COLLECTIEVE VORDERING EX ARTIKEL 3:305A BW
COLLECTIEVE VORDERING EX ARTIKEL 3:305A BW
Heden, de tweeduizend tweeëntwintig,
Op verzoek van de vereniging xxxxxx alsmede de vereniging xxxxx alsmede de vereniging xxxxx al deze verenigingen te dezer zake domicilie kiezende te (6411 EW) Heerlen aan de Laan van Hövell tot Westerflier 23, waarvan mr. S.J.W.M. Xxxxxx tot advocaat wordt gesteld en in die hoedanigheid ook zal optreden;
Heb ik,
GEDAGVAARD
De besloten vennootschap xxxxxx, aldaar mijn exploot en afschrift met nagenoemde producties latende aan:
OM
Op om , niet
in persoon maar vertegenwoordigd door een (proces)advocaat te verschijnen op de zitting van de Rechtbank Den Haag, locatie Den Haag, die gehouden wordt in het gerechtsgebouw aan de Xxxxx Xxxxxxxxx 00;
MET AANZEGGING DAT
- indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de rechter verstek tegen gedaagde zal verlenen en de hierna omschreven vordering zal toewijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
- bij verschijning in het geding van gedaagde een griffierecht zal worden geheven, te voldoen binnen vier weken te rekenen vanaf het tijdstip van verschijning;
- de hoogte van de griffierechten is vermeld in de meest recente bijlage behorend bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken, die onder meer is te vinden op de website: xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx;
- van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht voor onvermogenden wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overlegd:
1. een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 24 lid 2, van de Wet op de rechtsbijstand, dan wel
2. een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet;
TENEINDE:
Alsdan namens eisers de navolgende eis te horen doen:
1. KERN
1.1
Eisers (nader te noemen xxxxxxx vertegenwoordigen de belangen van vissers in alsook om en nabij de plaats Callao (Peru). Deze vissers hebben schade geleden (en zullen in de toekomst schade lijden) als gevolg van een lekkende olietanker. De vissers houden gedaagde (verder te noemen xxxxxx) hiervoor aansprakelijk en vorderen schadevergoeding vanwege het feit dat men belemmerd is in hun bedrijfsvoering.
2. PARTIJEN
xxxxxx
2.1
Xxxxxx zijn verenigingen die de belangen behartigen van vissers in Callao (Peru). De vissers van wie de belangen worden behartigd door xxxxxxxxx worden hierna mede aangeduid als ‘(de) benadeelden’. Ten tijde van het aanhangig maken van onderhavige procedure behartigt xxxxxxxx de belangen van om en nabij de 600 vissers, xxxxxx behartigt de belangen van ongeveer 50 vissers en xxxxxx behartigt de belangen van plusminus 350 vissers. Als productie 1 wordt nadere informatie over xxxxxx overgelegd. De “power of representation” wordt als productie 2 bijgevoegd.
2.2
Uit de statuten (waarvan het betreffende onderdeel is vertaald) volgt dat xxxxxxx de belangen behartigen van de benadeelden:
xxxxx: VERENIGING VAN AMBACHTELIJKE VISSERS EN AQUACULTUREN PUERTO CHICO
gespecialiseerd in ZEEVISSERIJ. Het werd opgericht op 17-05-2019, geregistreerd binnen commerciële en commerciële bedrijven als een VERENIGING. | RUC: 20604720851 (officiële registratie)
xxxx: REGIONALE ASSOCIATIE UNIE VAN ARTISAN EN AANVERWANTE VISSERS VAN CALLAO
(ARUPACC) gespecialiseerd in ACTIVITEITEN VAN ANDERE NCP-ASSOCIATIES. Het werd opgericht op 31-08-2004, geregistreerd bij de handels- en commerciële bedrijven als een ASSOCIATIE.| RUC: 20509343650 (officiële registratie)
xxxxxx: ASOC. NATIONALE BAHIA BLANCA VOOR DEFENSIE EN INTEGRALE ONTWIKKELING VAN ARTISANALE VISSERS VAN PERU, gespecialiseerd in ACTIVITEITEN VAN ANDERE NCP-
VERENIGINGEN. Het werd opgericht op 04-03-2019, geregistreerd bij commerciële en commerciële bedrijven als een ASSOCIATIE. | RUC: 20604499471 (officiële registratie)”
2.3
xxxxx en trachten middels onderhavige dagvaarding de schade, zoals hieronder nader wordt uiteengezet, te verhalen die de benadeelden hebben geleden als gevolg van een lekkende olietanker nabij de kust.
xxxxx
2.4
xxxxx is actief in Peru en houdt zich bedrijfsmatig onder meer bezig met het opsporen, winnen, delven, vervoeren, opslaan en verwerken van aardolie, aardgassen en andere delfstoffen. Als productie 3 wordt een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van xxxxxx overgelegd.
2.5
xxxxxx is grootaandeelhouder (voor 99,20%) van de raffinaderij xxxxxx.’ (verder te noemen xxxxxx) die gelegen is te Lima (Peru) aan de kust van de Stille Oceaan. Als productie 4 wordt de organigram van xxxxxx. van 6 december 2019 overgelegd waaruit volgt xxxxx grootaandeelhouder (destijds voor 92,42% en nu voor 99,20%) is van xxxxx. Vanuit die positie is xxxxx exploitant van de raffinaderij xxxxx Op de website van xxxxx vermeldt zij hierover:
“Moreover, we are the operators of xxxxxx — the largest in the country and one of the most important in Latin America. We also have an extensive and modern network of service stations through which we sell and distribute fuels in the major cities, to industrial customers, and for large-scale mining operations.”1
3. FEITEN
3.1
Op 15 januari 2022 was een olietanker ruwe olie aan het lossen bij de raffinaderij xxxxxxx. Tijdens het lossen van deze ruwe olie lekte olie. Deze olie verspreidde zich vervolgens over een afstand van om en nabij de 140 kilometer en een oppervlakte van ongeveer 18.000 vierkante kilometer. Volgens de Peruaanse regering heeft zich een ‘ecologische ramp’ voltrokken.2
3.2
Door het verspreiden van de olie zijn, naar inschatting van de regering van Peru, meer dan 7.000 vissers getroffen.3 Zij hebben dientengevolge schade geleden en zullen hierdoor nog schade lijden. Het verspreiden van de olie heeft er immers voor gezorgd dat alle vissen die in het gebied waar de benadeelden actief zijn het leven hebben gelaten. De benadeelden zijn (en worden) in ernstige mate benadeeld in hun bedrijfsvoering. Volgens ecologen zou de gelekte olie nog jaren aanwezig blijven in het betreffende gebied.4
3.3
Een speciale commissie van het Peruaanse parlement heeft een eindrapport opgesteld waarin conclusies en aanbevelingen zijn gepresenteerd naar aanleiding van bovengenoemde olieramp op 15 januari 2022. Uit het rapport (dat Spaanstalig is, doch op verzoek kan worden overgelegd en vertaald naar het Nederlands) volgt dat de pijpleiding waardoor de ruwe olie wordt geloosd, technisch bekend als PLEM, dateert van 1975 en niet is gemoderniseerd of onderhouden. De onderzoekers van de commissie toonden aan dat de PLEM met naden en versterkingen was samengesteld. Een zeer ernstig feit is voorts dat er over 4,5 kilometer geen automatische ontkoppelingskleppen waren om de
1 xxxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xx/xxxxx-xx/xxxxxx-xxxxxxxxx/xxx-xxxxxxxx/xxxx/xxxxx.xxxxxx.
2 Zie xxxxx://xxx.xx.xx/xxxxxxxxxx/0000000/xxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxxx- tonga.html en xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xx-xxxxxx0xxxx00/. 3 Zie xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxx-xxxx-0-0-xxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxx-xxx-xxxxxx-xxxx- olievervuiling~ad7a259c/?referrer=https%3A%2F%0Xxxx.xxxxxx.xxx%2F.
4 Zie xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xx-xxxxxx0xxxx00/.
brandstofstroom te regelen zoals wettelijk vereist. Daarnaast is geconstateerd dat de pijpleiding oud is, niet is aangepast aan de norm die bij Hoger Besluit is vastgesteld (081 van 2007) en er is geen onderhoud gepleegd. Uit het rapport volgt dat het eveneens waarschijnlijk is dat de PLEM corrosie (aantasting van het materiaaloppervlak) vertoonde.
3.5
In het rapport is tevens vastgesteld dat de ruwe olie met een buitensporige ongeoorloofde snelheid werd geladen. De ruwe olie werd geladen met een druk van 10, hetgeen boven het veilige niveau van 7 is. Daarnaast is er geen controlesysteem aangebracht voor de druk, stroming en pompsnelheden van het schip naar de landterminal.
3.6
Verder volgt uit het rapport dat de betrokkenen bij de lekkage verkeerde informatie gaven over de omvang van hetgeen gebeurde. Hierdoor was een directe reactie niet mogelijk, waardoor de schade alleen maar groter is geworden. De betrokkenen zouden hebben nagelaten om tijdig melding te maken van de gebreken. De betrokkenen gaven zelfs aan dat de lekkage onder controle was gebracht, terwijl dit pertinent onjuist is.
3.7
In het rapport wordt geconcludeerd dat xxxxx niet heeft voldaan aan de op haar rustende verantwoordelijkheid uit hoofde van onder meer de verplichting tot bescherming van de haven. De leiding was gebrekkig en de reactie zijdens xxxxx om de lekkage onder controle te krijgen was te laat en inefficiënt.
3.8
De schade zijdens xxxxxx wordt op dit moment grofweg begroot op € 30.000,- schade per persoon. Naar verwachting zullen 4.500 vissers zich aansluiten bij onderhavige vordering.
3.9
Bij schrijven van 29 april 2022 heeft xxxxx bij xxxxxx geïnformeerd betreffende een regeling, zijnde een compensatie van de schade voor de vissers van xxxxx. Als productie 5 wordt het schrijven van 29 april 2022 zijdens xxxxx overgelegd. Voornoemd schrijven is eveneens per aangetekende post bezorgd op 4 mei 2022. Het bewijs van de bezorging per aangetekende post d.d. 4 mei 2022 wordt overgelegd als productie 6.
3.10
Daar enige reactie zijdens xxxxxx uitbleef, heeft xxxxxx op 2 juni 2022 een rappel gestuurd naar
xxxxxx. Het schrijven van xxxxxxx d.d. 2 juni 2022 wordt overgelegd als productie 7.
3.11
Op 9 juni 2022 volgt vervolgens een reactie zijdens xxxxx. Volgens xxxxx participeert zij niet in de raffinaderij xxxxxx en derhalve zou zij niet de partij zijn die door xxxxx zou moeten worden aangesproken. Xxxxx verwijst naar xxxxx en geeft te kennen dat xxxxx reeds een voorschot zou betalen aan vissers in het betreffende gebied en met elk van hen tracht te komen tot een schikkingsovereenkomst. De brief zijdens xxxx d.d. 9 juni 2022 wordt overgelegd als productie 8. Hetgeen nu bekend is, is dat een aantal vissers een voorschot van 780 euro (3000 soles) heeft ontvangen.
3.12
Op 13 juni 2022 laat xxxx aan xxxxxx weten dat zij bij haar standpunt blijft. Nu xxxxx naar de overtuiging van xxxx voor 99,20% eigendom is van xxxxx is xxxxx in de optiek van xxxxx de juiste partij in dezen. Het daartoe strekkende schrijven zijdens xxxxx d.d. 13 juni 2022 wordt overgelegd als productie 9.
3.13
Bij schrijven van 14 juni 2022 wordt vervolgens aan xxxx kenbaar gemaakt dat xxxx zich aansluit bij vordering (het verhalen van schade van vissers in het betreffende gebied) van xxxx. Dit schrijven van 14 juni 2022 wordt overgelegd als productie 10.
3.14
Voorts heeft ook xxxx zich inmiddels aangesloten bij de vordering.
3.15
Nu xxxx weigert om in overleg te treden met xxxxx omtrent de schadevergoeding en eveneens geen blijk ervan geeft dat zij over zal gaan tot betaling van de schade die benadeelden hebben geleden en nog zullen lijden, zien xxxxx zich genoodzaakt om xxxxx in rechte te betrekken.
4. XXXXXXXXX XXXXX
4.1
De benadeelden hebben schade geleden als gevolg van de lekkage van de olietanker. In de optiek van xxxxx is xxxxxx hiervoor aansprakelijk. Derhalve pleegt xxxxx naar overtuiging van xxxxx een onrechtmatige daad jegens hen, welke aan xxxxx kan worden toegerekend en is xxxxx ingevolge artikel 6:162 lid 1 BW verplicht de schade die de vissers – wiens belangen worden behartigd door xxxxx – daardoor lijden te vergoeden.
Onrechtmatige gedraging
4.2
xxxx stellen zich op het standpunt dat xxxxx onrechtmatig heeft gehandeld door schade te veroorzaken als gevolg van de lekkende olietanker in het gebied waar de vissers actief zijn. xxxxx is verantwoordelijk tijdens het ‘overpompen’ van de olie via de olietanker naar de raffinaderij. In dit stadium is de lekkage ontstaan. In de optiek van xxxx had het op de weg van xxxxx gelegen om deze schade te voorkomen althans om voorzorgsmaatregelen te nemen waardoor de schade zou worden beperkt tot een minimum. Dit alles heeft xxxxx nagelaten. Vorengaande wordt bevestigd door bevindingen uit het rapport van de speciale commissie die door de Peruaanse regering is ingesteld (zie randnummer 3.3 – 3.7).
Toerekenbaar
4.3
De onrechtmatige gedraging van xxxxx is naar overtuiging van xxxxx toerekenbaar aan xxxxx op grond van schuld. xxxx is immers verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van het transport van de olietankers naar de raffinaderij (zie ook in dit kader randnummer 3.3 – 3.7). Hier is de schade echter ontstaan.
4.4
Mocht Uw Rechtbank onverhoopt van oordeel zijn dat geen sprake is van toerekenbaarheid op grond van schuld zijdens xxxxx, dan is de onrechtmatige daad in de visie van xxxxx toerekenbaar krachtens de verkeersopvattingen. xxxxx dient immers conform de op haar rustende zorgvuldigheidsnorm te handelen. Dit houdt naar overtuiging van xxxx in dat xxxx er in ieder geval voor zorg dient te dragen dat geen olie kan lekken in de zee en in dat kader aldus preventief onderhoud pleegt betreffende (onder meer) het ‘overpompen’ van olie. De gelekte olie als in onderhavige kwestie kan naar overtuiging van xxxx worden aangemerkt als een gevaarlijke stof waarvan het gevaar bij xxxxx als bekend mag (en mocht) worden verondersteld. Het is daarbij bekend – althans zo had ook hier mogen worden verondersteld – bij xxxx dat het lekken van de olie tot het gevaar kon leiden dat zich inmiddels heeft verwezenlijkt. Daarbij heeft ook te gelden dat xxxxx niet (althans onvoldoende) heeft zorggedragen om de schade zo veel als mogelijk te voorkomen (zoals ook uiteengezet onder randnummer 3.3 – 3.7).
Schade
4.5
De schade in onderhavige kwestie wordt vooralsnog begroot op € 30.000,- per persoon. Daar xxxxx niet reeds de schade concreet en gespecificeerd kunnen onderbouwen, vorderen xxxxx een verklaring voor recht dat xxxxx aansprakelijk is voor het vergoeden van de door benadeelden geleden schade alsmede om de schade nader op te maken bij staat.
Causaliteit
4.6
Voorts is sprake van causaliteit. De schade zijdens de vissers van xxxxx is veroorzaakt door de onrechtmatige gedraging van xxxxx. De schade was immers niet ontstaan als tijdens het overpompen van de olie geen olie was gelekt. Het condicio sine qua non verband is hiermee gegeven.
Concluderend
4.7
In de optiek van xxxx is xxxx gelet op bovenstaande aansprakelijk voor de door xxxx geleden schade als gevolg van de schade die aan xxxx dient te worden toegerekend.
5. VERWEER EN WEERLEGGING
5.1
xxxx heeft niet betwist dat olie is gelekt, dat dit is geschied tijdens het overpompen van de olie en dat daardoor bovengenoemde schade is veroorzaakt. xxxx verwijst in haar schrijven van 9 juni 2022 (vide productie 7) enkel naar xxxxx, welke partij volgens xxxxx moet worden aangesproken. xxxxx miskent echter dat zij voor meer dan 99% aandeelhouder is van xxxxx en xxxxx dientengevolge aansprakelijk is.
5.2
xxxx heeft verder nog aangevoerd dat de lekkage van de olietanker niet haar schuld zou zijn. Volgens xxxx zou de lekkage zijn ontstaan als gevolg van hevige windvlagen gepaard gaande met plotselinge hoge golven en zou er derhalve sprake zijn van overmacht waardoor de schade niet aan haar kan worden toegerekend.5 xxxx betwisten uitdrukkelijk dat sprake zou zijn van enige vorm van overmacht. Dit volgt nergens uit. Ten tijde van het ontstaan van de lekkage deden zich ook geen hevige windvlagen voor. Sterker nog, er was op die bewuste 15 januari 2022 een zeilwedstrijd georganiseerd in het betreffende gebied en die was uitgesteld omdat er te weinig wind stond. Voor zover Uw Rechtbank dat nodig zou achten, dan bieden xxxxx hiervan bewijs aan door middel van het horen van getuigen van het feit dat er op 15 januari 2022 geen sprake was van een hevige wind dan wel (plotselinge) hoge golven. Tevens volgt uit het rapport van de speciale commissie (waarnaar verwezen onder randnummer 3.3) dat geen afwijkende golven zijn opgetreden en de golven in het betreffende gebied niet hoger zijn geweest dan één meter.
5.3
5 Zie xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xx-xxxxxx0xxxx00/.
xxxx heeft verder geen verweren aangevoerd en xxxx kunnen hier dan ook niet op ingaan. Naar overtuiging van xxxx liggen de vorderingen voor toewijzing gereed.
6. BUITENGERECHTELIJKE KOSTEN
6.1
xxxx vorderen voorts een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten op grond van artikel 6:96 BW lid 2 BW. De advocaat van xxxx heeft in opdracht van en voor rekening van xxxx buitengerechtelijke werkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden hielden geen verband met het aanhangig maken van deze procedure en kunnen dan ook niet worden aangemerkt als verrichtingen ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak.
6.2
De advocaat van xxxx heeft – tot de inleidende dagvaarding werd geredigeerd – onder meer het geautomatiseerde en fysieke dossier aangelegd, herhaaldelijk schriftelijk aangemaand, correspondentie met xxxx en xxxx gevoerd, xxxxx geadviseerd en de mogelijkheden onderzocht en ingeschat. De advocaat heeft aldus een zodanige combinatie van werkzaamheden verricht dat deze voor afzonderlijke vergoeding in aanmerking komen.
6.3
xxxxx verzoeken Uw Rechtbank om xxxx te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, zoals vastgesteld bij zaken van onbepaalde waarde in het Rapport BKG Integraal, ad € 925,-
7. BEVOEGDHEID
7.1
Aangezien de vordering van xxxx van onbepaalde waarde is (althans naar verwachting gelet op vorengaande meer dan € 25.000,- zal bedragen) en xxxxx gevestigd is (te ’s-Gravenhage) binnen Uw Arrondissement, is Uw rechtbank Den Haag, sector civiel, locatie Den Haag bevoegd om van het onderhavig geschil kennis te nemen en daaromtrent te beslissen.
8. ONTVANKELIJKHEID
8.1
Op grond van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) en artikel 3:305a BW kan een belangenorganisatie een schadevergoeding in geld vorderen. xxxxx zullen hieronder uiteenzetten dat zij voldoen aan alle ontvankelijkheidseisen die voortvloeien uit artikel 3:305a BW.
Temporele reikwijdte
8.2
De gebeurtenis (schade) heeft zich voorgedaan na 15 november 2016 en is ingesteld na 1 januari 2020. In die situatie is de WAMCA van toepassing die op 1 januari 2020 is ingetreden.
Rechtsbevoegdheid en gelijksoortigheid
8.3
xxxx zijn stichtingen / verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. De belangen van de vissers die worden vertegenwoordigd kennen voorts een gelijksoortig belang. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad hoeven in het kader van de gelijksoortigheid niet de individuele belangen van de benadeelden te worden betrokken.6 De posities, achtergronden en belangen ten behoeve van wie de collectieve actie wordt ingesteld hoeft dan ook niet identiek dan wel overwegend gelijk te zijn. Het belang van de benadeelden in onderhavige kwestie ziet op het verkrijgen van een schadevergoeding betreffende gederfde inkomsten in de visserij als gevolg van het onrechtmatige handelen van xxxx. Naar overtuiging van xxxx is derhalve sprake van een gelijksoortig belang.
Statuten
8.4
Krachtens de statuten van xxxx heeft te gelden dat zij de belangen van haar achterban (de vissers in kwestie) behartigen en aldus wordt voldaan aan het zogenaamde statutenvereiste. In de statuten staat (reeds vertaald en voor zover van belang):
“xxxxx: VERENIGING VAN AMBACHTELIJKE VISSERS EN AQUACULTUREN PUERTO CHICO
gespecialiseerd in ZEEVISSERIJ. Het werd opgericht op 17-05-2019, geregistreerd binnen commerciële en commerciële bedrijven als een VERENIGING. | RUC: 20604720851 (officiële registratie).
xxxxx: REGIONALE ASSOCIATIE UNIE VAN ARTISAN EN AANVERWANTE VISSERS VAN CALLAO
(ARUPACC) gespecialiseerd in ACTIVITEITEN VAN ANDERE NCP-ASSOCIATIES Het werd opgericht op 31-08-2004, geregistreerd bij de handels- en commerciële bedrijven als een ASSOCIATIE.| RUC: 20509343650 (officiële registratie)
xxxxx: ASOC. NATIONALE BAHIA BLANCA VOOR DEFENSIE EN INTEGRALE ONTWIKKELING VAN ARTISANALE VISSERS VAN PERU, gespecialiseerd in ACTIVITEITEN VAN ANDERE NCP-
VERENIGINGEN Het werd opgericht op 04-03-2019, geregistreerd bij commerciële en commerciële bedrijven als een ASSOCIATIE. | RUC: 20604499471 (officiële registratie)”
6 HR 26 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5756 (Plazacasa).
Waarborgvereiste
8.5
De belangen van de achterban zijn tevens voldoende gewaarborgd. Krachtens artikel 3:305a lid 2 BW zijn de belangen voldoende gewaarborgd (I) wanneer de belangenorganisatie voldoende representatief is en (II) voldoet aan de overige vereisten van lid 2. xxxx zullen hieronder uiteenzetten dat aan het waarborgvereiste is voldaan.
8.6
xxxxx zijn naar hun overtuiging voldoende representatief om de belangen van de benadeelden te behartigen. Om de mate van representativiteit te bepalen heeft de wetgever het volgende in overweging genomen:
De representativiteit van een organisatie kan uit verschillende gegevens worden afgeleid, en het verdient daarbij geen aanbeveling één of meer gegevens doorslaggevend te achten. Een vastomlijnde invulling van dit vereiste is dan ook niet goed te geven, omdat dit tekort zou doen aan andere gegevens die er ook op kunnen wijzen dat een organisatie representatief is. Verschillende gegevens kunnen immers – al dan niet in combinatie met elkaar – van belang zijn. De representativiteit van de organisatie kan bijvoorbeeld afgeleid worden uit de overige werkzaamheden die de organisatie verricht heeft om zich voor de belangen van de benadeelden in te zetten, of uit het aantal benadeelden dat aangesloten is bij of lid van de organisatie, danwel uit de vraag in hoeverre de benadeelden zelf de organisatie als representatief aanvaarden. Ook kan de representativiteit afgeleid worden uit het gegeven dat de organisatie ter zake van de schadeveroorzakende gebeurtenis(sen) niet alleen ten opzichte van de schadeveroorzaker(s), maar bijvoorbeeld ook ten opzichte van de overheid als 63/81 gesprekspartner is opgetreden. Het optreden als spreekbuis in de media kan ook een belangrijke aanwijzing zijn.”7
8.7
Nu om en nabij de 1000 vissers van de – naar schatting – 4500 vissers die zijn getroffen door het onrechtmatig handelen van Repsol worden vertegenwoordigd door xxxx, staat naar overtuiging van xxxx vast dat voldaan is aan het vereiste van representativiteit.
8.8
xxxx kent verder ieder een bestuur die de belangen van de benadeelden behartigen.
7 Kamerstukken II 2003/04. 29 414, nr. 3.
8.9
xxxx beschikken verder over voldoende middelen om de kosten voor het instellen van een rechtsvordering te dragen. De zaak zal worden gefinancierd met middelen afkomstig van xxxx (Peru) en xxxx (Argentinië).
8.10
xxxx overleggen de afspraken betreffende de financiering niet als productie, daar zij niet wenst dat xxxx hier inzage in krijgt. Voor zover Uw Rechtbank de financieringsafspraken wenst in te zien, dan bieden xxxx Uw Rechtbank hiertoe de gelegenheid, waarbij xxxx Uw Rechtbank dan wel verzoeken om de financieringsafspraken niet aan xxxx te hoeven verstrekken.
8.11
Voor zover Uw Rechtbank onverhoopt van oordeel is dat niet wordt voldaan aan de vereisten uit lid 2 van artikel 3:305a BW, dan blijft uit hoofde van artikel 3:305a lid 6 BW de vordering tot een verklaring voor recht staan. Dit doet daar niets aan af.
Geen winstoogmerk
8.12
De bestuurders van xxxx hebben geen rechtstreeks of middellijk winstoogmerk. De bestuurders trachten de benadeelden te helpen bij het verhalen van de schade. xxxx vorderen in deze procedure ook geen andere schade dan een vergoeding die ten behoeve van de benadeelden komt, behoudens een vergoeding van de door xxxx gemaakte en nog te maken kosten.
Nauwe band met Nederlandse rechtssfeer
8.13
De rechtsvordering heeft naar overtuiging van xxxx een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer. Ingevolge artikel 3:305a BW lid 1 jo. lid 3 onder b is sprake van een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer indien:
• 2°. degene tegen wie de rechtsvordering zich richt, woonplaats in Nederland heeft en bijkomende omstandigheden wijzen op voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer;
Het is een gegeven dat xxxx woonplaats heeft in Nederland. Dit volgt genoegzaam uit het als productie 2 overgelegde uittreksel uit de Kamer van Koophandel. In de optiek van xxxx zijn er zijdens xxxxx tevens bijkomende omstandigheden die wijzen op voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer. xxxxx is direct, dan wel indirect aangezien zij grootaandeelhouder is van xxxx (ruim 99%), eigenaar van de raffinaderij xxxxx (xxxxx) alwaar de lekkage is ontstaan. xxxxx
zwaait de scepter en kan de strategie en werkwijze bepalen. Het is dan ook xxxx dat ervoor had moeten zorgen dat de lekkage zou worden voorkomen althans voldoende voorzorgsmaatregelen moeten nemen om de schade te beperken. xxxxx bepaalt en derhalve is er ook voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer.
Overleg
8.14
Artikel 3:305a BW lid 3 onder c bepaalt verder dat xxxx overleg hebben moeten voeren met xxxx om te trachten om het gevorderde te bereiken. Krachtens de wet is een termijn van twee weken hiervoor voldoende. Nu het eerste schrijven van xxxx dateert van 29 april 2022 en xxxx dit (in ieder geval) op 4 mei 2022 heeft ontvangen, is voldoende tijd geweest voor overleg. xxxx hebben xxxx ook getracht te bewegen om overleg te voeren, maar xxxx weigert tot het moment van dagvaarden om in overleg te treden met xxxx.
9. BEWIJS
9.1
xxxx bieden aan (zonder hiermee onverplicht enige bewijslast ex artikel 150 Rv op zich te nemen) bewijs van hun stellingen te leveren door middel van alle middelen rechtens en in het bijzonder door middel van het (doen) horen van getuigen.
9.2
xxxx hebben de navolgende producties in het geding gebracht:
• productie 1: nadere informatie xxxxx;
• productie 2: power of representation
• productie 3: uittreksel KvK xxxxx;
• productie 4: organogram xxxxx d.d. 6 december 2019;
• productie 5: schrijven zijdens xxxxx d.d. 29 april 2022;
• productie 6: ontvangstbewijs van schrijven van 29 april 2022;
• productie 7: schrijven zijdens xxxxx d.d. 2 juni 2022;
• productie 8: schrijven zijdens xxxxx d.d. 9 juni 2022;
• productie 9: schrijven zijdens xxxxx d.d. 13 juni 2022;
• productie 10: schrijven zijdens xxxxx d.d. 14 juni 2022;
MITSDIEN
Het Uw Rechtbank moge behagen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat eisers ontvankelijk zijn in het kader van de WAMCA
• te verklaren voor recht dat xxxx onrechtmatig heeft gehandeld jegens de benadeelden;
• te verklaren voor recht dat xxxxx aansprakelijk is voor de door benadeelden geleden schade wegens het in deze dagvaarding omschreven onrechtmatige handelen;
• xxxx te veroordelen tot vergoeding van de schade (te vermeerderen met de wettelijke rente) door de benadeelden geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van xxxxx, nader op te maken (bij staat);
• xxxx te veroordelen tot de volledige en werkelijke proceskosten van dit geding, buitengerechtelijke kosten en verdere kosten die xxxxx hebben gemaakt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
• xxxx te veroordelen tot de volledige door xxxx gemaakte (buitengerechtelijke) kosten en nog in het kader van de schadeafwikkeling te maken kosten, op grond van artikel 6:96 BW, het een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
Kosten deurwaarder: