COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
C.O.B. 18
COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
ADVIES OP EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT BESTELBON NIEUWE AUTOVOERTUIGEN
(Koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen)
Xxxxxxx, 00 september 2005
Advies op een voorontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van essentiële gegevens en de algemene
verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen1
De Commissie voor Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx werd bij brief van 27 juli 2005 door Mevrouw de Minister van Werk en Consumentenzaken om advies gevraagd over een voorontwerp tot koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen2.
Dit koninklijk besluit legt, in uitvoering van de artikelen 39, derde lid3, en 34, eerste lid, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (hierna genoemd de W.H.P.C.),
enerzijds minimumvermeldingen op die op de voorzijde van iedere bestelbon die wordt opgemaakt bij de verkoop aan de consument van nieuwe autovoertuigen (artikel 3 van het koninklijk besluit),
en stelt anderzijds de minimaal geldende verkoopsvoorwaarden vast die op de keerzijde van de bestelbon dienen voor te komen (artikel 4 van het koninklijk besluit).
De Commissie verwijst in dit verband naar haar advies, gegeven op 8 december 19984.
Het nu ter advies voorgelegde wijzigingsbesluit heeft als doel de aanpassing van dit konink lijk besluit aan het nieuwe wettelijke regime inzake de bescherming van de consument bij verkoop van consumptiegoederen (wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen5). De voorgestelde wijziging heeft bijgevolg in essentie betrekking op de artikelen 4.5. en 4.6. van het voornoemde koninklijk besluit, dat een regeling inhield inzake conformiteit en zichtbare gebreken (4.5.) en verborgen gebreken (4.6.).
Mevrouw de Minister vroeg de Commissie, die krachtens artikel 34, tweede lid, van de
W.H.P.C. dient geraadpleegd te worden, om haar advies binnen een termijn van twee maanden over te maken.
De Commissie formuleert de volgende opmerkingen op het haar voorgelegde voorontwerp van Koninlijk Besluit.
1 Zie bijlage.
2 B.S., 9 augustus 2000.
3 De vraag kan gesteld worden of artikel 39, derde lid, dat de Koning de algemene bevoegdheid geeft om de vermeldingen vast te stellen die op de bestelbon moeten voorkomen, wel als rechtsgrond kan dienen om bij de verkoop van bepaalde producten of diensten, of met andere woorden voor een bepaalde sector, verplichte vermeldingen bij koninklijk besluit op te leggen. Deze vraag is vooral van belang in het licht van de mogelijkheid tot het opleggen van strafsancties, aangezien het artikel 102 van de W.H.P.C. wél overtredingen op artikel 39 of op de besluiten genomen in uitvoering van dit artikel (zie punt 3 van dit artikel), maar niet overtredingen op besluiten genomen in uitvoering van artikel 34 strafbaar stelt.
4 C.O.B. 6, Advies inzake het voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de bestelbon van nieuwe
autovoertuigen (8 december 1998) .
5 B.S., 21 september 2004.
I. Opmerking met betrekking tot de door de wetgever genomen optie van het uitdrukkelijk opnemen, in de contractsvoorwaarden op de keerzijde van de bestelbon of het document, van de wettelijke regeling omtrent de garanties op consumptiegoederen
Uit de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 koninklijk besluit betreffende de bestelbon van nieuwe autovoertuigen valt af te leiden dat de Koning met het uitvaardigen van dit koninklijk besluit vooral een dubbel oogmerk nastreefde: vooreerst het waarborgen van een correcte en volledige informatie van de consument, koper van een nieuw autovoertuig, omtrent de belangrijkste kenmerken, en omtrent de relevante contractsvoorwaarden. De omstandigheid dat er voor werd geopteerd ook bedingen die ingevolge andere wetgeving op de bestelbon zouden dienen voor te komen in het koninklijk besluit op te nemen, getuigt hiervan. Er kan bijvoorbeeld gewezen worden op de eventuele verplichte vermelding van het verzakingsbeding (artikel 3, 11°6), op de verwijzing naar de eventuele toepassing van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet bij financiering "op krediet" (artikel 4.7., eerste lid).
Het andere oogmerk bestond erin een evenwicht in de contractuele relatie tussen de verkoper en de consument na te streve n en in dit opzicht een meer op maat gesneden minimale contractuele regeling uit te werken die rekening houdt met de specifieke problemen die gepaard kunnen gaan met een dergelijke verkoop.
De artikelen 4.5. en 4.6. van het koninklijk besluit bestelbon nieuwe autovoertuigen bevatten een dergelijke specifieke regeling, waarbij in artikel 4.6.1., voor wat de conventionele waarborg betreft, gepoogd werd enigszins vooruit te lopen op de in gevolge de richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen7 in het vooruitzicht staande nieuwe wettelijke regeling.
In het voorontwerp van het wijzigingsk.b. wordt voorgesteld de huidige artikelen 4.5. en 4.6. te vervangen door een nieuw artikel 4.5., dat enerzijds voorschrijft om op de keerzijde van de bestelbon of enig ander document bedoeld in artikel 1 minimale informatie omtrent de wettelijke garantie op te nemen (artikel 4.5.1.), en anderzijds minimale vereisten stelt omtrent de commerciële waarborg die eventueel zou worden gegeven door de constructeur.
Wat de keuze betreft om de verkoper te verplichten om ter informatie van de consument in de contractsvoorwaarden essentiële bepalingen van het Burgerlijk Wetboek over te nemen, komen binnen de Commissie de volgende opinies naar voor.
De vertegenwoordigers van de verbruikersorganisaties wijzen op de centrale doelstelling van een correcte en volledige voorlichting van de consument, onder meer omtrent de relevante contractsvoorwaarden, waarvan de regels tot vrijwaring tegen elk gebrek aan overeenstemming en tegen verborgen gebreken een essentieel onderdeel uitmaken.
In dat opzicht ondersteunen zij de door de Koning genomen optie om de essentiële elementen omtrent dit wettelijk regime uitdrukkelijk te laten opnemen in de contractsdocumenten.
Het contract, in dit geval gematerialiseerd via de bestelbon of enig ander document, vormt immers de eerste bron waarop men zich zal beroepen in geval van onduidelijkheid, of
6 Zie in dit opzicht ook artikel 4.7., tweede lid, van het koninklijk besluit.
7 P.B.E.G.,1999, nr. L 171/12.
wanneer zich een uitvoeringsprobleem voordoet. Om die reden vinden zij het opnemen van wettelijke bepalingen in een contractsdocument gerechtvaardigd.
De vertegenwoordigers van de productie, de distributie, en de middenstand zijn het eens met de verbruikersorganisaties over de omstandigheid dat de consument duidelijk moet voorgelicht worden over de bepalingen inzake de garantie, en dat de consument, naast de commerciële garantie, gewezen moet worden op de wettelijke garantie en de essentiële bepalingen ervan.
Zij zijn evenwel van oordeel dat een overname van de essentiële elementen van deze wet in een contractsdocument geen adequate manier is om de consument een duidelijke en correcte voorlichting te geven van zijn wettelijke rechten. Zij wijzen bijkomend op de volgende elementen:
a. Het door de Belgische wetgever aangenomen systeem van opeenvolging van twee regimes (binnen de eerste twee jaar regime van gebrek aan overeenstemming, en daarna het bestaande regime van de vrijwaring tegen verborgen gebreken) is complex en kan moeilijk, op het gevaar af onvolledig en onduidelijk te zijn8, worden samengevat in één enkel artikel.
b. De werkwijze, erin bestaande via wetgeving voor te schrijven dat bepaalde wettelijke regelingen verplichtend opgenomen worden in contractsdocumenten, houdt altijd het gevaar in van de noodzaak tot aanpassing van deze wetgeving aan veranderingen van de verplicht opgenomen wettelijke xxxxxxxx0.
De vertegenwoordigers van de productie, de distributie, en de middenstand zijn in dit opzicht de mening toegedaan dat het verplicht opnemen van wettelijke verplichtingen in de contractsdocumenten waarvan de informatieve meerwaarde voor de consument in vraag kan gesteld worden, niet opweegt tegen de economische kost van een dergelijke verplichting. Deze vertegenwoordigers vinden het wel gerechtvaardigd dat aan de wordt opgelegd om de consument naar informatie daaromtrent te verwijzen, eventueel via een krachtens artikel 4 van het koninklijk besluit verplicht op te nemen clausule. Er zou, naar de mening van deze vertegenwoordigers, kunnen worden gedacht aan een akkoord binnen deze sector over het ter beschikking stellen van de consument van een informatieve brochure omtrent het wettelijke regime van de garanties voor consumptiegoederen10
Wordt, rekening houdend met deze opinies, ervoor gekozen om de essentiële bepalingen van de wet garanties consumptiegoederen op te nemen op de bestelbon of enig ander document dat wordt opgemaakt bij de verkoop van nieuwe autovoertuigen, dan dient in elk geval, naar het oordeel van de Commissie, duidelijk vermeld worden dat het om een overname van de
8 Zie punt a. Algemene opmerking van de Commissie onder de bespreking van artikel 4.5.1.
9 Enkele leden van de Commissie vragen zich hierbij af of het door de Belgische wetgever gekozen systeem van opeenvolging van twee regimes, namelijk de aansprakelijkheid gedurende 2 jaar voor de levering "in overeenstemming met", en daarna het oude systeem van vrijwaring voor verborgen gebreken wel conform is met de richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen, waarvan het de omzetting beoogt. Op dit punt kan men niet uitsluiten dat een aanpassing van de wet zich snel zou opdringen.
10 De betrokken vertegenwoordigers verwijzen hierbij naar het door de Federale Overheidsdienst Economie,
K.M.O., Middenstand en Energie, Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt, gepubliceerde brochure over "De nieuwe wet op de garanties"
wettelijke regeling gaat, teneinde het reële risico van verwarring van de consument te vermijden11.
II. Analyse van het voorgelegde voorontwerp van koninklijk besluit
A. Voorafgaande opmerking met betrekking tot de beperking tot nieuwe autovoertuigen (artikelen 1 en 2)
Het ter wijziging voorgelegde Koninklijk Besluit heeft betrekking op de verkoop aan de consument van nieuwe autovoertuigen (artikel 1). Als nieuwe voertuigen worden beschouwd, de voertuigen die nog niet ingeschreven zijn (artikel 2).
De beperking tot nieuwe autovoertuigen is een beperking die volgt uit de voorgeschiedenis van het uitgevaardigde koninklijk besluit, in gevolge de opzegging van de programmaovereenkomst, gesloten tussen de Minister van Economische Zaken en de representatieve beroepsorganisatie van de autoconstructeurs12.
De Commissie is van mening dat een beperking tot nieuwe autovoertuigen vanuit het oogpunt van de beoogde bescherming niet objectief te verantwoorden valt13, en stelt voor deze beperking te schrappen.
Een verificatie van de gevolgen van deze schrapping op de bestaande bepalingen is in dat geval wel aangewezen.
B. Wijziging van de bepalingen inzake de garantie
Het voorontwerp vervangt de artikelen 4.5. en 4.6. door een nieuw artikel 4.5. Garantie, dat als volgt ingedeeld is:
Artikel 4.5.1. Wettelijke garantie
a. Algemene opmerking van de Commissie
Het voorgestelde artikel 4.5.1. verwijst naar de nieuwe wettelijke regeling, opgenomen in de artikelen 1649bis tot 1649octies van het Burgerlijk wetboek, en verplicht de aandacht van de consument te vestigen op de omstandigheid dat het gebrek zich moet manifesteren binnen de
11 Cf. infra, onder II.B., Artikel 4.5.1., c)
12 Zie het Verslag aan de Koning van het betrokken K.B., B.S., 9 augustus 2000, (p. 27.300).
13 Men kan al volstaan met een verwijzing naar de statistieken omtrent de inschrijvingen van nieuwe auto's, exclusief bedrijfswagens en wagens voor dubbel gebruik, en deze vergelijken met de inschrijvingen van tweedehandse personenwagens: in 2004 bedroeg het aantal inschrijvingen van nieuwe autovoertuigen 457.665, en dit van tweedehands personenwagens 666.238.
Het cijfer omtrent de inschrijvingen van nieuwe autovoertuigen dient in belangrijke mate te worden gecorrigeerd, aangezien een belangrijk aandeel hiervan geleast wordt, en dus niet door consumenten wordt aangekocht. Rekening houdend met deze correctie kan men stellen dat bijna dubbel zoveel voertuigen tweedehands worden aangekocht door consumenten. Een gegeven waarmee zeker rekening moet gehouden worden vanuit het oogpunt van de consumentenbescherming.
Bronnen: xxxx://xxxxxxx.xxxx.xx, xxxx://xxx.xxxxxx.xx, Jaarverslag Renta 2004, p. 4: xxxx://xxx.xxxxx.xx en http:xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxxxx/0000-00 xxxxxxx.xxx
twee jaar na de levering, een meldingstermijn van het gebrek aan overeenstemming moet weergegeven worden (minimaal twee maanden), en dat na verloop van de termijn van twee jaar het regime van de vrijwaring voor verborgen gebreken van toepassing is, met eveneens de verplichting tot weergave van een meldingstermijn (minimaal twee maanden).
Verplicht de wetgever, zoals nu voorgesteld wordt, om een gedeelte van de wettelijke regeling in het contract op te nemen, dan dienen naar het oordeel van de Commissie minstens de volgende regelen die hiermee samenhangen en even relevant zijn met het oog op een correcte informatie van de consument, te worden opgenomen:
∗ De verjaringstermijn van één jaar vanaf de vaststelling van het gebrek voor het instellen van een rechtsvordering, zonder dat deze termijn vóór het einde van de termijn va n twee jaar mag verstrijken: artikel 1649quater, § 3, B.W.
∗ Het weerlegbaar vermoeden dat het gebrek bestond op het ogenblik van de levering bij een gebrek dat zich voordoet zes maanden na de levering: artikel 1649quater, § 4, B.W.
∗ De verschillende keuzemo gelijkheden van de consument bij het vaststaan van een gebrek waarvoor de verkoper aansprakelijk is (herstel, vervanging, ondergeschikt prijsvermindering of ontbinding van de overeenkomst): artikel 1649quinquies, B.W.
b. het opleggen van een meldingstermijn van twee maanden voor verborgen gebreken
Artikel 1648 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de rechtsvordering wegens koopvernietigende gebreken door de koper moet worden ingesteld binnen een korte tijd, al naar de aard van de koopvernietigende gebreken en de gebruiken van de plaats waar de koop gesloten is.
Het voorontwerp van koninklijk besluit legt in dit verband, naar analogie met de minimum meldingstermijn van twee maanden bij gebrek aan overeenstemming, op dat in de contractsvoorwaarden een meldingstermijn moet worden vermeld, die niet korter mag zijn dan twee maanden.
De Commissie is van mening dat de Koning deze "korte tijd" niet nader kan regelen krachtens de haar toegewezen uitvoeringsbevoegdheid op basis van het artikel 34 van de W.H.P.C.
c. duidelijke vermelding dat het om een overname van wettelijke bepalingen gaat
Uit de redactie van de betrokken bepaling dient de aandacht van de consument uitdrukkelijk gevestigd te worden op de omstandigheid dat het om een opname van wettelijke bepalingen gaat, bijvoorbeeld door het opleggen van een bepaalde formulering, zoals "wettelijk verplichte vermeldingen", en/of door bepaalde functionele eisen te stellen, bijvoorbeeld door op te leggen dat de betrokken bepalingen in een afzonderlijk tekstblok gezet dienen te worden.
Artikel 4.5.2. Commerciële garantie
a. geen beperking van de commerciële garantie tot de constructeur
Artikel 4.5.2., eerste lid, lijkt geschreven als een voorschrift gericht tot de verkoper.
Naar de mening van de Commissie heeft dit lid tot doel een duidelijke informatie aan de consument na te streven omtrent de commerciële garantie. Deze commerciële garantie kan niet enkel gegeven worden door de constructeur, maar kan ook uitgaan van iedere andere tussenschakel in de verkoopsketen.
De Commissie beveelt bijgevolg aan om de aanhef van het eerste lid als volgt te formuleren: "Wanneer een commerciële garantie wordt gegeven bovenop…"
b. minimale kenmerken op te nemen in de rubriek "commerciële garantie".
De Commissie is van oordeel dat het van essentieel belang is dat in artikel 4.5.2. duidelijk wordt bepaald dat de verkoper minimaal de volgende kenmerken van de commerciële garantie weergeeft:
- de omvang van de commerciële garantie;
- haar duur;
- tegen wie deze garantie kan worden ingeroepen;
- de overige voorwaarden ervan.
Bovendien verdient het aanbeveling om in een afzonderlijk tekstblok of in vetgedrukte letters de volgende vermelding te doen opnemen:
Wettelijke vermelding. "Deze garantie doet geen afbreuk aan de wettelijke garantie."
c. artikel 4.5.2., tweede lid
In geval de commerciële garantie wordt weergegeven in een afzonderlijk document, los van de bestelbon of enig ander document dat wordt opgemaakt bij de verkoop verdient het aanbeveling, teneinde de consument van het bestaan van dit afzonderlijk document effectief op de hoogte te stellen, het tweede lid te laten opnemen op de voorzijde van de bestelbon en de consument op enigerlei manier, bijvoorbeeld via het aankruisen van een hokje, uitdrukkelijk op dit document te wijzen.
De Commissie beveelt dus aan dat dit element in artikel 3 van het koninklijk besluit wordt opgenomen.
III. Opmerking met betrekking tot de bevoegde Minister
De Commissie verwijst naar haar opmerking, reeds gesteld in haar adviezen nr. 14 en 1514, omtrent de definitie van de bevoegde Minister in artikel 1.8. W.H.P.C. De Commissie heeft
14 C.O.B. 14, Advies op een voorontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het typecontract voor huwelijksbemiddeling (25 juni 2004), en C.O.B. 15, Advies op een voorontwerp van Koninklijk Besluit betreffende de contractvoorwaarden van kredietinstellingen(2 juli 2004).
dit probleem ook reeds aangekaart per brief van 9 januari 2004 bij de toenmalige Minister van Economie, maar mocht hierop geen antwoord ontvangen. Geen enkel officieel besluit heeft de bevoegdheid om uitvoeringsmaatregelen op de W.H.P.C. te nemen toegewezen aan de Minister belast met Consumentenzaken15.
15 Zie in dezelfde zin de volgende vonnissen: Voorz. Xx. Xxxx, 00 mei 2004, R.A.B.G., 2004, met noot P. Wytinck? "Wie is de bevoegde minister onder artikel 98, § 1, W.H.P.C., om een vordering tot staking in te stellen, en Voorz. Xx. Xxxxxxx, 00 november 2004, onuitgegeven, waarbij geoordeeld werd dat uit de samenlezing van artikel 98, § 1, 2 en artikel 1.8. van de W.H.P.C. volgt dat de Minister van Economische zaken en niet de Minister belast met Consumentenzaken bevoegd is om de vordering tot staking in te stellen.
Bijlage: Voorontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen.
ROYAUME DE BELGIQUE KONINKRIJK BELGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif aux informations essentielles et aux conditions générales de vente devant figurer sur le bon de commande des véhicules automobiles neufs
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoe rtuigen
XXXXXX XX, Roi des Belges, XXXXXX XX, Koning der Belgen,
A tous, présents et à venir, Salut. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Xx xx xxx xx 00 xxxxxxx 0000 xxx xxx xxxxxxxxx du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, notamment les articles 34, alinéa 1er, et 39, alinéa 3;
Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op de artikelen 34, eerste lid, en 39, derde lid;
Vu l’arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif aux informations essentielles et aux conditions générales de vente devant figurer sur le bon de commande des véhicules automobiles neufs;
Vu l’avis de la Commission des Clauses abusives, donné le ;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen;
Gelet op het advies van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, gegeven op ;
Vu l’avis du Conseil Supérieur des Indépendants et des PME, donné le ;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO, gegeven op ;
Vue l’avis de l’inspecteur des finances, donné le ; Gelet op het advies van de inspecteur van financiën,
gegeven op ;
Vu l’avis du Conseil d’Etat, donné le , en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;
Considérant que la loi du 1er septembre 2004 relative à la protection des consommateurs en cas de vente de biens de consommation a modifié le régime de la garantie dans le Code civil;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op , met toepassing van artikel 84,
§ 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen het regime van de garantie in het Burgerlijk Wetboek heeft gewijzigd;
Xxx xx xxxxxxxxxxx xx Xxxxx Xxxxxxxx xx x’Xxxxxx et de Notre Ministre des Classes moyennes, et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Middenstand, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Nous avons arrêté et arrêtons : Xxxxxx Xxx besloten en besluiten Wij :
Article 1er. A l’article 3, 1°, de l’arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif aux informations essentielles et aux conditions générales de vente devant figurer sur le bon de commande des véhicules automobiles neufs, les termes “l’inscription au registre de commerce et le numéro d’identification à la T.V.A.” sont remplacés par les mots “xx xxxxxx x’xxxxxxxxxx xx xx xxx xxxxxxx xx xxxxxx d’établissement”.
Artikel 1. In artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de vermelding van de essentiële gegevens en de algemene verkoopsvoorwaarden op de bestelbon voor nieuwe autovoertuigen worden de woorden “het inschrijvingsnummer in het handelsregister en het BTW-identificatienummer” vervangen door de woorden “het ondernemingsnummer en in voorkomend geval het vestigingsnummer”.
Art. 2. A l’article 4 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° le 5. est remplacé comme suit :
“5. Garantie
5.1. Garantie légale
Conformément aux articles 1649 bis à 1649 octies du Code civil, le vendeur est responsable envers l’acheteur de tout défaut de conformité qui existe lors de la livraison du véhicule et qui se manifeste dans un délai de deux ans à compter de celle -ci.
Tout défaut de conformité doit être communiqué au vendeur par lettre recommandée dans un délai de …. mois à compter du moment où l'acheteur l’a constaté (ce délai ne peut pas être inférieur à deux mois).
Après l’expiration du délai de deux ans, l’acheteur bénéficie également de la garantie des vices cachés telle que fixée aux articles 1641 à 1649 du Code civil. L’acheteur peut invoquer cette garantie dans le cas où le vice caché existait au moment de la livraison et pour autant que le vice caché rende le véhicule inadapté à l’usage auquel il est destiné ou en diminue considérablement l’utilisation.
Tout vice caché doit être communiqué au vendeur par lettre recommandée dans un délai de … mois à compter du moment où l’acheteur l’a constaté ou aurait dû normalement le constater (ce délai ne peut pas être inférieur à deux mois).
5.2. Garantie commerciale
Lorsqu’une garantie commerciale est donnée par le constructeur, en plus de la garantie légale, l’étendue et
Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 5. wordt vervangen als volgt : “ 5. Garantie
5.1. Wettelijke garantie
Overeenkomstig de artikelen 1649 bis tot 1649 octies van het Burgerlijk Wetboek is de verkoper jegens de koper aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij de levering van het voertuig en dat zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf voornoemde levering.
Elk gebrek aan overeenstemming moet aan de verkoper per aangetekende brief gemeld worden binnen een termijn van … maanden vanaf het ogenblik waarop de koper het heeft vastgesteld (deze termijn mag niet korter zijn dan twee maanden).
Na verloop van de termijn van twee jaar geniet de koper eveneens van de garantie voor verborgen gebreken zoals bepaald in de artikelen 1641 tot 1649 van het Burgerlijk Wetboek. De koper kan op deze garantie beroep doen indien het verborgen gebrek bestond op het ogenblik van de levering en voor zover het verborgen gebrek het voertuig ongeschikt maakt voor het gebruik waartoe het is bestemd of het gebruik ervan aanzienlijk vermindert.
Elk verborgen gebrek moet aan de verkoper per aangetekende brief gemeld worden binnen een termijn van … maanden vanaf het ogenblik waarop de koper het heeft vastgesteld of het normalerwijze had moeten vaststellen (deze termijn mag niet korter zijn dan twee maanden).
5.2. Commerciële garantie
Wanneer een commerciële garantie wordt gegeven door de constructeur, bovenop de wettelijke garantie,
les conditions de celle -ci doivent être clairement définies. Cette garantie commerciale est octroyée sans préjudice de la garantie légale.
L’étendue et les conditions de la garantie commerciale peuvent être formulées dans un document séparé, remis à l'acheteur au moment de la signature du bon de commande. Dans ce cas, l’acheteur reconnaît en avoir reçu une copie et accepter ces conditions.”;
2° le 6. est supprimé.
dan worden de omvang en de voorwaarden hiervan duide lijk omschreven. Deze commerciële garantie geldt onverminderd de wettelijke garantie.
De omvang en de voorwaarden van de commerciële garantie kunnen worden weergegeven in een afzonderlijk document, overhandigd aan de koper op het moment dat de bestelbon ondertekend wordt. In dat geval erkent de koper een kopie ervan te hebben ontvangen en deze voorwaarden te aanvaarden. “;
2° de bepaling onder 6. wordt opgeheven.
Art. 3. Le présent arrêté ne s’applique pas aux contrats conclus avant la date de son entrée en vigueur.
Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du quatrième mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge.
Art. 3. Dit besluit is niet van toepassing op de overeenkomsten gesloten voor de datum van zijn inwerkingtreding.
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. Notre ministre qui a les Classes moyennes dans ses attributions et Notre ministre qui a la Protection de la Consommation dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Art. 4. Onze minister bevoegd voor Middenstand en Onze minister bevoegd voor Consumentenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Gegeven te
Par le Roi : Van Koningswege :
La Ministre des Classes moyennes, De Minister van Middenstand, Xxxxxx XXXXXXXX
La Ministre de l’Emploi, De Minister van Werk,
Xxxxx XXX XXX XXXXXXX