KONINKLIJKE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR LUCHTVAART
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR LUCHTVAART
Statuten
Statuut nieuw (Woerden, notaris B.G.T.J. Xxxxxxx-xxx xxx Xxx) (Gewijzigd Ledenraad 30 mei 2018)
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1 Naam, zetel, duur en predikaat Artikel 2 Doel
Artikel 3 Middelen Artikel 4 Verenigingsjaar
Artikel 5 Overeenkomsten Hoofdstuk 2 Lidmaatschap en begunstiging
Artikel 6 Leden Artikel 7 Lid
Artikel 8 Ledenvereniging Artikel 9 Lid van Verdienste Artikel 10 Erelid
Artikel 11 Geassocieerde Rechtspersonen Artikel 12 Donateurs
Artikel 13 Rechten en Verplichtingen Artikel 14 Beëindiging Lidmaatschap Artikel 15 Opzegging Lidmaatschap Artikel 16 Ontzetting
Artikel 17 Verplichtingen bij beëindiging lidmaatschap Artikel 18 Schorsing
Artikel 18.a Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak Artikel 18.b Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
Artikel 18.c Beslechten van geschillen door Instituut Sportrechtspraak Artikel 18.d Tuchtrechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak
Hoofdstuk 3 Bestuur
Artikel 19 Samenstelling
Artikel 20 Onverenigbare Functies Artikel 21 Benoeming
Artikel 22 Zittingstermijn Artikel 23 Herbenoeming Artikel 24 Schorsing en ontslag
Artikel 25 Taken en bevoegdheden Artikel 26 Beperking bevoegdheden
Hoofdstuk 4 Vertegenwoordiging der Vereniging Artikel 27 De Vereniging
Artikel 28 Hoofdbestuur Artikel 29 Afdelingsbestuur
Hoofdstuk 5 Raad van advies Artikel 30 Algemeen
Hoofdstuk 6 Algemene Vergadering (Ledenraad) Artikel 31 Ledenvertegenwoordiging Artikel 32 Samenstelling
Artikel 33 Rechten van de ledenraad Artikel 34 Taak
Artikel 35 Vergaderingen
Artikel 36 Oproep tot vergadering Artikel 37 Toegang tot de vergadering Artikel 38 Deelname aan de vergadering Artikel 39 Leiding der vergadering Artikel 40 Quorum
Artikel 41 Stemmen Hoofdstuk 7 Afdelingen
Artikel 42 Algemeen
Artikel 43 Samenstelling Afdelingsbestuur Artikel 44 Onverenigbare Functies
Artikel 45 Benoeming Artikel 46 Zittingstermijn Artikel 47 Herbenoeming
Artikel 48 Xxxxxxxxx en ontslag Artikel 49 Taken en bevoegdheden Artikel 50 Beperking bevoegdheden Artikel 51 Afdelingsfinanciën Artikel 52 Afdelingsvergadering
Hoofdstuk 8 Organisatie
Artikel 53 Verenigingsorganen
Artikel 54 Algemeen Secretariaat/verenigingsbureau Artikel 55 Luchtsportcentra
Artikel 56 KNVvL- personeel Hoofdstuk 9 Financiën
Artikel 57 Geldmiddelen Artikel 58 Begroting Artikel 59 Beheer
Hoofdstuk 10 Beroep en Geschillen Artikel 60 Beroep
Artikel 61 Geschillen Hoofdstuk 11 Slotbepalingen
Artikel 62 Statutenwijziging Artikel 63 Reglementen Artikel 64 Ontbinding Artikel 65 Vereffening Artikel 66 Predikaat
Artikel 67 Interpretatie
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1 Naam, zetel, duur en predikaat
De Vereniging draagt de naam: Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, in voorkomende gevallen hierna te noemen KNVvL.
1. De KNVvL is gevestigd te Woerden.
2. De vereniging is op negentien oktober negentienhonderd zeven voor onbepaalde duur opgericht.
3. Sedert veertien november negentienhonderd twaalf is de KNVvL gerechtigd het predikaat “Koninklijk” te voeren.
Artikel 2 Doel
De KNVvL stelt zich ten doel:
a. Het behartigen van de belangen van de leden;
b. Het verlenen van diensten en producten aan de leden;
c. Het bevorderen van de sportieve en recreatieve luchtvaart;
d. Het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak voor haar activiteiten;
e. Het zekeren van voldoende en toegankelijke ruimte in de lucht en de beschikbaarheid van accommodaties, terreinen en faciliteiten;
f. Het zelfreguleren van alle luchtsporten;
g. Het op peil houden van de kennis van de luchtvaart, specifiek voor de te accommoderen takken van luchtvaart.
h. Het adviseren aangaande vraagstukken, in het bijzonder waar deze het overheidsbeleid inzake de praktische uitoefening van de luchtvaart en het gebruik van het luchtruim betreffen.
i. Het stimuleren van de jeugd door het kweken van belangstelling voor, het bevorderen van kennis over en het deelnemen aan de uitoefening van de luchtvaart
Artikel 3 Middelen
1. De KNVvL tracht haar doelen te bereiken met alle wettige middelen, welke aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.
2. Aan het doel bevorderlijke middelen zijn onder andere:
a. het verenigen van belangstellenden in en van beoefenaars van de luchtvaart en luchtsporten;
b. het aanknopen en onderhouden van betrekkingen met verenigingen en instanties in binnen- en buitenland, welke een gelijksoortig of aanverwant doel nastreven;
c. het onderhouden van nauwe betrekkingen met overheidsinstanties en andere instellingen;
d. het organiseren van alsmede het deelnemen aan nationale en internationale wedstrijden, luchtvaartdemonstraties en wetenschappelijke manifestaties;
e. het geven en doen geven van opleidingen alsmede het ontwikkelen en uitgeven van leerboeken en handleidingen;
f. het organiseren van lezingen, voordrachten, excursies en bijeenkomsten en het deelnemen aan internationale uitwisselingen;
g. het verstrekken van inlichtingen en adviezen;
h. het bevorderen van proefnemingen;
i. het uitvoeren van overheidstaken, voor zover die door de verantwoordelijke autoriteiten aan de Vereniging worden gedelegeerd;
j. het bevorderen en waar wenselijk uitgeven van periodieken en publicaties alsmede het publiceren van verenigingsnieuws en mededelingen.
Artikel 4 Verenigingsjaar
Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar.
Artikel 5 Overeenkomsten
1. Het Hoofdbestuur is bevoegd tot het aangaan van (collectieve) overeenkomsten met overheden, particuliere instellingen en nationale en internationale luchtvaartorganisaties ter bevordering van de vliegveiligheid en het ondersteunen dan wel verhogen van de standaard van de luchtsporten zowel in de regelgeving als in de uitvoering.
Hoofdstuk 2 Lidmaatschap en begunstiging
Artikel 6 Leden
1. De KNVvL onderscheidt de volgende categorieën leden:
a. Lid
b. Aspirant-lid
c. Ledenvereniging
d. Lid van verdienste
e. Erelid
2. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet overdraagbaar.
3. De overgang van het lidmaatschap van rechtspersonen is slechts mogelijk na voorafgaande goedkeuring van de KNVvL.
4. Elk lid en elke ledenvereniging wordt op grond van zijn of haar luchtvaartdiscipline ingedeeld bij een afdeling.
5. Een lid met meerdere luchtvaartdisciplines kan bij meer dan een afdeling worden ingedeeld.
6. Indien een lid of een ledenvereniging niet op voornoemde grond geplaatst kan worden in een afdeling met een specifieke luchtvaartdiscipline, dan vindt indeling plaats bij de afdeling overige leden.
Artikel 7 Lid
1. Een lid is een natuurlijk persoon die zich volgens de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement (HR) voor het lidmaatschap van de KNVvL heeft aangemeld en als zodanig door het Hoofdbestuur is toegelaten.
2. Een lid dat op één januari van enig jaar de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt heeft recht op een contributiekorting, en kan zich niet kandidaatstellen voor vertegenwoordigende functies.
Artikel 8 Ledenvereniging
Een ledenvereniging is een rechtspersoon, die voldoet aan de volgende criteria en als lid is toegelaten:
a. de doelstellingen en activiteiten komen overeen met het doel en het werkingsgebied van de KNVvL;
b. wanneer het een vereniging betreft alle leden lid zijn van de KNVvL, en/of;
c. wanneer het een stichting of een andere rechtspersoon betreft alle bij de stichting of rechtspersoon aangesloten personen en rechtspersonen lid zijn van de KNVvL.
Artikel 9 Lid van Verdienste
De ledenraad kan uit de leden een persoon tot lid van verdienste benoemen wegens bijzondere verdiensten met betrekking tot de KNVvL, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement is
geregeld.
Artikel 10 Erelid
De ledenraad kan buiten de leden een persoon tot erelid benoemen wegens bijzondere verdiensten met betrekking tot één of meer der doelstellingen van de KNVvL, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 11 Geassocieerde Rechtspersonen
1. Rechtspersonen kunnen een bijzondere verbintenis met de KNVvL aangaan en worden toegelaten als geassocieerde, mits zij;
a. werkzaam zijn op het gebied van luchtvaart en/of luchtsporten;
b. doelstellingen hebben die niet onverenigbaar zijn met die van de KNVvL;
c. aannemelijk kunnen maken nimmer te kunnen kwalificeren volgens de criteria van ledenvereniging.
Een en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
2. Geassocieerde rechtspersonen zijn geen lid van de KNVvL.
3. De KNVvL kan aan deze toelating specifieke voorwaarden verbinden, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 12 Donateurs
1. Donateurs zijn zij, die jaarlijks aan de KNVvL een geldelijke bijdrage verlenen, waarvan de minimale grootte jaarlijks door de ledenraad wordt vastgesteld.
2. Donateurs kunnen aan hun bijdrage binnen de KNVvL een bestemming geven. Een en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
3. Donateurs zijn geen lid van de KNVvL.
Artikel 13 Rechten en Verplichtingen
1. De rechten en/of verplichtingen van de leden, ledenverenigingen, leden van verdienste, ereleden, geassocieerden en donateurs zijn nader bij huishoudelijk reglement geregeld.
2. Leden van de KNVvL zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de KNVvL na te leven;
b. de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de Fédération Aéronautique Internationale na te leven;
x.xx reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven;
d. de belangen van de KNVvL en/of van de luchtsport in het algemeen niet te schaden;
e. alle overige verplichtingen en verbintenissen welke de KNVvL in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de KNVvL voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
3. Leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding in de zin van het Tuchtreglement.
Artikel 14 Beëindiging Lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de KNVvL;
d. door ontzetting.
2. Het lidmaatschap van verdienste en het erelidmaatschap eindigen op gelijke wijze als het
lidmaatschap van een lid.
3. Het lidmaatschap van een rechtspersoon eindigt:
a. wanneer zij ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door de rechtspersoon;
c. door opzegging door de KNVvL;
d. door ontzetting.
4. De status van geassocieerde vervalt op gelijke wijze als het lidmaatschap van een rechtspersoon.
Artikel 15 Opzegging Lidmaatschap
1. Een lid kan het lidmaatschap opzeggen met inachtneming van de verplichtingen bij de beëindiging van het lidmaatschap.
2. De KNVvL kan het lidmaatschap opzeggen op grond van wanbetaling jegens de vereniging, gedrag of handelingen in strijd met de belangen en/of eer van de KNVvL dan wel de belangen en/of eer van de leden van de KNVvL, dan wel op andere wijze het in diskrediet brengen van de KNVvL, één en ander met inachtneming van de verplichtingen bij de beëindiging van het lidmaatschap.
3. De opzegging door een lid of een rechtspersoon dient schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de KNVvL.
4. De opzegging van een lid dat lid is van een ledenvereniging dient te geschieden bij tussenkomst en opgave van de betreffende rechtspersoon.
5. De opzegging door de KNVvL gaat uit van het Hoofdbestuur en dient schriftelijk te geschieden, met inachtneming van een termijn van tenminste vier weken.
6. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de KNVvL of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 16 Ontzetting
1. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen op verzoek van het bestuur worden uitgesproken door de tuchtcommissie en de commissie van beroep, wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de KNVvL, dan wel de KNVvL op onredelijke wijze benadeelt. De behandeling van het royement geschiedt met inachtneming van het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak, van het Tuchtreglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak of van het Tuchtreglement dopingzaken.
Artikel 17 Verplichtingen bij beëindiging lidmaatschap
1. Beëindiging van het lidmaatschap door opzegging kan in de regel slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken.
2. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is mogelijk, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaats gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar.
4. De contributie blijft in beginsel verschuldigd over het jaar waarin opgezegd wordt.
Artikel 18 Schorsing
Vervallen
Artikel 18.a Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak
1. De in dit artikel bedoelde (tucht)rechtspraak en geschillenbeslechting is op alle leden van de KNVvL van toepassing, indien en voor zover de KNVvL met de Stichting Instituut
Sportrechtspraak een overeenkomst heeft gesloten waarin de KNVvL zijn tuchtrechtspraak en/of civiele rechtspraak en/of mediation geheel of gedeeltelijk aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. Genoemde stichting wordt hierna in de statuten en reglementen nader aangeduid als ‘Instituut Sportrechtspraak’. Het Hoofdbestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk mededeling aan alle leden van de vereniging.
2. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten is de tuchtrechtspraak van de KNVvL van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
3. Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de KNVvL kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door arbitrage, bindend advies en/of mediation, op de wijze zoals is bepaald in artikel 18.c.
4. Geschillen tussen leden onderling of tussen een lid en een sponsor, voor zover deze betrekking hebben op sponsoring, worden naar keuze beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement van de door NOC*NSF en het Genootschap voor Reclame (Sectie Sponsoring) ingestelde Arbitragecommissie Sportsponsoring of door arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak.
5. Indien een beslissing van de aanklager, zoals bedoeld in artikel 18.a. t/m 18.d., tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
6. De door het Instituut Sportrechtspraak in de KNVvL krachtens een overeenkomst uit te oefenen (tucht)rechtspraak en mediation geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de KNVvL. De KNVvL vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn aanklagers, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door de stichting in de KNVvL.
Artikel 18.b Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
1. Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de KNVvL uit te oefenen rechtspraak sluit de KNVvL met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de overeengekomen rechtspraak in de KNVvL wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. De KNVvL kan in die overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak ook het beslechten van geschillen door mediation overeenkomen.
2. Het Hoofdbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de ledenraad.
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen (tucht)rechtspraak en mediation gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de KNVvL, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
4. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de KNVvL in werking op de door het Hoofdbestuur van KNVvL met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het Hoofdbestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het Hoofdbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie
mededeling aan de leden. De KNVvL is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
5. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden van de KNVvL van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
6. De KNVvL en zijn leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de (tucht)rechtspraak en mediation van de KNVvL. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de KNVvL de in dit artikel ten hunnen laste door de KNVvL in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de KNVvL indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
Artikel 18.c Beslechten van geschillen door Instituut Sportrechtspraak
1. Indien de KNVvL daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten, kunnen geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de KNVvL naar keuze van partijen worden beslecht door:
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijke, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst.
2. Het bepaalde in artikel 18.b. is op het beslechten van geschillen door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing.
3. Er is sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
4. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiter(s), bindend adviseur(s) en de mediator(s) om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden voorgelegd aan het Instituut Sportrechtspraak onderscheidenlijk de Arbitragecommissie Sportsponsoring, indien de betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
6. Een geschil tussen een lid en de KNVvL kan niet door arbitrage, bindend advies of mediation worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het hoofdbestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten.
Artikel 18.d Tuchtrechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak
1. Alle leden van de KNVvL zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de KNVvL, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de KNVvL is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Met ‘Algemeen Tuchtreglement’, ‘Tuchtreglement seksuele intimidatie’, ‘Tuchtreglement dopingzaken’ en ‘Dopingreglement’ worden - indien van toepassing - in deze statuten en in de reglementen van de KNVvL het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement met bijlagen van het Instituut
Sportrechtspraak bedoeld.
3. Op de tuchtrechtspraak van de KNVvL is het desbetreffende Tuchtreglement van toepassing. Op de leden is ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie.
Op de leden is in dopinggevallen van toepassing het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten en bijlagen waaronder de Bijlage Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door de Fédération Aéronautique Internationale op de KNVvL van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen.
Wanneer het Dopingreglement wordt overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement. Zolang het Tuchtreglement dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak nog niet in werking is getreden, is naast het Dopingreglement het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak in dopingzaken van toepassing.
4. a. Aan de leden kunnen door de aanklager van het Instituut Sportrechtspraak maatregelen worden opgelegd wegens het niet naleven van de van toepassing verklaarde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak;
b. De aanklager van het Instituut Sportrechtspraak wordt bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak;
c. Indien in een door de KNVvL aanhangig te maken zaak regelgeving van toepassing is van Fédération Aéronautique Internationale, waarvan de KNVvL lid is of waarbij de KNVvL is aangesloten, doet de KNVvL hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de KNVvL de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de Fédération Aéronautique Internationale over en geeft de KNVvL tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn.
5. Tenzij anders met het Instituut Sportrechtspraak is overeengekomen geschiedt de tuchtrechtspraak in de KNVvL met uitsluiting van andere organen door de tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. Met ‘tuchtcommissie’ en de ‘commissie van beroep’ worden in de statuten en reglementen van de KNVvL de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
6. Met inachtneming van het bepaalde in het Dopingreglement is het Hoofdbestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf is. Het Hoofdbestuur is op grond van het Tuchtreglement seksuele intimidatie eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen.
7. Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de KNVvL. De tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de KNVvL en hun uitspraken gelden als uitspraken van de KNVvL. De aanklager kan maatregelen nemen overeenkomstig het van toepassing verklaarde reglement. De maatregel geldt als maatregel van de vereniging.
8. De aanklager(s), leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk een dopingkamer die met het behandelen van een overtreding van het Dopingreglement is belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen seksuele intimidatie betreffende. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
9. Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien er sprake is van een
overtreding in de zin van het Algemeen Tuchtreglement, Tuchtreglement seksuele relatie, Tuchtreglement dopingzaken en/of van het Dopingreglement.
10. a. Het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement dopingzaken en/of het Dopingreglement regelen de wijze van het benoemen van de aanklagers, de kwaliteitseisen waar een aanklager aan moet voldoen, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de mogelijke maatregelen, besluiten die de aanklager kan nemen en voorstellen die de aanklager aan betrokkene kan doen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid;
b. Het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement dopingzaken en/of het Dopingreglement regelen de wijze van het benoemen van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
11. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de KNVvL als voor de KNVvL zelf. De in lid 6 genoemde ordemaatregel van het Hoofdbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
12. a. Een door de betrokkene geaccepteerd schikkingsvoorstel van de aanklager is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de vereniging als voor de vereniging zelf. Alle leden, organen en commissies van de vereniging zijn gehouden mee te werken aan het tenuitvoerleggen van de door de aanklager opgelegde sanctie(s);
b. Alle leden, organen en commissies van de KNVvL zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep en zijn tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies opgelegde straffen.
13. Indien de reglementering van de Fédération Aéronautique Internationale daarin voorziet, kunnen leden van de KNVvL die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft hiervan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van de KNVvL en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
Hoofdstuk 3 Bestuur
Artikel 19 Samenstelling
1. Het algemeen bestuur van de KNVvL wordt in deze statuten aangeduid als Hoofdbestuur.
2. De Ledenraad van de KNVvL stelt het aantal leden van het Hoofdbestuur vast, met een minimum van vijf personen.
3. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4. Binnen het Hoofdbestuur zijn in elk geval de functies Voorzitter, Vice-voorzitter, Secretaris en Penningmeester vertegenwoordigd.
5. Het bestuur kan besluiten de functies van Vice-voorzitter, secretaris en penningmeester bij bestuursbesluit te combineren.
6. Het Hoofdbestuur verdeelt onderling de portefeuilles en wel op zodanige wijze dat optimaal wordt voldaan aan het kunnen leveren van een bijdrage aan de doelstellingen van de KNVvL. Het Hoofdbestuur doet hiervan mededeling aan de ledenraad.
Artikel 20 Onverenigbare Functies
1. Een lid van het Hoofdbestuur kan niet tegelijk lid zijn van een afdelingsbestuur, van het bestuur van een ledenvereniging, van het bestuur van een geassocieerde rechtspersoon of enig ander toezichthoudend of tuchtrechtsprekend orgaan waaronder de ledenraad, beroeps- en
bezwaarcommissies en de financiële commissie.
2. Een lid van het Hoofdbestuur kan niet gelijktijdig een arbeidsrechtelijke relatie hebben met de KNVvL, een ledenvereniging of een geassocieerde.
3. Het is een lid van het Hoofdbestuur, een lid van een afdelingsbestuur, het bestuur van een ledenvereniging of een geassocieerde niet toegestaan tegen betaling diensten - door henzelf te verrichten dan wel door hun tussenkomst door derden al of niet uit hun organisatie - aan te bieden aan de KNVvL. In bijzondere gevallen kan de ledenraad met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde hiertoe anders besluiten.
Artikel 21 Benoeming
1. Elk lid van de KNVvL kan benoemd worden tot lid van het Hoofdbestuur. Benoeming gebeurt door de ledenraad.
2. In voorkomende gevallen kan de ledenraad leden van het Hoofdbestuur buiten de leden benoemen met een maximum van één derde van het totaal aantal leden van het Hoofdbestuur.
3. In geval van een vacature in het Hoofdbestuur worden leden van de KNVvL opgeroepen zich kandidaat te stellen aan de hand van een functieprofiel. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels bevatten omtrent de procedure van kandidaatstelling.
4. De voorzitter, Vice-voorzitter en penningmeester worden in functie door de ledenraad benoemd.
Artikel 22 Zittingstermijn
1. Leden van het Hoofdbestuur worden in principe benoemd voor een termijn van vier jaar.
2. In voorkomende gevallen kan het Hoofdbestuur, als het belang van de KNVvL daarmee gediend wordt, een afwijkende zittingstermijn voorstellen.
3. Leden van het Hoofdbestuur treden af volgens een rooster van aftreden.
4. Een lid van het Hoofdbestuur defungeert op de eerste ledenraadsvergadering volgend op het einde van zijn zittingstermijn, conform het rooster van aftreden.
5. Een lid van het Hoofdbestuur defungeert indien wordt vastgesteld dat er sprake is van onvoldoende functioneren, structureel verschil van inzicht, onverenigbaarheid van belangen of anderszins, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement geregeld.
Artikel 23 Herbenoeming
1. Een aftredend lid is aansluitend tweemaal herbenoembaar. Na afloop van de derde bestuursperiode kan een bestuurslid niet meer voor een vierde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een daaropvolgende periode van vier jaren is verstreken.
2. Een door de ledenraad afgewezen voordracht komt niet eerder in aanmerking voor herbenoeming - bij gewone meerderheid van stemmen - dan na drie en twintig maanden na afwijzing, tenzij de ledenraad, met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde der uitgebrachte stemmen anders besluit.
3. Een na herbenoeming, tussentijds aftredend lid van het Hoofdbestuur komt na drie en twintig maanden weer in aanmerking voor herbenoeming, tenzij de ledenraad, met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde der uitgebrachte stemmen besluit tot eerdere herbenoeming.
Artikel 24 Xxxxxxxxx en ontslag
1. De ledenraad is bevoegd een lid van het Hoofdbestuur te schorsen en te ontslaan.
2. De termijn van schorsing door de ledenraad mag de negentig dagen niet overschrijden.
3. Een geschorst lid van het Hoofdbestuur kan zich doen bijstaan door een raadsman.
4. Een geschorst lid van het Hoofdbestuur heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.
5. Een besluit van de ledenraad tot ontslag heeft onmiddellijke werking.
Artikel 25 Taken en bevoegdheden
1. Het Hoofdbestuur is belast met het besturen en de zaken van de KNVvL.
2. Het Hoofdbestuur is met betrekking tot de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording verschuldigd aan de ledenraad.
3. Het Hoofdbestuur verdeelt onderling de taken en portefeuilles.
4. Het Hoofdbestuur kan aan een Hoofdbestuurslid bevoegdheden mandateren.
5. Het Hoofdbestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen.
6. Een niet voltallig Hoofdbestuur blijft bestuursbevoegd.
7. Het Hoofdbestuur vergadert tenminste vier keer per jaar en overigens zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een derde van het aantal leden van het Hoofdbestuur zulks noodzakelijk achten.
8. De taken en/of bevoegdheden van het Hoofdbestuur zijn nader bij huishoudelijk reglement geregeld.
9. Het Hoofdbestuur is met voorafgaande goedkeuring van de ledenraad bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van rechtspraak in de KNVvL en het beslechten van geschillen door mediation wordt opgedragen aan de stichting Instituut Sportrechtspraak.
Artikel 26 Beperking bevoegdheden
1. De voorafgaande goedkeuring van de ledenraad is vereist voor:
a. Het verkrijgen, vervreemden, huren of bezwaren van onroerende zaken;
b. Het te leen opnemen van gelden;
c. Het heffen en of wijzigen van entreegelden voor nieuwe leden;
d. Het wijzigen van de contributie;
e. Het van kracht worden van de begroting;
f. Het goedkeuren van de jaarrekening en het jaarverslag;
g. Het formeel in samenwerking treden met andere organisaties en het verbreken van die samenwerking;
h. Het toetreden of uittreden tot een overkoepelende organisatie;
i. Het wijzigen van de samenstelling van de ledenraad;
j. Het bestemmen van een eventueel batig saldo;
k. Het oprichten van een luchtsportcentrum.
2. Voorstellen welke aan de orde komen in organisaties waarbij de KNVvL is aangesloten en welke betrekking hebben op onderwerpen als bedoeld in het voorgaande lid worden in de ledenraad behandeld ter bepaling van het standpunt van de vereniging.
3. In spoedeisende gevallen kan het Hoofdbestuur besluiten, vooruitlopend op de goedkeuring van de Ledenraad, het standpunt van de vereniging te bepalen en uit te dragen, al dan niet na advies van een daartoe ingestelde commissie binnen de vereniging. Dit ontslaat het Hoofdbestuur niet van de verplichting het in de eerstvolgende ledenraad alsnog ter goedkeuring voor te leggen.
Hoofdstuk 4 Vertegenwoordiging der Vereniging
Artikel 27 De Vereniging
1. De vereniging KNVvL wordt vertegenwoordigd door het Hoofdbestuur, alsmede door twee gezamenlijk handelende leden van het Hoofdbestuur.
2. Het Hoofdbestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan anderen, zowel gezamenlijk alsook afzonderlijk, om de KNVvL binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
3. Personen, aan wie hetzij krachtens de statuten, hetzij krachtens volmacht bevoegdheid tot
vertegenwoordiging is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren door het Hoofdbestuur tot het aangaan van de betrokken rechtshandelingen is besloten. Overtreding hiervan kan noch door, noch aan de KNVvL of aan de wederpartij worden tegengeworpen.
Artikel 28 Hoofdbestuur
1. Namens het Hoofdbestuur wordt de KNVvL gerepresenteerd door de voorzitter en een medebestuurslid.
2. In financiële zaken wordt de KNVvL gerepresenteerd door de voorzitter en de penningmeester.
3. In overige zaken wordt de KNVvL gerepresenteerd door de voorzitter en de betreffende portefeuillehouder.
4. Het Hoofdbestuur representeert in principe ook de afdelingen.
Artikel 29 Afdelingsbestuur
1. In zaken, behorende tot het terrein van één afdeling, vertegenwoordigen de voorzitter van de KNVvL en de voorzitter van de desbetreffende afdeling samen de KNVvL.
2. In voorkomende gevallen kan het Hoofdbestuur volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, zowel gezamenlijk alsook afzonderlijk, om de KNVvL binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
3. Personen, aan wie hetzij krachtens de statuten, hetzij krachtens volmacht bevoegdheid tot vertegenwoordiging is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren door het Hoofdbestuur tot het aangaan van de betrokken rechtshandelingen is besloten. Overtreding hiervan kan noch door, noch aan de KNVvL of aan de wederpartij worden tegengeworpen.
Hoofdstuk 5 Raad van Advies
Artikel 30 Algemeen
1. De KNVvL heeft een Raad van Advies, welke in stand gehouden wordt door het Hoofdbestuur.
2. In de Raad hebben zitting vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen die werkzaam zijn op het gebied van de luchtvaart of die uit andere hoofde banden met de KNVvL onderhouden, dan wel van groot belang zijn voor de sector waarvan de KNVvL de vertegenwoordiger is.
3. De Raad fungeert als algemene adviescommissie van het Hoofdbestuur.
4. Nadere regels omtrent samenstelling en werkwijze van de Raad worden gegeven in het huishoudelijk reglement.
Hoofdstuk 6 Algemene Vergadering (Ledenraad)
Artikel 31 Ledenvertegenwoordiging
1. De algemene vergadering van de KNVvL bestaat uit een ledenraad.
2. De ledenraad is het hoogste orgaan van de Vereniging.
3. In de ledenraad zijn alle leden vertegenwoordigd als omschreven onder samenstelling ledenraad.
Artikel 32 Samenstelling
1. De ledenraad bestaat uit natuurlijke personen en is samengesteld uit afgevaardigden van de afdelingen waarbij de leden en ledenverenigingen zijn ingedeeld.
2. De afgevaardigden worden voor de duur van twee jaar gekozen, zodanig dat het ledental in al zijn geledingen daarin zoveel mogelijk evenredig vertegenwoordigd is, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
3. Het aantal afgevaardigden dat door een afdeling kan worden benoemd is één, vermeerderd met het aantal zetels als volgt uit het quotiënt van het aantal leden dat bij die afdeling was ingedeeld
op één januari voorafgaande aan de verkiezing en de vastgestelde kiesdeler, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
4. Een afgevaardigde kan slechts voor één afdeling optreden.
5. Voor elke afgevaardigde kan een plaatsvervanger benoemd worden.
Artikel 33 Rechten van de ledenraad
1. De ledenraad heeft het recht van initiatief, alsmede het recht van amendement. Ten aanzien van de beleidsvoering strekt het recht van initiatief niet verder dan het doen van aanbevelingen.
2. Besluitvorming in de ledenraad vindt plaats door stemmingen naar aanleiding van moties, die in de ledenraad kunnen worden ingebracht door het Hoofdbestuur of door twee leden van de ledenraad.
3. Besluiten over enig onderwerp kunnen in de ledenraad niet worden genomen dan nadat zowel de ledenraad als het Hoofdbestuur tijdig van de behandeling van die motie in de ledenraad in kennis zijn gesteld als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 34 Taak
De taak van de ledenraad bestaat uit het uitoefenen van toezicht en controle op het beleid en de naleving van statuten en reglementen, alsmede uit het fungeren als verbindingsschakel tussen het Hoofdbestuur enerzijds en de leden anderzijds met betrekking tot zowel de voornemens en de verrichtingen van het Hoofdbestuur als met betrekking tot de uitwisseling van wederzijdse ideeën en gegevens en het peilen van de reacties omtrent één en ander.
Artikel 35 Vergaderingen
1. Jaarlijks worden tenminste twee vergaderingen van de ledenraad gehouden: een voorjaarsvergadering en een najaarsvergadering.
2. De voorjaarsvergadering van de ledenraad wordt gehouden binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden door de ledenraad.
3. In de voorjaarsvergadering legt het bestuur, naast andere zaken, rekening en verantwoording af over het verleden boekjaar, als nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
4. De najaarsvergadering van de ledenraad wordt in enig jaar uiterlijk op dertig november gehouden.
5. In de najaarsvergadering wordt naast andere zaken de begroting voor het komende jaar behandeld en vastgesteld.
6. Naast de voorjaar - en najaarsvergaderingen worden vergaderingen van de ledenraad bijeengeroepen:
a. door het Hoofdbestuur;
b. op schriftelijk verzoek van tenminste tien procent van het totaal aantal leden;
c. op schriftelijk verzoek van een afdelingsbestuur;
d. op schriftelijk verzoek van vijf leden van de ledenraad.
Indien aan zulk een verzoek niet binnen acht weken door middel van een oproeping gevolg is gegeven kan(kunnen) de verzoeker(s) zelf tot bijeenroeping overgaan.
Artikel 36 Oproep tot vergadering
1. De bijeenroeping van de ledenraad geschiedt door schriftelijke mededeling aan de afgevaardigden naar de ledenraad op een termijn van tenminste zes weken. In zeer spoedeisende gevallen bedraagt deze termijn tenminste zeven dagen.
2. De agenda en de conceptbesluiten van de ledenraad worden uiterlijk drie weken voor de datum waarop de ledenraad wordt gehouden aan de leden toegezonden en deze zijn eigendom van de
vergadering van de ledenraad.
3. De Ledenraad kan slechts besluiten over onderwerpen die op de agenda zijn vermeld, tenzij met een gekwalificeerde meerderheid van twee/derde van het aantal leden van de ledenraad het conceptbesluit op de agenda wordt geplaatst.
4. Het Hoofdbestuur bepaalt de plaats waar de ledenraad wordt gehouden.
Artikel 37 Toegang tot de vergadering
1. De vergadering van de ledenraad is openbaar, tenzij het Hoofdbestuur of, bij aanvang van de vergadering, de ledenraad anders mocht beslissen.
2. Toegang tot de vergadering van de ledenraad hebben naast de leden van het hoofdbestuur en de afgevaardigden van de ledenraad en hun plaatsvervangers, de leden van de KNVvL, personeelsleden, alsmede diegenen die daartoe door de ledenraad of het Hoofdbestuur zijn uitgenodigd.
Artikel 38 Deelname aan de vergadering
1. Naast de gekozen afgevaardigden of hun plaatsvervangers nemen de leden van het Hoofdbestuur deel aan de vergadering.
2. Leden van het Hoofdbestuur zijn verstoken van het stemrecht en het recht van amendement.
3. De voorzitter kan voor bepaalde onderwerpen spreekrecht verlenen aan een daartoe genodigde deskundige.
4. Leden van de vereniging, personeelsleden en genodigden hebben het recht van inspraak zoals nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 39 Leiding der vergadering
1. De vergaderingen van de ledenraad worden geleid door de voorzitter van de KNVvL of, bij diens afwezigheid, door de vice-voorzitter.
2. Zijn zowel de voorzitter als de vice-voorzitter afwezig, dan wordt de vergadering geleid door een ander lid van het Hoofdbestuur.
3. Zijn geen Hoofdbestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
4. Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel, dat door de ledenraad een besluit is genomen, is beslissend.
5. Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden zoals nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 40 Quorum
1. De ledenraad kan slechts besluiten nemen indien het quorum aanwezig is.
2. Het quorum is gelijk aan de helft van het aantal benoemde afgevaardigden in de ledenraad plus één.
Artikel 41 Stemmen
1. Ieder lid van de ledenraad heeft het recht tijdens de vergadering en bij schriftelijke stemming op het uitbrengen van één stem.
2. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergadering van de ledenraad worden gehouden.
3. De stemming over personen is geheim en dient schriftelijk te geschieden.
4. Bij enkelvoudige kandidatuur kan de ledenraad per acclamatie benoemen.
5. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.
6. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij de statuten geen gekwalificeerde meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen.
7. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen.
8. Bij staking van stemmen bij verkiezing van personen beslist het lot.
9. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
10. In alle gevallen van stemming worden stemonthoudingen evenals blanco en ongeldige stemmen bij de vaststelling van de stemuitslag buiten aanmerking gelaten.
Hoofdstuk 7 Afdelingen
Artikel 42 Algemeen
1. Het Hoofdbestuur stelt afdelingen in ten behoeve van een functionele spreiding van activiteiten, welke de behartiging beogen van gelijkgerichte belangen.
2. Het Hoofdbestuur stelt het aantal der afdelingen vast, alsmede hun werkterrein en bevoegdheden, zoals nader bij huishoudelijk reglement is geregeld.
3. Nadere regelingen de afdeling betreffende worden in het huishoudelijk reglement en de afdelingsreglementen gegeven.
4. Indien het instellen van een afdeling en/of het aangaan van het lidmaatschap door een specifiek omschreven groep van aspirant leden zal leiden tot een aanmerkelijke versterking van tenminste een van de doelstellingen van de vereniging, is het Hoofdbestuur bevoegd af te wijken van het bepaalde ten aanzien van de vastgestelde financiële verplichtingen jegens het lidmaatschap, onder oplegging van nader te bepalen beperking van rechten, voor de periode van ten hoogste een jaar, tenzij deze periode onder goedkeuring van de ledenraad wordt verlengd.
Artikel 43 Samenstelling Afdelingsbestuur
1. Het bestuur van een KNVvL-afdeling wordt in deze statuten aangeduid als afdelingsbestuur.
2. De afdelingsvergadering stelt het aantal leden van het afdelingsbestuur vast, met een minimum van drie personen.
3. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4. Binnen het afdelingsbestuur zijn in elk geval de functies Voorzitter, secretaris en penningmeester vertegenwoordigd.
5. De functie van secretaris en penningmeester kan in één persoon zijn verenigd.
6. Het afdelingsbestuur verdeelt onderling de overige portefeuilles en doet daarvan mededeling aan de afdelingsvergadering.
Artikel 44 Onverenigbare Functies
1. De voorzitter van een afdelingsbestuur kan niet tegelijk lid zijn van het bestuur van een geassocieerde rechtspersoon of enig ander toezichthoudend of tuchtrechtsprekend orgaan waaronder de ledenraad, beroeps- en bezwaarcommissies en de financiële of kascommissie.
2. De overige leden van het afdelingsbestuur kunnen niet tegelijk lid zijn van het Hoofdbestuur, van het bestuur van een geassocieerde rechtspersoon of enig ander toezichthoudend of tuchtrechtsprekend orgaan waaronder beroeps- en bezwaarcommissies en de financiële of kascommissie.
3. Een lid van het afdelingsbestuur kan niet gelijktijdig een arbeidsrechtelijke relatie hebben met de KNVvL, een ledenvereniging of een geassocieerde rechtspersoon.
4. Het is een lid van het afdelingsbestuur, niet toegestaan tegen betaling diensten - door henzelf te verrichten dan wel door hun tussenkomst door derden al of niet uit hun organisatie - aan te bieden. In bijzondere gevallen kan de ledenraad of ledenvergadering met een gekwalificeerde meerderheid van twee/derde hiertoe anders besluiten.
Artikel 45 Benoeming
1. De leden van het afdelingsbestuur worden uit de leden benoemd door de afdelingsvergadering.
2. In voorkomende gevallen kan de afdelingsvergadering leden van het afdelingsbestuur buiten de leden benoemen met een maximum van één derde van het totaal aantal leden van het afdelingsbestuur.
3. Een voordracht voor benoeming is voorbehouden aan:
a. het afdelingsbestuur;
b. één/vijfde van de leden van de afdelingsvergadering.
4. Een voordracht is niet bindend.
5. De afdelingsvergadering is bevoegd met steun van tenminste één/vijfde van de leden van de afdelingsvergadering tegenkandidaten voor te dragen.
6. De voorzitter wordt in functie door de afdelingsvergadering benoemd.
Artikel 46 Zittingstermijn
1. Leden van het afdelingsbestuur worden in principe benoemd voor een termijn van vier jaar.
2. In voorkomende gevallen kan het afdelingsbestuur, als het belang van de afdeling daarmee gediend wordt, een afwijkende zittingstermijn voorstellen.
3. Leden van het afdelingsbestuur treden af volgens een rooster van aftreden.
4. Bij tussentijds aftreden wordt de opvolger in principe benoemd voor de resterende termijn volgens het rooster van aftreden.
5. Een lid van het afdelingsbestuur defungeert op de eerste afdelingsvergadering volgend op het einde van zijn zittingstermijn, conform het rooster van aftreden.
6. Een lid van het afdelingsbestuur defungeert indien wordt vastgesteld dat er sprake is van onvoldoende functioneren, structureel verschil van inzicht, onverenigbaarheid van belangen of anderszins, één en ander als nader bij huishoudelijk reglement geregeld.
Artikel 47 Herbenoeming
1. Een aftredend lid is aansluitende tweemaal herbenoembaar. Na afloop van de derde bestuursperiode kan een bestuurslid niet meer voor een vierde bestuursperiode worden benoemd dan nadat ten minste een daaropvolgende periode van vier jaren is verstreken.
Artikel 48 Xxxxxxxxx en ontslag
1. De afdelingsvergadering is bevoegd een lid van het afdelingsbestuur te schorsen en te ontslaan.
2. De termijn van schorsing door de ledenraad mag de negentig dagen niet overschrijden.
3. Een geschorst lid van het afdelingsbestuur kan zich doen bijstaan door een raadsman.
4. Een geschorst lid van het afdelingsbestuur heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren.
5. Een besluit van de afdelingsvergadering tot ontslag heeft onmiddellijke werking.
Artikel 49 Taken en bevoegdheden
1. Een afdelingsbestuur is belast met het besturen en de zaken van de afdeling.
2. Een afdelingsbestuur heeft tot taak de uitvoering van de besluiten van de afdelingsvergadering, binnen het kader van het aan de afdeling aangewezen werkterrein en de door het Hoofdbestuur toegekende bevoegdheden.
3. Een afdelingsbestuur is met betrekking tot de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording verschuldigd aan de afdelingsvergadering.
4. Een afdelingsbestuur is met betrekking tot de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording verschuldigd aan het Hoofdbestuur, indien de uitgaven de inkomsten hebben overtroffen of naar het oordeel van het Hoofdbestuur dreigen te overtreffen.
5. Een afdelingsbestuur is bevoegd tot alle handelingen binnen de werkkring van zijn afdeling, voor zover bij de statuten en reglementen ter uitvoering daarvan niet anders is bepaald.
6. Een afdelingsbestuur kan aan een bestuurslid bevoegdheden delegeren en deze weer intrekken.
7. Een niet voltallig afdelingsbestuur blijft bestuursbevoegd.
8. Een afdelingsbestuur vergadert tenminste vier keer per jaar en overigens zo dikwijls als de voorzitter of tenminste één/derde van het aantal leden van het afdelingsbestuur zulks noodzakelijk achten.
9. De taken en/of bevoegdheden van het afdelingsbestuur zijn nader bij huishoudelijk reglement of afdelingsreglement geregeld.
Artikel 50 Beperking bevoegdheden
1. De voorafgaande goedkeuring van de afdelingsvergadering is vereist voor:
a. Het van kracht worden van de begroting;
b. Het wijzigen van de afdelingsbijdrage;
c. Het goedkeuren van de jaarrekening en het jaarverslag;
d. Het bestemmen van een eventueel batig saldo;
Artikel 51 Afdelingsfinanciën
1. Een afdelingsbestuur stelt de afdelingsbegroting op, rekening houdend met de door het Hoofdbestuur te verschaffen verwachtingen betreffende kosten, subsidies enzovoorts.
2. Een afdelingsbestuur is bevoegd binnen de afdelingsbegroting zelfstandig uitgaven te doen.
3. Het Hoofdbestuur kan een afdelingsbestuur opdragen, indien de uitgaven van een afdeling de inkomsten hebben overtroffen of naar het oordeel van het Hoofdbestuur dreigen te overtreffen, ter zake van het financiële beleid zich te onderwerpen aan de instructies van het Hoofdbestuur; een dergelijke opdracht is bindend voor het betreffende afdelingsbestuur.
4. Een door een afdeling gekweekt batige saldo blijft ter beschikking van de afdeling.
5. Een door een afdeling gekweekt nadelig saldo blijft tot last van de afdeling en dient door eigen inspanning te worden vereffend. Het Hoofdbestuur kan hiervoor aanwijzingen geven.
Artikel 52 Afdelingsvergadering
1. De afdelingsvergadering is de algemene vergadering van een afdeling.
2. Jaarlijks wordt tenminste één afdelingsvergadering gehouden.
3. De rechten, taak, oproeping, toegang, deelname, leiding en het stemmen zijn zoveel als mogelijk gelijk aan dat wat in deze statuten is geregeld ten aanzien van de ledenraad, één en ander zoals nader bij huishoudelijk reglement of afdelingsreglement is geregeld.
4. Toegang tot een afdelingsvergadering hebben de leden die bij die afdeling zijn ingedeeld, de leden van het Hoofdbestuur alsmede degenen die daartoe door de het afdelingsbestuur zijn uitgenodigd.
5. Stemgerechtigd zijn de bij een afdeling ingedeelde volwassen leden.
6. De leden van de KNVvL ingedeeld bij een afdeling dienen middellijk dan wel onmiddellijk vertegenwoordigd te zijn.
7. Indien de afdelingsvergadering is samengesteld uit afgevaardigden dan dient dit analoog aan de organisatie van de ledenraad van de KNVvL in de bepalingen van het huishoudelijke reglement of het afdelingsreglement te zijn opgenomen.
Hoofdstuk 8 Organisatie
Artikel 53 Verenigingsorganen
1. Organen van de Vereniging zijn:
a. de ledenraad;
b. Hoofdbestuur;
c. aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de stichting Instituut
Sportrechtspraak;
d. die personen en commissies die krachtens de statuten, het huishoudelijk reglement of door de ledenraad zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij een beslissingsbevoegdheid is toegekend.
2. De organen van de KNVvL bezitten geen rechtspersoonlijkheid.
3. De aanklager van de Stichting Instituut Sportrechtspraak kan geen lid van enig ander orgaan van de KNVvL zijn.
Artikel 54 Algemeen Secretariaat/verenigingsbureau
1. Het algemeen secretariaat is het verenigingsbureau van de KNVvL en het centrale werkapparaat ter uitvoering van de administratieve werkzaamheden en ondersteunende taken, een en ander als nader in het huishoudelijk reglement geregeld.
2. Het algemeen secretariaat is belast met het voorbereiden en het uitvoeren van het verenigingsbeleid en tevens belast met de (financiële) administratie van de KNVvL.
3. Aan het hoofd van het van het algemeen secretariaat staat een algemeen secretaris die belast is met de dagelijkse gang van zaken, met het uitvoeren van besluiten van de ledenraad, van het Hoofdbestuur en van het Hoofdbestuur, het beheer van de geldmiddelen van de KNVvL, de leiding van het algemeen secretariaat, alsmede met het verrichten van werkzaamheden die op grond van de met de algemeen secretaris gesloten arbeidsovereenkomst zijn opgedragen of welke anderszins door het Hoofdbestuur en/of het Hoofdbestuur worden opgedragen. De bevoegdheden van de algemeen secretaris worden nader geregeld in een Directiestatuut. De algemeen secretaris is alleen verantwoording verschuldigd aan het Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur is voor de werkzaamheden van het verenigingsbureau verantwoording verschuldigd aan de ledenraad.
4. De algemeen secretaris wordt op voordracht van het Hoofdbestuur benoemd, geschorst en ontslagen door het Hoofdbestuur dat tevens de voorwaarden van de dienstbetrekking schriftelijk vaststelt. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt genomen met ten minste twee derde meerderheid van het aantal in functie zijnde bestuursleden.
5. De algemeen secretaris woont alle vergaderingen van de ledenraad, van het Hoofdbestuur, van het Hoofdbestuur bij, tenzij de ledenraad, het Hoofdbestuur, of het Hoofdbestuur anders beslist. Voorts heeft de algemeen secretaris het recht vergaderingen bij te wonen van de afdelingsbesturen, van de afdelingsvergaderingen en van commissies. De algemeen secretaris heeft in genoemde vergaderingen een adviserende stem.
6. Personeelsaangelegenheden ressorteren onder de algemeen secretaris die ter zake rapporteert aan het Hoofdbestuur.
7. De algemeen secretaris voert naar buiten de titel van directeur.
8. De algemeen secretaris verschaft tijdig en volledig de informatie die nodig is voor een goede taakvervulling van het bestuur, een en ander als nader in het huishoudelijk reglement geregeld.
9. Het Hoofdbestuur kan een plaatsvervangend algemeen secretaris benoemen, die de algemeen secretaris bij afwezigheid vervangt en alsdan in de bevoegdheden van de algemeen secretaris treedt.
Artikel 55 Luchtsportcentra
1. De KNVvL kan voor de beoefening van luchtsporten besluiten tot het oprichten en in stand houden van één of meerdere luchtsportcentra.
2. Het Hoofdbestuur kan een luchtsportcentrum in beheer geven aan een daarvoor in aanmerking komende afdeling, ledenvereniging of organisatie.
3. Waar sprake is van het in dienst nemen van personeel, zijn de bepalingen ten aanzien van KNVvL – personeel van toepassing.
Artikel 56 KNVvL- personeel
1. De algemeen secretaris benoemt, schorst en ontslaat na overleg met het Hoofd
2. bestuur de werknemers van de KNVvL. Deze zijn alleen aan de algemeen secretaris verantwoording verschuldigd. De algemeen secretaris stelt binnen een door het Hoofdbestuur gesteld kader de bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden van de werknemers vast.
3. Personeelsleden in dienst van de KNVvL, die werkzaam zijn ten behoeve van een bepaalde afdeling, worden aangesteld en ontslagen na overleg met het desbetreffende afdelingsbestuur.
4. De functieomschrijvingen worden vastgesteld door de algemeen secretaris onder verantwoordelijkheid van het Hoofdbestuur, met dien verstande dat voor personeelsleden, die werkzaam zijn ten behoeve van een bepaalde afdeling, de functieomschrijving wordt vastgesteld door de algemeen secretaris na overleg met de desbetreffende afdeling onder verantwoordelijkheid van het Hoofdbestuur.
5. De rechtspositie van de personeelsleden wordt bij afzonderlijk reglement geregeld onder verantwoordelijkheid van het Hoofdbestuur.
6. Het overleg met het personeel is nader geregeld bij huishoudelijk reglement.
7. Personeelsleden van de KNVvL kunnen binnen de vereniging geen bestuursfuncties vervullen.
Hoofdstuk 9 Financiën
Artikel 57 Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de Vereniging bestaan uit:
a. de jaarlijkse bijdragen van de leden, ledenverenigingen en geassocieerden;
b. donaties en andere vrijwillige bijdragen;
c. eventuele extra heffingen;
x. xxxxxxxxxxxx;
e. subsidies;
f. gekweekte renten;
x. xxxxxxxxxxx en legaten, met dien verstande dat erfstellingen uitsluitend onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard;
h. inkomsten uit dienstverlening aan derden;
i. alle andere wettige en geoorloofde baten.
2. Ieder lid en elke ledenvereniging is jaarlijks een bijdrage verschuldigd die wordt vastgesteld door de ledenraad.
3. Ieder lid en elke ledenvereniging is jaarlijks een toeslag verschuldigd voor de afdeling waarbij het lid of de ledenvereniging is ingedeeld en waarvan de hoogte door de jaarlijkse afdelingsvergadering wordt vastgesteld.
4. Ereleden en leden van verdienste zijn vrijgesteld van een jaarlijkse bijdrage.
5. Geassocieerden zijn jaarlijks een bijdrage verschuldigd waarvan de hoogte op basis van door de ledenraad goedgekeurde criteria afzonderlijk voor elke geassocieerde door het Hoofdbestuur wordt vastgesteld.
Artikel 58 Begroting
1. Het Hoofdbestuur is verplicht jaarlijks in de najaarsvergadering aan de ledenraad een begroting voor het komende verenigingsjaar voor te leggen.
2. De begroting wordt van kracht na goedkeuring door de ledenraad.
Artikel 59 Beheer
1. Het beheer van de geldmiddelen van de KNVvL berust bij de penningmeester en staat onder controle van een accountant, die op voordracht van het Hoofdbestuur door de ledenraad wordt
benoemd.
2. Jaarlijks onderzoekt de accountant de rekening en de verantwoording en brengt verslag uit aan het Hoofdbestuur.
3. Jaarlijks vindt er een gecombineerd overleg plaats met de accountant en de financiële commissie, welke laatste benoemd wordt door de ledenraad, een en ander als nader in het huishoudelijk reglement geregeld.
4. Het Hoofdbestuur brengt het verslag tezamen met het financieel jaarverslag ter kennis van de ledenraad.
5. Goedkeuring van de balans en de winst- en verliesrekening strekt het Hoofdbestuur tot volledige kwijting en décharge.
Hoofdstuk 10 Beroep en Geschillen
Artikel 60 Beroep
Vervallen
Artikel 61 Geschillen
Geschillen binnen de KNVvL worden geregeld conform het Reglement geschillen
Hoofdstuk 11 Slotbepalingen
Artikel 62 Statutenwijziging
1. Over een wijziging van de statuten kan slechts op voorstel van het Hoofdbestuur, of op voorstel van tenminste vijf en twintig procent van de leden van de ledenraad, door de ledenraad met een meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen worden besloten in een vergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de vergadering van de ledenraad ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
3. Indien op de vorenbedoelde vergadering van de ledenraad het quorum niet aanwezig is, wordt niet eerder dan binnen twee weken doch niet later dan zes weken na de eerste vergadering een tweede vergadering gehouden, waarop het desbetreffende voorstel opnieuw wordt geagendeerd. In deze vergadering kan tot statutenwijziging worden besloten met een meerderheid van twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen, mits aan de oproepingsvereisten is voldaan.
4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Artikel 63 Reglementen
1. In het Huishoudelijk Reglement (HR) wordt zoveel mogelijk datgene geregeld dat nadere regeling behoeft.
2. Het HR wordt op voorstel van het Hoofdbestuur of tenminste vijf leden van de ledenraad bij gewone meerderheid van stemmen vastgesteld en gewijzigd door de ledenraad.
3. De ledenraad kan naast het HR op voorstel van het Hoofdbestuur of tenminste vijf leden van de ledenraad ook andere algemeen bindende reglementen vaststellen en wijzigen.
4. De ledenraad stelt zijn eigen reglement vast.
5. Een afdelingsreglementen wordt vastgesteld, aangevuld en/of gewijzigd door de afdelingsvergadering op voorstel van het afdelingsbestuur en behoeft de goedkeuring van het
Hoofdbestuur.
6. Indien de KNVvL op grond van een met het Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst rechtspraak en/of mediation in de KNVvL aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen, worden de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. Het Hoofdbestuur doet hiervan mededeling aan de leden. De ledenraad is vanaf de datum van die overeenkomst niet bevoegd in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak een wijziging aan te brengen.
7. Het in lid 3 bepaalde geldt niet voor de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en te wijzigen Tuchtreglement, Tuchtreglement seksuele intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken, Dopingreglement met bijlagen, Arbitragereglement, Reglement Bindend advies, Mediationreglement en andere door het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde reglementen.
8. De KNVvL heeft naast een regeling tegen discriminatie/racisme een regeling voor klachten. Daarnaast bestaat er een regeling voor beroep en bezwaar, één en ander als nader in het huishoudelijk reglement geregeld.
9. Jaarlijks worden de reglementen geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.
10. De reglementen mogen geen bepalingen bevatten in strijd met de wet of de statuten.
Artikel 64 Ontbinding
1. Tot ontbinding van de KNVvL kan slechts op voorstel van het Hoofdbestuur of tenminste vijf en twintig van de leden van de ledenraad worden besloten door de Ledenraad op een daartoe opzettelijk belegde vergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar de ontbinding van de KNVvL zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering is gelijk aan de termijn van oproeping voor de ledenraad.
2. Zij, die de oproeping tot de vergadering van de ledenraad ter behandeling van een voorstel tot ontbinding hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
3. Tot ontbinding van de KNVvL kan door de ledenraad slechts worden besloten met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal aanwezige stemgerechtigde afgevaardigden aanwezig is.
Artikel 65 Vereffening
1. De vereffening geschiedt door het Hoofdbestuur.
2. De ledenraad stelt bij het besluit tot ontbinding de bestemming vast voor het eventueel batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de KNVvL.
3. Na de ontbinding blijft de Vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
Artikel 66 Predikaat
De KNVvL kan op grond van kwaliteit en veiligheid het keurmerk “KNVvL erkende vereniging” verlenen aan een ledenvereniging of een luchtsportcentrum zoals nader in het huishoudelijk reglement is geregeld.
Artikel 67 Interpretatie
In alle gevallen, waarin statuten of reglementen niet voorzien, alsook indien verschil van mening bestaat over de interpretatie van de tekst van de statuten of van reglementen, beslist het Hoofdbestuur.