadering.
3. De inhoud van de aansluitingsovereenkomst wordt door de directeur- bestuurder met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en
van de algemene vergadering vastgesteld, respectievelijk gewijzigd. In de _
aansluitingsovereenkomst kunnen verplichtingen aan het lidmaatschap worden verbonden
4. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet overdraagbaar. Het lidmaatschap gaat niet over krachtens juridische fusie of splitsing. Bij bestuursoverdracht van een school in de regio, dan wel van een school waar leerlingen uit de regio onderwijs volgen aan een bevoegd gezagsorgaan dat geen lid van de vereniging is, is het hiervoor in de leden 1 en 2 bepaalde van toepassing.
5. De directeur-bestuurder houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Een lid-rechtspersoon dient bij de vereniging bekend te maken door wie hij zich zal laten vertegenwoordigen als lid van een orgaan.
Artikel 6 - Aan het lidmaatschap verbonden verplichtingen
1. De leden zijn verplicht de statuten en de door de vereniging genomen besluiten in acht te nemen. In het bijzonder zijn de leden verplicht het ondersteuningsplan, het jaarplan, de algemene uitvoeringsregels en de voor de betreffende leden specifieke uitvoeringsregels in acht te nemen.
2. De leden zijn voorts verplicht de door de vereniging vastgestelde reglementen in acht te nemen.
3. De leden zijn voorts verplicht de door hen met de vereniging aangegane overeenkomsten na te komen. In het bijzonder zijn de leden verplicht de aansluitingsovereenkomst na te komen.
4. De leden kunnen krachtens besluit van de algemene vergadering worden _
verplicht tot het voldoen van een jaarlijkse contributie. De hoogte van deze jaarlijkse contributie wordt vastgesteld door de algemene vergadering,
waarbij de algemene vergadering, voor door haar daarbij onderscheiden categorieën van leden, verschillende bijdragen kan vaststellen. Leden die _ zich in gelijke omstandigheden bevinden worden daarbij gelijk behandeld. _
Artikel 7 - Einde van het lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt zulks onverminderd het in de WVO 2020 en de WEC bepaalde:
a. door het ophouden van bestaan van het lid volgens de wet, zulks onverminderd het hiervoor in artikel 5 lid 4 bepaalde;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de in artikel 5 lid 1 genoemde vereisten voor het lidmaatschap te voldoen, wanneer het zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de vereniging geschiedt bij gezamenlijk voorstel van de directeur-bestuurder en raad van toezicht genomen besluit van de algemene vergadering.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een schooljaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes (6) maanden. Echter
kan het lidmaatschap in ieder geval worden beëindigd tegen het eind van _
het schooljaar, volgend op het schooljaar waarin wordt opgezegd.
Voorts kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de _
vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het voorgaande lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing in de zin van Titel Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
6. Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen, binnen één maand nadat hem een besluit, waarbij zijn rechten zijn
beperkt, of wel zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging zijn verzwaard, bekend is geworden of medegedeeld. Het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap op de wijze als bedoeld in de eerste zin van dit lid op te zeggen naar aanleiding van een besluit, waarbij_
zijn geldelijke rechten en verplichtingen zijn gewijzigd dan wel beperkt,
respectievelijk verzwaard.
7. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt bij gezamenlijk voorstel van de directeur-bestuurder en raad van toezicht genomen besluit van de algemene vergadering.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage. indien krachtens artikel 6 lid 4 opgelegd, voor het geheel verschuldigd.
Artikel 8 - Directeur-bestuurder: benoeming, schorsing en ontslag
1. Het bestuur is opgedragen aan een (1) persoon, aangeduid als "directeur-_
bestuurder". Deze persoon behoeft geen lid te zijn van de vereniging.
2. De directeur-bestuurder wordt benoemd door de raadsleden X xxx xx xxxx van toezicht. De algemene vergadering besluit, op voorstel van de raad van toezicht, over de honorering en de verdere voorwaarden,
bepalingen en bedingen waaronder de directeur-bestuurder werkzaam is. _
Benoeming vindt plaats met inachtneming van een door de raad van toezicht vast te stellen profielschets, die vooraf openbaar wordt gemaakt. _ Alvorens tot benoeming over te gaan, worden de ondersteuningsplanraad _
en de algemene vergadering in de gelegenheid gesteld daaromtrent
advies uit te brengen.
Personen die gedurende vier jaar voorafgaande aan de benoeming lid van de raad van toezicht zijn geweest, kunnen niet tot directeur-bestuurder worden benoemd.
Tenzij bij het besluit tot benoeming anders is bepaald, heeft benoeming plaats voor onbepaalde tijd.
3. Ten behoeve van de benoeming van de directeur-bestuurder wordt, bij besluit van de raad van toezicht, met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, een benoemingsadviescommissie ingesteld.
4. De raadsleden X xxx xx xxxx van toezicht beslissen over ontslag en schorsing van de directeur-bestuurder.
De raad van toezicht stelt de ondersteuningsraad, de medezeggenschapsraad en de algemene vergadering in de gelegenheid advies uit te brengen omtrent een voorgenomen ontslag.
5. Indien niet binnen drie maanden nadat de directeur-bestuurder door de raadsleden A is geschorst, door de raadsleden A tot verlenging van de schorsing of tot ontslag is besloten, eindigt de schorsing.
6. Bij ontstentenis of belet van de directeur-bestuurder wordt het bestuur van de vereniging tijdelijk waargenomen door de door de raad van toezicht aangewezen persoon of personen, welke geen lid van de raad van toezicht kunnen zijn.
Van belet is sprake in geval van schorsing of ondercuratelestelling van de _
directeur-bestuurder. Van belet is eveneens sprake bij ziekte of onbereikbaarheid van de directeur-bestuurder, als gevolg waarvan, ter
beoordeling van de raad van toezicht, de directeur-bestuurder niet in staat_
is zijn taak uit te oefenen.
Artikel 9 - Directeur-bestuurder: taak, vergadering en besluitvorming
1. De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de vereniging, onder toezicht van de raad van toezicht, zulks alles met inachtneming van _
de wet en van deze statuten.
Bij de vervulling van zijn taak richt de directeur-bestuurder zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
2. De directeur-bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en
besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstijdig is met het belang van de vereniging en de met haar _
verbonden organisatie. Het besluit wordt alsdan genomen door de raad
van toezicht, zulks met inachtneming van het te dezen in artikel 14 lid 7 bepaalde.
3. Besluitvorming van de directeur-bestuurder wordt schriftelijk vastgelegd.
4. Ter zake van de taakvervulling van de directeur-bestuurder kan de algemene vergadering, na de raad van toezicht en de directeur-bestuurder in de gelegenheid te hebben gesteld daaromtrent advies uit te brengen, bij reglement nadere regels stellen, zulks met inachtneming van het bepaalde in de wet en de statuten.
Artikel 10 - Directievoering, goedkeuring directiebesluiten en aanwijzingen
1. De directeur-bestuurder bestuurt de vereniging met inachtneming van:
a. het ondersteuningsplan;
b. de vastgestelde begroting; en
c. het jaarplan,
een en ander zoals vastgesteld op de in artikel 15 bepaalde wijze.
2. Onverminderd het overigens in deze statuten bepaalde, in het bijzonder ook in lid 1, is goedkeuring van de raad van toezicht nodig voor de besluiten van de directeur-bestuurder betreffende:
a. vaststelling van de strategische doelstellingen in een beleidsplan van de vereniging (missie en visie);
b. vaststelling van het ondersteuningsplan, jaarplan en de meerjarenbegroting van het samenwerkingsverband;
c. vaststelling van het jaarverslag van de vereniging;
d. vaststelling van een uitvoerend functionarisstatuut alsmede vaststelling van de kaders voor de uitvoerend functionaris;
e. aanvraag van faillissement van de vereniging en van surseance van _
betaling;
f. het opstellen en aangaan van een samenwerkingsovereenkomst, zulks alles behoudens voor zover deze handelingen zijn opgenomen in het lid 1 bedoelde jaarplan.
3. Onverminderd het in de vorige leden en overigens in deze statuten bepaalde is goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor de besluiten van de directeur-bestuurder betreffende:
a. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vereniging met een andere rechtspersoon of vennootschap, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vereniging;
b. het vestigen of opheffen van filialen, bijkantoren of nevenbedrijven;
c. de benoeming van functionarissen als bedoeld in artikel 11 lid 3 van deze statuten;
d. beëindiging van de dienstbetrekking van een werknemer van de vereniging;
e. ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een werknemer van de vereniging;
f. het beëindigen van de activiteiten van de vereniging of van een aanmerkelijk deel van de aan de vereniging verbonden organisatie;
g. het aanvragen van faillissement of surséance van betaling van de vereniging;
h. besluiten strekkende tot die rechtshandelingen, welke door de algemene vergadering op voldoende bepaalde wijze aan haar voorafgaande goedkeuring zijn onderworpen.
4. Het ontbreken van goedkeuring van de raad van toezicht, respectievelijk van de algemene vergadering voor een besluit als bedoeld in de voorgaande leden kan door de vereniging niet aan derden worden tegengeworpen en evenmin door derden aan de vereniging worden tegengeworpen.
5. x. Xx xxxx van toezicht kan besluiten dat een in lid 2 van dit artikel genoemd besluit niet aan de goedkeuring van de raad van toezicht is _
onderworpen wanneer het daarmee gemoeide belang een door de
raad van toezicht te bepalen en schriftelijk aan de directeur- bestuurder opgegeven waarde niet te boven gaat.
De algemene vergadering kan, gehoord de raad van toezicht, in algemene zin, dan wel voor een of meer door haar aangegeven
concrete gevallen, ontheffing verlenen van de in lid 2 gegeven goedkeuringsregeling, zoals ook van door de raad van toezicht op de _
voet van de eerste volzin van dit onderdeel, te weten lid 5 sub a,
gegeven regeling, en aan een dergelijke ontheffing nadere voorwaarden en bepalingen verbinden.
b. De algemene vergadering kan besluiten dat een in lid 3 van dit artikel _
genoemd besluit niet aan de goedkeuring van de algemene vergadering is onderworpen wanneer het daarmee gemoeide belang _
een door de algemene vergadering te bepalen en schriftelijk aan de
directeur-bestuurder opgegeven waarde niet te boven gaat.
6. De directeur-bestuurder moet zich gedragen naar de door de algemene vergadering, gehoord de raad van toezicht, gegeven aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van het te voeren beleid, tenzij deze in strijd zijn met het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
Artikel 11 - Vertegenwoordiging
1. De directeur-bestuurder vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de_
wet niet anders voortvloeit.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan de directeur-bestuurder toekomt is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde _
voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
3. De directeur-bestuurder kan functionarissen met algemene of beperkte
vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. ledere functionaris vertegenwoordigt de vereniging met inachtneming van de begrenzing aan _
zijn bevoegdheid gesteld.
Hun eventuele titulatuur wordt door de directeur-bestuurder bepaald.
4. Ingeval van tegenstrijdig belang tussen de vereniging en de directeur-
bestuurder wordt de vereniging niettemin op de hiervoor in lid 1 gemelde wijze vertegenwoordigd, zulks onverminderd het elders in deze statuten ten aanzien van de betreffende besluitvorming bepaalde.
Artikel 12 - Raad van toezicht: benoeming, schorsing en ontslag
1. De vereniging heeft een raad van toezicht, bestaande uit drie (3) of vijf (5) _
natuurlijke personen aangeduid als raadslid A, dan wel raadslid B.
Het aantal leden van de raad van toezicht en de kwalificatie "raadslid A"
dan wel "raadslid B", wordt met inachtneming van het in de vorige volzin bepaalde, vastgesteld door de algemene vergadering, nadat de directeur- _
bestuurder en raad van toezicht in de gelegenheid zijn gesteld
daaromtrent advies uit te brengen.
De functie van voorzitter van de raad van toezicht wordt bij meerderheid van stemmen van de algemene vergadering toegewezen aan één van de _
raadsleden A.
2. De raadsleden A worden benoemd door de algemene vergadering. De raadsleden B worden benoemd door de raad van toezicht zelf.
3. Indien de raad van toezicht bestaat uit drie (3) leden, zijn twee van hen raadslid A en één van hen raadslid B. Indien de raad van toezicht bestaat _ uit vijf (5) leden, zijn drie van hen raadslid A en twee van hen raadslid B. _ Indien op enig moment door de algemene vergadering wordt besloten om _
van vijf (5) naar drie (3) leden te gaan, zal tegelijkertijd worden besloten
welke leden dienen te defungeren.
4. Benoeming vindt plaats met inachtneming van de door de algemene vergadering vast te stellen profielschets, omvattende een profiel per lid van de raad van toezicht, dat vooraf openbaar wordt gemaakt. Alvorens tot benoeming over te gaan worden de ondersteuningsplanraad, de directeur-bestuurder en de raad van toezicht in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over deze profielschets.
De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de directeur-bestuurder, de algemene vergadering en welk
deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren en als raad _
van toezicht een deugdelijk en onafhankelijk toezicht kan uitoefenen, hetgeen in ieder geval inhoudt dat tot lid van de raad van toezicht niet kunnen worden benoemd personen en hun echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, alsmede hun pleegkinderen en bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad, die;
a. directeur-bestuurder, medewerker, of lid van de ondersteuningsplanraad, dan wel medezeggenschapsraad zijn, respectievelijk in een periode van vier jaar voorafgaande aan de benoeming zijn geweest;
b. als bestuurder, intern toezichthouder, lid van enig medezeggenschapsorgaan of werknemer verbonden zijn aan een lid _
of voormalig lid van de vereniging, respectievelijk aan een
aangeslotene of een voormalig aangeslotene van de vereniging, respectievelijk in een periode van vier jaar voorafgaande aan de benoeming als zodanig verbonden zijn geweest;
c. lid zijn van het college van burgmeester of wethouders dan wel van de raad van de gemeente die wordt gevormd door de regio;
d. gedurende de periode van lidmaatschap van de raad van toezicht een belangrijke zakelijke relatie met de vereniging hebben, respectievelijk _
zulks in een periode van vier jaar voorafgaand aan de benoeming
hebben gehad.
Eén (1) lid X xxx xx xxxx van toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van de ondersteuningsplanraad, behoudens indien de ondersteuningsplanraad van dit voordrachtrecht geen gebruik wenst te maken, in welk geval de raad van toezicht ter zake van de betreffende zetel vrij is in de keus en de aldus benoemde voor de duur van zitting geldt als te zijn benoemd op bindende voordracht van de ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad wordt geacht niet
van zijn voormelde voordrachtrecht gebruik te willen maken, indien hij niet _
binnen na drie maanden na daartoe schriftelijk door de raad van toezicht te zijn uitgenodigd schriftelijk de voordracht heeft gedaan.
5. De leden van de raad van toezicht worden voor een periode van vier (4) jaar benoemd. Een lid van de raad van toezicht is na ommekomst van deze periode eenmaal voor eenzelfde periode van vier (4) jaar herbenoembaar. De raad van toezicht kan een rooster van aftreden vaststellen volgens hetwelk zijn leden aftreden en met betrekking tot een dergelijk rooster nadere regels stellen.
6. Een lid van de raad van toezicht kan te allen tijde door de algemene
vergadering worden geschorst en ontslagen. Ook de raad van toezicht is bevoegd leden X xxx xx xxxx van toezicht te schorsen en te ontslaan. De _
directeur-bestuurder en de raad van toezicht worden in de gelegenheid
gesteld advies uit te brengen omtrent een besluit tot ontslag.
7. Indien niet binnen drie maanden nadat een besluit tot schorsing van een lid van de raad van toezicht is genomen, door de algemene vergadering wordt besloten tot ontslag of tot verlenging van de schorsing, eindigt de schorsing.
8. De bezoldiging van ieder lid van de raad van toezicht wordt vastgesteld door de algemene vergadering, op voorstel van de raad van toezicht.
9. Ingeval van ontstentenis of belet van één of meer leden van de raad van toezicht zullen de overblijvende leden of is het enig overblijvende lid van de raad van toezicht een bevoegde raad van toezicht.
Xxxxxxx van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of het enige lid, is de persoon die de algemene vergadering daartoe
aanwijst of heeft aangewezen tijdelijk belast met het houden van toezicht _
op het beleid van de directeur-bestuurder en van de algemene gang van zaken in de vereniging en de met haar verbonden organisatie. Deze persoon neemt zo spoedig mogelijk de maatregelen om een definitieve voorziening te doen treffen.
Van belet is onder meer sprake in geval van schorsing of ondercuratelestelling van een lid van de raad toezicht. Van belet is eveneens sprake bij ziekte of onbereikbaarheid van een lid van de raad van toezicht, als gevolg waarvan, ter beoordeling van de raad van toezicht
of de algemene vergadering, dit lid niet in staat is zijn taak uit te oefenen. _
Artikel 13 - Raad van toezicht: taak en bevoegdheden
1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken in de vereniging _
en de met haar verbonden organisatie. Hij staat de directeur-bestuurder
met raad terzijde.
De raad van toezicht heeft in het bijzonder tot taak:
a. het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen, waaronder mede begrepen verplichtingen volgens de WVO 2020, de WEC en de_
WMS, de door de vereniging krachtens besluit van de algemene vergadering ingevolge de WVO 2020 en de WEC gehanteerde code voor goed bestuur en de afwijkingen van die code; en
b. het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van middelen verkregen op _
grond van de WVO 2020 de WEC;
c. het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van zijn taken en de uitoefening van zijn bevoegdheden als bedoeld in artikel _
15 en 22 lid 7, alsmede zoals hiervoor in dit lid bedoeld.
Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de raad van toezicht zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie;
d. het opstellen van een toezichtskader met betrekking tot haar taak als _
toezichthouder op het functioneren van de directeur-bestuurder.
2. De directeur-bestuurder verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van de taak van de raad van toezicht noodzakelijke gegevens._
3. De leden van de raad van toezicht verdelen hun werkzaamheden in
onderling overleg, met dien verstande dat de voorzitter van de raad van toezicht door de algemene vergadering in functie wordt benoemd.
4. De raad van toezicht heeft toegang tot de gebouwen en terreinen van de vereniging en is bevoegd de boeken en bescheiden van de vereniging in te zien.
5. De raad van toezicht kan zich door deskundigen laten bijstaan voor rekening van de vereniging.
6. Terzake van de taakvervulling door de raad van toezicht kan de algemene vergadering, na de raad van toezicht en de directeur-bestuurder in de gelegenheid te hebben gesteld daaromtrent advies uit te brengen, bij reglement nadere regels stellen, zulks met inachtneming van de wet en de statuten.
Artikel 14 - Raad van toezicht: vergaderingen en besluitvorming
1. De raad van toezicht vergadert telkens wanneer zijn leden of een lid zulks _
nodig acht, doch tenminste eenmaal per drie (3) maanden. leder lid van de raad van toezicht is bevoegd om, in persoon of bij een schriftelijke
volmacht aan een mede lid van de raad van toezicht, aan de vergadering _
deel te nemen, tenzij de raad van toezicht met betrekking tot een bepaalde vergadering anders besluit.
2. Elk lid van de raad van toezicht is bevoegd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen. Tenzij de raad van toezicht unaniem anders_
besluit, wordt ieder lid van de raad van toezicht tot elke voorgenomen
vergadering van de raad opgeroepen met inachtneming van een termijn van tenminste acht (8) werkdagen voor de dag van de vergadering, zulks _
middels schriftelijke oproepingsbrieven onder bijvoeging van de agenda
en (voor zover mogelijk) afschriften van alle stukken die naar verwachting _
in de betreffende vergadering aan de orde zullen komen, een en ander behoudens dringende of aan uiterste termijn gebonden aangelegenheden, in welk geval een in de omstandigheden geschikte oproepingstermijn in acht wordt genomen. In alle oproepingsbrieven worden tijdstip en plaats van de betreffende vergadering vermeld.
3. Alle besluiten van de raad van toezicht worden genomen:
a. in een vergadering van de raad van toezicht: met volstrekte meerderheid van stemmen door de aanwezige en stemgerechtigde
leden, mits in die vergadering meer dan de helft van de leden aanwezig zijn. Bij staken van stemmen is het voorstel verworpen; of
b. buiten een vergadering van de raad van toezicht: bij schriftelijk besluit _
dat door ieder lid van de raad van toezicht in gelijke of nagenoeg gelijke vorm is ondertekend.
4. Elk lid van de raad van toezicht heeft in de vergadering van de raad van toezicht één stem. Besluitvorming binnen de raad van toezicht vindt plaats op basis van op consensus gericht overleg.
5. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een medelid van de raad van toezicht bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Een lid van de raad van toezicht kan voor niet meer dan één mede lid van de raad van toezicht als gevolmachtigde optreden.
6. Indien de raad van toezicht dit nodig oordeelt, is de directeur-bestuurder verplicht de vergaderingen van de raad van toezicht bij te wonen en daarbij alle gewenste inlichtingen te verstrekken.
7. Een lid van de raad van toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en _
besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de aan haar _
verbonden onderneming.
Wanneer door het bepaalde in de vorige volzin geen besluit door de raad _
van toezicht kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
8. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering besluiten, mits het besluit daartoe wordt genomen met schriftelijk uitgebrachte algemene stemmen van alle leden van de raad van toezicht.
9. Het bepaalde in dit artikel met betrekking tot de raad van toezicht geldt op _
dezelfde wijze voor een vergadering van de raadsleden X xxx xx xxxx van toezicht.
Artikel 15 - Ondersteuningsplan, meerjarenbegroting en jaarplan
1. Het ondersteuningsplan wordt eens per vier (4) jaar vastgesteld op de wijze als hierna nader te bepalen.
2. De directeur-bestuurder maakt, met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht, het voorlopig ontwerp van het ondersteuningsplan op. _
3. De directeur-bestuurder stelt vervolgens de ondersteuningsplanraad en de medezeggenschapsraad in de gelegenheid ten aanzien van het voorlopig _
ontwerp van het ondersteuningsplan advies uit te brengen en dit advies
met de ondersteuningsplanraad en de medezeggenschapsraad te bespreken. De directeur-bestuurder draagt er zorg voor dat dit advies op een zodanige wijze en op een zodanig moment wordt gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het ontwerp van het ondersteuningsplan.
4. Met inachtneming van het in lid 3 bepaalde wordt vervolgens door de
directeur-bestuurder met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht het ontwerp van het ondersteuningsplan vastgesteld. Dit ontwerp _
wordt aan de algemene vergadering ter goedkeuring aangeboden. De
algemene vergadering kan aan haar goedkeuring voorwaarden verbinden, bijvoorbeeld in de vorm van een of meer amendementen, of geheel of gedeeltelijk goedkeuring onthouden. Voor zover door de algemene vergadering goedkeuring wordt onthouden zal de directeur-bestuurder een gewijzigd ontwerp aan de algemene vergadering voorleggen.
5. Het door de algemene vergadering goedgekeurde ondersteuningsplan
wordt vervolgens ter instemming voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad. Eventuele wijzigingen in het ontwerp van het ondersteuningsplan welke worden aangebracht naar aanleiding van het verzoek om instemming aan de ondersteuningsplanraad behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht en van de algemene vergadering.
6. Het ondersteuningsplan wordt vastgesteld door de directeur-bestuurder overeenkomstig het ontwerp dat de instemming heeft van de ondersteuningsplanraad en de goedkeuring heeft van de raad van toezicht en van de algemene vergadering, overeenkomstig het in de leden 4 en 5 bepaalde.
7. Op een wijziging van het ondersteuningsplan is het hiervoor in de leden 2 _
tot en met 6 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
8. Het jaarplan en de meerjarenbegroting worden eens per jaar, voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar vastgesteld op de wijze als hierna nader _
te bepalen.
9. De directeur-bestuurder maakt, met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht, het voorlopig ontwerp van zowel het jaarplan als de meerjarenbegroting op. Daarbij neemt de directeur-bestuurder het ondersteuningsplan in acht.
10. Vervolgens wordt door de directeur-bestuurder met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht het ontwerp van het jaarplan en de _
meerjarenbegroting vastgesteld. Dit ontwerp wordt aan de algemene
vergadering ter goedkeuring aangeboden.
11. Het jaarplan en de meerjarenbegroting worden vastgesteld door de directeur-bestuurder overeenkomstig het door de raad van toezicht en de _
algemene vergadering overeenkomstig lid 10 goedgekeurde ontwerp.
12. Op een niet onbelangrijke wijziging van het jaarplan en de meerjarenbegroting is het hiervoor in de leden 9 tot en met 11 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 - ondersteuningsplan en het jaarplan; uitvoering en handhaving
1. Zowel in het ondersteuningsplan, als in het jaarplan kunnen nadere regels_
worden gesteld ten aanzien van de uitvoering daarvan en de handhaving _
van die uitvoering. Deze regels worden ook aangeduid als: algemene uitvoeringsregels.
Dergelijke algemene uitvoeringsregels kunnen ook anderszins worden vastgesteld en wel op overeenkomstige wijze als het jaarplan ingevolge artikel 15 wordt vastgesteld.
2. Algemene uitvoeringsregels kunnen zowel verplichtingen inhouden voor
de vereniging als voor haar leden. Voor de vereniging gaat het dan om de _
verplichting om in het kader van het ondersteuningsplan en het jaarplan middelen aan leden ter beschikking te stellen. Voor de leden gaat het dan _
om verplichtingen met de strekking om de aan hen in het kader van het
ondersteuningsplan en het jaarplan ter beschikking gestelde middelen overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming te besteden, over deze_ besteding verantwoording af te leggen, gelegenheid te bieden om op een _
ander toe te zien en voorts om verplichtingen met de strekking deze besteding en verantwoording te waarborgen, bijvoorbeeld in de vorm van _ een korting op toekomstige ter beschikking stelling van middelen, dan wel _
het opleggen van een boete ten gunste van de vereniging.
3. In het kader van zijn taak is de directeur-bestuurder belast met de
uitvoering van het ondersteuningsplan en van het jaarplan. Daar waar zulks voor de goede uitvoering van het ondersteuningsplan en het jaarplan nodig of wenselijk is, wordt een betrokken thema-adviesraad of commissie op de door de directeur-bestuurder nader te bepalen wijze bij de uitvoering van het ondersteuningsplan betrokken.
4. De directeur-bestuurder is met voorafgaande goedkeuring van de raad
van toezicht bevoegd, daar waar zulks naar zijn oordeel ten behoeve van _
de goede uitvoering van het ondersteuningsplan en het jaarplan nodig of wenselijk is specifiek ten aanzien van een of meer leden de toepasselijkheid van algemene uitvoeringsregels vast te stellen en nader te concretiseren, dergelijke, specifiek toepasselijk verklaarde en nader geconcretiseerde uitvoeringsregels ook aan te duiden als: leden specifieke uitvoeringsregels. Van een dergelijke toepasselijk verklaring en concretisering worden de betreffende leden schriftelijk op de hoogte gebracht.
Artikel 17 - Algemene vergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden_
toe, die niet door de wet of de statuten aan de directeur-bestuurder zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het bestuursverslag en de jaarrekening met de verklaring van de aldaar bedoelde accountant;
b. het verlenen van kwijting aan de directeur-bestuurder en leden van de raad van toezicht;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. voorstellen van de directeur-bestuurder of de leden, aangekondigd bij _
de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden bijeengeroepen zo dikwijls een lid van de vereniging, de directeur-bestuurder dan wel de raad van toezicht dit nodig of wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. Alsdan is dit lid, respectievelijk de directeur- bestuurder, respectievelijk de raad van toezicht bevoegd om de uitnodiging tot de vergadering te versturen.
4. De algemene vergadering is bevoegd om, ten behoeve van de haar in deze statuten in artikel 15 leden 4 en 10 toegekende goedkeuringsbevoegdheid, een zogenaamde auditcommissie uit haar
midden samen te stellen. Ook externen kunnen worden benoemd tot lid van deze commissie en ook het voorzitterschap van deze commissie kan _
aan een externe partij worden opgedragen. Deze commissie zal advies
uitbrengen aan de algemene vergadering, opdat deze op grond daarvan kan besluiten omtrent goedkeuring. In een door de algemene vergadering _
op te stellen reglement kan een profielschets en kunnen bijzonderheden
omtrent de werkwijze van deze commissie nader worden uitgewerkt.
Artikel 18 - Toegang en stemrecht
1. De besluitvorming binnen de algemene vergadering vindt plaats op basis _ van op consensus gericht overleg. Toegang tot de algemene vergadering _
hebben alle leden van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste
leden, zulks behoudens voor zover het betreft de behandeling van deze schorsing.
Rechtsgeldige besluiten kunnen slechts genomen worden met inachtneming van het in dit artikel bepaalde.
2. Een algemene vergadering vindt doorgang, indien twee/derde (2/3) van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is en:
- drie leden die ieder afzonderlijk het bevoegd gezag vormen van een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs ("categorie 1"); en
- drie leden die ieder afzonderlijk het bevoegd gezag vormen van een school voor Voortgezet Onderwijs ("categorie 2"),
aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Een lid kan zijn vergader- en stemrechten ook doen uitoefenen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. Een lid kan daarbij ten hoogste voor twee (2) andere leden als gevolmachtigde optreden.
Zijn de te noemen categorieën niet geheel aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt er een nieuwe algemene vergadering gehouden, niet eerder dan twee (2) weken na de eerste belegde vergadering en niet later dan vier (4) weken na de eerst belegde vergadering.
Indien wegens onvoltalligheid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die _
voor de eerste vergadering waren geagendeerd, ongeacht het aantal
leden dat aanwezig is.
3. Over toelating van andere dan de in lid 1 van dit artikel bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
4. Een lid heeft in de algemene vergadering het aantal stemmen als op na te_
melden wijze te bepalen. Voor het aantal door een lid uit te brengen stemmen is bepalend het aantal leerlingen ingeschreven bij het betreffende lid, te weten:
a. van nul (0) tot en met vijfhonderd (500) leerlingen: een (1) stem;
b. van vijfhonderdeen (501) tot en met éénduizend vijfhonderd (1.500) leerlingen: twee (2) stemmen;
c. van éénduizend vijfhonderdeen (1.501) tot en met vijfduizend (5.000) _
leerlingen: xxxx (3) stemmen en
d. vanaf vijfduizend een (5.001) en meer leerlingen: vier (4) stemmen. De teldatum voor het aantal leerlingen voor VO-leden is één oktober van het voorafgaande schooljaar.
De teldatum voor VSO-leden is één februari van het voorafgaande schooljaar.
Met de term "aantal leerlingen" wordt bedoeld het aantal ingeschreven leerlingen van de scholen in de regio van het samenwerkingsverband en het aantal leerlingen woonachtig in de regio, maar ingeschreven bij een buiten de regio gevestigde school waar speciaal onderwijs door het lid wordt verzorgd, behorend tot cluster drie (3) en vier (4) zoals bedoeld in de WEC.
De directeur-bestuurder en de raad van toezicht hebben een raadgevende stem in de algemene vergadering.
Artikel 19 - Voorzitterschap en notulen
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de door de algemene vergadering aan te wijzen persoon. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige persoon.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt,
die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken.
De inhoud van de notulen of van hel proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
Artikel 20 - Besluitvorming van de algemene vergadering
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of door middel van stembriefjes geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming
3. Is er stemming nodig in de algemene vergadering, dan vindt dit plaats bij volstrekte meerderheid van stemmen, met dien verstande dat in totaal tenminste drie (3) leden behorend tot in artikel 18 lid 2 genoemde categorie 1 en categorie 2 vóór het voorstel hebben gestemd.
Indien het in dit lid genoemde aantal van drie stemmen niet kan worden gehaald, omdat minder dan drie leden behorende tot een categorie in de algemene vergadering zijn vertegenwoordigd, dan kan het besluit in de tweede vergadering worden genomen indien alle aanwezige of
vertegenwoordigde leden van die categorieën vóór het voorstel stemmen. _
4. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen
kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid _
verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is
gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder _
niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming
het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan _
wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen slaken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Staken de stemmen, dan is het voorstel verworpen, onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen _
dat de stemmen door middel van stembriefles worden uitgebracht. Indien _
het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen door middel van stembriefjes _ worden uitgebracht. Xxxxxxxx door middel van stembriefjes geschiedt bij _
ongetekende gesloten briefjes.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van de directeur-bestuurder genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Dit geldt ook voor besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de vereniging.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits
met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen _
- dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
Artikel 21 - Bijeenroeping algemene vergadering
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door de directeur- bestuurder, een lid van de vereniging of door de raad van toezicht. De
oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen (waaronder begrepen e- _
mailadressen) van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5. _
De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen.
De oproeping kan geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door _
het lid voor dit doel schriftelijk aan de vereniging is bekend gemaakt.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld. Artikel 22 - Boekjaar/administratie, rekening en verantwoording jaarverslag
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De directeur-bestuurder is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de vereniging, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
De hiervoor bedoelde administratie wordt zodanig ingericht dat de opbrengsten en kosten van de activiteiten van de vereniging kunnen worden herleid tot haar afzonderlijke leden.
3. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt de directeur-bestuurder een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de vereniging. Binnen deze termijn legt
de directeur-bestuurder ook het bestuursverslag ter inzage van de leden. _
Na verloop van de termijn heeft ieder lid de bevoegdheid van de directeur- bestuurder in rechte te vorderen deze verplichtingen na te komen.
4. Voorts draagt de verenging er voor zorg, dat de opgemaakte jaarrekening _
en het bestuursverslag vanaf de oproep voor de algemene vergadering bestemd tot behandeling van de jaarrekening, te harer kantore aanwezig zijn. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van krijgen.
5. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de directeur-
bestuurder en de leden van de raad van toezicht; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave _
van reden melding gemaakt.
6. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering, die de _ directeur-bestuurder uiterlijk een maand na afloop van de in lid 3 bedoelde termijn doet houden.
Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan de directeur- bestuurder en de leden van de raad van toezicht. Omtrent kwijting van de _
directeur-bestuurder en leden van de raad van toezicht wordt door de
algemene vergadering afzonderlijk besloten.
7. Indien de vereniging daartoe wettelijk verplicht is, of er krachtens besluit van haar raad van toezicht dan wel algemene vergadering voor kiest de opgemaakte jaarrekening te laten onderzoeken door een accountant, zal het rapport van de accountant met de opgemaakte jaarrekening ter inzage
worden gelegd op de wijze als in de leden 3 en 4 bepaald. De accountant _
wordt benoemd en ontslagen door de raad van toezicht.
8. De directeur-bestuurder is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 23 - Geschillenregeling
1. De vereniging is aangesloten bij de Landelijke Arbitragecommissie Passend Onderwijs Samenwerkingsverbanden ter beslechting van geschillen in de vereniging en dan met name geschillen tussen de vereniging en een of meer van haar leden, dan wel tussen leden onderling,
2. De vereniging, dan wel de betrokken leden kunnen zich tot de in lid 1 bedoelde commissie richten, indien zij van mening zijn dat er sprake is van een geschil. Het geschil wordt beslecht door de commissie overeenkomstig de door haar daartoe gehanteerde regelingen.
3. De algemene vergadering kan een reglement vaststellen ten behoeve van_
beslechting van de in de vorige leden bedoelde geschillen, bevattende een of meer alternatieve en daarbij geregelde wijzen van geschillenbeslechting.
Artikel 24 - Statutenwijziging
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 20 leden 8 en 9 kan in de statuten van de vereniging geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Het besluit tot statutenwijziging behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe
geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag _
waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee derden _
van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet twee derden van de
leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen vier weken na de eerste vergadering waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
Tevens is op voormelde besluitvorming het bepaalde in artikel 20 lid 3 bepaalde, behoudens voor zover het de alsdan gemelde meerderheid betreft ,van overeenkomstige toepassing
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is de directeur-bestuurder bevoegd.
Artikel 25 - Ontbinding
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 24 is van overeenkomstige toepassing op het besluit tot ontbinding.
2. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de directeur-bestuurder, onder toezicht van de raad van toezicht. De algemene vergadering kan besluiten andere personen tot vereffenaar te benoemen.
3. Het batig saldo na vereffening wordt in overeenkomstig het doel van de vereniging besteed, op de wijze als bij het ontbindingsbesluit bepaald.
4. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
5. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1 Boek 2 Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 26 - Huishoudelijk reglement
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen met betrekking tot haar functioneren.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten van de vereniging.
Artikel 27 - Vermogensklem wegens omzetting
Aangezien de onderhavige vereniging is ontstaan door omzetting (en statutenwijziging) van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO/VSO 31.02, met zetel te Roermond, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 60139013,
zal het vermogen dat deze stichting bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting statutair was voorgeschreven.
SLOTVERKLARINGEN
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde ten slotte:
- dat door de omzetting het bestaan van de omgezette rechtspersoon niet is beëindigd;
- dat per de onderhavige omzetting en statutenwijziging tot directeur- bestuurder is benoemd:
xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxxxx, Xxxxxxx 0, geboren te Beek op zestien juni negentienhonderdzeventig;
- dat per de onderhavige omzetting en statutenwijziging tot lid van de raad van toezicht zijn benoemd:
- de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxx, gemeente Stein, Xxxxxxxxxxxxx 00, geboren te Maastricht op één april negentienhonderdnegenenzeventig, als lid A;
- de xxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxx, wonende te 0000 XX Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx 0, xxxxxxx xx Xxxxxxx op negentien november negentienhonderddrieënvijftig, als lid A;
- de xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, wonende te 6081 NP Haelen, Xxxxxxxxxxx 00, geboren te Someren op twee februari negentienhonderdzevenenzestig, als lid B;
- waarbij aan de xxxx Xxxxxxxxx als lid X xxx xx xxxx van toezicht de kwalificatie "op voordracht van de ondersteuningsplanraad" is toegekend.
Ten aanzien van één (1) lid A en één (1) lid X xxx xx xxxx van toezicht bestaat een vacature.
PARTNERREGISTRATIE
Waar in deze akte de termen ongehuwd of nimmer gehuwd geweest worden gebruikt, is daaronder tevens begrepen het niet geregistreerd zijn of het niet geregistreerd zijn geweest als partner in de zin van het geregistreerd partnerschap zoals opgenomen in Titel 5a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
_
WOONPLAATSKEUZE
Partijen kiezen voor alles wat deze akte betreft woonplaats op het kantoor van de notaris, bewaarder van deze akte.
WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Roermond, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en van hun identiteit is gebleken uit een daartoe bestemd en door hen overlegd identiteitsbewijs. De zakelijke inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht.
_
De verschenen personen hebben eenparig verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, van de inhoud van de akte tijdig te hebben kennis genomen, daarmee in te stemmen en te zijn gewezen op de gevolgen, die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien.
Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing onmiddellijk eerst door de verschenen personen en daarna door mij, notaris, ondertekend.
Volgt ondertekening.
VOOR AFSCHRIFT