ALGEMENE VOORWAARDEN ZAKELIJKE HYPOTHECAIRE KREDIETVERSTREKKING
ALGEMENE VOORWAARDEN ZAKELIJKE HYPOTHECAIRE KREDIETVERSTREKKING
Vastgesteld bij akte op 31 juli 2019 voor mr. F.R. Sterel, notaris te Amsterdam
ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
ZAKELIJKE HYPOTHECAIRE KREDIETVERSTREKKING
Pontifex Bridge Financing B.V.
Heden, éénendertig juli tweeduizend negentien, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxxxx Xxxxxx, notaris te Amsterdam:
de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx geboren op 15 maart negentienhonderdzesennegentig, te Velp, met kantooradres Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Pontifex Bridge Financing B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 000 (xxxxxxxxx: Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx), ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 62966391, hierna te noemen: de "Hypotheekhouder".
Van het bestaan van de bovenvermelde volmacht blijkt uit een onderhandse akte die aan deze akte is gehecht.
In aanmerking nemende:
- Bij akte verleden op drieëntwintig juli tweeduizend achttien voor mij, notaris, heeft de Hypotheekhouder de "Algemene Voorwaarden Zakelijke Hypothecaire Kredietverstrekking van Pontifex Bridge Financing B.V.", hierna te noemen "de Algemene Voorwaarden" vastgesteld.
De Algemene voorwaarden zijn na voornoemde akte niet meer gewijzigd.
- De Hypotheekhouder heeft besloten de Algemene Voorwaarden te wijzigen. Ter uitvoering van het voormelde worden de Algemene Voorwaarden hierbij gewijzigd en geheel opnieuw vastgesteld, na welke wijziging de Algemene Voorwaarden zullen luiden als volgt:
Artikel 1 - Algemene bepalingen: Definities, interpretatie, reikwijdte
1.1 In deze Voorwaarden wordt verstaan onder:
a. Aanvraag:
De schriftelijke aanvraag van de Kredietnemer aan de Hypotheekgever (al dan niet verkregen via een tussenpersoon) om een offerte uit te brengen.
b. Bouwdepot:
Het in depot houden van de gelden ten behoeve van de betaling van door de Kredietnemer geaccordeerde facturen van bouwbedrijven en leveranciers door de Hypotheekhouder, zoals opgenomen in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst.
c. Derde-Hypotheekgever:
Degene(n) door wie door middel van de Hypotheekakte zakelijke zekerheid ten behoeve van de Hypotheekhouder is gesteld en die niet ook de Kredietnemer is (zijn), zowel tezamen als ieder afzonderlijk, alsmede zijn/haar (hun) rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
d. Erfpachtrecht:
Het zakelijk recht van erfpacht en de daarop betrekking hebbende voorwaarden, een en ander voor zover de aard van het recht van erfpacht zich daar niet tegen verzet en voorzover in de Hypotheekakte
niet anders is bepaald;
e. Exitkosten:
De exitkosten, zoals opgenomen in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst.
f. Entreekosten:
De entreekosten, zoals opgenomen in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst.
g. Garant:
Degene(n) die zich door middel van een hoofdelijke aansprakelijkheidsstelling (zonder de Kredietnemer te zijn), garantie of anderszins mede sterk heeft (hebben) gemaakt voor de verplichtingen van de Kredietnemer uit hoofde van de Leningsovereenkomst, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, alsmede zijn/haar (hun) rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
h. Geldlening:
De door de Hypotheekhouder op grond van de Leningsovereenkomst en deze Voorwaarden aan de Kredietnemer verstrekte of te verstrekken geldlening;
i. Hoofdsom:
Bedrag van de lening zoals opgenomen in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst.
j. Hypotheekakte:
Elke notariële akte waarin de Hypotheekgever respectievelijk de Kredietnemer op het Verbondene een Zekerheidsrecht vestigt ten gunste van de Hypotheekhouder;
k. Hypotheekgever:
Degene(n) die in de Hypotheekakte als hypotheekgever zijn aangeduid, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, alsmede zijn/haar (hun) rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
l. Hypotheekhouder:
Pontifex Bridge Financing B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, alsmede haar rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
m. Hypotheekrecht:
Het hypotheekrecht/de hypotheekrechten van de Hypotheekhouder als bedoeld in de Hypotheekakte;
n. Kredietnemer:
Degene(n) aan wie de Geldlening ter beschikking is of zal worden gesteld, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, alsmede zijn/haar/hun rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel;
o. Leningsovereenkomst:
Elke schriftelijke overeenkomst tot verschaffing van de Geldlening in verband waarmee het Zekerheidsrecht wordt gevestigd, alsmede ieder ander schriftelijk stuk waarin de betreffende kredietrelatie tussen de Kredietnemer en de Hypotheekhouder nader wordt geregeld;
p. Opeisingsgrond:
Ieder van de gebeurtenissen of omstandigheden genoemd in artikel 11.
q. Pandrecht:
Het pandrecht/de pandrechten van de Hypotheekhouder als bedoeld in de Hypotheekakte;
r. Opstalrecht:
Het zakelijk recht van opstal en de daarop betrekking hebbende voorwaarden, een en ander voor zover de aard van het recht van opstal zich daar niet tegen verzet en voorzover in de Hypotheekakte niet anders is bepaald;
s. Verbondene:
Alle huidige en toekomstige goederen en/of rechten, waarop uit hoofde van de Hypotheekakte een Zekerheidsrecht is of zal worden gevestigd tot zekerheid van de nakoming van het Verschuldigde;
t. Verlengingskosten:
Zoals opgenomen in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst.
u. Verschuldigde:
Alle huidige en toekomstige verplichtingen van de Kredietnemer tot terugbetaling van een geldsom jegens de Hypotheekhouder, uit hoofde van de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte, deze Voorwaarden en/of uit welke andere hoofde dan ook;
v. Voorwaarden:
Deze Algemene Voorwaarden Zakelijke Hypothecaire Kredietverstrekking van Pontifex Bridge Financing B.V., zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld in overeenstemming met artikel 29.
w. Werkdag:
Een dag, niet zijnde een zaterdag of een zondag en niet zijnde een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene Termijnenwet (zoals deze van tijd tot tijd kan worden gewijzigd), noch een in het tweede of krachtens het derde lid van genoemd artikel met een algemeen erkende feestdag gelijkgestelde dag of een Verenigd Koninkrijk bank holiday;
x. Zakelijke Rechten:
Het Erfpachtrecht en/of het Opstalrecht;
y. Zekerheidsrecht:
Het Hypotheekrecht en/of het Pandrecht.
1.2 Waar in deze Voorwaarden naar een artikel wordt verwezen, wordt bedoeld een artikel in deze Voorwaarden.
1.3 De begrippen Leningsovereenkomst, Hypotheekakte, Voorwaarden, of enige andere overeenkomst of enig ander document, dienen te worden uitgelegd als verwijzingen naar dat document zoals laatstelijk gewijzigd, aangevuld, uitgebreid of geherformuleerd (met inbegrip van onder meer een verhoging, verlaging, of andere aanpassing van de Geldlening).
1.4 In deze Voorwaarden worden met betrekking tot het begrip huur eveneens begrepen de daarmee overeenstemmende begrippen pacht, lease, ingebruikgeving of welke soortgelijke rechtsrelatie dan ook.
1.5 Deze Voorwaarden zijn van toepassing op elke Leningsovereenkomst en Hypotheekakte.
1.6 De Hypotheekgever, Derde-Hypotheekgever en Garant dienen de Hypotheekhouder onverwijld maar uiterlijk een week nadat enige eenzijdige wijziging optreedt in een omstandigheid zoals genoemd in de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte, de Voorwaarden of daaraan verwante documentatie daarvan op de hoogte te stellen.
Artikel 2 - De Leningsovereenkomst
2.1 Binnen vier (4) weken na dagtekening van de Aanvraag verstrekt de Kredietnemer de gegevens waarom wordt verzocht door de Hypotheekhouder. De Kredietnemer zendt deze gegevens aan de Hypotheekhouder. Door het verzenden van deze gegevens geeft de Kredietnemer de Hypotheekhouder toestemming om bij derden navraag te doen naar de verstrekte gegevens alsmede om deze gegevens anderszins te (laten) controleren.
2.2 De Hypotheekhouder kan de Kredietnemer na beoordeling van de in artikel
2.1 bedoelde gegevens een offerte voor de Leningsovereenkomst doen toekomen. De Hypotheekhouder is hier echter niet toe verplicht.
2.3 De Leningsovereenkomst bevat de hoofdkenmerken van de Geldlening, waaronder onder meer de hoofdsom van de Geldlening, de maandelijks verschuldigde rente, de looptijd, de Exitkosten, Entreekosten, Verlengingskosten alsmede gegevens met betrekking tot het Verbondene.
2.4 De in artikel 2.2 en 2.3 bedoelde offerte voor de Leningsovereenkomst vervalt indien de Hypotheekhouder de offerte niet binnen vijf (5) werkdagen na dagtekening van de offerte ondertekend retour heeft ontvangen.
2.5 Door ondertekening van de offerte voor de Leningsovereenkomst accepteert de Kredietnemer de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx evenals de daarin gestelde voorwaarden en voorbehouden.
2.6 De Kredietnemer verklaart dat hij bevoegd is om de Leningsovereenkomst aan te gaan, tevens staat de Kredietnemer in voor de nakoming van alle verplichtingen die uit de Leningsovereenkomst voortvloeien.
2.7 De Kredietnemer verklaart dat hij bij het aangaan van de Leningsovereenkomst handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf alsmede dat de Geldlening niet zal worden aangewend voor de koop van onroerend goed dat voor eigen bewoning, bewoning door directe familieleden of anderszins voor eigen gebruik bestemd is.
2.8 Ondertekening van de Leningsovereenkomst door de Kredietnemer laat de bevoegdheid van de Hypotheekhouder om de Geldlening niet te verstrekken onverlet. De Hypotheekhouder verstrekt de Geldlening slechts indien:
a. op het moment van terbeschikkingstelling van de Geldlening geen sprake is van Opeisingsgrond of van een gebeurtenis of omstandigheid die, naar het oordeel van de Hypotheekhouder, kan leiden tot een Opeisingsgrond; en
b. indien de Hypotheekgever ten gunste van de Hypotheekhouder een Zekerheidsrecht heeft gevestigd dat eerste in rang is, dan wel een lagere rang heeft mits de Hypotheekhouder hiermee uitdrukkelijk heeft ingestemd.
2.9 De Hypotheekhouder zal de Kredietnemer informeren indien aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 2.8(a) en (b) is voldaan.
2.10 De Kredietnemer doet afstand van zijn recht om de Leningsovereenkomst te ontbinden.
2.11 De Kredietnemer is in geen geval bevoegd om de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de Leningsovereenkomst en/of de Voorwaarden op te schorten, ook niet door betwisting van het Verschuldigde.
Artikel 3 - Garant
3.1 De Hypotheekhouder kan te allen tijde eisen dat een derde zich als Garant mede sterk maakt voor de nakoming van de Geldlening.
3.2 De Garant verbindt zich ook voor de tijd waarvoor de Geldlening eventueel zal worden verlengd en de voorwaarden waaronder dit zal gebeuren, ongeacht of dit leidt tot een grotere aansprakelijkheid van de Kredietnemer dan op het moment van het aangaan van de hoofdelijke aansprakelijkheid.
3.3 De Hypotheekhouder is bevoegd zonder toestemming van de Garant de voorwaarden van de Geldlening te wijzigen, uitstel van betaling, ontslag uit de hoofdelijke verbondenheid en afstand om niet (kwijtschelding) of om baat (schuldvernieuwing) aan de Kredietnemer te verlenen of een aanbod tot afstand om niet of om baat tot de Kredietnemer te richten. De Garant blijft volledig als Garant gebonden indien de Hypotheekhouder van genoemde bevoegdheid gebruikmaakt.
3.4 De Garant doet tegenover de Hypotheekhouder afstand van enig recht:
a. te verlangen dat de Hypotheekhouder eerst het vermogen van de Kredietnemer en/of de Derde-Hypotheekgever zal uitwinnen alvorens de Garant aan te spreken;
b. bevrijding van zijn aansprakelijkheid in te roepen indien de Hypotheekhouder geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid tot verrekening met een schuld aan de Kredietnemer; en
c. voor zover de Garant zich borg heeft gesteld, van alle overige aan borgen toekomende rechten en verweermiddelen.
3.5 De Garant verleent aan de Hypotheekhouder uitdrukkelijk de bevoegdheid om, al dan niet tegen aflossing op het Verschuldigde, enige aan de Hypotheekhouder verleende zekerheid prijs te geven, op te zeggen of daarvan afstand te doen. De Garant blijft onverkort als hoofdelijk aansprakelijke verbonden indien de Hypotheekhouder van genoemde bevoegdheid gebruikmaakt.
3.6 De Garant zal op eerste verzoek van de Hypotheekhouder het Verschuldigde betalen zodra de Kredietnemer in verzuim is met de voldoening van het Verschuldigde. De Hypotheekhouder zal ten opzichte van de Garant niet tot meer of ander bewijs ter zake van het bestaan en de omvang van het Verschuldigde verplicht zijn dan zij is ten opzichte van de Kredietnemer.
3.7 De Garant die het Verschuldigde gedeeltelijk heeft betaald verbindt zich hierbij om tot meerdere zekerheid voor nakoming van het Verschuldigde aan de Hypotheekhouder bij voorbaat aan de Hypotheekhouder enige vordering die de Garant op grond van die betaling op de Kredietnemer heeft te verpanden. De Garant zal die vordering(en) en de daarbij behorende rechten ten opzichte van de Kredietnemer niet zelf uitoefenen zolang de Hypotheekhouder het Verschuldigde niet volledig heeft ontvangen.
3.8 Voor zover de aard van de bepaling zich daar niet tegen verzet, geldt het in de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte en deze Voorwaarden bepaalde met betrekking tot de Kredietnemer op gelijke wijze voor de Garant.
Artikel 4 - Hoofdelijke verbondenheid
4.1 De Kredietnemer is met zijn gehele huidige en toekomstige vermogen aansprakelijk voor het Verschuldigde.
4.2 Indien sprake is van een Derde-Hypotheekgever is de Kredietnemer naast de Derde-Hypotheekgever hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen die
op basis van deze Voorwaarden rusten op de Derde-Hypotheekgever.
4.3 Ieder van de (rechts)personen die onder een Leningsovereenkomst als de Kredietnemer wordt aangemerkt, is hoofdelijk aansprakelijk voor het Verschuldigde. Indien het Verschuldigde op twee of meer rechtsopvolgers van de Kredietnemer overgaat, zullen zij ieder jegens de Hypotheekhouder hoofdelijk verbonden zijn. De Kredietnemer doet jegens de Hypotheekhouder afstand van alle aan hoofdelijk verbonden schuldenaren toekomende verweermiddelen en rechten.
4.4 Voor zover de aanvaarding van enige hoofdelijke aansprakelijkheid als bedoeld in dit artikel 4, in afwijking van de bedoeling van partijen, als borgstelling wordt gekwalificeerd, doet de Kredietnemer afstand van alle aan borgen toekomende verweermiddelen en rechten, waaronder de bevoegdheid tot verrekening.
4.5 Indien sprake is van meerdere Kredietnemers leidt uitstel van betaling, ontslag uit de hoofdelijke verbondenheid, afstand om niet (kwijtschelding) of afstand om baat (schuldvernieuwing) door de Hypotheekhouder aan één van de Kredietnemers of een aanbod tot afstand om niet of om baat door de Hypotheekhouder tot één van de Kredietnemers, werkt niet ten aanzien van de andere Kredietnemer(s), zodat in deze gevallen die andere Kredietnemer(s) voor het volledige Verschuldigde aansprakelijk blijft (blijven).
4.6 De Kredietnemer verbindt zich hierbij om tot meerdere zekerheid voor nakoming van het Verschuldigde aan de Hypotheekhouder bij voorbaat alle vorderingen die de Kredietnemer uit hoofde van regres en/of subrogatie jegens iedere andere Kredietnemer of Derde-Hypotheekgever mocht hebben te verpanden aan de Hypotheekhouder.
Artikel 5 - Rente
5.1 Het rentepercentage waartegen de Geldlening wordt verstrekt, alsmede de periode waarvoor het rentepercentage geldt (de rentevastheidsperiode), worden in Bijlage I (Specificaties van de Geldlening en het Verbondene) van de Leningsovereenkomst vermeld.
5.2 De rente voor de Geldlening wordt berekend met ingang van de datum waarop de Hypotheekhouder het bedrag van de Geldlening overboekt naar een derdengeldenrekening van de door de Hypotheekhouder aangewezen notaris.
5.3 De rente wordt voor het eerst berekend vanaf de in artikel 5.2 genoemde ingangsdatum tot het einde van de maand waarin de Hypotheekakte is gepasseerd. De renteberekening vindt plaats op grond van het in de Leningsovereenkomst overeengekomen rentepercentage en heeft betrekking op de uitstaande Hoofdsom en bouwdepot van de geldlening. De rente wordt berekend op grond van de uitstaande Hoofdsom en bouwdepot per het begin van de daaraan voorafgaande maand. Voor de berekening van de rente wordt de maand op dertig dagen en het jaar op driehonderdzestig dagen gesteld. De Hypotheekhouder brengt rente in rekening tot de Werkdag waarop de Hypotheekhouder het Verschuldigde heeft ontvangen.
5.4 De berekening van de rente vindt plaats op dagbasis. De rente is opeisbaar op de eerste Werkdag van de maand.
5.5 De Hypotheekhouder brengt een rentevergoeding in rekening die gelijk is aan de wettelijke rente of, indien de rente hoger is dan de wettelijke rente,
de op de Geldlening van toepassing verklaarde rente, over alle bedragen die zij namens en/of voor rekening van de Kredietnemer heeft betaald, waarbij de rente wordt berekend vanaf de dag waarop de Hypotheekhouder de betaling heeft gedaan.
5.6 De Hypotheekhouder is nimmer rente verschuldigd over hetgeen hij uit hoofde van de Leningsovereenkomst ontvangt.
5.7 Indien de Hypotheekhouder het totale Verschuldigde niet op de in de Leningsovereenkomst genoemde einddatum heeft ontvangen, is de Kredietnemer Verlengingskosten verschuldigd, behoudens nadere schriftelijke afspraken tussen Kredietnemer en Hypotheekhouder.
5.8 De Verlengingskosten dienen bij iedere verlenging te worden voldaan. Bovendien zullen bij verlenging van de Leningsovereenkomst na achttien
(18) maanden de exitkosten voor iedere verlenging met minimaal één procent over de Hoofdsom worden verhoogd.
Artikel 6 - Betalingen
6.1 De Kredietnemer zal de in de Leningsovereenkomst genoemde Entreekosten voldoen op de dag dat de Hypotheekakte door de notaris wordt gepasseerd. De Kredietnemer zal in geval van beëindiging van de Leningsovereenkomst op een eerdere datum dan de in de Leningsovereenkomst genoemde einddatum of indien het Verschuldigde in zijn geheel vervroegd wordt afgelost, de Exitkosten voldoen op de dag van beëindiging respectievelijk op de dag van de vervroegde aflossing.
6.2 De Kredietnemer is verplicht alles wat aan de Hypotheekhouder uit welke hoofde dan ook verschuldigd is, zonder enige aftrek, verrekening of voorwaarde op de overeengekomen vervaldag te voldoen in een op die vervaldag Nederlands wettig betaalmiddel. Alle betalingen moeten geschieden zonder kosten voor de Hypotheekhouder. Indien enige betaling door de Kredietnemer toch kosten meebrengt voor de Hypotheekhouder, zal de Hypotheekhouder deze kosten optellen bij het Verschuldigde.
6.3 De in artikel 6.2 bedoelde betaling dient te geschieden op een door de Hypotheekhouder aan te wijzen bankrekening. Overboeking door de Kredietnemer van een bedrag op een andere dan de door de Hypotheekhouder aangewezen bankrekening is niet toegestaan en zal door de Hypotheekhouder niet als nakoming worden geaccepteerd. Alle betalingen, waaronder die per (automatische) incasso, worden geacht te zijn verricht indien de betalingen door de Hypotheekhouder zijn ontvangen.
6.4 De Hypotheekhouder zal betalingen aanwenden ter voldoening van achtereenvolgens:
a. eventuele kosten;
b. eventuele vergoedingen voor geleden verlies en gederfde winst;
c. rente;
d. de hoofdsom van de Geldlening;
e. voor zover na voldoening van de hiervoor genoemde bedragen door de Kredietnemer aan de Hypotheekhouder nog een batig saldo overblijft, strekken de betalingen van de Kredietnemer tot aflossing op al hetgeen de Kredietnemer verder verschuldigd is aan de Hypotheekhouder; en
f. een eventueel overblijvend saldo na voldoening van andere financiële verplichtingen van de Kredietnemer jegens de Hypotheekhouder komt toe aan de Kredietnemer.
6.5 Bij voldoening van het Verschuldigde is de Hypotheekhouder niet verplicht tot afgifte van het aan het Verschuldigde ten grondslag liggende bewijsstuk.
6.6 Indien de Kredietnemer een verschuldigde betaling niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald kan de Hypotheekhouder extra kosten in rekening brengen en alle mogelijke overige bijkomende kosten van welke aard of soort dan ook.
Onverminderd het bepaalde in de vorige zin is er een boeterente verschuldigd over de Geldlening wanneer niet tijdig is voldaan. Op het maandelijkse rente percentage wordt dan een boete van vijfentwintig/honderdste procent (0,25 %) berekend. Dit betreft derhalve de rente over de Hoofdsom en bouwdepot, welke verschuldigd is vanaf de datum dat de Kredietnemer in gebreke is gebleven.
Artikel 7 - Bewijs van vorderingen
7.1 Behoudens tegenbewijs, vormt een uittreksel uit de administratie van Hypotheekhouder het volledige en overtuigende bewijs van het bestaan en de omvang van de vorderingen van Hypotheekhouder jegens de Hypotheekgever.
Artikel 8 - Vervroegde aflossing
8.1 Het is de Kredietnemer toegestaan de Geldlening geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
x. xx Xxxxxxxxxxxx stelt de Hypotheekhouder van tevoren schriftelijk in kennis van zijn voornemen vervroegd af te lossen, onder opgave van de datum waarop de Kredietnemer vervroegd zou willen aflossen alsmede van de hoogte van het bedrag dat de Kredietnemer zou willen aflossen;
b. gedeeltelijke aflossingen zijn slechts toegestaan indien dit geschied door middel van betalingen van tienduizend euro (€ 10.000,00) of een veelvoud daarvan en onder de voorwaarde dat de Kredietnemer rente en kosten vergoed over een periode van ten minste dertig dagen;
c. als de Kredietnemer het Verschuldigde in zijn geheel wenst af te lossen dient de Kredietnemer de Hypotheekhouder ten minste dertig (30) dagen vóór de datum waarop de Kredietnemer de betaling wenst te verrichten schriftelijk om een opgave van het Verschuldigde te verzoeken.
8.2 Na ontvangst van het in artikel 8.1 onder c. bedoelde verzoek, stelt de Hypotheekhouder een opgave op waarin een opgave wordt verstrekt van het Verschuldigde. Indien de Hypotheekhouder het Verschuldigde op een latere datum dan de opgegeven betalingsdatum ontvangt, brengt zij in overeenstemming met artikel 6.6 rente in rekening over de periode vanaf de oorspronkelijk opgegeven betalingsdatum tot de datum waarop het totale Verschuldigde door de Hypotheekhouder is ontvangen.
8.3 Aan vervroegde aflossing zijn buiten de Exitkosten en Verleningskosten geen kosten verbonden.
Indien bij inlossing wordt geconstateerd dat de feitelijke looptijd minder dan vijftig procent (<50%) is van de juridische looptijd, zullen de hierboven genoemde Exitkosten worden verhoogd met een procent (1%) van de hoofdsom..
Indien de lening korter dan drie (3) maanden heeft gelopen dient de Kredietnemer minimaal drie (3) maanden rente te betalen.
8.4 Indien de Kredietnemer een kennisgeving tot vervroegde aflossing heeft
gedaan, is hij tot die vervroegde aflossing gehouden.
8.5 Indien de Kredietnemer vervroegd aflost op de Geldlening wordt deze vervroegde aflossing twee maanden na de maand waarin de Hypotheekhouder de vervroegde aflossing heeft ontvangen in de administratie van de Hypotheekhouder verwerkt.
Artikel 9 - Kosten en belastingen
9.1 Alle kosten verbonden aan de vestiging van het Zekerheidsrecht en alle daarmee verband houdende kosten die de Hypotheekhouder, in of buiten rechte, tot vaststelling, behoud, uitoefening, uitwinning en vrijgave van haar rechten uit hoofde de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte en deze Voorwaarden maakt, een en ander in de breedste zin van het woord, zijn voor rekening van de Kredietnemer. Onder de in dit artikel 9.1 bedoelde kosten worden onder meer begrepen:
a. de kosten van incasso;
b. de kosten met betrekking tot inzage door de Hypotheekhouder bij de daartoe bestemde openbare registers alsmede kosten voor het opvragen van de door de Hypotheekhouder gewenste stukken;
c. alle kosten welke de Hypotheekhouder nodig mocht achten ten behoeve van handhaving en uitoefening van haar rechten onder de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte en deze Voorwaarden zoals de kosten van (her)taxatie, inspectie, beheer en ontruiming van het Verbondene en die van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en bijstand;
d. de interne kosten van de Hypotheekhouder die worden berekend op basis van het aantal te dier zake door de Hypotheekhouder bestede uren tegen een door de Hypotheekhouder vast te stellen uurtarief. Bij executie is de Hypotheekhouder bevoegd de interne kosten in plaats daarvan vast te stellen op vijf procent (5%) van de totale bruto- opbrengst van het geëxecuteerde Verbondene. De Hypotheekhouder kan dit percentage verhogen tot maximaal tien procent (10%) indien de bewerkelijkheid van de executie of de hoogte van bedoelde opbrengst daartoe naar haar oordeel aanleiding geeft;
e. alle kosten die voortvloeien uit de bijstand van een of meer adviseurs, tolken, vertalers en/of overige deskundigen;
f. alle belastingen en/of heffingen die op enig moment onder welke benaming ook over het Verschuldigde of ten aanzien van het Verbondene geheven mochten worden; en
g. overige lasten en kosten, premies, grondrenten, beklemhuren, erfpachtcanons, opstalretributies en andere lasten of verplichtingen ter zake van het Verschuldigde of op het Verbondene drukkend.
9.2 De in artikel 9.1 bedoelde buitengerechtelijke kosten bedragen tien procent (10%) van het Verschuldigde, met een minimum van vijfhonderd euro
(€ 500,-). Voor zover de Hypotheekhouder aannemelijk maakt dat de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten hoger zijn dan tien procent (10%) van het te innen bedrag, komen de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten volledig voor rekening van de Kredietnemer.
9.3 De Kredietnemer zal op eerste verzoek van de Hypotheekhouder aantonen dat de in artikel 9.1 bedoelde betalingen door de Kredietnemer zijn verricht.
9.4 De Hypotheekhouder is bevoegd de in dit artikel 9 bedoelde kosten voor
rekening van de Kredietnemer te voldoen. De Kredietnemer is verplicht deze door de Hypotheekhouder voorgeschoten kosten op eerste verzoek aan de Hypotheekhouder te voldoen, vermeerderd met de in artikel 5.6 bedoelde rente.
Artikel 10 - Verrekening
10.1 De Hypotheekhouder is steeds bevoegd om al hetgeen hij van de Kredietnemer te vorderen heeft, te verrekenen met de al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de Kredietnemer op de Hypotheekhouder, ongeacht de valuta waarin die vorderingen luiden. Indien echter de vordering van de Hypotheekhouder op de Kredietnemer nog niet opeisbaar is, zal de Hypotheekhouder, mits de vordering van de Hypotheekhouder op de Kredietnemer en de tegenvordering van de Kredietnemer op de Hypotheekhouder in dezelfde valuta luiden, van haar verrekeningsbevoegdheid geen gebruik maken, tenzij op de tegenvordering van de Kredietnemer beslag wordt gelegd of daarop anderszins verhaal wordt gezocht, daarop een beperkt recht wordt gevestigd of de Kredietnemer zijn tegenvordering onder bijzondere titel overdraagt.
10.2 Vorderingen in vreemde valuta worden verrekend tegen de koers van de dag van verrekening tegen een door de Hypotheekhouder vast te stellen koers. De Hypotheekhouder zal de Kredietnemer zo mogelijk tevoren in kennis stellen van het gebruik maken van zijn verrekeningsbevoegdheid.
Artikel 11 - Opeisbaarheid
11.1 Het Verschuldigde is onmiddellijk geheel opeisbaar:
a. op de einddatum van de Geldlening zoals overeengekomen in de Leningsovereenkomst;
b. indien de Kredietnemer in verzuim is ten aanzien van de aan de Hypotheekhouder verschuldigde maandelijkse betalingen;
c. indien op enige andere wijze niet wordt voldaan aan, of in strijd wordt gehandeld met enige verplichting jegens de Hypotheekhouder uit hoofde van de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte en/of deze Voorwaarden;
d. in geval van een rangwisseling waardoor de Hypotheekakte de Hypotheekhouder niet langer het Zekerheidsrecht eerste in rang verschaft, tenzij de Hypotheekhouder instemt met de rangwisseling;
e. indien een verklaring of opgave van de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever in strijd is met de waarheid of indien de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever een omstandigheid die van belang is voor de Hypotheekhouder heeft verzwegen;
f. indien de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever een aan de Hypotheekhouder verleende volmacht herroept;
g. op het moment van inbeslagneming, zowel conservatoir als executoriaal, van vermogensbestanddelen van de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever;
h. op het moment van aanvraag tot faillietverklaring of tot surseance van betaling van de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever of op het moment dat de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever failliet wordt verklaard of surseance van betaling wordt verleend;
i. wanneer de Kredietnemer afstand van al zijn vermogensbestanddelen doet en in het algemeen wanneer de Kredietnemer respectievelijk de
Hypotheekgever het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
j. op het moment van overdracht, staking of beëindiging van het beroep of bedrijf dat door de Kredietnemer wordt gedreven, hetzij geheel, hetzij ten dele;
k. indien de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever verplicht wordt de revenuen uit zijn beroep of bedrijf geheel of ten dele aan derden af te staan met uitzondering van alimentatieverplichtingen die de rechter heeft vastgesteld;
l. indien blijkt dat er in de titels van eigendom van het Verbondene of met betrekking tot het Zekerheidsrecht gebreken bestaan, waardoor naar het oordeel van de Hypotheekhouder de waarde van het Verbondene en/of de rechten van de Hypotheekhouder nadelig kunnen worden beïnvloed of kunnen worden verkort;
m. indien blijkt van een bestemming van het Verbondene, waardoor naar het oordeel van de Hypotheekhouder de waarde van het Verbondene nadelig kan worden beïnvloed of waardoor de rechten van de Hypotheekhouder kunnen worden ingeperkt;
n. indien het Verbondene in waarde is verminderd ten gevolge van beschadiging;
o. indien een andere pandhouder, hypotheekhouder of beslaglegger maatregelen treft tot executoriale verkoop van het Verbondene;
p. indien een appartementsrecht of een lidmaatschapsrecht van een vereniging of coöperatie onderdeel uitmaakt van het Verbondene, ingeval:
- van een besluit of bevel tot wijziging van de splitsing, het reglement of de statuten;
- van een besluit of bevel tot opheffing van de splitsing;
- van een besluit of bevel tot ontbinding van de vereniging of coöperatie;
- de appartementseigenaar, het lid van de vereniging of coöperatie of de gebruiker van een privé ruimte, voorschriften met betrekking tot het onderpand niet nakomt;
q. indien een recht van hypotheek is verleend op Zakelijke Rechten ingeval:
- van niet-nakoming of overtreding door de erfpachter respectievelijk de opstaller van één of meer van de verplichtingen die voor hem uit de voorwaarden aangaande de Zakelijke Rechten voortvloeien, waaronder onder meer begrepen de betaling van de canon;
- van wijziging van de bestaande voorwaarden met betrekking tot de Zakelijke Rechten zonder toestemming van de Hypotheekhouder; van opzegging door of aan de erfpachter respectievelijk de opstaller;
- de eigenaar van de grond maatregelen treft tot opzegging van het verbonden recht van erfpacht, van het vervallen van het Erfpachtrecht in het algemeen of enige andere wijze van beëindiging van de Zakelijke Rechten;
- de Zakelijke Rechten naar het oordeel van de Hypotheekhouder dreigen op te houden te bestaan of teniet dreigen te gaan;
r. wanneer naar het oordeel van de Hypotheekhouder de bouw of de verbouwing van het Verbondene, waarvoor de Geldlening is verstrekt, wordt stopgezet, stagneert, of wanneer het bouwplan wordt gewijzigd of wanneer de voor de bouw of verbouwing bestemde Geldlening voor andere doeleinden worden aangewend;
s. in geval van niet-nakoming of overtreding door de Kredietnemer of een gebruiker van het Verbondene van voorschriften die door de overheid inzake de bouw, bewoning of het gebruik van het Verbondene zijn of worden vastgesteld;
t. indien een bijdrage in de bouwkosten, die van overheidswege is toegekend, vervalt;
u. indien er anderszins omstandigheden optreden, waardoor redelijkerwijs niet van de Hypotheekhouder kan worden verlangd dat de Leningsovereenkomst op de overeengekomen voorwaarden wordt gecontinueerd.
11.2 Als de Kredietnemer een natuurlijk persoon is, is het Verschuldigde in aanvulling op artikel 11.1 onmiddellijk geheel opeisbaar:
a. in geval van overlijden, vermissing, ondercuratelestelling en onderbewindstelling van de Kredietnemer;
b. indien een andere door de Hypotheekhouder aan de Kredietnemer of aan diens echtgenoot verstrekt(e) lening of krediet vervroegd wordt opgeëist;
c. indien de Kredietnemer Nederland als zijn woonplaats verlaat of indien van een voornemen daartoe genoegzaam blijkt.
11.3 Als de Kredietnemer een rechtspersoon is, is het Verschuldigde in aanvulling op artikel 11.1 onmiddellijk geheel opeisbaar:
a. ingeval van liquidatie, ontbinding, nietigverklaring, verandering van rechtsvorm van de Kredietnemer of indien de Kredietnemer fuseert;
b. bij levering van de aandelen in het kapitaal van de Kredietnemer of een naar het oordeel van de Hypotheekhouder aanmerkelijk deel daarvan, of bij kapitaalsvermindering;
c. bij verlies van rechtspersoonlijkheid, bij het wijzigen van de doelomschrijving of bij een andere naar het oordeel van de Hypotheekhouder materiële wijziging van de statuten van de Kredietnemer;
d. indien een ander(e) geldlening of krediet van een rechtspersoon die behoort tot het concern waarvan de Kredietnemer deel uitmaakt, vervroegd wordt opgeëist;
e. ingeval de Kredietnemer zijn statutaire zetel buiten Nederland verplaatst of indien van een voornemen daartoe genoegzaam blijkt.
11.4 Als de Kredietnemer mede handelt voor een personenvennootschap of een ander contractueel samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, is het Verschuldigde in aanvulling op artikel 11.1 onmiddellijk geheel opeisbaar:
a. indien de Kredietnemer fuseert;
b. bij toe- of uittreding van een vennoot, maat of partner,
c. bij een andere wijziging in de overeenkomst waarin de samenwerking is geregeld.
11.5 Als de Leningsovereenkomst mede wordt verstrekt ter financiering van de
bouw, wijziging, uitbreiding of onderhoud van het Verbondene, is de Kredietnemer verplicht om aan de Hypotheekhouder te verschaffen: de plannen met betrekking tot de bouw, wijziging, uitbreiding of onderhoud, tekeningen en andere documenten waaronder eveneens begrepen reeds gemaakte of in bewerking zijnde tekeningen, bestekken of technische omschrijvingen, begrotingen en voor zover van toepassing overeenkomsten met (onder)aannemer(s), leveranciers, architecten en andere bij de bouw betrokkenen. In aansluiting op deze verplichting is het Verschuldigde in aanvulling op artikel 11.1 onmiddellijk geheel opeisbaar indien de bouw, wijziging, uitbreiding of onderhoud van het Verbondene, zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder, anders dan conform het bepaalde in een van de in dit artikel genoemde plannen of documenten wordt uitgevoerd.
Artikel 12 - Hypotheekrecht en verpanding
12.1 De Kredietnemer zal ter voldoening van het Verschuldigde een Hypotheekrecht vestigen ten gunste van de Hypotheekhouder.
12.2 De Hypotheekgever verbindt zich hierbij tevens om ter voldoening van het Verschuldigde een pandrecht te vestigen ten gunste van de Hypotheekhouder op alle rechten die de Hypotheekgever heeft ten aanzien van het Verbondene, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:
a. de rechten terzake van de huur- of pachtpenningen, huurkooptermijnen, gebruiksvergoedingen alsmede andere rechten uit hoofde van de verhuur, verpachting of het gebruik indien het Verbondene is of wordt verhuurd, verpacht, in huurkoop is gegeven of anderszins in gebruik gegeven;
b. alle rechten en acties die de Hypotheekgever tegen degenen die het Verbondene zonder recht of titel in gebruik (zullen) hebben, kan laten gelden;
c. alle rechten en acties die de Hypotheekgever tegenover derden mocht hebben of verkrijgen in geval van ontbinding, nietigverklaring of vernietiging van de overeenkomst, krachtens welke het Verbondene of een gedeelte daarvan door de Hypotheekgever of één van diens rechtsvoorgangers werd(en) verkregen;
d. alle rechten uit verzekeringen gesloten met betrekking tot het Verbondene, voor zover deze niet reeds uit hoofde van het bepaalde in artikel 3:229 lid 1 Burgerlijk Wetboek van rechtswege aan de Hypotheekhouder zijn verpand; de Hypotheekhouder dient van deze rechten schriftelijk in kennis te worden gesteld;
e. indien het Verbondene is of wordt belast met Zakelijke Rechten of een ander beperkt recht: de vorderingen jegens de beperkt gerechtigde;
f. indien het Verbondene bestaat uit een appartementsrecht: de vorderingen jegens derden, waaronder begrepen de vereniging van eigenaars, de gezamenlijke eigenaren, de verzekeraar of de administrateur;
g. alle vorderingen jegens derden met betrekking tot het Verbondene uit hoofde van enig gebruik van het Verbondene dan wel uit hoofde van onteigening of vordering van het Verbondene of uit welken andere hoofde dan ook;
h. alle tegenwoordige en toekomstige van het Verbondene geoogste
vruchten en/of beplantingen; en
i. alle vorderingen tot vergoeding, die hij op derden heeft en die in de plaats van het Verbondene treden;
j. alle rechten welke voortvloeien uit de het niet nakomen van de koopovereenkomst door de kopende partij ( de waarborgsom).
12.3 Verpanding van zaken omvat ook verpanding bij voorbaat van zaken die door zaaksvorming een bestanddeel van een andere roerende zaak zijn geworden, zaken die vermengd zijn met verpande zaken en zaken die door verpande zaken worden nagetrokken.
12.4 Een pandrecht op een vordering omvat ook pandrecht op nevenrechten die bij die vordering horen. De Hypotheekhouder is bevoegd om ten aanzien van de verpande vorderingen regelingen te treffen en de verpande vorderingen vast te (laten) stellen. De Hypotheekhouder heeft daarnaast de bevoegdheid ter zake van de verpande vordering voor rekening van de Kredietnemer:
a. betalingen in ontvangst te nemen en daarvoor kwijting te verlenen;
b. daarover geheel naar eigen goeddunken dadingen aan te gaan en andere rechtshandelingen te verrichten;
c. een andere dan de oorspronkelijk verschuldigde prestatie in ontvangst te nemen;
d. de aan de verpande vordering verbonden zekerheden uit te winnen;
e. alle (proces)handelingen te verrichten die naar haar oordeel nodig of nuttig zijn;
f. in rechterlijke uitspraken te berusten of daartegen rechtsmiddelen in te stellen;
g. eventueel door de Hypotheekhouder nodig geachte deskundigen te benoemen en verder alles te verrichten wat zij in verband met het voorgaande nodig, nuttig of wenselijk zal achten, een en ander onverminderd de zelfstandige rechten die aan de Hypotheekhouder als hypotheekhouder/ pandhouder toekomen.
12.5 Het Pandrecht omvat de bevoegdheid om de verpande vordering in te dienen in de boedel van de Hypotheekgever in geval van faillissement of surseance van betaling. Indien de surseance van betaling of het faillissement eindigt als gevolg van een minnelijk of gerechtelijk akkoord dan is de Hypotheekhouder bevoegd aanspraak te maken op de uitkering van het percentage van de verpande vordering zoals in het akkoord is overeengekomen.
12.6 De Hypotheekgever verklaart en staat ervoor in dat:
a. Voorzover de Hypotheekgever een rechtspersoon is: hij rechtsgeldig is opgericht en bestaat naar het recht van de plaats van oprichting;
b. hij op de datum van het passeren van de Hypotheekakte de enige juridische en economische eigenaar is van het Verbondene en bevoegd is het Hypotheekrecht en het Pandrecht te vestigen ten gunste van de Hypotheekhouder;
c. Voorzover de Hypotheekgever een rechtspersoon is: hij alle vereiste vennootschapsrechtelijke besluiten heeft genomen die relevant zijn voor het passeren van de Hypotheekakte en het aangaan van de Leningsovereenkomst;
d. hij niet bekend is met enige vordering van een derde ten aanzien van het Verbondene die nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de
Hypotheekhouder, en dat hij geen handelingen heeft verricht die de rechten van de Hypotheekhouder in de weg zouden kunnen staan;
e. het Hypotheekrecht en het Pandrecht een hypotheekrecht eerste in rang respectievelijk een pandrecht eerste in rang zijn;
f. hij naar zijn beste weten niet bekend is met reeds gelegde beslagen op het Verbondene;
g. ten aanzien van het Verbondene geen (beperkte) rechten zijn gevestigd ten gunste van derden en geen aanspraken zijn verleend aan derden;
h. hij, al dan niet bij voorbaat, het Verbondene niet eerder geheel of gedeeltelijk aan derden heeft geleverd, overgedragen of anderszins vervreemd noch aan enige derde heeft toegezegd dat te zullen doen; en
i. het Verbondene kwalificeert als goed dat voor overdracht vatbaar is zoals bedoeld in artikel 3:228 jo 3:83 van het Burgerlijk Wetboek.
12.7 Het Zekerheidsrecht dat door de Hypotheekgever zal worden verstrekt, strekt tot zekerheid voor de betaling van de Geldlening, en al hetgeen de Kredietnemer verder nog uit hoofde van verstrekte of nog te verstrekken geldlening(en), tegenwoordige of toekomstige borgstellingen, dan wel uit welken (andere) hoofde dan ook aan de Hypotheekhouder verschuldigd is of zal worden.
12.8 Zolang de Kredietnemer respectievelijk de Derde-Hypotheekgever jegens de Hypotheekhouder tegenwoordige of toekomstige verplichtingen heeft uit welke hoofde dan ook is het de Kredietnemer respectievelijk de Derde- Hypotheekgever niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hypotheekhouder zich borg te stellen of hoofdelijke aansprakelijkheid te aanvaarden ten behoeve van een ander dan de Hypotheekhouder en zal de Kredietnemer respectievelijk de Derde- Hypotheekgever zijn goederen niet geheel of gedeeltelijk vervreemden of ten behoeve van een derde belasten of bezwaren of zich daartoe jegens een derde verbinden.
12.9 Het is de Kredietnemer respectievelijk de Derde-Hypotheekgever toegestaan om goederen te vervreemden indien en voor zover dit geschiedt in het kader van de normale bedrijfsuitoefening en tegen betaling (anders dan door verrekening) van een marktconforme koopsom, onder marktconforme voorwaarden en overeenkomstig de aard en de bestemming van dat goed.
12.10 De Hypotheekhouder is bevoegd tot herverpanding van het Verbondene.
12.11 De Hypotheekgever doet afstand van het recht om ontbinding van de Hypotheekakte te verlangen.
12.12 De Hypotheekgever is niet bevoegd de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de Hypotheekakte en de Voorwaarden op te schorten.
Artikel 13 - Pandrecht op overeenkomsten van levensverzekering
13.1 Dit artikel is van toepassing indien tot het Verbondene overeenkomsten van levensverzekering behoren.
13.2 In dit artikel wordt verstaan onder:
a. de verzekeringnemer: degene die rechten of vorderingen, voortvloeiend uit het sluiten van een overeenkomst van verzekering aan de Hypotheekhouder heeft verpand en/of de Hypotheekhouder als begunstigde heeft aangewezen en/of degene die tegenover de Hypotheekhouder verplicht is een verzekering in stand te houden;
b. de begunstigde: degene die onder welke benaming dan ook een kans of
een recht heeft op de uitkering(en);
c. de eerste begunstigde: de (voor zover toepasselijk, na de Hypotheekhouder) eerst geroepen begunstigde voor de uitkering(en) bij overlijden van de verzekerde;
x. xx xxxxxxxxxx: de verpanding aan de Hypotheekhouder van rechten en vorderingen uit overeenkomsten van levensverzekering;
e. de begunstiging: de verlening aan de Hypotheekhouder van de hoedanigheid van begunstigde.
13.3 De verzekeringnemer verbindt zich hierbij om aan de Hypotheekhouder de rechten en vorderingen uit hoofde van de levensverzekering te verpanden. De Hypotheekhouder is bij uitsluiting bevoegd om in zijn hoedanigheid van pandhouder de begunstigde van de levensverzekering aan te wijzen of te vervangen, echter ten hoogste tot het bedrag van het Verschuldigde. De Hypotheekhouder is hierbij bevoegd zichzelf aan te wijzen. Voor zover nodig verleent de verzekeringnemer de Hypotheekhouder hiertoe een onherroepelijke volmacht met het recht van substitutie.
13.4 Zowel bij begunstiging als bij verpanding moet de polis terstond aan de Hypotheekhouder worden overgelegd. De polis zal door de Hypotheekhouder worden bewaard.
13.5 De Hypotheekhouder is bevoegd de verpanding en/of begunstiging mede uit naam van de verzekeringnemer aan de verzekeringmaatschappij mee te delen.
13.6 De verzekeringnemer is verplicht de premies en eventuele beloningsrente stipt op de vervaldagen te voldoen en de levensverzekering ongewijzigd in stand te houden.
13.7 Op verzoek van de Hypotheekhouder zal de verzekeringnemer inzage verlenen aan de Hypotheekhouder van de bewijzen van betaling van premies en beleningsrente. De Hypotheekhouder is bevoegd om de premies namens de verzekeringnemer te voldoen.
13.8 Zodra de begunstiging en/of het pandrecht door voldoening van het Verschuldigde komt te vervallen, is de Hypotheekhouder verplicht de polis aan de verzekeringnemer ter hand te stellen. De Hypotheekhouder zal, mede uit naam van de verzekeringnemer, aan de verzekeringsmaatschappij mededelen dat zijn begunstiging en/of het pandrecht beëindigd is.
13.9 Zowel bij begunstiging als bij verpanding mag de verzekeringnemer de rechten uit de verzekering niet zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder uitoefenen tenzij de Hypotheekhouder daardoor niet in haar belangen wordt geschaad.
13.10 In geval het Verschuldigde in overeenstemming met artikel 11 opeisbaar is, anders dan door overlijden van een verzekerde, is de Hypotheekhouder bevoegd zonder enige ingebrekestelling en zonder dat daartoe enige rechterlijke tussenkomst nodig zal zijn, de verzekering af te laten kopen. De Hypotheekhouder is bevoegd de afkoopsom te innen tot het beloop van het Verschuldigde.
13.11 Op verzoek van de verzekeringnemer kan de Hypotheekhouder met de verzekeringnemer overeenkomen dat de Hypotheekhouder in plaats van afkoop tot belening van de verzekering tot het bedrag van het Verschuldigde zal overgaan. In dit geval is de Hypotheekhouder bevoegd dit recht van belening voor rekening van de verzekeringnemer tegenover de
verzekeringmaatschappij uit te oefenen.
13.12 De Hypotheekhouder is de begunstigde van alle uitkeringen die gedaan worden bij in leven zijn van de verzekerde(n) tot het beloop van het Verschuldigde.
13.13 De Hypotheekhouder is de begunstigde voor alle uitkeringen bij overlijden van een verzekerde tot het beloop van het Verschuldigde. Zij treedt met terugwerkende kracht tot het tijdstip van overlijden in de plaats van de eerste begunstigde, tenzij krachtens een door deze eerste begunstigde (voor het overlijden van een verzekerde) gegeven schriftelijke volmacht, het Verschuldigde met de uitkering(en) rechtsgeldig is voldaan.
13.14 De Hypotheekhouder aanvaardt met toestemming van de verzekeringnemer de begunstiging op het tijdstip van ondertekenen van de Hypotheekakte.
13.15 De Hypotheekhouder zal in alle gevallen waar wijzigingen in de polis(sen) moeten worden aangebracht de polis(sen) aan de verzekeringmaatschappij ter beschikking stellen voor het plaatsen van de daartoe strekkende aantekeningen.
13.16 Indien bij overlijden van een verzekerde de uitkeringen niet onmiddellijk bij dat overlijden opeisbaar zijn, is de Hypotheekhouder bevoegd de verzekeraar te verzoeken tot uitkering van de contante waarde van de uitkering(en) tot het beloop van het Verschuldigde over te gaan. Indien uitkering van de contante waarde niet mogelijk is, is de Hypotheekhouder bevoegd in plaats daarvan afkoop van de verzekering tot het beloop van het Verschuldigde te verzoeken.
13.17 De bepalingen in dit artikel 13 met betrekking tot overeenkomsten van levensverzekering zijn ook van toepassing op spaarkasovereenkomsten.
Artikel 14 - Derde-Hypotheekgever
14.1 De Hypotheekhouder is bevoegd zonder toestemming van de Derde- Hypotheekgever de voorwaarden van Geldlening te wijzigen, uitstel van betaling, ontslag uit de hoofdelijke verbondenheid en afstand om niet (kwijtschelding) of om baat (schuldvernieuwing) aan de Kredietnemer te verlenen of een aanbod tot afstand om niet of om baat tot de Kredietnemer te richten. De Derde-Hypotheekgever blijft volledig als Hypotheekgever gebonden indien de Hypotheekhouder van genoemde bevoegdheid gebruik zal maken.
14.2 De Derde-Hypotheekgever doet tegenover de Hypotheekhouder afstand van het recht:
a. op vergoeding van de kosten die hij ten behoeve van het Verbondene heeft gemaakt;
b. wanneer de Hypotheekhouder tot executoriale verkoop overgaat, te verlangen dat de goederen van de Kredietnemer mede in de verkoop worden begrepen en het eerst worden verkocht;
c. bevrijding van zijn aansprakelijkheid in te roepen indien de Hypotheekhouder een geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot verrekening met een schuld aan de Kredietnemer.
14.3 De Derde-Hypotheekgever verleent aan de Hypotheekhouder uitdrukkelijk de bevoegdheid om, al dan niet tegen aflossing op het Verschuldigde, enige aan de Hypotheekhouder verleende zekerheid prijs te geven, op te zeggen of daarvan afstand te doen. De Derde-Hypotheekgever blijft volledig als Hypotheekgever gebonden indien de Hypotheekhouder van deze
bevoegdheid gebruik zal maken.
14.4 De Derde-Hypotheekgever, die het Verschuldigde gedeeltelijk heeft betaald, verbindt zich hierbij om tot meerdere zekerheid voor voldoening van het Verschuldigde bij voorbaat te verpanden enige vordering die hij/zij op grond van die betaling op de Kredietnemer heeft. De Derde-Hypotheekgever zal die vorderingen en de daarbij behorende rechten ten opzichte van de Kredietnemer niet zelf uitoefenen zolang de Hypotheekhouder het Verschuldigde niet volledig heeft ontvangen.
Artikel 15 - Toegang tot het Verbondene
15.1 De Hypotheekgever is verplicht te allen tijde aan door de Hypotheekhouder aan te wijzen personen terstond toegang te verschaffen tot het Verbondene, opdat de Hypotheekhouder zich kan vergewissen van de samenstelling en de waarde van het Verbondene, van de staat waarin het Verbondene verkeert, en de Hypotheekhouder (andere) maatregelen kan treffen tot vaststelling, behoud en uitoefening van haar rechten. Weigering hiertoe, door de beheerder, huurder of gebruiker van het Verbondene zal gelden als weigering van de Hypotheekgever.
15.2 De Hypotheekgever is verplicht het Verbondene gedurende de tijd, dat het voor openbare verkoop zal zijn aangeslagen, op ten minste twee door de Hypotheekhouder te bepalen dagen van elke week ter bezichtiging van gegadigden te stellen. De Hypotheekgever is in dit geval verplicht passende sleutels van het onderpand ter hand te stellen aan de notaris, die met de openbare verkoop is belast.
15.3 Indien de Hypotheekgever de toegang tot het Verbondene weigert of geen sleutels afgeeft, is de Hypotheekhouder bevoegd het Verbondene onder zich te nemen.
15.4 De Hypotheekhouder is bevoegd zichzelf toegang tot het Verbondene te verschaffen, in geval het Verbondene onbeheerd is. Indien het Verbondene onbeheerd is, met achterlating van zaken, is de Hypotheekhouder bevoegd zaken die daarin aanwezig zijn voor rekening van de Hypotheekgever te laten wegvoeren, te laten opslaan en/ of te verkopen.
15.5 Uitoefening van de in dit artikel 15 aan de Hypotheekhouder toegekende bevoegdheden wordt geacht te zijn geschied met volle goedkeuring en instemming van de Hypotheekgever, zodat geenszins in strijd wordt gehandeld met de voorschriften van artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 16 - Instandhouding van het Verbondene
16.1 Zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder mag het Verbondene noch geheel, noch gedeeltelijk worden vervreemd, gesplitst, verenigd of verdeeld. Indien het Verbondene reeds is gesplitst mag de splitsing van het Verbondene niet zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder worden opgeheven.
16.2 Zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder mag het Verbondene niet met een recht van hypotheek, erfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten, kwalitatieve of niet-kwalitatieve verplichtingen worden bezwaard. Evenmin mag het worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten. Het Verbondene zal steeds overeenkomstig de aard of bestemming die het ten tijde van de zekerheidstelling heeft, naar behoren moeten worden
gebruikt.
16.3 De aard van het gebruik, de exploitatie en de bestemming, de inrichting en de gedaante van het Verbondene mogen zonder toestemming van de Hypotheekhouder niet worden gewijzigd. Veranderingen of toevoegingen waardoor waardevermindering kan optreden zijn niet toegestaan.
16.4 Alle waarde vermeerderende veranderingen of toevoegingen aan het Verbondene zullen mede tot zekerheid van het Verschuldigde strekken. Zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder mag de Hypotheekgever geen veranderingen of toevoegingen aan het Verbondene wegnemen.
16.5 De Hypotheekhouder heeft het recht voor rekening van de Hypotheekgever al datgene te verrichten, ongedaan te maken of te doen vernietigen wat in strijd met het hiervoor bepaalde is nagelaten of gedaan.
16.6 Indien en voor zover een Hypotheekrecht is verleend op Zakelijke Rechten zal de Hypotheekgever:
a. zonder toestemming van de Hypotheekhouder geen overeenkomst aangaan waarbij de voorwaarden met betrekking tot de Zakelijke Rechten worden gewijzigd;
b. het Verbondene niet in een zodanige toestand brengen, zodat daarvan een wijziging van voorwaarden van de Zakelijke Rechten het gevolg is of kan zijn;
c. geen handelingen verrichten of nalaten waardoor de Zakelijke Rechten kunnen worden opgezegd.
16.7 Voor het geval zich vermenging van de eigendom en het Erfpachtrecht voordoet, verplicht de Hypotheekgever zich reeds nu voor alsdan om, indien en op het tijdstip waarop de Hypotheekhouder dit wenselijk acht, op kosten van de Hypotheekgever tot zekerheid van de nakoming van het Verschuldigde een recht van eerste hypotheek te vestigen op de volle eigendom van het betreffende registergoed.
16.8 Indien de Zakelijke Rechten eindigen zonder dat het Verschuldigde op dat tijdstip volledig is voldaan, is de Hypotheekgever verplicht zijn medewerking te verlenen aan het vestigen van nieuwe Zakelijke Rechten evenals het vestigen van een recht van hypotheek op die nieuwe Zakelijke Rechten ten behoeve van de Hypotheekhouder. Dit recht van hypotheek moet van dezelfde rang zijn als het recht van hypotheek op de geëindigde Zakelijke Rechten. De kosten die verbonden zijn aan bedoelde hypotheekverlening zijn voor rekening van de Hypotheekgever.
16.9 Verpande zaken, die door gebruik of slijtage onbruikbaar worden of tenietgaan, zullen door de Hypotheekgever op diens kosten ten genoegen van de Hypotheekhouder worden vervangen. De nieuwe zaken worden geacht in de plaats te zijn getreden van de vervangen zaken en worden door de Hypotheekgever bij voorbaat aan de Hypotheekhouder verpand. De Hypotheekgever moet de vervanging binnen veertien (14) dagen schriftelijk aan de Hypotheekhouder mededelen. Deze mededeling, die voor zover nodig zal gelden als nadere pandakte, bevat een gespecificeerde opgave van de vervanging; van de vervangende zaken en een verklaring van de Hypotheekgever dat hij de vervangende zaken aan de Hypotheekhouder verpandt.
Artikel 17 - Staat onderhoud van het Verbondene
17.1 De Hypotheekgever is verplicht het Verbondene ten genoegen van de Hypotheekhouder in goede staat te houden, behoorlijk te onderhouden, te beheren en in overeenstemming met zijn aard en bestemming te gebruiken in overeenstemming met alle op grond van wet- en regelgeving vereiste vergunningen en voorschriften en in overeenstemming met de bepalingen van de verzekeringen met betrekking tot het Verbondene. Alle noodzakelijke reparaties en vernieuwingen moeten terstond worden uitgevoerd. Ook is de Hypotheekgever verplicht ten aanzien van het Verbondene de nodige zorg te betrachten en niets te doen, nalaten daaronder begrepen, wat de belangen van de Hypotheekhouder kan schaden.
17.2 De Hypotheekhouder is bevoegd de staat van het Verbondene door een door haar aan te wijzen deskundige te laten opnemen. Indien uit die opneming blijkt dat de Hypotheekgever in het onderhoud tekort is geschoten, komen de kosten van die opneming voor rekening van de Hypotheekgever.
17.3 De Hypotheekgever is onmiddellijk na de enkele mededeling van de Hypotheekhouder verplicht er voor te zorgen dat binnen een door de Hypotheekhouder in redelijkheid vast te stellen termijn het Verbondene weer in goede staat is gebracht, in overeenstemming met overheidsvoorschriften en overeenkomstig de aanwijzingen van de in artikel
17.2 bedoelde deskundige. Indien de Hypotheekgever niet binnen de gestelde termijn de betreffende (onderhouds)werkzaamheden uitvoert, is de Hypotheekhouder bevoegd die (onderhouds)werkzaamheden voor rekening van de Hypotheekgever te laten uitvoeren. De Hypotheekgever zal de Hypotheekhouder hierbij volledige medewerking verlenen.
Artikel 18 - Verhuur van het Verbondene
18.1 Zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder mag het Verbondene noch geheel, noch gedeeltelijk worden verhuurd.
18.2 Indien de wens bestaat om het Verbondene op enig moment te verhuren, verstrekt de Kredietnemer de Hypotheekhouder een concept van de huurovereenkomst. Indien toestemming is gegeven voor een huurovereenkomst met betrekking tot het Verbondene mag deze huurovereenkomst niet zonder voorafgaande toestemming van de Hypotheekhouder worden vernieuwd, gewijzigd of verlengd. Evenmin is vervreemding, verpanding of afstand van- huurpenningen of beschikking daarover anderszins toegestaan.
18.3 Een zonder toestemming aangegane, vernieuwde, gewijzigde of verlengde huurovereenkomst zal bij uitwinning van het Verbondene door de Hypotheekhouder, de veilingkoper of de koper ex artikel 3:268 lid 2 Burgerlijk Wetboek, zo nodig na verkregen toestemming van de voorzieningenrechter, worden vernietigd.
18.4 De Hypotheekgever zal binnen veertien dagen na een verzoek daartoe de schriftelijke bewijzen van gesloten huurovereenkomsten betreffende het Verbondene aan de Hypotheekhouder ter inzage geven. De Hypotheekgever zal ter zake van de huurovereenkomst alle door de Hypotheekhouder verlangde inlichtingen verstrekken.
Artikel 19 - Beheer van het Verbondene
19.1 De Hypotheekhouder is bevoegd om, ingeval de Kredietnemer in de nakoming van zijn verplichtingen jegens haar in ernstige mate tekortschiet
en de bevoegde rechter machtiging verleent, het Verbondene voor rekening en risico van de Hypotheekgever geheel of gedeeltelijk in beheer te nemen in de zin van artikel 3:267 Burgerlijk Wetboek. Onder beheer wordt mede begrepen, zulks naar keuze van de Hypotheekhouder:
a. het voeren of doen voeren van de gehele administratie en exploitatie van het Verbondene in naam en voor rekening van de Hypotheekgever;
b. opzegging en ontbinding van bestaande huur-, pacht-, vracht- of andere overeenkomsten die het gebruik van het Verbondene betreffen, ontruiming, ontzegging van de toegang aan de Hypotheekgever en derden, het aangaan van nieuwe overeenkomsten als bedoeld in dit artikel, inning van huur-, pacht- of vrachtpenningen, gebruiksvergoedingen en dergelijke;
c. onderhouds-, herstel-, sloop- en vernieuwingswerkzaamheden;
d. het verrichten van alle benodigde betalingen, ook die welke zekerheidsrechten, beslagen, lasten, belastingen en ontheffingen betreffen;
e. het treffen van maatregelen ter voorkoming van kraken;
f. het voeren van gerechtelijke procedures die nuttig of nodig zijn om de hiervoor bedoelde te verwezenlijken; en
g. al het andere dat de Hypotheekhouder nuttig, nodig of wenselijk acht in het kader van het beheer van het Verbondene.
19.2 De Hypotheekhouder zal de Hypotheekgever voor het in artikel 19.1 bedoelde beheer een door haar vast te stellen beheervergoeding in rekening brengen.
19.3 De Hypotheekhouder kan zich bij het beheer als hiervoor bedoeld in artikel
19.1 voor rekening van de Hypotheekgever door deskundigen doen bijstaan. Deze deskundigen zullen door de Hypotheekhouder worden benoemd en ontslagen.
19.4 De Hypotheekgever zal alle medewerking verlenen om het in dit artikel genoemde in beheer nemen of onder zich nemen te verwezenlijken.
19.5 Indien de Zakelijke Rechten of een appartementsrecht onderdeel uitmaken van het Verbondene, is de Hypotheekhouder bevoegd alle rechten uit te oefenen die op grond van die rechten aan de Hypotheekgever toekomen.
19.6 De Hypotheekhouder is bevoegd het in artikel 19.1 bedoelde beheer zonder opgaaf van redenen te beëindigen.
19.7 De Hypotheekhouder is niet aansprakelijk voor enige tekortkoming in het voeren van het beheer, tenzij de tekortkoming te wijten is aan grove schuld of roekeloosheid van de Hypotheekhouder.
Artikel 20 - Verzekering van het Verbondene
20.1 De Hypotheekgever zal het Verbondene geheel en ten genoegen van de Hypotheekhouder verzekeren en bij doorlopende polis voortdurend verzekerd houden bij een verzekeringsmaatschappij tegen het risico van brandschade en andere schade waartegen verzekering van het Verbondene gebruikelijk is of door de Hypotheekhouder wenselijk wordt geoordeeld. Voor zover de verzekering betrekking heeft op een onroerende zaak dient deze verzekering te geschieden tegen herbouwwaarde.
20.2 De Hypotheekgever zal terstond aan de verzekeraar schriftelijk mededeling doen van het Hypotheekrecht en het Pandrecht van de Hypotheekhouder en door de verzekeraar aantekening van dit Hypotheekrecht en Pandrecht op de
desbetreffende polis doen plaatsen. De Hypotheekgever zal ten genoegen van de Hypotheekhouder aantonen hieraan te hebben voldaan. De Hypotheekhouder is bevoegd te allen tijde ook zelf deze mededeling te doen en deze aantekening te doen plaatsen.
20.3 Indien een appartementsrecht onderdeel uitmaakt van het Verbondene en dat appartementsrecht niet of niet volledig via de vereniging van eigenaren overeenkomstig het bepaalde in dit artikel 20 is verzekerd, moet de Hypotheekgever voor het onderpand aanvullende verzekeringen sluiten die door de Hypotheekhouder wenselijk worden geoordeeld. Daarnaast dient de Hypotheekgever erop toe te zien dat de verenging van eigenaren de dwingende wetsbepalingen en de bepalingen van het op het appartementsrecht betrekking hebbende reglement aangaande de verzekering van het Verbondene naleeft en dat de belangen van de Hypotheekhouder niet worden geschaad.
20.4 De Hypotheekgever moet in de overeenkomst met de verzekeraar bedingen dat de verzekeraar de Hypotheekhouder van een voorgenomen royement van de verzekering van het Verbondene tijdig op de hoogte stelt. Indien een royement van de verzekering of een vermindering van de omvang van de verzekering, dan wel van het verzekerde bedrag, het gevolg is van een besluit van een vereniging van eigenaren, zal de Hypotheekgever de Hypotheekhouder onmiddellijk van een dergelijk besluit in kennis stellen.
20.5 Als bewijs van de in dit artikel 20 bedoelde verzekeringen en voldoening van de verplichte betalingen in verband daarmee moeten kopieën van de polissen en premiekwitanties of andere betalingsbewijzen op eerste verzoek aan de Hypotheekhouder worden overgelegd binnen de termijn die zij daarvoor heeft gesteld.
20.6 De Hypotheekhouder is bevoegd het Verbondene zelf, indien zij dit wenselijk acht op haar eigen naam, voor rekening van de Hypotheekgever te verzekeren en is tevens bevoegd voor rekening van de Hypotheekgever de verschuldigde premies van de verzekeringen en andere lasten te voldoen. De Hypotheekhouder is tevens bevoegd op de polis van de in dit artikel 20 bedoelde verzekeringen te laten aantekenen dat zij meeverzekerde is.
20.7 De Hypotheekgever is verplicht bij elke schade ter zake van het Verbondene de Hypotheekhouder hiervan in kennis te stellen binnen dezelfde termijn als waarbinnen de schade bij de verzekeringsmaatschappij moet worden gemeld.
20.8 De Hypotheekgever is verplicht de schaderegeling met verzekeraars aan de voorafgaande goedkeuring van de Hypotheekhouder te onderwerpen.
20.9 Door ondertekening van de Leningsovereenkomst machtigt de Hypotheekgever de Hypotheekhouder om, indien de Hypotheekhouder dit wenst, de schaderegeling met de verzekeraars af te wikkelen, geschillen te onderwerpen aan arbitrage of bindend advies, deskundigen te benoemen, dadingen aan te gaan en andere rechtshandelingen te verrichten, de verzekeringspenningen te innen en daarvoor kwijting te geven, zomede over deze penningen te procederen.
20.10 Na inning van de verzekeringspenningen door de Hypotheekhouder besluit deze of deze penningen zullen strekken tot betaling van het Verschuldigde of tot herbouw c.q. herstel van het Verbondene op de door hem te bepalen wijze. De Hypotheekhouder behoudt het pandrecht op deze
verzekeringspenningen, conform het bepaalde in artikel 3:229 Burgerlijk Wetboek. Zodra het Verbondene ten genoegen van de Hypotheekhouder is herbouwd of een ontstane schade is hersteld, dan wel naar het oordeel van de Hypotheekhouder voldoende andere of aanvullende zekerheid is gegeven, zal de Hypotheekhouder het tot zekerheid strekkende bedrag of het restant daarvan uitkeren aan de rechthebbende.
20.11 Onverminderd het bepaalde in dit artikel 20 blijft de Hypotheekgever aansprakelijk voor de gevolgen van eventuele onvoldoende verzekering van het Verbondene.
Artikel 21 - Taxatie
21.1 De Hypotheekhouder is bevoegd om zo vaak als zij dat wenselijk acht voor de waardering van het Zekerheidsrecht een taxateur aan te wijzen die op een door haar te bepalen wijze een taxatie maakt van de waarde van het Verbondene. De kosten van de taxatie komen voor rekening van de Hypotheekgever.
21.2 De Hypotheekgever zal onverwijld en onvoorwaardelijk aan de door de Hypotheekhouder aangewezen taxateur toegang verschaffen en alle voor de taxatie van het Verbondene benodigde gegevens en documenten (doen) verschaffen. De Hypotheekhouder is te allen tijde gerechtigd het Verbondene op haar eigen kosten te (doen) waarderen.
21.3 Mocht blijken dat de hertaxatie een lager bedrag aangeeft dan een eerdere schatting, dan is de Kredietnemer verplicht op eerste verzoek van de Hypotheekhouder aanvullende of vervangende zekerheid te (doen) stellen. De Hypotheekhouder is bevoegd de Kredietnemer te verplichten om, in plaats van het stellen van de hierboven bedoelde zekerheid, een bedrag af te lossen dat de Hypotheekhouder nodig acht. Na een daartoe strekkend verzoek van de Hypotheekhouder zal de Kredietnemer de bedoelde extra aflossing, al dan niet in termijnen, verrichten. Over de op deze grond te verrichten extra aflossing zal geen vergoeding of extra rente verschuldigd zijn.
21.4 Indien bij de hertaxatie blijkt dat de bouw of verbouwing van het Verbondene niet verloopt volgens de opgave die vooraf aan de Hypotheekhouder is gedaan, is de Kredietnemer verplicht aanvullende zekerheid te (doen) stellen op eerste verzoek van de Hypotheekhouder.
Artikel 22 - Voortzetten/uitbreiden van het Zekerheidsrecht
22.1 Indien en zodra het Zekerheidsrecht teniet gaat of indien en zodra het de Hypotheekgever en/of de Hypotheekhouder bekend is met het feit dat het Zekerheidsrecht teniet zal gaan, is de Hypotheekgever verplicht om op zijn kosten het betreffende Zekerheidsrecht onverkort en ononderbroken voort te (doen) zetten en daartoe op kosten van de Hypotheekgever, tot zekerheid ten behoeve van de Hypotheekhouder opnieuw een zakelijk zekerheidsrecht, eerste in rang, te vestigen op het Verbondene.
22.2 Op eerste verzoek van de Hypotheekhouder zal de Hypotheekgever die handelingen verrichten en die documenten ondertekenen die naar het oordeel van de Hypotheekhouder noodzakelijk of nuttig zijn voor de vestiging, de bescherming, de instandhouding, de uitoefening (met inbegrip van executie) of het leveren van bewijs omtrent het bestaan van het Zekerheidsrecht.
22.3 Na fusie of splitsing van de Hypotheekgever is de verkrijgende
rechtspersoon verplicht op verzoek van de Hypotheekhouder het door middel van de Hypotheekakte gevestigde Zekerheidsrecht te bevestigen, aan te vullen of te vervangen op een door de Hypotheekhouder te bepalen wijze.
Artikel 23 - Verzuim
23.1 De Hypotheekhouder is te allen tijde bevoegd van het Zekerheidsrecht en de daaruit voortvloeiende bevoegdheden voor rekening van de Hypotheekgever mededeling te doen aan ieder die het aangaat, zodra haar belang dit naar haar oordeel wenselijk maakt, of het Verbondene onder zich te nemen, zodra de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever in zijn verplichtingen tekortschiet of de Hypotheekhouder goede grond geeft te vrezen dat in die verplichtingen zal worden tekortgeschoten.
23.2 Indien de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever tekort schiet in de nakoming van enige verplichting uit hoofde van de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte of deze Voorwaarden, is de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever door dit enkele feit onmiddellijk in verzuim, zonder dat daarvoor enige ingebrekestelling vereist is.
23.3 Het verzuim kan slechts schriftelijk door de Hypotheekhouder worden opgeheven.
Artikel 24 - Executoriale verkoop van het Verbondene
24.1 Indien de Kredietnemer in verzuim is met de voldoening van enige vordering tot zekerheid waarvoor het Zekerheidsrecht is gevestigd, is de Hypotheekhouder bevoegd het Verbondene onmiddellijk te executeren of te doen executeren en zich uit de opbrengst te voldoen. De Hypotheekhouder is niet verplicht om de verkoop van het Verbondene of van een voornemen daartoe, mede te delen aan de Hypotheekgever of aan een beslaglegger. De Hypotheekhouder is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het onmiddellijk executeren van het Verbondene.
24.2 De Hypotheekhouder is bevoegd om, indien met het oog op de executie vereist, het Verbondene onder zich te nemen en zonodig het Verbondene daartoe te doen verhalen en te verlangen dat ontruiming plaats heeft, zonodig uit kracht van de grosse van de Hypotheekakte. De Hypotheekhouder is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit de ontruiming.
24.3 Zowel de Hypotheekhouder als de Hypotheekgever kunnen de bevoegde rechter verzoeken onderhandse verkoop toe te staan. De Hypotheekgever zal zich onthouden van het doen van een aanbod als bedoeld in artikel 3:268 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
24.4 De Hypotheekhouder is bevoegd in verband met de executie het Verbondene te doen bezichtigen en de veilingvoorwaarden vast te stellen. Voorts is de Hypotheekhouder bevoegd om, zo het Verbondene naar het oordeel van de Hypotheekhouder niet genoeg zou opbrengen, dit geheel of ten dele zelf te kopen of de veiling op te houden en deze later te hervatten. Indien de Hypotheekhouder het Verbondene onder zich neemt zoals hiervoor in artikel
24.2 omschreven, is zij tevens bevoegd tot de beheershandelingen zoals omschreven in artikel 19.1, voor zover deze dienstig zijn voor de executie en de opbrengst maximalisatie.
24.5 Is voor hetgeen waarvoor het Hypotheekrecht tot waarborg strekt tevens een pandrecht gevestigd op roerende zaken die volgens verkeersopvattingen
bestemd zijn om het Verbondene duurzaam te dienen, of op machinerieën en werktuigen die bestemd zijn om daarmee een bedrijf uit te oefenen in het Verbondene als bedoeld in artikel 3:254 lid 1 Burgerlijk Wetboek, dan is de Hypotheekhouder bevoegd de verpande en de verhypothekeerde goederen tezamen te executeren volgens de voor hypotheek geldende regels.
24.6 Indien de Hypotheekhouder de verpande goederen op een andere dan de hiervoor in artikel 24.5 genoemde wijze executeert, is zij niet verplicht aan de Hypotheekgever de in artikel 3:249 lid 1 Burgerlijk Wetboek en de in artikel 3:252 Burgerlijk Wetboek bedoelde mededeling van executie te doen dan wel mede te delen hoe, waar en wanneer de executie zal plaatsvinden dan wel heeft plaatsgevonden. De Hypotheekhouder is niet verplicht eerst andere goederen dan het Verbondene te executeren.
24.7 De Hypotheekgever doet afstand van zijn recht om op grond van artikel 3:251 Burgerlijk Wetboek een van artikel 3:250 Burgerlijk Wetboek afwijkende wijze van verkoop van de verpande goederen te verzoeken.
24.8 De Hypotheekhouder bepaalt in welke volgorde de vorderingen van de Hypotheekhouder op de Hypotheekgever of de Kredietnemer (of gedeelten van die vorderingen) uit de opbrengst worden voldaan.
24.9 De Hypotheekhouder is niet aansprakelijk voor schade indien blijkt dat verkoop, inning of een andere dan de door de Hypotheekhouder gekozen wijze van executie tot een hogere opbrengst zou hebben geleid.
24.10 Indien nog een overschot resteert nadat de Hypotheekhouder zich op de opbrengst van het Verbondene heeft verhaald, is de Hypotheekhouder bevoegd dit overschot onder zich te houden totdat vaststaat dat de Hypotheekhouder geen vorderingen op de Kredietnemer en de Hypotheekgever meer heeft of zal verkrijgen.
24.11 Conform het bepaalde in artikel 5 is de Kredietnemer rente verschuldigd tot de Werkdag waarop de Hypotheekhouder het Verschuldigde heeft ontvangen, de duur van een eventueel executietraject hierbij inbegrepen.
Artikel 25 - Doorhalen en einde van het Zekerheidsrecht
25.1 Indien en zodra de Xxxxxxxxxxxx niets meer aan de Hypotheekhouder verschuldigd is, zal het Zekerheidsrecht op verzoek van de Hypotheekhouder en voor rekening van de Kredietnemer door de notaris worden doorgehaald (geroyeerd). De doorhaling zal nooit automatisch geschieden, ook al is door de Kredietnemer niets meer aan de Hypotheekhouder verschuldigd.
25.2 Afstand van het Zekerheidsrecht door de Hypotheekhouder geschiedt door middel van een daartoe strekkende notariële akte tussen de Hypotheekhouder en de Hypotheekgever en, voor zover het afstand van het Hypotheekrecht betreft, inschrijving van die akte in het daartoe bestemde openbare register.
25.3 De Hypotheekhouder is uitsluitend verplicht op verzoek van de Hypotheekgever afstand van enig zekerheidsrecht als bedoeld in de Hypotheekakte of in deze Voorwaarden te doen, indien en zodra het voor de Hypotheekhouder vaststaat dat de Hypotheekhouder geen enkele vorderingen meer heeft op de Kredietnemer of zal verkrijgen tot zekerheid waarvoor het Zekerheidsrecht is gevestigd en ook overigens alle relaties tussen de Hypotheekhouder en de Kredietnemer zijn geëindigd.
25.4 De Hypotheekhouder wordt hierbij de bevoegdheid toegekend te allen tijde
het Zekerheidsrecht geheel of ten dele op te zeggen, naar keuze van de Hypotheekhouder, ofwel door het Verbondene geheel of gedeeltelijk vrij te geven ofwel door het Zekerheidsrecht niet langer te doen strekken tot zekerheid van één of meer verplichtingen waarvoor het Zekerheidsrecht is verstrekt. Opzegging geschiedt door middel van een schriftelijke verklaring van de Hypotheekhouder aan de Hypotheekgever.
25.5 Bij afstand of opzegging door de Hypotheekhouder van het Zekerheidsrecht zal de Hypotheekgever op eerste verzoek van de Hypotheekhouder, naar haar oordeel genoegzame, andere zekerheid verstrekken, tenzij de Hypotheekhouder op voet van artikel 25.3 tot afstand verplicht is.
25.6 De Hypotheekhouder is uitsluitend verplicht een schriftelijke verklaring met betrekking tot een Zekerheidsrecht dat reeds teniet is gegaan af te geven, indien de Hypotheekhouder naar haar oordeel niets meer van de Kredietnemer te vorderen heeft of zal verkrijgen en alle relaties tussen haar en de Kredietnemer zijn geëindigd. De administratie en de boeken van de Hypotheekhouder zijn hierbij leidend.
Artikel 26 - Overdracht en contractsoverneming
26.1 De Hypotheekhouder wordt hierbij de bevoegdheid toegekend om (een deel van) de vordering(en) op de Kredietnemer of de Garant uit hoofde van de Geldlening of (een deel van) de vordering op de Hypotheekgever uit hoofde van het Zekerheidsrecht over te dragen (in economische en/of juridische zin) dan wel te verpanden aan derden. Door middel van ondertekening van de Leningsovereenkomst respectievelijk het passeren van de Hypotheekakte stemmen de Xxxxxxxxxxxx respectievelijk de Hypotheekgever hier bij voorbaat mee in.
26.2 Indien de Hypotheekhouder (een deel van) haar vordering(en) tot zekerheid waarop het Zekerheidsrecht is gevestigd, overdraagt dan wel verpandt aan een derde, zal op deze derde tevens een met (het overgedragen dan wel verpande deel van) deze vordering(en) evenredig deel van het hiervoor bedoelde hypotheekrecht en pandrecht als afhankelijk- en nevenrecht overgaan of kunnen worden uitgeoefend door deze derde.
26.3 De Hypotheekhouder wordt hierbij de bevoegdheid toegekend om haar rechtsverhouding tot de Kredietnemer en/of de Hypotheekgever uit hoofde van de Leningsovereenkomst aan een ieder die daarmee instemt over te dragen door middel van contractsoverneming in de zin van artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek. Door ondertekening van de Leningsovereenkomst en het passeren van de Hypotheekakte verlenen de Kredietnemers respectievelijk de Hypotheekgever reeds nu voor alsdan hieraan medewerking in de zin van artikel 6:159 lid 1 Burgerlijk Wetboek.
Artikel 27 - Volmacht
27.1 De Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever verleent volmacht aan de Hypotheekhouder om, steeds wanneer de Hypotheekhouder dit wenst, namens de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever een pandrecht te vestigen, al dan niet bij authentieke akte, zulks naar keuze van de Hypotheekhouder, op alle goederen en rechten zoals genoemd in artikel 2.2 van de Hypotheekakte.
27.2 De Hypotheekgever verleent de Hypotheekhouder volmacht om namens de Hypotheekgever de overeenkomst die strekt tot afstand van het Zekerheidsrecht als bedoeld in artikel 25.2 te aanvaarden.
27.3 De Hypotheekgever verleent de Hypotheekhouder volmacht om met de debiteur van vorderingen als bedoeld in artikel 12.4 en met de verzekeraars schadevergoedingen en uitkeringen te regelen, te procederen of schikkingen te treffen. De Hypotheekgever treedt niet met de debiteur van bovenbedoelde vorderingen of de verzekeraars in onderhandeling dan na schriftelijke toestemming van, en in overleg met, de Hypotheekhouder.
27.4 De Hypotheekgever verleent hierbij een onherroepelijke volmacht aan de Hypotheekhouder om als zijn gevolmachtigde - met volledige bevoegdheid de volmacht aan een ander te verlenen - namens de Hypotheekgever op elk gewenst moment alle handelingen met betrekking tot de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte en/of deze Voorwaarden te verrichten en andere documenten op te stellen en te ondertekenen (of te laten verlijden) die de Hypotheekhouder naar eigen inzicht noodzakelijk of wenselijk acht met het oog op de nakoming van de verplichtingen op grond van de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte en/of deze Voorwaarden – inclusief maar niet beperkt tot de vestiging en de erkenning van pandrechten in overeenstemming met deze Leningsovereenkomst, Hypotheekakte en/of deze Voorwaarden – en die op welke manier dan ook de verkoop van het Verbondene mogelijk zouden kunnen maken, ongeacht of deze handelingen voortvloeien uit de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte, deze Voorwaarden, Nederlands recht of anderszins.
27.5 De volmachten die op grond van de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte of deze Voorwaarden zijn verleend, leggen aan de Hypotheekhouder geen verplichtingen op die uit lastgeving voortvloeien.
27.6 Zodra de Hypotheekhouder van enige volmacht gebruik maakt, zal de volmachtverlener zich onthouden van de uitoefening van de rechtshandelingen die onder de bedoelde volmacht vallen.
27.7 De Hypotheekgever en de Hypotheekhouder komen overeen dat de Hypotheekhouder in zijn hoedanigheid van gevolmachtigde uit hoofde van artikel 27.4 als wederpartij van de Hypotheekgever mag optreden.
Artikel 28 – Mededelingen en kennisgevingen
28.1 De Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever kunnen slechts een beroep doen op mededelingen, toestemmingen, goedkeuringen en verklaringen van de Hypotheekhouder, indien deze uitdrukkelijk en schriftelijk zijn gedaan.
28.2 De Hypotheekhouder mag het adres dat de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever haar het laatst schriftelijk heeft opgegeven als het adres van de Kredietnemer respectievelijk van de Hypotheekgever blijven beschouwen, totdat zij van de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever een schriftelijke adreswijziging heeft ontvangen.
28.3 Zodra een der gebeurtenissen plaatsvindt die de Geldlening op grond van artikel 12 opeisbaar maken, is de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever verplicht de Hypotheekhouder daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen. De Kredietnemer is daarnaast verplicht zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zeven (7) kalenderdagen alle bescheiden, stukken en gegevens betreffende de Kredietnemer of het Verbondene die in het kader van de Geldlening voor de Hypotheekhouder van belang kunnen zijn aan de Hypotheekhouder toe te zenden.
28.4 Onder 'schriftelijk' wordt in deze Voorwaarden slechts begrepen een fysiek
geschrift dat per reguliere of aangetekende post aan de Hypotheekhouder kan worden bezorgd. Hieronder worden derhalve niet verstaan faxberichten, emailberichten of andere berichten die op elektronische wijze kunnen worden verzonden.
28.5 Van elke schade aan het Verbondene of van elk gebrek dat de waarde van het Verbondene ernstig vermindert, doet de Hypotheekgever de Hypotheekhouder onverwijld zo uitvoerig mogelijk opgave. Tevens verschaft de Hypotheekgever de Hypotheekhouder onverwijld na het ontstaan van de schade zoveel mogelijk gegevens omtrent de identiteit van de debiteur van iedere vordering tot vergoeding die in de plaats van het Verbondene treedt. Onder een dergelijke vordering wordt mede iedere vordering ter zake van waardevermindering begrepen.
28.6 De Kredietnemer is verplicht om de Hypotheekhouder op haar verzoek onverwijld alle inlichtingen, gegevens en bescheiden te verschaffen die de Hypotheekhouder naar haar oordeel nodig heeft voor het bepalen van de financiële positie van de Kredietnemer met het oog op het kredietrisico voor de Hypotheekhouder.
28.7 De Hypotheekgever is verplicht om de Hypotheekhouder op haar verzoek onverwijld alle inlichtingen, gegevens en bescheiden te verschaffen, die de Hypotheekhouder naar haar oordeel nodig heeft voor het uitoefenen van het aan haar verleende Zekerheidsrecht.
28.8 De Hypotheekgever is verplicht aan de Hypotheekhouder kennis te geven van alle vorderingen tot vergoeding, die hij op derden heeft en die in de plaats van het Verbondene treden, zulks zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen zeven (7) kalenderdagen na het ontstaan daarvan.
28.9 De Hypotheekgever zal de Hypotheekhouder onmiddellijk in kennis stellen van iedere omstandigheid die de verhaalsmogelijkheden van de Hypotheekhouder krachtens het Zekerheidsrecht op welke manier dan ook kan aantasten, waaronder maar niet beperkt tot één of meerdere in artikel 11 genoemde omstandigheden, en van al hetgeen dat voor de Hypotheekhouder van belang kan zijn met betrekking tot het Verbondene respectievelijk de persoon van de Hypotheekgever.
28.10 Indien zich een in artikel 28.9 bedoelde omstandigheid voordoet, zal de Hypotheekgever bovendien terstond van het Zekerheidsrecht mededeling doen aan de eventueel betrokken derde, zoals de beslagleggende deurwaarder, de bewindvoerder (bij bewind, surseance van betaling of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen), de curator (bij faillissement of curatele) of de vereffenaar (bij ontbinding).
Artikel 29 - Werkingssfeer en wijzigingen van deze Voorwaarden
29.1 Deze Voorwaarden zijn van toepassing op de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte en elke andere overeenkomst waarin deze Voorwaarden van toepassing zijn verklaard.
29.2 Voor zover het bepaalde in de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte of enige andere overeenkomst waarin deze Voorwaarden van toepassing zijn verklaard, afwijkt van het bepaalde in deze Voorwaarden, prevaleert het bepaalde in de Leningsovereenkomst, Hypotheekakte of de andere overeenkomst waarin deze Voorwaarden van toepassing zijn verklaard.
29.3 De Hypotheekhouder is bevoegd om deze Voorwaarden te wijzigen en aan te vullen. De Hypotheekhouder stelt de Kredietnemer respectievelijk
Hypotheekgever ten minste dertig (30) kalenderdagen voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk of elektronisch van elke wijziging of aanvulling op de hoogte. Als de Hypotheekhouder niet vóór de genoemde ingangsdatum schriftelijk bezwaar van de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever ontvangen heeft dat hij de aanvulling en/of wijziging niet aanvaardt, wordt de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever geacht deze te hebben aanvaard en worden de wijzigingen en/of aanvullingen in de nieuwe versie van de Voorwaarden verbindend voor de Kredietnemer en de Hypotheekgever. Indien de Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever op redelijke gronden schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen toepasselijkheid van de nieuwe versie van de Voorwaarden, blijft de oude versie van de Voorwaarden gelden, maar is de Hypotheekhouder bevoegd aanvullende zekerheid te verlangen van de Hypotheekgever.
Artikel 30 - Overige bepalingen
30.1 De Hypotheekhouder is bevoegd alle aan haar toekomende rechten en bevoegdheden door een derde te laten uitoefenen.
30.2 De Hypotheekhouder is niet aansprakelijk voor enige schade die zou kunnen voortvloeien uit het al dan niet gebruik maken van rechten of bevoegdheden die aan haar gegeven zijn, tenzij de schade een gevolg is van eigen opzet of eigen grove schuld van de Hypotheekhouder.
30.3 In het geval de Hypotheekhouder op enig tijdstip nalaat nakoming te vragen van enige op de Hypotheekgever rustende verplichting of enige haar toekomende bevoegdheid niet uitoefent, betekent dit niet dat de Hypotheekhouder haar recht om nakoming van die verplichting te vragen dan wel die bevoegdheid uit te oefenen prijs geeft.
30.4 De Kredietnemer stemt ermee in dat de gegevens, welke door hem in het kader van de Leningsovereenkomst zijn verstrekt, door de Hypotheekhouder en de funders in een persoonsregistratie kunnen worden opgenomen. De Hypotheekgever stemt ermee in dat de gegevens, welke door hem in het kader van de Hypotheekakte zijn verstrekt, door de Hypotheekhouder en de funders in een persoonsregistratie kunnen worden opgenomen.
30.5 De Hypotheekhouder kan telefoongesprekken opnemen voor trainings- en coaching doeleinden en voorts ter verificatie van en onderzoek naar opdrachten, toezeggingen en transacties. Verder kan de Hypotheekhouder telefoongesprekken opnemen indien dat uit het oogpunt van fraudepreventie noodzakelijk wordt geacht. De Kredietnemer respectievelijk de Hypotheekgever heeft bij een geschil omtrent de inhoud van opgenomen telefoongesprekken het recht om de opgenomen telefoongesprekken te beluisteren of daarvan een transcriptie te ontvangen. De opgenomen telefoongesprekken worden versleuteld bewaard zodat ze niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. De opgenomen gesprekken worden niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk is voor eerder genoemde doeleinden.
Artikel 31 - Toepasselijk recht, klachten en geschillen
31.1 Op deze Voorwaarden is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
31.2 Eventuele klachten kunnen worden ingediend bij de Hypotheekhouder.
31.3 Eventuele geschillen uit hoofde van de Leningsovereenkomst, de Hypotheekakte en/of deze Voorwaarden dienen voorgelegd te worden aan de Rechtbank te Amsterdam.
Artikel 32 – Verwerking persoonsgegevens
32.1 Pontifex Bridge Financing B.V. (hierna: Pontifex) is mede verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens en verwerkt onder meer uw naam, e-mailadres, telefoonnummer, financiële gegevens en de andere door u verstrekte persoonsgegevens of over u verzamelde persoonsgegevens, alsmede die van uw eventuele borg/garant/echtgenoot in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens. Deze gegevens worden verwerkt voor het beoordelen en accepteren van een aanvraag, het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten rond financiële diensten, het beheren van de relaties die hieruit voortvloeien, ter voorkoming en bestrijding van fraude, het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het cliëntenbestand bijvoorbeeld door het sturen van voor u interessante informatie per post, email of telefonisch, in het kader van financiële en zekerheidstransacties, alsmede om aan wettelijke verplichtingen te voldoen.
32.2 Tevens worden deze gegevens verstrekt aan financiers van DCMF, waaronder Pontifex Invest B.V. respectievelijk Pontifex Invest II B.V., alsmede andere funders. Zij zullen deze gegevens opnemen in een door hun gevoerde registratie voor bovengenoemde doeleinden. TMF Management
B.V. zal als bestuurder van Pontifex Invest B.V. en Pontifex Invest II B.V. betrokken zijn bij deze registratie voor administratieve activiteiten, alsmede de gegevens te gebruiken ter voldoening aan wettelijke verplichtingen. Ook kunnen andere service providers en/of auditors worden ingeschakeld.
32.3 U heeft ingevolge de Wet bescherming persoonsgegevens bepaalde rechten zoals het recht te verzoeken om inzage van uw persoonsgegevens en/of te verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen. Ook kunt u bezwaar maken tegen de verwerking van uw persoonsgegevens voor marketingdoeleinden.
32.4 Pontifex heeft de doeleinden waarvoor het uw persoonsgegevens verzamelt en verwerkt aangemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Voor vragen en opmerkingen over de wijze waarop uw persoonsgegevens worden verwerkt, kunt u een brief sturen naar Pontifex Bridge Financing, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, t.a.v. Afdeling Compliance.
De verschijnende persoon is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE, verleden te Amsterdam op de datum als in het hoofd van deze akte vermeld.
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en na het geven van een toelichting daarop aan de verschijnende persoon, heeft deze verklaard tijdig van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en met die inhoud in te stemmen.
Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de verschijnende persoon en mij, notaris, ondertekend.