Contract
C-161
Green Deal Samenwerken aan transparantie van Natuurlijk en Sociaal Kapitaal
Partijen:
1. De Staatssecretaris van Economische Zaken, xxxxxxx X.X.X. Xxxxxxx, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxxx, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
2. Stichting IUCN Nederlands Comité, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als directeur, hierna te noemen: IUCN Nederlands Comité;
3. Stichting Kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, te dezen vertegenwoordigd door de heer L.W. Lageweg, handelend in zijn hoedanigheid als directeur, hierna te noemen: MVO Nederland;
4. True Price Foundation, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als voorzitter, hierna te noemen: True Price;
De onder 2 tot en met 4 genoemde organisaties hierna samen te noemen: platforms;
5. Akzo Nobel N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer A.H.J. Xxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als corporate director Sustainability & HSE, hierna te noemen: AkzoNobel;
6. ARCADIS Nederland B.V., te deze vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, handelend in zijn hoedanigheid algemeen directeur, hierna te noemen: ARCADIS;
7. Koninklijke BAM N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx Xxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als directeur Corporate Social Responsibility, hierna te noemen: BAM;
8. Deloitte Accountants B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer P.W. Seinstra, handelend in zijn hoedanigheid als partner Sustainability & Integrated Reporting, hierna te noemen: Deloitte;
9. Koninklijke DSM N.V., te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als directeur DSM Nederland, hierna te noemen: DSM;
10. Xxxxx & Xxxxx Accountants LLP, te dezen vertegenwoordigd door de heer X. xxx xx Xxx, handelend in zijn hoedanigheid als partner, hierna te noemen: Xxxxx & Xxxxx;
11. FMO, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als chief executive officer, hierna te noemen: FMO;
12. Interface European Manufacturing B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X. xxx Xxxxx, handelend in zijn hoedanigheid van Senior Vice President Operations Interface Europe, hierna te noemen: Interface;
13. Heijmans N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer A.G.J. Xxxxxx, in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur, te dezen vertegenwoordigd door de heer R.T.A. Xxxxxx, directeur Strategie & Beleid, hierna te noemen: Heijmans;
14. KPMG Advisory N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. Xxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als partner, hierna te noemen: KPMG.
15. Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA), te dezen vertegenwoordigd door de xxxx
X. Xxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als directeur van de NBA, hierna te noemen: NBA;
16. Koninklijke Philips N.V., te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als Senior Director Group Sustainability, hierna te noemen: Philips;
17. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx Xxxxxx RA, CEO en voorzitter van de Raad van Bestuur, te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx xxx Xxxx, partner Sustainability & Integrated Reporting, hierna te noemen: PwC;
18. Thermaflex International Holding B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer G.J. Xxxxx, handelend in zijn hoedanigheid als chief executive officer, hierna te noemen: Xxxxxxxxxx;
19. Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, te dezen vertegenwoordigd door de heer
X.X. xxx xxx Xxxx, handelend in zijn hoedanigheid van Executive Director, hierna te noemen: VBDO; De onder 1 tot en met 19 genoemde organisaties hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal ‘Samenwerken aan Transparantie van Natuurlijk en Sociaal Kapitaal’:
1. Een duurzame samenleving gaat zorgvuldig om met alle kapitaalsvormen waarin ze is verankerd. Een duurzame samenleving zorgt er daarbij voor dat ze in haar boekhouding zorgvuldig omgaat met alle vormen van kapitaal (financieel, natuurlijk en sociaal). Voor het financiële kapitaal beschikken bedrijven, overheden en andere organisaties over goede instrumenten om dit te monitoren; voor het natuurlijk kapitaal (waaronder natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit, ecosysteemdiensten etc.) en sociaal kapitaal (waaronder mensenrechten, arbeidsomstandigheden, etc.) is dit niet zo.
2. Een goede en voortvarende transitie naar een duurzame samenleving vereist betere informatie over gebruik en ontwikkeling van natuurlijk en sociaal kapitaal, zodat investeerders, directies, managers, klanten, consumenten en beleidsmakers over de juiste informatie beschikken om duurzame keuzes te maken. Informatie die in relatie tot beleid, productie en consumptie duidelijkheid geeft over de impact op en afhankelijkheid van natuurlijk en sociaal kapitaal. Informatie ook die de omslag van het uitsluitend denken in kosten naar het denken in waarden en het creëren van een positieve maatschappelijke impact stimuleert.
3. Partijen werken reeds ieder afzonderlijk aan deze informatievoorziening. Door methodes en dilemma’s rond toepassing in de praktijk te delen kan gezamenlijk worden verkend wat wel werkt en wat niet. Ook kunnen zo mogelijkheden voor standaardisering van methoden en tools en stimulering van transparantie in beeld worden gebracht. Dit draagt bij aan versnelling, verbetering en opschaling van transparantie van natuurlijk en sociaal kapitaal. Tijdens de Natuurtop van 22 juni 2013 spraken dertien partijen de intentie uit hierbij samen te willen werken. Deze Green deal bouwt op deze intentie voort en werkt deze verder uit in concrete afspraken.
4. Partijen zijn zich bewust van de complexe omgeving waarbinnen zij samenwerken in het kader deze Green Deal. Zij nodigen ook andere bedrijven, organisaties en overheidsinstanties uit om aan te sluiten bij hun samenwerking in de werkgroepen. Bij het delen van kennis en het inbrengen van projecten houden zij rekening met de relevante wettelijke kaders en verplichtingen omtrent openbaarheid enerzijds en geheimhouding anderzijds.
5. Partijen willen hiermee Nederland internationaal een toonaangevende en inspirerende rol laten spelen op het terrein van duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en transparantie.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1 Hoofddoel
Het ontwikkelen van een adequate methode en tools over (positieve en negatieve) impact op en afhanke lijkheid van natuurlijk en sociaal kapitaal om de transitie naar een duurzame economie te versnellen.
Artikel 2 Doelstellingen en deliverables
Drie doelstellingen en daarmee samenhangende deliverables dragen bij aan het doel genoemd in artikel 1:
a. Beter zicht krijgen op het belang van natuurlijk en sociaal kapitaal voor bedrijven, sectoren en de economie als geheel. Hiertoe zetten Partijen zich in om over twee jaar elk op een door henzelf passend geachte wijze hun impact op en afhankelijkheid van natuurlijk en sociaal kapitaal te beschrijven;
b. Negatieve impact op natuurlijk en sociaal kapitaal verminderen en kansen van slim gebruik van natuurlijk en sociaal kapitaal benutten zodat er een positieve impact ontstaat. Hiertoe zetten Partijen zich in om over twee jaar elk een plan te hebben opgesteld om potentiële risico’s van het gebruik van natuurlijk en sociaal kapitaal van henzelf of van hun partners (klanten, leveranciers) te verminderen en kansen voor innovatie te benutten, en hebben een start gemaakt met de uitvoering hiervan;
c. Vergroten van draagvlak en acceptatie van, alsmede van toegang tot methoden voor transparantie natuurlijk en sociaal kapitaal, en zicht op de mogelijkheden voor standaardisering en een enabling environment die opschaling stimuleert. Hiertoe zetten Partijen zich in om over twee jaar een overzicht te hebben van best practices en een gemeenschappelijke taal voor transparantie van natuurlijk en sociaal kapitaal binnen bedrijven en overheid. Waar mogelijk willen Partijen zicht creëren op potentiële standaarden en stimuleringsmaatregelen die opschaling bevorderen.
2. Inzet en acties
Artikel 3 Werkprogramma in hoofdlijnen
1. Partijen werken gedurende twee jaar (20142015) actief samen aan concrete activiteiten gericht op het vergroten van de transparantie van natuurlijk en sociaal kapitaal. Om hieraan invulling te geven hebben de Partijen het Actieprogramma Samenwerken aan Transparantie Natuurlijk en Sociaal Kapitaal opgesteld waarin nadere uitvoeringsafspraken worden opgenomen en de concrete projecten van Partijen worden uiteengezet.
2. In 2014 ligt de focus bij de samenwerking op het experimenteren en van elkaar leren, waarbij de eigen praktijk van Partijen startpunt is.
3. In 2015 ligt de focus bij het verkennen van mogelijkheden voor standaardiseren van methoden en tools en stimuleren van transparantie, alsmede bij het communiceren van de resultaten van de samenwerking. Waar mogelijkheden en kansen bestaan wordt actief internationale afstemming gezocht.
Artikel 4 Samenwerking in werkgroepen
1. De samenwerking tussen Partijen zal worden georganiseerd in drie werkgroepen:
a. werkgroep Ketenanalyse gericht op het inzichtelijk maken van de keten en expliciet maken van wat in de keten van een Partij materieel is ten aanzien van hun impact op en afhankelijkheid van natuurlijk en sociaal kapitaal waarbij IUCNL als coördinator optreedt;
b. werkgroep Monetariseren gericht op het in kaart brengen van de (on)mogelijkheden, kansen en risico’s van het in geld uitdrukken van de ‘waarde’ van natuurlijk en sociaal kapitaal waarbij True Price als coördinator optreedt;
c. werkgroep Integrated Reporting gericht op het stimuleren van natuurlijk en sociaal kapitaal in financiële en nietfinanciële rapportages (integrated reporting) waarbij MVO Nederland als coördinator optreedt.
2. Een werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van Partijen.
3. Elke werkgroep voorziet in haar eigen nadere werkafspraken over het benodigde aantal bijeenkomsten.
4. Over de resultaten van de werkgroepen zullen Partijen in beginsel open communiceren, tenzij Partijen daarover in de werkgroepen nadere afspraken maken. In elk geval over de uitwisseling van vertrouwelijke informatie, persoonsgegevens en bedrijfsvertrouwelijke gegevens en de wijze waarop deze informatie en gegevens in het kader van de samenwerking in de werkgroepen met elkaar en derden kunnen worden gedeeld zullen Partijen dergelijke afspraken maken. Daarbij geven Partijen
duidelijk aan wanneer geheimhouding van belang is. In dat geval verbinden Partijen zich over en weer, de uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie, geheim te houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekend te maken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit het Unierecht, de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Green Deal.
5. Binnen drie maanden na ondertekening van deze Green Deal hebben de drie werkgroepen elk een startbijeenkomst, waar zij nadere afspraken maken over de organisatie en planning van de activiteiten.
Artikel 5 Algemeen overleg en overkoepelende coördinatie
1. Eenmaal per half jaar komen alle Partijen bijeen voor een voortgangsoverleg en strategische afstemming over de uitvoering van de Green Deal. Alle Partijen zijn dan vertegenwoordigd op beslissingsbevoegd niveau. Deze bijeenkomsten worden voorgezeten door een vaste voorzitter die door de Partijen
wordt gekozen.
2. Voor de overkoepelende coördinatie van deze Green Deal wordt een coördinatiegroep ingesteld door IUCN Nederlands Comité, MVO Nederland, True Price en ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken. De coördinatiegroep zal verbindingen tussen de werkgroepen leggen en waar nodig en kansrijk internationale afstemming bevorderen. Ook bewaakt de coördinatiegroep de coherentie en draagt ze in voorkomende gevallen zorg voor dat de communicatie met derden op elkaar is afgestemd.
3. Rijksoverheid en de platforms nemen het voorzitterschap op zich van de coördinatiegroep dat elk halfjaar zal wisselen conform de uitvoeringsafspraken hierover in het Actieprogramma.
Artikel 6 Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid participeert in minimaal één werkgroep en brengt daarin een concreet eigen project in dat als onderdeel wordt opgenomen in het Actieprogramma.
2. De Rijksoverheid zorgt in samenwerking met de platforms voor de overkoepelende coördinatie van de activiteiten in het kader van deze Green Deal, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, conform de nadere uitvoeringsafspraken hierover in het Actieprogramma.
Artikel 7 Inzet en acties platforms
1. De platforms coördineren elk één van de werkgroepen, in samenwerking met één van de andere Partijen.
2. De platforms brengen zij elk minimaal één eigen project in dat als onderdeel wordt opgenomen in het Actieprogramma. Tevens dragen de platforms in samenwerking met de Rijksoverheid zorg voor de
overkoepelende coördinatie van de activiteiten in kader van deze Green Deal, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, conform de nadere uitvoeringsafspraken hierover in het Actieprogramma.
Artikel 8 Inzet en acties Partijen 5 tot en met 19
De Partijen 5 tot en met 19 participeren elk minimaal in één werkgroep, en brengen daarin steeds een concreet eigen project in, of leveren op andere wijze een substantiële bijdrage aan een werkgroep dat als onderdeel wordt opgenomen in het Actieprogramma.
3. Slotbepalingen
Artikel 9 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 10 Deelname andere bedrijven en organisaties
1. Partijen stellen de deelname van de werkgroepen open voor andere bedrijven, organisaties en overheidsinstanties.
2. Een bedrijf, organisatie of overheidsinstantie kan zich als nieuwe deelnemer aansluiten bij een werkgroep voor zover hij een eigen project inbrengt en de andere deelnemers van de werkgroep instemmen met zijn deelname.
3. Een bedrijf, organisatie of overheidsinstantie kan zich als nieuwe deelnemer melden bij één van de platfora of bij het Ministerie van Economische Zaken.
Artikel 11 Evaluatie
Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal na twee jaar laten evalueren. De coördinatie groep zal deze evaluatie in overleg met de Partijen uitvoeren.
Artikel 12 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal ‘Samenwerken aan transparantie van Natuurlijk en Sociaal Kapitaal’.
Artikel 13 Opzegging
1. Elke Partij kan de Green Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden, of onder bijzondere omstandigheden een andere redelijke termijn voor zover Partijen daarmee kunnen instemmen, schriftelijk opzeggen.
2. Wanneer een Partij de Green Deal opzegt, blijft de Green Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
3. Xxxxxxx van beëindiging van de Green Deal krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.
Artikel 14 Escalatieregeling
1. Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij, waarna de Partijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.
2. Indien het minnelijk overleg niet binnen 3 maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen Partijen deze Green Deal beëindigen met inachtneming van artikel 15 van deze Green Deal.
Artikel 15 Ontbinding
1. Onverminderd wat in de Green Deal is vastgelegd, kan elk van de Partijen de Green Deal door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk ontbinden indien de andere Partij in verzuim is, dan wel nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is.
2. Indien een van de Partijen gedurende een periode van 3 maanden ten gevolge van overmacht haar verplichtingen op grond van deze Green Deal niet kan nakomen, heeft de andere Partij het recht deze Green Deal door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang buiten rechte geheel of gedeeltelijk te ontbinden, zonder dat daardoor enig recht op schadevergoeding zal ontstaan.
Artikel 16 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 17 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 2015.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 18 Toepasselijk recht
Op deze Green Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
Artikel 19 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in negentienvoud ondertekend
Staatssecretaris van Economische Zaken, X.X.X. Xxxxxxx
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
IUCN Nederlands Comité, vertegenwoordigd door de directeur, X. Xxxxx
MVO Nederland, vertegenwoordigd door de directeur, L.W. Lageweg
True Price, vertegenwoordigd door de voorzitter, X. Xxxxxx
Xxxx Xxxxx, vertegenwoordigd door de corporate director Sustainability & HSE, A.H.J. Veneman
ARCADIS, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, X. Kroon
XXX, vertegenwoordigd door de directeur Corporate Social Responsibility, X.X. xxx Xxxxxxx
Deloitte, vertegenwoordigd door de partner Sustainability & Integrated Reporting, P.W. Seinstra
DSM, vertegenwoordigd door de directeur DSM Nederland, X. Xxxxxxx
Xxxxx & Xxxxx, vertegenwoordigd door de partner, X. xxx xx Xxx
FMO, vertegenwoordigd door de chief executive officer, X. Xxxxxxxx
Interface, vertegenwoordigd door de Senior Vice President Operations Interface Europe, X. xxx Xxxxx
Heijmans, vertegenwoordigd door de directeur Strategie & Beleid, R.T.A. Koolen
KPMG, vertegenwoordigd door de partner, W.J. Bartels
NBA, vertegenwoordigd door de directeur, X. Xxxxxx
Philips, vertegenwoordigd door de Senior Director Group Sustainability, X. Xxxxxxxx
PwC, vertegenwoordigd door de partner Sustainability & Integrated Reporting, X.X. xxx xxx Xxxx
Thermaflex, vertegenwoordigd door de chief executive officer, G.J. Baars
VBDO, vertegenwoordigd door de executive officer, X.X. xxx xxx Xxxx