Samenwerkingsconvenant Regionale Verwijsindex Haaglanden
Samenwerkingsconvenant Regionale Verwijsindex Haaglanden
Oktober 2018
De colleges van B&W van de negen gemeenten in regio Haaglanden:
Overwegende
1 dat convenantpartijen werkzaam zijnde in de domeinen jeugdhulp, (geestelijke) gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning, welzijn onderwijs, werk en inkomen, of politie en justitie, mede tot taak hebben het welzijn van jeugdigen te bevorderen;
2 dat het in het kader van deze taak voor tijdige en effectieve interventies noodzakelijk is dat signalen van verschillende beroepskrachten en instellingen over jeugdigen die het risico lopen in hun fysieke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling naar volwassenheid te worden belemmerd, bij elkaar worden gebracht om zo
tot afstemming en tot een gezamenlijke aanpak te komen gericht op het wegnemen of terugbrengen van de risico’s en belemmeringen.
In aanmerking nemende
- De Algemene verordening gegevensbescherming;
- Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
- De Jeugdwet;
- De Leerplichtwet 1969;
- De Wet educatie en beroepsonderwijs;
- De Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst;
- De Wet maatschappelijke ondersteuning;
- De Wet op de beroepen op de individuele gezondheidszorg;
- De Wet op de expertisecentra;
- De wet op het primair onderwijs;
- De wet op het voortgezet onderwijs;
- De Wet publieke gezondheidszorg;
- De Wet en het Besluit politiegegevens;
- De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, alsmede de Aanwijzing Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
- De Beroepscode van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk;
- De Beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen;
- De Beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen;
- KNMG Standpunt: Informatieverstrekking na de match d.d.10 oktober 2010
besluiten een Regionale Verwijsindex Haaglanden (RVH) te bestendigen en maken daartoe de volgende samenwerkingsafspraken.
Artikel 1. Begripsbepalingen
Begrip | Omschrijving |
Actief signaal | Signaal dat, op het moment van raadplegen, noch de afloopdatum heeft bereikt, noch door de signaalafgever is beëindigd. |
Afloopdatum | Datum waarop een signaal automatisch wordt afgemeld dan wel door signaalafgever wordt beëindigd. |
Betrokkene: | De jeugdige op wie een persoonsgegeven betrekking heeft en/of zijn of haar wettelijk vertegenwoordiger; |
Bewaartermijn | De termijn van bewaring van een signaal in de Regionale Verwijsindex Haaglanden. Deze termijn kan per Signaleerder variëren van een half jaar tot maximaal twee jaar. |
Bron registratie: | Het oorspronkelijke bestand van een partij waaruit de persoonsgegevens die in de verwijsindex worden vastgelegd afkomstig zijn; |
Bronorganisatie: | Instantie of instelling die de doelstellingen van het signaleringssysteem onderschrijft, het regionale convenant middels een aansluitingsovereenkomst heeft ondertekend en haar medewerkers als Signaleerder faciliteert. |
BSN | Burgerservicenummer. |
Communicatieplan | Plan waarin beschreven staat op welke manieren (folders, website) de gezamenlijke informatie en communicatie over de RVH gestalte krijgt gericht op alle betrokkenen, professionals, Bronorganisaties en gemeenten. |
Functioneel beheerder | Technische beheerder van het systeem, signalen en matches van de Regionale Verwijsindex Haaglanden. De Functioneel beheerder heeft het hoogste autorisatierecht in de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Helpdesk | Functie die Bronorganisaties bijstaat in het gebruik van de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Instantiebeheerder | Xxxxxxx die werkzaam is bij een Bronorganisatie en die de taak heeft om de signalen die vanuit de Bronorganisatie door Signaleerders worden afgegeven te beheren en de contactgegevens van Bronorganisatie en Signaleerders in voorkomende gevallen aan te passen. |
Inverhuisbericht | Bericht van de VIR aan het functioneel beheer dat een Jeugdige, over wie in de VIR een of meer actieve signalen zijn afgegeven, naar een van de gemeenten in de regio Haaglanden is verhuisd. |
Isverhuisdsignaal | Bericht van de VIR naar Signaleringsbevoegden dat een Jeugdige, over wie zij een actief signaal hebben afgegeven, is verhuisd binnen een gemeente, naar een andere gemeente in de regio Haaglanden dan wel een gemeente daarbuiten. |
Jeugdige | Kind of jongere tot 23 jaar. |
Match of matchsignaal | Als twee of meer signalen zijn afgegeven over dezelfde jeugdige, dan wel over verschillende jeugdigen die woonachtig zijn op hetzelfde adres, dan wel over verschillende jeugdigen die eenzelfde ouder hebben, bericht de verwijsindex de melders van deze zogeheten match en worden de contactgegevens van de signaleerders verstrekt. |
Matchoverleg | Contact van twee of meer Signaleerders die een bericht van een match hebben ontvangen, waarbij de regievoerder aanwezig kan zijn. |
Meldingsbevoegde | Zie Signaleerder. |
Ontvanger inverhuisberichten: | Persoon of instantie die door een gemeente is aangewezen om inverhuisberichten te ontvangen. |
Begrip | Omschrijving |
Persoonsgegevens | Alle gegevens over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. |
Plan van aanpak | Beschrijving van afspraken die Signaleerders maken na een matchoverleg t.b.v. een gezamenlijke aanpak van de zorgverlening aan een jeugdige. |
Procesmanager | Functionaris die namens de betrokken gemeenten verantwoordelijk is voor de Regionale Verwijsindex Haaglanden en toeziet op realisering van doelen en werkwijze. De procesmanager kan tevens Functioneel beheerder zijn. |
Professional | Medewerker van een Bronorganisatie die een beroepsmatige relatie heeft met jeugdigen. |
Profiel | Per organisatie of organisatieonderdeel wordt een profiel opgemaakt met daarin een uitwerking van de bepalingen van het convenant. Het profiel is gebaseerd op de in de wet genoemde en in het convenant overgenomen risico’s. |
Regie voeren | De taak om na een match te bewaken dat de rechtstreeks betrokken Signaleerders overleg voeren, tot een gezamenlijke aanpak komen, hierover duidelijke afspraken maken en conform deze afspraken de interventies die deel uit maken van de gezamenlijke aanpak uitvoeren. |
Regievoerder | Xxxxxxx die door de gemeente is aangewezen om bij een match van de Regionale Verwijsindex Haaglanden voor jeugdigen uit de eigen gemeente regie te voeren. |
Risicojeugdige | Jeugdige tot 23 jaar bij wie zich problemen voordoen waardoor het risico bestaat dat zijn of haar lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling wordt bedreigd en die op grond van deze risico’s wordt of is opgenomen in de verwijsindex. |
Signaal | Bericht van een Signaleerder aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden over een jeugdige, dat hij bij de betrokken jeugdige(n) een risico voor de lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling heeft vastgesteld, in de Jeugdwet ‘melding’ genoemd; |
Signaleerder | Medewerker van een Bronorganisatie die bevoegd is over een jeugdige een signaal af te geven aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Signaleren | Het afgeven van een signaal aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Signaleringscriteria | Criteria die per Bronorganisatie worden vastgesteld aan de hand waarvan Signaleerders de afweging maken om een jeugdige al dan niet te signaleren in de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Toestemming van de betrokkene | Elke vrije, specifieke en op informatie berustende ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de betrokkene aanvaardt dat op hem betrekking hebbende persoonsgegevens worden gebruikt in vervolg op een match in de Regionale Verwijsindex Haaglanden. |
Verantwoordelijke | De Verantwoordelijke zoals genoemd in artikel 4 onder 7 AVG is het college van B&W in de woonplaats van de jeugdige. Deze stelt het doel van en de middelen voor de verwerking van de gegevens van de Regionale Verwijsindex Haaglanden vast. |
Verstrekken van persoonsgegevens | Het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens. |
Begrip | Omschrijving |
Verwerking van persoonsgegevens | Verwerking in de zin van artikel 4 onder 2 AVG. Elke een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens. |
Verwijsindex Risicojongeren (afgekort: VIR) | Landelijk elektronisch systeem waarin partijen een signaal afgeven over een jeugdige, bij wie een risico voor de lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve ontwikkeling is vastgesteld. Bij een match ontvangen alle bij de jeugdige betrokken Signaleerders hierover bericht. De RVH is aangesloten op de VIR. |
Zorgcoördinator | Verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van een gezamenlijk plan van aanpak. |
Artikel 2. Doel van de samenwerking en van de verwerking van persoonsgegevens
1 De verwijsindex heeft tot doel vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen meldingsbevoegden te bewerkstelligen, opdat zij jeugdigen tijdig passende hulp, zorg of bijsturing kunnen verlenen om daadwerkelijke bedreigingen van de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid te voorkomen, te beperken of weg te nemen.
2 Verwerking van persoonsgegevens in de Regionale Verwijsindex Haaglanden is nodig in relatie tot de volgende doelen:
• de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling van de jeugdige bevorderen;
• het vroegtijdig signaleren van xxxxxx’x die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid belemmeren en het mede daardoor adequaat bieden van hulp;
• afstemming en samenwerking bevorderen in een effectieve aanpak van xxxxxx’x bij jeugdigen op een
bedreiging in hun veilige en gezonde ontwikkeling tussen bij de jeugdige betrokken hulpverleners;
• maatschappelijke uitval voorkomen en beperken;
• instroom in het criminele circuit voorkomen en beperken.
3 De Regionale Verwijsindex Haaglanden sluit aan op de landelijke Verwijsindex Risicojongeren.
I. Taken, functies en Verantwoordelijkheden
Artikel 3. Colleges van B&W, xxxxxxxxxxxxx, functioneel beheerder, medewerker(s) helpdesk, regievoerder en ontvanger inverhuisberichten
1 De Colleges van B&W bevorderen ieder in de eigen gemeente vanuit de wettelijke regietaken in het jeugdbeleid, dat door convenantpartijen de Regionale Verwijsindex Haaglanden gebruikt wordt, en houden vanuit deze zelfde rol toezicht op de naleving van het convenant.
2 Verantwoordelijk voor de wettelijke regietaken, het gebruik van de verwijsindex en het toezicht op de naleving van het convenant in een concrete casus, is het College van B&W van de feitelijke woon- of verblijfplaats van de risicojeugdige.
3 Het College van B&W van de feitelijke woon- of verblijfplaats van de risicojeugdige treedt op als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens van de betreffende jeugdige zoals bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming en draagt in deze hoedanigheid zorg voor een veilige en zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens, conform de wet en dit convenant. Betrokkenen kunnen zich voor het uitoefenen van hun wettelijke rechten, zoals omschreven in de artikelen (art. 18 t/m art. 22) van dit convenant, wenden tot dit college.
4 De Colleges van B&W wijzen een Procesmanager aan die de taken voortvloeiend uit lid 1 uitvoert. Het praktisch opdrachtgeverschap wordt uitgevoerd door de gemeente Den Haag (zie ook bijlage 4). De Procesmanager verschaft (nieuwe) gebruikers toegang tot de verwijsindex en wijst de daarvoor benodigde autorisaties toe volgens de procedure in art 23. Hij ziet toe dat Bronorganisaties profielen opstellen en bewaakt deze met het oog op mutaties. Hij is ontvanger van Inverhuisberichten. De Procesmanager kan de uitvoering van deze taken neerleggen bij de Functioneel beheerder. De procesmanager voert de regie over het tot stand komen en uitvoeren van een regionaal communicatieplan RVH. De Procesmanager ziet tevens toe dat de RVH een website heeft en onderhoudt waar bezoekers algemene informatie over de RVH kunnen vinden. De website maakt deel uit van het communicatieplan dat de convenantpartijen zullen bevorderen.
5 De Colleges van B&W wijzen gezamenlijk een Functioneel beheerder aan. De Functioneel beheerder draagt zorg voor een goede werking van het systeem en verwerking van gegevens binnen het systeem. De Functioneel beheerder voert tevens de helpdeskfunctie van de Regionale Verwijsindex Haaglanden uit, die Signaleerders bijstaat in het afgeven van signalen en het reageren op matches.
6 De Colleges van B&W wijzen per gemeente een Regievoerder aan. Indien een match bovenlokaal is, is de woonplaats van de jeugdige(n) bepalend voor wie de Regievoerder is.
7 Indien een match verschillende jeugdigen die eenzelfde ouder hebben of woonachtig zijn op hetzelfde adres betreft, beoordelen de Signaleerders of het noodzakelijk is om een matchcoördinator op gezinsniveau te benoemen. Indien de Signaleerders besluiten geen matchcoördinator op gezinsniveau te benoemen, informeren de Signaleerders hun Wijkteamcoördinator hierover onder vermelding van de redenen daarvoor.
Artikel 4. Verantwoordelijkheden van het college van B&W als Verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens
1 De Colleges van B&W zijn verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen in dit convenant met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en voor alle wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van jeugdigen van wie persoonsgegevens worden opgenomen in de verwijsindex.
2 De Colleges van B&W treffen voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de opgenomen persoonsgegevens. De BRP-gegevens van de gemeenten worden door de gemeenten ter beschikking gesteld van de Regionale Verwijsindex Haaglanden en wijzigingen in de bestanden worden periodiek doorgegeven. Tevens zal elke deelnemende gemeente aan dit convenant ervoor zorgen dat aansluiting op de Beheersvoorziening BSN wordt verkregen.
3 De Colleges van B&W zien erop toe dat ten aanzien van de beveiliging van de persoonsgegevens afdoende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen staan beschreven in het beveiligingsplan. Dit beveiligingsplan is als bijlage 2 toegevoegd aan dit convenant en maakt hiervan deel uit.
4 De Colleges van B&W zien er tevens op toe dat uitsluitend de voor het doel noodzakelijke persoonsgegevens worden verwerkt en dat zij niet langer worden verwerkt of bewaard dan voor dit doel noodzakelijk is.
5 De Colleges van B&W dragen ieder voor zich er zorg voor dat de verwerking van persoonsgegevens op grond van dit convenant conform AVG wordt vermeld in het verwerkingsregister.
Artikel 5. Verantwoordelijkheden Bronorganisaties
1 Bronorganisaties zorgen dat een profiel van de eigen organisatie wordt gemaakt met daarin een uitwerking van de bepalingen van het convenant op de onderdelen van doelgroep, wetgeving die op de instelling van toepassing is, signaleringscriteria, interne procedure en borging. Daarnaast wordt in het profiel opgenomen hoe en wanneer de wettelijk vertegenwoordigers / jeugdigen geïnformeerd worden over het signaleren, de toestemming en de informatieplicht, de gegevensuitwisseling na een match en de werkwijze rond zorgcoördinatie. De laatste onderdelen zijn een uniforme uitwerking van de Procesmanager gebaseerd op het convenant (artikel 9 tot en met 14). Het profiel maakt integraal onderdeel uit van het regionale convenant. Het kan worden ingezien op de website van de RVH.
2 De Bronorganisaties bevorderen binnen de eigen organisatie, instelling of praktijk het doelmatig gebruik van de Regionale Verwijsindex Haaglanden en een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van jeugdigen en leven daartoe de bepalingen van de wet en van dit convenant na.
3 De signaleringscriteria van de Bronorganisaties zijn gebaseerd op de omschrijving van de in de Jeugdwet opgenomen risico’s zoals omschreven in artikel 7 van dit convenant en nader uitgewerkt in de Meldcriteria zoals ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Jeugd en Gezin waarvan de actuele versie kan worden geraadpleegd op de website xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
4 De Bronorganisaties bevorderen binnen de eigen organisatie, instelling of praktijk het doelmatig gebruik van de verwijsindex en een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van jeugdigen en leven daartoe de bepalingen van de wet en van dit convenant na.
5 De Bronorganisaties zorgen ervoor dat zijzelf en hun medewerkers:
• op de hoogte zijn van het doel en de werkwijze van de Regionale Verwijsindex Haaglanden;
• in staat zijn tot een zodanige risicotaxatie dat Signaleerders een verantwoord besluit kunnen nemen over het afgeven van signalen;
• in geval van een match met Signaleerders van andere (Bron)organisaties tot een gezamenlijke aanpak komen en de eigen interventies binnen deze aanpak in goed overleg uitvoeren.
6 De Bronorganisaties bezien of het voor een efficiënt en zorgvuldig gebruik van de RVH zinvol is om binnen de eigen instelling of praktijk een Signaleringscoördinator aan te wijzen. De aanwijzing van een Signaleringscoördinator en een eventuele vervanger van de Signaleringscoördinator zal worden gemeld aan de Procesmanager en de Functioneel beheerder.
II. Het gebruik van de Regionale Verwijsindex Haaglanden en de daarmee verband houdende verwerking van persoonsgegevens
Artikel 6. Signaleringsbevoegd
1 Een Bronorganisatie wijst binnen de instelling de beroepskrachten aan die bevoegd zijn tot signaleren. Aan- en afmeldingen van deze Signaleerders worden door de Instantiebeheerder aan de Procesmanager doorgegeven.
2 De Signaleerder werkzaam bij een Bronorganisaties is zowel bevoegd om een signaal af te geven aan de RVH als om op de hoogte te worden gesteld van signalen van Signaleerders van andere (Bron)organisaties als het dezelfde risicojeugdige betreft.
3 Een Signaleerder is alleen bevoegd tot signaleren wanneer hij zelf of een medewerker van zijn Bronorganisatie rechtstreekse contacten onderhoudt met de jeugdige en/of met de wettelijk vertegenwoordigers van de jeugdige en hij op basis van deze contacten meent dat er een risico bestaat op een bedreiging in een gezonde en veilige ontwikkeling van de jeugdige. Een signaal kan ook worden afgegeven door een beroepskracht die geen contacten onderhoudt met de jeugdige maar wel met de ouders of de feitelijke verzorgers van de jeugdige indien de beroepskracht op basis van deze contacten meent dat door de (medische) conditie of de omstandigheden waarin een ouder of verzorger van de jeugdigen verkeert, een risico ontstaat op een bedreiging in de gezonde en veilige ontwikkeling van de jeugdige.
Artikel 7. Het afgeven van een signaal
De Signaleerder geeft, zonder toestemming van de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordigers, over een jeugdige een signaal af in de RVH, indien hij, alle belangen afwegend, het redelijke vermoeden heeft dat het risico bestaat op een bedreiging van een veilige en gezonde ontwikkeling van een jeugdige naar volwassenheid door een van de volgende risico’s. Indien de Signaleerder risico’s vermoedt bij meer jeugdigen op hetzelfde woonadres of met overeenkomende ouder, kan het signaal op meer jeugdigen betrekking hebben. De risico’s die worden vermoed dienen betrekking te hebben op een van de volgende omstandigheden:
1. blootstelling aan geestelijk, lichamelijk of seksueel geweld, enige andere vernederende behandeling, of verwaarlozing.
2. meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen, waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen.
3. meer dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen.
4. moederschap of zwangerschap in geval van minderjarigheid.
5. veelvuldig schoolverzuim dan wel dreigen de onderwijsinstelling voortijdig te verlaten.
6. gebrek aan motivatie om door legale arbeid in eigen levensonderhoud te voorzien.
7. meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen.
8. geen vaste woon- of verblijfplaats.
9. gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag.
10. bezigen van strafbaar gestelde activiteiten.
11. ernstig tekort schieten door ouders/verzorgers in de verzorging of de opvoeding van de jeugdige.
12. blootstelling aan risico’s die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak voorkomen.
Artikel 8. Aanbieden en inhoud van het signaal
1 Indien het signaal afkomstig is van een Signaleerder die bevoegd is het BSN van de jeugdige te gebruiken, biedt hij het signaal met dat nummer aan, aan de verwijsindex. Indien de Signaleerder niet bevoegd is het BSN van
de jeugdige te gebruiken, biedt hij het signaal aan met behulp van voorzieningen zoals bedoeld in artikel 7.1.2.3. lid 1a van de Jeugdwet zonder dat hij zelf kennis kan nemen van het BSN van de jeugdige.
2 Aan het BSN van de jeugdige voegt de Signaleerder uitsluitend toe: zijn eigen identiteits- en contactgegevens, de datum en het tijdstip van het signaal en de gegevens van de Signaleringscoördinator, indien aangesteld, zoals bedoeld in artikel 5 lid 4.
3 Een signaal in de verwijsindex bevat uitsluitend de gegevens zoals genoemd in lid 1 en 2 én indien het signaal voortvloeit uit twee of meer signalen van jeugdigen op het zelfde woonadres of met eenzelfde ouder, de mededeling dat de melding twee of meer jeugdigen betreft.
Artikel 9. Mededeling over het signaal aan de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordigers
1 Voordat de Signaleerder het besluit neemt tot het plaatsen van het signaal informeert hij:
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jeugdige nog geen 12 jaar oud is;
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jeugdige indien de jeugdige tussen 12 en 16 jaar oud is;
• de jeugdige indien hij 16 jaar of ouder is;
over het afgeven van een signaal aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden en over de risico’s die aanleiding vormen voor het afgeven van een signaal.
2 Het informeren van de wettelijke vertegenwoordiger(s) en de jeugdige zoals bedoeld in lid 1 kan worden uitgesteld indien de Signaleerder concrete aanwijzingen heeft dat openheid over het signaal een bedreiging vormt of kan vormen voor de veiligheid van de jeugdige, zijn ouders, de Signaleerder of die van anderen.
3 In geval van uitstel op grond van lid 2, draagt de Signaleerder er zorg voor dat de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) zo spoedig als de situatie toelaat alsnog over het signaal wordt of worden geïnformeerd.
Artikel 10. Overleg na een Match
1 Een Signaleerder die vanuit Regionale Verwijsindex Haaglanden een matchbericht ontvangt dat een andere Bronorganisatie over dezelfde jeugdige en/of over meer jeugdigen op hetzelfde woonadres en/of jeugdige met een overeenkomende ouder(s) een signaal heeft afgegeven, voert zo spoedig mogelijk, maar ten hoogste binnen vijf werkdagen, overleg met de andere Signaleerder(s). Dit overleg heeft tot doel het wegnemen van de risico’s op een bedreiging in de ontwikkeling van de jeugdige(n). Dit doel wordt bereikt door:
• Op basis van de risicotaxatie te bezien welk geheel van interventies, in een gezamenlijke aanpak,
nodig zijn om de mogelijke risico’s en de daarmee verbonden belemmeringen in de ontwikkeling van de jeugdige(n) naar volwassenheid weg te nemen of zoveel mogelijk terug te brengen.
• Het maken van afspraken over de gezamenlijke aanpak en over de wijze waarop de betrokken
signaleringsbevoegden elkaar zullen informeren over de voortgang van hun interventies.
• Het aanwijzen van een Zorgcoördinator die de uitvoering van het plan bewaakt. Dit aanwijzen wordt doorgegeven aan de Regievoerder van de gemeente waar de jeugdige(n) is of zijn gevestigd.
• De Regievoerder zorgt voor een Zorgcoördinator indien de Signaleerders niet kunnen voorzien in
Zorgcoördinatie en de situatie van de jeugdige(n) hiervoor wel aanleiding geeft.
• Indien een gezamenlijke aanpak niet nodig is, zal de Regievoerder daarvan op de hoogte worden gesteld.
2 Indien een gecertificeerde instelling een signalerende partij is binnen een match, vervult deze signalerende partij altijd de functie zorgcoördinatie. Het bewaken en verder bijstellen van regionale afspraken over overleg na een match behoren tot het (strategische) beheer dat de Procesmanager voert. Zijn twee of meer gecertificeerde instellingen signalerende partij, dan besluiten zij samen wie van hen als zorgcoördinator optreedt.
Artikel 11. Verantwoordelijkheid na het overleg
1 Iedere Signaleerder blijft, onverminderd de afspraken die tijdens het overleg naar aanleiding van de match worden gemaakt over een gezamenlijke aanpak, zelf verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitvoering van zijn eigen interventies ten opzichte van de jeugdige.
2 De Zorgcoördinator bewaakt de uitvoering van het plan van aanpak en onderneemt actie indien de uitvoering van het plan van aanpak stagneert. In dat geval escaleert de zorgcoördinator de casus volgens de afgesproken regels van de gemeente waar de jeugdige(n) woonachtig is of zijn.
Artikel 12. Toestemming vragen voor het overleg na de match door beroepskrachten met een beroepsgeheim t.o.v. de jeugdige en/of wettelijke vertegenwoordiger(s)
1 Ten behoeve van het overleg, zoals bedoeld in artikel 10, vraagt de Signaleerder die ten opzichte van de risicojeugdige een geheimhoudingsplicht in acht heeft te nemen, toestemming aan:
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jeugdige nog geen 12 jaar oud is;
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jeugdige indien de jeugdige tussen 12 en 16 jaar oud is;
• de jeugdige indien hij 16 jaar of ouder is;
voor het uitwisselen van informatie over de jeugdige en zo nodig over de leden van zijn gezin, aan de andere Signaleerder(s).
2 Voordat de Signaleerder toestemming vraagt, informeert hij de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) over het doel van de gegevensverstrekking en over het belang dat de jeugdige heeft bij het uitwisselen van informatie tussen de betrokken Signaleerders.
3 Weigert een risicojeugdige en/of een wettelijk vertegenwoordiger toestemming te geven voor de verstrekking van informatie ten behoeve van het overleg, of kan deze toestemming, in verband met de bescherming van de belangen van de risicojeugdige, niet worden gevraagd, dan kan de Signaleerder toch ter zake relevante informatie aan andere Signaleerders in het overleg verstrekken indien:
• de xxxxxx’x naar zijn inschatting ernstig zijn, en;
• verstrekking van persoonsgegevens van de risicojeugdige in het overleg naar zijn oordeel noodzakelijk is voor een tijdige en effectieve aanpak gericht op het wegnemen of terugbrengen van de ernstige risico’s en de daarmee verband houdende ernstige belemmeringen.
4. De Bronorganisatie is ervoor verantwoordelijk dat, indien de jeugdige en/of de wettelijke vertegenwoordiger(s) toestemming weigeren, de omstandigheden rond het verstrekken van informatie over de jeugdige aan derden op een zorgvuldige manier worden beschreven en vastgelegd.
5. Besluit de Signaleerder om op grond van lid 3 persoonsgegevens over de risicojeugdige te verstrekken zonder toestemming, dan draagt de Signaleerder er zorg voor dat de risicojeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger hierover zo spoedig als de situatie toelaat, worden geïnformeerd.
Artikel 13. Uitwisselen of verstrekken van informatie over jeugdigen na een Match door overige beroepskrachten
1 Heeft een Signaleerder geen beroepsgeheim ten opzichte van de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s), dan verstrekt hij in het overleg na een Match de informatie over de jeugdige(n), voor zover noodzakelijk voor de doelen van het overleg, en voor zover verstrekking van deze gegevens mogelijk is op grond van de wettelijke bepalingen en overige regelingen die op het handelen van de beroepskracht of zijn instelling van toepassing zijn.
2 Voor zover de bepalingen en regelingen zoals bedoeld in lid 1 dit toestaan, worden de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) over de verstrekking van informatie na een match geïnformeerd, zo mogelijk voordat het overleg plaatsvindt.
Artikel 14 . Regievoering na match
1 Iedere gemeente geeft invulling aan de functie Regievoerder, die naar aanleiding van door de Bronorganisaties verstrekte informatie bewaakt of het overleg zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 daadwerkelijk en tijdig tot stand komt, of er duidelijke afspraken worden gemaakt over een plan van aanpak en of alle interventies die deel uit maken van dit plan van aanpak daadwerkelijk worden uitgevoerd.
2 Indien de Regievoerder vaststelt dat er geen overleg tot stand komt, dat er geen plan van aanpak wordt gemaakt of dat interventies die deel uitmaken van het plan van aanpak niet worden uitgevoerd, overlegt hij met de betrokken Signaleerders met het doel alsnog op korte termijn te komen tot afspraken, of tot uitvoering van het plan van aanpak.
3 Indien matches tot stand komen via de VIR, of als de match de gemeentegrenzen overstijgt, voert de Regievoerder van de gemeente waar de jeugdige zijn vaste woon-of verblijfplaats heeft de regie van het overleg na de Match.
4 Betreft de match twee jeugdigen op hetzelfde woonadres of met een overeenkomende ouder, dan stemmen de verantwoordelijke Regievoerders regelmatig inhoudelijk af en leggen zij vast wie van hen primair de functie van Regievoerder vervult. Deze kan een deel van zijn taken overdragen aan de andere Regievoerder.
Artikel 15. Verhuizing van een risicojeugdige
1 De Functioneel beheerder verwerkt het Inverhuisbericht van de VIR met betrekking tot een risicojeugdige waarover een of meer signalen zijn afgegeven en die zich heeft gevestigd in een van de gemeenten van het regio Haaglanden.
2 In geval met betrekking tot een jeugdige bij de RVH een Isverhuisdsignaal wordt ontvangen, dragen de Signaleerders die betrokken zijn bij het overleg na het signaal en bij het maken van afspraken over een plan van aanpak, er zorg voor dat de voor de aanpak van de risico’s en belemmeringen noodzakelijke informatie hierover wordt overgedragen aan de collega beroepskrachten in de nieuwe feitelijke woonplaats van de jeugdige, ook als dit buiten de regio Haaglanden is.
3 Over de overdracht zoals bedoeld in lid 2 informeert De Signaleerder:
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jeugdige nog geen 12 jaar oud is;
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jeugdige indien de jeugdige tussen 12 en 16 jaar oud is;
• de jeugdige indien hij 16 jaar of ouder is;
Artikel 16. Geheimhouding
1 Ieder die op grond van dit convenant kennisneemt van persoonsgegevens van een jeugdige is verplicht tot geheimhouding hiervan, tenzij de wet of dit convenant hem noodzaakt tot verstrekking van deze gegevens.
Artikel 17. Verwijderen van gegevens uit de Regionale Verwijsindex Haaglanden
1 Het signaal wordt niet langer bewaard als actief signaal dan noodzakelijk is voor het doel van de RVH zoals omschreven in artikel 2, maar nooit langer dan twee jaar na datum van signalering.
2 Iedere Signaleerder heeft het recht om een signaal dat hij over een jeugdige heeft afgegeven, te (doen) verwijderen uit de RVH omdat naar zijn oordeel het signaal niet terecht is gedaan, de risico’s niet of in veel
mindere mate aanwezig blijken te zijn, of de risico’s dan wel de daarmee verbonden belemmeringen in voldoende mate zijn opgeheven.
3 Het signaal wordt in ieder geval uit de RVH verwijderd, indien:
• er twee jaar zijn verstreken na het signaleren;
• de jeugdige de leeftijd van 23 jaar bereikt;
• de jeugdige overlijdt.
4 Een signaal dat om welke reden dan ook uit de RVH is verwijderd, wordt als niet-actief signaal opgeslagen in het historisch signalenarchief.
5 Een niet-actief signaal wordt gedurende vijf jaren opgenomen in een historisch signalenarchief, met dien verstande dat die opname wordt vernietigd met ingang van de dag dat de jeugdige 23 jaar wordt of zo spoedig mogelijk na het overlijden van de jeugdige. Signalen die uit de RVH zijn verwijderd als gevolg van art. 17, lid 2 worden niet in het historisch signalenarchief opgenomen.
6 Een in het historisch signalenarchief opgenomen signaal wordt uitsluitend en eenmalig aangeboden aan een tot signaleren bevoegde op het moment dat hij over een jeugdige aan de verwijsindex een signaal afgeeft.
III. Rechten van Betrokkenen
Artikel 18. Recht op informatie en inzage
1 Iedere Xxxxxxxxxx heeft het recht zich te wenden tot het College van B&W van de woon- of verblijfplaats met het verzoek:
• hem informatie te verschaffen over de verwerking van zijn persoonsgegevens in het kader van de
Regionale Verwijsindex Haaglanden;
• hem inzage te verlenen in zijn persoonsgegevens die in het kader van de Regionale Verwijsindex Haaglanden door of vanwege de verantwoordelijke zijn verwerkt.
2 Het College van B&W reageert binnen vier weken op dit verzoek, door de gevraagde informatie te verschaffen dan wel inzage te verlenen. De reactie omvat in ieder geval:
• het doel van de Regionale Verwijsindex Haaglanden;
• de gegevens die m.b.t. de jeugdige zijn verwerkt;
• de namen van de convenantpartijen of van anderen aan wie deze gegevens zijn verstrekt;
• de herkomst van de gegevens;
• de bewaartermijn;
• informatie over het recht dat de betrokkene heeft om te verzoeken te doen als bedoeld in artikel 19 en 20;
• informatie over het recht om een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens;
• indien de verzoeker dit wenst, informatie over het elektronische systeem van de geautomatiseerde gegevensverwerking.
3 Informatie en inzage kunnen alleen gemotiveerd worden geweigerd, indien en voor zover er sprake is van een wettelijke uitzondering.
Artikel 19. Recht op rectificatie, verwijdering en beperking
1 Nadat een Betrokkene op grond van artikel 18 inzage in de informatieverstrekking heeft gehad, kan hij de Verantwoordelijke verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen voor zover deze gegevens onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking in de Regionale Verwijsindex Haaglanden, of indien deze naar zijn oordeel zijn verwerkt op een wijze die in strijd is met de wet of dit convenant.
2 Het College van B&W reageert binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk en gemotiveerd op een verzoek zoals bedoeld in lid 1.
Artikel 20. Bezwaar
1 De Betrokkene kan bij de Verantwoordelijke te allen tijde bezwaar aantekenen tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens in de Regionale Verwijsindex Haaglanden in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.
2 Het College van B&W geeft binnen vier weken een gemotiveerd oordeel of het verzet gerechtvaardigd is.
Artikel 21. Uitoefening van de rechten door de jeugdige en zijn wettelijk vertegenwoordiger(s)
1 De rechten zoals beschreven in artikel 18, 19 en 20 worden uitgeoefend door:
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jeugdige nog geen 12 jaar oud is;
• de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jeugdige indien de jeugdige tussen 12 en 16 jaar oud is;
• de jeugdige indien hij 16 jaar of ouder is;
Artikel 22. Vertegenwoordiging van wilsonbekwame jeugdigen
1 Indien blijkt dat een jeugdige niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, worden de rechten die hem op grond van dit convenant toekomen, uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s).
IV. Overige bepalingen
Artikel 23. Toetreding van nieuwe convenantpartijen
1 Over de toetreding van een nieuwe convenantpartij beslist de Procesmanager nadat hij in overleg is getreden met de betreffende gemeente(n).
2 De toetreding geschiedt met inachtneming van rechten en plichten van convenantpartijen zoals ze in dit convenant zijn vastgelegd.
3 De convenantpartij wordt pas geacht te zijn toegetreden na ondertekening van dit convenant en het opstellen van een profiel.
Artikel 24. Looptijd van het convenant
1 Dit convenant wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Voor partijen die niet langer willen deelnemen aan het convenant geldt een opzegtermijn van een half jaar.
Artikel 25. Wijziging en aanvulling van het convenant
1 Wijziging en aanvulling van dit convenant worden vastgesteld door de deelnemende gemeenten.
2 Jaarlijks vindt een evaluatie plaats om te bezien of bijstellingen van het convenant nodig zijn.
Artikel 26. Bekostiging van de Regionale Verwijsindex Haaglanden
De gemeenten in de regio Haaglanden besluiten om naar rato van inwonertal zorg te dragen voor de gezamenlijke kosten die voortvloeien uit het besluit tot oprichting van de Regionale Verwijsindex Haaglanden. Afwijkingen in de begroting lopende het jaar worden in eerste instantie besproken met de projectleiders.
Artikel 27. Slotbepaling
Dit convenant kan worden aangehaald als Samenwerkingsconvenant Regionale Verwijsindex Haaglanden.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend namens de gemeenten,
Te:
d.d.:
Functie:……………………………………………………
Bijlage 1. Beschrijving van de regie van de risico-opvolging
Om jeugdigen (0-23 jaar) die extra risico’s lopen goed en tijdig te kunnen helpen, werken welzijnsinstellingen, de jeugdhulpverlening, het onderwijs, de jeugdgezondheidszorg en leerplichtambtenaren, onder regie van de gemeenten in de regio Haaglanden samen. De Regionale Verwijsindex Haaglanden is daarbij een hulpmiddel. In de Regionale Verwijsindex Haaglanden kunnen de deelnemende organisaties over een jeugdige een signaal afgeven als zij menen dat hij meer dan gemiddelde risico’s loopt in zijn ontwikkeling naar volwassenheid (zie hiervoor xxx.xxxxxxxxxxxx.xx ). Wordt over dezelfde jeugdige ook door een andere convenantpartner aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden een signaal afgegeven, dan ontstaat er een ‘match’. Beide Signaleerders krijgen daarvan bericht zodat ze contact met elkaar kunnen zoeken en een gezamenlijk plan kunnen maken om de problemen effectief aan te pakken. De Regionale Verwijsindex Haaglanden moet een bijdrage leveren aan snelle en goede hulp voor jeugdigen in de problemen en moet voorkomen dat hulpverleners en anderen langs elkaar heen werken. Een convenantpartner die besluit om over een jeugdige een signaal in het systeem af te geven, zoekt eerst contact met de ouders en de jeugdige om de problemen te bespreken en om deze te informeren over het signaal.
Match
Bij een match zijn altijd tenminste twee professionals betrokken. Beiden ontvangen op het moment van de match een e-mail waarin staat wie er betrokken zijn bij de match; zowel informatie over de collega die het signaal heeft gedaan als zgn. ‘dat-gegevens’ over de betreffende jeugdige. Dit is het moment waarop de professionals elkaar opzoeken en met elkaar gaan bespreken hoe deze casus verder uit te voeren. Mocht er nog een derde of vierde signaal worden gedaan over deze jeugdige, dan informeert Regionale Verwijsindex Haaglanden steeds alle betrokken professionals opdat zij elkaar snel kunnen vinden en passend kunnen handelen.
Regie
Na een match besluiten de betrokken professionals wie de zorgcoördinatie heeft in het opvolgen van de match, bijvoorbeeld door het maken van een plan van aanpak en het bijhouden van de afhandeling daarvan. Het gaat immers om het geven van de best passende zorg aan de jeugdige.
Nadere bepalingen omtrent de aanwijzing van de zorgcoördinator per match zijn op regionaal niveau niet mogelijk, daar de lokale situatie erg uiteen kan lopen. De regievoerder ontvangt wel het bericht of de match heeft geresulteerd in vervolgafspraken (plan van aanpak).
Bijlage 2. Beveiligingsplan
Het datacenter waar MULTIsignaal haar apparatuur ten behoeve van MULTIsignaal Services plaatst, is een dedicated hostingcenter dat een beveiligde omgeving en verbinding naar de Service omgeving garandeert. Er is een 7x24 uur bemande strenge toegangsbeveiliging. Toegang tot de apparatuur is alléén mogelijk via een toegangslijst en toereikende identificatie. Bezoek dient geregistreerd te worden in een logboek.
Beveiliging servers
De apparatuur van de Managed Server Hosting staat samen in een afgesloten serverrack dat alléén te openen is met een unieke sleutel die in het bezit is van de beheerders van MULTIsignaal. In het geval van calamiteiten, bijvoorbeeld bij brand, geldt een uitzonderingssituatie en kan personeel van het datacenter een moedersleutel gebruiken. Dit wordt onverwijld aan beheerders van MULTIsignaal gemeld.
Het OS van de apparatuur zal te allen tijde vergrendeld zijn. Passwords om te ontgrendelen zijn alléén bekend bij de beheerders van MULTIsignaal.
Beheer firewall en switches
De netwerkapparatuur vanaf en inclusief de firewall(s) waarop de internetconnectie binnenkomt, is in eigendom bij MULTIsignaal en wordt exclusief via een VPN of ter plaatse door MULTIsignaal beheerd en gemonitord (vanaf Basic Hosting). De VPN-toegang en firewall zijn redundant uitgevoerd (vanaf Basic Hosting + Redundante Firewall).
MULTIsignaal implementeert en onderhoudt een sluitende set regels (statefull inspection) binnen de configuratie van de firewall ter bescherming van de achterliggende servers voor bedreigingen vanuit het Internet.
De firewall onderschept de datastroom richting servers en controleert deze op aanvallen en virussen (deep packet inspection) (vanaf Basic Hosting). In geval van een aanval wordt de communicatie met de aanvaller automatisch afgebroken. De controle vindt plaats aan de hand van een “attack signatures” database.
PKI-overheid certificaat
De verbinding tussen de gebruikers en de fysieke techniek van MULTIsignaal wordt tot stand gebracht middels een beveiligde verbinding (een PKI overheid certificaat). De verbinding met de Landelijke Verwijsindex Risicojongerengebeurt middels een PKI server certificaat, een op webservice gebaseerde verbinding die wordt opgestart na notificatie van de VIR.
Software updates en beveiliging
MULTIsignaal zorgt voor het binnen 2 dagen na verschijnen aanbrengen van aan het OS gerelateerde beveiligingsupdates.
Voorzieningen m.b.t. koeling / UPS / brandbestrijding
Voorzieningen die binnen het datacenter aanwezig zijn, met betrekking tot het voorkomen van wateroverlast, oververhitting en brand, voldoen aan de geldende normen.
Bijlage 3. Gegevens over jeugdige in Regionale Verwijsindex Haaglanden
Indien een gemeente een jeugdige toevoegt aan het databestand van de Regionale Verwijsindex Haaglanden is het volgende vereist:
1. Combinatie van geslacht, geboortedatum, postcode en huisnummer
2. Geboortenaam is in principe niet verplicht, maar wordt zeer sterk aangeraden.
Daarnaast zijn de volgende gegevens optioneel:
1. Tussenvoegsel
2. Voorletters
3. Roepnaam
Officieel adres:
a) Straatnaam
b) Woonplaats
c) Gemeentedeel
Alternatief adres:
a) Straatnaam
b) Huisnummer, toevoeging, aanduiding
c) Postcode
d) Woonplaats
e) Gemeentedeel
f) Functie adres
g) Indicatie geheimhouding
h) Overlijdensdatum
i) Overlijdensplaats
Gegevens van de signaleringsbevoegde:
• de naam van medewerker die het signaal doet;
• identificatie- en contactgegevens van de instelling en;
• de datum en tijdstip van signalering;
• de gegevens van de Signaleringscoördinator die namens de Bronorganisatie toeziet op de signalen aan de Regionale Verwijsindex Haaglanden.
Bijlage 4.
Bekostiging van de Regionale Verwijsindex Haaglanden en de taak- en functieomschrijving procesmanager
De gemeenten in de regio Haaglanden hebben besloten om naar rato van inwonertal zorg te dragen voor de gezamenlijke kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de Regionale Verwijsindex Haaglanden. De berekening komt tot stand op basis van de verdeelsleutel van de H10, die wordt omgerekend naar de H9. Ieder jaar wordt in het ambtelijk overleg een begroting vastgesteld. Afwijkingen in kosten lopende de periode worden in eerste instantie besproken in het ambtelijk overleg.
Proces manager, een profielschets
De Procesmanager is namens de betrokken gemeenten verantwoordelijk voor het implementeren van het convenant dat voorziet in het starten van een Regionale Verwijsindex Haaglanden. Hieronder een te gebruiken, concrete taakomschrijving, voor de functie van procesmanager.
Procesmanager
Doel van de functie:
• zorgen voor het uitdragen van de visie van de Regionale Verwijsindex Haaglanden;
• zorgen voor het implementeren van de Regionale Verwijsindex Haaglanden en toezien op de realisering van de doelen en werkwijze van deze verwijsindex;
• het bewaken van de afspraken zoals vastgelegd in het samenwerkingsconvenant;
• het evalueren van het samenwerkingsconvenant.
Taken en verantwoordelijkheden van de procesmanager
Operationeel werkproces
• verantwoordelijk voor het aansluiten van de regionale Bronorganisaties;
• verantwoordelijk voor het opzetten van het Functioneel beheer;
• verantwoordelijk voor een adequate werking van de regionale verwijsindex;
• overleg met de projectleiders van de lokale implementaties;
• aansturing van de projectleiders op het gebied van invoering RVH;
• verantwoordelijk voor het adequaat informeren van opdrachtgever(s) (dit kan een vertegenwoordiger van het WO overleg zijn of een ambtenaar die gedelegeerd opdrachtgever is).
Relatiebeheer
• contact onderhouden met de huidige (bron)organisaties en (nieuwe) gebruikers van de verwijsindex;
• contact onderhouden met de leverancier van de verwijsindex, de beheerder MULTIsignaal;
• de betrokken gemeentes (portefeuillehouders), en lokale projectleiders informeren over de resultaten van matches en signaalopvolging;
• de lokale projectleiders informeren over knelpunten bij het opvolgen van matches;
• generieke knelpunten in de werking van het systeem en/of wensen voor aanpassingen aan de applicatie adequaat communiceren aan de Helpdesk van MULTIsignaal;
• opstellen van kwartaal en jaarrapportages en rapporteert deze aan gemeentelijke portefeuillehouders;
• levert kengetallen en managementinformatie;
• is (gemandateerd) convenanthouder en onderhoudt daarmee de relatie met de landelijke VIR:
- technisch (aanmelden nieuwe instanties)
- proces inhoudelijk (bv. aanschuiven bij de periodieke overleggen)
PR en communicatie
• ambassadeur zijn voor de Regionale Verwijsindex Haaglanden;
• nieuwe partners/organisaties binnen de regio motiveren tot deelname;
• het uitvoeren van het gezamenlijke communicatieplan;
• verzorgen van presentaties over de werking van de verwijsindex;
• de gegevens vanuit de gegenereerde management informatie bespreekbaar maken bij de lokale projectleiders/verantwoordelijke ambtenaren teneinde de continuïteit van de verwijsindex te monitoren en daar waar mogelijk aan te sturen.
Bijlage 5. Xxxxxxxxx Xxxxx
Meldrecht • Jeugdwet, artikel 7.1.4.1 • Jeugdwet, artikel 7.1.5.1 Plaatsen signaal • AVG, artikel 13 • Convenant Verwijsindex Haaglanden, artikel 7 & 9 | Voor het plaatsen van een signaal in de verwijsindex geldt een wettelijk meldrecht. Dit meldrecht houdt in dat géén toestemming vereist is voor het plaatsen van een signaal in de verwijsindex. Xxxxxx/verzorgers (hierna: ouders) en/of jeugdigen (hierna: jeugdige) dienen wèl vooraf geïnformeerd te worden over het signaal in de verwijsindex. In geval van: • jeugdigen tot 12 jaar: ouders informeren; • jeugdigen van 12 tot 16 jaar: zowel ouders als jeugdige informeren; • jeugdigen vanaf 16 jaar: jeugdige informeren. In dit gesprek beschrijf je als professional de risico’s die je ziet en je vraagt om een reactie van de ouders en/of jeugdige. Als de zorgen door het gesprek niet worden weggenomen, deel je ouders en/of jeugdige mee dat je een signaal af gaat geven in de verwijsindex. Je legt daarbij ook uit wat het doel daarvan is en je overhandigt de informatiefolder ‘IK’ en/of ‘Mijn Kind’. Bij wijze van hoge uitzondering kan je ouders en/of jeugdige ook achteraf informeren over het geplaatste signaal in de verwijsindex. Echter, dit moet zo spoedig mogelijk ná het plaatsen van het signaal gebeuren. Langer uitstel is alleen mogelijk indien er concrete aanwijzingen zijn dat door het voeren van het gesprek de veiligheid van de jeugdige, een gezinslid of van jezelf in het geding is (indien sprake is van een Conflict van Plichten). De reden(en) voor het besluit om de ouders en/of jeugdige (nog) niet te informeren, moet(en) zorgvuldig worden vastgelegd in het dossier. |
Signaleringscriteria • Jeugdwet, artikel 7.1.4.1 • Convenant Verwijsindex Haaglanden, artikel 7 • www.handreikingmelde x.xx | Als professional heb je redenen voor het plaatsen van een signaal indien je, op basis van wat je ziet of hoort van een jeugdige of zijn ouders, een redelijk vermoeden hebt dat de jeugdige in zijn gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid wordt bedreigd door één of meer van de hierna genoemde risico’s: 1. Blootstelling aan geestelijk, lichamelijk of seksueel geweld, enige andere vernederende behandeling, of verwaarlozing. 2. Meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen, waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen. 3. Xxxx dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. 4. Moederschap of zwangerschap in geval van minderjarigheid. 5. Veelvuldig schoolverzuim dan wel dreigen de onderwijsinstelling voortijdig te verlaten. 6. Gebrek aan motivatie om door legale arbeid in eigen levensonderhoud te voorzien. 7. Meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen. 8. Geen vaste woon- of verblijfplaats. 9. Gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag. 10. Bezigen van strafbaar gestelde activiteiten. 11. Xxxxxxx tekortschieten door ouders in de verzorging of de opvoeding van de jeugdige. 12. Blootstelling aan risico’s die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak voorkomen. |
Toestemming voor Overleg AVG, artikel 13 & 14 • Convenant Verwijsindex Haaglanden, artikel | Als regel is toestemming nodig voor het voeren van overleg na een match voor het uitwisselen van informatie. Dit betekent dat je toestemming moet vragen voor dit overleg. Toestemming kan zowel mondeling als schriftelijk worden verkregen. Professionals die samen overleg voeren, hoeven niet ieder voor zichzelf toestemming te vragen aan ouders en/of jeugdige, het is ook mogelijk dat één van de professionals dat namens de andere professionals doet. Voor ouders en/of jeugdige moet duidelijk zijn wie deelnemen aan het overleg waarvoor zij toestemming geven. Krijg je geen toestemming, of acht je het in verband met de veiligheid van de kinderen, van |
12 & 13 | gezinsleden of die van xxxxxx niet mogelijk om toestemming te vragen, dan kan, bij wijze van uitzondering, ook overleg worden gevoerd zonder toestemming. Dit is mogelijk op basis van een Conflict van Plichten. In dergelijke gevallen zullen doorgaans naast een signaal in de verwijsindex ook andere stappen nodig zijn, zoals een melding bij Veilig Thuis. |
Termijn Signaal • Jeugdwet, artikel 7.1.4.5 | Ieder signaal staat standaard 1 jaar in de verwijsindex. Je hebt de mogelijkheid om een signaal eerder in te trekken als de signalen niet meer aan de orde zijn. Het signaal is dan niet meer actief, waardoor geen match meer kan plaatsvinden. Ieder signaal kan worden verlengd tot de wettelijk maximale termijn van 2 jaar. Mochten er nog steeds zorgen bestaan over een jeugdige, dan is het mogelijk om een nieuw signaal af te geven. De procedure van informeren en toestemming vragen voor overleg, moet dan opnieuw worden doorlopen. |