Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.: ……………………….……….………………………………………………………………..……………….………………………….…… ………………………..……………………… INVESTERINGSAFTREKVOOR NATUURLIJKE PERSONENAANSLAGJAAR 2022
Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.: | ……………………….……….……………… ……………………………………………….. ……………….………………………….…… ………………………..……………………… | VOOR NATUURLIJKE PERSONEN AANSLAGJAAR 2022 |
A. Eenmalige aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Eenmalige aftrek (kolom 3 x kolom 2) 4 | |
1. Investeringen gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020 (in een boekjaar 2020-2021): | ||||
a) Octrooien, investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca- inrichtingen en digitale investeringen ............................. | ||||
13,5 % | ......................................... | .......................................... | ||
b) Investeringen in beveiliging ............................................ | 20,5 % | ......................................... | .......................................... | |
c) Andere investeringen ...................................................... | 8 % | ......................................... | .......................................... | |
2. Investeringen gedaan vanaf 12.03.2020 ............................. | 25 % | ......................................... | .......................................... | |
3. TOTAAL (nrs. 1 en 2) (A) | .......................................... | |||
B. Gespreide aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Aanneembare afschrijvingen 4 | Gespreide aftrek (kolom 4 x kolom 2) 5 |
1. Investeringen voor onderzoek en ontwikkeling .......................................... | ||||
20,5 % | ......................................... | ......................................... | .......................................... | |
2. Andere investeringen gedaan door belastingplichtigen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen.................... | ||||
10,5 % | ......................................... | ......................................... | .......................................... | |
3. TOTAAL (nrs. 1 en 2) (B) | .......................................... | |||
C. Totaal A + B (C) | .......................................... | |||
D. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken (D) | .......................................... | |||
E. Gecumuleerd bedrag van vroegere investeringsaftrekken die nog niet zijn afgetrokken (E) | .......................................... | |||
F. Totaal C + D + E (F) | .......................................... | |||
G. Aftrekbaar voor het belastbaar tijdperk (G) | .......................................... | |||
H. Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken (F - G) (H) | .......................................... | |||
VOOR ECHT VERKLAARD, ………………………………………………..(datum) ………………………………………………..(handtekening) |
276 U – 2022 Federale Overheidsdienst FINANCIEN – Algemene Administratie van de Fiscaliteit
II. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.: | ……………………….……….……………… ……………………………………………….. ……………….………………………….…… ………………………..……………………… | VOOR NATUURLIJKE PERSONEN AANSLAGJAAR 2022 AFSCHRIFT te bewaren door de belastingplichtige Dit afschrift is uitsluitend bestemd voor de belastingplichtige en kan dus niet als geldige opgave worden teruggezonden. |
A. Eenmalige aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Eenmalige aftrek (kolom 3 x kolom 2) 4 | |
1. Investeringen gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020 (in een boekjaar 2020-2021): | ||||
a) Octrooien, investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen, rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca- inrichtingen en digitale investeringen ............................. | ||||
13,5 % | ......................................... | .......................................... | ||
b) Investeringen in beveiliging ............................................ | 20,5 % | ......................................... | .......................................... | |
c) Andere investeringen ...................................................... | 8 % | ......................................... | .......................................... | |
2. Investeringen gedaan vanaf 12.03.2020 ............................. | 25 % | ......................................... | .......................................... | |
3. TOTAAL (nrs. 1 en 2) (A) | .......................................... | |||
B. Gespreide aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Aanneembare afschrijvingen 4 | Gespreide aftrek (kolom 4 x kolom 2) 5 |
3. Investeringen voor onderzoek en ontwikkeling .......................................... | ||||
20,5 % | ......................................... | ......................................... | .......................................... | |
4. Andere investeringen gedaan door belastingplichtigen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen.................... | ||||
10,5 % | ......................................... | ......................................... | .......................................... | |
3. TOTAAL (nrs. 1 en 2) (B) | .......................................... | |||
C. Totaal A + B (C) | .......................................... | |||
D. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken (D) | .......................................... | |||
E. Gecumuleerd bedrag van vroegere investeringsaftrekken die nog niet zijn afgetrokken (E) | .......................................... | |||
F. Totaal C + D + E (F) | .......................................... | |||
G. Aftrekbaar voor het belastbaar tijdperk (G) | .......................................... | |||
H. Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken (F - G) (H) | .......................................... | |||
276 U – 2022 Federale Overheidsdienst FINANCIEN – Algemene Administratie van de Fiscaliteit
II. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
TOELICHTING
A. VOORAFGAANDE OPMERKINGEN
Wie moet deze opgave invullen?
Deze opgave moet worden ingevuld door natuurlijke personen die aan de personenbelasting of aan de belasting van niet-inwoners zijn onderworpen, die winst of baten verkrijgen en die aanspraak maken op een investeringsaftrek.
Gebruikte afkortingen
aj.: aanslagjaar
art.: artikel
WIB 92: (van het) Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
KB/WIB 92: (van het) koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92
B. ALGEMEEN
1. De eenmalige investeringsaftrek is gelijk aan een percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht en van de nieuwe immateriële vaste activa, als die vaste activa in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt.
2. De eenmalige investeringsaftrek wordt afgetrokken van de winst of de baten van het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.
3. In bepaalde gevallen kan worden gekozen voor een gespreide investeringsaftrek. In dat geval is de investeringsaftrek gelijk aan een bepaald percentage van de afschrijvingen op die activa die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen (zie de uitleg bij vak I, B).
4. Als de aftrek meer bedraagt dan de winst of de baten van het belastbaar tijdperk, wordt het (eventueel beperkte - zie de uitleg bij vak I, E) verschil overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken.
5. Als bij de overdracht of buitengebruikstelling van een vast activum het totaal van de al verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek verleend die gelijk is aan dat verschil.
6. De investeringsaftrek wordt niet verleend als de winst of de baten worden bepaald volgens forfaitaire grondslagen van aanslag waarin de afschrijvingen forfaitair zijn opgenomen, behalve als het gaat om energiebesparende investeringen waarvoor de overheid geen financiële steun tot aanmoediging van energiebesparing heeft verleend.
7. De investeringsaftrek komt niet in aanmerking voor het bepalen van de latere meer- of minderwaarden op de vaste activa waarvoor hij is verleend.
C. UITGESLOTEN INVESTERINGEN
De investeringsaftrek is niet van toepassing op:
1. vaste activa die niet uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt
2. vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht met het doel het recht van gebruik ervan bij leasingcontract of bij overeenkomst van erfpacht of opstal, of een gelijkaardig onroerend recht, aan een derde over te dragen, als die vaste activa kunnen worden afgeschreven door de onderneming die het recht heeft verkregen
3. vaste activa waarvan het recht van gebruik op een andere dan de onder 2 vermelde wijze is overgedragen aan een andere belastingplichtige, tenzij die overdracht gebeurt aan een natuurlijke persoon of een vennootschap, die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, die de vaste activa in België gebruikt voor het verkrijgen van winst of baten en die het recht van gebruik ervan noch geheel, noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt
deze uitsluiting is niet van toepassing op bepaalde audiovisuele werken waarvan de distributierechten, met uitsluiting van alle andere rechten, tijdelijk worden overgedragen aan derden voor het uitzenden van die werken in het buitenland
4. vaste activa die niet afschrijfbaar zijn
5. vaste activa waarvan de afschrijving over minder dan 3 belastbare tijdperken is gespreid
6. personenauto’s en auto’s voor dubbel gebruik zoals ze zijn omschreven in de reglementering van de inschrijving van motorvoertuigen, met inbegrip van lichte vrachtauto’s bedoeld in art. 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomsten- belastingen gelijkgestelde belastingen, behalve als het gaat om:
- voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de autovoertuigen zijn vrijgesteld
- voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor praktisch onderricht in erkende autorijscholen en daartoe speciaal zijn uitgerust
7. bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben, worden afgeschreven.
D. TOELICHTING BIJ DE VAKKEN
Vak I. Berekening van de investeringsaftrek
Vak I, A dient voor het berekenen van de eenmalige investeringsaftrek op vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk verbonden aan aj. 2022.
De volgende bedragen moeten in vak I, A worden vermeld:
▪ in kolom 3: de afschrijfbare aanschaffings- of beleggings- waarde van de in aanmerking komende investeringen
▪ in kolom 4: de investeringsaftrek, die gelijk is aan het product van voormelde aanschaffings- of beleggingswaarde en het percentage vermeld in kolom 2.
Voor aj. 2022 gelden de volgende percentages:
1. voor investeringen gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020 (in een boekjaar 2020-2021):
a) 13,5 % voor:
- octrooien
- investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, d.w.z. vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken
- energiebesparende investeringen, d.w.z. vaste activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie
- rookafzuig- of verluchtingssystemen geïnstalleerd in rookkamers van horeca-inrichtingen, zijnde alle voor het publiek toegankelijke plaatsen of lokalen, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie, al dan niet ter plaatse, en dit zelfs kosteloos
- digitale investeringen, d.w.z. investeringen gedaan door natuurlijke personen die voor aanslagjaar 2022 op overeenkomstige wijze beantwoorden aan de criteria van art. 1:24, § 1 tot 6, van Wetboek van vennoot- schappen en verenigingen, in digitale vaste activa die dienen voor integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en in systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie
b) 20,5 % voor investeringen in beveiliging, d.w.z. materiële vaste activa die dienen voor de beveiliging van de beroepslokalen en hun inhoud en van de in art. 44bis, § 1, derde lid, WIB 92 bedoelde bedrijfsvoertuigen
c) 8 % voor andere van 01.01.2020 tot 11.03.2020 gedane investeringen (dan die beoogd in 1, a en b hiervoor) in nieuwe vaste activa
2. voor investeringen gedaan vanaf 12.03.2020: 25 %.
Vak I, B dient voor het berekenen van de gespreide investe- ringsaftrek voor vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk verbonden aan aj. 2022.
Belastingplichtigen die op de eerste dag van dat belastbaar tijd- perk minder dan 20 werknemers tewerkstelden, kunnen de investe- ringsaftrek over de afschrijvingsperiode van die activa spreiden. In dat geval wordt de aftrek voor de in het vorige lid bedoelde activa eenvormig bepaald op 10,5 % van de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van die periode worden aangenomen (zie vak I, B, 2).
In afwijking van het vorige lid en ongeacht het aantal tewerkgestelde werknemers, bedraagt de gespreide aftrek echter 20,5 % van de afschrijvingen (voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode) op investeringen voor onderzoek en ontwikkeling (d.w.z. vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomst- gerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken) die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbare tijdperk dat verbonden is aan aj. 2022 (zie vak I, B, 1).
De volgende bedragen moeten in vak I, B worden vermeld:
▪ in kolom 3: de afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde van de in aanmerking komende investeringen
in kolom 4: de afschrijvingen die voor het belastbaar tijdperk op die investeringen aanneembaar zijn
▪ in kolom 5: de investeringsaftrek, die gelijk is aan het product van voormelde afschrijvingen (kolom 4) en het percentage vermeld in kolom 2.
Vak I, D dient voor het vermelden van het totale bedrag van de gespreide aftrekken waarop de belastingplichtige aanspraak kan maken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken.
Indien bij de overdracht of buitengebruikstelling van een actiefbestanddeel het totaal van de reeds verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek verleend die gelijk is aan dat verschil. Het te vermelden bedrag omvat ook die aanvullende aftrek.
Het totale bedrag moet worden berekend in vak II of op een afzonderlijke bijlage.
In vak I, E moet het totale bedrag worden vermeld van het in principe voor aj. 2022 aftrekbare gedeelte van de investeringsaftrekken waarop de belastingplichtige tijdens vorige belastbare tijdperken aanspraak kon maken, maar die niet konden worden verleend bij gebrek aan voldoende winst of baten, of door de ter zake geldende aftrekbeperking (zie volgend lid).
De aftrek van het tijdens vorige belastbare tijdperken niet verrekende gedeelte van de investeringsaftrekken op de winst of de baten van het belastbare tijdperk verbonden aan aj. 2022, mag in geen geval meer bedragen dan 1.034.100 euro of, als het totale bedrag van de overgedragen investeringsaftrekken op het einde van het vorige belastbare tijdperk 4.136.390 euro overtrof, 25 % van dat totale bedrag.
In vak I, G moet het bedrag worden vermeld dat effectief kan worden afgetrokken, rekening houdend met de winst of de baten van het belastbaar tijdperk en met voormelde aftrekbeperking.
In vak I, H moet het totale bedrag worden vermeld dat, gelet op de toepassing van het vorige lid, naar latere belastbare tijdperken wordt overgedragen.
Vak II. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
Xxx XX dient voor het berekenen van het in vak I, D te vermelden bedrag van de gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken.
Als dit vak onvoldoende plaats biedt, moet die berekening worden gemaakt op een afzonderlijke bijlage en moet in vak II alleen het totale bedrag worden vermeld met verwijzing naar die bijlage.
E. TER BESCHIKKING VAN DE ADMINISTRATIE TE HOUDEN STUKKEN
De hiernavolgende documenten moeten niet bij de aangifte in de inkomstenbelastingen worden gevoegd, maar moeten wel ter beschikking worden gehouden van de administratie.
▪ Voor alle belastingplichtigen die aanspraak maken op de investeringsaftrek: een opgave, per categorie van de in rubriek D hiervoor bedoelde vaste activa, waarop van elk actiefbestanddeel de volgende gegevens worden vermeld:
1. de datum van aanschaffing of totstandkoming
2. de juiste benaming
3. de aanschaffings- of beleggingswaarde
4. de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur.
▪ Voor belastingplichtigen die voor de gespreide aftrek opteren is het met het oog op de berekening van de jaarlijkse aftrek aan te bevelen om de activa in elk van die opgaven per afschrijvingsduur te groeperen.
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de eenmalige aftrek voor een octrooi of recht tot exploitatie ervan verkregen van 01.01.2020 tot 11.03.2020: de documenten vermeld in art. 47bis, KB/WIB 92 (namelijk een afschrift van het contract waardoor de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft en het bewijs dat dat octrooi of recht tot exploitatie nooit door een onderneming voor uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de eenmalige aftrek voor investeringen voor onderzoek en ontwikkeling gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020: de documenten vermeld in art. 48, § 4, KB/WIB 92 (namelijk de in 1° tot 4° van die § 4 bedoelde verant- woordingen en een door het bevoegde Gewest uitgereikt attest waaruit blijkt dat de nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die resulteren uit het onderzoek en de ontwikkeling waarvoor de activa worden gebruikt, geen effect hebben op het leefmilieu of het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de eenmalige aftrek voor energiebesparende investeringen gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020: een attest van het Gewest waar de investering plaatsvindt (zie art. 49, KB/WIB 92).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de eenmalige aftrek voor digitale investeringen gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020: de facturen van de investeringen in de vaste activa bedoeld in art. 49/1, § 1, KB/WIB 92.
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor investeringen in beveiliging gedaan van 01.01.2020 tot 11.03.2020: de documenten vermeld in art. 491, § 4, KB/WIB 92 (namelijk de facturen van de investeringen in de materiële vaste activa bedoeld in § 1 van dat artikel en het betalingsbewijs van de bedragen die op die facturen voorkomen, evenals, wat de alarmsystemen en daaraan verbonden componenten bedoeld in § 1, 4°, a van dat artikel en de na- diefstalsystemen bedoeld in § 1, 4°, c van dat artikel betreft, het bewijs van schriftelijke overeenkomst met een vergunde alarmcentrale, en, wat de camerasystemen bedoeld in § 1, 4°, b van dat artikel betreft, het origineel of een kopie van het attest dat bewijst dat het systeem is aangegeven bij de commissie voor bescherming van de persoonlijke levenssfeer).