Voorwaarden motorrijtuigenverzekering (MPBV 2003.01)
Voorwaarden motorrijtuigenverzekering (MPBV 2003.01)
Inhoudsopgave
Art. Onderdeel Pagina
Algemene Voorwaarden
1 Begripsomschrijvingen 2
2 Geldigheidsgebied 2
3 Omvang van de dekking 2
4 Uitsluitingen 2
5 Verplichtingen van de verzekerde(n) 3
6 Premiebetaling en terugbetaling van premie 3
7 Wijziging premie en/of voorwaarden 4
8 Xxxxxxxxxxxxxxx 0
0 Xxxxx/xxxxx-xxxxxx 4
10 Vaststelling aantal schaden 4
11 Duur en einde van de verzekering 4
Rubriek - Aansprakelijkheid
1 Begripsomschrijvingen 5
2 Omvang van de dekking 5
3 Uitsluitingen 6
4 Regeling van schade 6
5 Verhaalsrecht 6
Rubriek - Beperkt Casco
1 Begripsomschrijvingen 6
2 Omvang van de dekking 6
3 Uitsluitingen 7
4 De schadevergoeding 7
5 Regeling van schade 8
Art. Onderdeel Pagina
Rubriek - Casco
1 Begripsomschrijvingen 8
2 Omvang van de dekking 8
3 Uitsluitingen 8
4 De schadevergoeding 9
5 Regeling van schade 9
Rubriek - Ongevallen in-/opzittenden
1 Begripsomschrijvingen 10
2 Omvang van de dekking 10
3 Uitsluitingen 10
4 Regeling van schade 10
5 Begunstiging 11
Rubriek - Schadeverzekering voor inzittenden
1 Begripsomschrijvingen 11
2 Omvang van de dekking 11
3 Uitsluitingen 12
4 Schade 12
5 Regeling van schade 12
ALGEMENE VOORWAARDEN
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 De verzekeraars
De op het polisblad genoemde risicodragers.
1.2 Verzekerde
x.xx verzekeringnemer;
b.ieder ander die als zodanig in de rubrieksvoorwaarden van verzekering wordt aangemerkt.
1.3 Begunstigde
degene aan wie zal worden uitgekeerd.
1.4 Eigen risico
het bedrag waarmee de schadevergoeding per gebeurtenis wordt verminderd.
ARTIKEL 2
Geldigheidsgebied
De verzekering is van kracht in alle bij de EU aangesloten landen en voorts in de Europese en niet-Europese landen, waarvoor het internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) geldig is.
ARTIKEL 3
Omvang van de dekking
3.1 Algemeen
De omvang van de dekking is omschreven in de van toepassing zijnde rubrieksvoorwaarden van verzekering.
3.2 Hulpverlening personenauto’s en bestelauto’s
De verzekerde heeft recht op hulpverlening zoals in dit artikel is omschreven indien:
- de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor het rijbewijs A of B voldoende is; en
- die hulpverlening tot stand komt na instemming van de alarmcentrale; en
- dat recht wordt aangetoond door middel van de verzekeraars- hulpkaart; en
- het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger door één van de hierna genoemde oorzaken tot stilstand komt en niet meer kan rijden en/of worden bestuurd door de bestuurder of één van de passagiers.
De hulpverlening omschreven onder a en b is van toepassing indien:
- het motorrijtuig is verzekerd volgens onderdeel aansprakelijk- heid; en
- de oorzaak van het tot stilstand komen is gelegen in een ongeval, brand of ander van buiten komend onheil. Hieronder wordt niet begrepen het enkel tot stilstand komen als gevolg van een gebrek aan het motorrijtuig.
De hulpverlening omschreven onder c is van toepassing indien:
- dit in de rubrieksvoorwaarden is aangegeven; en
- de oorzaak van het tot stilstand komen is gelegen in een gebrek aan het motorrijtuig.
Er geldt geen eigen risico.
Deze hulpverlening heeft geen invloed op de bonus/malus- schaal indien uitsluitend hulp is verleend krachtens dit artikel 3.2.
a. Hulpverlening binnenland na een ongeval
De hulpverlening in Nederland omvat:
1.het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland;
2.het vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage per taxi naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
b. Hulpverlening buitenland na een ongeval
De hulpverlening in het buitenland omvat:
1.het vergoeden van de noodzakelijke kosten van bergen en
slepen van het motorrijtuig en/of aanhanger naar de dichtst- bijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of waar een (nood)reparatie kan plaatsvinden (zie punt b.2);
2.het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
- dit object niet binnen vier werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvin- den;
- de kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van het gestrande object. Zijn die kosten hoger, dan worden de kos- ten vergoed voor invoering of vernietiging van het gestrande object in het betreffende land. In dat geval heeft de verzeker- de recht op vervoer van bagage naar Nederland;
0.xx terugreiskosten van de bestuurder en de passagiers, indien op grond van punt b.2 niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd.
Vergoed worden de kosten van vervoer op basis van:
- taxi naar het dichtstbij gelegen spoorwegstation;
- trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
- taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
c. Hulpverlening buitenland na pech
De hulpverlening in het buitenland na stilstand als gevolg van een gebrek aan het motorrijtuig omvat:
0.xx onder b omschreven hulpverlening;
0.xx vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp op de plaats van het tot stilstand komen. Hieronder worden niet begrepen de kosten van onderdelen en reparatie;
3.het bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig binnen vier werkdagen rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet (tijdig) ver- krijgbaar zijn.
De kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van ver- zekeringnemer, maar worden eerst door de verzekeraars voor- geschoten. De verzekeraars kunnen daarentegen betaling vooraf verlangen, indien deze kosten groter zijn dan E 750,-.
De hulpverlening wordt ook uitgevoerd, indien er samenhang is met andere hulpinstanties. Wel behouden de verzekeraars zich het recht voor de kosten eventueel met die andere hulpinstan- ties te verrekenen.
ARTIKEL 4
Uitsluitingen
Elk recht op schadevergoeding vervalt, indien de verzekerde bij schade opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt.
Behalve de uitsluitingen die opgenomen zijn in de rubrieksvoor- waarden van verzekering, is voorts van de verzekering uitgeslo- ten schade:
4.1 Opzet
die een verzekerde opzettelijk, dat wil zeggen met moedwil heeft veroorzaakt.
4.2 Geen rijbewijs
veroorzaakt, terwijl de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs.
Deze uitsluiting is niet van toepassing indien de feitelijke bestuurder:
a.verzuimd heeft het rijbewijs te laten vernieuwen, respectieve- lijk te laten verlengen en de geldigheidsduur niet langer dan 1 jaar is verstreken;
b.geslaagd is voor het rijvaardigheidsexamen, maar het rij- bewijs nog niet aan hem is uitgereikt.
4.3 Ontzegging rijbevoegdheid
veroorzaakt, terwijl de feitelijke bestuurder de bevoegdheid tot het besturen van een motorrijtuig ingevolge een onherroepelijk vonnis is ontzegd.
4.4 Verzekeren op naam van een ander
indien blijkt dat de verzekeringnemer of diens partner geen ver-
zekerbaar belang heeft bij het verzekerde motorrijtuig. Hiervan is in ieder geval sprake als vast staat dat noch de verzekering- nemer noch diens partner als eigenaar c.q. houder van het ver- zekerde motorrijtuig in het kentekenregister van de RDW staat ingeschreven.
4.5 Wedstrijden
veroorzaakt, terwijl wordt deelgenomen aan een wedstrijd. Deze uitsluiting geldt niet voor betrouwbaarheidsritten, puzzelritten, oriëntatieritten en dergelijke die geheel binnen Nederland wor- den gereden.
4.6 Afwijkend gebruik
veroorzaakt, terwijl het motorrijtuig:
a.wordt verhuurd of voor leasingdoeleinden wordt ingezet; b.wordt gebruikt voor andere doeleinden dan op het polisblad is vermeld.
4.7 Molest
veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroor- log, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze zes vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd.
4.8 Atoomkernreacties
veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoom- kernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
4.9 Inbeslagneming
ontstaan of veroorzaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt krachtens besluit van een Nederlandse of vreemde overheid.
De onder 4.1 t/m 4.6 genoemde uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandig- heden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorge- daan en dat hem daarvan in redelijkheid geen verwijt treft.
ARTIKEL 5
Verplichtingen van de verzekerde(n)
5.1 Na een schadegeval
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor de verzekeraars tot een verplichting tot uitkering kan lei- den, is hij verplicht:
x.xx verzekeraars zo spoedig mogelijk die gebeurtenis te mel- den en een schriftelijke en door hemzelf ondertekende ver- klaring omtrent de oorzaak, toedracht en omvang van de schade te overleggen;
x.xx verzekeraars zo spoedig mogelijk alle gegevens te verstrekken en stukken door te zenden;
x.xx verzekeraars zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraars zou kunnen schaden;
d.zich te onthouden van het erkennen van schuld of het doen (van toezegging) van betaling;
e.ingeval van (poging tot) diefstal, braak, joyriding, verduis- tering, oplichting, of vermissing van het motorrijtuig direct aangifte te doen bij de politie ter plaatse. Een bewijs van deze aangifte moet aan de verzekeraars worden toegezonden. Deze verplichting geldt alleen indien onderdeel (beperkt) casco is verzekerd.
Bij diefstal zullen de verzekeraars de voertuiggegevens melden aan het Vermiste Auto Register (VAR), zodat door de overheid erkende (particuliere) organisaties door de verzekeraars inge- schakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezor- gen van het voertuig. Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan de VAR-helpdesk, die 24 uur per dag bereikbaar is.
De door de verzekerde verstrekte c.q. te verstrekken opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen mede dienen tot de vast- stelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
5.2 Na een ongeval
1. Overlijden
In geval van overlijden van een verzekerde:
x.xx de verzekeringnemer of de begunstigde verplicht de verze- keraars hiervan ten minste 48 uur voor de begrafenis of de crematie in kennis te stellen; en
x.xx de begunstigde verplicht zijn medewerking te verlenen aan alle maatregelen ter vaststelling van de doodsoorzaak.
2.Blijvende invaliditeit
In geval van te verwachten blijvende invaliditeit is de verzeke- ringnemer dan wel de begunstigde verplicht de verzekeraars zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 3 maanden na een ongeval, door middel van een volledig ingevuld en onderte- kend aangifteformulier kennis te geven van een ongeval, waaruit een recht op een uitkering wegens blijvende invalidi- teit zou kunnen ontstaan. Wordt de aanmelding later gedaan, dan kan niettemin een recht op uitkering ontstaan, mits ten genoegen van de verzekeraars wordt aangetoond, dat:
x.xx blijvende invaliditeit het uitsluitend gevolg is van het onge- val;
x.xx gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid zijn ver- groot;
x.xx verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft gevolgd.
0.Xx een ongeval is de verzekerde verplicht:
a.zich direct onder geneeskundige behandeling te stellen en daaronder te blijven, indien dit redelijkerwijs is geboden;
b.zich herstelbevorderend te gedragen door tenminste de voorschriften van de behandelend arts op te volgen en bij zijn herstel of bij zijn ontslag uit de geneeskundige behandeling de verzekeraars hiervan terstond schriftelijk in kennis te stellen;
c.zich desgevraagd op kosten van de verzekeraars te laten onderzoeken door een door de verzekeraars aan te wijzen arts en toe te staan dat het resultaat van het onderzoek door degene die dit onderzoek heeft verricht, rechtstreeks aan de medisch adviseur van de verzekeraars wordt gezonden;
d.alle door de verzekeraars nodig geoordeelde gegevens te ver- strekken en/of te doen verstrekken aan de verzekeraars en/of aan de als zodanig door hen aangewezen deskundigen en geen feiten of omstandigheden te verzwijgen, onjuiste gege- vens te verstrekken of een onjuiste voorstelling van zaken te geven, die voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit van belang kan zijn;
e.tijdig de verzekeraars in kennis te stellen bij vertrek naar het buitenland.
5.3 Algemeen
0.Xx verzekering geeft geen dekking, indien de verzekerde één van de onder artikel 5.1 en 5.2 genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraars heeft geschaad.
0.Xx elk geval verjaart een vordering tot het doen van een uitke- ring indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen 3 jaar na het moment waarop de verzekerde kennis kreeg of had kun- nen krijgen van de gebeurtenis die voor de verzekeraars tot een verplichting tot uitkering kan leiden.
ARTIKEL 6
Premiebetaling en terugbetaling van premie
6.1 Premiebetaling in het algemeen
De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assuran- tiebelasting vooruit te betalen uiterlijk op de 30e dag nadat deze verschuldigd worden.
6.2 Wanbetaling
Indien de verzekeringnemer het verschuldigde niet tijdig betaalt of weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van nadien plaatsvindende gebeurtenissen.
Een nadere ingebrekestelling door de verzekeraars is niet ver- eist. De verzekeringnemer dient het verschuldigde alsnog te betalen. De dekking gaat weer in op de dag na die waarop het verschuldigde door de verzekeraars is ontvangen.
6.3 Terugbetaling van de premie
a.Verlaging van de premie
Bij tussentijdse verlaging van de premie ontvangt de verzeke-
ringnemer het verschil tussen de betaalde premie en de ver- schuldigde premie met assurantiebelasting terug over de perio- de, die een aanvang neemt op de ingangsdatum van de verla- ging en eindigt op de eerstvolgende premievervaldatum. Op het terug te ontvangen bedrag worden de poliskosten in mindering gebracht.
b.Beëindiging van de verzekering
Bij beëindiging van de verzekering wegens overlijden of emigra- tie van de verzekeringnemer of wegens opzegging door de ver- zekeraars betalen de verzekeraars de premie met assurantiebe- lasting terug over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is. Op het terug te ontvangen bedrag worden de poliskosten in mindering gebracht.
Bij beëindiging van de verzekering wegens verkoop van het motorrijtuig betalen de verzekeraars de premie met assurantie- belasting terug over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is.
c.Reservering van premie
Het is ook mogelijk om de verzekering op te schorten geduren- de 36 maanden. Tijdens deze termijn blijven de opgebouwde schadevrije jaren onverminderd van kracht. Indien in deze ter- mijn geen ander motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden vervalt de gereserveerde premie aan de verzekeraars.
ARTIKEL 7
Wijziging premie en/of voorwaarden
De verzekeraars hebben het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen.
Behoort deze verzekering tot zo’n groep, dan hebben de verze- keraars het recht de premie en/of voorwaarden van deze verze- kering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel op een door de verzekeraars te bepalen datum. De verzekeringne- mer wordt voor de premievervaldag van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 30 dagen na de premievervaldag schriftelijk het tegen- deel heeft bericht. In dit geval eindigt de verzekering per de in de kennisgeving door de verzekeraars genoemde datum.
De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door ver- zekeringnemer geldt niet indien de wijziging:
- voortvloeit uit wettelijke bepalingen; of
- een verlaging van de premie en/of uitbreiding van de dekking inhoudt.
ARTIKEL 8
Premiegrondslag
De premie wordt vastgesteld op grond van de op het polisblad en de clausules vermelde premie- en inschalingsbepalende fac- toren en het aantal schaden. De verzekeringnemer is verplicht onjuistheden en wijzigingen in deze factoren terstond aan de verzekeraars mede te delen. Voorzover deze wijzigingen, waar- onder begrepen wijziging van de b/m-trede, een premie-aan- passing tot gevolg hebben, hebben de verzekeraars het recht de premie per wijzigingsdatum bij te stellen.
ARTIKEL 9
Bonus/malus-schaal
Met ingang van elk nieuw verzekeringsjaar verandert de in het voorgaande verzekeringsjaar geldende b/m-trede afhankelijk van het aantal schaden (zie het volgende artikel) en wel als volgt:
b/m- trede | bijbehorend premie- percentage | nieuwe b/m-trede na een verzekeringsjaar met | ||
20 | 25 | geen schade 20 | 1 schade 15 | 2 schaden 7 |
19 | 25 | 20 | 13 | 6 |
18 | 25 | 19 | 12 | 6 |
17 | 25 | 18 | 11 | 6 |
16 | 25 | 17 | 10 | 5 |
15 | 25 | 16 | 9 | 5 |
14 | 27,5 | 15 | 9 | 5 |
13 | 30 | 14 | 8 | 4 |
12 | 32,5 | 13 | 7 | 3 |
11 | 35 | 12 | 6 | 2 |
10 | 40 | 11 | 6 | 2 |
9 | 45 | 10 | 5 | 1 |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 |
7 | 55 | 8 | 3 | 1 |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 |
5 | 65 | 6 | 1 | 1 |
4 | 75 | 5 | 1 | 1 |
3 | 85 | 4 | 1 | 1 |
2 | 100 | 3 | 1 | 1 |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 |
Bij aanmelding van 3 of meer schaden, als bedoeld in artikel 10a, binnen één verzekeringsjaar zal altijd een terugval naar trede 1 plaatsvinden.
De b/m-trede kan ook wijzigen door verandering van de premie- en inschalingsbepalende factoren, zoals regio, kilometrage en leeftijd.
ARTIKEL 10
Vaststelling aantal schaden
Het aantal schaden in een verzekeringsjaar zoals bedoeld in het vorige artikel wordt als volgt bepaald:
a. een schade wordt geteld indien daaruit voor de verzekeraars een verplichting tot schadevergoeding voortvloeit op grond van:
- onderdeel aansprakelijkheid, en/of
- onderdeel casco;
b. een schade wordt niet geteld, indien:
- vaststaat dat de verzekeraars geen schadevergoeding behoeven te verlenen;
- betaling uitsluitend gebeurt wegens een door de verzekeraars aangegane overeenkomst;
- de verzekeraars uitsluitend vergoeding hebben verstrekt op grond van artikel 2.6b als bepaald bij rubriek Aansprakelijkheid;
- de verzekeraars de gehele schadevergoeding hebben verhaald of op grond van een overeenkomst niet (geheel) hebben kunnen verhalen;
- de verzekeraars uitsluitend vergoeding hebben verstrekt op grond van rubriek Casco, artikel 2.1. d t/m k;
- een geclaimde en reeds door de verzekeraars betaalde schade alsnog door verzekerde voor eigen rekening wordt genomen. Voorwaarde is dat het evenement niet langer dan 12 maanden geleden heeft plaatsgevonden;
- deze niet door de (mede) schuld van een verzekerde is ontstaan;
- deze is gedekt onder de rubriek Beperkt Casco.
ARTIKEL 11
Duur en einde van de verzekering
11.1 De verzekering loopt tot de op het polisblad achter “Contractsvervaldatum” en wordt telkens stilzwijgend verlengd met de eveneens daar genoemde termijn.
11.2 De verzekering eindigt:
a.op de contractsvervaldatum indien de verzekeringnemer uiterlijk drie maanden voor deze datum per aan de verzeke- raars gericht schrijven de verzekering heeft opgezegd;
b.op de premievervaldatum indien de verzekeraars uiterlijk drie
maanden voor deze datum de verzekering schriftelijk hebben opgezegd;
c.door schriftelijke opzegging door de verzekeraars:
- binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis die voor de verzeke- raars tot een verplichting tot uitkering kan leiden, de verzeke- raars ter kennis is gekomen;
- binnen 30 dagen nadat de verzekeraars een uitkering krachtens deze verzekering hebben gedaan, dan wel hebben afgewezen;
- indien de verzekeringnemer drie maanden na de premieverval- datum de premie, kosten en assurantiebelasting nog niet heeft betaald;
- indien de verzekerde naar aanleiding van een gebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De verzekering eindigt in deze gevallen op de datum die in de opzeggingsbrief wordt genoemd. De verzekeraars zullen in deze gevallen een opzeggingstermijn in acht nemen van tenminste veertien dagen;
d.indien de verzekeringnemer weigert de wijziging van premie en/of voorwaarden te accepteren, die de verzekeraars op grond van artikel 7 kunnen verlangen, en wel per de in de ken- nisgeving door de verzekeraars genoemde datum;
x.xxxxx de verzekeringnemer of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen en bovendien indien het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren.
DE VERZEKERINGNEMER OF ZIJN ERFGENAMEN ZIJN VER- PLICHT DE VERZEKERAARS VAN HET VORENSTAANDE - ALSMEDE VAN IEDERE EIGENDOMSOVERDRACHT - BINNEN ACHT DAGEN KENNIS TE GEVEN.
Over de totstandkoming en uitvoering van deze schadeverzeke- ring kunt u een klacht indienen bij de volgende instantie:
- Stichting Klachteninstituut Verzekeringen, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
De persoonsgegevens van cliënten worden opgenomen in een persoonsregistratie, welke is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
RUBRIEK - AANSPRAKELIJKHEID
DE DEKKING AANSPRAKELIJKHEID IS UITSLUITEND VAN KRACHT INDIEN DEZE EXPLICIET OP HET POLISBLAD IS VERMELD.
MET VOORBIJGAAN AAN HETGEEN ANDERS IN DE POLIS- VOORWAARDEN MOCHT ZIJN BEPAALD, WORDT DEZE VER- ZEKERING GEACHT TE VOLDOEN AAN DE DOOR OF KRACHTENS DE WET AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING MOTORRIJTUIGEN (W.A.M.) TE STELLEN EISEN. DEZE VER- ZEKERING VOLDOET EVENEENS AAN DE WETTELIJKE BEPA- LINGEN OMTRENT VERPLICHTE AANSPRAKELIJKHEIDSVER- ZEKERING VAN DE LANDEN BUITEN NEDERLAND, WAAR- VOOR DEZE VERZEKERING GELDIG IS.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerde
a. de verzekeringnemer;
b. ieder ander die eigenaar, bezitter of houder van het motor- rijtuig is;
c. de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, mits zij daarvan met toestemming van één van de onder a. of b. genoemde verzekerden gebruik maken;
d. de werkgever van de bovengenoemde verzekerden, indien hij krachtens artikel 6:170 BW voor de schade aansprakelijk is.
1.2 Motorrijtuig
a. het op het polisblad omschreven motorrijtuig, inclusief de
daarbij behorende onderdelen en accessoires;
b. het tijdelijk vervangende motorrijtuig van gelijkwaardig type en gewicht. Dit motorrijtuig is alleen verzekerd gedurende de periode dat het onder a. bedoelde motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en indien er elders geen dekking is.
ARTIKEL 2
Omvang van de dekking
2.1 Aansprakelijkheid/schade
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken veroorzaakt door of met het motorrijtuig.
2.2 Aanhanger
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade, veroorzaakt met of door een aanhangwagen, caravan, boottrailer, bagagewagen of een andere aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger indien:
a. voor het besturen van het motorrijtuig een rijbewijs A of B(E) voldoende is; of
b. de verzekering van de aanhanger op het polisblad is aangete- kend.
De verzekering is eveneens van toepassing, indien de aanhan- ger van het motorrijtuig is losgemaakt of losgeraakt en nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
2.3 Slepen als kosteloos hulpbetoon
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade, veroorzaakt terwijl met het motorrijtuig een ander motorrijtuig bij wijze van kosteloze hulpverlening wordt gesleept.
2.4 Schade door de lading
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade, veroorzaakt door zaken, die vervoerd worden met, dan wel tijdens het rijden vallen of gevallen zijn van het motorrijtuig. Het laad- en losrisico is echter niet verzekerd.
2.5 Schade aan kleding en handbagage
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan of vermissing van kleding en handbagage van andere verzekerden, mits zij als passagier gebruik maken van het motorrijtuig en het motorrijtuig bij het ongeval eveneens wordt beschadigd.
2.6 Schade aan eigen motorrijtuigen
a. Verzekerd is de schade die met het verzekerde motorrijtuig wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig waarvan de verzekeringnemer eigenaar of huurkoper is.
Voorwaarde is dat:
-de verplichting tot schadevergoeding ook zou bestaan als de schade niet door de verzekeringnemer, maar door een willekeurige derde zou zijn geleden; en
-indien het andere motorrijtuig een bedrijfsmotorrijtuig is, de schade op de openbare weg is veroorzaakt.
Niet verzekerd is bedrijfsschade en waardevermindering.
b. De verzekeraars vergoeden de kosten van reiniging en/of herstel van de bekleding van het verzekerde motorrijtuig als gevolg van het kosteloos vervoeren van gewonde personen.
2.7 Verzekerd bedrag
De verzekering geldt voor alle verzekerden tezamen tot maxi- maal het voor dit onderdeel op het polisblad genoemde bedrag per gebeurtenis. Indien wettelijke bepalingen in een land buiten Nederland hogere bedragen eisen, zal de verzekering voor die bedragen gelden.
2.8 Zekerheidstelling
Indien een overheid wegens een onder de verzekering gedekte schade een borgsom verlangt om de rechten van benadeelden zeker te stellen, zullen de verzekeraars deze borgsom verstrek- ken tot ten hoogste E 25.000,-.
Verzekerden zijn verplicht de verzekeraars te machtigen over de borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
2.9 Proceskosten en wettelijke rente
Zonodig boven het verzekerd bedrag betalen de verzekeraars:
a. de kosten van procedures die op verlangen van de verzeke- raars worden gevoerd;
b. de kosten van rechtsbijstand die in opdracht van de verzeke- raars wordt verleend;
c. de kosten van procedures die door benadeelden tegen de verzekeraars aanhangig worden gemaakt;
d. de wettelijke rente - indien verschuldigd - over het door de verzekering gedekte schadebedrag.
2.10 Schade na het einde van de verzekering
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer voor schade na het einde van de verzekering door een ander dan hemzelf met het motorrijtuig of zijn lading veroorzaakt, mits de verzekeringnemer voldaan heeft aan zijn verplichting tot kennis- geving, zoals omschreven in artikel 11 van de Algemene Voorwaarden.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Behalve de uitsluitingen die opgenomen zijn in de Algemene Voorwaarden, is van de verzekering uitgesloten:
3.1 Personenschade
De aansprakelijkheid voor personenschade, toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
3.2 Aanhanger, slepen
Schade veroorzaakt terwijl er iets aan het motorrijtuig is gekop- peld, behoudens het bepaalde in artikel 2.2 en 2.3.
3.3 Lading
Schade aan zaken die vervoerd, geladen of gelost worden, behoudens het bepaalde in artikel 2.5.
3.4 Eigen zaken
Schade aan roerende en onroerende zaken waarvan de bestuurder eigenaar of huurkoper is, behoudens het bepaalde in artikel 2.6.
3.5 Diefstal of geweldpleging
De aansprakelijkheid van hen, die zich door diefstal of geweld- pleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en van hen die, dit wetende, dat motorrijtuig zonder geldige reden gebruiken.
ARTIKEL 4
Regeling van schade
De verzekeraars belasten zich met de regeling en de vaststelling van de schade mede aan de hand van de door verzekerde ver- strekte gegevens en inlichtingen. De verzekeraars hebben het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. De verzekeraars zullen daarbij de belangen van verzekerde in het oog houden. Bestaat de vergoe- ding van schade uit periodieke uitkeringen, en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar de keuze van de verzekerde, naar evenredig- heid verminderd.
ARTIKEL 5
Verhaalsrecht
Indien de verzekeraars uit hoofde van de W.A.M. of een soort- gelijke buitenlandse wet, verplicht is een benadeelde schade- loos te stellen, terwijl die plicht volgens andere wettelijke bepa- lingen of de voorwaarden van deze verzekering ontbreekt, behouden de verzekeraars zich een verhaalsrecht voor.
De verzekeraars hebben in die gevallen het recht het verschul- digde - vermeerderd met de gemaakte kosten - terug te vorde- ren van de jegens de benadeelde aansprakelijke verzekerde, alsmede van de verzekeringnemer.
RUBRIEK - BEPERKT CASCO
DE DEKKING BEPERKT CASCO IS UITSLUITEND VAN KRACHT INDIEN DEZE EXPLICIET OP HET POLISBLAD IS VERMELD.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerde
a. de verzekeringnemer;
b. de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, mits zij daarvan met toestemming van de verzekeringnemer gebruik maken.
1.2 Motorrijtuig
a. het op het polisblad omschreven motorrijtuig, inclusief de daarbij behorende onderdelen en accessoires;
b. het tijdelijk vervangende motorrijtuig van gelijkwaardig type en gewicht. Dit motorrijtuig is alleen verzekerd gedurende de periode dat het onder a. bedoelde motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en indien er elders geen dekking is.
1.3 Accessoires
De toevoegingen en aanpassingen van de standaarduitrusting, niet zijnde (tele)communicatieapparatuur, die niet in de door de fabrikant, waaronder begrepen de carrosseriebouwer, of impor- teur vastgestelde catalogusprijs zijn begrepen.
ARTIKEL 2
Omvang van de dekking
2.1 Beperkt Casco
Verzekerd is schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
a. brand, explosie, zelfontbranding, kortsluiting of blikseminslag;
b. (poging tot) diefstal, braak, joyriding, verduistering, oplichting of vermissing;
c. uitsluitend breuk van voor-, zij- of achterruiten niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig dan door scherven van deze ruiten;
x. xxxxxx met vogels, wild of loslopende dieren, echter uitslui- tend voorzover de schade rechtstreeks door die botsing zelf is toegebracht; schade als gevolg hiervan ontstaan door bot- sing met andere zaken is niet verzekerd;
e. storm (tenminste windkracht 7) of tengevolge van die storm vallende voorwerpen; hagel; andere natuurrampen zoals overstroming, vloedgolf, lawine, aardbeving, vulkanische uit- barsting, vallend gesteente, instorting en aardverschuiving;
f. relletjes;
g. het in aanraking komen met een luchtvaartuig of een deel daarvan, waaronder medebegrepen de uit dat luchtvaartuig vallende voorwerpen;
h. transport anders dan door xxxxxxx of slepen en met uitzonde- ring van schrammen of krassen.
Deze gebeurtenissen zijn ook gedekt, indien zij het gevolg zijn van eigen gebrek.
2.2 Vervangend vervoer
Indien het motorrijtuig ten gevolge van een in artikel 2.1 genoemd evenement is beschadigd en wordt hersteld door een door de Stichting Schadegarant erkend en als zodanig herken- baar auto(schadeherstel)bedrijf, heeft de verzekeringnemer recht op een door dat bedrijf ter beschikking te stellen gelijk- soortig vervangend motorrijtuig, maximaal een middenklasse personenauto. Het vervangend vervoer wordt ter beschikking gesteld gedurende de reparatieperiode. Indien er sprake is van een schade waarbij niet direct vaststaat of er sprake is van totaal verlies, heeft verzekeringnemer recht op vervangend ver- voer tot op het moment dat totaal verlies definitief is vastgesteld met een maximum van 14 dagen. Deze dekking is niet van toe- passing voor taxi’s, les-, lease- en verhuurauto’s, oldtimers en bestelauto’s met een totaal gewicht boven 3500 kilo.
2.3 Accessoires
Accessoires zijn gratis verzekerd tot maximaal 10% van het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Behalve de uitsluitingen die opgenomen zijn in de Algemene Voorwaarden, is van de verzekering uitgesloten schade:
3.1 Alcohol, drugs, geneesmiddelen
Ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zoda- nige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwel- mend of opwekkend middel en/of geneesmiddel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar beho- ren te besturen. Hiervan is in ieder geval sprake indien het bloed-alcoholgehalte van de bestuurder 0,5 promille of hoger was, of het adem-alcoholgehalte 220 microgram of hoger was. Als de bestuurder een ademtest, urine- of bloedproef weigert, betalen de verzekeraars geen schadevergoeding.
3.2 Onvoldoende zorg
Ontstaan door (poging tot) diefstal, verduistering, vermissing, joyriding, indien de verzekerde of:
- het motorrijtuig verlaat, terwijl de sleutel(s) in het motorrij- tuig aanwezig is/zijn; of
- het motorrijtuig verlaat zonder dit af te sluiten; of
- kentekenbewijs deel I, deel II en kopie deel III (of overschrij- vingsbewijs) niet kan overleggen.
Deze uitsluitingen gelden niet voor de verzekeringnemer die aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvan redelij- kerwijs geen verwijt treft.
ARTIKEL 4
De schadevergoeding
4.1 De schade
A. Algemeen
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringnemer:
a. ingeval van beschadiging de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig direct voor en na de beschadiging.
De verzekeraars vergoeden 75% van het (door de expert) vastgestelde schadebedrag indien:
- het motorrijtuig niet wordt gerepareerd conform expertise EN niet wordt ingeruild, of
- het motorrijtuig wordt gerepareerd door een bedrijf, dat niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in de hoeda- nigheid van autoherstelbedrijf.
b. ingeval van diefstal, verduistering, oplichting of vermissing de waarde van het ontvreemde of vermiste ten tijde van het voorval.
De verzekeraars zijn alleen tot vergoeding verplicht, indien:
- het ontvreemde of vermiste niet binnen 30 dagen na dit voorval wordt terugverkregen; en
- de eigendomsrechten daarvan aan de verzekeraars worden overgedragen. Zolang deze eigendomsoverdracht niet heeft plaatsgevonden, zijn de verzekeraars door de verzekeringne- mer gemachtigd het ontvreemde of vermiste terug te vorde- ren van degene bij wie het eventueel wordt aangetroffen.
Wordt het ontvreemde of vermiste binnen 30 dagen terug- verkregen dan is artikel 4.1.A.a. van toepassing;
De volgens artikel 4.1.A.a. of b. vastgestelde vergoeding zal nooit meer bedragen dan 110% van het op het polisblad ver- melde verzekerd bedrag.
c. de noodzakelijke kosten van berging of bewaking:
- binnen Nederland naar een reparatie-inrichting ter keuze van de verzekeringnemer of bij diens afwezigheid de bestuurder; of
- buiten Nederland naar de dichtstbij gelegen geschikte repa- ratie-inrichting;
d. de bijdrage, die de verzekeringnemer krachtens de wet heeft te leveren in de averij-grosse.
B. Dagvergoeding bij diefstal van het gehele motorrijtuig Terzake van een gedekte schade door diefstal of verduistering van het gehele motorrijtuig heeft de verzekerde tegen overleg- ging van de huurnota, recht op vergoeding van 75% van de gemaakte kosten van de huur, exclusief brandstof, van een gelijksoortig motorrijtuig, maximaal een middenklasse perso- nenauto.
De vergoeding wordt verleend voor iedere dag vanaf de datum van aangifte bij de politie tot en met de dag na de datum van terugvinden. De vergoeding wordt maximaal gedurende 30 dagen verleend.
Deze regeling geldt niet voor taxi’s, lease-auto’s, les- en ver- huurauto’s, bestel- en vrachtauto’s en oldtimers.
4.2 Beperking
A. De vergoeding voor beeld- en geluidsapparatuur, waaronder begrepen geluidsdragers, bedraagt maximaal E 500,-.
B. Indien bij diefstal van het gehele motorrijtuig de verzekerde het kentekenbewijs deel I en II niet kan overleggen wordt de schadevergoeding met 10% verminderd. Dezelfde beperking geldt ten aanzien van het niet kunnen overleggen van kopie deel III dan wel het overschrijvingsbewijs.
Bij het ontbreken van het volledige kentekenbewijs is artikel 3.2 van toepassing.
4.3 Eigen risico
Het eigen risico is vermeld op het polisblad en wordt in minde- ring gebracht op de volgens artikel 4.1 en/of 4.2 vastgestelde schadevergoeding. Indien de schade wordt gerepareerd door een Schadegarant-reparateur wordt op het van toepassing zijn- de eigen risico een korting van E 130,- verleend. Voor ruitscha- den geldt een afwijkende regeling. Wordt de ruit vervangen door CARGLASS of AUTOTAALGLAS dan is E 65,- eigen risico van toepassing. Dit bedrag moet de verzekeringnemer tezamen met de eventueel verrekenbare BTW rechtstreeks aan CARGLASS of AUTOTAALGLAS voldoen. Bij vervanging van de ruit door een ander bedrijf geldt een eigen risico van E 130,-.
Wordt de ruit gerepareerd door CARGLASS of AUTOTAALGLAS of elders volgens de methode van kunstharsinjectie, dan is geen eigen risico van toepassing. Bij reparatie door CARGLASS of AUTOTAALGLAS dient de verzekeringnemer de eventueel verrekenbare BTW direct aan CARGLASS of AUTOTAALGLAS te betalen.
4.4 Financier
Indien het motorrijtuig is gefinancierd en de verzekeraars zijn daarvan door de financier in kennis gesteld, zal schadevergoe- ding plaatsvinden aan de financier. De verzekeraars zijn dan niet verplicht tot uitkering aan de verzekeringnemer.
4.5 Eigendomsrecht na diefstal
Indien de verzekeraars de schade hebben vergoed conform artikel 4.1.A.b. en het ontvreemde of vermiste wordt alsnog teruggevonden, heeft de verzekeringnemer het recht de eigen- dom terug te verlangen. Een verzoek daartoe dient binnen 14 dagen bij de verzekeraars te worden ingediend. De overdracht van de eigendomsrechten vindt dan plaats tegen terugbetaling van het door de verzekeraars betaalde schadebedrag.
De reparatiekosten van een eventuele beschadiging worden daarop in mindering gebracht.
4.6 Totaal verlies
In geval van totaal verlies in technische zin of verlies van het motorrijtuig in de zin van de polisvoorwaarden behouden de verzekeraars zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door de verzekeraars aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs en de sleutels heeft overhandigd aan de verze- keraars of een door de verzekeraars aan te wijzen partij.
ARTIKEL 5
Regeling van schade
De schade zal worden geregeld mede aan de hand van de door verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen.
5.1 Vaststelling van de schade
De verzekeraars hebben het recht een expert te benoemen om het schadebedrag vast te stellen. De verzekeringnemer dient daaraan zijn medewerking te verlenen. Hij heeft het recht een noodreparatie te laten verrichten om verder rijden mogelijk te maken.
De kosten van expertise zijn voor rekening van de verzekeraars. Schade beneden E 500,- kan de verzekeringnemer direct laten repareren. Hij dient de verzekeraars daarvan in kennis te stellen en de gespecificeerde reparatienota zo snel mogelijk in te sturen.
5.2 Geschillen over de grootte van de schade
Indien de verzekeringnemer en de verzekeraars geen overeen- stemming bereiken over de grootte van de schade, kan het geschil naar keuze van de verzekeringnemer op één van de vol- gende manieren worden opgelost:
a. de verzekeringnemer benoemt een contra-expert, die alvo- rens met zijn werkzaamheden te beginnen contact opneemt met de deskundige, die door de verzekeraars is ingeschakeld. In gezamenlijk overleg benoemen zij eerst een arbiter. Indien de deskundige en de contra-expert geen overeenstemming kunnen bereiken, doet de arbiter een voor beide partijen bin- dende uitspraak. De kosten hiervan komen voor rekening van de verzekeraars.
b. het geschil wordt voorgelegd aan de rechter, die tevens bepaalt voor wiens rekening de kosten komen.
RUBRIEK - CASCO
DE DEKKING CASCO IS UITSLUITEND VAN KRACHT INDIEN DEZE EXPLICIET OP HET POLISBLAD IS VERMELD.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerde
a. de verzekeringnemer;
b. de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, mits zij daarvan met toestemming van de verzekeringnemer gebruik maken.
1.2 Motorrijtuig
a. het op het polisblad omschreven motorrijtuig, inclusief de daarbij behorende onderdelen en accessoires;
b. het tijdelijk vervangende motorrijtuig van gelijkwaardig type en gewicht. Dit motorrijtuig is alleen verzekerd gedurende de periode dat het onder a. bedoelde motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en indien er elders geen dekking is.
1.3 Accessoires
De toevoegingen aan en aanpassingen van de standaarduitrus- ting, niet zijnde (tele)communicatieapparatuur, die niet in de door de fabrikant, waaronder begrepen de carrosseriebouwer, of importeur vastgestelde catalogusprijs zijn begrepen.
ARTIKEL 2
Omvang van de dekking
2.1 Casco
Verzekerd is schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan door:
x. xxxxxx, omslaan, te water of van de weg geraken;
b. kwaadwilligheid of baldadigheid van anderen;
c. een ander soortgelijk plotseling van buiten komend onheil;
x. xxxxx, explosie, zelfontbranding, kortsluiting of blikseminslag;
e. (poging tot) diefstal, braak, joyriding, verduistering, oplichting of vermissing;
f. uitsluitend breuk van voor-, zij- of achterruiten niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig dan door scherven van deze ruiten;
x. xxxxxx met vogels, wild of loslopende dieren, echter uitslui- tend voorzover de schade rechtstreeks door die botsing zelf is toegebracht; schade als gevolg hiervan ontstaan door bot- sing met andere zaken is niet verzekerd;
h. storm (tenminste windkracht 7) of ten gevolge van die storm vallende voorwerpen; hagel; andere natuurrampen zoals overstroming, vloedgolf, lawine, aardbeving, vulkanische uit- barsting, vallend gesteente, instorting en aardverschuiving;
i. relletjes;
j. het in aanraking komen met een luchtvaartuig of een deel daarvan, waaronder medebegrepen de uit dat luchtvaartuig vallende voorwerpen;
k. transport anders dan door xxxxxxx of slepen en met uitzonde- ring van schrammen of krassen.
Deze gebeurtenissen zijn ook gedekt, indien zij het gevolg zijn van eigen gebrek.
2.2 Hulpverlening
Het in de Algemene Voorwaarden bepaalde met betrekking tot hulpverlening na pech in het buitenland is van toepassing.
2.3 Vervangend vervoer
Indien het motorrijtuig ten gevolge van een in artikel 2.1 genoemd evenement is beschadigd en wordt hersteld door een door de Stichting Schadegarant erkend en als zodanig herken- baar auto(schadeherstel)bedrijf, heeft de verzekeringnemer recht op een door dat bedrijf ter beschikking te stellen gelijk- soortig vervangend motorrijtuig, maximaal een middenklasse personenauto. Het vervangend vervoer wordt ter beschikking gesteld gedurende de reparatieperiode. Indien er sprake is van een schade waarbij niet direct vaststaat of er sprake is van totaal verlies, heeft verzekeringnemer recht op vervangend ver- voer tot op het moment dat totaal verlies definitief is vastgesteld met een maximum van 14 dagen. Deze dekking is niet van toe- passing voor taxi’s, les-, lease- en verhuurauto’s, oldtimers en bestelauto’s met een totaal gewicht boven 3500 kilo.
2.4 Accessoires
Accessoires zijn gratis verzekerd tot maximaal 10% van het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Behalve de uitsluitingen die opgenomen zijn in de Algemene Voorwaarden, is van de verzekering uitgesloten schade:
3.1 Alcohol, drugs, geneesmiddelen
Ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zoda- nige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwel- mend dan wel opwekkend middel en/of geneesmiddel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Hiervan is in ieder geval sprake indien het bloed-alcoholgehalte van de bestuurder 0,5 promille of hoger was, of het adem-alcoholgehalte 220 microgram of hoger was. Als de bestuurder een ademtest, urine- of bloedproef weigert, betalen de verzekeraars geen schadevergoeding.
3.2 Onvoldoende zorg
Ontstaan door (poging tot) diefstal, verduistering, vermissing, joyriding, indien de verzekerde of:
- het motorrijtuig verlaat, terwijl de sleutel(s) in het motorrij- tuig aanwezig is/zijn; of
- het motorrijtuig verlaat zonder dit af te sluiten; of
- kentekenbewijs deel I, deel II en kopie deel III (of overschrij- vingsbewijs) niet kan overleggen.
Deze uitsluitingen gelden niet voor de verzekeringnemer die aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvan redelij- kerwijs geen verwijt treft.
ARTIKEL 4
De schadevergoeding
4.1 De schade
A. Algemeen
De verzekeraars vergoeden aan de verzekeringnemer:
a. ingeval van beschadiging de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig direct voor en na de beschadiging.
De verzekeraars vergoeden 75% van het (door de expert) vastgestelde schadebedrag indien:
- het motorrijtuig niet wordt gerepareerd conform expertise EN niet wordt ingeruild, of
- het motorrijtuig wordt gerepareerd door een bedrijf, dat niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in de hoeda- nigheid van autoherstelbedrijf.
b. ingeval van diefstal, verduistering, oplichting of vermissing de waarde van het ontvreemde of vermiste ten tijde van het voorval. De verzekeraars zijn alleen tot vergoeding verplicht, indien:
- het ontvreemde of vermiste niet binnen 30 dagen na dit voorval wordt terugverkregen; en
- de eigendomsrechten daarvan aan de verzekeraars worden overgedragen. Zolang deze eigendomsoverdracht niet heeft plaatsgevonden, zijn de verzekeraars door de verzekering- nemer gemachtigd het ontvreemde of vermiste terug te vor- deren van degene bij wie het eventueel wordt aangetroffen. Wordt het ontvreemde of vermiste binnen 30 dagen terug- verkregen dan is artikel 4.1.A.a. van toepassing.
c. de noodzakelijke kosten van berging of bewaking:
- binnen Nederland naar een reparatie-inrichting ter keuze van de verzekeringnemer of bij diens afwezigheid de bestuurder; of
- buiten Nederland naar de dichtstbij gelegen geschikte repa- ratie-inrichting;
d. de bijdrage, die de verzekeringnemer krachtens de wet heeft te leveren in de averij-grosse.
B. Nieuwwaarde en vaste afschrijving
Voor een motorrijtuig dat:
- volgens het kentekenbewijs wordt beschouwd als een perso- nenauto (kleinbus en lesauto uitgezonderd), en
- niet is bestemd voor verhuur met of zonder chauffeur, leasing, en
- bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs nieuw was
en waarvan de cataloguswaarde op dat moment lager was dan E 50.000,- inclusief B.T.W., èn nieuw door de verzekeringnemer werd aangeschaft,
geldt gedurende 36 maanden een afwijkende waardebepaling. De waarde terstond voor de beschadiging, ontvreemding of ver- missing wordt - uitgaande van de datum van afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs - als volgt bepaald:
a. is de schade binnen 12 maanden ontstaan: de nieuwwaarde
d.w.z. de op de dag van het ongeval meest recente prijs van een nieuwe personenauto van gelijk merk, model, type en uit- voering met dezelfde accessoires;
b. is de schade in de 13e t/m 36e maand ontstaan: de nieuw- waarde verminderd voor elke maand of gedeelte daarvan vol- gend op de 12e maand met 1,5% over de eerste E 12.500,- van de nieuwwaarde en 2% over het meerdere.
De aldus bepaalde waarde van het motorrijtuig inclusief acces- soires zal nooit meer bedragen dan 110% van het op het polis- blad vermelde verzekerd bedrag.
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de aldus bepaalde waarde kan de verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding van het verschil tussen deze waarde en de waar- de na de beschadiging.
C. Dagvergoeding bij diefstal van het gehele motorrijtuig Terzake van een gedekte schade door diefstal of verduiste- ring van het gehele motorrijtuig heeft de verzekerde tegen overlegging van de huurnota, recht op vergoeding van 75% van de gemaakte kosten van de huur, exclusief brandstof, van een gelijksoortig motorrijtuig, maximaal een middenklas- se personenauto. De vergoeding wordt verleend voor iedere
dag vanaf de datum van aangifte bij de politie tot en met de dag na de datum van terugvinden. De vergoeding wordt maximaal gedurende 30 dagen verleend.
Deze regeling geldt niet voor taxi’s, lease-auto’s, les- en ver- huurauto’s, bestel- en vrachtauto’s en oldtimers.
4.2 Beperkingen
A. De vergoeding voor beeld- en geluidsapparatuur, waaronder begrepen geluidsdragers, bedraagt maximaal E 500,-.
B. Indien bij diefstal van het gehele motorrijtuig de verzekerde het kentekenbewijs deel I en II niet kan overleggen wordt de schadevergoeding met 10% verminderd. Dezelfde beperking geldt ten aanzien van het niet kunnen overleggen van kopie deel III dan wel het overschrijvingsbewijs.
Bij het ontbreken van het volledige kentekenbewijs is artikel
3.2 van toepassing.
4.3 Eigen risico
Het eigen risico is vermeld op het polisblad en wordt in minde- ring gebracht op de volgens artikel 4.1 en/of 4.2 vastgestelde schadevergoeding. Indien de bestuurder jonger is dan 24 jaar wordt het eigen risico voor elke schade die valt onder artikel 2.1 a., b., en c. verhoogd met E 250,-. Indien de schade wordt gere- pareerd door een Schadegarant-reparateur wordt op het van toepassing zijnde eigen risico E 130,- in mindering gebracht.
Voor ruitschaden geldt een afwijkende regeling. Wordt de ruit vervangen door CARGLASS of AUTOTAALGLAS dan is E 65,- eigen risico van toepassing. Dat bedrag moet de verzekeringne- mer tezamen met de eventueel verrekenbare BTW rechtstreeks aan CARGLASS of AUTOTAALGLAS voldoen. Geschiedt de vervanging door een ander bedrijf dan is een eigen risico van
E 130,- van toepassing. Wordt de ruit gerepareerd door CAR- GLASS of AUTOTAALGLAS of elders volgens de methode van kunstharsinjectie, dan is geen eigen risico van toepassing. Bij reparatie door CARGLASS of AUTOTAALGLAS dient de verze- keringnemer de eventueel verrekenbare BTW direct aan CAR- GLASS of AUTOTAALGLAS te betalen.
4.4 Financier
Indien het motorrijtuig is gefinancierd en de verzekeraars zijn daarvan door de financier in kennis gesteld, zal schadevergoe- ding plaatsvinden aan de financier.
De verzekeraars zijn dan niet verplicht tot uitkering aan de ver- zekeringnemer.
4.5 Eigendomsrecht na diefstal
Indien de verzekeraars de schade hebben vergoed conform artikel 4.1.A.b. en het ontvreemde of vermiste wordt alsnog teruggevonden, heeft de verzekeringnemer het recht de eigen- dom terug te verlangen. Een verzoek daartoe dient binnen 14 dagen bij de verzekeraars te worden ingediend. De overdracht van de eigendomsrechten vindt dan plaats tegen terugbetaling van het door de verzekeraars betaalde schadebedrag.
De reparatiekosten van een eventuele beschadiging worden daarop in mindering gebracht.
4.6 Totaal verlies
In geval van totaal verlies in technische zin of verlies van het motorrijtuig in de zin van de polisvoorwaarden behouden de verzekeraars zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door de verzekeraars aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs en de sleutels heeft overhandigd aan de verze- keraars of een door de verzekeraars aan te wijzen partij.
ARTIKEL 5
Regeling van schade
De schade zal worden geregeld mede aan de hand van de door verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen.
5.1 Vaststelling van de schade
De verzekeraars hebben het recht een expert te benoemen om het schadebedrag vast te stellen. De verzekeringnemer dient daaraan zijn medewerking te verlenen. Hij heeft het recht een noodreparatie te laten verrichten om verder rijden mogelijk te maken. De kosten van expertise zijn voor rekening van de ver-
zekeraars.
Schade beneden E 500,- kan de verzekeringnemer direct laten repareren. Hij dient de verzekeraars daarvan in kennis te stellen en de gespecificeerde reparatienota zo snel mogelijk in te sturen.
5.2 Geschillen over de grootte van de schade
Indien de verzekeringnemer en de verzekeraars geen overeen- stemming bereiken over de grootte van de schade, kan het geschil naar keuze van de verzekeringnemer op één van de vol- gende manieren worden opgelost:
a. de verzekeringnemer benoemt een contra-expert, die alvo- rens met zijn werkzaamheden te beginnen contact opneemt met de deskundige, die door de verzekeraars is ingeschakeld. In gezamenlijk overleg benoemen zij eerst een arbiter. Indien de deskundige en de contra-expert geen overeenstemming kunnen bereiken, doet de arbiter een voor beide partijen bin- dende uitspraak. De kosten hiervan komen voor rekening van de verzekeraars.
b. het geschil wordt voorgelegd aan de rechter, die tevens bepaalt voor wiens rekening de kosten komen.
RUBRIEK - ONGEVALLEN IN-/OPZITTENDEN
DE DEKKING ONGEVALLEN IN-/ OPZITTENDEN IS UITSLUITEND VAN KRACHT INDIEN DEZE EXPLICIET OP HET POLISBLAD IS VERMELD.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerde
de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig mits zij daarvan met toestemming van de verzekeringnemer gebruik maken.
Hiervan worden uitgezonderd:
- de bestuurder, indien op het polisblad het aantal zitplaatsen is vermeld exclusief de bestuurdersplaats, en/of
- de passagiers van bestel- en vrachtauto’s, die zich in of op de laad- of bagageruimte bevinden.
1.2 Motorrijtuig
a. het op het polisblad omschreven motorrijtuig, inclusief de daarbij behorende onderdelen en accessoires;
b. het tijdelijk vervangende motorrijtuig van gelijkwaardig type en gewicht. Dit motorrijtuig is alleen verzekerd gedurende de periode dat het onder a. bedoelde motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en indien er elders geen dekking is.
1.3 Ongeval
een plotseling, onverwacht, van buiten inwerkend geweld op het lichaam van de verzekerde, waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen lichamelijk letsel is ontstaan.
1.4 Blijvende invaliditeit
blijvend geheel of gedeeltelijk (functie)verlies van enig deel of orgaan van het lichaam van de verzekerde.
ARTIKEL 2
Omvang van de dekking
2.1 Algemeen
Verzekerd zijn de op het polisblad vermelde bedragen.
2.2 Bij overlijden
In geval van overlijden van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd, behalve indien de verzekerde jonger is dan 16 jaar of ouder dan 69 jaar. In dat geval wordt het voor overlijden verzekerde bedrag tot ten hoogste E 2.500,- uitgekeerd. Een uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvinden.
2.3 Bij blijvende invaliditeit
In geval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als recht- streeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt de uitkering vastgesteld op een percentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag.
Mocht de verzekerde voor de vaststelling van de blijvende inva- liditeit zijn overleden, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten ver- wachte definitieve graad van invaliditeit, indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
Indien de verzekerde op de datum van het ongeval ouder dan 69 jaar is verlenen de verzekeraars geen uitkering voor blijvende invaliditeit.
2.4 Bij geneeskundige kosten
In geval van lichamelijk letsel keren de verzekeraars de kosten voor genees- of heelkundige behandeling en verpleging (waar- onder ook wordt verstaan de aanschaf van kunstledematen en tandheelkundige hulp) uit tot maximaal het daarvoor op het polisblad vermelde bedrag. Voor tandheelkundige hulp wordt bovendien niet meer uitgekeerd dan E 100,- per element.
De kosten die elders zijn verzekerd dan wel op grond van enige wet of andere voorziening kunnen worden vergoed, vallen niet onder deze verzekering. Betaling vindt plaats na inzending van de originele nota’s.
De dekking onder 2.1 t/m 2.4 omschreven is alleen van toepas- sing indien de verzekerde het ongeval overkomt tijdens:
a. het verblijf in het motorrijtuig en het in- en uitstappen; of
b. het verrichten van of helpen bij noodreparaties aan het motorrijtuig onderweg; of
c. het vullen van het motorrijtuig met brandstof (tanken); of
d. hulp aan medeweggebruikers, terwijl hij met het motorrijtuig aan het verkeer deelneemt.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Behalve de uitsluitingen, die zijn opgenomen in de Algemene Voorwaarden, is van de verzekering uitgesloten uitkering, indien:
3.1 Alcohol, drugs, geneesmiddelen
ontstaan terwijl de verzekerde en/of de bestuurder van het motor- rijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwelmend danwel opwekkend middel en/of geneesmiddel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Hiervan is in ieder geval sprake indien het bloed-alcoholgehalte van de bestuurder 0,5 promille of hoger was, of het adem-alcoholgehalte 220 microgram of hoger was.
Als de bestuurder een ademtest, urine- of bloedproef weigert, betalen de verzekeraars geen schadevergoeding.
ARTIKEL 4
Regeling van schade
De schade wordt geregeld en de uitkering wordt vastgesteld mede aan de hand van de door verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen.
4.1 Termijn vaststelling blijvende invaliditeit
De mate van blijvende invaliditeit wordt bepaald zodra van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, doch in elk geval binnen 3 jaar na de ongevalsdatum.
4.2 Rentevergoeding
Indien binnen een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden de mate van blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, vergoe- den de verzekeraars over het uit te keren bedrag een rente, geba- seerd op het wettelijke rentepercentage, vanaf de 366e dag na het ongeval tot de datum, waarop de mate van blijvende invalidi- teit door de verzekeraars aan de verzekerde kenbaar is gemaakt. Indien de schademelding niet binnen 3 maanden na het ongeval bij de verzekeraars is ontvangen, wordt de rente vergoed vanaf
de 366e dag na de melding van het ongeval tot de datum, waar- op de mate van blijvende invaliditeit door de verzekeraars aan de verzekerde is kenbaar gemaakt.
4.3 Vaststelling uitkeringspercentage blijvende invaliditeit
a. Aan de hand van het door medisch onderzoek bepaalde per- centage (functie)verlies wordt een uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag vastgesteld als volgt:
een arm : | 75% |
een hand : | 60% |
een duim : | 25% |
een wijsvinger : | 15% |
iedere andere vinger : | 12% |
een been : | 75% |
een voet : | 50% |
een grote teen : | 5% |
iedere andere teen : | 3% |
de beide ogen : | 100% |
een oog : | 30% |
en, indien de verzekeraars voor het ene oog de | |
volledige uitkering hebben verleend, | |
het tweede oog : | 70% |
het gehoor van beide oren : | 60% |
het gehoor van een oor : | 25% |
en, indien de verzekeraars voor het gehoor van het | |
ene oor de volledige uitkering hebben verleend, | |
het gehoor van het tweede oor : | 35% |
de smaak en/of de reuk : | 10% |
de milt : | 3% |
Van de hierboven vermelde percentages zal bij gedeeltelijk (functie)verlies een evenredig deel worden vergoed, met dien verstande, dat bij gedeeltelijk verlies van een arm of been het volledige daar toe vermelde percentage zal worden uitge- keerd,voorzover het verlies zich niet tot de hand of de voet beperkt.
Voor een postwhiplash-syndroom bedraagt het uitkeringsper- centage maximaal 5%.
b. Bij volledig (functie)verlies van meer dan een vinger van een hand wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies van de gehele hand.
c. In gevallen anders dan vermeld onder a. wordt het uitkerings- percentage vastgesteld naar de mate van blijvende invalidi- teit, die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert.
d. Indien de verzekerde binnen 24 uur door één of meer onge- vallen letsel heeft opgelopen zal de totale uitkering niet meer dan 100% bedragen.
e. De bepaling van het percentage (functie)verlies geschiedt vol- gens objectieve maatstaven, en wel overeenkomstig de laat- ste uitgave van de “Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (AMA).
4.4 Aantal inzittenden
Indien bij een ongeval blijkt, dat het aantal inzittenden groter is dan het op het polisblad genoemde aantal zitplaatsen, wordt voor elke verzekerde de uitkering verminderd in de verhouding, waarin dit aantal zitplaatsen staat tot het aantal inzittenden. De bestuur- der en de bestuurdersplaats worden hierbij niet meegeteld, indien zijn plaats volgens het polisblad niet is meeverzekerd.
4.5 Vervaltermijn na standpuntbepaling van de verzekeraars Hebben de verzekeraars ten aanzien van een vordering van een rechthebbende uit de verzekering een definitief standpunt inge- nomen, hetzij door (een aanbod van) betaling bij wijze van finale afdoening, hetzij door het afwijzen van de vordering, dan vervalt na 1 jaar, te rekenen vanaf de dag waarop die rechthebbende of zijn gemachtigde van dit standpunt kennis kreeg, ieder recht ten opzichte van de verzekeraars terzake van het schadegeval waar- op de vordering was gegrond, tenzij de verzekerde binnen die termijn het standpunt van de verzekeraars heeft aangevochten.
ARTIKEL 5
Begunstiging
In geval van overlijden van de verzekerde zal worden uitgekeerd
aan de echtgeno(o)t(e) van de verzekerde, respectievelijk aan de met hem of haar samenwonende partner, na overlegging van een verklaring van erfrecht resp. een wettig erkend samenle- vingscontract. Bij het ontbreken van deze wordt uitgekeerd aan de kinderen van de verzekerde, ieder voor een gelijk deel, en bij het ontbreken van dezen aan de gezamenlijke erfgenamen van de verzekerde.
Tenzij anders is overeengekomen zal bij blijvende invaliditeit van de verzekerde worden uitgekeerd aan de verzekerde.
De Staat der Nederlanden kan nimmer als begunstigde optreden.
RUBRIEK - SCHADEVERZEKERING VOOR INZITTENDEN
DE DEKKING SCHADEVERZEKERING VOOR INZITTENDEN IS UITSLUITEND VAN KRACHT INDIEN DEZE EXPLICIET OP HET POLISBLAD IS VERMELD.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerde
a. de verzekeringnemer;
b. de bij hem inwonende echtgenote;
c. de met hem in gezinsverband samenwonende personen; alsmede,
d. hun minderjarige kinderen, waaronder pleeg- en stiefkinderen;
x. xxx meerderjarige, ongehuwde kinderen, waaronder pleeg-en stiefkinderen, die bij hen inwonen of voor studie of ter vervul- ling van de militaire of burgerlijke dienstplicht uitwonend zijn;
f. de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, mits zij daarvan met toestemming van de verzekeringnemer gebruik maken.
1.2 Motorrijtuig
a. het op het polisblad omschreven motorrijtuig, inclusief de daarbij behorende onderdelen en accessoires;
b. het tijdelijk vervangende motorrijtuig van gelijkwaardig type en gewicht. Dit motorrijtuig is alleen verzekerd gedurende de periode dat het onder a. bedoelde motorrijtuig in reparatie of onderhoud is en indien er elders geen dekking is.
1.3 Ongeval
Een van buiten komende, plotselinge, van zijn wil onafhankelijke, gewelddadige inwerking van een motorrijtuig op het lichaam van de verzekerde, waaruit een rechtstreeks medisch vast te stellen letsel is ontstaan.
1.4 Verkeersongeval
Een botsing, aan- of overrijding waarbij tenminste één motorrij- tuig is betrokken.
1.5 Zaken
Zaken die tot de particuliere huishouding van de verzekerde behoren. Motorrijtuigen vallen hier niet onder.
ARTIKEL 2
Omvang van de dekking
(zie ook de toelichting)
2.1 Inzittendendekking
Verzekerd is de schade die de verzekerde oploopt als gevolg van een (verkeers)ongeval tijdens:
a. het verblijf in het verzekerde motorrijtuig, respectievelijk het in- of uitstappen daarvan; of
b. het verrichten van of helpen bij noodreparaties aan het verzekerde motorrijtuig onderweg; of
c. het vullen van het verzekerde motorrijtuig met brandstof (tan- ken); of
d. hulp aan medeweggebruikers, tijdens het gebruik van het verzekerde motorrijtuig.
2.2 Verzekerd bedrag
De verzekering geldt voor alle verzekerden tezamen tot
maximaal het voor dit onderdeel op het polisblad genoemde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Van toepassing zijn de uitsluitingen die opgenomen zijn in de Algemene Voorwaarden. De daar genoemde uitsluitingen voor "Geen rijbewijs", "Ontzegging rijbevoegdheid" en "Wedstrijden" zijn ook van toepassing indien gebruik wordt gemaakt van een ander dan het verzekerde motorrijtuig. Voorts is van de verzeke- ring uitgesloten schade:
3.1 Alcohol, drugs, geneesmiddelen
ontstaan terwijl de verzekerde en/of de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwelmend danwel opwekkend middel en/of geneesmiddel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Hiervan is in ieder geval sprake indien het bloed-alcoholgehalte van de bestuurder 0,5 promille of hoger was, of het adem-alcoholgehalte 220 microgram of hoger was. Als de bestuurder een ademtest, urine- of bloedproef weigert, betalen de verzekeraars geen schadevergoeding.
3.2 Geen zitplaats
ontstaan terwijl de verzekerde zich bevindt in of op de laad- of bagageruimte van een motorrijtuig.
3.3 Andere eigen auto
ontstaan terwijl de verzekerde gebruik maakt van een auto (anders dan de verzekerde auto) waarvan het kentekenbewijs op zijn naam staat.
3.4 Onrechtmatig gebruik
ontstaan terwijl de verzekerde onrechtmatig gebruik maakt van een motorrijtuig.
3.5 Leeftijd bestuurder
veroorzaakt, terwijl het motorrijtuig wordt bestuurd door iemand die de daarvoor wettelijk voorgeschreven leeftijd nog niet heeft bereikt.
Deze uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in rede- lijkheid geen verwijt treft.
ARTIKEL 4
Schade
De verzekerde heeft recht op schadevergoeding zoals hierna is omschreven.
4.1 Schade aan zaken
Schade aan zaken wordt vergoed op basis van reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van de zaak direct voor en na de beschadiging. Zijn de reparatiekosten hoger dan dit ver- schil of kan de zaak niet worden gerepareerd dan vergoeden de verzekeraars de waarde van de zaak ten tijde van het voorval onder aftrek van de waarde der restanten.
4.2 Schade bij letsel of overlijden (zie ook de toelichting) Het vaststellen van de omvang van de schade bij letsel of overlijden zal geschieden op grond van de bepalingen in het
Burgerlijk Wetboek, met name afdeling 10 van titel 1 van Boek 6. Bij overlijden gelden als rechthebbenden de personen genoemd in artikel 108 lid 1 B.W.
4.3 Autogordels
De schadevergoeding wegens letsel of overlijden wordt met 25% verminderd, indien de verzekerde geen gebruik maakt van de aanwezige autogordels.
4.4 Rechthebbenden
Op deze verzekering kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het ongeval betrokken verzekerde. Dit geldt niet voor diens nagelaten betrekkingen indien zij op grond van artikel 4.2 recht hebben op schadever- goeding.
4.5 Andere verzekeringen/voorzieningen
Indien de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering of op uitkering en/of verstrekkingen uit anderen hoofde, kan voor dat deel geen beroep worden gedaan op deze verzekering.
Kan de verzekerde daarentegen, wegens de aansprakelijkheid van een ander, rechten ontlenen aan een WAM-polis, dan kan hij wel een beroep doen op deze verzekering. Indien die aansprakelijkheid ligt bij de bestuurder of een passagier van het verzekerde motorrijtuig, zal de schadevergoeding geschieden krachtens onderdeel aansprakelijkheid.
ARTIKEL 5
Regeling van schade
De verzekeraars belasten zich met de regeling en de vaststelling van de schade mede aan de hand van de door verzekerde ver- strekte gegevens en inlichtingen.
5.1 Medewerking verzekerde
De verzekerde dient al zijn medewerking te verlenen om de verze- keraars de gelegenheid te geven de schade af te wikkelen. Indien de verzekeraars een deskundig onderzoek naar de aard en de omvang van de schade noodzakelijk achten, is de verzekerde verplicht daaraan zijn volle medewerking te verlenen. Bij gebreke daarvan kunnen de verzekeraars schadevergoeding weigeren.
5.2 Regeling met verzekerde
De verzekeraars zullen de schade rechtstreeks met de verzeker- de (bij overlijden met de rechthebbenden) regelen.
5.3 Voorschot
Zolang het schadebedrag nog niet geheel kan worden vastgesteld, zullen de verzekeraars voorschotbetalingen doen voor dat deel van de schade waarvan de omvang vaststaat.
5.4 Schade groter dan het verzekerd bedrag
Indien de omvang van de schade van alle verzekerden tezamen het verzekerd bedrag te boven gaat, zal de schade per verzekerde worden vergoed naar verhouding van het verzekerd bedrag tot de totale schade.
5.5 Geschillen over de omvang van de schade
Indien de verzekerde en de verzekeraars geen overeenstemming bereiken over de omvang van de schade, kan het geschil naar keuze van de verzekerde op één van de volgende manieren worden opgelost:
a. de verzekerde benoemt een contra-expert, die alvorens met zijn werkzaamheden te beginnen kontakt opneemt met de deskundige, die door de verzekeraars is ingeschakeld.
In gezamenlijk overleg benoemen zij eerst een arbiter. Indien de deskundige en de contra-expert geen overeenstemming kunnen bereiken, doet de arbiter een voor beide partijen bindende uitspraak. De kosten hiervan komen voor
rekening van de verzekeraars;
b. het geschil wordt voorgelegd aan de rechter, die tevens bepaalt voor wiens rekening de kosten komen.
Toelichting op artikel 2.1
Met de inzittendendekking wordt de schade verzekerd, die de bestuurder en de passagiers oplopen als inzittende van het verzekerde motorrijtuig.
Toelichting op artikel 4.2
Tot afdeling 10 van Boek 6 B.W. behoren de algemene schadevergoedingsregels, waaronder de artikelen 6:95, 6:96. Ook artikel 106, dat handelt over smartegeld, behoort daartoe.