Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
3 Uitsluitingen
4 Schade
5 Indexering
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de begripsomschrijvingen wordt eveneens verwezen naar artikel 1 van de Algemene Voorwaarden. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Afpersing
door bedreiging met geweld iemand dwingen een zaak af te geven met als doel wederrechtelijke bevoordeling;
1.2 Audiovisuele- en computerapparatuur
a. alle beeld-, geluids-, ontvang- en zendapparatuur (met uitzondering van mobiele telefoons), zoals radio’s, cd-,dvd- en blu-ray-spelers, televisietoestellen, videocamera’s, dvd,- harddisk- en videorecorders, navigatiesystemen;
b. alle soorten computerapparatuur.
Alles met inbegrip van de daarbij gebruikelijke randapparatuur en overige hulpmiddelen, zoals, cd’s, dvd's, blu-ray’s boxen, monitoren, schijf- en afdrukeenheden;
1.3 Beroving
met geweld iemand dwingen een zaak af te staan met als doel wederrechtelijke bevoordeling;
1.4 Braak
zichtbare verbreking van een afsluiting met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen;
1.5 Brand
een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Daarom is onder andere geen brand:
a. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
b. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Onder brand wordt ook verstaan: schroeien, zengen, smelten, verkolen en broeien;
1.6 Dagwaarde
de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag vanwege waardevermindering door veroudering of slijtage;
1.7 Geld en geldswaardig papier
onder geld wordt verstaan gemunt geld en bankbiljetten, zowel in euro’s als in overige valuta, dienende tot
wettig betaalmiddel.
Onder geldswaardig papier wordt verstaan papier dat een waarde in geld of een zekere geldsom vertegenwoordigt, zoals cheques, betaalpassen, creditcards, chipkaarten, telefoonkaarten, effecten en wissels. Onder geldswaardig papier wordt niet verstaan papieren waarmee een dienstverlening kan worden verkregen, zoals strippenkaarten, postzegels, abonnementen en toegangsbewijzen;
1.8 Glas
ruiten dienende tot lichtdoorlating, aanwezig in ramen en deuren van het op het polisblad omschreven woonhuis.
Onder ruiten wordt ook verstaan:
a. glas functionerend als ramen en deuren, glazen douchecabines;
b. lichtdoorlatend kunststof, aanwezig in of functionerend als ramen, deuren, koepels, lichtdoorlatende dakplaten;
1.9 Liggend glas
tot afdekking en lichtdoorlating dienend glas of kunststof, geplaatst onder een hoek van 45 graden of minder;
1.10 Herbouwwaarde
het bedrag nodig voor herbouw van het verzekerde woonhuis, onmiddellijk na het voorval op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming;
1.11 Eigenaars- en huurdersbelang
het particuliere belang dat u als huurder van het woonhuis of als eigenaar van het appartement op het risicoadres heeft. Hieronder vallen:
a. in uw appartement of gehuurde woning: betimmeringen, parketvloeren, behangschilder-, wit- en metselwerk, verwarmings-, sanitaire-, keuken- en beveiligingsinstallaties en andere vast met het gebouw verbonden voorzieningen;
b. buiten uw appartement of gehuurde woning: xxxxxxx, tuinhuisjes, kassen, schuttingen mits deze niet bestaan uit planten of rietmatten, garages, afdaken en overkappingen, die bestemd zijn om geruime tijd ter plaatse te blijven.
1.12 Inboedel
alle roerende zaken in eigendom van verzekerde, aanwezig in het woonhuis en behorende tot de particuliere huishouding. Met inbegrip van (brom- en snor)fietsen, surfplanken, opblaasbare boten, kleine huisdieren, en gereedschappen en kleding voor de uitoefening van een beroep in loondienst en gehuurde roerende zaken. Deze gehuurde zaken worden alleen tot de inboedel gerekend wanneer verzekerde voor verlies of beschadiging daarvan tegenover de verhuurder aansprakelijk is.
Uitgezonderd zijn:
a. geld en geldswaardig papier;
b. motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans, andere dan hier genoemde voertuigen, zeil- en motorboten en onderdelen en accessoires daarvan;
c. onbewerkte edele metalen en ongezette edelstenen;
1.13 Lijfsieraden
sieraden, inclusief horloges, die vervaardigd zijn om op of aan het lichaam te dragen en die geheel of ten dele bestaan uit (edel)metaal, gesteente, mineraal, ivoor, (bloed)koraal of andere dergelijke stoffen en parels.
Onder deze begripsomschrijving vallen ook de lijfsieraden die aan de oorspronkelijke bestemming zijn onttrokken, zoals de lijfsieraden die als beleggingsobject worden beschouwd.
Vulpennen, aanstekers en brillen vallen niet onder deze begripsomschrijving;
1.14 Marktwaarde
de prijs die uitdrukking geeft aan de waarde op de inkoopmarkt;
1.15 Nieuwwaarde
het bedrag nodig voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit;
1.16 Noodvoorziening
de redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening bij of na een gedekte gebeurtenis, aangebracht voor de verzekerde zaken, in afwachting van definitief herstel van de door de gebeurtenis ontstane schade aan de verzekerde zaken.
1.17 Ontploffing
onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende.
Als de ontploffing ontstaan is:
a. binnen een – al dan niet gesloten – vat dan moet:
1. een opening in de wand van het vat ontstaan zijn door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en
2. door die opening moet de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden zijn. Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
b. buiten een vat dan moet die krachtsuiting het onmiddellijk gevolg zijn van een scheikundige reactie. Onder ontploffing wordt niet verstaan: implosie;
1.18 Opruimingskosten
de niet al in de schadevaststelling begrepen kosten van afbraak, wegruimen of afvoeren van de verzekerde voorwerpen, wanneer de afbraak, wegruiming en/of afvoer het noodzakelijke gevolg is van een door deze polis gedekt evenement. Het bedrag van de opruimingskosten wordt vastgesteld door dezelfde expert(s) die het bedrag van de overige schaden, waartegen op deze polis dekking is verleend, vaststel(t)(len). Onder opruimingskosten vallen niet de kosten van sanering;
1.19 Overstroming
het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming veroorzaakt of het gevolg is van een door deze verzekering gedekt evenement.
Niet als overstroming wordt aangemerkt: het overlopen van bovengenoemde waterkeringen, indien dit overlopen wordt veroorzaakt door een extreme toevloed door hevige lokale regenval van ten minste 40 mm in 24 uur, 50 mm in 48 uur of 65 mm in 72 uur op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan.
1.20 Sanering
a. onderzoeken, reinigen, opruimen, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, grond- en/of oppervlaktewater om de verontreiniging hierin weg te nemen.
b. Isoleren van die verontreiniging, waaronder begrepen beredding en noodvoorziening.
Alles wanneer grond, grond- en/of oppervlaktewater zijn gelegen op de locatie van verzekerde, zoals in de polis omschreven, of op de directe belendingen van die locatie.
Onder sanering valt niet de herinrichting van het terrein.
1.21 Stellen en verzamelingen
bij elkaar behorende voorwerpen die in één bedrag verzekerd zijn en waarvan de waarde van de onderdelen niet afzonderlijk is vastgesteld;
1.22 Storm
wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde;
1.23 Verkoopwaarde
het bedrag dat door de meest biedende gegadigde zou zijn betaald, bij aanbieding voor de verkoop op de meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding;
1.24 Verzekerde
a. de verzekeringnemer;
b. de inwonende gezinsleden en/of met verzekeringnemer in gezinsverband samenwonende personen;
c. de ongehuwde kinderen die voor studie uitwonend zijn;
d. inwonend personeel;
1.25 Vulkanische uitbarsting en aardbeving
bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de verzekerde zaken de gevolgen van vulkanische uitbarsting of aardbeving hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
1.26 Woonhuis
de op het polisblad omschreven onroerende zaak, dienende tot particulier gebruik, met al wat volgens de algemeen aanvaarde verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt. Hierin zijn alle bouwsels begrepen die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam op hun plaats te blijven;
1.27 Woning
het op het polisblad omschreven en door verzekerde bewoonde (gedeelte van een) gebouw en de daarbij behorende en uitsluitend bij verzekerde in gebruik zijnde bijgebouwen en privébergruimten.
Artikel 2 Dekking
2.1 Dekking binnen de woning
De verzekering dekt onvoorziene materiële schade aan respectievelijk verlies (inclusief diefstal) van de inboedel op basis van nieuwwaarde, veroorzaakt door:
a. brand, ook als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
b. ontploffing ook als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
c. diefstal van inboedel uit de woning al dan niet voorafgegaan door braak. De navolgende beperkingen zijn van toepassing:
1. diefstal van inboedel uit gemeenschappelijke ruimten is alleen gedekt indien de diefstal wordt voorafgegaan door braak ten opzichte van de gemeenschappelijke ruimten;
2. een maximale vergoeding van € 7.500,- per gebeurtenis wordt verleend bij diefstal van lijfsieraden.
De in dit artikel genoemde maximale vergoeding wordt toegepast nadat de schade is berekend volgens artikel
4.2 (bepaling van de schadeomvang);
d. water onvoorzien gestroomd of overgelopen uit de binnen en buiten de woning gelegen waterleiding(en) en de centrale verwarmingsinstallatie(s) en uit daarop aangesloten aan- en afvoerleidingen, sanitaire en andere toestellen, alsmede uit putten en riolen.
Indien het onvoorzien uitstromen van water het gevolg is van een breuk respectievelijk een defect aan een binnen de woning gelegen leiding en hierdoor schade is ontstaan, zijn medegedekt de kosten van opsporing van de breuk of het defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de woning alsmede de kosten van herstel van de leidingen, voor zover deze kosten niet ten laste van de gebouweneigenaar zijn;
e. water onvoorzien gestroomd uit zit- of slaapmeubelen zoals waterbedden tengevolge van een plotseling optredend defect. Schade aan de zit- of slaapmeubelen zelf is uitgesloten;
f. onverschillig welk ander plotseling en onvoorzien voorval.
2.2 Dekking buiten de woning
a. Op balkons, galerijen, in de tuin of op het erf, onder afdaken (alle behorende bij het gebouw) en aan de buitenkant van de woning wordt uitsluitend schade vergoed aan:
- antennes;
- zonweringen, mits aard en nagelvast aan de woning verbonden;
- tuinmeubelen;
- tuingereedschap;
- vlaggenstokken;
- wasgoed;
als de schade het gevolg is van:
- brand en brandblussing;
- blikseminslag;
- ontploffing;
- lucht- en ruimtevaartuigen;
- diefstal (of een poging daartoe);
- beroving;
- afpersing;
- vandalisme.
Bij antennes en zonweringen wordt bovendien schade vergoed door storm en neerslag.
b. Als de inboedel tijdelijk (maximaal 6 maanden) elders in Nederland is, geldt het volgende:
1. in bewoonde woningen is de dekking gelijk aan de dekking voor de in de polis genoemde woning;
2. in onbewoonde woningen is de dekking gelijk aan de dekking voor de in de polis genoemde woning, met dien verstande dat diefstal (of een poging daartoe) en vandalisme alleen gedekt is na braak;
3. als de inboedel op andere plaatsen is, zoals in de open lucht, in tenten, strandhuisjes, en caravans wordt schade uitsluitend vergoed ontstaan ten gevolge van:
- brand en brandblussing;
- blikseminslag;
- ontploffing;
- lucht- en ruimtevaartuigen;
- beroving;
- afpersing.
De bepalingen zoals genoemd in artikel 2.2.d gelden onverminderd.
c. Bij tijdelijk verblijf (maximaal 6 maanden) van de inboedel buiten Nederland, maar binnen Europa waaronder ook te verstaan Madera de Canarische eilanden en de Azoren, wordt schade uitsluitend vergoed ontstaan ten gevolge van:
1. brand;
2. blikseminslag;
3. ontploffing;
4. lucht- en ruimtevaartuigen.
5. de maximale vergoeding bedraagt ten hoogste 10% van de verzekerde som. De bepalingen zoals genoemd in artikel 2.2.d gelden onverminderd.
d. Mits binnen de Benelux:
1. Schade aan de inboedel uit een motorrijtuig, caravan of vaartuig mits deze deugdelijk
zijn afgesloten, wordt vergoed tot een maximum van € 500,- in geval van diefstal na braak;
2. Schade aan de inboedel tijdens een verhuizing of gedurende het vervoer van of naar een herstel- of bewaarplaats wordt vergoed als deze het gevolg is van:
- een ongeval dat het vervoermiddel is overkomen;
- het uit de strop schieten;
- het onklaar raken van het hijsgerei of van een ander hulpmiddel dat wordt gebruikt bij het laden of lossen.
3. De inboedel die in een reiskoffer wordt vervoerd is, tijdens het vervoer, tegen het risico van diefstal verzekerd tot een maximum van € 250,- (koffer + inhoud).
2.3 Omvang van de glasdekking
Uitsluitend van kracht indien vermeld op het polisblad.
a. Verzekerd is de materiële schade aan het omschreven glas door breuk en de gevolgschade aan de kozijnen, veroorzaakt door elke onvoorzien en plotseling op het glas inwerkende gebeurtenis;
b. het lek slaan van isolerend glas, binnen 10 jaar na de fabricagedatum, waaronder te verstaan: vermindering van doorzicht door condensatie of aanslag van stofdelen aan de binnenzijde, dus tussen de bladen, van het isolerend glas. Als de verzekeringnemer op grond van de door de leverancier en/of fabrikant gegeven garantie aanspraak kan maken op vergoeding, wordt de schade niet vergoed;
c. verzekerd zijn de kosten van een noodvoorziening;
d. verzekerd is ook liggend glas, zowel in samenstelling als uit één geheel, onderdeel vormend van of bestaande uit een totale oppervlakte van niet meer dan 4m2.
2.4 Dekking boven het verzekerd bedrag
a. Verzekeraar vergoedt tot ten hoogste 20% van het verzekerd bedrag, elk van de navolgende onderdelen:
1. schade aan tuinaanleg en beplanting in de tuin van de woning ten gevolge van de gevaren brand, blikseminslag, ontploffing, lucht- en ruimtevaartuigen, aanrijding of het vallen van kranen, voor zover deze kosten niet ten laste van de gebouweneigenaar zijn;
2. opruimingskosten;
3. hotel- en/of pensionkosten, indien verzekeringnemer de woning zelf gebruikt en de extra kosten een gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis.
b. Verzekeraar vergoedt tot een maximum per gebeurtenis:
1. schade aan of verlies van geld en geldswaardig papier toebehorend aan verzekerde, aanwezig in het tot woning dienende gedeelte van het gebouw, ten gevolge van een gedekte gebeurtenis tot een maximum van € 1.250,-;
2. kosten voor het aanbrengen van nieuwe sloten en/of cilinders als de sleutels uit het woonhuis gestolen zijn of verkregen door diefstal, afpersing of beroving mits dezen sloten onmiddellijk na een dergelijke gebeurtenis worden aangebracht, tot een maximum van € 250 per jaar;
3. schade ontstaan tengevolge van braak of een poging daartoe aan het op het polisblad genoemde woonhuis, voor zover deze kosten niet ten laste van de gebouweneigenaar zijn tot een maximum van € 1.250,-;
4. schade veroorzaakt door een defect aan de koel/vriesinrichting al dan niet ten gevolge van een eigen gebrek, dan wel door een storing langer dan 6 uur bij de stroomleverende instantie. Uitsluitend schade aan levensmiddelen wordt vergoed tot een maximum van € 1.250,-;
5. schade aan kleding ontstaan door wassen volgens de voorschriften met gebruikmaking van daartoe geëigende apparaten tot een maximum van € 1.250,-;
6. extra kosten die verband houden met een door deze verzekering gedekt evenement, voor zover niet vallend onder 2.4.b.1 t/m 2.4.b.4. Deze kosten dienen door verzekerde te worden aangetoond en niet door een andere verzekering te zijn gedekt. De maximale vergoeding hiervoor bedraagt € 500,- per gebeurtenis;
7. schade aan vaartuigen, aanhangwagens, alsmede losse onderdelen en toebehoren van vaartuigen, caravans en motorrijtuigen tot ten hoogstens € 1.000,-, mits deze zaken zich op het moment van de schade bevonden in het op het polisblad omschreven woonhuis;
8. xxxxxx aan beroepsuitrusting tot ten hoogste € 1.000,-, mits deze zaken zich op het moment van de schade bevonden in het op het polisblad omschreven woonhuis.
c. Verzekeraar vergoedt ongelimiteerd:
honoraria en kosten van experts. Echter als de honoraria en kosten die voortvloeien uit de opdracht van verzekerde hoger zijn dan die voortvloeiende uit de opdracht van verzekeraar, is het meerdere voor rekening van verzekerde. Honoraria en kosten van door verzekerde benoemde experts worden echter niet vergoed als deze experts zich niet hebben geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
2.5 Uitbreiding van de dekking, mits het verzekerd bedrag toereikend is
Verzekeraar vergoedt tot ten hoogste 20% van het verzekerd bedrag:
x. xxxxxx aan eigenaars-/huurdersbelang van de op het polisblad genoemde woning, veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis, voor zover de schade ten laste komt van verzekerde als eigenaar/huurder en niet door een andere verzekering wordt gedekt;
b. schade aan kantoor- en/of praktijkinventaris die zich in de in uw eigen woning aanwezige kantoor-
/praktijkruimte bevindt.
Verzekeraar vergoedt tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag:
c. inboedel van derden in de op het polisblad genoemde woning tegen schade door alle gedekte gebeurtenissen, mits niet of onvoldoende elders verzekerd;
x. xxxxxxxxxx binnen en buiten gebouwen buiten Nederland maar binnen Europa waaronder mede te verstaan Madera, de Canarische Eilanden en de Azoren, schade door brand, brandblussing, ontploffing, blikseminslag, overspanning of inductie.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de in de Algemene Voorwaarden opgenomen uitsluitingen gelden eveneens de volgende uitsluitingen.
3.1 Uitsluitingen inboedel
Van de verzekering is uitgesloten schade aan de inboedel indien dit veroorzaakt is door of het gevolg is van:
a. regen, hagel, sneeuw of smeltwater (verder te noemen neerslag) binnengedrongen door openstaande deuren, ramen of luiken;
b. vochtdoorlating van muren;
c. slecht onderhoud van de woning;
d. grondwater tenzij binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten installaties en toestellen.
e. bij schade door een plotseling en onvoorzien voorval als bedoeld in artikel 2.1.f is verder uitgesloten schade aan de verzekerde inboedel door of het gevolg van:
1. ontwerp-, productie-, uitvoerings-, constructie-, bedieningsfouten, gebruik van onjuiste of gebrekkige materialen, alsmede onvoldoende of achterstallig onderhoud;
2. schade aan machines en apparaten tengevolge van gebruik van deze machines en apparaten;
3. bewerken of testen , montage, enige reparatie-, aanpassing-, service- of onderhoudswerkzaamheden;
4. wegvallen van enige energie- en watervoorziening;
5. fermentatie, broei, eigen gebrek, eigen bederf, ongedierte, insecten, slijtage, corrosie, vochtige of droge atmosfeer, extreme temperaturen, verandering van temperatuur, luchtvervuiling, krimp, lekkage of verspilling, verdamping, gewichtsverlies, roest, verandering van smaak, kleur of samenstelling en langzaam werkende invloeden;
6. enig onverklaarbaar verlies of tekort ten tijde van inventarisatie vastgesteld, frauduleus handelen, verduistering, vermissing;
7. feitelijke, vermeende of dreigende vrijkoming, lozing, ontsnapping of verspreiding van besmette, verontreinigende of vervuilende stoffen, met inbegrip van bacteriën, schimmels, virussen of gevaarlijke substanties.
8. het gebruik van oliën, vetten, verven, bijtende of invretende stoffen e.d. (behalve olie onvoorzien gestroomd uit een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie en uit de zich binnenshuis bevindende leidingen of tanks);
9. wissen of vervorming van informatie in elektronische systemen of op informatiedragers;
10. instorten, zetten, verzakken, krimpen of uitzetten van de woning met inbegrip van funderingen;
11. vandalisme (tenzij na wederrechtelijk binnendringen in de woning door de dader) en beschadiging door graffiti, bekladden, beschilderen e.d.;
12. overheidsingrijpen waaronder tevens wordt verstaan verbeurdverklaring, vordering of confiscatie door enig wettig ingestelde overheid;
13. dieren die door verzekerde worden gehouden of door deze zijn toegelaten;
14. een plotseling en onvoorzien voorval als de schade opzettelijk is veroorzaakt door een niet- gezinslid zoals een (onder)huurder, logé, inwonend personeelslid of een huisgenoot, ook als de inwoning minder dan drie maanden geleden is beëindigd;
15. schade aan huishoudelijke apparaten door gebruik van deze huishoudelijke apparaten;
16. diefstal of verlies van geld door misbruik van een pasje met gebruik van de pincode.
f. aardbeving, vulkanische uitbarsting en overstroming (deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming);
g. vergoeding van saneringskosten als bedoeld in artikel 1.20.
3.2 Uitsluitingen glas
Van de verzekering is uitgesloten schade ontstaan aan:
a. glas in windschermen, overkappingen, broeikassen en in balkon- en terreinafscheidingen;
b. op het glas aangebrachte versieringen, beschilderingen, etswerk en opschriften
c. gebrandschilderd glas;
x. xxxxxxxxx, glas in lood, kunststof en isolerende beglazing indien de schade bij deze typen glas is veroorzaakt door eigen gebrek;
e. glas tijdens verplaatsing, verwerking, bewerking en opslag;
f. ramen, dakramen, deuren, koepels of de kitvoegen, ontstaan door achterstallig onderhoud;
x. xxxx, doordat het glas onjuist is geplaatst;
x. xxxx tijdens aanbouw, verbouwing of leegstand van de woning;
i. glas door slijtage, klimatologische of temperatuursinvloeden, of andere geleidelijk werkende invloeden.
Artikel 4 Schade
4.1 Verdeling bewijslast
Indien zich een schade aan het verzekerde gebouw of zaken voordoet, zal verzekerde aan dienen te tonen dat deze schade niet veroorzaakt is door of een gevolg is, noch indirect, noch direct van de omstandigheden zoals genoemd in artikel 3e.1en 3e.10.
4.2 Bepaling van de schadeomvang
a. Schadeomvang
Als schade zal worden aangemerkt het verschil tussen de waarde van de verzekerde voorwerpen onmiddellijk vóór en onmiddellijk na de gebeurtenis of, naar keuze van verzekeraar, de onmiddellijk na de gebeurtenis vastgestelde herstelkosten, voor zover de verzekerde voorwerpen naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn. Voorts wordt als schade aangemerkt de grootte van een door de gebeurtenis veroorzaakt en door het herstel niet opgeheven waardevermindering als deze door de experts is vastgesteld.
b. Waardebepaling
Als waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis zal worden aangehouden het bedrag van de voortaxatie of de nieuwwaarde.
Bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis zal waar mogelijk met deze waarden rekening gehouden worden.
Schadevaststelling op basis van dagwaarde vindt plaats bij:
- inboedel waarvan de dagwaarde minder is dan 40% van de nieuwwaarde;
- inboedel die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
- huurdersbelang;
- zonweringen en antennes, brom- en snorfietsen.
Voorwerpen met een antiquarische- of zeldzaamheidswaarde worden op basis van marktwaarde vergoed.
De schade aan gehuurde voorwerpen wordt vastgesteld op de vergoeding die aan de verhuurder verschuldigd is.
4.3 Garantie tegen onderverzekering
Er is garantie tegen onderverzekering. Dit betekent dat, ongeacht de werkelijke waarde van de inboedel, de volledige, werkelijke verzekerde schade wordt vergoed tot de maximale vergoeding vermeld op het polisblad, verhoogd met de eventueel gemaakte kosten onder de titel ‘Dekking boven het verzekerd bedrag’.
Het is mogelijk dat de waarde van de inboedel door factoren als prijsstijgingen, uitbreiding en verbetering, de maximale vergoeding op de polis overtreft. In dat geval dient verzekerde zelf contact met verzekeraar op te nemen zodat deze de polis kan aanpassen.
4.4 Natura
a. als verzekeraar gebruik maakt van haar recht (een deel van) de schade in natura te vergoeden, wordt de omvang daarvan vastgesteld op het bedrag van de naturavergoeding;
b. afhankelijk van de situatie kan verzekeraar het gebroken glas zo spoedig mogelijk laten vervangen door glas van dezelfde soort en kwaliteit of de kosten aan de verzekeringnemer vergoeden.
4.5 Eigen risico
Er geldt een eigen risico van €50,- per gebeurtenis, wanneer de schade geclaimd wordt op basis van:
a. artikel 2.1.f (plotseling en onvoorzien voorval) wanneer de schade veroorzaakt wordt door verplaatsen, reinigen, (om)vallen of breken;
b. artikel 2.5.a (schade aan eigenaar-/huurdersbelang) wanneer het schade door storm aan schuurtjes en schuttingen betreft.
5 Indexering
Jaarlijks en per hoofdpremievervaldatum die op het polisblad staat, wordt de premie aangepast op basis van het laatst berekende indexcijfer van woninginboedels van het Centraal Bureau voor de Statistiek die het Verbond van Verzekeraars publiceert.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen omtrent de wijzigingen wordt eveneens verwezen naar artikel 5 van de Algemene Voorwaarden.
6.1 Bekendheid
Verzekeraar is bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en het gebruik van het woonhuis op het moment van het begin van de overeenkomst, en met de belendingen gedurende de looptijd van de overeenkomst.
6.2 Verplichtingen bij risicowijzigingen
Verzekeringnemer moet verzekeraar schriftelijk mededeling doen over wijziging van adres, bestemming, bouwaard of dakbedekking, gebruik en het geheel of gedeeltelijk kraken of leegstaan van het woonhuis. Deze mededeling moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 60 dagen na de wijziging, worden gedaan. Tenzij verzekeringnemer van het optreden van één der genoemde wijzigingen niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
6.3 Voortzetting en beëindiging na risicowijziging
a. Na risicowijziging heeft verzekeraar de mogelijkheid:
1. de verzekering binnen twee maanden (als op andere wijze vernomen binnen één maand) na ontvangst van de onder 6.2 bedoelde mededeling te beëindigen;
2. nieuwe voorwaarden en/of premie voor te stellen waarop de verzekering kan worden voorgezet. Als geen overeenstemming bereikt wordt over de voortzetting van de verzekering, eindigt deze alsnog 30 dagen na de mededeling hiervan door verzekeraar.
b. Verzuimt de verzekeringnemer mededeling te doen van een risicowijziging, genoemd in artikel 6.2, dan vervalt het recht op schadevergoeding 60 dagen na de datum van risicowijziging. Tenzij de verzekering ook na kennisgeving zou zijn voortgezet. Een eventuele schade wordt vergoed, als de verzekering zou zijn voortgezet:
1. tegen een hogere premie, in de verhouding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie;
2. tegen gewijzigde voorwaarden met inachtneming van die voorwaarden.
Artikel 7 Duur en einde van de verzekering
60 dagen na eigendomsoverdracht van de verzekerde voorwerpen, tenzij verzekeraar met de nieuwe belanghebbende anders is overeengekomen.