CONCEPT STATUTEN
CONCEPT STATUTEN
.... = flink anders dan onze huidige statuten (kleine, niet zo relevante wijzigingen zijn niet aangegeven)
….. = verplichte tekst vanuit de gemeente INHOUDSOPGAVE
BEGRIPPENLIJST 2
ARTIKEL 1 – NAAM, ZETEL EN DUUR 2
ARTIKEL 2 – ORGANEN 3
ARTIKEL 3 – DOEL 3
ARTIKEL 4 – LEDEN 4
ARTIKEL 5 – RECHTEN, PLICHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN 4
ARTIKEL 6 – VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN AANGAANDE DE GEMEENTE ROTTERDAM . 5
ARTIKEL 7 – RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE TUIN 6
ARTIKEL 8 – EINDE LIDMAATSCHAP 7
ARTIKEL 9 – BESTUUR 9
ARTIKEL 10 – TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR EN VERTEGENWOORDIGING 9
ARTIKEL 11 – COMMISSIES 10
ARTIKEL 12 – BESLUITVORMING 10
ARTIKEL 13 – ALGEMENE VERGADERING 11
ARTIKEL 14 – BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING 11
ARTIKEL 15 – BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING 12
ARTIKEL 16 – TOEGANG ALGEMENE VERGADERING 12
ARTIKEL 17 – REKENING EN VERANTWOORDING 12
ARTIKEL 18 – GELDMIDDELEN 13
ARTIKEL 19 – REGLEMENTEN EN UITVOERINGSBESLUITEN 13
ARTIKEL 21 – ONTBINDING EN VEREFFENING 14
ARTIKEL 22 - SLOTBEPALING 14
Begrippenlijst
Algemene Vergadering: het orgaan van de Vereniging dat wordt gevormd door stemgerechtigde leden van de Vereniging dan wel de bijeenkomst van de leden van de Vereniging.
Bestuur: het Bestuur van de Vereniging.
Gebied: Een oppervlakte grond van een bepaalde grootte gelegen in de gemeente Rotterdam.
Gebruiker: Een natuurlijk persoon die een klein gedeelte van het Volkstuinpark in gebruik heeft van de huurder en als zodanig een tuin onderhoudt.
Hij/ zijn: Waar in dit document het woord ‘hij’ dan wel ‘zijn’ staat geschreven, kan ook het woord ‘zij’ dan wel ‘haar’ gelezen worden.
Huurder: Een vereniging met rechtspersoonlijkheid die een volkstuinpark huurt van de verhuurder. Huurovereenkomst: De overeenkomst die een vereniging aangaat met de gemeente Rotterdam.
Kwaliteitseisen: Betreft een lijst van geboden en verboden voor zowel nuts- als verblijfstuinen die betrekking hebben op het gebruik van de tuin en die door de Gemeente Rotterdam zijn opgelegd. De kwaliteitseisen worden zowel in een overeenkomst als in een reglement opgenomen.
Lid/Leden: een Lid/leden van de Vereniging die voor de duur van het Lidmaatschap één tuin in gebruik heeft/hebben.
Nutstuin: Een tuin met groente- en fruitgewassen, zonder huisje voor verblijf, hooguit met een bescheiden plantenkas en/of een gereedschapskist voor (tuin)gereedschappen en dergelijke.
Partner: een meerderjarige, natuurlijk persoon, die door middel van een huwelijk danwel een geregistreerd partner verbonden is aan een Lid en die als zodanig door het Bestuur is toegelaten.
Plattegrond: Overzichtstekening van het volkstuinpark als opgenomen in bijlage 1. Statuten: de Statuten van de Vereniging.
Verblijfstuin: Een verblijfstuin is een particuliere tuin die voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt en niet bij de eigen woning ligt. Voornamelijk bedoeld als (recreatieve) siertuin en/of de verbouw van groenten/fruit, veelal voorzien van een bescheiden tuinhuisje, waarbij het huisje economisch eigendom is van de gebruiker.
Vereniging: de rechtspersoon waarop de Statuten betrekking hebben.
Verhuurd oppervlak Volkstuin: Het grondoppervlak van het volkstuinpark zoals op basis van NEN 2580-meting is berekend.
(Volks)Tuin: Een (volks)tuin is een particuliere tuin die voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt en niet bij de eigen woning ligt. Een volkstuin kan een nutstuin of een verblijfstuin zijn.
Volkstuinpark: Een verzameling nutstuinen, verblijfstuinen of een combinatie daarvan. Meestal heeft het verblijfstuinencomplex een publiek- en daarmee semi-openbaar karakter.
Artikel 1 – Naam, zetel en duur
1. De vereniging draagt de naam: Volkstuindersvereniging Blijdorp die in de statuten en reglementen verder wordt aangeduid met: ‘de vereniging’.
2. De vereniging is gevestigd te Rotterdam.
3. De vereniging is opgericht op 15 oktober 1934.
4. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, is gelijk aan het kalenderjaar.
5. De vereniging is ingeschreven in het Handelsregister, dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel.
Artikel 2 – Organen
1. Organen van de vereniging zijn:
a. het bestuur, en;
b. de algemene vergadering
c. Daarnaast kent de Vereniging personen en commissies die op grond van de Statuten door de Algemene Vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
Artikel 3 – Doel
1. De vereniging stelt zich ten doel:
a. de bevordering van het tuinieren en voorts
b. het verrichten van al hetgeen daaruit voortvloeit, daartoe bevorderlijk kan zijn, dan wel daarmede verband houdt.
2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door onder andere:
a. het verkrijgen van grond voor het aanleggen van tuinen ten behoeve van de leden;
b. het behartigen van de belangen van de leden;
c. het bevorderen van het amateurtuinieren;
d. het behoud van het huidige volkstuinenpark op het perceel aan de Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx Xxxxxxxxx.
e. het bevorderen in de ruimste zin van het woord van kennis van het milieu, flora en fauna in het algemeen en het kweken van bomen, bloemen, planten, groenten en fruit in het bijzonder;
f. het propageren en stimuleren van een zo milieu- en natuurvriendelijk gebruik van tuinenpark en de tuinen;
g. het streven naar sociaal-recreatief medegebruik, waar mogelijk faciliteren van nieuwe doelgroepen.
3. De vereniging hanteert voor het realiseren van haar doel de volgende uitgangspunten:
a. Het lid aanvaardt dat op het volkstuinenpark als algemeen uitgangspunt wordt aanvaard, dat het leden de mogelijkheid biedt om het tuinieren te beoefenen en om door gezamenlijke inspanning het volkstuinenpark te onderhouden, een en ander op zodanige wijze dat een respectvolle omgang met anderen op het volkstuinenpark plaatsvindt. Het lid zal zich tegenover leden en derden op het volkstuinenpark op de wijze zoals van een redelijk (het verstand) en billijk (en het gevoel) handelend lid telkens in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het lid zal zich voortdurend naar dit uitgangspunt richten.
b. Het is niet in overeenstemming met het uitgangspunt om het volkstuinenpark en de ter beschikking gestelde tuin te zien als een camping, een speeltuin of een toeristische attractie met het op die locaties gebruikelijke gedrag. Daarentegen is het wel in overeenstemming met het uitgangspunt om actief deel te nemen aan de sociale activiteiten op het volkstuinenpark en aan de gemeenschappelijke verplichtingen, waaronder met name, maar niet uitsluitend, het algemeen werk.
Artikel 4 – Leden
1. De vereniging kent leden. Voor de status van partners wordt verwezen naar het bepaalde in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging.
2. Leden zijn die meerderjarige personen die als lid zijn toegelaten, die wonen in Rotterdam, of binnen een straal van drie kilometer als niet- Rotterdammers, en aan wie één tuin in gebruik is gegeven. Een lid kan afkomstig zijn uit de regio Rotterdam, uitsluitend en alleen indien er geen enkele gegadigde voor een tuin gevonden kan worden afkomstig uit Rotterdam, er is dus sprake van -dreigende- leegstand.
3. Het lidmaatschap van de vereniging heeft betrekking op de tuin die aan het lid in gebruik is/zijn gegeven.
4. Een Partner dient eveneens woonachtig te zijn in gemeente Rotterdam en als zodanig zijn ingeschreven in de Basisregistratie personen..
5. Aan een lid kan slechts één tuin in gebruik worden gegeven.
6. Het bestuur beslist over de toelating tot het lidmaatschap. Bij niet toelating door het bestuur als lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
7. De vereniging houdt een wachtlijst bij voor nieuwe leden.
a. Leden van een vereniging met dezelfde doelstelling die wordt opgeheven binnen de gemeente Rotterdam, krijgen voorrang bij de toelating tot het lidmaatschap.
b. Er geldt voorkeur voor inwoners van Rotterdam, zijnde ingezetenen volgens de basisadministratie Rotterdam.
8. Het bestuur beslist niet eerder over het verzoek tot toelating dan nadat onder meer: a. de betrokkene een geldig, op zijn naam gesteld, legitimatiebewijs heeft getoond.
9. Het bestuur kan definitieve toelating van betrokkene onder andere weigeren:
a. indien het lidmaatschap van de betrokkene eerder door de vereniging is geweigerd of door opzegging is beëindigd.
b. indien de betrokkene of diens familieleden, partners en bezoekers voordien tot problemen op een tuinenpark aanleiding hebben gegeven;
c. indien op grond van mededelingen aan het bestuur of uit anderszins verkregen inlichtingen te verwachten is dat de betrokkene zich niet zal houden aan de statuten en reglementen of zich niet zal gedragen zoals van een goed volkstuinder mag worden verwacht.
10. De vereniging houdt een ledenadministratie bij, waarin de gegevens van leden zijn opgenomen, waaronder de naam/geboortedatum/adres/emailadres en telefoonnummer van de leden. In de ledenadministratie worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
11. Alle schriftelijke mededelingen aan of van de (organen van de) vereniging aan de leden geschieden door een langs elektronische weg toegezonden bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel bekend is gemaakt, tenzij het lid geen toegang heeft tot een elektronisch adres.
Artikel 5 – Rechten, plichten en verplichtingen van de leden
1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
a. de statuten en de reglementen van de vereniging en de besluiten van haar organen na te leven;
b. de belangen van de vereniging en/of de volkstuinderij in het algemeen niet te schaden;
c. door de overheid xxxxxxx van het gebruik van tuinen aan de vereniging gegeven voorschriften en/of aanwijzingen na te leven;
d. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam van haar leden aangaat, of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
Hiertoe tekenen de leden een ledencontract.
2. Het bestuur is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen welke voortvloeien uit het normale gebruik van een volkstuin en ook om ten behoeve van de leden verbintenissen via het ledencontract in combinatie met een lidmaatschapsovereenkomst aan te gaan.
3. De vereniging kan, voor zover uit de statuten niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen en voor zover dit in de statuten uitdrukkelijk is bepaald, te hunnen laste verplichtingen aangaan. Tenzij een lid zich hiertegen verzet, kan de vereniging ten behoeve van een lid nakoming van dit recht en schadevergoeding vorderen.
4. Een lid gedraagt zich met betrekking tot een tuin als een goed huisvader. Het lid gaat zorgzaam om met de hem ter beschikking gestelde tuin en met zijn aldaar aanwezige bouwsels en beplantingen.
Derhalve is het Lid is verplicht zijn volkstuin, bouwsels en beplantingen goed te onderhouden en in goede staat te houden, onkruid te verwijderen, zijn grond niet te vervuilen en schadelijke effecten voor het milieu te vermijden.
Het niet voldoen aan het hiervoor in dit lid bepaalde levert een overtreding op. Het bij herhaling niet voldoen aan bedoelde verplichtingen vormt voor de Vereniging een grond om het Lidmaatschap door opzegging te beëindigen. Deze bevoegdheid komt het Bestuur toe.
5. Het lid en degenen die bij het lid op bezoek zijn gedragen zich op het volkstuinenpark zodanig dat zij ten opzichte van andere leden en hun bezoekers geen overlast, in welke zin dan ook, bezorgen. Het lid en zijn bezoekers gedragen zich naar de omgangsnormen, zoals deze door de algemene vergadering zijn vastgesteld en door het bestuur worden gecontroleerd.
6. De leden zijn in het algemeen verplicht:
a. desgevraagd op eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven die relevant zijn voor het lidmaatschap te verstrekken aan het bestuur;
b. al die verplichtingen op zich te nemen casu quo al die werkzaamheden in de vereniging te verrichten, die door het bestuur of de algemene vergadering aan de leden zijn opgedragen;
c. de aanwijzingen van het bestuur stipt op te volgen;
d. om zich bij activiteiten van de vereniging behoorlijk te gedragen en mede te helpen bij het handhaven van de orde.
7. Een lid is voor iedere aan hem in gebruik gegeven tuin verplicht een door de algemene vergadering vastgesteld, inschrijfgeld en/of borgsom te voldoen.
8. Indien een lid niet tijdig aan zijn financiële verplichtingen voldoet, is hij vanaf de vervaldatum in verzuim en is het lid aan de vereniging de wettelijke rente verschuldigd. Indien het lid na een nieuw gestelde termijn nog niet volledig aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij buitengerechtelijke kosten verschuldigd zoals bepaald in het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten (WIK) zoals ingegaan per 1 juli 2012 (één juli tweeduizend twaal) en bij wijziging van deze wetgeving, conform de van dan af geldende wetten en regelgevingen.
Artikel 6 – Verplichtingen van de leden aangaande de gemeente Rotterdam
1. De vereniging heeft met de gemeente Rotterdam een huurovereenkomst gesloten waaruit ten behoeve van de aangesloten leden verplichtingen kunnen voortvloeien.
2. Het bestuur behoeft voor het wijzigen van de huurovereenkomst met de gemeente Rotterdam de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
3. Het Reglement Kwaliteitseisen, dat tevens onderdeel uitmaakt van de huurovereenkomst tussen de gemeente Rotterdam en de vereniging, is op alle leden van de vereniging van toepassing.
4. Het Reglement Kwaliteitseisen treedt in de vereniging in werking op de door het bestuur van de vereniging met de gemeente Rotterdam overeengekomen datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet.
5. Wijzigingen in het Reglement Kwaliteitseisen, treden in werking op de door de gemeente Rotterdam vastgestelde datum. Het bestuur van de vereniging doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in het Reglement Kwaliteitseisen via een publicatie mededeling aan de leden.
6. De vereniging is niet bevoegd zelf een wijziging in het Reglement Kwaliteitseisen aan te brengen. 7. Tenzij in het Reglement Kwaliteitseisen anders is bepaald, is het reglement op de leden van de
vereniging van toepassing volgens de laatste, door de gemeente Rotterdam vastgestelde versie.
8. De vereniging en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van het overeengekomen Reglement Kwaliteitseisen van de gemeente Rotterdam.
9. De verplichtingen om het bedoelde reglement te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
10. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de vereniging de in dit artikel te hunnen laste door de vereniging in de huurovereenkomst met de gemeente Rotterdam aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap, indien zij nog betrokken zijn bij de afhandeling van de verplichtingen die voortkomen uit het lidmaatschap.
Artikel 7 – Rechten en verplichtingen met betrekking tot de tuin
1. Het bestuur geeft een lid voor de duur van het lidmaatschap één tuin in gebruik en bepaalt welke tuin.
2. Het lid aanvaardt een tuin in de staat waarin deze verkeert en aanvaardt ook de omgeving waarin de tuin is gelegen en vrijwaart de vereniging voor alle zichtbare en onzichtbare gebreken.
3. Het lid is bevoegd de tuin overeenkomstig zijn bestemming voor de duur van het lidmaatschap te gebruiken, zulks met inachtneming van het hiertoe in de statuten en/of reglementen bepaalde.
4. In de door het lid aan de vereniging per tuin verschuldigde contributie zijn begrepen alle op zijn tuin(en) rustende lasten, waaronder door de vereniging aan derden, waaronder de overheid verschuldigde bedragen. De algemene vergadering stelt vast op welke wijze de lasten van de vereniging over de leden worden omgeslagen. De contributie dient op de door het bestuur aangegeven wijze binnen de gestelde betalingstermijn te zijn voldaan. Gespreide betaling is uitsluitend mogelijk na daarvoor van het bestuur verkregen schriftelijke toestemming en op een door het bestuur schriftelijk aangegeven wijze.
5. Het bestuur kan een lid toestaan om na vooraf verkregen toestemming van het bestuur op de aan het lid in gebruik gegeven tuin(en) een tuinhuisje en andere bouwsels te plaatsen en beplantingen aan te brengen, welke naar aard, omvang en gebruik moeten voldoen aan de door het bestuur en door de overheid daaraan gestelde eisen. Deze eisen worden in een afzonderlijk reglement vastgelegd.
6. Het is het lid niet toegestaan de bouwsels tot meerdere zekerheid aan anderen dan de vereniging in onderpand te geven of over te dragen, met uitzondering van die gevallen waarvoor schriftelijke toestemming van het bestuur is verkregen. Voor de verkoop van een bouwsel dient te worden voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 11 van het beleidskader van de gemeente Rotterdam, wat inhoudt dat levering van het bouwsel en betaling van de koopsom plaats dient te vinden via het bestuur van de vereniging, tegen de waarde zoals vastgesteld in een taxatierapport, waarbij de verkoop slechts kan worden overeengekomen met een aspirant-lid die bovenaan de wachtlijst staat. Het bestuur toetst aan de regels van de vereniging, waaronder de voorwaarden voor toelating. Overname van xxxxxxxx is niet verplicht.
7. Bouwsels dienen te voldoen aan de voorschriften vanuit het bestemmingsplan en andere regels die door de gemeente Rotterdam zijn opgelegd in onder meer de huurovereenkomst en de kwaliteitseisen.
8. Ter voldoening van al wat een lid op grond van zijn lidmaatschap aan de vereniging verschuldigd is, geeft het lid door aanvaarding van zijn lidmaatschap al zijn (toekomstige) bouwsels en beplantingen tot meerdere zekerheid aan de vereniging in pand. Bovendien verleent het lid door aanvaarding van zijn lidmaatschap een onherroepelijke machtiging aan de vereniging om tot verkoop of verwijdering van de bouwsels en beplantingen over te gaan indien hij in gebreke blijft aan enige financiële verplichting te voldoen, nadat hem door het bestuur een laatste termijn is gegund om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.
9. Blijft het lid na die laatste termijn in gebreke aan zijn verplichtingen tegenover de vereniging te voldoen, dan is het bestuur gerechtigd om al wat de vereniging op grond van het lidmaatschap van het lid te vorderen heeft, te verrekenen met wat de vereniging, van het lid onder zich heeft of zal krijgen en met de opbrengst van de verkoop van de bouwsels en beplantingen. De kosten van de verkoop en/of verwijdering komen voor rekening van het lid.
10. Bij aanvang van het lidmaatschap machtigt het lid het bestuur onherroepelijk om in een voorkomend geval de bij hem in gebruik gegeven tuin(en) en bouwsels te betreden om uitvoering te geven aan het in dit artikel bepaalde.
11.
a. Bij beëindiging van het lidmaatschap van een lid en in het geval van verkoop of overdracht van de bouwsels en beplanting dient de verkoop of overdracht via het bestuur plaats te vinden. Verkoop geschiedt tegen de vastgestelde taxatiewaarde.
b. Indien geen verkoop of overdracht van bouwsels en beplantingen heeft plaatsgevonden, dient het lid op de datum van beëindiging van zijn lidmaatschap zijn tuin als "zwarte grond" (dat wil zeggen ontdaan van alle bouwsels en beplantingen) ten genoegen van het bestuur aan de vereniging op te leveren. Bouwsels dienen te voldoen aan de eisen van het bestemmingsplan.
c. Blijft hij hiermede na een termijn van zes weken na ingebrekestelling in gebreke, dan wordt/worden de tuin(en) voor rekening van het lid in de lid 12 onder b vermelde staat gebracht. In dat geval wordt het lid geacht onherroepelijk afstand te hebben gedaan van zijn op of in zijn tuin(en) bevindende eigendommen. Ingeval van ontzetting of opzegging door de vereniging bepaalt het bestuur de datum waarop aan het in dit artikel bepaalde dient te zijn voldaan.
12. Het niet voldoen aan het bepaalde in dit artikel levert een overtreding op. Het bij herhaling niet voldoen aan bedoelde verplichtingen vormt voor de vereniging een grond om het lidmaatschap door opzegging te beëindigen. Deze bevoegdheid komt het bestuur toe.
13. De duur waarvoor de tuin ter beschikking wordt gesteld, eindigt op de datum waarop het lidmaatschap eindigt. Het lid is verplicht om op die datum de aan het lid ter beschikking gestelde tuin ten genoegen van het bestuur in goede staat en met inachtneming van het hieromtrent in de reglementen bepaalde op eerste verzoek weer aan de vereniging ter beschikking te stellen.
14. In die gevallen dat de vereniging het lidmaatschap met het betreffende lid heeft opgezegd conform artikel 8 lid 3, na het verstrijken van de beroepstermijn, kan zij het (voormalig) lid schriftelijk dan wel elektronisch verzoeken de bouwsels op de tuin en overige toebehoren conform dit artikel te verkopen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven binnen zes weken na verzenddatum van het verzoek, zal de vereniging overgaan tot verkoop en ontruiming conform lid 11 van dit artikel.
Artikel 8 – Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. Zij geschiedt schriftelijk aan het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier (4) weken. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk:
a. indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
b. binnen een maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is geworden of medegedeeld, tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen;
c. binnen een maand nadat een lid een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing en het lid schriftelijk aan het bestuur heeft medegedeeld het lidmaatschap om die reden te willen beëindigen.
3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan door het bestuur worden gedaan: vanaf één (1) augustus van het lopende boekjaar wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand op één (1) juli niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging voor het lopende boekjaar heeft voldaan of tegen het einde van het lopende boekjaar wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld.
4. In het geval van opzegging van het lidmaatschap door de vereniging zoals in het vorige lid staat omschreven, staat het dat lid vrij om beroep aan te tekenen bij de algemene ledenvergadering. Het lid dat beroep wil aantekenen, dient binnen zes (6) weken na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving van opzegging een schriftelijk verzoek in te dienen bij het bestuur van de vereniging. Dit verzoek dient de redenen voor het beroep uiteen te zetten en alle relevante documentatie te bevatten die het beroep ondersteunt. Het bestuur neemt het beroep van het lid op in de agenda van de eerstvolgende algemene ledenvergadering, mits dit binnen de voorgeschregen termijn is aangetekend. Het besluit van de algemene vergadering over het beroep is definitief en bindend voor alle partijen.
5. De opzeggingstermijn bedraagt ten minste vier (4) weken. Indien een opzegging tegen het einde van het lopende boekjaar niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. Tenzij verkoop en overdracht van de opstallen eerder gerealiseerd kan worden door het aanbieden van de tuin en opstallen aan een opvolgend lid (op de wachtlijst).
6. De opzegging kan evenwel onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de redenen.
7. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één
(1) maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.
9. Behalve in geval van dood en ontzetting, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de vereniging, of zolang enige andere aangelegenheid waarbij het lid betrokken is niet is afgewikkeld, alsmede de verkoop of
overdracht van zijn bouwsels en beplantingen daaronder begrepen. In bedoelde gevallen stelt het bestuur de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 9 – Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie (3) natuurlijke personen, die uit hun midden een secretaris en een penningmeester aanwijzen. De voorzitter wordt in functie gekozen.
a. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de Kascommissie.
b. Leden en partners die met elkaar zijn gehuwd en/of een gemeenschappelijke huishoudig voeren, kunnen niet tegelijkertijd in het bestuur zitting hebben.
2.
a. De leden van het bestuur worden door de algemene vergadering uit de leden en hun partners benoemd op voordracht van het bestuur. Deze voordracht is niet bindend. Bestuursleden worden benoemd voor de duur van drie (3) jaren met een maximum van twaalf (12) jaren.
b. Voorafgaand aan de benoeming dient het voorgenomen bestuurslid een Verklaring Omtrent Gedrag te overleggen. Onder een jaar wordt in dit verband verstaan de periode tussen twee
(2) opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen. Een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar na de eerste, tweede en derde termijn. Bestuursleden treden af conform het rooster van aftreden. Na afloop van de vierde termijn van drie (3) jaar is een bestuurslid herbenoembaar na één (1) jaar.
c. Bij (herhaaldelijk) tussentijds aftreden van een bestuurslid is dit bestuurslid niet herbenoembaar voor de restduur van de zittende termijn. De zittingsduur van de afgebroken termijn telt mee voor de maximum benoemingsduur van twaalf (12) jaar.
3. In een tussentijdse vacature in het bestuur wordt door de algemene vergadering zo spoedig mogelijk voorzien.
4. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene vergadering besluit tot schorsing of ontslag met een meerderheid van tenminste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen. De schorsing eindigt wanneer de algemene vergadering niet binnen drie (3) maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.
5. Het lidmaatschap van bestuur eindigt door overlijden, door ontslag, bedanken en wanneer het lidmaatschap van de vereniging eindigt en het bestuurslid geen partner meer is.
6. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden wordt de vereniging tijdelijk bestuurd door de personen of continuïteitscommisie die daartoe door de algemene vergadering zijn aangewezen.
7. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van een bestuurder. Van belet is in elk geval sprake indien een bestuurder wegens:
a. schorsing;
b. ziekte langer dan twee (2) maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee (2) maanden, tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een bestuurder bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de vereniging toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
Artikel 10 – Taken en bevoegdheden bestuur en vertegenwoordiging
1. Behoudens de beperkingen volgens de Statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de de leden van het bestuur zich naar het belang van de vereniging.
3. Indien het aantal leden van het bestuur beneden drie (3) is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.
4. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt. De voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering is niet van toepassing op het in gebruik geven van tuinen.
5. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee leden van het bestuur gezamenlijk.
6. Ieder lid van het bestuur is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
7. Een lid van het bestuur waakt ervoor dat er geen tegenstrijdig belang bestaat tussen zichzelf en de vereniging.
8. In het geval dat een lid van het bestuur een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging dient hij dit te melden aan de overige leden van het bestuur.
9. Een lid van het bestuur dient zich van de beraadslagingen en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
10. Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstijdig belang als bedoeld in lid 7 van dit artikel.
Artikel 11 – Commissies
1. Het bestuur en/of de algemene vergadering is/zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en op te heffen, alsmede hun benoeming, samenstelling, taken en bevoegdheden te regelen, voor zover deze niet geregeld zijn in de Statuten of in de reglementen. Commissies zijn verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat hen heeft ingesteld.
2. De leden van de kascommissie, welke bestaat uit minimaal twee (2) leden, worden benoemd door de algemene vergadering voor een maximale termijn van twee (2) jaar. Alleen leden kunnen lid zijn van de kascommissie.
3. De leden van de continuïteitcommissie worden benoemd door de algemene vergadering. 4. De leden van projectgroepen worden benoemd door het bestuur.
5. De leden van de taxatiecommissie worden benoemd door het bestuur.
Artikel 12 – Besluitvorming
1. Tenzij in de Statuten of in de reglementen anders is bepaald, worden besluiten in het bestuur, algemene vergaderingen en commissies genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat ter bepaling van die meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen de ongeldige stemmen worden afgetrokken.
2. Ongeldig zijn stemmen die blanco zijn, ondertekend onleesbaar zijn, een persoon niet duidelijk aanwijzen, de naam bevatten van een persoon die niet kandidaat gesteld is, voor iedere
verkiesbare plaats meer dan één (1) naam bevatten, meer bevatten dan een duidelijk aanwijzing van de persoon die is bedoeld.
3. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte geldige stemmen.
4. Indien de stemmen staken, is geen meerderheid behaald en is het voorstel verworpen. 5. Een lid kan in de algemene vergadering één stem per tuin uitbrengen.
6. Een lid kan een ander lid machtigen namens hem in de algemene vergadering zijn stem uit te brengen, met dien verstande dat ieder lid slechts door één ander lid kan worden gemachtigd.
7. Een volmacht kan alleen schriftelijk worden verleend en dient voor de aanvang van de vergadering aan het bestuur te zijn overhandigd.
8. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij het bestuur een schriftelijke stemming gewenst acht. Over personen wordt bij acclamatie gestemd indien er slechts één kandidaat is.
Over personen wordt schriftelijk gestemd bij ongetekende gesloten briefjes indien er meerdere kandidaten voor één functie zijn.
9. Bij een verkiezing waar niemand een volstrekte meerderheid heeft behaald, volgt een tweede stemming. Als er opnieuw geen volstrekte meerderheid wordt behaald, worden er herstemmingen gehouden totdat een persoon de meerderheid heeft of er een gelijkspel is tussen twee personen. Degene met de minste stemmen bij elke herstemming kan niet meer worden gekozen in de volgende ronde. Als er meerdere kandidaten zijn met hetzelfde aantal minste stemmen, wordt er geloot om te bepalen wie niet meer kan worden gekozen. Als bij een stemming tussen twee (2) personen een gelijkspel is, vindt er een tweede stemming plaats. Wanneer dit wederom niet leidt tot een volstrekte meerderheid wordt de uitslag beschouwd als zijnde verworpen. De verkiezing wordt opgenomen op de agenda van de volgende vergadering.
10. In de algemene vergadering kunnen geen besluiten worden genomen of stemmingen worden gehouden over onderwerpen die niet op de agenda zijn geplaatst, tenzij ten minste twee/derden (2/3) van de aanwezige leden van de algemene vergadering instemmen met de behandeling van het onderwerp. Onder behandeling van het onderwerp wordt uitdrukkelijk niet bedoeld het besluiten over dit onderwerp.
11. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde wanneer een lid dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
12. De vergaderingen van het bestuur en de algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door het langst zittende bestuurslid. Zijn bij een algemene vergadering geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
Artikel 13 – Algemene vergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of door de Statuten aan het bestuur of aan andere organen zijn opgedragen.
2. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging.
3. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door het bestuur aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
Artikel 14 – Bijeenroeping algemene vergadering
1. Jaarlijks wordt binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering gehouden. De algemene vergadering wordt bij voorkeur gehouden in de gemeente waarin de vereniging haar zetel heeft.
2. De bijeenroeping gebeurt langs elektronische weg met toevoeging van de agenda, zodanig dat het leesbaar en reproduceerbaar is, aan het mailadres dat door het lid voor dit doel aan de vereniging bekend is gemaakt.
3. De termijn van oproeping bedraagt tenminste twee (2) weken, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. In bijzondere gevallen dit ter beoordeling van het bestuur kan deze termijn worden bekort.
4. Op de algemene vergadering komen in ieder geval aan de orde:
a. vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering;
b. jaarverslag van het bestuur;
c. het financieel jaarverslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
d. het verslag van de kascommissie;
e. de vaststelling van de begroting voor het komende boekjaar;
f. de vaststelling van de contributie voor het komende boekjaar;
g. voorziening in eventuele vacatures;
h. ingediende voorstellen.
Artikel 15 – Buitengewone algemene vergadering
1. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig oordeelt of tenminste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van tenminste één/tiende (1/10) gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering. In laatstbedoeld geval moet de wens daartoe onder opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting, schriftelijk aan het bestuur kenbaar worden gemaakt.
2. Indien het bestuur niet binnen veertien (14) dagen na ontvangst van het onder lid 1 bedoelde verzoek gevolg heeft gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur een algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste één (1) ter plaatse veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen dan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.
Artikel 16 – Toegang algemene vergadering
1. De algemene vergadering zijn openbaar. Alle leden en partners hebben toegang. Het bestuur beslist of anderen dan de leden en partners toegang hebben tot de algemene vergadering. Een geschorst lid heeft slechts toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover dan het woord te voeren.
2. Een algemene vergadering gaat in een besloten zitting over indien de voorzitter, een lid van het bestuur of twintig procent (20%) van de aanwezige leden dit wensen. Tot een besloten zitting hebben toegang: het bestuur, de leden en diegenen die door de algemene vergadering daartoe worden toegelaten. Over wat in een besloten zitting is behandeld kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 17 – Rekening en verantwoording
1. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de Vereniging naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Vereniging kunnen worden gekend.
2. Het Bestuur brengt op een Algemene Vergadering binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier (4) maanden door de Algemene Vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de Vereniging en over het gevoerde beleid.
Het Bestuur legt de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering over.
Deze stukken worden ondertekend door de leden van het Bestuur; ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
3. Na verloop van de termijn kan ieder Lid in rechte van de gezamenlijke leden van het Bestuur vorderen dat de leden van het bestuur deze verplichtingen nakomen.
4. Het bestuur is verplicht jaarlijks de in lid 2 bedoelde stukken te doen onderzoeken door de kascommissie, die hiervan schriftelijk verslag uitbrengt aan het bestuur en aan de algemene vergadering.
5. De kascommissie bestaat uit ten minste twee (2) leden die door de algemene vergadering worden benoemd en die geen lid van het bestuur mogen zijn.
6. Het bestuur is verplicht de kascommissie voor haar onderzoek alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, hen desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
7. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en van de rekening en verantwoording gebeurt nadat is kennisgenomen van het verslag van de kascommissie en strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit de rekening en verantwoording blijken.
8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde bescheiden gedurende de daarvoor door de Wet vereiste termijn te bewaren.
Artikel 18 – Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. de jaarlijks voor de leden per tuin vastgestelde vergoeding;
b. subsidies;
c. giften;
d. rente inkomsten;
e. overige afdrachten van de leden en baten.
2. Bij beëindiging van het lidmaatschap tijdens het boekjaar vindt geen terugbetaling plaats van door het lid reeds betaalde vergoedingen, tenzij in het Huishoudelijk Reglement anders is bepaald.
Artikel 19 – Reglementen en uitvoeringsbesluiten
1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Het Reglement Kwaliteitseisen wordt vastgesteld door de gemeente Rotterdam en niet door de algemene vergadering vastgesteld en gewijzigd.
3. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet, het Reglement Kwaliteitseisen of met deze statuten.
Artikel 20 – Statutenwijziging
1. In de Statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de Statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste vier weken.
Het voorstel tot voormelde besluiten behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de gemeente Rotterdam.
2. Het bestuur draagt er zorg voor, dat in geval van een bijeenroeping van een algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging behalve vermelding in de oproepingsbrief voor de desbetreffende algemene vergadering, tenminste veertien (14) dagen vóór de vergadering, een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage wordt gelegd tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot wijziging van de Statuten kan slechts op een algemene vergadering met ten minste twee/derden (2/3) van de uitgebrachte geldige stemmen worden genomen.
4. Het bepaalde in lid 1 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Een wijziging van de statuten treedt niet eerder in werking dan na hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd, dat bevoegd is de vereniging te vertegenwoordigen.
6. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde Statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, waarin de vereniging is ingeschreven.
7. De statuten mogen geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of het Reglement Kwaliteitseisen.
Artikel 21 – Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan slechts worden genomen in een daartoe speciaal te houden algemene vergadering.
2. Het bepaalde in artikel 20 is, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing.
3. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als zodanig als vereffenaars op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan één of meer anderen opdraagt.
4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren gedurende de door de Wet vereiste termijn na afloop der vereffening. De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
6. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.
7. Tenzij de algemene vergadering bij haar besluit tot ontbinding een andere bestemming voor het batig saldo vaststelt, vervalt het batig saldo na vereffening aan de leden. Ieder lid ontvangt dan een gelijk deel.
Artikel 22 - Slotbepaling
In geval van tegenstrijdigheid tussen deze Statuten en enige wettelijke bepaling, prevaleren de wettelijke bepalingen.