ADMINISTRATIEPROTOCOL JEUGDHULP RIJNMOND 2023
ADMINISTRATIEPROTOCOL JEUGDHULP RIJNMOND 2023
VERSIE 3.5
Procesbeschrijving Toewijzing en declaratie jeugdhulp voor de gemeenten:
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maasluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Voorne aan Zee.
Maassluis, Scheidam en Vlaardingen maken deel uit van dit protocol voor wat betreft de opdracht crisis (F) en continuïteitszorg
INHOUD
Waarom dit protocol en voor wie is dit bestemd? 6
Het (Verzoek om) Toewijzingsproces 7
Een cliënt/gezin meldt zich via het lokale team 7
Een cliënt/gezin meldt zich via de (huis)arts 7
Toewijzen opdracht tot levering zorg 9
Escalatie indien niet tijdig een toewijzing wordt ontvangen 9
Combinatiemogelijkheden A, C met D, E arrangementen 9
Duur van een arrangement (Maximale looptijd) 9
Geen toestemming/Privacyverklaring 10
Type Verwijzers in de Verzoek om Toewijzing 11
Verzoek om Toewijzing (JW315) 12
Verzoek om wijziging (JW317) 13
Wijzigen van al toegewezen zorg 16
Heropenen of recidive na het afsluiten van een arrangement 16
Overdragen aan een andere jeugdhulpaanbieder 16
Verhuizing van de jeugdigen met gevolgen voor het woonplaatsbeginsel 17
Voorgenomen weigering door aanbieder 17
Xxxxxxxxx bij dezelfde jeugdhulpaanbieder 18
Xxxxxxxxx bij dezelfde jeugdhulpaanbieder 19
Overdragen naar een andere jeugdhulpaanbieder 19
Xxxxxxxx bij onbekende en/of geheime BSN 20
Wanneer mag er worden gedeclareerd? (In- en uitstroom en vaste Weekprijs) 21
Upload Toewijzingen bestand 28
Upload Verzoek om Toewijzing 28
Upload Verzoek om Wijziging 28
Upload Productieverantwoording 28
Upload Retrospectieve wachttijden 29
Matrix arrangementen met tarieven Systeemaanbieders 30
Matrix arrangementen met tarieven Prestatieaanbieders 31
Productcodes Systeemaanbieders 32
Productcodes Prestatieaanbieders 32
Contactgegevens GR-accountmanagers 34
Contactgegevens afzonderlijke gemeenten (Berichtenverkeer en Declaraties) 34
Contactgegevens afzonderlijke gemeenten (Toegangsorganisatie) 35
Contactgegevens Systeemaanbieders (Berichtenverkeer en Declaraties) 36
Contactgegevens Prestatieaanbieders (Berichtenverkeer en Declaraties) 36
Contactgegevens Flexaanbieders (Berichtenverkeer en Declaraties) 37
Contactgegevens Jeugdhulpplus-aanbieders (Berichtenverkeer en Declaraties) 37
Behandelplan/ Hulpverleningsplan 42
Landelijke standaard berichten 43
Start behandeling/ aanvang jeugdhulp 44
Verzoek Om Toewijzing (VOT) 45
Wijziging van Hulp (ook wel: mutaties) 45
WIJZIGINGSBEHEER
LEESWIJZER
Dit document is als volgt opgebouwd. Ieder proces heeft een eigen hoofdstuk. Het start met een korte functionele beschrijving van het proces, waarna de (afwijkende) afspraken binnen het proces nader worden uitgewerkt. In de paragraaf daarna zijn eventuele definities die gehanteerd worden in het proces opgesomd met een link naar het definitieoverzicht. Tot slot is er een paragraaf gericht op het berichtenverkeer. Welke berichten moeten in welke situaties binnen welke termijnen worden gestuurd.
Dit document is aan wijziging onderhevig. De laatste versie zal steeds gepubliceerd worden op de website van de regio Rijnmond (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
LAATSTE WIJZIGING:
Dit protocol refereert aan de stand van de administraties en de landelijke standaarden van dit moment. Het is mogelijk dat in de loop der tijd bepaalde aspecten van administraties wijzigen of dat de landelijke standaard wijzigt. Als dit het geval is, wordt dit protocol aangepast en wordt u hierover tijdig geïnformeerd.
De structuur is aangepast ten opzichte van eerdere versies, om hiermee een heldere opbouw te hebben. Alle termijnen van de berichten zijn geactualiseerd en conform de nieuwste berichtenstandaard (3.2), met uitzondering van bedrijfsregel OP380 (bevat link naar website i-standaarden). Deze bedrijfsregel stelt het oprekken van de einddatum van de bestaande toewijzing (in de meeste gevallen) verplicht bij een verlenging van de zorg. De GRJR onderzoekt in samenspraak met aanbieders en gemeenten of en op welke wijze deze wijziging in werkwijze doorgevoerd kan worden.
WAAROM DIT PROTOCOL EN VOOR WIE IS DIT BESTEMD?
Dit protocol beschrijft de wijze waarop het toewijzings- en declaratieproces in de regio Rijnmond verloopt en welke stappen de jeugdhulpaanbieder daarin moet nemen. Verder staan in dit protocol de afspraken over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden rondom zorgtoewijzingen en declaratiegegevens, de wijze van aanlevering en de uiteindelijke betaling van declaraties.
Het protocol geldt voor alle jeugdhulpaanbieders, ketenpartners en gemeenten die verbonden zijn aan de jeugdhulpregio Rotterdam Rijnmond en die betrokken zijn bij het toewijzen en declareren van hulp
Met de betreffende jeugdhulpaanbieders is een contract afgesloten met de gemeenten uit de regio Rijnmond (samenwerkend in de Gemeenschappelijke Regeling jeugdhulp Rijnmond) voor het leveren van jeugdhulp voor jeugdigen in de regio Rijnmond hierna te noemen GRJR. De overeenkomst verwijst naar het declaratieprotocol, maar waar staat declaratieprotocol moet administratieprotocol gelezen worden.
Het administratieprotocol is erop gericht om voor alle partijen de uitvoering van de administraties zo efficiënt mogelijk af te handelen.
Dit protocol gaat alleen over de ingekochte specialistische jeugdhulp via GRJR. De opdrachten die gemeenschappelijk zijn ingekocht, zijn:
• A. Pleegzorg;
• B. Opname met behandeling;
• C. Langdurig verblijf;
• D. Daghulp;
• E. Ambulante hulp;
• F. Crisis
Dit protocol gaat niet over het Landelijke Transitie Arrangement (LTA), daarvoor is een apart protocol opgesteld, zie het Standaard Administratie Protocol (SAP) LTA op de site van de VNG (xxxxx://xxx.xx/).
HET (VERZOEK OM) TOEWIJZINGSPROCES
Het proces om te komen tot een toewijzing is beschreven in het document Handreiking Casusregie. Dit is een apart document, maar maakt wel een onlosmakelijk onderdeel uit van dit document.
Dat document beschrijft de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van opdrachtgever en opdrachtnemer per fase in het proces dat leidt tot in de inzet van specialistische jeugdhulp.
De onderdelen in de Handreiking Casusregie zijn uitgewerkt voor drie “aanvliegroutes”:
- via het lokale team;
- na verwijzing via de medische route (zoals de huisarts);
- op initiatief van de GI.
Ook is beschreven welke middelen beschikbaar zijn om deze taken uit te kunnen voeren. De Handreiking Casusregie is te vinden op de website van de GRJR (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
EEN CLIËNT/GEZIN MELDT ZICH VIA HET LOKALE TEAM
Een jeugdige/gezin meldt zich met een hulpvraag bij het lokale team. Het lokale team bepaalt, samen met de jeugdige, welke vorm van hulp er nodig is om de jeugdige en/of het gezin te ondersteunen. Het lokale team neemt contact op met de beoogde jeugdhulpaanbieder (systeem- of prestatieaanbieders), bijvoorbeeld om af te stemmen of de aanbieder tijdig kan starten met de hulp aan jeugdige. Is dit het geval, dan wordt ook inhoudelijke informatie (zoals het ondersteuningsplan) met de aanbieder gedeeld. Indien er sprake is van specialistische jeugdhulp geeft het lokale team aan de administratie van de gemeente door welke toewijzing afgegeven moet worden. Uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de leveringsopdracht (toewijzing) neemt de zorgaanbieder contact op met de cliënt voor het plannen van een intake. De aanbieder heeft binnen 4 weken na ontvangst van een leveringsopdracht (toewijzing) een intakegesprek en start binnen 6 weken na de intake met de zorg/hulp.
EEN CLIËNT/GEZIN MELDT ZICH VIA DE (HUIS)ARTS
Het is voor een cliënt mogelijk om zich zonder tussenkomst van het lokale team via huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen te melden bij een aanbieder. Huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen (een bevoegde verwijzer) hebben de bevoegdheid om jeugdigen door te verwijzen naar jeugdhulp. Als er hulp wordt verleend terwijl een jeugdige of gezin zich bij de jeugdhulpaanbieder heeft gemeld zonder wettige verwijzing, is betaling van de zorg door de gemeente onrechtmatig. De jeugdhulpaanbieder dient dus altijd te controleren of een jeugdige/gezin een verwijzing van een wettelijke verwijzer heeft en deze verwijzing moet bewaard worden in het dossier van de jeugdige. Bij de accountantscontrole aan het einde van het jaar zal de instellingsaccountant dit controleren.
Uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de verwijzing van de (huis)arts neemt de zorgaanbieder contact op met de cliënt voor het plannen van een intake. De aanbieder heeft binnen 4 weken na aanmelding een intakegesprek en stuurt binnen 5 werkdagen na het intakegesprek een Verzoek om Toewijzing naar de gemeente. De aanbieder start binnen 6 weken na de intake met de zorg/hulp.
Als er sprake is van een gerechtelijke uitspraak is een jeugdbeschermer of jeugdreclasseerder vanuit een gecertificeerde instelling (GI) betrokken. Na inhoudelijke afstemming met de jeugdhulpaanbieder stuurt de GI de leveringsopdracht naar de aanbieder. De jeugdhulpaanbieder stuurt een Verzoek om Toewijzing naar de gemeenten.
De GI maakt voor het verzenden van leveringsopdrachten en voor de inzet van de eigen maatregelen geen gebruik van het berichtenverkeer.
Uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de verwijzing van de GI neemt de zorgaanbieder contact op met de cliënt voor het plannen van een intake. De aanbieder heeft binnen 4 weken na aanmelding een intakegesprek. Binnen 5 werkdagen na intakegesprek stuurt de aanbieder een Verzoek om Toewijzing naar de gemeenten.
Aanbieder start binnen 6 weken na de intake.
Toeleiding naar crisishulp verloopt via het CrisisInterventie Team (CIT). Het leveren van hulp en/of zorg heeft de eerste prioriteit. Uiteindelijk vraagt aanbieder via een verzoek om toewijzing (JW315-bericht) een toewijzing voor de geleverde en (mogelijk nog te leveren) crisiszorg aan bij de gemeenten. Op basis van de toewijzing (JW301-bericht) die de aanbieder van de gemeente ontvangt, stuurt de aanbieder een start-zorg bericht (JW305-bericht) en (uiteindelijk) een stop-zorg bericht (JW307-bericht). De GRJR maakt voor de financiering van crisishulp geen gebruik van het facturatiebericht (JW323-bericht).
De werkwijze om flex-aanbieders in te schakelen is voor elk van de drie verwijsroutes hetzelfde:
- verwijzer verwijst naar een systeemaanbieder1
- systeemaanbieder beoordeelt of hij, al dan niet in samenspel met de door de systeemaanbieder gecontracteerde onderaannemers, de gevraagde Jeugdhulp kan leveren. Hierbij kijkt aanbieder zowel naar de inhoud van de zorg als naar de termijn waarbinnen de Jeugdhulp kan starten. Deze beoordeling duurt maximaal één week. Aanbieder laat verwijzer de uitkomst van deze beoordeling weten
- heeft de systeemaanbieder een toewijzing van de gemeente ontvangen, dan stuurt de aanbieder een stop- zorg naar de gemeente. Is de aanbieder telefonisch of per mail door de gemeente benadert, dan reageert de aanbieder telefonisch of per mail
- aan de RER/ZBT bespreekt de systeemaanbieder waarom de Jeugdhulp niet geboden kan worden en waarom dit ook de gecontracteerde onderaannemers niet lukt
- vervolgens beoordelen de andere systeemaanbieders of het mogelijk is, al dan niet in samenspel met de door hen gecontracteerde onderaannemers, de gevraagde Jeugdhulp te leveren. Hierbij kijkt aanbieder zowel naar de inhoud van de zorg als naar de termijn waarbinnen de Jeugdhulp kan starten.
- als van géén van de systeemaanbieders redelijkerwijs verwacht kan worden (o.b.v. duur wachttijd of benodigde unieke expertise) om de benodigde jeugdhulp te leveren (dit ter beoordeling aan RER), dan gaat de systeemaanbieder die het oorspronkelijk verzoek heeft ontvangen, op zoek naar een flex-aanbieder die de Jeugdhulp wel kan leveren. Onderaannemers die eerder hebben aangegeven die hulp niet te kunnen leveren, worden hierbij niet benaderd
- de flex-aanbieder verstuurt een verzoek om toewijzing naar de gemeente
- de RER/ZBT informeert de oorspronkelijke verwijzer over de plaatsing van de jeugdige bij de flex-aanbieder.
1 W a a r h i e r s t a a t “ s y s t e e m a a n b i e d e r ” w o r d t o o k e e n p r e s t a t i e a a n b i e d e r b e d o e l t . V o o r b e i d e t y p e a a n b i e d e r s g e l d t e e n v e r g e l i j k b a r e s i t u a t i e a l s h e t g a a t o m d e i n s c h a k e l i n g v a n e e n f l e x - a a n b i e d e r .
2 b i j f o r e n s i s c h e z o r g b r e n g t d e p r e s t a t i e a a n b i e d e r d e c a s u s i n b i j d e F o r e n s i s c h e Z o r g b e m i d d e l i n g s T a f e l
TOEWIJZEN OPDRACHT TOT LEVERING ZORG
Na ontvangst van het verzoek om toewijzing door de administratie van de gemeente, zal de hulp aan de jeugdhulpaanbieder binnen 5 werkdagen worden toegewezen. Dit toewijzen gebeurt via een toewijzingsbericht. Als er géén geldige toewijzing is, volgt er geen betaling.
In het toewijzingsbericht wordt onder meer opgegeven welk soort hulp is toegewezen, hoe het arrangement is opgebouwd, welke productcode en welk weekbudget bij dit arrangement horen. Een toewijzing is geldig tot de ingegeven einddatum.
De gemeenten in de regio kunnen de te behalen resultaten aan de jeugdhulpaanbieder kenbaar maken door het Ondersteuningsplan (of delen daarvan) per beveiligde mail te sturen. Zie voor meer informatie (de werkinstructie werken met) het Afwegingskader Arrangementenmodel op de site van de GRJR (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
Voor alle opdrachten stuurt de gemeente een toewijzingsbericht.
ESCALATIE INDIEN NIET TIJDIG EEN TOEWIJZING WORDT ONTVANGEN
Indien de aanbieder niet binnen de gestelde termijn van 5 werkdagen een toewijzing of antwoordbericht ontvangt, escaleert de aanbieder, na 2 keer rappelleren bij gemeente, zelf bij de contractmanager van de GRJR.
COMBINATIEMOGELIJKHEDEN A, C MET D, E ARRANGEMENTEN.
Als een jeugdige in A of C langdurig verblijft, is het mogelijk om naast dit A/C arrangement een arrangement te openen in D of E als tijdelijke behandeling nodig is.
DUUR VAN EEN ARRANGEMENT (MAXIMALE LOOPTIJD)
In het afwegingskader Jeugd GRJR is opgenomen wat de standaard termijnen zijn. De maximale duur van een arrangement is gesteld op 18 maanden. Na deze periode kan, als dat nodig is, een verlenging van een arrangement worden aangevraagd. Er zijn de volgende uitzonderingen op deze maximale duur:
• Als er sprake is van resultaatgebied 2 (Herstel, vermindering, stabilisatie) dan is de maximale duur van het totale arrangement 12 maanden;
• Als er geen perspectief is op verblijf in de thuissituatie kan voor ondersteuningselement 1 de maximale duur worden bepaald op 36 maanden. Voorwaarde hiervoor is dat voorafgaand aan dit
arrangement de jeugdige al een periode van tenminste 12 maanden in een pleegzorgsituatie woont en het perspectief is om langdurig in deze situatie op te groeien;
• Als er sprake is van opdracht F (crisis) dan is de maximale duur van het arrangement 4 weken voor ambulante crisishulp of residentiele crisisopvang en 8 weken voor crisispleegzorg.
Bij een verlenging van een bestaande toewijzing, geeft de GRJR een nieuwe toewijzing af. Dit is niet in lijn met bedrijfsregel OP380 (bevat link naar website i-standaarden), die met ingang van release 3.2 van kracht zou moeten zijn. Deze bedrijfsregel stelt het oprekken van de einddatum van de bestaande toewijzing (in de meeste gevallen) verplicht bij een verlenging van de zorg. De GRJR onderzoekt in samenspraak met aanbieders en gemeenten of en op welke wijze deze wijziging in werkwijze doorgevoerd kan worden.
GEEN TOESTEMMING/PRIVACYVERKLARING
De jeugdhulpaanbieder werkt constructief samen met de lokale teams. In deze samenwerking bespreekt men met jeugdigen/ouder(s) de wenselijkheid om het lokale team te informeren.
Wanneer ouders/jeugdige geen toestemming geven voor het delen van informatie met het lokale team legt de jeugdhulpaanbieder dit schriftelijk vast. Het format dat de GRJR hiervoor hanteert, is te vinden in de bijlage van dit protocol. Een aanbieder kan een eigen format gebruiken, mits hierop alle elementen staan die de GRJR in het format heeft opgenomen. De getekende verklaring (Privacyverklaring) wordt in het dossier van de jeugdige geplaatst. De jeugdhulpaanbieder dient een verzoek om toewijzing in op de Privacyverklaring (productcode 50H00/50F00). Dit mag alleen als er een getekende Privacyverklaring aanwezig is in het dossier van de jeugdige. De controle op aanwezigheid hiervan zal onderdeel zijn van de accountantscontrole.
Jeugdhulpaanbieders hebben de mogelijkheid om betaalde zorg te verlenen aan een jeugdige zonder dat dit herleidbaar is naar een persoon. Dit proces gaat buiten het reguliere berichtenverkeer om en wordt afgehandeld via beveiligde e-mail.
Hiervan is sprake bij pasgeboren en ongeboren kinderen, illegalen of asielzoekers die nog niet over een BSN beschikken. In deze gevallen wordt de volgende werkwijze gehanteerd:
• In het geval van ongeboren kinderen wordt de zorg aan de moeder toegewezen als zij wel een BSN heeft omdat moeder en kind op dat moment nog onlosmakelijk verbonden zijn. Zo kan de zorg toch alvast verleend worden en na geboorte kan dit worden voortgezet zo lang moeder en kind verbonden blijven en de hulp in hetzelfde segment, profiel en Intensiteit blijft. Of de hulp wordt overgezet op het kind zelf is ter beoordeling van de gemeente.
• In het geval van illegalen en asielzoekers zal de toewijzing en declaratie buiten het berichtenverkeer om geschieden. Deze communicatie kan niet langs het berichtenverkeer en dient door middel van beveiligde e-mail verstuurd te worden. Zie voor de contactgegevens per gemeente de bijlage contactgegevens afzonderlijke gemeenten.
Het kan zijn dat een jeugdige en/of gezin op basis van de in het Ondersteuningsplan opgestelde resultaten, specialistische jeugdhulp nodig heeft die de jeugdhulpaanbieder zelf niet kan leveren. In dit geval kan gebruik gemaakt worden van een onderaannemer. Deze onderaannemer is aangemeld bij de inschrijving (zie eis 86 van "Bijlage 5 PVE versie 30-11 – Systeemaanbieders”). Indien een systeemaanbieder gebruik wil maken van een onderaannemer die niet is aangemeld bij de inschrijving, is hiervoor vooraf toestemming van opdrachtgever nodig. Het is niet toegestaan om gebruik te maken van een onderaannemer die niet vooraf schriftelijk bij opdrachtgever bekend is gemaakt en die door de opdrachtgever schriftelijk is goedgekeurd. Het is niet toegestaan dat onderaannemers rechtstreeks berichten naar de gemeente insturen.
TYPE VERWIJZERS IN DE VERZOEK OM TOEWIJZING
De jeugdhulpaanbieder is verplicht om in het verzoek om toewijzing het veld Verwijzer te vullen. U heeft als jeugdhulpaanbieder hierbij de keuze uit de volgende opties (landelijke standaard):
Cod e | Omschrijving | Toelichting |
01 | Gemeente | In de meeste gevallen niet toegestaan te gebruiken, gemeente geeft direct een toewijzing af, dit verloopt niet via een 315. Uitzondering: route waarbij een flex-aanbieder wordt ingeschakeld. Flex-aanbieder stuurt een 315- bericht naar de gemeente, om vervolgens een toewijzing van de gemeente te ontvangen |
02 | Huisarts | Huisarts van cliënt |
03 | Jeugdarts | Jeugdarts van cliënt |
04 | Gecertificeerde instelling | Instellingen die kinderbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uitvoeren op basis van de Jeugdwet. |
05 | Medisch specialist | Medisch specialist van cliënt |
06 | Zelfverwijzer | Gebruiken wanneer cliënt wordt opgenomen in het kader van crisis |
08 | Rechter, Raad voor Kinderbescherming of Officier van Justitie |
Indien bekend wordt de AGB-code van de verwijzer opgenomen in het Verzoek. Alleen indien de AGB-code niet bekend is, mag de naam van de verwijzer worden doorgegeven.
De opgenomen AGB-code is van de verwijzer en niet van de organisatie. Als voorbeeld: de opgenomen AGB- code is de code van de huisarts en niet van de huisartsenpraktijk.
N.B.: AGB-codes van zorgaanbieders zijn te vinden in het AGB-register dat Vektis bijhoudt, zie xxx.xxxxxx.xx/xxx-xxxxxxxx.
Jeugdige/ ouder(s)
VERZOEK OM TOEWIJZING (JW315)
De jeugdhulpaanbieder stuurt na verwijzing door een wettig verwijzer een ‘Verzoek om Toewijzing’ (JW315- bericht) binnen 5 werkdagen na intakegesprek met jeugdige naar de gemeente waar de jeugdige woonachtig is. De Toewijzing Ingangsdatum is de datum waarop de behandeling gepland is te starten.
De JW315 berichten worden allereerst technisch door de gemeente gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW316 retourbericht.
Voor het gebruik van het JW315-bericht bij een meervoudig arrangement is het nodig om informatie mee te geven over de samenstelling van het gevraagde arrangement. Deze toelichting zal op een gestandaardiseerde manier in het commentaarveld van het bericht moeten worden meegegeven. Gemeenten vragen niet standaard aanvullende informatie op. Wel kunnen zij, indien zij daar behoefte aan hebben, extra informatie opvragen bij de aanbieder. De gemeente neemt het initiatief om deze informatie - indien nodig - op te vragen. De samenstelling van de gecodeerde samenstelling is als volgt:
[Opdrachtcode][Resultaatgebied: R+nr][Tredenummer resultaatgebied, evt. met aanvullende letter] [Ondersteuningselement: O+nr][tredenummer ondersteuningselement]
[O..R..TR..O..TR..]
Als voorbeeld: Opdrachtcode B1, Resultaatgebied 1, trede 3 met ondersteuningselement 1 trede 1
wordt als volgt meegegeven in het 315-bericht: B1R1TR3O1TR1.
Indien de vrije trede wordt ingezet, dan wordt de afkorting TRV gebruikt. De inzet van de vrije trede op resultatengebied R1 wordt weergegeven als R1TRV.
Bij het aanvragen van een verlenging kan gebruik worden gemaakt van een 315-bericht, behalve als de gemeente de oorspronkelijke verwijzer is. In dat geval neemt de ouder of jeugdige contact op met het lokale team om een verlenging aan te vragen. Geadviseerd wordt een verlenging tijdig (=8 weken voor afloop van de bestaande toekenning) aan te vragen.
In alle gevallen kan een gemeente bij een verzoek om verlenging extra informatie opvragen van de aanbieder. De gemeente neemt het initiatief om deze informatie - indien nodig - op te vragen. Bij veel gemeenten beoordeelt het lokale team de aanvraag. Ook aanbieders wordt geadviseerd een verlenging tijdig (=8 weken voor afloop van de bestaande toekenning) aan te vragen.
Indien de oorspronkelijke verwijzer een gecertificeerde instelling (GI) is, zorgt de aanbieder er zelf voor dat zij een geldige GI-bepaling voor de looptijd van de aangevraagde opdracht bezit .
Naast dat een verzoek om toewijzing (JW315) technisch beoordeeld wordt, vindt er ook een inhoudelijke (functionele) controle plaats. De gemeente controleert het JW315-bericht op:
• Het woonplaatsbeginsel, contract met de jeugdhulpaanbieder en de leeftijd van een jeugdige.
• Mogelijk andere lopende jeugdhulp voor deze jeugdige/gezin. Bij resultaatsturing kan er op enig moment slechts één lopend arrangement zijn per jeugdige.
Uitzondering hierop is:
- Bij een crisissituatie kan er tijdelijk naast een lopend arrangement extra crisis ondersteuning geboden worden.
- Landelijke inkoop.
- Lokaal ingekochte jeugdhulp.
- Wanneer naast een arrangement in A of C hulp in D of E wordt ingezet
• Het lokale team heeft naast bovenstaande redenen de bevoegdheid hiervan af te wijken.
Onderzoeken
Als er sprake is van een verzoek dat de gemeente niet binnen 5 werkdagen kan toewijzen of afkeuren, doordat het vaststellen van het woonplaatsbeginsel meer tijd vraagt, stuurt de gemeente een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Onderzoek”. De jeugdhulpaanbieder weet dan dat het langer duurt (max 10 werkdagen) voordat een toewijzing of afkeur wordt ontvangen.
De JW319 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW320 retourbericht.
Afkeuren
Als de gemeente op basis van de beoordeling besluit het verzoek niet toe te wijzen (bv als gevolg van woonplaatsbeginsel), stuurt de gemeente een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Afgekeurd” voorzien van een reden. In geval van afkeur woonplaatsbeginsel, wordt ook (na afstemming met de verantwoordelijke gemeente) de gemeentecode van de verantwoordelijke gemeente meegegeven.
De JW319 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW320 retourbericht.
De administratie van de gemeente stuurt, als het verzoek om Toewijzing (JW315-bericht) gehonoreerd kan worden, binnen 5 werkdagen het Toewijzingsbericht (JW301-bericht).
De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW302-retourbericht.
Met het Jw317 bericht kan alleen een wijziging in de toekomst worden doorgegeven. Ook is er een beperkt aantal mogelijkheden om aan te passen:
- gewenste ingangsdatum
- gewenste einddatum
- gewenste omvang (bij arrangementen altijd 1)
- gewenst budget
Er is er geen toelichtingsveld.
Gezien het beperkt aantal mogelijkheden met dit bericht en het feit dat er geen commentaarveld is als vrij tekstveld, is het 317-bericht binnen het arrangementenmodel slechts beperkt inzetbaar. In vrijwel alle gevallen zal de beoordeling van het 317-bericht door gemeenten niet mogelijk zijn zonder extra toelichting. Zolang de inhoud van het 317-bericht nog niet is uitgebreid, zal de toegevoegde waarde beperkt zijn.
De regio Rijnmond maakt gebruik van het 317-bericht bij:
- afschalingen van het toegekende arrangement (alleen voor enkelvoudige hulp),
- opschalingen tot het oorspronkelijk afgegeven arrangement (alleen voor enkelvoudige hulp),
- het verkorten van de looptijd van een bestaande toewijzing (einddatum verschuiven).
In deze gevallen stuurt de aanbieder een 317-bericht, zonder dat er op voorhand aanvullende informatie van de aanbieder wordt gevraagd. Als die informatie toch nodig is, dan wordt die door de betreffende gemeente opgevraagd bij de aanbieder.
Bij alle andere wijzigingen beëindigt de aanbieder de lopende toewijzing via een stop-zorg bericht (JW307- bericht). Vervolgens stuurt de aanbieder een verzoek om toewijzing (JW315-bericht) om het gewenste arrangement aan te vragen.
De hulpverlening start binnen 10 weken na ingangsdatum van de toewijzing in het toewijzingsbericht (JW301). Wanneer de datum van verzenden later is dan de ingangsdatum in het toewijzingsbericht (JW301), wordt deze verzenddatum aangehouden en moet de hulpverlening binnen 10 weken starten gerekend vanaf de datum van verzenden.
Voordat een gemeente een toewijzing naar een Opdrachtnemer stuurt, is het wenselijk met Opdrachtnemer af te stemmen of deze de jeugdige (tijdig en inhoudelijk) kan behandelen.
De Opdrachtnemer is verplicht om de Jeugdhulp te leveren aan Cliënten waarvoor de aanbieder vanuit het College toewijzingen heeft ontvangen. Het is Opdrachtnemer niet toegestaan een Cliënt Ondersteuning te weigeren voor de in het kader van deze Overeenkomst afgesproken te leveren Ondersteuning. Bezwaren tegen bijvoorbeeld de match van de problematiek van de Cliënt met eigen expertise, de hoogte van het toegekende Jeugdhulp-budget, maximale capaciteit of wachtlijsten zijn geen geldige reden tot weigering, voor zover het door Opdrachtnemer opgegeven productievolume bij Aanmelding nog niet bereikt is.
De gemeente benadrukt het feit dat een jeugdhulpaanbieder de verplichting heeft om een aangemelde jeugdige uiterlijk binnen 10 weken gerekend na de ingangsdatum van de toewijzing hulp te bieden. Wanneer de datum van verzenden later is dan de ingangsdatum in het toewijzingsbericht (JW301), wordt deze verzenddatum aangehouden en moet de hulpverlening binnen 10 weken starten gerekend vanaf de datum van verzenden.
Onderaannemers handelen in opdracht van, en communiceren met de hoofdaannemer. Het is voor de onderaannemer niet toegestaan om berichten aan de gemeente te sturen. Dit zou verwarring scheppen.
De jeugdhulpaanbieder dient een JW305 (start-zorg bericht) binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke datum start-zorg (zoals hiervoor gedefinieerd) te versturen. De Begindatum in het start-zorg bericht is de datum waarop daadwerkelijk wordt gestart met de behandeling van de jeugdige.
De JW305 berichten worden technisch door de gemeente gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW306 retourbericht.
WIJZIGEN VAN AL TOEGEWEZEN ZORG
Het kan in bijzondere situaties voorkomen dat een al in gang gezet arrangement op enig moment niet meer als passend ervaren wordt. Als gedurende het traject blijkt dat de zorgvraag van de jeugdige is veranderd en het oorspronkelijke arrangement niet meer passend is, neemt jeugdhulpaanbieder zo spoedig mogelijk contact op met het lokale team (zie het (verzoek om) toewijzingsproces). De jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor de hulp en voert casusregie (indien bij aanbieder belegt) totdat het lokale team of een andere jeugdhulpaanbieder de taak heeft overgenomen. De gemeente spant zich in deze gevallen in om de casusregie zo snel als mogelijk van de aanbieder over te nemen.
Wanneer tijdens het leveren blijkt dat het afgegeven arrangement niet meer volledig nodig is, of er meer zorg nodig is, dient de aanbieder dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de gemeente. Het verzoek tot op- of afschalen wordt ingediend met een datum in de toekomst. Totdat de gewijzigde toewijzing is afgegeven door de gemeente, blijft de zorg conform het eerdere arrangement geleverd.
HEROPENEN OF RECIDIVE NA HET AFSLUITEN VAN EEN ARRANGEMENT
Los van het resultaat van de ontvangen jeugdhulp kan het gebeuren dat diezelfde jeugdige/gezin zich binnen een periode van 6 maanden na het beëindigen van de zorg opnieuw tot de gemeente of de jeugdhulpaanbieder wendt met feitelijk dezelfde ondersteuningsbehoefte en context. In dat geval dient de aanbieder afhankelijk van de volgende situaties te handelen:
Toewijzing is nog actief:
In deze situatie heeft de gemeente geen nieuwe toewijzing (JW301) verstuurd n.a.v. een eerder stop zorg bericht en/of de einddatum van de toewijzing is nog niet verlopen. Aanbieder trekt de eerder gestuurde stopzorg in, en vervangt deze door een tijdelijke stop. Vervolgens wordt er weer een nieuwe start gestuurd vanaf het moment dat de zorg weer geleverd wordt.
Toewijzing is gestopt:
In deze situatie heeft de gemeente een nieuwe toewijzing (JW301) verstuurd n.a.v. een eerder stop zorg bericht en/ of de einddatum van de toewijzing is verlopen. Aanbieder neemt contact op met het lokale team van de gemeente om de situatie te bespreken en een nieuwe toewijzing aan te vragen, of de aanbieder verwijst de cliënt naar een wettelijke verwijzer. Op basis van de verwijzing door de verwijzer dient de aanbieder via een Verzoek om Toewijzing een verzoek in.
OVERDRAGEN AAN EEN ANDERE JEUGDHULPAANBIEDER
Wanneer blijkt dat aan het begin of gedurende het traject de jeugdige beter door een andere jeugdhulpaanbieder geholpen kan worden, gaat de jeugdhulpaanbieder in overleg met de jeugdige, de verwijzer en/of het lokale team zodat een andere jeugdhulpaanbieder de hulpverlening kan overnemen. Deze mogelijkheid is ingebouwd om flexibiliteit te bieden als dit nodig is. Het arrangement gaat dan over naar een andere jeugdhulpaanbieder. Als het lokale team, jeugdige/ouder(s) en/of wettelijke Verwijzer akkoord gaan met het overdragen aan een andere Opdrachtgever, wordt de toewijzing ook administratief overgedragen.
De jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor de hulp en voert de casusregie totdat de toewijzing administratief is overgedragen en het lokale team of een andere jeugdhulpaanbieder de taak heeft overgenomen.
VERHUIZING VAN DE JEUGDIGEN MET GEVOLGEN VOOR HET WOONPLAATSBEGINSEL
In het geval er een verhuizing met consequenties voor de uitkomst van het woonplaatsbeginsel, heeft dat gevolgen voor de bepaling van de gemeente die de zorg betaalt. Het vaststellen van het woonplaatsbeginsel is een taak van de gemeente. In de regio Rijnmond wordt gewerkt conform het “Convenant Woonplaatsbeginsel Jeugdwet”. Het convenant houdt in dat bij een verhuizing van een jeugdige/gezin de nieuwe gemeente voor maximaal een jaar de jeugdhulp zonder nadere indicering over neemt. Zie voor een nadere toelichting artikel 2.7a, lid 1, van de Jeugdwet.
Dit kan 2 consequenties hebben voor een jeugdhulpaanbieder.
1. Het kan voorkomen dat in een lopend traject de financier wijzigt;
2. Daarnaast kan het gebeuren dat een jeugdige/gezin niet in zorg kan blijven bij dezelfde jeugdhulpaanbieder.
Verhuizing binnen de regio
- De latende gemeente brengt de ontvangende gemeente op de hoogte van de verhuizing en deelt de lopende beschikking(en)
- De latende gemeente trekt haar toewijzing in per datum X (= datum BRP-mutatie).
- De ontvangende gemeente stuurt een nieuwe Toewijzing per datum X+1.
- Het volledige weekbudget van de week van de verhuizing, wordt door de jeugdhulpaanbieder gedeclareerd bij de ontvangende gemeente. Bij een verhuizing in de eerste week van een nieuw jaar, kan hierbij sprake zijn van een geïndexeerd tarief
Verhuizing buiten de regio
Uiteraard kan dit protocol niets voorschrijven over werkwijzen buiten de GRJR. Er is een advies van de VNG dat voorstelt dat de ontvangende gemeente de indicatie van de latende gemeente overneemt, maar het is maar de vraag of de nieuwe financier dezelfde product-diensten-catalogus hanteert. Wanneer het woonplaatsbeginsel buiten de regio komt te liggen, bepaalt de nieuwe financier hoe er gewerkt wordt en onder welke condities er gedeclareerd kan worden. Voor de afsluiting van trajecten naar deze regio’s gelden de regels als bij verhuizing binnen de regio. Afhankelijk van de zorgintensiteit en de bijbehorende financiering kan gedeclareerd worden.
VOORGENOMEN WEIGERING DOOR AANBIEDER
Bij een voorgenomen weigering (zie eis 18 van "Bijlage 5 PVE versie 30-11 – Systeemaanbieders”) neemt de jeugdhulpaanbieder (buiten het berichtenverkeer) direct contact op met de jeugdige/ouders en/of het lokale team en/of de GI met een voorstel om tot een oplossing te komen. Van de jeugdhulpaanbieder(s) wordt verwacht dat zij actief en in samenwerking met het lokale team een beter passend aanbod organiseren, de jeugdige nazorg en/of overbruggingszorg leveren en ervoor zorgdragen dat de jeugdige aankomt bij de zorg die nodig is.
Als een jeugdige/ouder(s) is verwezen door een wettelijke verwijzer en de privacyverklaring is hier van toepassing, zal de jeugdhulpaanbieder in overleg treden met de jeugdige/ouder(s) en bezien of een andere jeugdhulpaanbieder kan worden ingezet. Als dit niet mogelijk is, ondersteunt de jeugdhulpaanbieder de jeugdige/ouder(s) om in contact met de Verwijzer te zoeken naar een andere jeugdhulpaanbieder. De jeugdhulpaanbieder zal geanonimiseerd aan de gemeente melden dat er sprake is van weigering van het verlenen van jeugdhulp is.
WIJZIGING BIJ DEZELFDE JEUGDHULPAANBIEDER
In geval van een wijziging van een Opdracht/ Resultaatgebied/ Ondersteuningselement en /of Intensiteit bij dezelfde jeugdhulpaanbieder3, stuurt de aanbieder een Verzoek om Wijziging (JW317) naar de gemeente, ongeacht de (oorspronkelijke) verwijzer. Het is vervolgens aan de gemeente om dit wijzigingsverzoek inhoudelijk te beoordelen.
Nadat een inhoudelijke beoordeling van het verzoek heeft plaatsgevonden en is goedgekeurd, wordt door de administratie van de gemeente een gewijzigde toewijzing gestuurd.
Hierbij zijn 2 varianten mogelijk. Het betreft voortschrijdend inzicht nog voordat met de behandeling is gestart of het betreft een nieuw inzicht of nieuwe ontwikkeling nadat de behandeling al is gestart en er ook een start- zorg is gestuurd.
• Wijzigingen voor start-zorg worden met terugwerkende kracht gesubstitueerd door een nieuwe Toewijzing. De gemeente trekt de oude Toewijzing in en stuurt een nieuwe Toewijzing met de oorspronkelijke ingangsdatum van de toewijzing. Er hoeft dan niet verrekend te worden want er heeft nog geen betaling plaatsgevonden.
• Wijzigingen na start-zorg worden vanaf de aangevraagde gewenste startdatum gewijzigd waarbij de oude Toewijzing wordt beëindigd en een nieuwe wordt verstuurd.
Wanneer de jeugdhulpaanbieder het niet eens is met het gewijzigde arrangement dat door het lokale team wordt voorgesteld en is uitgezet bij de jeugdhulpaanbieder, dan neemt de jeugdhulpaanbieder zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 werkdagen na intake contact op met het lokale team of de GI.
3 De regio Rijnmond maakt gebruik van het 317-bericht bij:
- afschalingen van het toegekende arrangement (alleen voor enkelvoudige hulp),
- opschalingen tot het oorspronkelijk afgegeven arrangement (alleen voor enkelvoudige hulp),
- het verkorten van de looptijd van een bestaande toewijzing (einddatum verschuiven).
In deze gevallen stuurt de aanbieder een 317-bericht, zonder dat er op voorhand aanvullende informatie van de aanbieder wordt gevraagd. Als die informatie toch nodig is, dan wordt die door de betreffende gemeente opgevraagd bij de aanbieder.
WIJZIGING BIJ DEZELFDE JEUGDHULPAANBIEDER
Nadat de jeugdhulpaanbieder merkt dat de toegewezen zorg niet meer passend is voor de hulpvraag moet een Verzoek om wijziging worden ingediend.
• Aanbieder stuurt een verzoek om wijziging (JW317) aan de gemeente met het verzoek de toegewezen zorg (per een datum in de toekomst) te wijzigen. Bladzijde 13 van dit protocol beschrijft in welke situaties een aanbieder het JW317-bericht gebruikt.
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW318-bericht retour.
Als er sprake is van een verzoek dat de gemeente niet binnen 5 werkdagen kan toewijzen of afkeuren:
• Gemeente stuurt binnen 5 werkdagen een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Onderzoek”. De jeugdhulpaanbieder weet dan dat het iets langer (max 10 werkdagen in Regio Rijnmond) duurt voordat een toewijzing wordt ontvangen.
• Aanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW320-bericht retour.
Als de gemeente op basis van de beoordeling besluit het verzoek niet toe te wijzen (bv als gevolg van Woonplaatsbeginsel), wordt het verzoek afgekeurd:
• Gemeente stuurt binnen 5 werkdagen een antwoordbericht (JW319) met Verzoek Antwoord “Afgekeurd” voorzien van een reden.
• Aanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW320-bericht retour.
De administratie van de gemeente stuurt, als het verzoek om Wijziging (JW317-bericht) gehonoreerd kan worden, binnen 5 werkdagen het Toewijzingsbericht (JW301-bericht).
De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW302 retourbericht.
OVERDRAGEN NAAR EEN ANDERE JEUGDHULPAANBIEDER
Wanneer blijkt dat aan het begin of gedurende het traject de jeugdige beter door een andere jeugdhulpaanbieder geholpen kan worden en het lokale team, jeugdige/ouder(s) en/of wettelijke Verwijzer gaan akkoord met het overdragen naar een andere Opdrachtgever, worden de volgende stappen gevolgd:
• De gemeente stuurt de nieuwe jeugdhulpaanbieder een JW301-bericht met de nieuwe start- en einddatum.
• De nieuwe jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW302-bericht retour.
• De nieuwe jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke start zorg een
JW305-bericht.
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW306-bericht retour.
• De gemeente stuurt de voormalige jeugdhulpaanbieder een JW301-bericht met de definitieve einddatum.
• Voormalige jeugdhulpaanbieder stuurt binnen 3 werkdagen een JW302-bericht retour.
• Voormalige jeugdhulpaanbieder stuurt JW307-bericht, met code 31 (volgens plan beëindigd)
• Gemeente stuurt binnen 3 werkdagen een JW308-bericht retour.
Er wordt bij resultaatgerichte inkoop vaste weekprijzen gehanteerd. Betalingen worden gedaan op basis van het declaratiebericht dat verstuurd wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de periode van zorglevering. De declaratiekalender is opgenomen in de bijlage.
De gemeente controleert binnen 10 werkdagen de declaratie tegen de afgegeven toewijzingen en reageert naar de aanbieder via een Declaratie-Antwoord bericht. Als blijkt dat er een fout zit in het declaratiebericht, wordt dit via het Declaratie-Antwoord bericht teruggekoppeld aan de jeugdhulpaanbieder.
Door de gemeente worden de goedgekeurde declaratieregels binnen 5 werkdagen na goedkeuring geüpload bij de regio en aangeboden ter betaling. Na goedkeuring door een bevoegd medewerker, gaan de goedgekeurde regels het betalingsproces in. Het gehele proces heeft een betaaltermijn van 30 dagen na het correct indienen van een declaratiebericht.
BETALING BIJ ONBEKENDE EN/OF GEHEIME BSN
Het kan voorkomen dat een jeugdige geholpen moet worden van wie het BSN (nog) onbekend is of van wie het BSN onbekend moet blijven in verband met veiligheid. We maken daartoe een onderscheid tussen onbekende BSN en geheime BSN. Declaraties van deze cliënten vindt buiten het berichtenverkeer plaats.
Alle specialistische/ niet vrij toegankelijke jeugdhulp die u inzet gedurende het traject valt onder het toegewezen opdracht, profiel en de daarin benoemde Intensiteit. U kunt alleen jeugdhulp declareren die is toegewezen.
Bij de start van het model is er sprake geweest van arrangementen die zowel korter als langer konden duren dan de looptijd van de bestelling. Bij de uitvoering blijkt het echter complex te zijn hoe (op basis van welke inspanning en actor) kan worden vastgesteld dat de jeugdhulpaanbieder moet doorleveren, terwijl het arrangement is afgelopen. Als hulp langer moet doorlopen op basis van de behoefte van de cliënt, dient de jeugdhulpaanbieder hiervoor een verzoek om toewijzing in te dienen bij de gemeente. Dit geldt zowel voor enkelvoudige als meervoudige jeugdhulp. Dit verzoek zal door het lokale team worden beoordeeld. In veel gevallen neemt de gemeente vervolgens contact op met de aanbieder voor een onderbouwing waarom de verlening wordt aangevraagd. Op basis van een beoordeling door de gemeente wordt bij een eventuele verlenging een nieuwe toewijzing verstuurd. Dit betekent dat jeugdhulpaanbieders niet zonder betaling langer doorleveren. Om die reden wordt van jeugdhulpaanbieders verwacht dat zij de zorg eerder beëindigen als het resultaat is bereikt voordat de looptijd van het arrangement is afgelopen.
N.B.: indien de gemeente de oorspronkelijke verwijzer is, vraagt de ouder of jeugdige een verlenging aan bij het lokale team. In deze situaties kan geen gebruik worden gemaakt van de 315-route.
Als er sprake is van een tijdelijke onderbreking (zie stopzorg) van de jeugdhulp, wordt bij jeugdhulpaanbieder het declareren voor de betreffende jeugdige/ouder(s) opgeschort vanaf de eerste dag van de week waarin er geen jeugdhulp meer wordt geleverd tot het moment dat er weer jeugdhulp geleverd gaat worden. In het geval van het tijdelijk niet leveren van de zorg, dient u dit in het dossier van de jeugdige te registreren. Er is dan sprake van een tijdelijke onderbreking van de hulp als gevolg van crisis, ziekenhuis opname, vakantie langer dan 2 weken.
Als de jeugdhulp wordt opgeschort, kan het arrangement binnen acht weken worden hervat, indien de jeugdige/ouder(s) dat wenst. Na acht weken vervalt het arrangement.
Houdt u er rekening mee dat (zie eis 117 van "Bijlage 5 PVE versie 30-11 – Systeemaanbieders”) uw declaratie volgens de declaratie kalender ingediend moet worden. Te laat ingediende declaraties worden mogelijk door de gemeente niet in behandeling genomen, tenzij de toewijzing met terugwerkende kracht is afgegeven.
WANNEER MAG ER WORDEN GEDECLAREERD? (IN- EN UITSTROOM EN VASTE WEEKPRIJS)
Een toewijzing start altijd op een maandag en eindigt altijd op een zondag. Een traject kan halverwege de week starten maar wordt altijd de maandag voorafgaand toegewezen. Heeft de einddatum van de af te geven toewijzing betrekking op het eindigen van zorg vanuit de Jeugdwet (bijvoorbeeld het bereiken van de leeftijd van 18 jaar), dan wordt de toewijzing afgegeven tot zondag na betreffende datum (in genoemd voorbeeld: de zondag na de 18e verjaardag van de jeugdige).
1. Een Weektarief kan gedeclareerd worden wanneer de zorgverlening gestart is in diezelfde Week.
2. Een Weektarief kan niet gedeclareerd worden in de Week dat de zorgverlening gestopt is. Tenzij de stopdatum een zondag betreft
3. Een aanbieder kan alleen zorg declareren over de weken dat daadwerkelijk zorg (in de vorm van directe cliëntgebonden uren) is geleverd. N.B.: deze regels wordt vooralsnog niet toegepast.
Dat betekent dat wanneer een jeugdige/Gezin slechts één dag van de beginweek in zorg is, het gehele Weekbedrag in rekening gebracht kan worden. Wanneer er zorg is geleverd in de laatste week, wordt deze niet gedeclareerd, tenzij ook op zondag is geleverd.
Opdrachtgever betaalt alleen de geleverde Ondersteuning waaraan een Toewijzing aan de aanbieder ten grondslag ligt en die conform de Leveringsopdracht is uitgevoerd. De mogelijkheid tot declaratie start vanaf het moment van de feitelijke levering van de in het Ondersteuningsplan omschreven Ondersteuning.
De wet stelt dat voor alle geleverde diensten een declaratie verstuurd moet worden middels een JW323-bericht.
• De jeugdhulpaanbieder stuurt uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de zorglevering de in die periode geleverde prestaties door middel van een declaratiebericht (JW323). Het declaratiebericht (JW323) bevat per cliënt de geleverde zorg.
• De gemeente stuurt binnen 10 werkdagen na binnenkomst van het declaratiebericht een declaratie- Jeugdhulp antwoord bericht (JW325). Hiervoor controleert de gemeente het declaratiebericht tegen de afgegeven toewijzingen en gemaakte contract afspraken. Als bij de controle geconstateerd wordt dat er een foute declaratieregel zit in het JW323-bericht, ontvangt de indiener daarvan automatisch een melding in het declaratie-Jeugdhulp antwoordbericht (JW325-bericht).
Het JW325-bericht ontvangt u altijd. Een JW323-bericht is volledig of gedeeltelijk toegekend. Bij gedeeltelijke toewijzing worden de declaratieregels die zijn afgekeurd in het JW325-bericht opgenomen. Alle correcte regels in een bericht worden uitbetaald tenzij er gegronde redenen zijn om betaling te weigeren.
• De gemeente stelt de goedgekeurde declaratieregels volgens declaratiekalender betaalbaar aan de GRJR.
• De GRJR betaalt binnen 30 dagen na ontvangst van de betaalbaarstelling van de gemeente.
Aan het einde van een traject (binnen 5 werkdagen na einde behandeling), einde van de toewijzing (binnen 5 werkdagen na einde toewijzing), of bij een onderbreking van meer dan 8 weken, stuurt de jeugdhulpaanbieder een stop-zorg. Hiermee is het duidelijk dat een jeugdige/Gezin niet meer in zorg is.
Jeugdhulpaanbieder houdt er rekening mee dat een melding van stop-zorg pas bedoeld is wanneer alle zorg van het Behandelplan van de jeugdige gestopt is en dat jeugdhulpaanbieder enkel een stop-zorgbericht kan sturen nadat eerder een start-zorg bericht gestuurd is door jeugdhulpaanbieder.
Voor de gemeente is de reden van beëindiging van jeugdhulp bij een jeugdige essentiële informatie. Hiermee houdt het lokale team zicht op de voortgang van het Ondersteuningsplan van een jeugdige/Gezin. De jeugdhulpaanbieder heeft bij de reden beëindiging zorg de keuze uit de volgende opties voor het veld (landelijke standaard):
Code | Documentatie | Vervolgactie |
02 | Overlijden | Toewijzing sluiten |
20 | Levering is tijdelijk beëindigd | Toewijzing aanhouden |
31 | Levering is volgens plan beëindigd | Toewijzing sluiten |
32 | Voortijdig afgesloten: eenzijdig door cliënt | Toewijzing sluiten |
33 | Voortijdig afgesloten: eenzijdig door aanbieder | Mag alleen worden gebruikt, na overleg met de casusregisseur |
34 | Voortijdig afgesloten: in overeenstemming | Mag alleen worden gebruikt, na overleg met de casusregisseur |
35 | Voortijdig afgesloten: wegens externe omstandigheden | Toewijzing sluiten |
36 | Geïnitieerd door de gemeente | Toewijzing sluiten |
37 | In verband met wijzigingsverzoek | Toewijzing sluiten |
38 | Overstap naar andere aanbieder | Toewijzing sluiten |
39 | Uitstroom naar ander domein | Toewijzing sluiten |
Levering is tijdelijk beëindigd (code 20)
In deze situatie blijft het arrangement doorlopen, maar de jeugdhulpaanbieder zet (tijdelijk) het declareren stop. Dit is van toepassing op situaties waarin aannemelijk is dat het arrangement, op een later moment weer uitvoering krijgt. Zoals ziekenhuisopname, kortdurende detentie, vakantie enzovoorts. De casusregisseur moet hierover wel geïnformeerd worden. Als over een periode van meer dan twee weken geen ondersteuning wordt geleverd, zet de jeugdhulpaanbieder het arrangement tijdelijk stop met een stopzorgbericht.
Als uitzondering op het voorgaande geldt de situatie waarin met de cliënt is afgesproken dat de ondersteuning in een lagere frequentie plaatsvindt dan een keer per week. In dit geval stemt de jeugdhulpaanbieder dit met de cliënt af en legt de jeugdhulpaanbieder deze afspraak vast in zijn cliëntadministratie. Er dient in deze situatie minimaal eenmaal per week ondersteuning te worden geleverd voordat de jeugdhulpaanbieder het volledige budget over de betreffende periode kan declareren.
Levering volgens plan beëindigd (code 31)
Wanneer het resultaat en doelen volgens plan bereikt zijn of de einddatum bereikt is, moet een stopzorg bericht verzonden worden met reden “Levering volgens plan beëindigd (31)”.
Toelichting: Enige wijzigingen in het plan zijn normaal. Het is niet wenselijk om te rigide vast te houden aan een vooropgesteld plan. Als je met elkaar, zoals gepland, het traject doorloopt en niet voortijdig stopt, is het traject volgens plan afgesloten. Ook als de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt (of 23 jaar bij verlengde jeugdzorg) en de jeugdhulp wordt beëindigd, dan wordt als reden beëindiging gekozen voor ‘beëindigd volgens plan’ (31).
Voortijdig afgesloten: eenzijdig door cliënt (code 32)
Als de hulp op initiatief van de jeugdige (bijvoorbeeld doordat de jeugdige wegblijft, aangeeft geen hulp meer te wensen/nodig te hebben, of een andere reden) wordt beëindigd, stopt het arrangement. De jeugdhulpaanbieder brengt Opdrachtgever hiervan onmiddellijk, uiterlijk binnen 5 werkdagen, op de hoogte. Indien nodig wordt ook het lokale team geïnformeerd. De betaling van het arrangement stopt dan.
Toelichting: Het traject wordt voortijdig afgesloten, bijvoorbeeld omdat:
• de cliënt op eigen initiatief naar een andere zorgaanbieder gaat;
• de cliënt ontevreden is over de zorg;
• de cliënt vindt dat de zorg niet (meer) nodig is;
• de cliënt geen hulp accepteert.
Dit kan gaan om cliënten die ineens niet meer op afspraken verschijnen maar ook in een overleg aangeven te willen stoppen. Als de aanbieder nog wel mogelijkheden ziet om de cliënt te helpen, is de afsluiting eenzijdig door de cliënt. Dit brengt in beeld hoe vaak je cliënten verliest waarmee je dacht nog vooruitgang te kunnen boeken, uitval.
Voortijdig afgesloten: eenzijdig door aanbieder (code 33)
Een jeugdhulpaanbieder mag alleen na akkoord van de casusregisseur kiezen voor deze reden. Anders is de code strijdig met de acceptatieplicht, die in het contract is opgenomen. De code 33 wordt zonder akkoord van de casusregisseur wordt gezien als uitval.
Toelichting: Het lukt de aanbieder niet voldoende passende hulp te bieden. De aanbieder komt tot de conclusie dat verdere hulp vanuit aanbieder niet meer haalbaar is, verantwoord is (bijvoorbeeld vanwege agressie richting de hulpverlener) en/of geen perspectief meer kent. Als de cliënt die conclusie niet deelt, geldt: ‘Voortijdig afgesloten: eenzijdig door de aanbieder (33)’. Dit brengt het aantal cliënten in beeld die volgens de aanbieder beter op een andere wijze geholpen kunnen worden, niet bij de betreffende aanbieder zelf.
Voortijdig afgesloten: in overeenstemming (code 34)
Een jeugdhulpaanbieder mag alleen na akkoord van de casusregisseur kiezen voor deze reden. Anders is de code strijdig met de acceptatieplicht, die in het contract is opgenomen. De code 34 wordt zonder akkoord van de casusregisseur wordt gezien als uitval.
Toelichting: De situatie van de jeugdige of het gezin is veranderd waardoor de gestarte hulp niet meer passend is. Als de cliënt en behandelaar het eens zijn dat de eerder afgesproken hulp geen toegevoegde waarde meer heeft, of dat andere hulp nodig is dan dat binnen het lopende traject geboden kan worden, geldt: Voortijdig afgesloten: in overeenstemming (34).
Voortijdig afgesloten: wegens externe omstandigheden (code 35)
Als de hulp wordt beëindigd vanwege verhuizing van de jeugdige, kan dit worden doorgegeven aan de gemeente met de code 35.
Toelichting: externe omstandigheden zijn bijvoorbeeld:
• een verhuizing,
• langdurige vermissing of ontvoering van het kind
Geïnitieerd door de gemeente (code 36)
Wanneer de gemeente een toewijzing intrekt, wordt de code “geïnitieerd door de gemeente” gebruikt. De jeugdhulpaanbieder geeft daarmee aan dat de stop een vervolg is op een ingetrokken toewijzing.
In verband met wijzigingsverzoek (code 37)
Wanneer een de gemeente een toewijzing beëindigt als gevolg van een ingediend wijzigingsverzoek door de jeugdhulpaanbieder, dient de toewijzing door de jeugdhulpaanbieder te worden afgesloten met een stopzorg met reden 37 (in verband met wijzigingsverzoek).
Overstap naar andere aanbieder (code 38)
Wanneer blijkt dat aan het begin of gedurende het traject de jeugdige beter door een andere jeugdhulpaanbieder geholpen kan worden gaat de jeugdhulpaanbieder in overleg met de jeugdige, de Verwijzer en/of het lokale team zodat een andere jeugdhulpaanbieder de hulpverlening kan overnemen. Dit gebeurt buiten het berichtenverkeer om. Uiteindelijk is de gemeente in de lead voor de administratieve verwerking. De aanbieder stuurt pas een stopzorg, nadat er een aangepaste (ingetrokken) toewijzing is ontvangen. Aanbieder gebruikt dan de reden 31. Volgens plan beëindigd.
Code 38 wordt niet gebruikt en wordt gezien als uitval.
Uitstroom naar ander domein (code 39)
Ook in dit geval ligt de regie bij de gemeente. De aanbieder neemt in geval van uitstroom naar ander domein óf indien de zorg/ondersteuning wordt voortgezet onder een andere wet (Zvw, Wmo, Wlz), buiten het berichtenverkeer om contact op met de gemeente voor het administratief verwerken. De gemeente zal de toewijzing intrekken, waarna de aanbieder middels reden 39 de toewijzing stopt.
Als de zorg niet is gestopt, maar de toewijzing zijn einddatum heeft bereikt, wordt een stopzorg gestuurd met stopdatum gelijk aan einddatum toewijzing en reden beëindiging: “Volgens plan beëindigd”. Dit is overeenkomstig de iStandaarden, waarbij iedere toewijzing die is gestart met een startzorg, ook gestopt moet worden.
Het kan voorkomen dat de eenmaal gestarte jeugdhulp, voortijdig tot een einde komt zonder dat het resultaat is behaald. Dit kan komen door:
- Eenzijdige beëindiging door de jeugdige en/of het gezin. Bijvoorbeeld omdat de jeugdige niet meer verschijnt (code 32).
- Voortijdige beëindiging wegens externe omstandigheden. Bijvoorbeeld bij verhuizing van jeugdige en/ of gezin (code 35).
• De JW307-berichten worden binnen 5 werkdagen (nadat duidelijk is dat de zorg gestopt is, of dat de lopende toewijzing zijn einddatum heeft bereikt) naar de gemeente verstuurd.
• gemeenten zullen deze berichten technisch controleren en op basis daarvan zal de gemeente binnen 3 werkdagen een retourbericht JW308 versturen.
• Ook zal de gemeente op basis van het door de jeugdhulpaanbieder gestuurde JW307-bericht met een definitieve stop de toewijzing van een (nieuwe) einddatum voorzien en stuurt daarop een nieuw JW301-bericht.
• De JW301 berichten worden technisch door de jeugdhulpaanbieder gecontroleerd en op basis daarvan
binnen 3 werkdagen beantwoord met een JW302 retourbericht.
Om de GRJR te voorzien van de juiste informatie is het zaak dat zowel gemeenten als aanbieders tijdig bestanden uploaden. Deze bestanden bestaan uit gegevens over Verzoek om Toewijzing, Verzoek om Wijziging, Toewijzingen, Declaraties, Productie, Wachttijden en Outcome. Het betreft hier formats met gegevens over de berichten (zie verder) die worden geupload. De berichten zelf verstuurt de aanbieder via Vecozo.
Voor het uploaden van informatie (bestanden) wordt gebruik gemaakt van de BetaalToolZorg (BTZ). Na inloggen in de BTZ is onder de optie “Mijn BTZ -> Documenten” alle informatie te vinden die nodig is om gegevens te kunnen uploaden.
Voor de 5e werkdag van de maand dient de gemeente alle toewijzingen te uploaden. De toewijzingenimport bevat alle toewijzingen met een einddatum toegewezen product binnen het huidige dienstjaar, alle toekomstige dienstjaren en het voorgaande dienstjaar (dienstjaar -1).
NB1. In de upload dient door de gemeente altijd een verwijzer te worden ingevoerd. Indien de toewijzing wordt afgegeven via het wijkteam, is de verwijzer altijd de gemeente, evenals dat op basis van een verlengingsverzoek (of herindicatie), een toewijzing wordt afgegeven.
NB2. Indien een toewijzing is verlopen (einddatum in het verleden) en de toewijzing is niet gestart en er is niet op gedeclareerd, dient deze te worden ingetrokken, om (onnodig) openstaande verplichtingen te voorkomen.
Binnen 5 werkdagen na goedkeuring van de declaratieregels dient de gemeente alle declaraties te uploaden. De declaratie import bevat alle declaraties die door de aanbieder zijn ingediend en door de gemeente zijn verwerkt en goedgekeurd na de laatste aanlevering.
Voor de 5e werkdag van de maand dient de aanbieder de bij de gemeente openstaande verzoeken om toewijzing conform template te uploaden.
Voor de 5e werkdag van de maand dient de aanbieder de bij de gemeente openstaande verzoeken om wijziging conform template te uploaden.
UPLOAD PRODUCTIEVERANTWOORDING
Voor de 10e werkdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal, dient de aanbieder de Productieverantwoording conform template te uploaden.
Voor de 10e werkdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal, dient de aanbieder alle huidige wachttijden te uploaden.
UPLOAD RETROSPECTIEVE WACHTTIJDEN
Voor de 10e werkdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal, dient de aanbieder alle retrospectieve wachttijden te uploaden.
Voor de laatste werkdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal, dient de aanbieder alle outcome indicatoren te uploaden.
MATRIX ARRANGEMENTEN MET TARIEVEN SYSTEEMAANBIEDERS
ZINNieuw tarief 2023 | De opgenomen Tarieven betreffen de Tarieven die opgenomen zijn in de Aanbestedings documenten | ||||||||||||
productcode 2022 | 44A03 | 43A01 | 43A06 | 43B16 | 43B13 | 44A01 | 44A13 | 44A14 | 41A02 | 45A02 | 50A00 | ||
productcode 2023 | 44H03 | 43H01 | 43H06 | 43H16 | 43H13 | 44H01 | 44H13 | 44H14 | 41H02 | 45H02 | 50H00 | ||
Resultaatgebied (bovenste drie rijen) of Ondersteuningselement (onderste twee rijen) | Trede | Intensiteit | A Pleegzorg | B1 Opname (open basis) | B2 Opname (gesloten Jeugdzorgplus) | B3 Opname (open behandelsetting) | B4 Opname (gesloten behandelsetting) | C1 Langdurig verblijf (gezinshuis) | C2 Langdurig verblijf (training zelfst. wonen) | C3 Langdurig verblijf (open basis) | D Steun, hulp of behandeling | E Ambulante hulpverlening | Opt-out |
Sociaal en persoonlijk functioneren | 1 2 3A 3B 4A 4B 5 6 7 | Vrije intensiteit laag Beperkt Beperkt/midden Midden Midden Midden/intensief Midden/intensief Intensief Zeer intensief Meest intensief Vrije intensiteit hoog | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 | 0,00 95,34 161,87 318,73 431,82 540,03 650,95 768,31 1.121,71 2.226,85 0,00 | ||
0,00 | 0,00 | ||||||||||||
Herstel, vermindering, stabilisatie stoornis jeugdige | 0 1 2 3 4A 4B 5 6 7 | Vrije intensiteit laag Trede laag frequente medicatie Beperkt Beperkt/midden Midden Midden/intensief Midden/intensief Intensief Zeer intensief Meest intensief Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||
59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | 59,52 116,13 177,14 239,66 355,45 472,88 712,29 1.066,43 0,00 | |||||
Opvoeding, versterken mogelijkheden ouders | 1 2 3 4A 4B 5 | Vrije intensiteit laag Beperkt Beperkt/midden Midden Midden/intensief Midden/intensief Intensief Vrije intensiteit hoog | 0,00 103,79 172,63 274,16 462,62 622,29 796,59 0,00 | 0,00 103,79 172,63 274,16 462,62 622,29 796,59 0,00 | 0,00 103,79 172,63 274,16 462,62 622,29 796,59 0,00 | 0,00 103,79 172,63 274,16 462,62 622,29 796,59 0,00 | 0,00 103,79 172,63 274,16 462,62 622,29 796,59 0,00 | ||||||
Vervangende opvoeding (verblijf) | 1 2 3 4 5 6 | Trede 0 Deeltijd pleegzorg Deeltijd pleegzorg JmeB Voltijd pleegzorg Voltijd pleegzorg JmeB Combi deel- en voltijd pleegzorg Combi deel- en voltijd pleegzorg JmeB Gezinshuis Training zelfstandig wonen Beschermd wonen Open residentiele zorg basis Open residentiele zorg behandelsetting Gesloten residentiële zorg Jeugdzorgplus Gesloten residentiële zorg behandelsetting Vrije intensiteit hoog | 0,00 142,51 162,82 277,23 296,59 400,05 439,88 | 1.257,65 | 1.479,24 | 735,85 | 825,54 | 1.257,65 | |||||
4.823,84 | |||||||||||||
0,00 | 1.706,31 0,00 | ||||||||||||
0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||||||||||
Daghulp (dagbesteding, -behandeling) | 1 2 3 4 5 6 | Beperkt Beperkt/midden Midden Midden/intensief Intensief Zeer intensief Vrije intensiteit hoog | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 170,16 239,05 291,59 367,48 0,00 | 5,58 113,61 | ||
Soort Crisis (perceel F) Ambulante crisishulp (productcode 46H01): Crisispleegzorg (productcode 46H02): Residentiële crisisopvang (productcode 46H03): | 144.833 euro per fte (1 FTE = 1183 uur is 122,43 euro per uur); | ||||||||||||
€ 122,43 per uur € 49,- per etmaal € 302,- per etmaal | |||||||||||||
MATRIX ARRANGEMENTEN MET TARIEVEN PRESTATIEAANBIEDERS
ZINNieuw tarief 2023 | |||||||||||
Productcode | 43F01 | 43F16 | 43F13 | 44F01 | 44F13 | 44F14 | 41F02 | 45F02 | 50F00 | ||
Resultaatgebied (bovenste drie rijen) of Ondersteuningselement (onderste twee rijen) | Trede | Intensiteit | B1 Opname (open basis) | B3 Opname (open behandelsetting) | B4 Opname (gesloten behandelsetting) | C1 Langdurig verblijf (gezinshuis) | C2 Langdurig verblijf (training zelfst. wonen) | C3 Langdurig verblijf (open basis) | D Steun, hulp of behandeling | E Ambulante hulpverlening | Opt-out |
Sociaal en persoonlijk functioneren | Vrije intensiteit laag | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||
1 | Beperkt | 95,34 | 95,34 | 95,34 | 95,34 | 95,34 | 95,34 | 95,34 | 95,34 | ||
2 | Beperkt/midden | 161,87 | 161,87 | 161,87 | 161,87 | 161,87 | 161,87 | 161,87 | 161,87 | ||
3A | Midden A | 318,73 | 318,73 | 318,73 | 318,73 | 318,73 | 318,73 | 318,73 | 318,73 | ||
3B | Midden B | 431,82 | 431,82 | 431,82 | 431,82 | 431,82 | 431,82 | 431,82 | 431,82 | ||
4A | Midden/intensief A | 540,03 | 540,03 | 540,03 | 540,03 | 540,03 | 540,03 | 540,03 | 540,03 | ||
0X | Xxxxxx/xxxxxxxxx X | 650,95 | 650,95 | 650,95 | 650,95 | 650,95 | 650,95 | 650,95 | 650,95 | ||
5 | Intensief | 768,31 | 768,31 | 768,31 | 768,31 | 768,31 | 768,31 | 768,31 | 768,31 | ||
6 | Zeer intensief | 1.121,71 | 1.121,71 | 1.121,71 | 1.121,71 | 1.121,71 | 1.121,71 | 1.121,71 | |||
7 | Meest intensief | 2.226,85 | 2.226,85 | 2.226,85 | 2.226,85 | 2.226,85 | 2.226,85 | 2.226,85 | |||
Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | |||
Herstel, vermindering, stabilisatie stoornis | |||||||||||
jeugdige | Vrije intensiteit laag | ||||||||||
0 | Trede laag frequente medicatie | ||||||||||
1 | Beperkt | 59,52 | 59,52 | 59,52 | 59,52 | 59,52 | 59,52 | 59,52 | 59,52 | ||
2 | Beperkt/midden | 116,13 | 116,13 | 116,13 | 116,13 | 116,13 | 116,13 | 116,13 | 116,13 | ||
3 | Midden | 177,14 | 177,14 | 177,14 | 177,14 | 177,14 | 177,14 | 177,14 | 177,14 | ||
4A | Midden/intensief A | 239,66 | 239,66 | 239,66 | 239,66 | 239,66 | 239,66 | 239,66 | 239,66 | ||
0X | Xxxxxx/xxxxxxxxx X | 355,45 | 355,45 | 355,45 | 355,45 | 355,45 | 355,45 | 355,45 | 355,45 | ||
5 | Intensief | 472,88 | 472,88 | 472,88 | 472,88 | 472,88 | 472,88 | 472,88 | 472,88 | ||
6 | Zeer intensief | 712,29 | 712,29 | 712,29 | 712,29 | 712,29 | 712,29 | 712,29 | 712,29 | ||
7 | Meest intensief | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | 1.066,43 | ||
Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||||||
Opvoeding, versterken mogelijkheden ouders | Vrije intensiteit laag | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | |||||
1 | Beperkt | 103,79 | 103,79 | 103,79 | 103,79 | 103,79 | |||||
2 | Beperkt/midden | 172,63 | 172,63 | 172,63 | 172,63 | 172,63 | |||||
3 | Midden | 274,16 | 274,16 | 274,16 | 274,16 | 274,16 | |||||
4A | Midden/intensief A | 462,62 | 462,62 | 462,62 | 462,62 | 462,62 | |||||
0X | Xxxxxx/xxxxxxxxx X | 622,29 | 622,29 | 622,29 | 622,29 | 622,29 | |||||
5 | Intensief | 796,59 | 796,59 | 796,59 | 796,59 | 796,59 | |||||
Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||||||
Vervangende opvoeding (verblijf) | Trede 0 | ||||||||||
1 | Deeltijd pleegzorg | ||||||||||
2 | Deeltijd pleegzorg JmeB | ||||||||||
3 | Voltijd pleegzorg | ||||||||||
4 | Voltijd pleegzorg JmeB | ||||||||||
5 | Combi deel- en voltijd pleegzorg | ||||||||||
6 | Combi deel- en voltijd pleegzorg JmeB | ||||||||||
Gezinshuis | 735,85 | ||||||||||
Training zelfstandig wonen | 825,54 | ||||||||||
Beschermd wonen | 1.257,65 | ||||||||||
Open residentiele zorg basis | 1.257,65 | ||||||||||
Open residentiele zorg behandelsetting | 1.479,24 | ||||||||||
Gesloten residentiële zorg Jeugdzorgplus | |||||||||||
Gesloten residentiële zorg behandelsetting | 1.706,31 | ||||||||||
Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | |||||
Daghulp (dagbesteding, -behandeling) | 1 | Beperkt | 5,58 | 5,58 | 5,58 | 5,58 | 5,58 | 5,58 | 5,58 | ||
2 | Beperkt/midden | 113,61 | 113,61 | 113,61 | 113,61 | 113,61 | 113,61 | 113,61 | |||
3 | Midden | 170,16 | 170,16 | 170,16 | 170,16 | 170,16 | 170,16 | 170,16 | |||
4 | Midden/intensief | 239,05 | 239,05 | 239,05 | 239,05 | 239,05 | 239,05 | 239,05 | |||
5 | Intensief | 291,59 | 291,59 | 291,59 | 291,59 | 291,59 | 291,59 | 291,59 | |||
6 | Zeer intensief | 367,48 | 367,48 | 367,48 | 367,48 | 367,48 | 367,48 | 367,48 | |||
Vrije intensiteit hoog | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Naam | Productcode | Code en omschrijving eenheid | Code en omschrijving frequentie |
A Xxxxxxxxx | 00X00 | 83 Euro's | 2 Per week |
B1 Opname (open basis) | 43H01 | 83 Euro's | 2 Per week |
B2 Opname (JeugdhulpPlus) | 43H06 | 83 Euro's | 2 Per week |
B3 Opname (open behandelsetting) | 43H16 | 83 Euro's | 2 Per week |
B4 Opname (gesloten behandelsetting) | 43H13 | 83 Euro's | 2 Per week |
C1 Langdurig verblijf (gezinshuis) | 44H01 | 83 Euro's | 2 Per week |
C2 Langdurig verblijf (training zelfst. wonen) | 44H13 | 83 Euro's | 2 Per week |
C3 Langdurig verblijf (open basis) | 44H14 | 83 Euro's | 2 Per week |
D Daghulp | 41H02 | 83 Euro's | 2 Per week |
E Ambulante hulp | 45H02 | 83 Euro's | 2 Per week |
F Crisis | 46H01 | 04 Uur | 2 Per week |
46H02 | 14 Etmaal | 2 Per week | |
46H03 | 14 Etmaal | 2 Per week | |
G Opt-Out | 50H00 | 83 Euro's | 2 Per week |
Naam | Productcode | Code en omschrijving eenheid | Code en omschrijving frequentie |
B1 Opname (open basis) | 43F01 | 83 Euro's | 2 Per week |
B3 Opname (open behandelsetting) | 43F16 | 83 Euro's | 2 Per week |
B4 Opname (gesloten behandelsetting) | 43F13 | 83 Euro's | 2 Per week |
C1 Langdurig verblijf (gezinshuis) | 44F01 | 83 Euro's | 2 Per week |
C2 Langdurig verblijf (training zelfst. wonen) | 44F13 | 83 Euro's | 2 Per week |
C3 Langdurig verblijf (open basis) | 44F14 | 83 Euro's | 2 Per week |
D Daghulp | 41F02 | 83 Euro's | 2 Per week |
E Ambulante hulp | 45F02 | 83 Euro's | 2 Per week |
G Opt-Out | 50F00 | 83 Euro's | 2 Per week |
Type bericht | Berichtnaam | Doorlooptijd | Toelichting | |
JW315-bericht | Verzoek om Toewijzing | < 10 werkdagen | Na intakegesprek | |
JW316-bericht | Verzoek om Toewijzing retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW317-bericht | Verzoek om Wijziging | Voor de gewenste ingangsdatum | ||
JW318-bericht | Verzoek om Xxxxxxxxx retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW319-bericht | Antwoord | < 5 werkdagen | ||
JW320-bericht | Antwoord retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW301-bericht | Toewijzing | < 5 werkdagen of < 10 werkdagen na ontvangst JW319 met reden “Onderzoek”. | Na ontvangst JW315- of JW317- bericht | |
JW302-bericht | Toewijzing retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW305-bericht | Startzorg | < 5 werkdagen | Nadat zorg is gestart | |
JW306-bericht | Startzorg retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW307-bericht | Stopzorg | < 5 werkdagen | Nadat zorg is gestopt | |
JW308-bericht | Stopzorg retour | < 3 werkdagen | Betreft retourbericht | |
JW323-bericht | Declaratie | voor 1e van de 2e maand van levering | Januari 2022 dient voor 1 maart 2022 gedeclareerd te zijn. | |
JW325-bericht | Declaratie Antwoord | < 10 werkdagen | Betaling geschiedt binnen 30 dagen na beschikbaarstelling aan GRJR |
Gemeente | Gemeentecode | |
Xxxxxxxxxxxxx | 0000 | |
Xxxxxxxxxxx | 0489 | |
Xxxxxxx | 0000 | |
Xxxxxxx xxx xxx XXxxxx | 0000 | |
Xxxxxx-Xxxxxxxxxxx | 1924 | |
Hellevoetsluis | 0000 | |
Xxxxxxx xxx xxx XXxxxx | 0542 | |
Lansingerland | 0000 | |
Xxxxxxxxx | 0556 | |
Nissewaard | 1930 | |
Xxxxxxxxxx | 0000 | |
Xxxxxxxxx | 0599 | |
Xxxxxxxx | 0000 | |
Xxxxxxxxxxx | 0000 | |
Xxxxxxxxxx | 0614 | |
Voorne aan Zee | 1992 |
Gebruik de gemeentecode voor Voorne aan Zee voor zorg of jeugdhulp die vanaf 1 januari 2023 wordt aangevraagd. Voor toewijzing die zijn afgegeven op de oude gemeentecodes (Brielle, Hellevoetsluis, Westvoorne) in het berichtenverkeer de oude gemeentecode gebruiken.
CONTACTGEGEVENS GR-ACCOUNTMANAGERS
Xxxx op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
CONTACTGEGEVENS AFZONDERLIJKE GEMEENTEN (BERICHTENVERKEER EN DECLARATIES)
gemeente | E-mailadres |
Goeree Overflakkee | |
Nissewaard | |
Barendrecht | |
Albrandswaard | |
Ridderkerk | |
Capelle aan den IJssel | |
Krimpen aan den IJssel | |
Lansingerland: | xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx |
- Declaratie en betaling | |
- Berichtenverkeer | |
Maasluis (alleen voor crisis) | |
Schiedam (alleen voor crisis) | |
Vlaardingen (alleen voor crisis) | |
Rotterdam | |
Voorne aan Zee | |
Contactgegevens betaling GRJR |
CONTACTGEGEVENS AFZONDERLIJKE GEMEENTEN (TOEGANGSORGANISATIE)
gemeente | E-mailadres |
Goeree Overflakkee | |
Nissewaard | Er kan contact op worden genomen met de toegewezen casusregisseur, mocht die er (nog) niet zijn dan kan er afgestemd worden met onze wijkteamregisseurs: x.xxxxx@xxxxxxxxxx.xx en x.xxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx tel. 14 0181 |
Albrandswaard | xxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx xxxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xx xxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx xxx. 000000 (xxxxx wijkteam) |
Barendrecht | |
Ridderkerk | |
Xxxxxxx aan den IJssel | |
Krimpen aan den IJssel | tel. 0000-000000 |
Xxxxxxxxxxxxx: | xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx tel. 14010 |
Maasluis (alleen voor crisis) | |
Schiedam (alleen voor crisis) | |
Vlaardingen (alleen voor crisis) | |
Rotterdam | CJG Rijnmond - Contact met CJG Rijnmond voor professionals (evt volgt nog aparte bijlage) |
Voorne aan Zee |
CONTACTGEGEVENS SYSTEEMAANBIEDERS (BERICHTENVERKEER EN DECLARATIES)
Aanbieder | Opdracht | E-mailadres |
Stichting Enver | Opdracht A t/m F | Berichtenverkeer: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx Declaraties (administratiezorgfinanciering): xxx@xxxxx.xx |
iHub | Opdracht A t/m F | |
Pameijer | Opdracht A t/m F | |
Parnassia groep | Opdracht A t/m F | Berichtenverkeer: xxxxxxxxxxxxx-xxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx Declaraties: X.xxxXxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx |
Prokino | Opdracht A t/m F | x.xxxxxx@xxxxxxx.xx of xxxx@xxxxxxx.xx |
Xxxxx | Opdracht A t/m F | Voor (inhoudelijke) aanmeldingen: xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx |
Yulius | Opdracht A t/m F |
CONTACTGEGEVENS PRESTATIEAANBIEDERS (BERICHTENVERKEER EN DECLARATIES)
Aanbieder | Opdracht | E-mailadres |
Stichting Enver | B1, B3, C2, C3 (forensisch) | Berichtenverkeer: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx Declaraties (administratiezorgfinanciering): xxx@xxxxx.xx |
Family Supporters | E (forensisch) | |
Fivoor | E (forensisch) | |
Stichting de Forensische Zorgspecialisten | E (forensisch) | Berichtenverkeer: xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xx Declaraties: xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx@xxxx.xx |
Novaa (Compassie Jeugdhulp) | D (forensisch) | |
Timon | C2, C3, D, E (forensisch) | Voor (inhoudelijke) aanmeldingen: xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx |
De Viersprong | E (forensisch) | Berichtenverkeer: xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx Declaraties: xxxxxxxx.xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx |
Welzijn E25 | D, E (forensisch) | Berichtenverkeer: xxxxxxxxxxxxxxxxx@x00.xx Declaraties: xxxxxxxx@x00.xx |
CONTACTGEGEVENS FLEXAANBIEDERS (BERICHTENVERKEER EN DECLARATIES)
Aanbieder | Opdracht | E-mailadres |
Coach-Point B.V. | E voor GGZ/J&O | Berichtenverkeer: Xxxxx xxx Xxxxxx via xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx-xxxxx.xx |
Cosmo Zorg B.V. | C2 en C3 voor JmB/J&O | |
Eddee Zorgverlening B.V. | C1 en E voor J&O | declaraties: xxxxxxxxx@xxxxx.xx berichtenverkeer: xxxxxxxx@xxxxx.xx |
Kindinpraktijk coöperatieve jeugdhulp U.A. | E voor J&O | |
Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg | E voor J&O | |
Mentaal Beter Cure B.V. | E voor GGZ/J&O | |
Stichting Driestroom | C1 voor J&O | xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx |
Stichting Klimkoord | E voor GGZ | |
Yoep Onderwijs en Zorg B.V. | E voor GGZ/J&O | |
Zorg Hoop Liefde B.V. | C2 voor J&O | Nog geen reactie ontvangen |
CONTACTGEGEVENS JEUGDHULPPLUS-AANBIEDERS (BERICHTENVERKEER EN DECLARATIES)
Aanbieder | Opdracht | E-mailadres |
iHub | Opdracht B2 | |
Schakenbosch | Opdracht B2 |
Jeugdwet
Geldend 01-05-2022 t/m heden
Behorende bij artikel 7.4.0 lid 1 sub a van de Jeugdwet
Privacyverklaring gespecialiseerde Jeugd-ggz
Ondergetekenden:
Patiënt: Naam
Patiënt: Geboortedatum
Patiënt: BSN
Patiënt: Naam ouder, andere gezagsdrager, curator of mentor indien patiënt jonger is dan 12 jaar of niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen
Openingsdatum:
En
Jeugdhulpaanbieder: Naam Praktijk/instelling Jeugdhulpaanbieder: Naam uitvoerder Jeugdhulpaanbieder: Adres
Jeugdhulpaanbieder: AGB-code praktijk/instelling
Jeugdhulpaanbieder: AGB-code uitvoerder
Verklaren:
1. Dat tussen partijen een behandelrelatie is aangegaan, waarvoor de jeugdhulpaanbieder overeenkomstig de met of namens het college van burgemeester en wethouders gemaakte afspraken een bedrag in rekening wenst te brengen;
2. Dat de patiënt of degene die het gezag over hem uitoefent er uit het oogpunt van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt bezwaar tegen heeft, dat gegevens die te herleiden zijn tot een door de jeugdhulpaanbieder met betrekking tot de patiënt gestelde diagnose, bij de declaratie worden vermeld;
3. Dat de jeugdhulpaanbieder, in overeenstemming met artikel 7.4.0 lid 1 sub a van de Jeugdwet, vermelding van de onder 2 vermelde gegevens achterwege zal laten
Plaats:
Datum: Handtekening patiënt
Handtekening gezagsdrager Handtekening jeugdhulpaanbieder
Binnen de Jeugdhulpregio Xxxxxxxx werken we met elkaar samen (als gemeenten, aanbieders en uitvoeringsorganisatie GRJR) om de hulp aan jeugdigen zo goed mogelijk te organiseren. Om die samenwerking vorm te geven hebben afspraken met elkaar gemaakt en vastgelegd over, bijvoorbeeld, de werking en inhoud van de arrangementen en de te volgen processen. Dit soort afspraken hebben we vastgelegd in allerlei documenten. Denk hierbij aan de contracten die we met aanbieders afsluiten, het afwegingskader arrangementenmodel, het administratieprotocol of de handreiking casusregie.
De toepassing van de verschillende afspraken is mensenwerk en niet zelden voor discussie vatbaar, omdat het vaak om een inschatting gaat van wat er nodig is. Hier kunnen verschillende medewerkers verschillende meningen over hebben. In de meeste gevallen kunnen deze verschillen in de afstemming tussen twee partijen worden opgelost en wordt er overeenstemming bereikt. Soms lukt dit echter niet (meteen). Voor die gevallen hebben we een escalatieladder met elkaar afgesproken. Deze laat zien welke stappen we doorlopen om een besluit te nemen op het moment dat twee partijen er samen niet uitkomen. De escalatie kan gebruikt worden in de volgende situaties:
a) Bij onduidelijkheid over casuïstiek (bv bij bovenregionale plaatsingen, maatwerkovereenkomsten);
b) De toepassing van het afwegingskader arrangementenmodel (de samenstelling of hoogte van een arrangement;
c) Het wel of niet inzetten van een casusregisseur buiten het gezin.
Stakeholders die de escalatieladder moeten kennen, zijn:
- de contractmanagers/accounthouders,
- accountmanagers (JBRR/VT/WSG),
- toegangsmedewerkers /jeugdbeschermers,
- intakemedewerkers bij aanbieders,
- de contactpersonen voor de lokale escalatieroute.
Escalatieladder
De escalatieladder wordt beklommen op het moment dat een (toegangs-)medewerker van de gemeente en een (intake-) medewerker van de aanbieder het niet eens zijn over de in te zetten hulp, het bijbehorende arrangement, het wel/niet inzetten van een casusregisseur buiten het gezin of het niet (volledig) naleven van afspraken uit het administratieprotocol. Op dat moment hebben beide medewerkers geprobeerd om er samen uit te komen (eventueel na raadplegen RER/ZBT), maar hebben zij geconstateerd dat ze niet samen tot een oplossing kunnen komen waar ze beiden achter staan.
Stap 1 lokale escalatieroute:
Er zijn verschillen tussen gemeenten hoe de lokale escalatieroute is vormgegeven. Globaal ziet hij er als volgt uit:
a) Toegangsmedewerker gemeente < -- > intake medewerker aanbieder
b) Teamleider wijkteam < --- > teammanager aanbieder
c) Evt beleidsmedewerker < --- > accountmanager aanbieder
Iedere gemeente zorgt ervoor dat bekend is welke medewerkers op welk niveau van de escalatie te benaderen zijn. Zie bijlage 1. Dit overzicht zal in het administratieprotocol worden opgenomen. Indien de zaak niet eerst lokaal is geëscaleerd, dan wordt de zaak in de volgende stap alsnog naar de lokale escalatieroute verwezen.
Stap 2: De contractmanager GRJR wordt ingeschakeld
Bij het inschakelen van de contractmanager moet duidelijk zijn wat er van haar/hem verwacht wordt:
- Advies over het te volgen proces
- Advies over de inhoud
- Uitspraak over de voorliggende zaak
Er wordt een format ontwikkeld om de zaak geanonimiseerd aan de contractmanager voor te leggen. Indien nodig wordt er een overleg ingepland. Belangrijkste rol van de contractmanager van de GRJR is het om partijen
met elkaar te verbinden met als doel om gemeente, zorgaanbieder, ZBT en/of jeugdbeschermer zelf met oplossingen te laten komen. Alleen als dat niet lukt, dan kan de GRJR een uitspraak doen.
Stap 3: De secretaris/directeur van de uitvoeringsorganisatie wordt ingeschakeld.
Als de eerste twee stappen van de escalatieladder geen oplossing hebben opgeleverd, dan doet de secretaris/directeur van de uitvoeringsorganisatie een bindende uitspraak. Deze uitspraak wordt naar zowel de betrokken gemeente als aanbieder gecommuniceerd.
Lokale escalatieroutes
Zowel vanuit het oogpunt van een adequate bedrijfsvoering als naar aanleiding van vragen van zorgaanbieders en gewenste duidelijkheid voor contractmanagers is geïnventariseerd hoe de regiogemeenten hun lokale escalatieroute hebben ingericht. Het is belangrijk dat deze route eerst wordt gevolgd voordat er advies wordt gevraagd aan de GRJR.
Rotterdam
- wijkteammedewerker
- kwaliteitsadviseur
- wijkteamleider
- beleidsadviseur (à neemt contact op met contractmanager en/of opdrachtcoördinator UO).
Schiedam, Maassluis, Vlaardingen (subregio MVS)
- wijkteammedewerker wijkteamleider
- beleidsadviseur (contractmanagement neemt bij een signaal gelijk contact op met de beleidsadviseur)
Capelle, Krimpen en Lansingerland (subregio CKL)
Lansingerland
- consulent
- coördinator/toetser
- teammanager
Capelle
- wijkteammedewerker Stichting CJG Capelle
- wijkteamleider CJG (één teamleider is hiervoor aangewezen)
Krimpen
- medewerker Krimpens Sociaal Team
- procesregisseur / xxxxxxxxxxxx
Goeree, Nissewaard, Voorne aan Zee (subregio VPGO)
- wijkteammedewerker
- wijkteamleider
- beleidsadviseur (contractmanagement neemt bij een signaal gelijk contact op met de beleidsadviseur)
Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk (subregio BAR)
- wijkteammedewerker
- wijkteamondersteuner
- lokale contractmanager
Contactpersoon tussen GRJR en gemeenten. | |
Xxxxxx aan jeugdhulp bestaande uit een verzameling Resultaatgebieden, zo nodig aangevuld met relevante Ondersteuningselementen en voorzien van treden die refereren aan de Intensiteit van benodigde hulp. Dit biedt jeugdhulpaanbieder een budgettaire grondslag voor het leven van jeugdhulp overeenkomstig de leveringsopdracht. | |
HULPVERLENINGSPLAN | Een door de aanbieder opgesteld plan waarin staat verwoord op welke wijze de aanbieder inhoud (soort, frequentie) geeft aan de hulp. Het plan bevat doelen die in samenspraak met het gezin zijn opgesteld. Deze behandeldoelen moeten gerelateerd zijn aan de gezinsdoelen (beoogde resultaten) uit het Ondersteuningsplan. |
Formeel besluit van de gemeente inzake het al dan niet toelaten van een jeugdige tot de niet vrij toegankelijke jeugdhulp. | |
De afstemming, overzicht en coördinatie tussen lokale team en overige hulpverleners in een gezin, welke berust bij het lokale team of, indien een Gecertificeerde Instelling (GI) is betrokken in het kader van een maatregel, bij die instelling. In die gevallen waarin jeugdhulpaanbieder zelf het arrangement verstrekt (bij Privacyverklaring; wanneer een cliënt geen toestemming geeft voor het delen van informatie aan het wijkteam), heeft jeugdhulpaanbieder de Casusregie. Dit onderdeel wordt nader beschreven in de handreiking Casusregie. | |
Contactpersoon tussen GRJR en jeugdhulpaanbieder | |
De aan de Aanbesteding deelnemende gemeenten van jeugdregio Rijnmond (Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den Ijssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Voorne aan Zee). | |
Een jeugdhulp arrangement voor een jeugdige bestaande uit één Resultaatgebied of Ondersteuningselement is Enkelvoudige jeugdhulp. Combinaties van één resultaatgebied met het ondersteuningselement O2 (dagbehandeling) worden als enkelvoudig aangemerkt. Bij problematiek, waarbij Enkelvoudige jeugdhulp volstaat en de jeugdige bij de jeugdhulpaanbieder op de goede plek zit, stelt de jeugdhulpaanbieder het arrangement vast en kan worden volstaan met een Hulpverleningsplan. Jeugdhulpaanbieder is verplicht om te overwegen om het lokale team in te schakelen om inhoudelijk af te stemmen. Wanneer de jeugdige hiervoor toestemming geeft én het lokale team wordt ingeschakeld maken jeugdhulpaanbieder en het lokale team afspraken over de wijze |
waarop de casusregie en de samenwerking vorm krijgt. Zodra er een Ondersteuningselement of Resultaatgebied moet worden toegevoegd is er geen sprake meer van Enkelvoudige hulp en dient de procedure ‘Meervoudige hulp’ te worden gevolgd. | |
Gecertificeerde instellingen (ook wel de ‘GI’ genoemd) zijn instellingen die kinderbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uitvoeren op basis van de Jeugdwet. | |
Indien de aanbieder een voorschot of borgstelling heeft ontvangen kan het zijn dat de goedgekeurde regels daarmee worden verrekend. Dat is een gegronde reden om niet te betalen. Dit is altijd op aangeven van de contractmanager en alleen indien het schriftelijk vast ligt. | |
Een samenlevingsvorm van een aantal individuen waarin in ieder geval één of meerdere jeugdige(n) een plek hebben. | |
Betreft een integraal meldpunt voor crisissituaties (acute, ernstige psychiatrische problemen met dreigend gevaar voor de cliënt of diens omgeving, incl. maatregel vanuit WvGGZ of WZD) van jeugdigen en volwassenen. De acute dienst voor de GGZ is een integrale dienst voor alle leeftijden, die 24/7 inzetbaar is voor crisissituaties, waarin een persoon een gevaar vormt voor zichzelf of de omgeving ten gevolge van psychiatrische problematiek. De acute dienst treedt niet op wanneer een jeugdige al op een klinische plek zit. De acute dienst legt contact met het betreffende gezin en zet indien nodig hulp in. De acute dienst is 24/7 bereikbaar en werkt samen met het CIT. | |
jeugdhulp zoals bedoeld en omschreven in artikel 1 van de Jeugdwet. | |
De Intensiteit van de jeugdhulp zoals geformuleerd in de inkoopstrategie (Intensiteitstreden) | |
Een jeugdige/ouder(s) zoals gedefinieerd in art. 1 van de Jeugdwet. De jeugdige/ouder(s) staat ingeschreven in BRP en kan op basis van de Jeugdwet aanspraak maken op jeugdhulp. | |
Gemeenten en jeugdhulpaanbieders wisselen berichten uit over jeugdigen die een beroep doen op de Jeugdwet. | |
De invulling van de bevoegdheid van een gemeente om jeugdhulp te verlenen (basishulp) en/of om 2e-lijns jeugdhulp in te zetten. Vaak is dit gemandateerd aan teams die wijk gebonden werken (in sommige gemeenten ook wel Wijkteam genoemd), bij een aantal gemeenten wordt deze bevoegdheid centraal door de |
gemeente zelf uitgevoerd. | |
Vorm van verblijf ter ondersteuning van jeugdhulp gericht op een Resultaatgebied. | |
Een door een College opgesteld plan zoals bedoeld in de Verordening jeugdhulp waarin de afspraken met de jeugdige/ouder(s) zijn opgenomen. Bij een verwijzing via een andere verwijzer dan de gemeente, stelt de aanbieder het ondersteuningsplan op | |
De gecontracteerde jeugdhulpaanbieder die de hulp verleend, dan wel via onderaanneming laat uitvoeren of uitvoert. | |
Opdrachtgever zijn de gemeenten in regio Rijnmond, vertegenwoordigd in de GRJR. In de uitvoering is dit veelal het lokale team. | |
De xxxxxxxxxxxxxxxx die tussen de GRJR en de jeugdhulpaanbieder is afgesloten. Inclusief “Bijlage 5 PVE versie 30-11 – Systeemaanbieders”. | |
Opgave van jeugdhulpaanbieder van het aantal jeugdigen waaraan jeugdhulpaanbieder per contractjaar jeugdhulp kan verstrekken en de daarmee genoemde beoogde middelen in euro’s. | |
Gebied waarop de jeugdhulp is gericht. | |
Het betreft de dag waarop de feitelijke hulpverlening start. In geval van jeugdhulp zonder verblijf gaat het om het eerste gesprek tussen de jeugdige en/of de ouders met de hulpverlener/ behandelaar om met elkaar kennis te maken en te starten met de hulpverlening/behandeling. De hulpverlening dient in dit eerste gesprek daadwerkelijk te starten, dus niet een eerste kennismaking gevolgd door plaatsing op een wachtlijst. Bij arrangementen met verblijf wordt de dag aangehouden voorafgaand op de eerste overnachting. | |
Hulpverleningsplan, aangevuld met leef- en Resultaatgebieden die voorsorteren op de toekomst van jongeren dat onder andere |
Het JW301-bericht waarmee de gemeente bij een jeugdhulpaanbieder de jeugdhulp voor een specifiek persoon, bestelt. | |
Persoon of instelling die op grond van de Jeugdwet jeugdigen en/ of hun ouders toegang verleent tot (hoog)specialistische jeugdhulp. | |
Een digitale aanvraag via een JW315-bericht van jeugdhulpaanbieder naar de gemeente waarin toestemming wordt gevraagd voor inzet van jeugdhulp. | |
Een Week loopt van maandag tot en met zondag. | |
Een herziening van de Intensiteit en/of het Ondersteuningsprofiel, als sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die tot toekenning van een andere Intensiteit en/of Ondersteuningsprofiel moet leiden. | |