MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8937
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 9-1-1998, nr. 5
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE APOTHEKEN
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie als partij te ener zijde mede namens de FNV Dienstenbond en de CFO als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Apotheken, strekkende tot algemeen ver- bindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereen- komst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 maart 1999 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Apo-
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1998 CAO893798
CAO1139 1
theken, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE INLEIDENDE BEPALINGEN INLEIDING
Indien in de overeenkomst de woorden ,,hij’’, ,,hem’’, en ,,zijn’’ worden gebruikt ter aanduiding van personen, of andere woorden met een op mannelijke personen betrekking hebbende betekenis, worden daaronder ook vrouwelijke personen begrepen.
Artikel 1
Werkingssfeer
Het in deze overeenkomst bepaalde is van toepassing op de werkgever en de werknemer zoals omschreven in artikel 2, met dien verstande dat het bepaalde in de artikelen 7 lid 1 sub a, 7 lid 3, 7 lid 5, 11, 12, 13, 14, 15, en 16 niet van toepassing is op werknemers als vermeld in artikel 2 lid 2, sub b.
Artikel 2
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek van een zieken- huis, een apotheek van rijk, provincie of gemeente of een apotheek gevestigd in een gezondheidscentrum waarbij de werknemers in loondienst zijn van een stichting ter exploitatie van dat gezondheids- centrum.
2. werknemer:
a. hij die in dienst is van de in lid 1 genoemde werkgever en in het bezit is van het Nederlands getuigschrift of een daarmede gelijk- gesteld diploma c.q. getuigschrift van apothekersassistent.
b. hij die in dienst is van de in lid 1 genoemde werkgever en het onder a genoemde getuigschrift of diploma niet bezit, met uitzon- dering van de werknemer die in het bezit is van het diploma van apotheker.
2
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 2
DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Artikel 3
Indiensttreding
1. De arbeidsovereenkomst met de werknemer wordt schriftelijk aan- gegaan, waarbij de door partijen aan deze collectieve arbeidsover- eenkomst gehechte model-arbeidsovereenkomst zal worden gevolgd.
2. Zij wordt in tweevoud opgemaakt; beide exemplaren worden door de werkgever en de werknemer ondertekend.
5. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan voor de eerste maal worden aangegaan voor ten hoogste één jaar zonder toestemming van de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden als genoemd in artikel 27.
Indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de eerste maal langer dan voor een jaar wordt aangegaan is evenwel toestem- ming van de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden vereist, tenzij deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan in geval van tijdelijke vervanging.
6. In geval de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangegaan voor maximaal een jaar zoals bedoeld in lid 5, wordt de overeen- komst na het verstrijken van de bepaalde tijd geacht te zijn aange- gaan voor onbepaalde tijd, tenzij de werkgever uiterlijk twee maan- den voor het verstrijken van de bepaalde tijd schriftelijk mededeelt, dat hij de arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten.
Deze bepaling is niet van toepassing ingeval van tijdelijke vervan- ging.
7. In afwijking van het bepaalde in lid 5 kan met een werknemer als genoemd in artikel 2 lid 2 sub b die een opleiding volgt in het kader van de Opleiding Verzorgende en Dienstverlenende Beroepen een arbeidsovereenkomst worden aangegaan voor bepaalde tijd voor de eerste maal voor ten hoogste twee jaar zonder toestemming van de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden als genoemd in artikel 27.
8. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd welke niet voldoet aan
3
de onder lid 5 gestelde criteria, zal worden beschouwd als zijnde een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Artikel 4
Beëindiging arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst eindigt:
a. met wederzijds goedvinden op het door werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
b. door opzegging door werkgever of werknemer met inachtneming van de wettelijke bepalingen en een opzegtermijn van tenminste één maand, tenzij op grond van artikel 7:671 en 7:672 Burgerlijk Wetboek een langere opzegtermijn in acht dient te worden geno- men;
c. door eenzijdige beëindiging tijdens de proeftijd, bedoeld in arti- kel 7:652/676 Burgerlijk Wetboek;
x. door ontslag op staande voet wegens dringende redenen voor de werkgever of de werknemer, volgens de bepalingen van artikel 7:678 en 7:679 Burgerlijk Wetboek;
e. op de eerste van de maand waarin de werknemer de pensioenge- rechtigde leeftijd bereikt, dan wel door opzegging door de werk- nemer met inachtneming van een opzegtermijn van drie maan- den, indien de werknemer een VUT-uitkering krachtens de XXX- XXX gaat ontvangen;
x. door overlijden van de werknemer;
x. door ontbinding door de rechter op grond van artikel 7:685 of 7:686 Burgerlijk Wetboek wegens gewichtige redenen dan wel wegens wanprestatie.
2. Opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever of de werknemer kan slechts geschieden tegen de laatste dag van de kalendermaand, schriftelijk en onder opgave van redenen.
HOOFDSTUK 3
SALARISSEN EN UITKERINGEN
Artikel 5
Uitkering in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst
1. a. De werknemer wiens arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd om redenen die niet op zijn persoon betrekking hebben, ontvangt van de werkgever een aanvulling op de uitke- ringen krachtens de Werkloosheidswet alsmede op inkomsten uit andere hoofde, voorzover deze niet ten tijde van de arbeidsover-
4
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
eenkomst werden genoten, tot het bruto salaris zoals dat genoten werd voor zijn werkloosheid.
Een en ander met als maximum zoveel maanden als de dienstbe- trekking bij de laatste werkgever en/of laatste apotheek gehele jaren heeft geduurd, doch nooit langer dan 12 maanden.
b. Deze aanvulling wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald, voor het eerst aan het einde van de maand, volgend op de maand waarin de arbeidsovereenkomst werd beëindigd.
2. De hiervoor bedoelde aanvulling wordt gecorrigeerd met het percen- tage waarmede het salaris van de in dienst van de werkgever zijnde werknemers wordt gecorrigeerd.
3. Het voorgaande geldt alleen indien en voorzover de aanvulling niet op de voornoemde wettelijke uitkeringen in mindering wordt ge- bracht.
4. De werknemer is verplicht maandelijks aan de werkgever medede- ling te doen van zijn inkomsten uit anderen hoofde, bedoeld in lid 1. Zolang hij deze verplichting niet nakomt, wordt de betaling van de aanvulling opgeschort.
5. Het recht op de aanvulling vervalt:
x. xxxxx een termijn van 1 jaar na het einde van de arbeidsovereen- komst is verstreken;
b. zodra de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft be- reikt, dan wel zodra de werknemer een VUT-uitkering krachtens de XXX-XXX ontvangt;
c. bij overlijden van de werknemer;
d. bij weigering door de bevoegde instanties van een uitkering inge- volge de W.W.
Artikel 6
Arbeidstijd
1. Met ingang van 1 juli 19961) bedraagt de normale werkweek van een werknemer maximaal vijf werkdagen en 36 arbeidsuren. Het opne- men van ADV in 26 halve of 13 hele dagen per jaar zoals de ADV- regeling gold tot en met 30 juni 1996 is met ingang van 1 juli 1996 komen te vervallen. De parttime werknemer die op 30 juni 1996
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
5
reeds in dienst van de werkgever was, zal vanaf 1 juli 1996 hetzelfde aantal arbeidsuren blijven werken als vóór 2 1 juli 1996 in de arbeidsovereenkomst was vastgelegd, tenzij in onderling overleg anders overeengekomen wordt.
2. Met ingang van 1 januari 1993 is de uitgebreide seniorenregeling voor fulltime- en parttime-werknemers die niet minder dan 16 arbeidsuren per week werken van toepassing, welke regeling en uit- voering is opgenomen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrij- willig Vervroegd Uittreden Medewerkers Apotheken.1)
3. Met inachtneming van hetgeen bij of ingevolge de wet is bepaald, wordt de indeling der werktijden door de werkgever na overleg met de werknemer geregeld, met dien verstande dat de werktijden zo regelmatig mogelijk worden verdeeld en bij voorkeur liggen tussen
8.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met zaterdag.
Per werkdag wordt maximaal 9 uren, in principe aaneensluitend gewerkt (exclusief de pauze van minimaal een half uur ná 51⁄2 uren werken). Bij het niet tot overeenstemming komen van de indeling van de te werken uren heeft de werkgever de doorslaggevende stem. Hierbij zal zoveel mogelijk met de wensen van de werknemer reke- ning worden gehouden.
4. Onder werkdagen wordt verstaan de dagen, met uitzondering van de zondag en de daarmede gelijkgestelde dagen, van maandag tot en met zaterdag van 8.00 uur tot 18.00 uur.
Artikel 7
Salarissen
1. a. Behoudens afwijkingen, die elders in deze overeenkomst worden voorgeschreven of toegelaten, bedraagt het salaris per maand op basis van een werkweek van 36 arbeidsuren voor een werknemer als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a:
In: | Scholing1) | ||||
Dienstjaar: | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 |
1 | 2290 | ||||
2 | 2387 | 2511 | |||
3 | 2490 | 2615 | 2737 | ||
4 | 2597 | 2720 | 2845 | 2968 | |
5 | 2707 | 2831 | 2955 | 3078 | 3203 |
6 | 2815 | 2938 | 3062 | 3186 | 3310 |
7 | 2938 | 3062 | 3186 | 3310 | 3435 |
1) Indien en voorzover de bepalingen van deze CAO zijn algemeen verbindend verklaard.
6
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
In: | Scholing1) | ||||
8 | 3063 | 3187 | 3311 | 3436 | 3559 |
9 | 3195 | 3319 | 3444 | 3567 | 3692 |
10 | 3321 | 3446 | 3569 | 3694 | 3816 |
11 | 3451 | 3574 | 3699 | 3824 | 3946 |
12 e.v. | 3574 | 3699 | 3824 | 3946 | 4071 |
Noot van CAO-partijen:
1) 0 = geen diploma voortgezette opleiding of nascholing 1, 2, 3, 4 = 1 t/m 4 extra diploma’s (voortgezette opleiding en/of nascholing).
Voor het verwerven van een naasthogere schaal dient de werkne- mer een diploma Voortgezette Opleiding (zie lid 5 van dit arti- kel) of 120 punten voor cursussen van nascholing te behalen. In totaal kan de werknemer maximaal vier schalen verkrijgen, onge- acht of het de Voortgezette Opleiding dan wel de cursussen van nascholing betreft. De punten te behalen voor cursussen van nascholing worden geadministreerd door de Stichting Bedrijfs- fonds Apotheken (SBA).
b. Behoudens afwijkingen, die elders in deze overeenkomst worden voorgeschreven of toegelaten, bedraagt het salaris per maand op basis van een werkweek van 36 arbeidsuren voor een werknemer als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub b, te weten de apotheekbezorger waarop de Stimuleringsregeling Apotheekbezorgers van toepas- sing is:
In: | Op basis van 36 uur |
Dienstjaar: | |
1 | 2268 |
2 | 2358 |
3 | 2452 |
4 | 2548 |
Deze salaristabel is niet van toepassing op de overige werkne- mers vallend onder artikel 2 lid 2 sub b.
c. De salarissen bedoeld in sub a en b, zomede de aan de overige werknemers bedoeld in artikel 2 lid 2 sub b toegekende salaris- sen, worden gewijzigd overeenkomstig partijen in het CAO- Apotheken overleg overeenkomen behoudens wettelijke aanpas-
7
singen op grond van de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag.
2. De salarissen van de werknemers genoemd in artikel 2 lid 2 sub a en b, die niet het minimum (jeugd) loon ontvangen, worden
b. per 1 januari 1998 met 2,5%1),
c. per 1 januari 1999 met 0,5% verhoogd.
Bovenstaande salarisschalen in lid 1 zijn inclusief de verhoging van 1,5% per 1 januari 19971).
3. a. De werkgever kan een werknemer met bijzondere bekwaamheid en/of bijzondere functie, een toeslag op het in lid 1 genoemde salaris geven.
De werkgever kan een dergelijke toeslag niet verlenen dan met toestemming van de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden ge- noemd in artikel 27.
b. De werkgever kan de toeslag genoemd onder sub a uitsluitend wijzigen of intrekken indien de grond waarop de toeslag is toe- gekend, is gewijzigd dan wel is komen te vervallen.
De werkgever kan de toeslag niet wijzigen of intrekken dan met toestemming van de onder sub a genoemde commissie.
4. Het in lid 1 genoemde salaris wordt evenredig verminderd bij een werkweek die korter is dan de normale werkweek van 36 arbeids- uren als bedoeld in artikel 6, behalve in geval van toepassing van de uitgebreide seniorenregeling per 1 januari 1993.
5. a. De werknemer die een door de Koninklijke Nederlandse Maat- schappij ter bevordering der Pharmacie ingesteld diploma oude en/of nieuwe stijl -Voortgezette Opleiding- bezit, heeft recht op het verwerven van een naasthogere schaal zoals vermeld in lid 1 van dit artikel.
b. Als ,,diploma oude stijl’’ in de zin van sub a, gelden de diploma’s:
– ,,Receptuur en geneesmiddelenwerking’’;
– ,,Geneesmiddelenonderzoek’’.
Als ,,diploma nieuwe stijl’’ in de zin van sub a, gelden de diploma’s in één der specialisatierichtingen:
– farmacotherapeutische richting;
– ziekenhuisrichting;
– bereidingstechnische richting;
– chemisch-analytische richting.
c. Onverminderd het vorenstaande heeft de werknemer die in het bezit is van het diploma farmacotherapeutische richting of ziekenhuisrichting, dan wel beide richtingen, aanspraak op het verwerven van één naasthogere schaal.
1) Avv heeft geen terugwerkende kracht.
8
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. De werkgever zal aan de werknemer bij iedere betaling van salaris en vergoedingen een specificatie verstrekken.
7. Het uurloon van de werknemer wordt berekend door het maandsala- ris van de betrokken werknemer te vermenigvuldigen met 12 en te delen door 52 maal het normale gemiddelde aantal arbeidsuren per week van deze werknemer.
Onder maandsalaris wordt verstaan het in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel vastgestelde salaris van de werknemer.
8. Bij een 121⁄2-, 25-, en 40-jarig dienstverband, zal door de werkgever een gratificatie worden verstrekt van respectievelijk 1⁄4, 1⁄2 en een heel maandsalaris. De gratificatie van het 25- en 40-jarig dienstver- band is ingevolge de belastingwetgeving niet belast en vrij van sociale premies.
Bij het berekenen van de duur der dienstbetrekking zal de diensttijd doorgebracht in dezelfde apotheek, doch bij verschillende werkge- vers, als één geheel worden aangemerkt.
Artikel 8 Pensioenregeling1) Artikel 9
Tegemoetkoming ziektekosten
De werknemer, die niet verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, heeft recht op een bijdrage van zijn werkgever in de premie van de door hem gesloten ziektekostenverzekering. Deze bijdrage is de helft van de ver- schuldigde premie met als maximum 130% van het werkgeversaandeel in de maximum premie van de ziekenfondsverzekering.
Artikel 10
Arbeidsongeschiktheid
1. a. De werkgever zal het brutosalaris van de werknemer gedurende
1) De reparatie van het WAO-gat is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds Mede- werkers Apotheken als invaliditeitspensioen. Voor nadere inlichtingen: KNMP, tel. 070– 000 00 00.
9
de eerste 12 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid blijven uit- betalen.
b. Bij voortdurende arbeidsongeschiktheid van de werknemer zal de werkgever de uitkering, die de werknemer krachtens de WAO ontvangt, gedurende
1. de eerste 3 maanden aanvullen tot 95%
2. en de daaropvolgende 3 maanden aanvullen tot 90% van het bruto salaris van de betreffende werknemer zoals dat genoten werd voor zijn arbeidsongeschiktheid.
Op deze aanvulling zal gekort worden de uitkering krachtens de WAO-hiatenverzekering als genoemd in artikel 8.
2. Indien de werknemer na beëindiging van zijn arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden heeft hervat en binnen een termijn van 1 maand na deze hervatting opnieuw arbeidsongeschikt wordt, zal de tweede arbeidsongeschiktheid voor de duur van de aanvullende uitkering als een voortzetting van de eerste worden beschouwd.
De werknemer, die recht had op een uitkering krachtens de WAO dan wel een WAO-uitkering genoot, en die wederom arbeidsongeschikt wordt waarbij de oorzaak hetzelfde ziektegeval is, heeft ingevolge de wettelijke regelingen direct recht op een WAO-uitkering. In dat geval zal niet opnieuw de gehele aanvullingsperiode (van maximaal 18 maanden, zie hierboven 1b) aanvangen, maar de oude aanvullings- periode zal herleven dan wel, indien de werknemer reeds langer dan 6 maanden een WAO-uitkering genoten had, zal er niet meer aange- vuld worden door de werkgever.
Artikel 11
Dienstjaren
1. Onder een dienstjaar wordt verstaan een diensttijd van 12 maanden. Deze diensttijd hoeft niet bij één en dezelfde werkgever te zijn door- gebracht.
2. Als diensttijd wordt beschouwd:
a. de tijd, gedurende welke de werknemer 30 of meer arbeidsuren per kalenderweek in de apotheek werkzaam is geweest: ten volle;
b. de tijd, gedurende welke de werknemer minder dan 30 arbeids- uren doch niet minder dan 24 arbeidsuren per kalenderweek in een apotheek werkzaam is geweest: voor 2⁄3;
c. de tijd, gedurende welke de werknemer minder dan 24 arbeids- uren per kalenderweek in een apotheek werkzaam is geweest: voor de helft.
3. Bij overgang van een werknemer uit de apotheek van een apotheek- houdend arts of uit een openbare apotheek buiten Nederland, naar een apotheek van een apotheker, kan de werkgever de diensttijd
10
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
doorgebracht bij een apotheekhoudend arts en/of in een openbare apotheek buiten Nederland berekenen op de wijze als genoemd in lid 2 sub a, b en c, gedeeld door 2.
Indien de werkgever de diensttijd halveert, zal de werknemer echter daarna voor elke periode van 6 maanden die hij in de apotheek heeft gewerkt, één dienstjaar toegerekend krijgen, tot hij het aantal dienst- jaren heeft bereikt dat hij bij het achterwege laten van de halvering zou hebben bereikt.
4. De in lid 3 vermelde mogelijkheid van halvering van dienstjaren dient niet plaats te vinden indien de werkgever de apotheekpraktijk van een apotheekhoudend arts overneemt en de desbetreffende bij de arts in dienst zijnde werknemer bij de werkgever in dienst treedt.
5. Indien een werknemer 3 jaar of langer geen diensttijd heeft gehad, zal deze werknemer indien hij weer gaat werken worden aangemerkt als een herintreder.
De herintreder verliest voor elke periode van 3 jaar, waarin hij geen diensttijd heeft gehad, één dienstjaar. De herintreder verkrijgt per één jaar werken twee dienstjaren totdat hij het aantal dienstjaren heeft bereikt dat hij bij het niet verliezen van dienstjaren zou hebben bereikt. Een herintreder kan nimmer verder achteruit gaan dan tot het derde dienstjaar.
6. Indien een werknemer op de wijze als in de voorgaande leden is ver- meld een diensttijd van in totaal 4 dienstjaren heeft bereikt, zal voor de berekening van het meerdere aantal dienstjaren elke periode van 12 maanden worden genomen, waarin de werknemer in een apotheek heeft gewerkt, ongeacht het aantal arbeidsuren per kalenderweek. Deze regeling geldt voor een werknemer die ingevolge het voor- gaande lid als herintreder wordt aangemerkt reeds vanaf het derde dienstjaar.
7. Als diensttijd wordt niet beschouwd de periode na één jaar van arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
11
HOOFDSTUK 4
DIENSTREGELINGEN EN OVERWERK
Artikel 12
Dagdienst op maandag tot en met zaterdag
1. Onder dagdienst op werkdagen wordt verstaan de dienst op maandag tot en met zaterdag tijdens de uren waarop de apotheek normaal ge- opend is.
2. Indien de in lid 1 genoemde dienst wordt verricht na 18.00 uur en valt binnen de 36-urige werkweek, worden deze uren per uur ver- goed met een toeslag van 25% van het normale uurloon.
3. Indien de in lid 1 genoemde dienst wordt verricht na 18.00 uur en valt buiten de 36-urige werkweek, worden deze uren per uur vergoed met 1 uur vrij en een toeslag van 25% van het normale uurloon.
4. Per dagdienst op een werkdag, exclusief de uren waarop een aanwezigheids- of bereikbaarheidsdienst gedaan wordt op zaterdag en inclusief de normaal geopende uren op koopavond, zullen tenmin- ste 2 werknemers zoals bedoeld onder artikel 2 lid 2 sub a. c.q. far- maceutisch gediplomeerden (apothekers) in de apotheek aanwezig zijn in verband met controle, veiligheid en dergelijke. Afwijking hiervan is mogelijk in verband met het openen en sluiten van de apo- theek gedurende maximaal één half uur.
5. De dagdienst op zaterdag in een kalenderjaar wordt zo gelijkelijk mogelijk verdeeld over de daarvoor in aanmerking komende werk- nemers. Per werknemer wordt niet meer dan 2 zaterdagen per maand en 20 zaterdagen per kalenderjaar de dagdienst op zaterdag verricht.
6. Indien de in lid 5 genoemde dienst wordt verricht na 18.00 uur en valt binnen de 36-urige werkweek, worden deze uren per uur extra vergoed met een toeslag van 50% van het normale uurloon.
7. Indien de in lid 5 genoemde dienst wordt verricht na 18.00 uur en valt buiten de 36-urige werkweek, worden deze uren per uur vergoed met één uur vrij en een toeslag van 50% van het normale uurloon.
8. De dagdienst op zaterdag tijdens de uren waarop de apotheek niet normaal is geopend en waarop dienst wordt gevoerd in het kader van de dienstregeling, wordt als volgt gehonoreerd:
De aanwezigheidsdienst wordt per uur vergoed met één uur vrij en een toeslag van 25% van het normale uurloon en
12
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
de bereikbaarheidsdienst wordt per uur vergoed met 1⁄2 uur vrij en een toeslag van 12,5% van het normale uurloon.
De toeslagen zijn niet van toepassing indien de in dit lid genoemde dienst binnen de 36-urige werkweek valt.
9. De werkgever en de werknemer kunnen in onderling overleg over- eenkomen de in de leden 2, 3, 6, 7 en 8 genoemde toeslag van 12,5% resp. 25% resp. 50% geheel in vrije tijd te vergoeden.
Artikel 13
Avonddienst op maandag tot en met zaterdag
1. Onder avonddienst op maandag tot en met zaterdag wordt verstaan de dienst tussen het normale sluitingsuur van de apotheek en 24.00 uur, inclusief de normaal geopende uren tijdens de wekelijks terug- kerende koopavond.
2. De in lid 1 genoemde avonddienst kan worden verricht in de vorm van aanwezigheidsdienst of in de vorm van bereikbaarheidsdienst.
3. Onder aanwezigheidsdienst wordt verstaan de dienst, waarbij de werknemer in de ruimten waarin de apotheek aanwezig, om onver- wijld arbeid te verrichten.
Onder bereikbaarheidsdienst wordt verstaan de dienst, waarbij de werknemer niet in de ruimten waarin de apotheek is gevestigd aan- wezig moet zijn, maar bereikbaar moet zijn om op afroep zo spoe- dig mogelijk arbeid in de apotheek te verrichten.
4. De aanwezigheidsdienst wordt per uur op maandag tot en met vrij- dag als volgt vergoed:
– 1 uur vrij en een toeslag van 25% van het normale uurloon. De aanwezigheidsdienst wordt per uur op zaterdag als volgt vergoed:
– 1 uur vrij en een toeslag van 50% van het normale uurloon. De bereikbaarheidsdienst wordt per uur op maandag tot en met zater- dag als volgt vergoed:
– 1⁄2 uur vrij en een toeslag van 121⁄2% van het normale uurloon. De werkgever en de werknemer kunnen in onderling overleg over- eenkomen deze vergoeding hetzij geheel in vrije tijd, hetzij geheel in geld te vergoeden.
5. Indien tijdens de bereikbaarheidsdienst de werknemer wordt opge- roepen, wordt de tijd die de werknemer in de apotheek aanwezig
13
dient te zijn voor het voldoen aan aanvragen van geneesmiddelen, alsmede de tijd die nodig is om van het woonadres naar de apotheek en terug te komen als aanwezigheidsdienst vergoed.
Artikel 14
Dienst op zon-, feest- en gedenkdagen
1. Onder dienst op zon-, feest- en gedenkdagen wordt verstaan dienst op zondagen en op de in lid 6 genoemde feest- en gedenkdagen, tus- sen het openingstijdstip van de apotheek en 24.00 uur.
2. De in lid 1 genoemde dienst op zon-, feest- en gedenkdagen kan wor- den verricht in de vorm van aanwezigheidsdienst of in de vorm van bereikbaarheidsdienst, zoals omschreven in artikel 13 lid 3.
3. De aanwezigheidsdienst op zondag wordt per uur als volgt vergoed:
– 1 uur vrij en een toeslag van 50% van het normale uurloon. De bereikbaarheidsdienst op zondag wordt per uur als volgt vergoed:
– 1⁄2 uur vrij en een toeslag van 25% van het normale uurloon.
4. De aanwezigheidsdienst op feest- en gedenkdagen wordt per uur als volgt vergoed:
– 1 uur vrij en een toeslag van 75% van het normale uurloon. De bereikbaarheidsdienst op feest- en gedenkdagen wordt per uur als volgt vergoed:
– 1⁄2 uur vrij en een toeslag van 371⁄2% van het normale uurloon.
5. De werkgever en de werknemer kunnen in onderling overleg over- eenkomen de in lid 3 en 4 genoemde vergoedingen hetzij geheel in vrije tijd, hetzij geheel in geld, te vergoeden.
6. Onder feest- en gedenkdagen wordt verstaan:
Nieuwjaarsdag, de beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, Koninginne- dag, de beide Pinksterdagen, de beide Kerstdagen en andere als zodanig door de overheid aangewezen nationale feesten gedenkda- gen, alsmede de bijzondere feest- en gedenkdagen door de werkge- ver aangewezen.
7. Als feestdag wordt voorts aangemerkt bevrijdingsdag vallend op 5 mei van enig jaar. De aanwezigheidsdienst op deze dag wordt per uur vergoed met één uur vrij. De werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg overeenkomen deze vergoeding in geld te ver- strekken.
Indien 5 mei valt op een zondag, feest- of gedenkdag zal de aanwezigheidsdienst vergoed worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 lid 3 en 4.
14
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
8. De in lid 4 vermelde vergoeding is tevens van toepassing op de dienst die wordt verricht op 24 december en 31 december tussen het normale sluitingsuur van de apotheek en 24.00 uur.
9. Indien tijdens de bereikbaarheidsdienst de werknemer wordt opge- roepen, wordt de tijd die de werknemer in de apotheek aanwezig dient te zijn voor het voldoen van aanvragen van geneesmiddelen, alsmede de tijd die nodig is om van het woonadres naar de apotheek en terug te komen als aanwezigheidsdienst vergoed.
10. Evenals bij parttime werknemers gebruikelijk is, zal er voor fulltime werknemers geen compensatie in de dagdienst zijn bij de invulling van de normale werkweek van 36 uur voor feestdagen vallend op maandag tot en met zaterdag, indien deze fulltime werknemers op deze dagen volgens een in evenredigheid opgesteld wisselend roos- ter niet hoeven te werken. Dit houdt in dat fulltime werknemers mid- dels een periodiek wisselend rooster naar evenredigheid op verschil- lende werkdagen worden ingeroosterd, zodat zij op langere termijn automatisch gecompenseerd worden voor de eventueel gemiste feest- dagen.
Artikel 15
Nachtdienst
1. Onder nachtdienst wordt verstaan de dienst verricht tussen 24.00 uur en het openingstijdstip van de apotheek. Op zaterdagen, zon-, feest- en gedenkdagen wordt als einde van de nachtdienst het tijdstip opge- nomen van het gebruikelijke openingstijdstip van de apotheek van maandag t/m zaterdag.
2. De in lid 1 genoemde nachtdienst kan worden verricht in de vorm van aanwezigheidsdienst of in de vorm van bereikbaarheidsdienst, zoals omschreven in artikel 13, lid 3.
3. De aanwezigheidsdienst tijdens de nacht wordt als volgt vergoed:
a. 4 uur vrij voor de periode liggende tussen 24.00 uur en het openingstijdstip van de apotheek.
en
b. 11⁄2 uur vrij per storing voor de periode liggende tussen 01.00 uur en het openingstijdstip van de apotheek, met een maximum van 3 storingen (maximaal a en b in totaal 8 uur vrij).
De bereikbaarheidsdienst tijdens de nacht wordt als volgt vergoed:
15
a. 1 uur vrij voor de periode liggende tussen 24.00 uur en het openingstijdstip van de apotheek
en
b. 11⁄2 uur vrij per storing voor de periode liggende tussen 24.00 uur en het openingstijdstip van de apotheek, met een maximum van 7 uren (maximaal a en b in totaal 8 uur vrij).
Onder storing wordt verstaan: elke aflevering al of niet op recept, met dien verstande dat meerdere afleveringen tegelijkertijd aan de- zelfde persoon gedaan, als één storing worden beschouwd.
Als storing wordt tevens aangemerkt een telefonische mededeling van een arts, die niet wordt gevolgd door een aflevering.
De onder a en b genoemde vrije uren van de aanwezigheidsen bereikbaarheidsdienst dienen door de werknemer aansluitend aan de nachtdienst te worden opgenomen, tenzij door de werknemer met toestemming van de werkgever anders wordt besloten.
Deze vrije uren dienen in ieder geval binnen 7 dagen na beëindiging van de desbetreffende nachtdienst te worden opgenomen.
4. Aan de werknemer die uitsluitend een arbeidsovereenkomst is aan- gegaan voor het verrichten van de (nacht)dienst, kan de vergoeding voor het verrichten van nachtdienst uitsluitend in geld worden uitbe- taald.
Artikel 16
Overwerk
1. Onder overwerk wordt verstaan het werk dat incidenteel wordt ver- richt in opdracht van de werkgever buiten de 36-urige werkweek, tenzij dit werk aansluit op het normale sluitingstijdstip en van kor- tere duur is dan een kwartier.
2. Het overwerk wordt per uur als volgt vergoed:
– 1 uur vrij en een toeslag van 25% van het normale uurloon. De werkgever en de werknemer kunnen in onderling overleg over- eenkomen deze vergoedingen hetzij geheel in vrije tijd, hetzij geheel in geld te vergoeden.
16
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 5
VAKANTIE EN VERLOF
Artikel 17
Buitengewoon verlof
1. Het bepaalde in dit artikel geldt als minimum-regeling, waarvan het de werkgever vrij staat naar boven af te wijken.
2. In dit artikel wordt met echtgenoot gelijk gesteld de persoon waar- mee de werknemer een economische eenheid vormt.
3. Ongeacht of de werknemer op de desbetreffende dag of dagen dienst zou moeten verrichten, wordt buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend: bij huwelijk van de werknemer gedurende 3 dagen.
4. Indien de werknemer op de desbetreffende dag of dagen arbeid zou moeten verrichten, wordt buitengewoon verlof met behoud van sala- ris voorts verleend:
x. bij ondertrouw van de werknemer, 1 dag;
b. bij huwelijk van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad, 1 dag;
c. bij bevalling van de echtgenote, 2 dagen;
d. bij overlijden van de echtgenoot (echtgenote), bloed- en aanver- wanten in de eerste graad; van de dag van het overlijden tot en met de dag der begrafenis of crematie;
e. bij de begrafenis of crematie van bloed- en aanverwanten in de tweede graad, 1 dag.
Deze tijd is drie dagen, indien de werknemer is belast met de regeling van de begrafenis of crematie van bloeden aanver- wanten in de tweede graad;
f. bij ernstige ziekte van inwonende echtgenoot (echtgenote), inwo- nende bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad, inwonende pleegkinderen en pleegouders, waarbij de persoon- lijke aanwezigheid van de werknemer vereist is gedurende 2 dagen per jaar;
g. bij het 25-, 40- of 50-jarig huwelijksfeest van de werknemer, bloedverwanten in de eerste graad, 1 dag;
h. bij militaire inspectie of bij vervulling van andere militaire ver- plichtingen, voorzover daarvoor door de overheid geen vergoe- ding wordt verleend, gedurende de daarvoor benodigde tijd;
17
i. bij uitoefening van kiesbevoegdheid of bij het vervullen van andere burgerlijke verplichtingen, voorzover daarvoor door de overheid geen vergoeding wordt verleend, gedurende de daarvoor benodigde tijd;
j. bij noodzakelijk medische behandeling, gedurende de daarvoor benodigde tijd indien de werknemer de daarvoor dichtstbijzijnde hulpverlener heeft geconsulteerd. Dit is niet van toepassing in- dien verwezen wordt naar een verder afgelegen hulpverlener. Consulten welke ten tijde van het afsluiten van de CAO- Apotheken 1996 lopen worden afgemaakt. De parttime werkne- mer dient zoveel mogelijk in eigen tijd de (noodzakelijke) medi- sche behandeling te ondergaan.
x. bij verhuizing, éénmaal per jaar 1 dag;
m. voor het door leden van de werknemersorganisaties volgen van scholings- en vormingscursussen op vakbondsinstituten, van één cursus van maximaal 3 dagen per jaar, met een maximum van 3 leden per apotheek, behoudens bijzondere omstandigheden zulks ter beoordeling van de werkgever.
5. a. De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het getal der geboorten, die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een erkenning, een wettiging of een adoptie als geboorte.
b. Door huwelijk ontstaat tussen de ene echtgenoot en een bloed- verwant van de andere echtgenoot aanverwantschap in dezelfde graad als er bloedverwantschap bestaat tussen de andere echtge- noot en diens bloedverwant.
c. Onder economische eenheid wordt in dit artikel verstaan de per- soon met wie de werknemer, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert.
d. In onderstaand schema worden de graden van bloed- en aanverwantschap overzichtelijk uitgebeeld, waarbij wordt aange- tekend, dat men de vrouwelijke verwanten en aangetrouwden op dezelfde lijn moet zien met de mannelijke verwanten.
18
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 18
Vakantie
1. De werknemer heeft recht op vakantie met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantie-uren per jaar wordt uitgegaan van een vakantiedag van 7,2 uren):
a. 172,8 vakantie-uren per jaar, ongeacht de leeftijd van de werk- nemer;
b. 180 vakantie-uren per jaar indien de werknemer 45 jaar of ouder is;
c. 187,2 vakantie-uren per jaar indien de werknemer 55 jaar of ouder is;
d. 194,4 vakantie-uren per jaar indien de werknemer 60 jaar of ouder is.
2. Voor de berekening van de vakantie wordt het jaar gerekend van 1 januari tot 31 december en wordt uitgegaan van een 36-urige werk- week.
De werknemer die parttime werkt of gebruik maakt van de uitge- breide seniorenregeling heeft recht op vakantie met behoud van sala- ris naar rato van het daadwerkelijk aantal te werken uren.
3. Voor elke kalendermaand waarin de werknemer in dienst is of zal zijn, bedraagt de vakantie 1⁄12 deel van de per jaar geldende vakan- tie. Een maand waarin het dienstverband vóór de 16e is ingegaan of na de 15e is geëindigd, wordt voor de bepaling van de omvang als een volle kalendermaand beschouwd.
4. De vakantie dient te worden opgenomen in het jaar waarin de aan- spraak is ontstaan.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 4, kan in onderling overleg wor- den overeengekomen dat een aantal vakantie-uren, doch niet meer dan de helft van de in enig jaar opgebouwde vakantie-uren, in het volgend jaar wordt opgenomen. Op verzoek van de werknemer kan de werkgever toestaan dat meer vakantie-uren in het volgend jaar worden opgenomen.
6. De werknemer, die door omstandigheden buiten zijn wil niet in staat is hem toekomende vakantie-uren geheel of gedeeltelijk op te nemen, wordt in de gelegenheid gesteld deze alsnog op een in overleg met de werkgever vast te stellen later tijdstip, op te nemen.
19
7. De werknemer heeft het recht om van de hem toekomende vakantie- uren tenminste 21 dagen aaneengesloten op te nemen om te voorko- men dat de zaterdag voorafgaand aan de vakantie ingeroosterd wordt. Voorts zal rekening worden gehouden met de wensen van de werk- nemer met betrekking tot het inroosteren van de werkzaamheden aaneensluitend aan de vakantie.
8. Het tijdstip van de vakantie zal, indien mogelijk, in onderling over- leg tussen de werkgever en de werknemer worden vastgesteld. Hier- bij zal zoveel mogelijk met de wensen van de werknemer rekening worden gehouden.
9. De werknemer heeft het recht om van de hem toekomende vakantie- uren ten hoogste 8 dagen als snipperuren op te nemen.
10. De werknemer moet in de gelegenheid worden gesteld de vakantie- uren waarop hij volgens deze regeling recht heeft, op te nemen alvo- rens de arbeidsovereenkomst eindigt.
11. Indien bij het einde van het dienstverband, de niet-genoten vakantie- uren niet kunnen worden opgenomen, worden de niet-genoten vakantie-uren vergoed door uitkering van een uur salaris voor elke niet-genoten uur.
Artikel 19
Vakantietoeslag
1. De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8% van het jaarsalaris met inbegrip van eventuele toeslagen; voor de berekening van het jaarsalaris, wordt het jaar gerekend van 1 juni tot 1 juni.
2. De vakantietoeslag zal worden uitbetaald uiterlijk in de maand mei, tenzij de dienstbetrekking eerder beëindigd wordt.
3. Indien de werknemer de dienst verlaat vóór de uitkeringsdatum, wordt op basis van het in lid 1 bedoelde jaarsalaris de vakantietoe- slag naar evenredigheid berekend.
4. De vergoedingen als genoemd in de artikelen 12 lid 9, 13, 14, 15 en 16 blijven voor de berekening van de vakantietoeslag buiten be- schouwing.
20
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 6
SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN
Artikel 20
Werkkleding
De werkgever verstrekt werkkleding in bruikleen. De kosten verbonden aan bewassing en onderhoud van deze kleding komen ten laste van de werkgever.
Artikel 21
Maaltijdenvergoeding
Aan de werknemer zal een vergoeding worden verleend voor de kosten verbonden aan een warme maaltijd indien de desbetreffende werknemer, als gevolg van hem opgedragen dienst ’s avonds, niet de mogelijkheid heeft, mede gelet op de benodigde reistijd, thuis een warme maaltijd te gebruiken.
De werknemer dient de bescheiden over te leggen waaruit het bedrag per vergoeding kan worden vastgesteld, echter met een maximum welke als volgt zal worden vastgesteld: het geldende prijsindexcijfer van het Cen- traal Bureau voor de Statistiek, dat jaarlijks per januari door partijen wordt vastgesteld en bekendgemaakt1)2).
Artikel 22
Studiekostenvergoeding
Een studiekostenvergoeding zal door de werkgever aan de werknemer worden verstrekt indien:
a. de werknemer een al dan niet door de Stichting Bedrijfsfonds Apo- theken (SBA) gecertificeerde studie in opdracht van de werkgever volgt;
b. de werknemer op eigen initiatief één of meerdere door de SBA gecertificeerde studies buiten de normale werktijd volgt;
1) Noot van CAO-partijen:
De maaltijdvergoeding bedraagt in 1997 maximaal f 24,05.
2) Avv heeft geen terugwerkende kracht.
21
c. de werknemer met de werkgever overeenstemming over een niet door de SBA gecertificeerde studie zal hebben bereikt.
De wijze waarop deze studiekostenvergoeding dient te worden verstrekt is opgenomen in de bij dit artikel behorende Uitvoeringsregeling Studie- kostenvergoeding.
Artikel 23
Spaarloonregeling
De werkgever is verplicht voor de werknemers een spaarloonregeling open te stellen en werknemers die hieraan willen deelnemen toe te laten.
HOOFDSTUK 8
WERKOMSTANDIGHEDEN EN ADVIESCOMMISSIE ARBEIDSVOORWAARDEN
Artikel 25
Aansprakelijkheidsverzekering
De werkgever verplicht zich een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, welke de persoonlijke aansprakelijkheid van werknemer dekt voor schade, aan derden toegebracht in de uitvoering van zijn func- tie.
De werkgever vrijwaart de werknemer voor aansprakelijkheid ter zake en ziet af van de eventuele mogelijkheid van regres op de werknemer. Eén en ander behoudens voor de gevallen, dat de schade het gevolg is van opzet, roekeloosheid of grove schuld van de werknemer.
Artikel 26
Belangenbehartiging
1. De werknemer heeft het recht zijn belangen bij de werkgever te bepleiten.
2. Onverminderd de bevoegdheid van de werknemer persoonlijk zijn belangen bij de werkgever te bepleiten, stelt de werkgever de verte- genwoordiger(s) van de werknemer, op een daartoe strekkend ver- zoek van de werknemer of zijn vertegenwoordiger(s), op korte ter- mijn in de gelegenheid mondeling of schriftelijk, alleen dan wel tezamen met de werknemer, de belangen van de werknemer bij de werkgever te bepleiten.
22
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 27
Adviescommissie arbeidsvoorwaarden
1. Er bestaat een Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden, die tot taak heeft te adviseren bij verschil van mening omtrent de interpretatie van de bepalingen van deze overeenkomst. Zij kan tevens in inciden- tele gevallen en onder nader te bepalen voorwaarden vergunning ver- lenen tot noodzakelijke, dan wel redelijk geachte afwijkingen van deze overeenkomst.
2. De Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden bestaat uit vier leden, waarvan er 2 worden aangewezen door de KNMP en 2 door de in de aanhef van deze overeenkomst genoemde werknemersorganisaties, en wel door elk van deze organisaties 1 lid.
3. Op dezelfde wijze als in het vorige lid is bepaald, worden 4 plaats- vervangende leden aangewezen.
4. De samenstelling van de Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden en haar werkwijze, is geregeld in een reglement, dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd en geacht wordt daarvan deel uit te maken.
Artikel 28
Gewetensbezwaren
De werknemer heeft het recht op grond van ernstige gewetensbezwaren het uitvoeren van bepaalde opdrachten te weigeren.
Artikel 29
Werkoverleg
Onverminderd de sinds 1 mei 1982 uit de Wet op de Ondernemingsra- den voortvloeiende verplichting voor werkgevers met tenminste 10, doch niet meer dan 35 werknemers, dient in de apotheek regelmatig, ten- minste vier keer per jaar, gestructureerd werkoverleg van maximaal 2 uur per keer plaats te vinden.
In dit overleg worden aan de orde gesteld de aangelegenheden de apo- theek betreffende, ten aanzien waarvan de apotheker of de werknemers overleg wenselijk achten.
23
In bijlage 7 van de CAO is een model-werkoverleg opgenomen welke voor bovengenoemd werkoverleg gebruikt dient te worden. Het werko- verleg zal zo mogelijk tijdens de normale diensttijd dienen plaats te vin- den. Indien dit niet mogelijk is en het werkoverleg vindt plaats buiten de normale diensttijd, dan zullen de hiervoor benodigde uren voor de eerste vier vergaderingen van het werkoverleg per jaar vergoed worden met 50% van het normale uurloon en de meerdere vergaderingen van dit overleg vergoed worden met 100% van het normale uurloon.
In bijlage 8 van de CAO is opgenomen een model voor een functione- ringsgesprek. Werkgever en werknemer zullen tenminste één keer per jaar een functioneringsgesprek houden volgens dit model, waaraan dui- delijke evaluatiemomenten en criteria gevoegd zijn.
Artikel 30
De werkgever draagt zorg voor arbeidsomstandigheden die de veilig- heid, gezondheid en welzijn van de werknemer bij het werken in de apo- theek zoveel mogelijk bevorderen. Voor het werken met grondstoffen van niveau 2, het verrichten van diensten door zwangere werknemers, en het werken met beeldschermapparatuur geldt de regeling zoals is opgenomen in bijlage 9 van deze CAO.
HOOFDSTUK 9
OVERGANGSBEPALING
Artikel 31
Overgangsbepaling
1. Bestaande rechtensgeldende salarissen en andere arbeidsvoorwaar- den, die voor de werknemer gunstiger zijn dan het bepaalde in deze overeenkomst, blijven ongewijzigd behoudens het bepaalde in lid 2.
2. In de door of vanwege het College van Rijksbemiddelaars vóór 25 november 1960 verleende vergunning, waarbij aan werkgevers toe- stemming is verleend de salarissen te verhogen met een percentage dat boven de 10 ligt, wordt sedert 25 november 1960 dit percentage geacht met 10 te zijn verminderd.
3. De tot 1 januari 1977 door de werkgever op het in artikel 7 lid 1 genoemde salaris gegeven toeslag van 1 tot 10%, is met ingang van 1 januari 1977 komen te vervallen.
24
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
4. De salarissen van gehuwde werknemers1) bedragen f 80,– per maand meer dan de in artikel 7 lid 1 van dit artikel genoemde salarissen. De toeslag wordt slechts verleend aan de gehuwde werknemers die op 31 december 1968 reeds in het genot van deze toeslag waren.
1) Artikel 7:646 van het Burgerlijk Wetboek is onverkort van toepassing.
25
BIJLAGE 1
bij artikel 3 van de CAO-Apotheken.
MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST (VOOR APOTHEKERSASSISTENTEN)
behorende bij de CAO-Apotheken) Ondergetekenden:
Naam: .........................................................................................................
Adres: .........................................................................................................
Postcode en Plaats: ....................................................................................
verder te noemen de werkgever;
en
Naam: .........................................................................................................
Adres: .........................................................................................................
Postcode en Plaats: ....................................................................................
verder te noemen de werknemer;
VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
De werkgever neemt de werknemer met ingang van ..............................
19.... in dienst als apothekersassistent in zijn/haar apotheek gevestigd aan de .........................................................................................................
.....................................................................................................................
De werknemer heeft een volledige dagtaak.
De werknemer heeft een gedeeltelijke dagtaak, te weten: ......................
.....................................................................................................................
Artikel 2
De dienstbetrekking wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de eerste twee maanden van de dienstbetrekking wel/niet als proeftijd zullen gelden1).
De dienstbetrekking wordt aangegaan voor bepaalde tijd en wel tot
........................ 19. , met dien verstande dat de eerste twee maanden van
de dienstbetrekking wel/niet als proeftijd zullen gelden1).
Na het verstrijken van voornoemde bepaalde tijd wordt de overeenkomst geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij de werkgever uiter- lijk twee maanden voor het verstrijken van de bepaalde tijd schriftelijk
1) Noot van CAO-partijen:
Door middel van doorhaling aangegeven of de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd is aangegaan.
26
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
mededeelt, dat hij de arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten. Deze bepaling is niet van toepassing in geval van tijdelijke vervanging.
Onverminderd het in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, heeft gedurende de proeftijd elke partij het recht de overeen- komst tegen elke dag der maand te beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van één dag.
Onverminderd het in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, heeft na de proeftijd elke partij het recht de dienstbetrekking door schriftelijke opzegging te beëindigen met inachtneming van de des- betreffende wettelijke bepalingen, met dien verstande dat de dienstbe- trekking slechts zal kunnen worden beëindigd tegen het einde van een kalendermaand.
Indien partijen een overeenkomst voor bepaalde tijd zijn aangegaan is iedere partij bevoegd de overeenkomst tussentijds te beëindigen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en een opzegtermijn zoals hierboven is aangegeven.
In geval van opzegging door de werkgever van de arbeidsovereenkomst, dient de reden van opzegging in het betrokken schrijven te worden ver- meld, tenzij de werknemer daartegen bezwaar heeft.
Artikel 4
De werknemer is in het bezit van het diploma van apothekers-assistent, gedateerd ....................................................................................................
.....................................................................................................................
De werknemer zal een salaris1) ontvangen volgens het .......................
dienstjaar.
De werknemer zal het salaris van het volgende dienstjaar met ingang van
.....................................................................................................................
.................................................................................................. ontvangen.
De werknemer zal een toeslag ex artikel 7 lid 2 van de CAO-Apotheken ontvangen van % .
1) Noot van CAO-partijen:
Indien de werknemer een gedeeltelijke dagtaak vervult, zal het salaris uiteraard een daarmee evenredige vermindering ondergaan.
27
Artikel 5
De werknemer is in het bezit van de volgende diploma’s voortgezette opleiding:
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
en zal daarvoor .................. maal1) de naasthogere schaal verwerven overeenkomstig artikel 6 CAO-Apotheken.
De werknemer is daarnaast in het bezit van punten voor cursussen
van nascholing en zal daarvoor maal1) de naasthogere schaal
verwerven overeenkomstig artikel 6 CAO-Apotheken.
Artikel 6
De werknemer is, bijzondere omstandigheden voorbehouden:
a. wel/niet vrijgesteld van avonddienst;
b. wel/niet vrijgesteld van nachtdienst;
c. wel/niet vrijgesteld van zaterdagdienst;
d. wel/niet vrijgesteld van zondagdienst.
De werknemer zal deze diensten verrichten overeenkomstig het gel- dende dienstrooster.
Artikel 7
De werkgever zal, bijzondere omstandigheden voorbehouden, na over- leg met de werknemer, de diensturen aan de werknemer als volgt ver- goeden: in geld/in vrije tijd/gedeeltelijk in geld en in vrije tijd.
Artikel 8
De werknemer zal de volgende reiskostenvergoeding ontvangen: ..........
.....................................................................................................................
Artikel 9
De werkgever zal aan de werknemer werkkleding met kosteloze bewas- sing ter beschikking stellen.
1) Noot van CAO-partijen:
De werknemer kan zowel met de Voortgezette Opleiding als de nascholing maximaal vier schalen verkrijgen. In totaal kan de werknemer maximaal echter vier schalen ver- krijgen. De punten te behalen voor cursussen van nascholing worden geadministreerd door de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA).
28
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 11
De werknemer is verplicht in dienst van de werkgever alle werkzaam- heden, welke hem door of namens de werkgever redelijkerwijze kunnen worden opgedragen en welke met de apotheek in verband staan, naar zijn beste vermogen en op ordelijke wijze te verrichten, en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen, welke hem door of namens de werk- gever zullen worden verstrekt.
De werkgever is verplicht zich tegenover de werknemer als een goed werkgever te gedragen.
Aldus overeengekomen en in duplo opgemaakt en ondertekend te
................................................... de 19..
De werkgever: De werknemer:
................................................ ................................................
De mede-ondergetekende ..........................................................................
verklaart, in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van werknemer akkoord te gaan met de inhoud van bovengenoemde over- eenkomst en de werknemer tot het aangaan daarvan te machtigen.
De wettelijke vertegenwoordiger: ....................... de ....................... 19..
29
BIJLAGE 2
bij artikel 3 van de CAO-Apotheken.
MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR APOTHEKEN (ALGEMEEN)
behorende bij de CAO-Apotheken Ondergetekenden:
Naam: .........................................................................................................
Adres: .........................................................................................................
Postcode en Plaats: ....................................................................................
verder te noemen de werkgever;
en
Naam: .........................................................................................................
Adres: .........................................................................................................
Postcode en Plaats: ....................................................................................
verder te noemen de werknemer;
VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
De werkgever neemt de werknemer met ingang van ..............................
...................................................................................... 19. in dienst als
.................................................... in zijn/haar apotheek gevestigd aan de
.....................................................................................................................
De werknemer heeft een volledige dagtaak.
De werknemer heeft een gedeeltelijke dagtaak, te weten: ......................
.....................................................................................................................
Artikel 2
De dienstbetrekking wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de eerste twee maanden van de dienstbetrekking wel/niet als proeftijd zullen gelden1).
De dienstbetrekking wordt aangegaan voor bepaalde tijd en wel tot
......................... 19. , met dien verstande dat de eerste twee maanden
van de dienstbetrekking wel/niet als proeftijd zullen gelden2).
1) Noot van CAO-partijen:
Door middel van doorhaling aangegeven of de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd is aangegaan.
2) Noten van CAO-partijen:
Door middel van doorhaling aangegeven of de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd is aangegaan.
30
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Na het verstrijken van voornoemde bepaalde tijd wordt de overeenkomst geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij de werkgever uiter- lijk twee maanden voor het verstrijken van de bepaalde tijd schriftelijk mededeelt, dat hij de arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten. Deze bepaling is niet van toepassing in geval van tijdelijke vervanging.
Onverminderd het in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, heeft gedurende de proeftijd elke partij het recht de overeen- komst tegen elke dag der maand te beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van één dag.
Onverminderd het in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, heeft na de proeftijd elke partij het recht de dienstbetrekking door schriftelijke opzegging te beëindigen met inachtneming van de des- betreffende wettelijke bepalingen, met dien verstande dat de dienstbe- trekking slechts zal kunnen worden beëindigd tegen het einde van een kalendermaand.
Indien partijen een overeenkomst voor bepaalde tijd zijn aangegaan is iedere partij bevoegd de overeenkomst tussentijds te beëindigen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en een opzegtermijn zoals hierboven is aangegeven.
In geval van opzegging door de werkgever van de arbeidsovereenkomst, dient de reden van opzegging in het betrokken schrijven te worden ver- meld, tenzij de werknemer daartegen bezwaar heeft.
Artikel 4
De werknemer ontvangt het volgende salaris: 1)
Artikel 5
De werknemer zal de volgende reiskostenvergoeding ontvangen:
.....................................................................................................................
Artikel 6
De werkgever zal aan de werknemer werkkleding met kosteloze bewas- sing ter beschikking stellen.
1) Indien de werknemer een gedeeltelijke dagtaak vervult, zal het salaris uiteraard een daarmee evenredige vermindering ondergaan.
31
Artikel 8
De werknemer is verplicht in dienst van de werkgever alle werkzaam- heden, welke hem door of namens de werkgever redelijkerwijs kunnen worden opgedragen en welke met de apotheek in verband staan, naar zijn beste vermogen en op ordelijke wijze te verrichten, en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen, welke hem door of namens de werk- gever zullen worden verstrekt.
De werkgever is verplicht zich tegenover de werknemer als een goed werkgever te gedragen.
Artikel 9
De werknemer zal tegenover derden tijdens en na de dienstbetrekking strikte geheimhouding betrachten en op geen enkele wijze mededeling doen omtrent alles wat bij de uitoefening van zijn werkzaamheden in
..........1) te zijner kennis komt.
Deze geheimhoudingsplicht omvat eveneens alle externe gegevens, waar- van de werknemer uit hoofde van zijn werkzaamheden van cliënten of andere relaties van 1) kennis neemt.
Aldus overeengekomen en in duplo opgemaakt en ondertekend te ........
de ........................................................................................................ 19..
De werkgever: De werknemer:
................................................ ................................................
De mede-ondergetekende ..........................................................................
verklaart, in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van werknemer akkoord te gaan met de inhoud van bovengenoemde over- eenkomst en werknemer tot het aangaan daarvan te machtigen.
De wettelijke vertegenwoordiger: ....................... de ....................... 19..
1) Noot van CAO-partijen: Naam van de apotheek invullen.
32
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 4
bij artikel 22 van de CAO-Apotheken.
UITVOERINGSREGELING STUDIEKOSTENVERGOEDING
Artikel 1 Deze regeling heeft betrekking op:
x. xx xx dan niet door de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA) gecertificeerde studies welke door de werknemer in opdracht van de werkgever worden gevolgd;
b. de door de SBA gecertificeerde studies welke door de werknemer op eigen initiatief worden gevolgd;
c. de niet door de SBA gecertificeerde studies welke door de werkne- mer, na daartoe overeenstemming te hebben bereikt met de werkge- ver, worden gevolgd.
Artikel 2
1. In het geval zoals vermeld in artikel 1 onder a zal de werkgever 100% van de aan deze studie verbonden kosten, zoals vermeld in artikel 3, vergoeden.
2. In het geval zoals vermeld in artikel 1 onder b zal de werkgever per jaar voor werknemers die een dienstverband van 23 uur of minder per week werken maximaal f 250,– en voor werknemers die een dienstverband hebben van 24 tot en met 36 uur per week maximaal f 500,– vergoeden.
3. In het geval zoals vermeld in artikel 1 onder c zal de werkgever 50% van de aan deze studie verbonden kosten zoals vermeld in artikel 3, vergoeden.
Artikel 3 Onder studiekosten wordt verstaan:
a. cursus-, les- of schoolgelden, inschrijfkosten en excursiekosten daar- onder begrepen.
b. reiskosten, op basis van de laagste klasse van openbaar vervoer, en/of verblijfkosten, indien de lessen noodzakelijk buiten de woon- plaats moeten worden gevolgd.
c. kosten voor deelneming aan examens.
33
x. xxxxxx voor aanschaf van voorgeschreven boeken en studiemateriaal. Artikel 4
1. Het bepaalde in de voorgaande artikelen is niet van toepassing indien reeds een beurs of andere ondersteuning in de studiekosten genoten dan wel aangevraagd kan worden, voorzover deze voldoende kosten- dekkend is.
2. Eventueel verschuldigde belasting of premies ingevolge de Sociale Verzekeringswetten over de studiekostenvergoeding komen voor re- kening van de werkgever.
Artikel 5
1. Voor de lessen ten behoeve van de studies bedoeld in artikel 1 onder a, die niet anders dan tijdens werktijd worden gegeven, wordt aan de werknemer verlof met behoud van salaris gegeven.
2. De lessen ten behoeve van de te volgen studies, als bedoeld in arti- kel 1 onder b en c dienen buiten werktijd te worden gevolgd.
Artikel 6
Xxxxxx met behoud van salaris zal worden verleend voor de tijd dat een examen, verbonden aan een studie als vermeld in artikel 1 onder a, tij- dens werktijd moet worden afgelegd.
Artikel 7
1. De in bovenstaande artikelen bedoelde faciliteiten worden verleend voor het tijdvak dat redelijkerwijs voor het volbrengen van de studie als normaal moet worden beschouwd.
2. Deze termijn kan door de werkgever worden verbroken wanneer de werknemer wegens aan hem te wijten omstandigheden onvoldoende vorderingen maakt en daardoor niet in staat kan worden geacht de studie in normale tijd te volbrengen.
3. Deze termijn kan op verzoek van de werknemer door de werkgever worden verlengd in geval van ziekte van de werknemer met zoda- nige termijn als de werkgever redelijk voorkomt en in bijzondere gevallen zulks ter beoordeling van de werkgever.
Artikel 8
De werknemer verplicht zich:
a. de studie naar beste vermogen te verrichten en zich na het verstrij-
34
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
ken van de in artikel 7 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen.
b. de werkgever op diens verzoek, geregeld op de hoogte te houden van de voortgang van de studie.
c. het onderbreken, opschorten of afbreken van de studie onmiddellijk ter kennis van de werkgever te brengen.
De werkgever is bevoegd na overleg met de werknemer inlichtingen bij het opleidend instituut in te winnen.
Artikel 9
1. De uitbetaling van de tegemoetkoming in de studiekosten zoals omschreven in artikel 3, geschiedt voor wat betreft de studie als ver- meld in artikel;
a. 1 onder a; als regel na afloop van elk kalenderkwartaal;
b. 1 onder b; als regel na afloop van elk kalenderjaar;
c. 1 onder c; indien het aan deze studie verbonden diploma is behaald.
2. De hierboven bedoelde uitbetaling geschiedt nadat de werknemer de declaraties betreffende zijn uitgaven wegens studiekosten aan de werkgever heeft overgelegd en waarbij bovendien bewijsstukken die- nen te worden overgelegd waaruit blijkt dat de studieleiding de aan- schaf van bepaalde studiematerialen voorschrijft of dringend advi- seert.
Artikel 10
1. De werknemer is verplicht een gedeelte van het bedrag van de door de werkgever verstrekte studiekosten, als bedoeld in artikel 1 onder b en c, terug te betalen indien hij na het voltooien van de studie het- zij op eigen verzoek, hetzij als gevolg van aan hem zelf te wijten fei- ten of omstandigheden anders dan met onmiddellijk ingaand pen- sioen, de apotheek verlaat.
2. Het hierboven in lid 1 vermelde gedeelte van het bedrag aan studie- kosten dat moet worden terugbetaald wordt zodanig vastgesteld dat voor iedere maand, dat het dienstverband na het voltooien van de studie korter duurt dan 24 maanden, 1⁄24 dient te worden terugbe- taald.
35
BIJLAGE 6
bij artikel 27, lid 4, van de CAO-Apotheken.
REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE ARBEIDSVOOR- WAARDEN
Artikel 1
1. De Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden bestaat uit vier leden en vier plaatsvervangende leden.
2. De leden worden benoemd voor de tijd van drie jaar, met dien ver- stande dat ieder jaar een der leden, aangewezen door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie en een der leden, aangewezen door de in de aanhef van de collectieve arbeids- overeenkomst genoemde werknemersorganisaties tezamen met hun plaatsvervangers aftreden. De aftredende leden zijn terstond herbe- noembaar.
3. Bij voorziening in een tussentijdse vacature heeft het in deze vaca- ture benoemde lid zitting voor de tijd gedurende welke zijn voorgan- ger nog zitting zou hebben gehad.
Artikel 2
1. De Adviescommissie benoemt uit haar midden tot voorzitters een lid, aangewezen door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter be- vordering der Pharmacie en een lid, aangewezen door de in artikel 1 bedoelde werknemersorganisaties.
2. De voorzitters treden om beurte, telkens voor een jaar, als zodanig op; de eerste beurt wordt door het lot bepaald.
3. De Adviescommissie wijst uit haar midden of daarbuiten een secre- taris aan, die van alle vergaderingen van de commissie notulen houdt, waarin alle besluiten woordelijk worden opgenomen.
Deze notulen zullen aan alle leden van de commissie worden toege- zonden.
4. Indien de secretaris geen lid is van deze commissie, heeft hij een adviserende stem.
Artikel 3
De Adviescommissie besluit bij gewone meerderheid der geldig uitge- brachte stemmen. Blanco stemmen zijn van onwaarde. Bij staking van stemmen is een voorstel verworpen.
36
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 7
bij artikel 29 van de CAO-Apotheken.
FORMULIER GESTRUCTUREERD WERKOVERLEG
Datum: .......................................................................................................
Tijd: ............................................................................................................
Apotheker: .................................................................................................
Medewerkers: ............................................................................................
Te bespreken onderwerpen:
1. indeling werkzaamheden
2. overdracht werkzaamheden
3. overdracht taken en bevoegdheden
4. collegiale verhoudingen
5. dienstrooster
6. planning vakanties
7. overigen
Onderwerp Xxxxxxxx/argumentatie/ problemen
Conclusie/afspraken
Gezien: (apotheker) ...................................................................................
Gezien: (medewerkers) .............................................................................
37
BIJLAGE 8
bij artikel 29 van de CAO-Apotheken.
FORMULIER FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
Datum: .......................................................................................................
Tijd: ............................................................................................................
Apotheker: .................................................................................................
Medewerker: ..............................................................................................
Te bespreken onderwerpen:
1. taakinhoud
2. taakvervulling
3. ondersteuning leidinggevende
4. werkomstandigheden
5. samenwerking
6. ontwikkeling medewerker
7. overigen
Onderwerp Xxxxxxxx/argumentatie/ problemen
Conclusie/afspraken
Gezien: (apotheker) ...................................................................................
Gezien: (medewerkers) .............................................................................
38
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 9
bij artikel 30 van de CAO-Apotheken.
INTENTIEVERKLARING OVER ARBEIDS- OMSTANDIGHEDEN
Als leidraad voor de zorg die de werkgever heeft voor arbeidsomstan- digheden die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werk- nemer bij het werken in de apotheek zoveel mogelijk bevorderen, geldt de uitgave Arbeidsomstandigheden in openbare apotheken V16, uitgege- ven door het Directoraat-Generaal van de Arbeid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Indien de werkzaamheden in de apotheek betreffen het werken met grondstoffen van niveau 2, dan zal in principe hierbij niet betrokken worden de werknemer die zwanger is, tenzij deze werkzaamheden geen uitstel kunnen hebben en er geen andere werknemers aanwezig zijn.
Een werknemer kan niet worden verplicht meer dan twee uur onafge- broken aan beeldschermapparatuur te werken zonder dat daarna ten min- ste 1 kwartier kan worden gerust of ander werk gedaan kan worden. Er dient communicatie met andere werknemers mogelijk te zijn.
Een werknemer kan niet worden verplicht meer dan 4 uren per dag aan beeldschermapparatuur te werken. De werkzaamheden aan beeldscher- men mogen niet uitsluitend allemaal in deeltijdbanen van 4 uren ge- splitst worden. De werkzaamheden aan beeldschermen gedurende maxi- maal 4 uur, gespreid over de dag, vinden plaats, waarbij de resterende tijd voor andere werkzaamheden en rustpauzes gebruikt dient te worden. Een zwangere werknemer kan vanaf de zesde maand van de zwanger- schap niet verplicht worden tot het verrichten van nacht-, zon-, feest- en gedenkdagendiensten. Wel dient deze werknemer, indien overeengeko- men, de avonddienst en de (normale) dagdienst te verrichten.
39
BIJLAGE 10
bij CAO-Apotheken.
WETTELIJKE REGELING ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGSVERLOF
De periode waarover een vrouw in verband met haar zwangerschap en bevalling ziekengeld krijgt (100% van haar dagloon) duurt in totaal ten minste 16 weken.
Het zwangerschapsverlof kan flexibel worden opgenomen vanaf 6 tot 4 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De wet schrijft voor dat in ieder geval 4 weken voor de bevalling moet worden gestopt met wer- ken.
Heeft de vrouw besloten tot bijvoorbeeld 6 weken zwangerschapsverlof en de baby wordt eerder geboren, dan worden de niet gebruikte dagen van het zwangerschapsverlof overgeheveld naar het bevallingsverlof. De totale verlofperiode blijft dus 16 weken. Wordt de baby later dan de ver- moedelijke bevallingsdatum geboren, dan ontvangt de vrouw ook over de zogenoemde ,,over tijd’’-dagen ziekengeld. Deze dagen worden niet afgetrokken van het bevallingsverlof. In zo’n geval is de totale verlof- periode dus langer dan 16 weken.
40
Apotheken 1998/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 11
bij CAO-Apotheken.
INTENTIEVERKLARING OVER BIJ- EN NASCHOLINGSCURSUSSEN
Indien de werkgever het nodig acht dat de werknemer een bij- of nascholingscursus volgt, dan kan deze werknemer slechts onder bijzon- dere omstandigheden weigeren de bij- of nascholingscursus te volgen.
41
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 6 januari 1998
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
C. J. Meerhof.
42