Uitvoeringsovereenkomst met Rexel Nederland B.V.
Stichting Pensioenfonds Sagittarius
Uitvoeringsovereenkomst met Rexel Nederland B.V.
De ondergetekenden:
Stichting Pensioenfonds Sagittarius, gevestigd te Naarden aan de Xxxxxxxxxxxxx 0X, hierna te noemen ‘het pensioenfonds’, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door N. Mol en R. Joop
en
Rexel Nederland B.V., hierna te noemen ‘de werkgever’, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door M.P.N. Verdegaal en X. Xxxxx.
overwegende dat:
• de werkgever pensioenovereenkomsten heeft gesloten met haar werknemers;
• de werkgever op grond van de Pensioenwet gehouden is de pensioenovereenkomsten onder te brengen bij een pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet door het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst;
• de werkgever de uitvoering van de pensioenovereenkomsten onder wil brengen bij het pensioenfonds.
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
het bestuur | het bestuur van Stichting Pensioenfonds Sagittarius |
deelnemer | de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een pensioen- overeenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens het pensioenfonds |
pensioenovereenkomst | hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen |
pensioenregeling | de pensioenregeling van Rexel Nederland B.V. |
pensioenreglement | Rexel Nederland Regeling 2020 |
werknemer | de persoon die met de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft en op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft bij Stichting Pensioenfonds Sagittarius |
Artikel 2 Premievaststelling
1. Met inachtneming van het hierna bepaalde is de werkgever voor de financiering van de uit het pensioenreglement voortvloeiende pensioenaanspraken en -rechten jaarlijks aan het pensioen- fonds een doorsneepremie verschuldigd. De doorsneepremie is inclusief de door de werkgever in te houden deelnemersbijdrage en wordt uitgedrukt als een percentage van de pensioengrond- slagsom van de deelnemers. De doorsneepremie wordt eens per drie jaar vastgesteld.
2. De doorsneepremie is voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 vastgesteld op 40,2% van de pensioengrondslagsom. De methodiek ter bepaling van deze doorsneepremie is opgenomen in bijlage I.
3. De werkgever is naast de in lid 1 genoemde doorsneepremie geen andere bijdragen aan het pen- sioenfonds verschuldigd voor de financiering van de pensioenaanspraken en -rechten die geba- seerd zijn op het pensioenreglement en voor de uitvoeringskosten van het pensioenfonds. Indien in enig kalenderjaar de in lid 1 genoemde doorsneepremie lager is dan de voor dat jaar beno- digde kostendekkende premie en het tekort niet geheel of gedeeltelijk kan worden gedekt door de bij het pensioenfonds gevormde reserve pensioenpremie, worden de in dat kalenderjaar toe te kennen pensioenaanspraken verlaagd. De ontwikkeling van de reserve pensioenpremie is op- genomen in bijlage I.
4. De werkgever heeft geen recht om de in lid 1 genoemde doorsneepremie in enig jaar te verla- gen, met uitzondering van de situatie dat het betalingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 5 van toepassing is.
5. De werkgever heeft geen recht op premiekorting of terugstorting van premie.
Artikel 3 Premiebetaling
1. De werkgever is de totale doorsneepremie – inclusief de deelnemersbijdrage – voor de deelnemers verschuldigd aan het pensioenfonds.
2. De werkgever houdt de deelnemersbijdrage in op het salaris van de werknemers. De werkgever is verplicht de door hem verschuldigde doorsneepremie aan het pensioenfonds af te dragen binnen 10 dagen na afloop van het kalenderkwartaal waarover de doorsneepremie verschuldigd is.
Artikel 4 Niet-nakoming van betalingsverplichtingen van de werkgever
1. De werkgever en het pensioenfonds verbinden zich over en weer om over de verschuldigde gelden, over de tijdvakken gelegen tussen het tijdstip waarop deze gelden opeisbaar zijn geworden en het tijdstip waarop zij zijn bijgeschreven, interest te vergoeden tegen een interestvoet die gelijk is aan de in dat tijdvak geldende herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank vermeerderd met een opslag van 1%-punt.
2. Het pensioenfonds informeert de ondernemingsraad en het verantwoordingsorgaan schriftelijk wanneer sprake is van een premieachterstand van 5% of meer van de totale door het pensioenfonds te ontvangen doorsneepremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens wettelijke bepalingen geldende eisen met betrekking tot het minimaal vereist eigen vermogen van het pensioenfonds.
Artikel 5 Betalingsvoorbehoud werkgever
1. De werkgever kan de betaling van de doorsneepremie, voor zover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, verminderen of geheel staken indien naar zijn oordeel het bedrijfs- belang dit noodzakelijk maakt als gevolg van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Wordt van dit recht gebruik gemaakt, dan zal de werkgever de pensioenregeling (tijdelijk) aan- passen en zullen de toe te kennen pensioenaanspraken aan de gewijzigde omstandigheden wor- den aangepast.
2. Als de werkgever tot het in lid 1 vermelde wenst over te gaan, stelt hij het pensioenfonds, de ondernemingsraad, deelnemers en het verantwoordingsorgaan hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis. De op grond van al gedane betalingen verworven pensioenaanspraken en -rechten zullen niet worden aangetast.
Artikel 6 Informatieverstrekking door de werkgever
1. De werkgever is verplicht aan het pensioenfonds gegevens te verstrekken die voor een goede administratieve uitvoering van de statuten en het pensioenreglement nodig zijn. Dit vindt plaats binnen de door het pensioenfonds gestelde termijn.
2. De werkgever is verplicht aan het pensioenfonds de gegevens te verstrekken, welke naar het oordeel van het pensioenfonds nodig zijn voor het berekenen van de verschuldigde doorsneepremie. Als de werkgever naar het oordeel van het fonds niet, niet juist of niet volledig aan deze verplichting voldoet, is het pensioenfonds bevoegd de verschuldigde doorsneepremie naar beste weten vast te stellen.
3. Het bestuur bepaalt in overeenstemming met de Service Level Agreement met de werkgever de wijze waarop de gegevens als bedoeld in lid 1 en lid 2 worden verstrekt. De Service Level Agreement is als bijlage II aan deze overeenkomst gehecht.
Artikel 7 Opstellen en wijzigen van het pensioenreglement
1. De werkgever informeert het pensioenfonds schriftelijk over de door hem met de (vertegenwoordiging van) werknemers overeengekomen wijzigingen in de pensioen- overeenkomst.
2. Het pensioenreglement wordt in overeenstemming met lid 1 door het bestuur opgesteld en kan worden gewijzigd door het bestuur in overeenstemming met lid 1.
3. Het pensioenfonds stelt na ontvangst van de wijzigingen binnen twee maanden een nieuw conceptreglement op en legt dit samen met een opgave van de financiële consequenties van de wijziging en een uitspraak over de uitvoerbaarheid aan de werkgever voor.
4. De werkgever laat schriftelijk binnen één maand na ontvangst van het in lid 3 genoemde weten of hij akkoord gaat met de consequenties van de wijziging en het conceptreglement.
5. Als de werkgever geen reactie geeft binnen de genoemde termijn mag het pensioenfonds er van uit gaan dat de werkgever akkoord is.
6. Het bestuur stelt het pensioenreglement vast.
Artikel 8 Voorwaardelijke toeslagverlening
1. Op de pensioenrechten van pensioengerechtigden en de pensioenaanspraken van deelnemers, gewezen deelnemers en gewezen partners wordt jaarlijks per 1 januari toeslag verleend van maximaal de prijsindex.
2. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de in lid 1 bedoelde pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast.
3. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
4. Als het bestuur in enig jaar besluit een lagere toeslag toe te kennen dan de prijsindex, kan het bestuur besluiten de gemiste toeslagverlening later alsnog toe te kennen.
Artikel 9 ESG beleid
Het pensioenfonds brengt zijn ESG-beleidsdoelstellingen zoveel mogelijk in lijn met de visie van de werkgever brengen. Het pensioenfonds voert een beleid dat ten minste voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
Als zich omstandigheden voordoen die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet voorzienbaar waren en nakoming van de overeenkomst substantieel beïnvloeden, zullen partijen in gezamenlijk overleg en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden, die recht doet aan de belangen van beide partijen in het kader van deze overeenkomst.
Artikel 11 Beslechting van geschillen
Alle geschillen welke tussen het fonds en de werkgever kunnen ontstaan, waaronder geschillen over de uitleg of toepassing van deze overeenkomst, zullen worden beslecht overeenkomstig de klachten- en geschillenprocedure van het pensioenfonds.
Artikel 12 Duur van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst vervangt de eerder gesloten uitvoeringsovereenkomst en treedt in werking op 1 januari 2023. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, onverlet latende het recht van partijen hun onderlinge rechtsverhouding tussentijds nader vast te stellen.
2. De overeenkomst kan worden opgezegd per 31 december van enig jaar met een opzegtermijn van zes maanden.
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend, op 2023
Stichting Pensioenfonds Sagittarius Rexel Nederland B.V.
…………………………………………. ………………………………….......
N. Mol M.P.N. Verdegaal
voorzitter algemeen directeur
…………………………………………. ………………………………….......
R. Xxxx X. Xxxxx
penningmeester financieel directeur
Bijlage I
I.1 Methodiek ter bepaling van de doorsneepremie
In artikel 2 van de overeenkomst is aangegeven dat de doorsneepremie eens per drie jaar wordt vastgesteld. In deze bijlage is de methodiek van de vaststelling van de doorsneepremie beschreven.
I.2 Berekening van de doorsneepremie
De hoogte van de doorsneepremie voor de jaren 2022-2025 is als volgt bepaald:
• Er is een projectie van drie jaar gemaakt van het deelnemersbestand per 1 januari 2022 en de daarbij behorende pensioenopbouw.
• Voor de berekende pensioenopbouw in deze drie jaar is de kostendekkende premie berekend. De kostendekkende premie is gelijk aan de zuiver kostendekkende premie met uitzondering van de solvabiliteitsopslag. In de zuiver kostendekkende premie wordt de solvabiliteitsopslag gebaseerd op het vereist eigen vermogen. In de kostendekkende premie wordt de solvabiliteitsopslag gebaseerd op het eigen vermogen (met als minimum het minimaal vereist eigen vermogen en als maximum het vereist eigen vermogen).
• Vervolgens is voor deze drie jaar de benodigde premie uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslagsom. Het driejaarsgemiddelde leidt tot de doorsneepremie van 40,2%.
I.3 Uitgangspunten bij de berekening van de doorsneepremie
Voor de berekening van de doorsneepremie zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
• Bij de bestandsontwikkeling is rekening gehouden met uitstroom als gevolg van uitdiensttreding. De kansen hiervan zijn ontleend aan het rapport van Xxxxxx van 29 januari 2013.
• Er is rekening gehouden met nieuwe toetredingen. Hierbij is verondersteld dat de indiensttredingen in de jaren 2023 tot en met 2025 gelijk zullen zijn aan het jaar 2021 voor wat betreft leeftijd, aantallen, salaris en geslacht.
• De gehanteerde (actuariële) grondslagen zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2022. Een overzicht van de gehanteerde grondslagen is als volgt:
o sterftegrondslagen: de AG Prognosetafels 2022
o ervaringssterfte: de ES-P2-tabel
o kosten:
▪ een opslag van 3% voor de excassokosten van het fonds
▪ een premie van 3,1% voor de uitvoeringskosten van het fonds
o arbeidsongeschiktheid: een premie van 1,1% voor premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid
o rekenrente: op basis van de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2022 is een puntschatting gemaakt van 2,15%. Deze is vervolgens met 0,7%-punt verlaagd.
o solvabiliteit: een opslag ter grootte van de actuele dekkingsgraad, welke minimaal gelijk is aan het minimaal vereist eigen vermogen en maximaal gelijk is het vereist eigen vermogen. Dit is per 31 december 2022 een opslag van 17,2%.
I.4 Samenstelling van de doorsneepremie
De samenstelling van de doorsneepremie voor de jaren 2023-2025 is als volgt:
Uitsplitsing doorsneepremie | |
Netto actuariële premie | 29,6% |
Opslag uitvoeringskosten | 3,1% |
Opslag arbeidsongeschiktheid | 1,1% |
Opslag overlijdensrisico | 0,9% |
Solvabiliteitsopslag | 5,5% |
Doorsneepremie 2023-2025 | 40,2% |
Een afwijking in enig jaar tussen de in de doorsneepremie begrote uitvoeringskosten en de werkelijke uitvoeringskosten is een resultaat in het boekjaar en komt ten laste of ten gunste van de algemene reserve van het pensioenfonds.
I.5 De reserve pensioenpremie
De ontwikkeling van de reserve pensioenpremie is als volgt:
• Bij de start van de premieperiode die 1 januari 2023 aanvangt is er geen reserve pensioenpremie aanwezig.
• Wanneer in enig jaar de betaalde premie hoger is dan de toetspremie dan wordt het meerdere toegevoegd aan de reserve pensioenpremie.
• Is de betaalde premie lager dan de toetspremie dan wordt het tekort onttrokken aan de reserve pensioenpremie.
• Blijft er dan nog een tekort, dan wordt de pensioenopbouw in dat jaar verlaagd.
• De toetspremie is het maximum van:
o de kostendekkende premie waarbij de solvabiliteitsopslag gelijk is aan de hoogte van de actuele dekkingsgraad (min 100%) met als minimum het percentage minimaal vereist eigen vermogen en als maximum het percentage vereist eigen vermogen;
o de gedempte kostendekkende premie op basis van de 10-jaars gemiddelde rentetermijnstructuur.
• Aan het einde van de driejaarperiode zal een eventueel saldo in de reserve pensioenpremie vrijvallen in de algemene reserve van het fonds.
Bijlage II
II.1 Service Level Agreement
De werkgever en het pensioenfonds maken door middel van deze Service Level Agreement (SLA) nadere afspraken over de wederzijdse verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van het pensioenreglement door het pensioenfonds.
II.2 Verstrekking van gegevens door de werkgever
Overeenkomstig artikel 6 van de uitvoeringsovereenkomst is de werkgever verplicht om de hierna genoemde gegevens tijdig, adequaat en volledig aan te leveren bij het pensioenfonds.
1. Aanmelding nieuwe deelnemers
De werkgever is verplicht tot het aanmelden van nieuwe werknemers binnen uiterlijk 21 dagen na aanvang van het deelnemerschap. De werkgever verstrekt de volgende gegevens van betrokkene schriftelijk aan het pensioenfonds:
• naam, geslacht, geboortedatum
• personeelsnummer
• privé e-mailadres
• datum indiensttreding
• burgerservicenummer
• salaris
• deeltijdpercentage
• burgerlijke staat
• naam, geslacht, geboortedatum van eventuele partner
• kopie samenlevingscontract (indien van toepassing)
2. Afmelding deelnemers
De werkgever is verplicht tot het afmelden van werknemers uiterlijk 21 dagen nadat die werknemers niet meer aan de vereisten voor het deelnemerschap voldoen. Daarbij geeft de werkgever aan per welke datum het dienstverband beëindigd is. De werkgever verstrekt de volgende gegevens van betrokkene schriftelijk aan het pensioenfonds:
• naam
• personeelsnummer
• datum uitdiensttreding
3. Arbeidsongeschiktheid
Indien een deelnemer een uitkering verkrijgt krachtens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), is de werkgever verplicht om hiervan binnen uiterlijk 21 dagen na het verkrijgen van die uitkering melding te doen aan het pensioenfonds. De werkgever verstrekt de volgende gegevens schriftelijk aan het pensioenfonds:
• naam
• personeelsnummer
• de beschikking van UWV waaruit de mate van arbeidsongeschiktheid en ingangsdatum van de WIA-uitkering blijkt
4. Individuele wijziging van gegevens
De werkgever verplicht zich om uiterlijk 21 dagen na wijziging van de reeds verstrekte gegevens melding hiervan te doen aan het pensioenfonds. De werkgever verstrekt de volgende gegevens schriftelijk aan het fonds:
• naam
• personeelsnummer
• wijziging
• ingangsdatum van wijziging
5. Groepsgewijze wijziging van gegevens ten behoeve van premievaststelling
De werkgever is verplicht om uiterlijk op 1 maart van ieder jaar van alle deelnemers de salarisgegevens aan het pensioenfonds te verstrekken die benodigd zijn voor vaststelling van de premie voor dat jaar.
6. Verzamelloonstaat
De werkgever is verplicht om uiterlijk 1 februari van ieder jaar aan het pensioenfonds een verzamelloonstaat te verstrekken ter vaststelling van de juistheid en volledigheid van het deelnemersbestand.
II.3 Verstrekking van gegevens door het pensioenfonds
1. Het pensioenfonds is verplicht om binnen 3 maanden na aanmelding van een nieuwe deelnemer de deelnemer te informeren via Pensioen 1-2-3.
2. Voor het einde van ieder kwartaal zal het pensioenfonds aan de werkgever een premienota sturen over dat kwartaal voorzien van een specificatie per deelnemer.