Ontwerpbesluit van [[ ]]
Ontwerpbesluit van [[ ]]
Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van gegevensuitwisseling (Besluit gegevensuitwisseling gemeentelijke schuldhulpverlening)
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]];
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel b, 5, tweede en derde lid, 8, eerste en tweede lid, en 13 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [niet invullen],
HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:
§ 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
[gereserveerd voor de begripsbepalingen uit het Besluit breed moratorium]
wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; plan: plan als bedoeld in artikel 2 van de wet;
plan van aanpak: plan van aanpak voor de schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, van de wet.
§ 2. Gegevensverstrekking vroegsignalering Artikel 2. Gegevensverstrekking huurachterstand
De verhuurder van een tot bewoning bestemde onroerende zaak kan als er achterstand
is in het betalen van de huur de contactgegevens van de huurder verstrekken aan het college voor schuldhulpverlening, als hij:
a. inspanning heeft geleverd om in persoonlijk contact te treden met de huurder om deze te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen,
b. de huurder gewezen heeft op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening,
c. de huurder ten minste eenmaal een schriftelijke herinnering heeft gestuurd over de betalingsachterstand, en
d. bij die schriftelijke herinnering heeft aangeboden om met schriftelijke toestemming van de huurder zijn contactgegevens aan het college te verstrekken, maar de huurder daarop niet reageert.
Artikel 3. Signalen
Als signaal als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt aangewezen de gegevens die worden verstrekt:
a. op grond van artikel 2, aanhef, van dit besluit;
b. krachtens artikel 9, tweede lid, van de Drinkwaterwet;
x. xxxxxxxxx artikel 89, negende lid, van de Zorgverzekeringswet;
d. krachtens artikel 95b, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998;
e. krachtens artikel 44, achtste lid, van de Gaswet; of
x. xxxxxxxxx artikel 4, derde lid, van de Warmtewet.
§ 3. Breed moratorium
[Artikelen 4 tot en met 11 zijn gereserveerd voor artikelen uit het Besluit breed moratorium]
§ 4. Gegevensverstrekking schuldhulpverlening Artikel 12. Interne verstrekking
Het college verstrekt op verzoek de volgende gegevens die zijn verwerkt over de
inwoner bij de uitvoering van de Participatiewet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet:
a. contactgegevens hulpverleners of klantmanagers;
b. gegevens opgenomen in de basisregistratie personen;
c. gegevens over de inkomsten- en vermogenspositie.
Artikel 13. Gegevensverstrekking voor het besluit tot verlenen van schuldhulp
1. Als het college in zijn plan heeft opgenomen dat toepassing kan worden gegeven aan artikel 3, tweede lid, van de wet, verstrekken colleges van andere gemeenten op verzoek van het college de gegevens om te bepalen of en wanneer een inwoner al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.
2. Als het college in zijn plan heeft opgenomen dat toepassing kan worden gegeven aan artikel 3, derde lid, van de wet, verstrekken het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank, de colleges van andere gemeenten, Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met de uitvoering van de Wet Studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, het Centraal Justitieel Incassobureau in verband met de opgedragen taken, bedoeld in artikel 1 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau, en de Belastingdienst in verband met de uitoefening van de aan hem opgedragen taken, bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen, op verzoek van het college de gegevens om vast te stellen of aan de inwoner een bestuurlijke boete is opgelegd in verband met financiële benadeling van een bestuursorgaan.
3. Het college raadpleegt de in de basisregistratie personen opgenomen gegevens van de inwoner in verband met de verificatie van de identiteit en de gegevens over het verblijfsrecht om vast te stellen of hij in aanmerking komt voor schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de wet.
Artikel 14. Gegevensverstrekking van inkomsten en vermogen voor vaststelling plan van aanpak
De hieronder genoemde bestuursorganen verstrekken op verzoek van het college de volgende gegevens om de inkomsten- en vermogenspositie van de inwoner te bepalen om een plan van aanpak vast te stellen:
a. de Belastingdienst: de gegevens over inkomen en vermogen die verkregen zijn bij de heffing van belastingen en de premies volksverzekeringen op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
b. de Belastingdienst/Toeslagen: de gegevens over de toekenning van tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen;
c. de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers: de gegevens die worden verwerkt in de basisregistratie kadaster;
d. de Dienst wegverkeer, bedoeld in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994: de gegevens die worden verwerkt in de basisregistratie voertuigen;
x. xx Xxxxx van Koophandel: de naam of de handelsnaam waaronder een inwoner handelt en de ondernemingen en rechtspersonen waarbij een inwoner blijkens het handelsregister betrokken is;
f. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen: de gegevens over de onderhoudsbijdragen voor kinderen en de ouderbijdragen jeugdhulpverlening;
g. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: de gegevens over de toepassing van de Wet Studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
h. de Sociale Verzekeringsbank: de inkomensgegevens uit de Algemene Kinderbijslagwet, Algemene Nabestaandenwet en de Algemene Ouderdomswet;
i. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: de inkomensgegevens uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Artikel 15. Gegevensverstrekking van openstaande vorderingen voor vaststelling plan van aanpak
De hieronder vermelde bestuursorganen, personen en instanties verstrekken op verzoek van het college de volgende gegevens om inzicht te krijgen in de omvang van de openstaande vorderingen op de inwoner om een plan van aanpak vast te stellen:
a. de Belastingdienst: gegevens over belastingvorderingen en terugvordering van huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag of kindgebonden budget en verplichtingen tot het betalen van de opgelegde bestuurlijke boete;
b. kredietregistratie als bedoeld in artikel 4:32 van de Wet op het financieel toezicht: gegevens over de inning van kredieten en hypotheken met betalingsachterstand;
c. het CAK, genoemd in artikel 6.1.1 van de Wet langdurige zorg: de gegevens met betrekking tot de inning van de eigen bijdragen, bedoeld in artikel 3.2.5 van de Wet langdurige zorg, artikel 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de gegevens met betrekking tot de heffing en inning van de bestuursrechtelijke premie, bedoeld in de Zorgverzekeringswet;
d. het Centraal Justitieel Incassobureau, bedoeld in artikel 1 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau: de gegevens met betrekking tot de openstaande vorderingen en bestuurlijke boetes, voor zover het Centraal Justitieel Incassobureau met de inning is belast;
e. de gerechtsdeurwaarders: gegevens over openstaande vorderingen en beslagen;
f. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: de gegevens over een schuld uit een lening als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
g. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank: de gegevens over de terugvordering van uitkeringen, toeslagen, tegemoetkomingen of bijstand en over verplichtingen tot het betalen van de door deze bestuursorganen opgelegde bestuurlijke boetes;
h. het college van deze en andere gemeenten: gemeentebelasting, de gegevens over de terugvordering van uitkeringen, tegemoetkomingen of bijstand en over verplichtingen tot het betalen van de door deze bestuursorganen opgelegde bestuurlijke boetes;
i. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen: de gegevens met betrekking tot de inning van onderhoudsbijdragen voor kinderen en de vaststelling en inning van ouderbijdragen jeugdhulpverlening;
j. andere bestuursorganen, personen en instanties dan genoemd in de onderdelen a tot en met h: openstaande vorderingen.
Artikel 16. Gegevensverstrekking voor de uitvoering van het plan van aanpak
1. Het college kan, gedurende de uitvoering van het plan van aanpak, minstens eenmaal per jaar de in de artikelen 14 en 15 van dit besluit genoemde gegevens van de cliënt verifiëren om vast te stellen of hierin wijzigingen zijn opgetreden.
2. Als bij een verificatie door het college wordt vastgesteld dat de gegevens van de cliënt niet meer juist of volledig zijn, en die ten gevolge hebben dat het plan van aanpak niet meer voldoet, wordt door het college het plan van aanpak gewijzigd.
Artikel 17. Gegevensverstrekking door gemeenten aan derden
1. Het college verstrekt het gegeven dat de cliënt schuldhulpverlening ontvangt op grond van de wet aan de gerechtsdeurwaarders, schuldeisers, bewindvoerders en aan kredietregistratie als bedoeld in artikel 4:32 van de Wet op het financieel toezicht.
2. De gerechtsdeurwaarders en kredietregistratie als bedoeld in artikel 4:32 Wet op het financieel toezicht ontvangen het gegeven ter uitoefening van hun wettelijke taak.
§ 5. Slotbepalingen
Artikel 18. Overgangsrecht
De artikelen 1 tot en met 9 van het Besluit breed moratorium, zoals dat besluit luidde voor de dag van inwerkingtreding van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening, blijven van toepassing op verzoeken en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen gedaan tot en met dat tijdstip.
Artikel 19. Intrekking regeling
Het Besluit breed moratorium wordt ingetrokken.
Artikel 20. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 21. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Nota van toelichting Algemeen
1. Inleiding
In artikel 8 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is de mogelijkheid opgenomen een algemene maatregel van bestuur (AMvB) op te stellen voor het gegevensverkeer met en tussen instanties ter ondersteuning van gemeenten bij de uitvoering van de Wgs. Bij de Wet van PM tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. PM) is in artikel 3 de mogelijkheid opgenomen om signalen van schuldeisers te bepalen op basis waarvan schuldhulpverleners uit eigen beweging een intakegesprek aan moeten bieden aan inwoners met schulden (vroegsignalering van schulden). Het onderhavige besluit geeft hier uitvoering aan.
2. Hoofdlijnen Besluit uitvoering wet gemeentelijke schuldhulpverlening Het doel van deze AMvB is te regelen welke gegevens schuldhulpverleners mogen verwerken om mensen met schulden uit eigen beweging een intakegesprek aan te bieden en om een besluit te nemen over de toegang tot en het plan van aanpak voor schuldhulpverlening.
Voor schuldhulpverlening is het zonder meer noodzakelijk dat de schuldhulpverlener beschikt over accurate informatie. Het gaat daarbij om vier soorten gegevens:
1. gegevens voor vroegsignalering van schulden;
2. gegevens voor het besluit over toegang tot schuldhulpverlening;
3. plan van aanpak schuldhulpverlening: inkomens- en vermogensgegevens;
4. plan van aanpak schuldhulpverlening: gegevens van andere hulpverleners voor een afgestemde aanpak.
Gegevens voor vroegsignalering van schulden
De AMvB wijst zes signalen aan voor de vroegsignalering van schulden, omdat het vooralsnog niet goed mogelijk is met minder signalen de doelgroep goed te bereiken. Drie van deze signalen komen van energieleveranciers: Betalingsachterstanden op elektriciteit, gas en water. Zowel een enkelvoudig signaal als combinaties van signalen op een adres zijn aanleiding om een aanbod tot een gesprek te doen. Er zijn zes signalen aangewezen, omdat er niet één voorspeller blijkt te zijn voor problematische schulden. Bijvoorbeeld alleen betalingsachterstanden op de zorgverzekering gebruiken, betekent dat de groep die betalingsproblemen afwendt door de huur of de energierekening niet te betalen, niet wordt gevonden. Als bijvoorbeeld alleen huurachterstanden worden gebruikt, komen burgers die een huis kopen en daarbij betalingsachterstanden hebben niet in beeld, want voor hen zijn andere signalen nodig (bijvoorbeeld niet betaalde energie- en drinkwaterrekeningen). Alternatief is meer of andere signalen voor vroegsignalering aan te wijzen, bijvoorbeeld achterstanden op hypotheken, beslagleggingen of niet-betaalde telefoon- en internetrekeningen. Het nadeel is dat met andere signalen veel minder praktijkervaringen is opgedaan. Het is de vraag of burgers met schulden beter in beeld komen met andere signalen. Meer signalen betekent dat meer persoonsgegevens worden verwerkt en meer inzet van schuldhulpverleners en schuldeisers nodig is, terwijl de meerwaarde niet is aangetoond. De Wgs biedt wel ruimte om in een ministeriële regeling tijdelijk andere signalen aan te wijzen die potentieel een betere indicatie vormen voor meer schulden.
Voor zorgverzekeraars en leveranciers van drinkwater en energie bestaat al regelgeving over het melden van betalingsachterstanden bij gemeenten (zie hoofdstuk 3). Voor woningverhuurders bestaat nog geen regelgeving. Gegevens worden uitgewisseld op basis van de huurovereenkomst, algemene voorwaarden of toestemming van de huurder. Voor de betrokken overheden en woningcorporaties geeft deze grondslag onvoldoende juridische zekerheid. Het wetgevingsadvies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op de wijziging van de Wgs ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens bevestigt dat naleving van de AVG beter geborgd is als verhuurders huurachterstanden delen met als grondslag een wettelijke verplichting.1 Daarom regelt deze AMvB dat woningverhuurders betalingsachterstanden kunnen melden bij gemeenten als het hen niet lukt de huurachterstand te incasseren.
Gegevens voor het besluit over toegang tot schuldhulpverlening
De Wgs stelt als eis voor de toegang tot schuldhulpverlening dat er sprake moet zijn van een rechtmatig verblijf in Nederland. Verder kan de gemeente bij uitkerings- of belastingfraude of als de inwoner al eerder schuldhulpverlening heeft gekregen, schuldhulpverlening weigeren (artikel 3 Wgs) als het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad gekozen hebben recidive en fraude te betrekken bij besluiten over toegang en de aanpak en motivering zijn vastgelegd in het plan, bedoeld in artikel 2 Wgs. Gemeenten zijn zelf de belangrijkste informatiebron voor de eigen schuldhulpverleners of die van andere gemeenten. Daarom regelt de AMvB zowel het ontvangen als het verstrekken door gemeenten. Ook de uitwisseling van informatie over fraude met de Belastingdienst, UWV, SVB, CJIB en DUO maakt deze AMvB mogelijk. Het verstrekken van informatie over wie schuldhulpverlening krijgt of heeft gekregen heeft als doel deurwaarders en schuldeisers te informeren om samenwerking te bevorderen en om aanbieders van krediet te informeren.
Plan van aanpak schuldhulpverlening: Inkomen, vermogen en betalingsachterstanden Voor het plan van aanpak voor schuldhulpverlening moeten gegevens over de inkomens- en vermogenspositie van verzoeker worden vastgesteld om de draagkracht/aflossingscapaciteit van de schuldenaar te kunnen beoordelen. Denk bijvoorbeeld aan inkomsten uit arbeid, uitkeringen, toeslagen, spaargeld en andere bezittingen, zoals onroerend goed en voertuigen. Daarnaast is informatie over betalingsachterstanden, vorderingen, kredieten, boetes en beslagen nodig en wie de schuldeisers zijn. Hierbij kan het gaan om zodanig verschillende gegevens uit verschillende bronnen dat het voor de inwoner niet altijd mogelijk is direct een adequaat, volledig en bruikbaar overzicht aan te leveren. De AMvB regelt dat schuldhulpverleners voor inkomens- en vermogensgegevens andere overheden kunnen raadplegen.
Alternatief is de uitwisseling van persoonsgegevens voor schuldhulpverlening tussen bestuursorganen niet te regelen. Artikel 8 van de Wgs geeft namelijk al de bevoegdheid voor deze uitwisseling. De AMvB zou dan beperkt zijn tot gegevensuitwisseling met andere personen en instanties dan bestuursorganen. Daarvoor is niet gekozen, omdat vanuit het perspectief van de AVG artikel 8 Wgs niet specifiek genoeg is. De bij schuldhulpverlening betrokken gemeenten en andere organisaties vragen bovendien om concrete regelgeving, zodat duidelijk is wat zij mogen en niet mogen.
Plan van aanpak schuldhulpverlening: Afstemming tussen hulpverleners
1 Advies wijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, 23 mei 2019, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Om passende hulp te kunnen geven moeten schuldhulpverleners weten of de inwoner andere hulp en dienstverlening krijgt van de gemeente. Daarom regelt de AMvB gegevensuitwisseling tussen de Wgs en de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo 2015.2 Het is onwenselijk dat de overheid twee keer dezelfde gegevens opvraagt bij burgers.
Schuldhulpverleners kunnen daarom identiteits-, inkomens- en vermogensgegevens die zijn verzameld bij uitvoering van de Participatiewet hergebruiken voor schuldhulpverlening. Voor schuldhulpverlening is relevant of iemand maatschappelijke ondersteuning of jeugdzorg krijgt en zo ja, wie de hulpverleners zijn. Het is niet nodig het medisch beroepsgeheim te doorbreken, omdat het niet noodzakelijk is om iemands ziektebeeld te kennen.
3. Verhouding tot andere regelgeving
Mensenrechten en AVG
Verstrekking van de bij deze AMvB genoemde gegevens betekent een inbreuk op het recht op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zoals vastgelegd in verschillende mensenrechtenverdragen. Een beperking van dit recht vereist een afweging tegen andere rechten en is slechts mogelijk als dit past binnen de AVG.
Op grond van artikel 8, tweede lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is een inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer slechts toegestaan indien daarmee één van de limitatief in dat artikellid opgesomde doelen wordt nagestreefd. Eén van de in artikel 8 EVRM genoemde legitieme doelen is de bescherming van het economisch welzijn van het land. Het economisch welzijn van een land wordt gediend door onder andere een volwaardige participatie van burgers op de arbeidsmarkt. Het is economisch niet verantwoord en uit sociaal oogpunt niet wenselijk dat mensen buiten de samenleving komen te staan door een problematische schuldsituatie. Het is dus van belang dat mensen die in de schulden zitten zo snel mogelijk worden geholpen om van hun schulden af te komen. Deze AMvB is nodig om het traject van schuldhulpverlening zo effectief mogelijk te kunnen laten verlopen. Voor gemeenten is het daarbij essentieel indien zij zonder schriftelijk verzoek aan de verschillende bestuursorganen en instanties en expliciete toestemming van de inwoner, over de voor hem noodzakelijke gegevens kunnen beschikken. Hierbij is verwerking van persoonsgegevens onvermijdelijk.
Het beter kunnen helpen rechtvaardigt het verkrijgen van gegevens van de bestuursorganen en instanties in plaats van alleen bij de burger zelf. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat sneller tot oplossingen kan worden gekomen voor de schulden- problematiek. De proportionaliteit is gewaarborgd, nu alleen het gebruik van de meest noodzakelijke gegevens is toegestaan en is opgenomen in het besluit. De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor het in het besluit opgenomen doel en dus niet voor andere doeleinden.
Algemene wet bestuursrecht: geheimhoudingsplicht
2 In aanvulling op artikel 8d van de wijziging van de Wgs t.b.v. de uitwisseling van persoonsgegevens:
Het college is bevoegd persoonsgegevens van de cliënt, die het college heeft verkregen voor de uitvoering van de taken die bij of krachtens de Jeugdwet, de Participatiewet of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 aan het college zijn opgedragen, ook te verwerken als dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet.
Artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht regelt dat bestuursorganen persoonsgegevens die bij het uitvoeren van hun taken verwerken geheim houden. De geheimhoudingsplicht geldt ook voor instellingen die bestuursorganen bij hun taken inschakelen. Uitzondering is een wettelijk voorschrift dat tot mededeling verplicht.
Artikel 8 Wgs over gegevensuitwisseling voor schuldhulpverlening is zo’n wettelijk voorschrift. Het geeft ruimte aan bestuursorganen zoals de Belastingdienst of het CJIB en ook aan instellingen voor schuldhulpverlening om gegevens die noodzakelijk zijn uit te wisselen.
Zorgverzekeringswet, Elektriciteitswet, Gaswet, Warmtewet, Drinkwaterwet
Voor zorgverzekering, energie en drinkwater bestaat al regelgeving voor schuldeisers over het zonder toestemming van burgers op grond van een wettelijke verplichting leveren van gegevens over betalingsachterstand aan schuldhulpverlenende organisaties. Het gaat om de volgende regelingen:
1. Regeling zorgverzekering (artikel 7b.1)
2. Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas
3. Warmteregeling
4. Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater
In deze regelingen heeft de schuldeiser in de eerste plaats de verantwoordelijkheid betalingsachterstanden te voorkomen of te verminderen. Dit doet de schuldeiser door het sturen van ten minste één schriftelijke betalingsherinnering, door zich in te spannen om in persoonlijk contact treden met de klant en door de klanten met betalingsachterstanden de weg naar gemeentelijke schuldhulpverlening te wijzen. De regelingen geven, als dat onvoldoende oplevert, de opdracht de persoonsgegevens aan de gemeenten door te geven. Deze meldingen worden in deze AMvB opgenomen als de signalen op basis waarvan schuldhulpverleners uit eigen beweging een aanbod voor een intakegesprek aan de inwoners doen.
Burgerlijk wetboek, Boek 7: Woningverhuur
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft voor huurachterstanden bepalingen voor huurders en verhuurders, onder meer dat alleen een rechter kan beslissen over huisuitzetting (artikel 7:231). Het Burgerlijk Wetboek regelt niets over gegevensuitwisseling met gemeenten. Omdat huurachterstand een veelgebruikt signaal is voor een problematische schuld, is het nodig gegevensuitwisseling tussen verhuurders (in de praktijk vooralsnog alleen woningcorporaties) en gemeenten te regelen. Het doel is huisuitzetting door schulden voorkomen. Deze AMvB regelt dat verhuurders, in aanvulling op hun eigen inspanningen om betalingsachterstanden te voorkomen of op te lossen onvoldoende oplevert, de persoonsgegevens kunnen melden aan de gemeente en dat de gemeente deze gegevens gebruikt voor vroegsignalering van schulden.
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) regelt hoe UWV, SVB en gemeenten samenwerken en gegevens uitwisselen bij de uitvoering van sociale zekerheidswetten, waaronder de Wgs. In het gegevensregister onder de Wet SUWI zijn alle gegevens opgesomd die met behulp van de door de Wet SUWI benoemde Gezamenlijke elektronische Voorziening Suwi (GeVS) worden ontsloten (artikel 5:20 Besluit SUWI en artikel 6.2 Regeling SUWI). De Wgs wordt op meerdere plekken in de Wet SUWI genoemd, in elk geval in de artikelen 9 en 62. De gegevens worden door het Bureau Keteninformatisering Werk & Inkomen (BKWI) van het UWV ontsloten uit diverse (basis)registraties en de voorzieningen worden door BKWI beheert. Het Inlichtingenbureau (IB) heeft ook de wettelijke basis in de SUWI-regelgeving en
fungeert als knooppunt naar gemeenten. IB is een stichting en wordt aangestuurd door haar bestuur. De Minister van SZW bepaalt de kaders voor dit bestuur. Artikel 8, derde lid, Wgs regelt dat het vragen en het verstrekken van gegevens voor schuldhulpverlening kan geschieden door tussenkomst van het IB.
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Om belastinggegevens te kunnen gebruiken bij schuldhulpverlening vereist artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een uitzondering van de geheimhoudingsplicht op wetsniveau. Deze uitzondering is ook nodig om de uitwisseling van persoonsgegevens mogelijk te maken voor het invorderen van belastingschulden (Invorderingswet 1990). Artikel 8, eerst lid, van de huidige Wgs voorziet hierin. Via een koppeling in de Gemeentewet (artikel 231) geldt dezelfde geheimhoudingsplicht voor gemeentelijke belastinggegevens. Dezelfde bepaling in de Wgs geeft daarop dezelfde uitzondering. Door de uitzondering op de geheimhoudingsplicht is toestemming van de burger niet nodig voor het opvragen van belastinggegevens door schuldhulpverleners.
Wet op het financieel toezicht
De Wet op het financieel toezicht geeft onder meer voorschriften voor financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars, maar ook gemeentelijke kredietbanken. Het doel is consumenten en bedrijven te beschermen. Artikel 4:32 schrijft voor dat aanbieders van krediet deelnemen aan een stelsel van kredietregistratie. Het Bureau Krediet Registratie (BKR) beheert het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) waarin de kredieten en betalingsachterstanden van Nederlandse consumenten staan geregistreerd. Hierin staan ook saneringskredieten en andere leningen die zijn verstrekt door gemeentelijke kredietbanken. Voor het verstrekken van een krediet raadplegen de gemeentelijke kredietbanken, evenals andere kredietaanbieders, het CKI om te beoordelen of het krediet past bij de financiële situatie van de klant. De NVVK, die zowel de gemeentelijke kredietbanken vertegenwoordigt als het overgrote deel van de gemeentelijke schuldhulpverleners en instellingen die in opdracht van gemeenten schuldhulpverlening geven, heeft met BKR afspraken gemaakt over de registratie van schuldregelingen in het CKI. Aanbieders van krediet kunnen deze informatie meewegen in hun dienstverlening en schuldhulpverleners hebben toegang tot het CKI om de kredieten en betalingsachterstanden van een iemand met problematische schulden te betrekken bij de hulpverlening.
Handelsregisterwet 2007
De Handelsregisterwet 2007 regelt de inschrijving van onder meer ondernemingen in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Schuldhulpverleners raadplegen het handelsregister om vast te stellen of een inwoner met problematische schulden een zelfstandige zonder personeel (zzp-er) is of een onderneming heeft. De Wgs gaat uit van brede toegang tot hulp, zodat ook zzp-ers en ondernemers hulp kunnen krijgen. Het handelsregister is een hulpmiddel om informatie over vermogen te achterhalen en daarnaast om te bepalen of een inwoner met schulden een specifiek plan van aanpak voor schuldhulpverlening nodig heeft. Een deel van de gemeenten schakelt voor schuldhulp aan ondernemers gespecialiseerde instellingen in. Schuldhulp aan ondernemers wordt veelal in samenhang gegeven met bijstand aan zelfstandigen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. Omdat ondernemers geen recht hebben op een gewone bijstandsuitkering, kunnen zij onder voorwaarden bedrijfskapitaal dan wel een aanvullend inkomen via deze regeling krijgen of lenen.
Artikel 30 van de Handelsregisterwet 2007 verplicht bestuursorganen als voor de uitvoering van hun taken gegevens over ondernemingen nodig zijn, daarvoor het handelsregister te gebruiken. Daarom hoeft het raadplegen van het handelsregister door
schuldhulpverleners niet in deze AMvB hoeft te worden geregeld. Artikel 28 van de Handelsregisterwet 2007 geeft de bevoegdheid aan Kamers van Koophandel om informatie over natuurlijke personen aan het college te verstrekken, inclusief het burgerservicenummer (BSN).
4. Financiële en andere gevolgen
Burgers en gemeenten
Gevolg van deze AMvB en vooral van de achterliggende wetswijziging is dat de doelgroep (inwoners met problematische schulden) beter en eerder wordt bereikt. Burgers worden ontzorgd, omdat zij niet meer alle informatie hoeven aan te leveren, maar schuldhulpverleners die zelf kunnen verzamelen. De AMvB geeft juridische zekerheid aan gemeenten over wie welke persoonsgegevensgegevens voor schuldhulpverlening mag uitwisselen. Xxxx aanbieden op basis van de aangewezen betalingsachterstanden vraagt van gemeenten dat zij het vroegsignaleren van schulden opschalen en tot een structurele dienstverlening ontwikkelen. Hier staat tegenover dat de gemeentelijke schuldhulpverlening effectiever en efficiënter wordt. Hoofdstuk 4 en 6 van het algemeen deel van de memorie van toelichting bij de Wet van PM tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. PM) lichten de gevolgen verder toe.
Woningverhuurders
De AMvB veroorzaakt extra nalevingskosten, omdat woningverhuurders op grond van de nieuwe regelgeving een deel van de huurachterstanden kunnen gaan melden aan gemeenten voor de vroegsignalering van schulden.
Het achterliggende doel van de melding is huisuitzetting voorkomen. Cijfers over huisuitzettingen zijn daarom gebruikt om een inschatting van de nalevingskosten te maken. De koepel van woningcorporaties Aedes verzamelt gegevens over het aantal vonnissen van de rechter over de huisuitzettingen uit corporatiewoningen en het aantal daadwerkelijke huisuitzettingen uit corporatiewoningen. In 2017 ging het respectievelijk om 13.500 vonnissen en 3.700 huisuitzettingen. Dit is inclusief vonnissen en huisuitzettingen wegens overlast, woonfraude en drugs. Bij vroegsignalering gaat het alleen om huisuitzettingen door huurachterstanden te voorkomen. Het aantal relevante vonnissen en huisuitzettingen is daarom ongeveer 20% lager. Daar staat tegenover dat ook huisuitzetting uit particuliere woningverhuur wegens huurachterstand kan voorkomen. Over huisuitzetting uit particuliere huurwoningen zijn geen cijfers bekend. De verwachting is dat de aantallen lager zijn, omdat het aantal woningen minder is, de huren gemiddeld hoger, de bewoners rijker en de voorwaarden strenger.
De voorwaarde voor het melden van huurachterstanden bij de gemeente is dat de woningverhuurder eerst een sociale incasso uitvoert. De sociale incasso bestaat in de eerste plaats uit minstens één betalingsherinnering, die een betalingsregeling aanbiedt, de weg wijst naar schuldhulpverlening en aankondigt dat bij geen reactie de klantgegevens aan de gemeentelijke schuldhulpverlening worden gemeld. Het tweede onderdeel van de sociale incasso is de inspanningsverplichting om in persoonlijk contact met de klant te komen, dat wil zeggen telefonisch contact of contact aan de deur of aan de balie. Een sociale incasso is de praktijk bij woningcorporaties.3
3 Corporatiemonitor Huisuitzettingen en huurachterstanden, xxx.xxxxx.xx.
Bij het schatten van de kosten zijn drie aannames gebruikt: Eerste aanname is dat de kosten vergelijkbaar zijn met de kosten die voor de sociale incasso voorafgaand aan het afsluiten van energie en water.4 Tweede aanname is dat het aantal benodigde meldingen van huurachterstanden ongeveer overeenkomt met het aantal vonnissen: 13.500 per jaar. De derde aanname is dat een incassoactie steeds bij tweederde van de betrokken huishoudens het probleem wordt opgelost.5
- Eenmalig aanpassen betalingsherinnering: naar schatting €60 per organisatie voor in ieder geval de 285 woningcorporaties die lid zijn van Aedes, leidt tot eenmalige lasten van €17.100.
- Betalingsherinnering: €1-2 per betalingsherinnering voor naar schatting 121.500 herinneringen per jaar. De jaarlijkse kosten voor betalingsherinneringen komen daarmee op €121.500 tot €243.000.
- Persoonlijk contact: €20-30 per klant voor naar schatting 40.500 huurders per jaar.
De jaarlijkse kosten voor persoonlijk contact komen daarmee op €810.000 tot
€1.215.000.
- Melding betalingsachterstand bij de gemeente: €2,50-4 per klant voor naar schatting
13.500 huurders per jaar. De jaarlijkse kosten voor meldingen worden geschat op
€33.750 tot €54.000.
Tegenover de nalevingskosten staan veel grotere kostenbesparingen, zoals incassokosten, het voorkomen van huisuitzettingen en het verminderen van huurderving. Woningcorporaties hadden bijvoorbeeld in 2015 te maken met een betalingsachterstand van 177 miljoen euro bij zittende huurders en 168 miljoen euro bij vertrokken huurders. 6 Een huisuitzetting kost €5000-6000.7 Relatief kleine kostenbesparingen door vroegsignalering van schulden overtreffen daarom al snel de extra nalevingskosten.
Schulden- en incassoketen
Het onderhavige besluit geeft juridische zekerheid over wie welke persoonsgegevensgegevens voor schuldhulpverlening mag uitwisselen. Dit zijn verduidelijkingen die aansluiten bij bestaande regelgeving, zodat er geen gevolgen zijn voor regeldruk. Ook nu verstrekken bedrijven, overheidsorganisaties en andere instanties persoonsgegevens voor schuldhulpverlening. Dat doen zij op grond van wettelijke verplichtingen, de uitvoering van taken van algemeen belang, toestemming of een overeenkomst met de burger. De verandering is dat de AVG-grondslagen ‘wettelijke verplichting’ en ‘een taak van algemeen belang’ duidelijker worden omschreven en de gegevens waar het omgaat worden gespecificeerd.
5. Uitvoering
Voor een deel van de persoonsgegevens die nodig zijn voor schuldhulpverlening zijn digitale informatiesystemen operationeel. Voor andere persoonsgegevens zijn systemen in ontwikkeling. De AMvB sluit uitwisseling via telefoon, papier, email, enz. niet uit.
Gemeenten en andere organisaties in de schulden- en incassoketen investeren continu in
4 Toelichting Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas (Stcrt 2018 nr. 5311) en Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater (Stcrt2018 nr. 26271)
5 Hiervan wordt ook uitgegaan in de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas (Stcrt 2018 nr. 5311) en Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater (Stcrt2018 nr. 26271)
6 Corporatiemonitor Huisuitzettingen en huurachterstanden, xxx.xxxxx.xx
7 Zie onder meer:
- Op weg naar effectieve schuldhulp: De kosten en baten van schuldhulpverlening, APE/Stimulanz, 0000
- Xxxxxxxxx: Vroeg Eropaf. Businesscase vroegsignalering en preventie van schulden, Panteia, 2014
- Maatschappelijke prijslijst, Effectencalculator, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen e.a. 2017
digitale en geautomatiseerde gegevensuitwisseling om de dienstverlening efficiënter en effectiever te maken:
Gegevens voor vroegsignalering van schulden
In samenwerking met gemeenten en schuldeisers hebben BKR en Inforing de informatiesystemen Vindplaats Van Schulden/VPS en RIS Vroeg Eropaf / Matching ontwikkeld. Deze informatiesystemen zijn operationeel en ondersteunen de communicatie tussen gemeenten en schuldeisers bij vroegsignalering. Op initiatief van de NVVK werken gemeenten, instellingen voor schuldhulpverlening, zorgverzekeraars, energie- en drinkwaterleveranciers en woningcorporaties aan landelijke afspraken over vroegsignalering. Het beoogde convenant moet leiden tot vereenvoudiging en uniformering en daarmee drempels wegnemen voor gemeenten en schuldeisers om vroegsignalering van schulden op grote schaal in te zetten. In het project ‘Vroegsignalering schulden landt in Nederland’ werken private en publieke organisaties met subsidie van het ministerie van SZW aan de inbedding van vroegsignalering in de uitvoeringspraktijk door middels van kennisdeling, een community als vraagbaak, monitoring en digitale ondersteuning
Gegevens over identiteit, inkomen en vermogen
De Basisregistratie Personen (BRP) levert schuldhulpverleners de benodigde identiteitsgegevens voor schuldhulpverlening, waaronder het BSN. De Verwijsindex Schuldhulpverlening (VISH), een informatiesysteem van de Koninklijke Beroepsvereniging van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de NVVK, laat zien of iemand schuldhulpverlening krijgt. Op basis daarvan kunnen deurwaarders en andere gemeenten informatie bij de schuldhulpverlener opvragen. Dit maakt afgestemde actie van deurwaarders en schuldhulpverleners mogelijk. Of iemand een zzp-er is of een ondernemer heeft, staat in het Handelsregister. Het Centraal curatele- en bewindregister (CCBR) laat zien of een inwoner onder bewind staat en wie de bewindvoerder is. Deze informatie is nodig voor de samenwerking tussen schuldhulpverlener en bewindvoerder bij hulpverlening.
De polisadministratie die overheden gebruiken voor de uitvoering van sociale verzekeringswetten bevat informatie over inkomen en vermogen. Gemeenten, UWV en SVB wisselen deze informatie uit via de GeVS (zie ook hoofdstuk 3). Dat is een beveiligde infrastructuur. Voor schuldhulpverleners is, zeker als zij werken bij instellingen voor schuldhulpverlening buiten de gemeenten, toegang niet vanzelfsprekend. Dat komt, omdat alleen geautoriseerde gemeentelijke medewerkers toegang hebben en omdat de gegevens meestal via de informatiesystemen die gemeenten gebruiken voor de uitvoering van de Participatiewet worden ontsloten. Om voor schuldhulpverlening de noodzakelijke persoonsgegevens te kunnen ontvangen en ontsluiten moeten gemeenten hun informatiesystemen aanpassen.
Steeds meer organisaties hebben internetportalen voor burgers, die schuldhulpverleners in samenwerking met burgers kunnen raadplegen. Inkomens- en vermogensgegevens kunnen via MijnUWV, MijnSVB, MijnBelastingdienst, ‘Mijn toeslagen’ en ‘Mijn voertuigen bekijken’ (RDW/Basisregistratie Voertuigen) worden geraadpleegd. Voor informatie over vermogen zijn ook de Basisregistratie Kadaster en de Basisregistratie Inkomen relevant. Informatie over inkomen en vermogen is ook nodig voor het berekenen van de beslagvrije voet, het bedrag waarover een burger moet blijven beschikken om in het levensonderhoud te voorzien. Om niet afhankelijk te zijn van door de schuldenaar aangeleverde informatie ontwikkelt de schulden- en incassoketen onder leiding van het
ministerie van SZW een rekentool die de beslagvrije voet automatisch berekent met behulp informatie vanuit de polisadministratie en de BRP.
Gegevens over betalingsachterstanden
Schuldeisers en schuldhulpverleners wisselen informatie steeds vaker uit via webportals die toegang geven tot beveiligde omgevingen, zoals Webis, SHV Loket en BringWay.
Voor burgers hebben enkele incassobureaus en ook overheidsorganisaties burgerportalen ontwikkeld, zoals MijnIncasso, MijnCAK en MijnDUO, die een overzicht van betalingsachterstanden geven. De meeste schuldhulpverleners hebben toegang tot het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van BKR. Uitwisseling via papier of email vindt ook nog veelvuldig plaats. Het aantal en de diversiteit van organisaties in de schulden- en incassoketen is immers enorm. Gerechtsdeurwaarders raadplegen het Digitaal Beslagregister alvorens eventueel beslag te leggen. Voor schuldhulpverleners is het register ook belangrijk, omdat informatie of en zo ja, welke beslagen er zijn nodig is voor het bepalen van passende hulp.
De samenwerking in de schulden- en incassoketen en met burgers wordt beter en sneller met standaardisering, digitalisering en automatisering van de gegevensuitwisseling. Dit is een belangrijke aandrijver voor investeringen. Andere organisaties dan deurwaarders maken nog geen gebruik van het Digitaal Beslagregister, bijvoorbeeld de Belastingdienst en de gemeente als schuldeiser of voor derde beslag.
Het Digitaal Beslagregister wordt daarom vernieuwd en verbreed.8 De NVVK ontwikkelt het Schuldenknooppunt9 voor een snelle, privacy-bestendige en beveiligde digitale gegevensuitwisseling tussen schuldhulpverleners en schuldeisers bij het tot stand brengen van een minnelijke schuldregeling. Naast technische voorzieningen werkt het project naar afspraken tussen schuldhulpverleners en schuldeisers over beheer, gebruikersvoorwaarden en financiering van de gegevensuitwisseling. Schuldenwijzer is een nieuw burgerportaal waar burgers met schulden in één overzicht alle actuele informatie vinden over hun schulden.10
Gegevens over recidive en fraude
In opdracht van (de meeste) gemeenten registreert BKR in het CKI saneringskredieten en schuldregelingen tot vijf jaar na beëindiging van de schuld. In het Centraal Insolventieregister staan schuldsaneringen die de rechter op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen uitspreekt tot zes maanden na beëindiging. Als een schuld via de wettelijke schuldsanering wordt gesaneerd, krijgt die schuld bij BKR een codering die tot vijf jaar na beëindiging zichtbaar blijft. Deze bronnen kunnen gemeenten, die daarvoor in het gemeentelijk plan schuldhulpverlening hebben gekozen, gebruiken om te toetsen op recidive. De informatie geeft kredietverstrekkers inzicht in het betaalgedrag met als doel problematische schulden te voorkomen.
Gemeenten registreren en wisselen informatie uit over fraude met uitkeringen op grond van de Participatiewet, IOAZ en IOAW11 via de GeVS. Deze informatie is alleen toegankelijk voor een beperkt aantal geautoriseerde medewerkers van de gemeente die de genoemde wetten uitvoeren. Openstaande vorderingen als gevolg van boetes en terug te betalen uitkeringen en ander vergoedingen zijn onderdeel van de schuldenoverzichten die overheidsschuldeisers met schuldhulpverleners uitwisselen.
8 Kamerstukken II 2018/19 24 515 nr. 468.
9 Project Digitale communicatie in het schuldregelingstraject: xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx
10 Op initiatief van de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/
11 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOAW).
6. Consultatie en adviezen
Voor het onderhavige besluit zijn de inzichten die zijn verzameld bij het opstellen van Wet van PM tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. PM), waaronder de internetconsultatie en het wetgevingsadvies van de AP. De concept-AMvB is vervolgens voor uitvoeringsadvies voorgelegd aan betrokken overheidsorganisaties. Ook is het conceptbesluit voor internetconsultatie aangeboden. Daarnaast is de concept-AMvB voorgelegd aan de AP voor de toets op privacy-aspecten. De verschillende consultatiereacties en adviezen zullen in dit hoofdstuk worden toegelicht.
PM
7. Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van onderhavige besluit zal gelijktijdig plaatsvinden met de Wet van PM, tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. PM). Het onderhavige besluit wordt binnen vijf jaar geëvalueerd samen met de wetswijziging.
Artikelsgewijs
Artikel 1. Begripsbepalingen
Artikel 1 geeft drie definities van termen die regelmatig terugkomen in het besluit.
Artikel 2. Gegevensverstrekking huurachterstand
In dit artikel zijn minimumeisen opgenomen ten aanzien van de incassoprocedure voor een verhuurder als hij de huurachterstand wil melden aan het college. Het doel is om oplopende betalingsachterstanden te voorkomen en een belangrijke stap in dit proces is de mogelijkheid die verhuurders moeten bieden om gegevens van de niet betalende huurder aan schuldhulpverleningsinstanties te verstrekken voor schuldhulpverlening.
Als een huurder een betalingsachterstand heeft, moet hij ten minste een schriftelijke betalingsherinnering ontvangen met daarin de mogelijkheden voor een betalingsregeling en voor schuldhulpverlening. Tevens biedt de verhuurder aan om met schriftelijke instemming van de huurder zijn persoonsgegevens door te geven aan een gemeentelijke schuldhulpverlener zodat de huurder hulp kan krijgen bij het oplossen van de betalingsachterstand. Naast het sturen van betalingsherinneringen geldt een inspanningsverplichting om in persoonlijk contact te treden met de huurder. Onder persoonlijk contact wordt onder andere verstaan telefonisch contact of aan de deur.
Uitgangspunt bij de gestelde regels omtrent het doorgeven van persoonsgegevens van de huurder door de verhuurder voor schuldhulp is dat dit in beginsel alleen geschiedt met instemming van de huurder. Als deze schriftelijk of mondeling heeft aangegeven dat hij geen gebruik wil maken van schuldbemiddeling, mogen die gegevens niet worden doorgegeven. Er zijn omstandigheden die het wenselijk maken dat in gevallen dat de niet betalende huurder niet heeft gereageerd op het aanbod schuldhulpverlening in te schakelen, de verhuurder persoonsgegevens omtrent diegene mag doorgeven aan een schuldhulpverleningsinstantie voor het starten van een schuldhulpverleningstraject voor de betrokkene. Het gaat hierbij veelal om situaties waarbij mensen niet alleen betalingsproblemen hebben met de huur, maar ook andere betalingsverplichtingen zoals energierekeningen niet meer nakomen. In dergelijke gevallen lukt het de verhuurder
vaak niet om in contact te treden met de huurder. Daarom kan een verhuurder, indien een huurder niet heeft gereageerd op het aanbod om hulp in te schakelen, en pogingen tot persoonlijk contact zijn mislukt, de nodige gegevens doorgeven aan de gemeente.
Artikel 3. Signaal
In dit artikel worden de signalen opgenomen op grond waarvan het college een aanbod moet doen aan een inwoner om een gesprek te voeren om te bezien of en hoe hulp geboden kan worden. In onderdeel a gaat het om het gegeven dat er sprake is van een huurachterstand. Als de college op grond van artikel 3, onderdeel a, een signaal binnen krijgt, weten ze dat er een dreigende huisuitzetting kan plaatsvinden. In onderdeel b gaat het om het gegeven dat een waterbedrijf niet is betaald voor de levering van drinkwater. In onderdeel c gaat het om een niet betaalde vordering van de zorgverzekering. In onderdelen d tot en met f, gaat het om niet betaalde vorderingen van verschillende netwerkbeheerders (leveranciers van elektra en gas). Zowel een enkelvoudig signaal als combinaties van signalen op een adres zijn aanleiding om een aanbod tot een gesprek te doen.
Artikelen 4 tot en met 11
Artikelen uit het Besluit breed moratorium worden nog in dit besluit opgenomen.
Artikel 12. Interne verstrekking
Dit artikel regelt dat gegevens die beschikbaar zijn bij het college in verband met de uitvoering van de Participatiewet, Wmo 2015 en Jeugdwet, ook bij het college worden opgevraagd. Gegevens die al beschikbaar zijn worden niet aan de inwoner opgevraagd. Het gaat om het gegeven welke hulpverlener of klantmanager betrokken is, persoonsgegevens opgenomen in het basisregistratie personen en bij de uitvoering van de Participatiewet de gegevens over de inkomsten- en vermogenspositie. Een aantal gemeentes heeft de uitvoering van de genoemde wetten gedelegeerd aan een gemeenschappelijke regeling of instelling. Als de delegatie daarin voorziet, kan de gegevensuitwisseling rechtstreeks naar (geautoriseerde) schuldhulpverleners bij de gemeente of door de gemeente ingeschakelde instellingen.
Artikel 13. Gegevensverstrekking voor het besluit tot verlenen van schuldhulp
Op grond van artikel 3 Wgs kunnen uitsluitingsgronden van toepassing zijn die tot gevolg hebben dat het college af ziet van schuldhulpverlening aan een inwoner.
Dit artikel van het besluit regelt welke gegevens op verzoek verstrekt mogen worden aan het college voor het nemen van een besluit tot het verlenen van schuldhulpverlening. Zo is als voorwaarde voor de verstrekking van de gegevens dat het college in haar gemeentelijke plan moet hebben aangegeven dat de gegevens over recidive en financiële benadeling van een bestuursorgaan van belang zijn voor het nemen van het besluit tot verlenen van schuldhulp. Alleen in dat geval zijn de gegevens over recidive en fraude relevant voor het nemen van een besluit tot het verlenen van schuldhulp. Als er niets over in het plan is opgenomen, wordt er vanuit gegaan dat die gegevens daarmee geen relevantie hebben voor de vraag of iemand in aanmerking komt voor schuldhulp en zou dus ook niet verstrekt moeten worden.
Het eerste lid regelt gegevensverstrekking van andere gemeenten op verzoek aan het college dat aan de inwoner al eerder schuldhulp is verleend.
In het tweede lid is opgenomen dat op verzoek van het college het UWV, de SVB, andere gemeenten, DUO, het CJIB en de Belastingdienst gegevens verstrekt, waarbij zij een bestuurlijke boete hebben opgelegd wegens het plegen van fraude als bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs. Het gaat om openstaande boetes en terug te betalen
uitkeringen of andere vergoedingen en boetes naar aanleiding daarvan. Omdat deze vorderingen vaak niet kwijtgescholden kunnen worden, heeft schuldhulpverlening niet altijd geen zin, als deze schulden de belangrijkste aanleiding voor hulp zijn. Deze vorderingen zijn onderdeel van het overzicht van vorderingen als bedoeld in artikel 15, zodat geen aparte gegevensstroom nodig is. Betaalde vorderingen uit het verleden worden daarbij niet vermeld, maar zijn ook niet direct relevant voor schuldhulpverlening.
Voor het college is het noodzakelijk om te beschikken over gegevens over het verblijfrecht van de inwoner om vast te stellen of inwoner rechtmatig verblijft in Nederland. In het kader van het derde lid zal het college de in de BRP opgenomen persoonsgegevens van de inwoner raadplegen om de identiteit te verifiëren. Het betreft de volgende persoonsgegevens: naam, adres, woonplaats (de zogenaamde NAW- gegevens), het BSN en de verblijfstitel. Als een inwoner niet rechtmatig verblijft in Nederland kan het college op grond van artikel 3, vierde lid, geen schuldhulp verlenen, en zal het college dienovereenkomstig besluiten.
Artikel 14. Gegevensverstrekking van inkomsten en vermogen voor vaststelling plan van aanpak
Voor de vaststelling van het plan van aanpak zal inzicht moeten worden geboden in de inkomsten- en vermogenspositie van de inwoner alsmede de omvang van de schulden en de vorderingen. Dit is bepalend voor het vaststellen van de aflossingscapaciteit van de inwoner. De gegevens die het college hiervoor nodig hebben is geregeld in dit artikel en artikel 15.
Dit artikel ziet op gegevensverstrekking door bestuursorganen aan het college die noodzakelijk zijn om de inkomsten- en vermogenspositie van de inwoner te kunnen bepalen. Het college heeft informatie nodig om de financiële situatie van de inwoner, de bronnen van inkomsten en vermogen, om een inschatting te kunnen maken van de gehele situatie met als doel om gericht een plan van aanpak op te stellen.
In onderdeel a is de gegevensverstrekking door de Belastingdienst aan het college opgenomen die via de loonaangifte door de inhoudingsplichtige (werkgever, ondernemer of uitkeringsinstantie) voor de loonbelasting aan de Belastingdienst zijn verstrekt en die noodzakelijk zijn om het inkomen en vermogen van de inwoner vast te stellen. De Belastingdienst levert deze informatie, met uitzondering van de gegevens van ondernemers, aan de polisadministratie (onderdeel i), zodat raadpleging daarvan voldoende is voor mensen in loondienst en met een uitkering.
Onderdeel b ziet op de gegevens over toeslagen, die door de Belastingdienst/Toeslagen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen worden verkregen. Ook deze informatie levert de Belastingdienst, met uitzondering van de gegevens van ondernemers, aan de polisadministratie (onderdeel i).
In onderdeel c van dit artikel is geregeld dat het Kadaster aan het college de gegevens verstrekt die worden verwerkt in de basisregistratie kadaster bedoeld in artikel 48 van de Kadasterwet. Aan de hand van deze gegevens kan het college vaststellen of de inwoner eigenaar is van een onroerende zaak, bijvoorbeeld een huis.
Overheidsinstanties zijn wettelijk verplicht om bij de uitvoering van hun werkzaamheden de authentieke gegevens uit de basisregistratie te halen. Het college zal deze gegevens via de basisregistratie kadaster raadplegen.
In onderdeel d is de gegevensverstrekking opgenomen door Rijksdienst wegverkeer aan het college. Het is voor het college voor de vermogenspositie van de inwoner van belang
te weten of diegene eigenaar is van een voertuig. Deze gegevens zijn landelijk beschikbaar voor overheidsinstanties. Het college kan deze gegevens raadplegen via de basisregistratie voertuigen bedoeld in artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994.
Onderdeel e betreft de gegevens van de Kamer van Koophandel om te bepalen of de inwoner werkzaam is als zelfstandige. Het gaat dan om de geregistreerde gegevens van een bedrijf en informatie over de rechtspersoon, onderneming en/of vestiging(en).
Zelfstandigen kunnen zich wenden tot de gemeente voor schuldhulpverlening. Het is dus voor het college van belang dat zij kunnen beschikken over de gegevens uit het handelsregister.
Onderdeel f betreft de gegevensverstrekking door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) betreffende de onderhoudsbijdragen die de inwoner ontvangt voor kinderen en ouderbijdragen voor jeugdhulpverlening.
In onderdeel g is de gegevensverstrekking door DUO betreffende de gegevens over de studiefinanciering als bron van inkomsten voor de inwoner opgenomen.
Onderdeel h betreft de gegevensverstrekking van de SVB betreffende de inkomsten uit de uitkeringen AKW, Anw en AOW.
Tot slot is in onderdeel i de gegevensverstrekking door het UWV aan het college opgenomen die ziet op de inkomensgegevens uit de polisadministratie bedoeld in artikel 33 van de Wet SUWI. De polisadministratie betreft een administratie van nominatieve gegevens van arbeidsverhoudingen en van uitkeringsverhoudingen. De inkomensgegevens omvatten de gegevens over het loon, gegevens over de arbeidsverhouding en uitkeringsgegevens van de inwoner.
Artikel 15. Gegevensverstrekking van openstaande vorderingen voor vaststelling plan van aanpak
Dit artikel ziet op de verstrekking van gegevens aan het college om inzicht te krijgen in alle schulden van de inwoner die bekend zijn en in de vorderingen op de inwoner. Om de inwoner zo goed mogelijk te kunnen helpen is voor het opstellen van het schuldhulpverleningsplan noodzakelijk te beschikken over een overzicht van alle schulden en schuldeisers.
Onderdeel a ziet op de verstrekking van gegevens door de Belastingdienst over belastingvorderingen en de terugvordering van huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag of kindgebonden budget, inclusief eventuele boetes. Het gaat hier dan om de terugvorderingen op grond van artikel 26 e.v. van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
De gegevensverstrekking door het CAK met betrekking tot de inning van de eigen bijdragen voor voorzieningen in het kader van de Wet langdurige zorg en Wet maatschappelijke ondersteuning en de heffing en inning van de bestuursrechtelijke premie zijn geregeld in onderdeel c van dit artikel. Indien een inwoner de premie van de zorgverzekering 6 maanden of langer niet heeft betaald wordt deze aangemeld bij het CAK en wordt een bestuursrechtelijke premie ingehouden op het inkomen, uitkering of pensioen van de inwoner. Het is noodzakelijk dat het college inzicht krijgt in de hoogte van de premieachterstand.
In onderdeel d wordt door het CJIB-informatie verstrekt over de openstaande vorderingen en de bestuurlijke boetes van de inwoner, voor zover het CJIB met de inning is belast. Het CJIB int onder andere verkeersboetes en verzorgt de incasso van bestuurlijke boetes van verschillende overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld van het CAK. Het college wil inzichtelijk hebben hoeveel en welke zaken op naam van de inwoner bij het CJIB open staan. Daarnaast is voor het college van belang te weten wat de hoogte van de openstaande vorderingen zijn alsmede of met de inwoner eventuele betalingsregelingen zijn afgesloten.
In onderdeel e wordt door de deurwaarders informatie verstrekt over lopende beslagen en openstaande vorderingen.
Onderdeel f ziet op de gegevensverstrekking van DUO aan het college met betrekking tot schulden die verband houden met de toekenning van studiefinanciering en aanvullende leningen en/of tegemoetkoming in onderwijs- en studiekosten van de inwoner. Met eventuele studieschulden wordt rekening gehouden in het plan van aanpak.
In onderdeel g is de gegevensverstrekking opgenomen door het UWV, SVB en colleges van andere gemeenten met betrekking tot de terugvordering van uitkeringen, toeslagen, tegemoetkomingen of bijstand en over verplichtingen tot het betalen van de door deze bestuursorganen opgelegde bestuurlijke boetes. Het gaat hier om gegevens over de “openstaande” vorderingen in verband met besluiten tot terugvordering of het opleggen van bestuurlijke boetes.
In het één na laatste onderdeel h is de gegevensverstrekking door het LBIO aan het college opgenomen. Dit betreffen de gegevens die zien op betalingsachterstanden met betrekking tot kinderalimentatie en ouderbijdragen jeugdhulpverlening. Het LBIO int de alimentatie indien de alimentatie niet of slechts voor een deel wordt betaald. Het is van belang voor het college om te weten of de inwoner alimentatieschulden heeft, een betalingsregeling heeft lopen voor de betaling van de ouderbijdragen en/of dat er sprake is van beslaglegging bij werkgever of uitkeringsinstantie.
In het laatste onderdeel is de verplichting opgenomen dat alle andere schuldeisers de hoogte van de nog openstaande schuld desgevraagd verstrekken aan het college.
Hieronder vallen ook verhuurders, zorgverzekeraars en leveranciers van energie en drinkwater die wellicht eerder in het kader van vroegsignalering betalingsachterstanden hebben doorgegeven. Dit artikel ziet echter op de gegevens die nodig zijn voor het plan van aanpak schuldhulpverlening. Daarvoor is een compleet en actueel overzicht van schulden nodig.
Artikel 16. Gegevensverstrekking voor de uitvoering van het plan van aanpak
Dit artikel maakt het mogelijk dat het college de gegevens, die zij bij het vaststellen van het plan voor schuldhulpverlening verkrijgen op grond van de artikelen 14 en 15, gedurende de uitvoering van dit plan minstens eenmaal per jaar kunnen verifiëren. Op deze manier kan het college tijdig vaststellen of er in de gegevens die bij aanvang van het schuldhulpverleningstraject zijn verstrekt wijzigingen zijn opgetreden, zodat de gemeente bij eventuele wijzigingen in de financiële situatie van de inwoner en het plan van schuldhulpverlening kan bijstellen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie dat een uitkering bij een uitvoeringsinstantie zoals het UWV wordt beëindigd of dat de hoogte van het inkomen wordt gewijzigd. Dit is bepalend voor de aflossingscapaciteit van de inwoner.
Artikel 17. Gegevensverstrekking door gemeenten aan derden
In dit artikel wordt gegevensverstrekking van het college aan derden geregeld, op grond van artikel 8, tweede lid, van de wet. Het is van belang dat deurwaarders en kredietverstrekkers op de hoogte zijn dat een persoon schuldhulpverlening ontvangt. Het gegeven heeft namelijk invloed op hun verdere handelen. Het gegeven dat een persoon schuldhulpverlening ontvangt mogen deurwaarders en kredietverstrekkers ontvangen op grond van hun wettelijke taak. Voor communicatie met deurwaarders wordt de Verwijsindex Schuldhulpverlening (VISH) gebruikt. Gegevensuitwisseling met kredietverstrekkers gaat met het Centraal Krediet Informatiesysteem van BKR. Ook schuldeisers worden geïnformeerd dat iemand hulp krijgt, bijvoorbeeld om een schuldregeling af te spreken. Verhuurders, zorgverzekeraars en leveranciers van energie en drinkwater krijgen een terugkoppeling op hun signaal voor vroegsignalering van schulden, zodra iemand hulp heeft geaccepteerd
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark