ARTIKEL 19.2
ARTIKEL 19.2
Toepassingsgebied
1. De partijen werken op de in artikel 19.1 bedoelde gebieden samen overeenkomstig hun respectieve wet- en regelgeving. De partijen bevorderen en vergemakkelijken samenwerking tussen de betrokken groepen, entiteiten, bevoegde autoriteiten en andere organisaties van de partijen.
2. Het in lid 1 bedoelde toepassingsgebied van samenwerking bestrijkt:
a) de bevordering van de handel in landbouwproducten en levensmiddelen, met inbegrip van een dialoog over de desbetreffende regelgeving;
b) samenwerking met het oog op de verbetering van het beheer, de productiviteit en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven, met inbegrip van de uitwisseling van beste praktijken inzake duurzame landbouw, en het gebruik van technologie en innovatie;
c) samenwerking op het gebied van productie en technologie in de landbouw en de levensmiddelensector;
d) samenwerking inzake het kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten, met inbegrip van geografische aanduidingen1, voor zover die samenwerking niet overlapt met de taken in verband met geografische aanduidingen van het bij artikel 22.3 ingestelde Comité voor intellectuele eigendom;
1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten" inzake geografische aanduidingen verstaan: kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten inzake geografische aanduidingen voor producten die onder artikel 14.22 vallen.
3. Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald of de vertegenwoordigers van de partijen in de werkgroepen anders overeenkomen,
a) komen de werkgroepen eenmaal per jaar bijeen, of op verzoek van een partij of van het Gemengd Comité;
b) staan de werkgroepen onder het gezamenlijke voorzitterschap van vertegenwoordigers van de partijen op een passend niveau;
c) houden de werkgroepen hun vergaderingen beurtelings in de Europese Unie en Japan, of via andere passende communicatiemiddelen, zoals overeengekomen tussen de vertegenwoordigers van de partijen in de werkgroepen;
d) stellen de werkgroepen bij consensus hun vergaderrooster en agenda vast, en
e) nemen de werkgroepen alle besluiten bij consensus en doen zij aanbevelingen bij consensus, tijdens een vergadering dan wel schriftelijk.
4. De werkgroepen kunnen zelf hun reglement van orde vaststellen. Zolang zij dat reglement van orde niet hebben vastgesteld, is het reglement van orde van het Gemengd Comité mutatis mutandis van toepassing.
5. De werkgroepen stellen naar gelang van het geval de desbetreffende gespecialiseerde comités of het Gemengd Comité ruimschoots voor hun bijeenkomsten in kennis van hun vergaderroosters en agenda's. Zij brengen tijdens elke vergadering van de desbetreffende gespecialiseerde comités of van het Gemengd Comité, naar gelang van het geval, verslag uit van hun werkzaamheden.
6. Het bestaan van een werkgroep staat er niet aan in de weg dat een partij een aangelegenheid direct aan het Gemengd Comité of de desbetreffende gespecialiseerde comités kan voorleggen.
ARTIKEL 22.5
Werkzaamheden van gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen
Bij de uitvoering van hun taken vermijden de gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen die krachtens deze overeenkomst worden opgericht dubbel werk.
ARTIKEL 22.6
Contactpunten
1. Elke partij wijst bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst een contactpunt voor de toepassing van deze overeenkomst aan en deelt de andere partij de gegevens over het contactpunt mee, met inbegrip van informatie met betrekking tot de betrokken functionarissen. De partijen stellen elkaar onverwijld in kennis van alle wijzigingen van die gegevens over het contactpunt.
2. De contactpunten
a) verstrekken en ontvangen, tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, alle op grond van deze overeenkomst tussen de partijen te verstrekken kennisgevingen en informatie;
b) vergemakkelijken alle andere communicatie tussen de partijen over elke aangelegenheid die verband houdt met deze overeenkomst, en
c) coördineren de voorbereidingen van de vergaderingen van het Gemengd Comité.
HOOFDSTUK 23 SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 23.1
Algemene evaluatie
Onverminderd de bepalingen inzake evaluatie in andere hoofdstukken, verrichten de partijen een algemene evaluatie van de uitvoering en de werking van deze overeenkomst in het tiende jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst, of op een door de partijen overeengekomen tijdstip.
ARTIKEL 23.2
Wijzigingen
1. De overeenkomst kan met instemming van beide partijen worden gewijzigd.
2. Die wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de tweede maand, dan wel op een latere datum die door de partijen wordt overeengekomen, volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat is voldaan aan hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van de wijzigingen en dat de procedures daarvoor zijn voltooid. De partijen doen die kennisgeving door middel van een uitwisseling van diplomatieke nota's tussen de Europese Unie en de regering van Japan.
3. Overeenkomstig de respectieve interne wettelijke procedures van de partijen kan het Gemengd Comité in de in lid 4 bedoelde gevallen besluiten vaststellen tot wijziging van deze overeenkomst. Niettegenstaande lid 2 worden die wijzigingen bekrachtigd door en treden zij in werking bij de uitwisseling van diplomatieke nota's tussen de Europese Unie en de regering van Japan, tenzij de partijen anders overeenkomen.
4. Lid 3 is van toepassing op:
a) bijlage 2-A, op voorwaarde dat de wijzigingen in overeenstemming zijn met de wijziging van het geharmoniseerd systeem en geen wijziging brengen in de douanerechten die een partij overeenkomstig bijlage 2-A toepast op goederen van oorsprong uit de andere partij;
b) bijlage 2-C, aanhangsels 2-C-1 en 2-C-2;
c) bijlage 2-E;
d) hoofdstuk 3, bijlagen 3-A tot en met 3-F en aanhangsel 3-B-1;
e) bijlage 10;
f) bijlage 14-A;
g) bijlage 14-B, en
h) de bepalingen van deze overeenkomst waarin wordt verwezen naar bepalingen van internationale overeenkomsten of waarbij die in deze overeenkomst zijn opgenomen, in geval van wijzigingen van die overeenkomsten of overeenkomsten die daarvoor in de plaats komen.
ARTIKEL 23.3
Inwerkingtreding
Tenzij de partijen anders overeenkomen, treedt deze overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat is voldaan aan hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst en dat de procedures daarvoor zijn voltooid. De partijen doen die kennisgeving door middel van een uitwisseling van diplomatieke nota's tussen de Europese Unie en de regering van Japan.
ARTIKEL 23.4
Beëindiging
1. Deze overeenkomst blijft van kracht, tenzij zij wordt beëindigd op grond van lid 2.
2. Elke partij kan de andere partij schriftelijk in kennis stellen van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen. De beëindiging wordt van kracht zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de andere partij, tenzij de partijen anders overeenkomen.
ARTIKEL 23.5
Geen rechtstreekse gevolgen voor personen
Niets in deze overeenkomst mag aldus worden uitgelegd dat personen daaraan rechten kunnen ontlenen of dat personen daarbij verplichtingen worden opgelegd, onverminderd de rechten en verplichtingen van personen op grond van andere bepalingen van het internationaal publiekrecht.
ARTIKEL 23.6
Bijlagen, aanhangsels en voetnoten
De bijlagen en aanhangsels bij deze overeenkomst vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst. Voor alle duidelijkheid: ook de voetnoten vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.
ARTIKEL 23.7
Toekomstige toetredingen tot de Europese Unie
1. De Europese Unie stelt Japan in kennis van elk verzoek van een derde land om toetreding tot de Europese Unie.
2. Tijdens de onderhandelingen tussen de Europese Unie en een in lid 1 bedoeld derde land:
a) verstrekt de Europese Unie op verzoek van Japan en voor zover mogelijk alle informatie betreffende aangelegenheden waarop deze overeenkomst van toepassing is, en
b) houdt de Europese Unie rekening met alle door Japan geuite punten van xxxx.
3. Het Gemengd Comité onderzoekt ruimschoots voor de datum van toetreding van een derde land tot de Europese Unie alle gevolgen van die toetreding voor deze overeenkomst.
4. Voor zover nodig handelen de partijen voor de inwerkingtreding van de overeenkomst betreffende de toetreding van een derde land tot de Europese Unie als volgt:
a) zij wijzigen deze overeenkomst overeenkomstig artikel 23.2, of
b) zij stellen bij besluit van het Gemengd Comité alle andere noodzakelijke aanpassingen of overgangsmaatregelen met betrekking tot deze overeenkomst vast.
ARTIKEL 23.8
Authentieke teksten
1. Deze overeenkomst is in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Japanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, behalve deel 2 van bijlage 2-A, de lijsten van de Europese Unie in de bijlagen I tot en met IV bij bijlage 8-B en deel 2, afdeling A, van bijlage 10, die in tweevoud zijn opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
2. In het geval van interpretatieverschillen heeft de tekst in de taal waarin over deze overeenkomst is onderhandeld voorrang.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te [PLAATS] op de [DATUM] dag van [MAAND] van het jaar [JAAR].
Voor de Europese Unie: Voor Japan: