INSOLVENTIEWETGEVING
Ondernemingen in moeilijkheden
incl. Gerechtelijke Reorganisatie Procedure (GPR)
m.i.v. collectieve aanbeveling IBR‐IAB‐BIBF
‐ 21 september 2019‐
Xxx XXXXXX
Advocaat aan de balie te Gent
1
1
Diverse fases van continuïteitsbedreiging
• Mogelijke continuïteitsbedreiging – artt. 3:6 WVV
• Objectief waarneembare criteria die op continuïteitsbedreiging wijzen – alarmbelprocedure “nieuwe stijl” – artt. 5:153 WVV
• Gegevensinzameling en Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden (KOIM) – artt. XX.21 e.v. WER
• Gerechtelijke reorganisatieprocedure (GRP) – artt. XX.37 t.e.m. XX.97 WER
• Faillissement – artt. XX.98 e.v. WER
2
2
Waar vinden we de relevante wetgeving ?
• Wetboek vennootschappen en verenigingen (“WVV”)
• Continuïteitsbedreiging – meldingsplicht commissaris (art. 3:69 WVV)
• Verliezen – overgedragen verlies (art. 3:69, § 1, 3° WVV)
• Alarmbelprocedure “nieuwe versie” (art. 5:153 WVV)
• Wetboek van economisch recht (“WER”) – Boek XX. “Insolventie van ondernemingen”
• Verplichtingen van de cijferberoepers ‐ Interinstitutenaanbeveling
• Gegevensverzameling + Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden (“KOIM”)
• Gerechtelijke reorganisatieprocedure
• Faillissement (niet behandeld – is werk van de curator)
3
3
Wetboek van vennootschappen en verenigingen
4
4
Toepassingsgebied WVV
• Vennootschappen
• Verenigingen zonder winstoogmerk
• Internationale verenigingen zonder winstoogmerk
• stichtingen
5
5
Aanpassing waarderingsregels (art. 3:6, § 1, 6° WVV)
• Bijzondere vermelding in jaarverslag (art. 3:5 WVV) of in de toelichting bij de jaarrekening (art. 3:4 WVV) : verantwoording van de waardering in continuïteit (art. 3:6, § 1, 6° WVV)
• ingeval uit de balans een overgedragen verlies blijkt of
• ingeval uit de resultatenrekening gedurende 2 opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt.
• Boeken in discontinuïteit ‐ voorbeelden
• boeken van bijkomende afschrijvingen
• activa terugbrengen tot liquidatiewaarde
• aanleggen van provisies, boeken van schulden
6
6
Alarmbelprocedure BV (art. 5:153 WVV)
• Toe te passen wanneer één van de volgende testen negatief is:
• xxxxx‐actief‐ of balans test
• liquiditeitstest
• Te volgen procedure ?
• Het bestuursorgaan
• moet de algemene vergadering oproepen om te worden gehouden binnen twee maanden na de datum waarop deze toestand werd vastgesteld (of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld)
• moet in een bijzonder verslag uiteenzetten welke maatregelen het voorstelt om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren (tenzij de ontbinding van de vennootschap wordt voorgesteld overeenkomstig artikel 5:157)
• moet dat bijzonder verslag in de agenda vermelden
• moet een kopie ervan overmaken met de oproeping (art. 5:84)
7
7
Alarmbelprocedure BV (art. 5:153 WVV)
• De algemene vergadering moet besluiten over
• ofwel tot ontbinding van de vennootschap of
• ofwel over in de agenda aangekondigde maatregelen om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren (m.a.w.: de vennootschap verder zetten)
• Wanneer het bijzonder verslag ontbreekt, is het besluit van de algemene vergadering nietig !!!
• Dus: een besluit van de algemene vergadering tot voortzetting van de vennootschap zonder verslag met maatregelen om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren staat gelijk met niet‐naleving van de alarmbelprocedure
• Gevaar voor aansprakelijkheid bij later faillissement !!!
8
8
Netto‐actief‐ of balanstest (art. 5:153, § 1 WVV)
“Wanneer het netto‐actief negatief dreigt te worden of is geworden, moet het bestuursorgaan de algemene vergadering, behoudens strengere bepalingen in de statuten, oproepen tot een vergadering, te houden binnen twee maanden na de datum waarop deze toestand werd vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld om te besluiten over de ontbinding van de vennootschap of over in de agenda aangekondigde maatregelen om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren.”
• Geen vergelijking meer met kapitaal !
9
9
Liquiditeitstekst (art. 5:153, § 2 WVV)
“Op dezelfde wijze als bedoeld in paragraaf 1 wordt gehandeld wanneer het bestuursorgaan vaststelt dat het niet langer vaststaat dat de vennootschap, volgens redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, in staat zal zijn om gedurende minstens de twaalf volgende maanden haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden.”
• beoordeling door het bestuursorgaan
• vooruitkijken in de tijd
• realistische inschatting doen, rekening houdend met veelheid van elementen
• degelijk te motiveren beslissing
• bij twijfel: alarmbelprocedure toepassen
10
10
Frequentie (art. 5:153, § 4 WVV)
“Nadat de procedure een eerste maal werd nageleefd, is het bestuursorgaan slechts ten vroegste één jaar later ertoe gehouden de algemene vergadering om dezelfde reden opnieuw bijeen te roepen”
• Het bestuur moet deze criteria niet permanent toepassen, maar slechts toetsen naar aanleiding van de redactie van de jaarrekening of van een eventuele tussentijdse staat van actief en passief.
• Het bestuursorgaan is er niet toe gehouden de vaststelling dat geen van beide criteria worden overschreden formeel te vermelden (gevaar om het toch te doen !?).
(parl. st., 54/3119/001, p. 185)
11
11
Aansprakelijkheid (art. 5:153, § 3 WVV)
“Is de algemene vergadering niet overeenkomstig dit artikel bijeengeroepen, dan wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht uit het ontbreken van een bijeenroeping voort te vloeien.”
• Derden kunnen zich m.a.w. beroepen op vermoeden van oorzakelijk verband tussen fout (niet of niet tijdig bijeenroepen van de algemene vergadering) en schade
• De aangesproken bestuurders kunnen het tegenbewijs leveren
• Opgelet! Wanneer het bijzonder verslag ontbreekt, is het besluit van de algemene vergadering nietig en geldt het vermoeden van oorzakelijk verband tussen deze fout en de schade
12
12
Continuïteitsbedreiging bij een onderneming …
Wanneer moeten cijferberoepers reageren ?
13
13
Meldingsplicht voor alle cijferberoepers
• Verplichte meldingsplicht ?
• commissarissen > art. 3:69 WVV, eerste lid
• alle andere cijferberoepers > art. XX.23, § 3, eerste zin WER
• Facultatieve
mededeling
aan
Voorzitter
van
de
Ondernemingsrechtbank bij gebrek aan (toereikende) actie vanwege
de onderneming in moeilijkheden
• commissarissen > art 3:69, derde lid, WVV
• Alle andere cijferberoepers > art. XX.23, § 3, tweede zin, WER
14
14
Art. 3:69 WVV
(commissarissen)
15
15
Art. 3:69, eerste lid WVV
• Toepassingsvoorwaarden
• alleen commissarissen
• die ter gelegenheid van de uitvoering van hun opdracht
• gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de economische activiteit van de vennootschap in het gedrang kunnen brengen (potentieel gevaar is voldoende)
• Verplichte melding aan het bestuursorgaan
• Op schriftelijke en omstandige wijze
• uitzondering: het bestuursorgaan heeft reeds actie genomen
16
16
Art. 3:69, tweede + derde lid
• Het bestuursorgaan moet beraadslagen over de maatregelen die moeten worden genomen om de continuïteit van de economische activiteit van de vennootschap voor een minimumduur van 12 maanden te vrijwaren.
• Facultatieve melding door de commissaris(sen) aan de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank
• indien zij binnen een maand na de melding niet werden ingelicht over de beraadslaging door het bestuursorgaan over de genomen maatregelen of de in het vooruitzicht gestelde maatregelen om de continuïteit van de economische activiteit voor een minimumduur van 12 maanden te vrijwaren, of
• indien ze oordelen dat de maatregelen de continuïteit van de economische activiteit niet kunnen vrijwaren voor een minimumduur van 12 maanden
• Beroepsgeheim (art. 458 S.W.) buiten toepassing
17
17
Meldingsplicht i.k.v. Boek XX WER
Aanbeveling inzake opdracht voor economische beroepsbeoefenaars in het kader van de GRP
18
18
Structuur van de aanbeveling
• Preventieve fase
• = de fase van het vaststellen van gewichtige en overeenstemmende feiten die de continuïteit van de economische activiteit in het gedrang kunnen brengen
• melding door cijferberoeper + actie van het bestuursorgaan/ondernemer
• Informatieverplichting van cijferberoeper aan de KOIM
• Remediërende fase (bij behandeling van GRP‐recht)
• = de fase van de aanvraag van de GRP
• toezicht/bijstand van de cijferberoeper bij het opmaken van de “financiële” stukken die bij het GRP‐verzoekschrift moeten worden gevoegd
19
19
Verplichtingen in het kader van de preventieve fase
20
20
Preventieve fase: drie aspecten
• DETECTIE + INLICHTING van de ondernemer omtrent gewichtige en overeenstemmende feiten die de continuïteit in het gedrang kunnen brengen (art. XX.23 § 3, eerste zin WER)
• > VERPLICHT voor alle cijferberoepers
• FACULTATIEVE MELDING aan de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank (art.
XX.23 § 3, tweede zin WER)
• ANTWOORDEN op vraag om inlichtingen door de rechter belast met het handelsonderzoek (art. XX.25, § 3 WER)
21
21
Verplichte opvolging van de richtlijn !
“Dat conform artikel 2 van het reglement van plichtenleer van het (IBR‐IAB‐BIBF) hun leden ertoe gehouden zijn om de plichtenleer, alle wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op het beroep, alsook de richtlijnen van de Raad na te leven;
Dat onderhavige aanbeveling in dit kader dient te worden beschouwd als een richtlijn (…);
Dat onderhavige aanbeveling in deze zin bindend is;”
22
22
Art. XX.23, § 3 WER
(andere cijferberoepers dan de commissaris)
23
23
Art. XX.23, § 3, eerste zin WER
• De externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder‐fiscalist en de bedrijfsrevisor die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de economische activiteit van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen, lichten deze laatste hiervan op een omstandige wijze in, in voorkomend geval via zijn bestuursorgaan.
24
24
Art. XX.23, § 3, eerste zin WER ‐ toelichting
• Verplichting tot inlichting van de ondernemer
• Op wie weegt de verplichting ?
• op alle (externe) erkende cijferberoepers
• Wanneer ?
• bij vaststelling van gewichtige en overeenstemmende feiten die de continuïteit van de onderneming van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen (potentieel gevaar is voldoende)
• bij vaststelling gedaan in de uitoefening van hun opdracht (i.e. om het even welke opdracht, permanent of eenmalig)
25
25
Gewichtige en overeenstemmende feiten ?
• Niet‐limitatieve lijst in de aanbeveling
• In WER zelf (bijv. art. XX.22 e.v. WER, zgn. “knipperlichten”)
• In WVV (bijv. art. 3:6, § 1, 6° WVV, alarmbelprocedure)
• andere aanwijzingen die in aanbeveling “als voorbeeld” worden gegeven:
• ongunstige evolutie van de financiële structuur en rendabiliteit
• problemen bij behoud of verkrijging van financieringsmiddelen
• aanwijzingen van financiële aard: wijziging in boekhoudkundig, activerings‐ of dividendbeleid, herwaarderingen, …
• aanwijzingen van operationele aard: wegvallen van franchise, concessie, licentie, sociale onrust, tekort aan grondstoffen, …
• diversen: wetswijzigingen, gerechtelijke procedures, milieu, bedrijfsvergunning, …
26
26
Art. XX.23, § 3, eerste zin WER ‐ toelichting
• Wat houdt de verplichting in ?
• de onderneming op een omstandige wijze inlichten omtrent de vaststellingen van gewichtige en overeenstemmende feiten die volgens hem/haar de continuïteit in het gedrang kunnen brengen
• op welke termijn moet de continuïteit beoordeeld worden ? 12 maanden ???
• Aan wie melden? > aan de “schuldenaar”
• aan de handelaar
• vennootschap: aan het bestuursorgaan
27
27
Algemene regels
• Wijze van mededeling is niet geregeld in de wet ‐> aanbeveling
• bij voorkeur per aangetekende brief aan het bestuursorgaan
• kopie per gewone brief aan individuele bestuurder (facultatief)
• Mededeling moet volledig duidelijk en gedetailleerd zijn
• eenvoudige mededeling volstaat niet !!!
• geen verplichting om zelf maatregelen aan te bevelen, maar ook niet verboden (gevaar voor aansprakelijkheid !!!)
• Melding herhalen ?
• nieuwe vaststellingen van vergelijkbare feiten > neen
• nieuwe vaststellingen van zwaarwichtigere feiten > ja
28
28
Aanbeveling: inhoud van de “melding”
• verwijzing naar art. XX.23, § 3, WER
• opsomming gewichtige en overeenstemmende feiten die hij heeft vastgesteld en die de continuïteit in het gedrang kunnen brengen
• verklaring dat de opgesomde feiten geen limitatieve opsomming zijn van alle feiten die de continuïteit van de onderneming in het gedrang kunnen brengen en dat enkel de feiten opgenomen zijn waarover hij kennis heeft tot op de datum van zijn kennisgeving
• vraag om binnen de maand na melding de gepaste herstelmaatregelen te nemen om de continuïteit te waarborgen voor de duur van ten minste 12 maanden
• vraag om de beroepsbeoefenaar op de hoogte te brengen van de genomen herstelmaatregelen.
29
29
Aanbeveling: inhoud van de “melding”
• de eventuele vastgestelde inbreuken op de vennootschaps‐ en boekhoudwetgeving door de onderneming
• het feit dat de beroepsbeoefenaar (met uitzondering van de boekhouder(‐fiscalist) !!!) de voorzitter van de rechtbank schriftelijk kan inlichten indien binnen een termijn van een maand vanaf zijn kennisgeving door de onderneming niet de nodige maatregelen werden getroffen om de continuïteit van de onderneming voor de minimumduur van 12 maanden te waarborgen
• de persoonlijke aansprakelijkheid van het bestuursorgaan indien geen gevolg wordt gegeven aan de melding van de beroepsbeoefenaar.
30
30
Aanbeveling : specifieke verplichtingen (1)
• De cijferberoeper moet de opdracht uitvoeren in overeenstemming met de aanbeveling, hetgeen impliceert dat hij inzicht moet hebben:
• in Boek XX WER
• in de aanbeveling
• in de activiteiten van de onderneming en in het stelsel van financiële verslaggeving, zoals van toepassing in haar sector:
• de omvang en complexiteit van de onderneming en haar activiteiten;
• de complexiteit van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;
• de verplichtingen of vereisten inzake de financiële verslaggeving
31
31
Aanbeveling : specifieke verplichtingen (2)
• de toegepaste waarderingsregels;
• de structuur van het kapitaal en de samenstelling van het aandeelhouderschap;
• het niveau van ontwikkeling van het bestuursorgaan met betrekking tot het toezicht op de vastleggingen en financiële verslaggeving van de onderneming, die het samenstellen van de balans en resultatenrekening en/of de begroting van de onderneming onderbouwen;
• het niveau van ontwikkeling en complexiteit van de systemen voor de administratie en financiële verslaggeving en daaraan gerelateerde interne beheersingsmaatregelen;
• de aard van de activa, passiva, opbrengsten en kosten;
• de buitenbalansverplichtingen (???)
32
32
Aanbeveling : specifieke verplichtingen (3)
• De cijferberoeper moet de ethische voorschriften naleven
• integriteit, rechtschapenheid, kiesheid, objectiviteit, deskundigheid, zorgvuldigheid, beroepsgeheim, discretieplicht, professioneel gedrag en waardigheid
• De cijferberoeper moet een professionele oordeelsvorming toepassen
• De cijferberoeper moet de communicatie met het bestuursorgaan onderhouden
33
33
Aanbeveling : specifieke verplichtingen (4)
• De cijferberoeper kan zijn aansprakelijkheid t.a.v. cliënt eventueel beperken (niet t.a.v. derden)
• niet voor fouten met bedrieglijk oogmerk of oogmerk om te schaden
• dekking door collectieve polis of gelijkaardige polis ?
• De cijferberoeper moet documentatie bijhouden en bewaren
• werkzaamheden en bevindingen
• “significante vaststellingen” + “hoe hij hierop heeft ingespeeld” (???)
• opdrachtdocumentatie 5 jaar systematisch en vertrouwelijk bewaren
34
34
Art. XX.23, § 3, tweede zin, WER
• Indien de schuldenaar binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de economische activiteit voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan de externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder‐fiscalist of de bedrijfsrevisor de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank daarvan schriftelijk inlichten. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet toepasselijk.
35
35
Art. XX.23, § 3, tweede zin WER
• FACULTATIEVE SCHRIFTELIJKE MELDING aan de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank
• indien de schuldenaar binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen
• de facto‐opvolgingsplicht ?
• Door alle externe cijferberoepers (behalve belastingconsulenten)
• Beroepsgeheim (art. 458 S.W.) buiten toepassing
36
36
Cijferberoeper als “partner‐ten‐ velde” van de Kamers voor handelsonderzoek (KOIM)
37
37
De structuur van de GPR
38
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
38
Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden (hierna "KOIM”)
39
39
Gegevensinzameling (art. XX.21 WER)
• De GRIFFIES centraliseren gegevens omtrent ondernemingen (“knipperlichten” en andere indicatoren)
• De PROCUREUR DES KONINGS kan inzage nemen in het ondernemingsdossier
• De KOIM doet ambtshalve onderzoek naar ondernemingen wiens economische leefbaarheid in het gedrang lijkt te zijn
40
40
Protesten op wissels en orderbriefjes (art. XX.22 WER)
• Protesten worden geregistreerd op registratiekantoor
• Ontvangers van registratie
• maken maandelijks lijsten met protesten
• en zenden deze lijsten aan de voorzitters van de Ondernemingsrechtbank van de plaats
• waar de protesten hebben plaatsgehad én
• waar de ondertekenaar van een orderbriefje of van de acceptant van een wisselbrief zijn woonplaats heeft
41
41
“Bijzondere” vonnissen (art. XX.23, § 1 WER)
• Doorzending van bepaalde vonnissen naar de rechtbank van koophandel waar de veroordeelde zijn woonplaats of zetel heeft :
• verstekvonnissen en vonnissen op tegenspraak tegen kooplieden die de gevorderde hoofdsom niet hebben betwist
• vonnissen waarbij handelshuurovereenkomst wordt ontbonden of niet wordt vernieuwd
• vonnissen waarbij een einde wordt gemaakt aan het beheer van een handelszaak
42
42
Achterstallige RSZ‐bijdragen en belastingen (art. XX.23, § 2 WER)
• De RSZ en de FOD Financiën
• maken lijsten van de schuldenaren die één kwartaal de sociale zekerheidsbijdragen, BTW of BV niet meer betaald hebben (+ vermelding van openstaande bedragen)
• en zenden deze lijsten uiterlijk één maand na het verstrijken van elk kwartaal naar de griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waar deze schuldenaar het centrum van hun voornaamste belangen hebben.
43
43
Andere gegevens waarop XXXX zich steunt (1)
• Jaarrekening.
• financiële analyse: negatief bedrijfskapitaal, negatieve thesaurie, solvabiliteit, rentabiliteit,...
• niet neerleggen van de jaarrekening of laattijdige neerlegging.
• Wijzigingen in de vennootschap
• verlenging van het boekjaar
• ontbinding
• zetelverplaatsing
• “stoelendans” in raad van bestuur
44
44
Andere gegevens waarop XXXX zich steunt (2)
• Beslagberichten
• Klachten van schuldeisers, leveranciers, personeel, …
• Verslagen van de commissaris met voorbehoud, afkeuring of onthouding.
• Mededelingen (art. 3:69 WVV of art. XX.23 WER) door de commissaris of andere (bevoegde) cijferberoepers aan de voorzitter van de rechtbank
45
45
Wat doet de KOIM ? (art. XX.25 WER)
• Zij “spreekt” geen recht !
• Volgt de toestand van schuldenaars in moeilijkheden
• Dubbele doelstelling:
• “om de continuïteit van hun activiteiten te vrijwaren” en
• “om de bescherming van de rechten van de schuldeisers te verzekeren”
46
46
Hoe werkt de KOIM ?
• “Onderzoekende handelszaken
• Geen juridisch, maar bedrijfseconomisch onderzoek
• Onderneming oproepen voor een “onderzoek met gesloten deuren” teneinde “inlichtingen te verkrijgen over de stand van zaken en inzake eventuele reorganisatiemaatregelen”
• Onderneming verschijnt in persoon, mogelijks “bijgestaan door een persoon van zijn keuze”
• Mogelijke vraag om voorafgaand aan zitting inlichtingen te verschaffen
rechter”:
beroepsrechter
of een
rechter
in
47
47
Hoe werkt de KOIM ?
• Wat kan de “onderzoekende rechter” nog doen ? (art. XX.25, § 3 WER)
• alle gegevens verzamelen nodig voor zijn onderzoek
• alle personen horen (ook cijferberoepers)
• mededeling van alle dienstige gegevens en inlichtingen gelasten (ook bij derden), middels Regsol
• zich naar de zetel of het centrum van de voornaamste belangen begeven (bij niet‐verschijning)
• PdK + schuldenaar kan mededeling krijgen van de verzamelde gegevens
48
48
Art. XX.25, § 3, tweede zin WER
• De kamer of de rechter mag bij de externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder‐fiscalist en de bedrijfsrevisor van de schuldenaar, inlichtingen inwinnen nopens de aanbevelingen die zij gedaan hebben aan de schuldenaar en, in voorkomend geval, nopens de maatregelen die genomen zijn om de continuïteit de economische activiteit te waarborgen. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet van toepassing.
49
49
Art. XX.25, § 3, tweede zin WER
• Informatieplicht t.a.v. de rechter / handelsrechter KOIM (in kader van handelsonderzoek)
• Door de externe cijferberoepers (behalve de belastingconsulent)
• Beroepsgeheim (art. 458 S.W.) buiten toepassing
50
50
Art. XX.25, § 3, tweede zin WER
• Wanneer de rechter (bij de KOIM) inlichtingen inwint
• nopens de aanbevelingen die de cijferberoeper gedaan heeft
• nopens de maatregelen die genomen zijn om de continuïteit van de economische activiteit te waarborgen
• De dubbele antwoordplicht impliceert dat de cijferberoeper niet alleen een meldingsplicht heeft maar bovendien
• (1) zelf aanbevelingen kan doen én
• (2) moet opvolgen of de gepaste maatregelen werden genomen door het bestuur (na zijn verplichte melding) (???)
51
51
En de afloop van de zitting van de KOIM ?
• Terugkomen voor verdere opvolging!
• Seponering (geen gevaar voor discontinuïteit)
• Faillissementsvoorwaarden zijn (schijnbaar) vervuld (art. XX.29 WER)
• dossier verzenden naar de PdK om te dagvaarden in faillissement
• dossier verzenden naar de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank met oog op
(1) ontbinding of (2) het ontnemen van het (gehele of gedeeltelijke) beheer van het geheel of een gedeelte van haar activa of activiteiten (art. XX.32 WER)
• Mededeling van haar beslissing aan Orde of Instituut van de onderzochte “vrije beroeper”
52
52
Actie … op basis van de GRP
53
53
Toepassingsgebied WER
• “onderneming” (art. I.1 WER)
• iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
• éénmanszaak
• iedere rechtspersoon
• vennootschappen
• verenigingen
• stichtingen
• iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
• maatschap
54
54
Ondernemingen, incl. vrije beroepers
• Titularissen van vrije beroepen (artikel I.1.14° WER)
“Elke onderneming wiers activiteit er hoofdzakelijk in bestaat om, op onafhankelijke wijze en onder eigen verantwoordelijkheid, intellectuele prestaties te verrichten waarvoor een voorafgaande opleiding en een permanente vorming is vereist en die onderworpen is aan een plichtenleer waarvan de naleving door of krachtens een door de wet aangeduide tuchtrechtelijke instelling kan worden afgedwongen”
55
55
De opties van GPR in grote lijnen
• Buitengerechtelijke acties
• Gerechtelijke reorganisaties
56
56
Voorlopige acties
buiten enige gerechtelijke procedure
57
57
De structuur van de WCO
58
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
58
“Figuren”
• Gerechtsmandataris (art. XX.30 WER)
• Voorlopig bewindvoerder (art. XX.31 WER)
• Ondernemingsbemiddelaar (art. XX.36 WER)
59
59
Gerechtsmandataris (art. XX.30 WER)
• Aanstelling in een specifieke situatie
• op vordering van elke belanghebbende (ook O.M.)
• dubbele voorwaarde
• (1) kennelijke grove tekortkomingen kunnen de continuïteit van de onderneming in moeilijkheden of haar economische activiteiten in gevaar brengen en
• (2) de gevraagde maatregel kan de continuïteit vrijwaren
• Nauwkeurig omschreven opdracht – in de tijd beperkt
• de door de rechtbank omschreven aanklachten onderzoeken
• de nodige herstelmaatregelen voorstellen
• Koopman/bestuursorgaan behoudt beheer
60
60
Voorlopig bewindvoerder (art. XX.31 WER)
• Aanstelling gebeurt in het kader van een GRP‐procedure
• schuldenaar (of een orgaan) heeft een kennelijke grove fout begaan
• eventuele tussenkomst van de natuurlijke persoon die de fouten heeft begaan
• Elke belanghebbende (ook O.M.) kan verzoek richten aan de rechtbank
• Voor de duur van de opschorting (we zitten dus in GRP‐procedure)
61
61
Voorlopig bewindvoerder (art. XX.32 WER)
• Nog een stapje verder : rechtbank ontneemt de onderneming geheel of ten dele het beheer van het geheel of een gedeelte van haar activa of activiteiten
• De voorlopige bewindvoering vervalt indien niet binnen 21 dagen door een belanghebbende of de voorlopig bewindvoerder een vordering is ingesteld
• tot faillietverklaring,
• tot gerechtelijke ontbinding of
• tot gerechtelijke reorganisatie
62
62
Ondernemingsbemiddelaar (art. XX.36 WER)
• Aanstelling door de rechtbank / KOIM, op verzoek van de schuldenaar
• Rechter/KOIM bepaalt de inhoud en de duur van de opdracht
• “Om de reorganisatie van het geheel of een gedeelte van haar activa te vergemakkelijken”, i.e. de voorbereidingen en bevordering
• van het afsluiten van een minnelijk akkoord,
• van het verkrijgen van het akkoord van de schuldeisers over het reorganisatieplan
• van de overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte
van de activiteiten
63
63
Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
(art. XX.37 – 38 WER)
64
64
Vooraf: de structuur van de GPR
65
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
65
Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
• Informele procedure
• buiten de rechtbank
• geen procedurekosten
• discreet (andere schuldeisers kennen de inhoud van akkoorden niet)
• Grote wilsautonomie
• inhoud van het akkoord vrij te bepalen
• opdelen van schuldeisers in groepen – differentiatie mogelijk
• Ondernemingsbemiddelaar als ‘tussenpersoon’
• Homologatie door rechtbank (verzoek der partijen) verleent uitvoerend karakter aan het minnelijk akkoord
66
66
Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
• Bij later faillissement: wordt het “gewoon” minnelijk akkoord met schuldenaars ‘getroffen’ door ‘verdachte periode’ (art. XX.111, 2° + 3° en
XX.112 WER)
• MAAR niet van toepassing indien het akkoord wordt afgesloten
• met minstens 2 schuldeisers (opdelen in groepen mag !!!)
• met het oog op de reorganisatie van het geheel of een gedeelte van zijn activa of zijn activiteiten (best te vermelden)
• met vermelding van en “uitdrukkelijke vertrouwelijkheidsclausule en onsplitsbaarheidsclausule”
• en wanneer het akkoord in het register wordt neergelegd en er bewaard
Gevolg : geen terugbetaling aan curator tenzij FRAUDE
67
67
Voorbeeld van akkoord
• Situatie
• schuld van 10.000 €, betalingstermijn verstreken, interesten (bijv. 8 %) lopen + schadebeding (1.500 €)
• Regelingsvoorbeeld
• schuld herleiden tot 8.000 €, te betalen tijdens volgende 10 maanden x 800 €, interest terug naar 2 %, geen schadebeding
• Wat bij faillissement na 5 maanden + uitbreiding verdachte periode ?
• curator kan 5 x 800 € (4.000 €) niet terugvorderen
68
68
Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
• Oppassen met bedongen zekerheden !
• schuldeiser stapt mee in minnelijk akkoord WCO en staan herschikking schuldvordering toe, i.e.
• vermindering van het hoofdbedrag
• en/of gespreide betalingsregeling
• en/of kwijtschelding deel van de interesten/schadebeding
• MAAR wel bijkomende zekerheden voor de ‘oude’ schulden
• later faillissement
• art. XX.111, 2° + 3° en XX.112 WER > uitvoering niet aangetast
• MAAR zekerheden vervallen > tellen niet in faillissement !!!
69
69
Gerechtelijke reorganisatie
70
70
De structuur
71
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
71
Relevante wetsbepalingen
• art. XX.39 WER: De procedure van gerechtelijke reorganisatie strekt tot het behouden, onder toezicht van de rechter, van de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten van de onderneming
• art. XX.45 WER: De procedure van de gerechtelijke reorganisatie wordt geopend indien de continuïteit van de onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is.
• art. XX,46, § 2 WER: Indien de voorwaarden van art. XX.45 WER vervuld lijken, verklaart de rechtbank de procedure van de gerechtelijke reorganisatie geopend (…)
72
72
Portaal
“(bijna) iedereen mag binnen !?”
73
73
Voorwaarden om “binnen” te mogen ?
• Is continuïteit onmiddellijk of op termijn bedreigd? (art. XX.45, § 1 WER)
• vermoeden van continuïteitsbedreiging: “alarmbelprocedure” (art. XX.45, § 2 WER)
• zelfs dagvaarding in faillissement, sluit procedure gerechtelijke reorganisatie niet uit (art. XX.45, § 3 WER)
• Levensvatbaarheidscriterium
• geen WCO wanneer op ogenblik van de aanvraag vaststaat dat de continuïteit onder geen enkel beding kan worden behouden
• geen WCO wanneer er geen sprake (meer) is van activiteit(en)
74
74
Eenmaal in het portaal … de keuze !
75
75
De keuzemogelijkheden …
• Drie mogelijke “DOELSTELLINGEN” (art. XX.39 WER)
• minnelijk akkoord met een aantal schuldeisers (art. XX.65 WER)
• akkoord met alle schuldeisers > globaal reorganisatieplan (art. XX.67
– XX.83 WER) ; of
• overdracht onder gerechtelijk gezag van de onderneming of geheel of gedeelte van haar activiteiten (art. XX.84 – XX.96 WER)
• COMBINATIE van verschillende doelstellingen mogelijk
• Overgang van ene naar andere doel (art. XX.60 WER)
76
76
Gerechtelijke reorganisatie: aanvraag, opening en gevolgen
77
77
Aanvraag van de gerechtelijke reorganisatie
• In de regel bij verzoekschrift (art. XX.41, § 1 WER)
• ingediend door de schuldenaar of zijn advocaat
• Twee andere mogelijkheden:
• bij dagvaarding door het O.M., de schuldeisers of een kandidaat‐ overnemer i.g.v. gedwongen overdracht onder gerechtelijke gezag van de onderneming of een deel ervan
• door de gerechtsmandataris met de opdracht een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie in te dienen voor de schuldenaar (art.
XX.32 WER)
78
78
Verzoekschrift + stukken
• Verzoekschrift
• aanduiding van continuïteitsbedreiging + de gekozen doelstelling(en)
• neerlegging op de griffie rechtbank van koophandel, getekend door schuldenaar of advocaat
• beslissing van het bevoegde vennootschapsorgaan moet in principe voorliggen
• Neerlegging van stukken samen (art. XX.41, § 2 WER)
• gevoegd bij het verzoekschrift
• op straffe van niet‐ontvankelijkheid van het verzoek (uitstel mogelijk)
79
79
Stukken bij het verzoekschrift (art. XX.41, § 2 WER) (1)
1.
2.
3.
4.
uiteenzetting van de gebeurtenissen waaruit continuïteitsbedreiging
blijkt
aanwijzing van de beoogde doelstelling / doelstellingen vermelding van het elektronisch adres van de schuldenaar
2 recentste jaarrekeningen
(+ eventueel nog niet‐neergelegde
jaarrekening van het laatste boekjaar) of fiscale PB‐aangiften
5. een boekhoudkundige staat die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening die maximum drie maanden oud is, opgesteld met bijstand van hetzij een bedrijfsrevisor, hetzij een externe accountant, hetzij een externe erkend boekhouder of een externe
erkende boekhouder‐fiscalist (art. XX.41, § 2, 5° WER)
80
80
Stukken bij het verzoekschrift (art. XX.41, § 2 WER) (2)
6. Een begroting met een schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting, opgesteld met de bijstand van een van de beroepsbeoefenaars vermeld in 5°; op advies van de Commissie voor boekhoudkundige normen kan de koning een model opleggen van geraamde begroting (art. XX.41, § 2, 6° WER)
7. een volledige lijst van de erkende of beweerde schuldeisers in de opschorting met naam, adres, bedrag, bijzondere hoedanigheid van buitengewone schuldeisers (+ goed dat is belast met zakelijke roerende zekerheid of een hypotheek of dat eigendom is van de schuldeiser).
81
81
Stukken bij het verzoekschrift (art. XX.41, § 2 WER) (3)
8. maatregelen en voorstellen om (1) de rendabiliteit en de solvabiliteit van zijn onderneming te herstellen, om (2) een eventueel sociaal plan in te zetten en om zijn schuldeisers te voldoen
9. aanwijzing dat de schuldenaar heeft voldaan aan de wettelijke of conventionele verplichtingen om de werknemers of hun vertegenwoordigers in te lichten of te raadplegen.
10. kopie van exploten van bevel en van uitvoerende roerende en onroerende beslagen (centraal register van beslag).
11. lijst van vennoten van een vennootschap met onbeperkt aansprakelijke vennoten
82
82
Aanbeveling: bijstandstaak van cijferberoeper
• Hij/zij heeft een zgn. “objectiveringsopdracht” (punt 10.1. aanbeveling):
• deskundige kennis inzake administratieve verwerking en financiële verslaggeving
• naleving van professionele standaarden
• Naleving van ethische voorschriften
• duidelijke communicatie
• rapportering overeenkomstig de aanbeveling
• Schuldenaar (bestuursorgaan) blijft verantwoordelijk voor de balans en resultatenrekening, voor de begroting en voor de “informatie” waarop deze zijn opgesteld en weergegeven.
83
83
Aanvaarding van de opdracht (punt 10.4)
• De beroepsbeoefenaar mag de bijstandsopdrachten niet aanvaarden tenzij hij met de schuldenaar (of diens bestuursorgaan) de voorwaarden van deze opdracht overeengekomen is
• punt 10.4 aanbeveling omtrent minimumvoorwaarden
• Beter om een afzonderlijke opdrachtbrief voor te leggen
• beperking van professionele aansprakelijkheid is mogelijk !!!
84
84
Uitvoering van de opdracht
• Voldoende informatie verzamelen (punt 10.5)
• algemene documentatievereisten (punt 6)
• bijkomende documentatievereisten (punt 10.5)
• Voldoende inzicht krijgen (punt 10.6)
• omtrent informatie‐inwinning bij bestuursorgaan (verslagen, genomen maatregelen)
• omtrent interne werkwijze m.b.t. financiële informatie, bestaande en toekomstig
85
85
“Bijstand” bij opmaak staat A/P (punt 10.7.)
• Alleen (externe) cijferberoepers kunnen bijstand verlenen BIJ HET OPSTELLEN VAN DE STAAT VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTATENREKENING
• Balans en resultatenrekening
• worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur
• worden opgesteld “in continuïteit”, na het opnemen van inventariscorrecties per datum van opmaak
• zijn niet ouder dan drie maanden vóór de neerlegging van het verzoekschrift tot openen van de GRP
86
86
Wat houdt dit “bijstand” in ? (punt 10.7)
• Bijstand van de cijferberoeper op de objectieve samenstelling van de balans en resultatenrekening, rekening houdend met vastleggingen, documenten, uitleg en overige informatie, met inbegrip van significante beoordelingen, die door het bestuursorgaan worden aangeleverd.
• De beroepsbeoefenaar moet specifiek aandachtig zijn voor
• overwaarderingen van de activa‐rubrieken
• onderwaarderingen van de voorzieningen voor risico’s en kosten en van de schulden
• over‐ en/of onderschatting van de resultaten
• voorbeelden aandachtspunten onder randnr. 70 v/d Aanbeveling
87
87
Afronding van de bijstandsopdracht (punt 10.7)
• Bij afronding van de toezichtsopdracht: de samengestelde balans en resultatenrekening lezen in het licht van zijn inzicht in
• de activiteiten van de onderneming,
• het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving
88
88
“bijstand” bij opmaak begroting (punt 10.8)
• Alleen (externe) cijferberoepers kunnen bijstand geven BIJ HET OPSTELLEN VAN DE BEGROTING MET EEN SCHATTING VAN DE INKOMSTEN EN UITGAVEN voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting
• De begroting
• een schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting
• opgesteld door en onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.
89
89
Wat houdt deze “bijstand” in ? (punt 10.8)
• Beroepsbeoefenaar moet o.m. oordelen
• in welke mate het steunen op de historische cijfers van de onderneming gerechtvaardigd is.
• of de veronderstellingen waarop de begroting gebaseerd is, juist zijn
• Bij afronding van de bijstandsopdracht: de samengestelde begroting lezen in het licht van zijn inzicht in
• de activiteiten van de onderneming
• het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.
90
90
Bijstandsverklaringen (punt 10.10)
• De bijstandsverklaringen beogen het duidelijk communiceren van
• de aard van de toezichtsopdrachten
• de rol en de verantwoordelijkheden van de cijferberoeper.
• “De bijstandsverklaring is geen middel om, in welke vorm dan ook, een oordeel of een conclusie over de balans en resultatenrekening tot uitdrukking te brengen” (zie randnr. 87 v/d Aanbeveling)
• “De bijstandsverklaring is geen middel om, in welke vorm dan ook, een oordeel of een conclusie over de begroting tot uitdrukking te brengen”
91
91
Bijstandsverklaring omtrent de staat activa/passiva (punt 10.10)
• Minimuminhoud omschreven in punt 10.10 (randnummer 88)
• Belangrijkste punten betreffen de beschrijving van :
• de redenen waarom de informatie, m.i.v. de significante beoordelingen, die door het bestuursorgaan werden verschaft onvolledig, niet accuraat, onredelijk of onvoldoende zijn
• de redenen waarom de balans en resultatenrekening niet werd opgemaakt volgens het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;
• de aanpassingen die vereist zijn zodat deze geen afwijking van materieel belang meer zou bevatten;
• de redenen waarom de balans en resultatenrekening op andere wijze misleidend is;
92
92
Bijstandsverklaring omtrent de begroting (punt 10.10)
• Minimuminhoud omschreven in punt 10.10 (randnummer 89)
• Belangrijkste punten betreffen de beschrijving van :
• de redenen waarom de informatie, m.i.v. veronderstellingen van materieel belang, die door het bestuursorgaan worden verschaft, onvolledig, niet accuraat, onredelijk of onvoldoende zijn
• de redenen waarom de begroting niet werd opgemaakt volgens het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving
• de aanpassingen die aan de begroting vereist zijn zodat zij op een juiste wijze gebaseerd is op de veronderstellingen; of
• de redenen waarom de begroting op andere wijze misleidend is;
93
93
Terug naar de aanvraagprocedure GRP …
94
94
Gevolgen van neerlegging van verzoekschrift …
• Kennisgeving aan de Procureur des Konings
• Aanstelling van een gedelegeerd rechter (art. XX. 42 en XX.43 WER)
• door de voorzitter van de rechtbank van koophandel
• rechter in de rechtbank of rechter in handelszaken
• brengt verslag uit over ontvankelijkheid en gegrondheid
• kan schuldenaar en andere personen horen en informatie opvragen
• volgt dossier op (toepassing van wet en toestand van schuldenaar)
• REGSOL: aanleg van dossier van gerechtelijke reorganisatie (art. XX.40 WER)
95
95
Gevolgen van neerlegging van verzoekschrift …
• De toestand van de onderneming wordt “bevroren” en dat tot aan de uitspraak omtrent de GRP‐aanvraag (art. XX.44, §1 WER)
• geen faillietverklaring
• geen gerechtelijke ontbinding
• geen tenuitvoerlegging op roerende of onroerende goederen
• Bijzondere regels bij gedwongen verkoop van roerende/onroerende goederen wanneer de verkoopdatum is vastgesteld binnen een termijn van 2 maanden na het neerleggen van het GRP‐verzoekschrift (art. XX.44, §2 ‐ 4 WER)
96
96
Behandeling van het verzoek ter zitting
• Oproeping van de schuldenaar uiterlijk 3 vrije dagen voor de zitting
• Behandeling binnen de 15 dagen na datum verzoekschrift in het register (art. XX.46, § 1, WER)
• in raadkamer (gesloten deuren)
• verslag van gedelegeerd rechter
• pleidooien door aanvrager
97
97
Xxxxxx van toekenning van opschorting
• Toekenning van de opschorting (art. XX.46 – XX.47 WER)
• indien de voorwaarden van art. XX.45 WER “vervuld lijken”
• rechtbank bepaalt de termijn van opschorting (max. 6 maanden)
• ev. datum voor schuldeisers‐stemming omtrent reorganisatieplan
• publicatie vonnis in BS door toedoen van xxxxxxxx, met ruime info (o.m. gerechtelijk adres van gedelegeerd rechter) (art. XX.48, § 1 WER)
• De schuldeiser doet individuele kennisgeving aan de schuldeisers binnen 8 dagen na vonnis (art. XX.49, § 1 WER)
• zelfde inhoud als publicatie BS
• lijst van schuldeisers + bedrag van schuldvordering + buitengewone schuldeisers
• elektronische post + kopie in Regsol (of bij aangetekende brief)
98
98
Gevolgen van het “opschortingsvonnis”
• “in de opschorting”
• ontstaan vóór de procedure
• volgen uit het verzoekschrift
• volgen uit beslissingen genomen in het kader van de procedure
99
99
Gevolgen van de opschorting (art. XX.50 WER)
• Geen faillissement
• Geen gerechtelijke ontbinding van de rechtspersoon
• Geen tenuitvoerlegging op roerende of onroerende goederen
• geen beslagen
• eerder gelegde beslagen behouden hun bewarende werking, maar rechtbank kan ze handlichten in zoverre dit geen beduidend nadeel veroorzaakt voor de schuldeiser (art. XX.51, § 1 WER)
• schorsing van uitvoering van gedwongen verkopen van roerende en onroerende goederen (art. XX.51, § 2 t.e.m. 4 WER)
• geen weerslag op het pand dat specifiek betrekking heeft op bepaalde schuldvorderingen (art. 52 WER)
100
100
Gevolgen van de opschorting (art. XX.53 WER)
• Vrijwillige betaling van schuldvorderingen in de opschorting kan op voorwaarde dat die betaling vereist is voor het behoud van de continuïteit.
• Regel “verdachte periode” niet van toepassing (art. XX.111 en XX.112 WER)
• De schuldvorderingen in de opschorting genegeerd in regelgeving op de overheidsopdrachten – RSZ en Xxxxxx vermelden die schulden niet in de afgeleverde attesten
• Rechtstreekse vordering art. 1798 B.W. tegen aannemer in GRP blijft mogelijk
101
101
Gevolgen van de opschorting (art. XX.54 WER)
• De opschorting komt ten goede aan de (gewezen) echtgenoot en de (gewezen) wettelijk samenwonende, die persoonlijk medeverbonden zijn voor de contractuele beroepsmatige schulden van de schuldenaar
• Uitdrukkelijke wettelijke uitzonderingen: de bescherming geldt niet:
• voor persoonlijke of gemeenschappelijke niet‐beroepsmatige schulden, ongeacht of die alleen of samen met de schuldenaar werden aangegaan
• voor de wettelijke samenwonende die verklaring van wettelijke samenwoning afleggen in periode van zes maanden vóór het indienen van het GRP‐verzoekschrift
102
102
Gevolgen van de opschorting (art. XX.54 WER)
• De opschorting strekt niet tot voordeel van de medeschuldenaars en de stellers van persoonlijke zekerheden.
• MAAR: de natuurlijke persoon kosteloos een persoonlijke zekerheid heeft gesteld, kan vragen bevrijd te worden
• voorwaarde: het bedrag van de persoonlijke zekerheid is kennelijk niet evenredig met de mogelijkheid, op het ogenblik waarop de opschorting om de schuld terug te betalen (rekening houdend met roerende en onroerende goederen / inkomsten)
• Verzoekschrift in Regsol
• Rechtbank oordeelt op moment van toekennen van de opschorting
103
103
Gevolgen van de opschorting (art. XX.55 WER)
• Schuldvergelijking tussen schuldvorderingen in de opschorting en schulden ontstaan tijdens de opschorting is enkel toegestaan indien deze verknocht zijn
• vorderingen voor het vonnis <‐> vorderingen na het vonnis
• het betreft vorderingen waartussen een voldoende juridische samenhang bestaan
104
104
Gevolgen van de opschorting (art. XX.56 WER)
• Geen einde aan lopende overeenkomsten tenzij andersluidende contractuele bepaling
• Geen einde van overeenkomsten wegens wanprestatie voorafgaand aan de opschorting indien deze wanprestatie ongedaan wordt gemaakt binnen 15 dagen na hiervoor in gebreke te zijn gesteld na het vonnis van opschorting
• Schuldenaar kan zelf de uitvoering eenzijdig opschorten voor de duur van de opschorting indien vereist voor de reorganisatie
• geldt niet voor arbeidsovereenkomsten
• xxxxxx valt in de opschorting
• omgekeerd kan de medecontractant zijn eigen contractuele verbintenissen
eveneens opschorten (niet beëindigen)
105
105
Gevolgen van de opschorting (art. XX.56 WER)
• Bepaalde bedingen worden buiten werking gesteld tijdens periode van opschorting en tot integrale uitvoering van het reorganisatieplan
• strafbedingen die potentiële schade wegens niet‐naleving van een hoofdverbintenis (bijv. betaling van een factuur) op forfaitaire wijze vaststellen
• bedingen tot verhoging van de rentevoet
• Werkelijke schade voor niet‐naleving van de hoofdverbintenis is schuldvordering in de opschorting.
106
106
Gevolgen van de opschorting (art. XX.57 WER)
• Een schuldvordering die voortvloeit uit lopende overeenkomsten met opeenvolgende prestaties is niet onderworpen aan de opschorting in de mate dat zij betrekking heeft op prestaties verricht na vonnisdatum
• bijv. nutsvoorzieningen
• bijv. boekhouddiensten
107
107
Verlenging van de termijn van opschorting (art. XX.59 WER)
• Verlengbaar door de rechtbank in (verschillende) stappen maar maximumtermijn van 12 maanden vanaf vonnis dat opschorting toestaat
• In buitengewone omstandigheden kan bijkomende verlenging tot maximum 18 maanden
• grootte van de onderneming
• complexiteit van de zaak
• hoegrootheid van het behoud van de werkgelegenheid
• Buitengewone termijn van maximum 6 maanden m.o.o. de overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
108
108
Einde van de opschorting (art. XX.61‐63 WER)
• De opschorting kan vervroegd worden beëindigd door de rechter (+ eventueel faillissement uitspreken)
• op verzoek van
• de schuldenaar zelf (hij ziet af van het voordeel van de opschorting)
• de schuldeisers of O.M.
• o.m. in de volgende gevallen:
• indien de continuïteit niet meer kan verzekerd worden
• indien de informatie onvolledig of onjuist is (bv. ook die informatie die geleverd werd aan de schuldeisers)
109
109
Gerechtelijke reorganisatie: overzicht van de doelstellingen
110
110
Eerste doelstelling: minnelijke akkoord
111
111
De structuur
112
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
112
Tweede doelstelling: collectief akkoord
113
113
De structuur
114
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
114
Diverse stappen na het vonnis …
• Stap 1: VOORBEREIDING van het reorganisatieplan
• 1.a. inventarisatie van schuldvorderingen
• 1.b. opstellen van het reorganisatieplan
• Stap 2: GOEDKEURING door de vergadering van schuldeisers
• 2.a. voorbereiding van de goedkeuringsvergadering
• 2.b. goedkeuringsvergadering
• Stap 3: HOMOLOGATIE door de rechtbank
• UITVOERING
15
1
115
Stap 1a. Inventarisatie van schuldvorderingen (art. XX.49 en art. 68 – 69 WER)
• Mededeling door schuldenaar aan schuldeisers van het verkrijgen van de opschorting (art. XX.49, § 1 WER)
• Controle door de schuldeisers (art. XX.49, § 2 en art. XX.68, § 1 WER)
• schuldeiser is akkoord met inhoud van de lijst > niets ondernemen
• schuldeiser is niet akkoord > rechtzetting vragen > betwistingen voorleggen aan de GRP‐rechtbank (bij verzoekschrift ingediend één maand voor stemmingsvergadering)
• Ook derden kunnen vorderingen in de lijst betwisten
• bedrag van de vordering
• hoedanigheid van de schuldenaar
116
116
Stap 1a. Inventarisatie van schuldvorderingen
• Betwistingen voor de rechtbank (art. XX.68, § 1 WER)
• verslag van gedelegeerd rechter
• GRP‐rechtbank hoort de betrokkenen en beslist (uiterlijk 15 dagen voor de stemmingsvergadering)
• eventueel “voorlopig bedrag” vaststellen indien “onbevoegd” of te weinig tijd voor debat ten gronde (art. XX.69 WER)
• Neerlegging van gewijzigde “lijst van schuldeisers in opschorting” in REGSOL
• Deze lijst is belangrijk om vast te stellen voor welk bedrag een schuldeiser
• wordt opgenomen in het reorganisatieplan
• meestemt op de stemmingsvergadering van de schuldeisers
117
117
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
(artikel XX.67 en XX.70 e.v. WER)
• Reorganisatieplan streeft “akkoord” na met alle schuldeisers
• Op te stellen tijdens de (verlengde) termijn van opschorting
• maximale uitvoeringstermijn van het reorganisatieplan is 5 jaar vanaf de homologatie !!! (art. XX.76 WER)
• twee delen:
• een beschrijvend deel
• een bepalend deel
118
118
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
• Eerste deel : beschrijvend gedeelte (art. XX.70 § 2 WER) met o.m.
• de staat van de onderneming,
• de moeilijkheden die de onderneming ondervindt
• de middelen om de moeilijkheden te verhelpen.
• de maatregelen om de rendabiliteit te herstellen.
• een verslag over de betwistingen van schuldvorderingen
119
119
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
• Tweede deel : bepalend gedeelte (art. XX.70 § 3 WER) met o.m.
• de maatregelen met oog op voldoening van de schuldeisers in de opschorting die zijn opgenomen in de lijst.
• beschrijving van (art. XX.71 WER)
• de rechten van alle schuldeisers die titularis zijn van schuldvorderingen in opschorting én
• de wijzigingen van de rechten t.g.v. de stemming en homologatie van het reorganisatieplan
120
120
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
• Uitvoeringstermijn max 5 jaar vanaf de homologatie (art. XX.76 WER)
• Maatregelen m.b.t. betalingen van schuldvordering in de opschorting (art. XX.72 WER)
• betalingstermijnen (uitstel van betaling)
• vermindering in / verzaking aan / herschikking van kapitaal, intresten, verhogingen, boeten en/of kosten
• omzetting van schuldvorderingen in aandelen
• gedifferentieerde regeling voor de op grond van omvang of aard gedefinieerde categorieën van schuldvorderingen
• prioritaire aanrekening van betalingen op de hoofdsom (i.p.v. op interesten)
• beperking van schuldvergelijking
121
121
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
• Bijzondere regels inzake schuldvermindering (art. XX.73 WER)
• Vermindering tot maximaal 20 % van de schuldvordering in hoofdsom
• Lagere percentages enkel “op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit”
• Openbare schuldeisers met algemeen voorrecht (fiscus, sociale zekerheid: niet minder gunstig dan de best behandelde gewone schuldeisers (tenzij strikte motivering)
• Aan bepaalde schuldvorderingen mag men niet raken (art. XX.73 WER)
• schulden uit arbeidsprestaties, met uitz. van fiscale en sociale bijdragen
• onderhoudsschulden
• schulden wegens herstel van door schuldenaar veroorzaakte schade t.g.v. overlijden of aantasting van lichamelijke integriteit van een persoon
• strafrechtelijke boeten
122
122
Stap 1b. Opstellen van het reorganisatieplan
• Ook opschorting mogelijk van de uitoefening van bestaande rechten van buitengewone schuldeisers (art. XX.74 WER)
• xxx. 24 maanden vanaf homologatievonnis
• buitengewone verlenging met max. 12 maanden (toezicht v/d rechtbank)
• Vrijwillige overdracht van geheel of deel activa/activiteiten (art. XX.75 WER)
123
123
Differentiatie moet redelijk verantwoord zijn !
• Xxxxxxxxxxxxxx Xxx, 00 januari 2012
• art. XX.72 WER laat gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvorderingen toe, maar dat betekent niet dat het toegelaten is dat het plan voorziet in verschillen in behandeling die niet redelijk zijn verantwoord.
• de rechtbank moet dus nagaan of voor de gedifferentieerde regeling een redelijke verantwoording bestaat. Indien dat niet het geval is, moet zij de homologatie van het reorganisatieplan in beginsel
weigeren
124
124
Stap 2a. Voorbereiding goedkeuringsvergadering
• De schuldenaar dient minstens 20 dagen voor de stemmingsvergadering de volgende stukken in Regsol neerleggen (art. XX.77, § 1 WER) :
• reorganisatieplan
• lijst van schuldeisers in de opschorting (aangepast – vermelding van nog lopende betwistingen)
• Xxxxxxxx bericht de schuldeisers in de opschorting (art. XX.77, § 2 WER)
• mogelijkheid om het plan te raadplegen in Regsol
• plaats, datum en uur van de stemmingsvergadering met vermelding van
• de mogelijkheid tot schriftelijke en mondelinge opmerkingen
• het feit dat enkel schuldeisers kunnen stemmen op wiens rechten het plan
invloed heeft
125
125
Stap 2b. De goedkeuringsvergadering
• Zitting op de rechtbank “achter gesloten deuren” (art. XX.78 WER)
• De rechtbank hoort het verslag gedelegeerd rechter, de schuldenaar en de schuldeisers
• Hoe kunnen schuldeisers deelnemen ?
• in persoon
• per geschreven, in Regsol neergelegde volmacht (2 dagen voor stemmingsvergadering neerleggen !!!)
• via een aangestelde advocaat (zonder bijzondere volmacht)
126
126
Stap 2b. De goedkeuringsvergadering
• De stemming (art. XX.78 WER)
• stemming met dubbele meerderheid:
• eenvoudige meerderheid van schuldeisers
• moeten bovendien de helft van alle in hoofdsom verschuldigde bedragen vertegenwoordigen
• volgens de neergelegde lijst van schuldeisers in de opschorting
• belangrijke opmerking
• met de schuldeisers die niet aan de stemming deelnamen en hun schuldvorderingen wordt geen rekening gehouden bij het berekenen van de meerderheden
127
127
Voorbeeld
• Gegevens
• schulden ad 100.000 € (hoofdsom)
• 11 schuldeisers
• 1 x 50.000 euro
• 10 x 5.000 euro
• Meerderheid (hypothese: allen zijn aanwezig op de stemming)
• 6 van de 11 schuldeisers moeten zich akkoord verklaren
• deze 6 schuldeisers moeten minstens schulden t.b.v. 50.000 € vertegenwoordigen
128
128
Voorbeeld
• Veronderstel
• slechts 3 schuldeisers aanwezig
• 2x 5.000€ zeggen “ja”
• 1x 5.000€ zegt “neen”
• meerderheden
• meerderheid van aanwezige schuldeisers, nl. 2 van de 3
• ook de helft van aanwezige schuldvorderingen, nl. 10.000 / 15.000 €
• Gevolg: reorganisatieplan is goedgekeurd en geldt voor IEDERE schuldeiser, ook voor de afwezige “grote schuldeiser” met 50.000 € !!!
129
129
Voorbeeld
• Veronderstel
• slechts 3 schuldeisers aanwezig
• 2x 5.000€ zeggen “neen”
• 1 x 50.000 € zegt “ja”
• meerderheden
• Geen meerderheid van aanwezige schuldeisers, nl. 2 van de 3
• wel de helft van aanwezige schuldvorderingen, nl. 50.000 / 60.000 €
• Gevolg: reorganisatieplan is niet goedgekeurd geldt voor niemand !!!
130
130
Stap 3 – Homologatie van het plan (art. XX.79
‐ 82 WER)
• Rechtbank dient het plan te homologeren
• zijn de pleegvormen nageleefd ?
• is de openbare orde niet geschonden ?
• Eventuele aanpassing van het plan mogelijk – nieuwe stemmingsvergadering
• Goedkeuring betekent einde van de reorganisatieprocedure – vonnis bekendgemaakt in BS
• Beroep mogelijk (maar dan wel voordien tussenkomen bij verzoekschrift)
31
1
131
Uitvoering van het reorganisatieplan
• Periode van maximaal 5 jaar vanaf de homologatie
• Toepassing
• het plan heeft alleen betrekking op de schuldeisers / schulden “in de opschorting”
• nieuwe schuldeisers / nieuwe schulden vallen “buiten de opschorting”
• de volledige uitvoering van het plan bevrijdt de schuldenaar geheel en definitief van alle schuldvorderingen in de opschorting die er in
voorkomen
32
1
132
Opgelet voor niet ingediende schuldvorderingen !!! (art. 82, derde lid)
• Schuldvorderingen die niet zijn opgenomen in het plan of niet zijn betwist, worden betaald NA volledige uitvoering van het plan, op de wijze die is bepaald voor schuldvorderingen van dezelfde aard
• Indien de schuldeiser niet behoorlijk werd ingelicht, wordt betaald op de wijze en in de mate dat het plan dit voorziet voor gelijkaardige vorderingen.
133
133
Intrekking van het reorganisatieplan (art. 83
e.v. WER)
• Wanneer ?
• niet stipt uitgevoerd (ook door het O.M.)
• schuldeiser toont aan dat hij door het reorganisatieplan zeker schade zal lijden
• Gevolgen van de intrekking
• alle afspraken gaan teniet
• uitgevoerde betalingen en verrichtingen blijven behouden (ook eventuele overdracht blijft bestaan)
134
134
Derde doelstelling: Overdracht onder gerechtelijk gezag
135
135
De structuur van de WCO
136
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Minnelijk (individueel) akkoord
of collectief akkoord
Overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag
BUITEN‐GERECHTELIJKE ACTIES
gegevensinzameling
Kamers voor handelsonderzoek
Bewarende maatregelen Minnelijk akkoord
136
Twee mogelijkheden van overdracht
• Vrijwillige gerechtelijke overdracht (tweede doelstelling)
• de onderneming vraagt en regelt zelf de overdracht (GRP II)
• Gedwongen gerechtelijke overdracht (art. XX.84 WER)
• OFWEL bij vonnis, met instemming van schuldenaar
• OFWEL bij vonnis, op dagvaarding van :
• de procureur des Konings
• een schuldeiser of
• eenieder die belang heeft om de gehele of een deel van de onderneming te verwerven (kandidaat‐overnemer)
• consultatie van personeel(vertegenwoordiging)
137
137
Procedure van gerechtelijke overdracht (1)
• De gedelegeerd rechter verstrekt advies aan rechtbank
• Rechtbank stelt gerechtsmandataris aan (art. XX.85 WER)
• belast met de organisatie en realisatie van de overdracht in naam en voor rekening van de schuldenaar
• Verloop van de overdrachtsprocedure door de gerechtsmandataris
(art. XX.87 WER)
• offertes inwinnen
• ontwerpen van verkoop opstellen
• machtiging tot verkoop vragen aan rechtbank
138
138
Procedure van gerechtelijke overdracht (2)
• Rechter oordeelt omtrent voorstellen tot verkoop (art. XX.89 en 90 WER)
• beoordelingscriteria
• de rechten van de schuldeisers
• het behoud van werkgelegenheid
• indien vergelijkbare offertes: voorkeur voor behoud van werkgelegenheid (gegarandeerd door sociaal akkoord)
139
139
Procedure van gerechtelijke overdracht (3)
• Realisatie van de overdracht (art. XX.85 WER)
• gerechtsmandataris
• verkoopt conform de goedgekeurde ontwerpen van verkoop
• int de prijs – rechten van de schuldeisers gaan over op de prijs
• verdeelt de opbrengst
• Regels inzake
• verkoop van onroerende goederen (art. XX.88, §§ 1 ‐ 3 WER)
• verkoop van roerende goederen/handelszaak (art. XX.88, §§ 4 WER)
140
140
Gevolgen van de gerechtelijke overdracht (4)
• Goederen worden “vrij en onbelast” overgedragen
• De rechten van de schuldeisers gaan over op de prijs (art. XX.92 WER)
• Afsluiting van de procedure van gerechtelijke reorganisatie
• tenzij er nog een andere procedure loopt voor het resterend deel van de onderneming (art. XX.95 WER)
141
141
Procedure van gerechtelijke overdracht (5)
• Bijzonderheden ter bescherming van de werknemers (art. XX.86 WER)
• Zie collectieve arbeidsovereenkomst Nationale Arbeidsraad (§§ 1 en 2)
• verkrijger beslist welke werknemers hij overneemt op basis van technische, economische en organisatorische redenen (geen selectieve overnames) (§ 3)
• mogelijkheid om arbeidsvoorwaarden te wijzigen om de werkgelegenheid te vrijwaren (cao)
• individuele arbeidsovereenkomst wijzigen onder strikte voorwaarden (§ 4)
• homologatie van sociaal akkoord door arbeidsrechtbank (§ 5 en 6)
142
142
Boekhoudkundige en fiscale aspecten van de WCO
143
143
Wetsbepalingen
• Boekhoudkundige aspecten
• Advies van Commissie voor Boekhoudkundige Normen
• Advies 2011/09 van 6 april 2011
• Fiscale aspecten
• Schuldeiser: art. 48 WIB/92
• Schuldenaar: art. 48/1 WIB/92
144
144
Fiscale aspecten voor de schuldenaar
• Art. 48/1, tweede lid WIB/92
• Tijdelijke vrijstelling van de “winst” die voortvloeit uit minderwaarden
• ten gevolge van de homologatie van een reorganisatieplan of
• ten gevolge van de vaststelling van een minnelijk akkoord.
artikel 27/1, KB/WIB 92
• Definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbare tijdperk tijdens hetwelk volledige uitvoering is gegeven aan
• het reorganisatieplan of
• het minnelijk akkoord.
145
145
Voorwaarden voor de vrijstelling art. 48/1 WIB
• de vrijgestelde winst is en blijft geboekt op een afzonderlijke passief rekening tot op de datum waarop het reorganisatieplan of het minnelijk akkoord volledig is uitgevoerd;
• de vrijgestelde winst dient niet tot grondslag voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het reorganisatieplan of het minnelijk akkoord volledig is uitgevoerd;
• de belastingplichtige overlegt een afschrift van het bekendgemaakte homologatievonnis;
• de belastingplichtige overlegt een document waaruit blijkt dat het reorganisatieplan of het minnelijk akkoord nog niet volledig is uitgevoerd en nog steeds wordt nageleefd bij het afsluiten van het desbetreffende belastbare tijdperk.
146
146
Fiscale aspecten voor de schuldeisers
• Wijziging art. 48, tweede lid WIB/92
Geven aanleiding tot een fiscale vrijstelling voor waardeverminderingen en voorzieningen, de schuldvorderingen op de medecontractanten waarvoor krachtens de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen door de rechtbank een reorganisatieplan is gehomologeerd of een minnelijk akkoord is vastgesteld, dit gedurende de belastbare tijdperken tot de volledige tenuitvoerlegging van het plan of van het minnelijk akkoord of tot het sluiten van de procedure.
147
147
Faillissement
148
148
Wetgeving – BOEK XX, Titel VI
I. Staking van betaling
II. Gevolgen van faillietverklaring
III. Beheer en vereffening van de boedel
1. Aanstelling en wettelijke taken van curatoren en van rechters‐ commissarissen
2. Ambtaanvaarding en opdracht voor curatoren en rechters‐commissarissen
3. Beheer van het faillissement
IV. Aangifte en verificatie van schuldvorderingen
V. Vereffening van het faillissement
VI. Kwijtschelding
149
149
Wetgeving – BOEK XX, Titel VI
VII. Schuldeisers en borgtochten
1. Medeschuldenaars, persoonlijke zekerheden en borgen
2. Pandhoudende schuldeisers bevoorrecht op roerend goed
3. Rechten van hypothecaire schuldeisers en van op onroerende goederen bevoorrechte schuldeisers
4. Gevolgen van het faillissement van de ene echtgenoot ten opzichte van de andere
VIII.Uitdeling aan de schuldeisers
IX. Verkoop van onroerende goederen van de gefailleerde
X. Terugvordering
150
150
Principes
• Waartoe strekt een faillissementsprocedure ?
• het vermogen van de schuldenaar onder het beheer van een curator te plaatsen teneinde hem toe te laten het te vereffenen en de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers
• Wanneer ?
• op duurzame wijze opgehouden te betalen
• krediet geschokt
• Hoe ?
• op eigen aangifte
• dagvaarding van een schuldeiser
• dagvaarding van O.M.
151
151
hoofdpersonages
• Insolventierechtbank
• Curator(en)
• Rechter‐commissaris
• toezicht houden op het beheer en op de vereffening van het faillissement
• de verrichtingen ervan bespoedigen, in het bijzonder de afwikkeling van de schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde;
• hij beveelt de dringende maatregelen die noodzakelijk zijn voor het beveiligen en het bewaren van de goederen van de boedel en
• hij zit de vergaderingen voor van de schuldeisers van de gefailleerde.
152
152
Laattijdig aangifte van het faillissement
• Toepassingsgebied
• De schuldenaar is verplicht, binnen een maand nadat hij heeft opgehouden te betalen, daarvan aangifte te doen ter griffie van de bevoegde rechtbank (art. XX.102, lid 1 WER)
• Gevolgen
• bestuurders die verzuimen aangifte te doen van faillissement (wrongful trading)
• interne aansprakelijkheid
• externe aansprakelijkheid
• strafrechtelijke aansprakelijkheid
153
153
Bijzondere aansprakelijkheden
154
154
Aansprakelijkheden in het vennootschapsrecht
• Aansprakelijkheid wegens het niet naleven WVV
• Art. 3:6, § 1, 6° WVV: motivatie voor behoud van waardering in continuïteit in welbepaalde gevallen
• Art. 3:153 WVV: niet‐naleving van de alarmbelprocedure
• Aansprakelijkheid wegens het niet naleven boek XX van het WER
• Art. XX.225 WER: wegens “kennelijk grove fout” die heeft bijgedragen tot het faillissement
• Art. XX.226 WER: voor RSZ‐schulden
• Art. XX.227 WER: wegens voorzetten van verlieslatende onderneming (wrongful trading)
155
155
Aansprakelijkheden wegens “kennelijk grove fout” die heeft bijgedragen tot het faillissement (1)
• Wie ?
• de huidige of gewezen bestuurders, zaakvoerders, dagelijks bestuurders, leden van een directieraad of van een raad van toezicht;
• alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de onderneming werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad.
• Wanneer ?
• er is een faillissement én de schulden overtreffen de baten
• er is kennelijk grove fout begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement
• Vermoeden van kennelijk grove fout: iedere vorm van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, in de zin van art. 5, § 3, Wet 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld.
• Aard van de aansprakelijkheid
• persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk;
• voor het geheel of een deel van de schulden ten belope van he
156
t tekort.
156
Aansprakelijkheden wegens “kennelijk grove fout” die heeft bijgedragen tot het faillissement (2)
• Uitsluiting
• indien over de 3 boekjaren voor faillissement (minder dan 3 jaar ‐ alle boekjaren): gemiddelde omzet < 620 000 euro, excl. B.T.W.
• balanstotaal van het laatste boekjaar < 370 000 euro
• Wie stelt vordering in ?
• de curator
• elke benadeelde schuldeiser
• curator aanmanen; indien geen reactie na één maand, zelf vordering instellen
• de benadeelde schuldeiser stelt curator in kennis van de vordering.
• de curator kan tussenkomen in de door de schuldeiser ingestelde procedure.
• de boedel vergoedt de schuldeiser voor de gemaakte uitgaven en kosten
• indien curator tussenkomt.
• indien curator niet tussenkomt en de vordering voordeel oplevert aan boedel
157
157
Aansprakelijkheid wegens wrongful trading (1)
• Wie ?
• idem als bij aansprakelijkheid wegens kennelijke grove fout
• Aard van de aansprakelijkheid
• idem als bij aansprakelijkheid wegens kennelijke grove fout
• Wanneer ?
• er is een faillissement én de schulden overtreffen de baten
• en er is voldaan aan de volgende voorwaarden
• de betrokken bestuurders etc. wisten of behoorden te weten dat er kennelijk geen redelijk vooruitzicht was om de onderneming of haar activiteiten te behouden en een faillissement te vermijden;
• de betrokken bestuurders etc. heeft niet gehandeld zoals een normaal voorzichtig en zorgvuldig bestuurder in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld.
158
158
Aansprakelijkheid wegens wrongful trading (1)
• Wie stelt vordering in ?
• Enkel de curator
• Uitsluiting
• Uitsluiting voor vzw’s, ivzw’s of stichtingen die een vereenvoudigde boekhouding voert
159
159
Aansprakelijkheid wegens niet‐betaling van RSZ, BV en BTW
• Automatische aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders
• Wetteksten
• RSZ: art. XX.226 WER
• Bedrijfsvoorheffing: art. 442quater WIB/92
• BTW: art. 93undecies C WBTW
160
160
Aansprakelijkheid wegens niet‐betaling RSZ (1)
• Wie ?
• de huidige of gewezen bestuurders, zaakvoerders, dagelijks bestuurders, leden van een directieraad of van een raad van toezicht;
• alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de onderneming werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad.
• Wanneer ?
• indien zij, in de loop van 5 jaar voorafgaand aan de faillietverklaring, in één van dezelfde hoedanigheden betrokken waren bij minstens 2 faillissementen of vereffeningen met onbetaalde sociale bijdragen
• Aard van de aansprakelijkheid
• persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk
• voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen (incl. verwijlinteresten
161
)
161
Aansprakelijkheid wegens niet‐betaling BV (1)
• Wie ?
• de bestuurder of bestuurders die belast zijn met de dagelijkse leiding van een vennootschap of van een rechtspersoon (VZW, IVZW en stichting)
• + de andere bestuurders wiens fout heeft bijgedragen tot de tekortkoming (ook feitelijke bestuurders, maar niet de gerechtelijke mandatarissen)
• Wanneer ?
• In geval van tekortkoming aan niet‐betaling van de bedrijfsvoorheffing
• Aard van de aansprakelijkheid
• hoofdelijk aansprakelijk
• indien de tekortkoming te wijten is aan een fout in de zin van art. 1382 B.W., bij het besturen van de vennootschap of de rechtspersoon.
162
162
Aansprakelijkheid wegens niet‐betaling BV (2)
• Vermoeden van fout bij herhaalde niet‐betaling van BV
• ofwel, voor een trimestriële schuldenaar: niet‐betaling van ten minste 2 vervallen schulden binnen een periode van 1 jaar;
• ofwel, voor een maandelijkse schuldenaar: niet‐betaling van ten minste 3 vervallen schulden binnen een periode van 1 jaar.
• Verval van vermoeden van fout
• indien de niet‐betaling het gevolg is van financiële moeilijkheden die aanleiding hebben gegeven tot het openen van de procedure van
gerechtelijke
ontbinding.
reorganisatie,
van faillissement of van gerechtelijke
• Enkel voor de betaling van de BV in hoofdsom en interesten
163
163
Aansprakelijkheid wegens niet‐betaling BV (3)
• Ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de rechtsvordering: voorafgaande kennisgeving per aangetekende brief (één maand) met verzoek
• de nodige maatregelen treffen om de tekortkoming te verhelpen of
• aantonen dat de tekortkoming niet het gevolg is van een door hen begane fout.
• Fiscus kan ondertussen wel bewarende maatregelen vorderen lastens het vermogen van de bestuurder of bestuurders (…)
• In geval van vordering ex XX.225 WER: bedrag dat aan de fiscale overheid toekomt wordt toegerekend op het bedrag gevorderd op grond van die vordering.
164
164
REGSOL
165
165
Wat ? Register (art. XX.15 t.e.m. XX.19 WER)
• Elektronisch register voor het neerleggen van akten, mededelingen en beslissingen in het kader van een insolventieprocedure
• Ingericht en beheerd door de OVB en OBFG
• “Beheerder” die moet waken over toepassing van privacyregels
• Raadpleging door de in art. XX.18 WER bedoelde personen
166
166
167
167
Xxxxxxxxxxxxxx 000
0000 XXXX
xxx.xxxxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx Tel. 09/000 00 00
GSM 0000 000 000
168
168