Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio Flevoland, Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek,
Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio Flevoland, Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek,
Rijkswaterstaat, Waterschap Zuiderzeeland en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
Partijen
1. het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland, handelend als bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de plaatsvervangend voorzitter, mevrouw A.T.B. Bijleveld-Schouten, hierna te noemen “de Veiligheidsregio”;
2. het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, handelend als bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer X.X. xxx xxx Xxx, hierna te noemen “de Veiligheidsregio”;
3. de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, de xxxx X. Xxxxxxxxxx, hierna te noemen “RWS-dienst”;
4. de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat dienst West-Nederland Noord, de xxxx X. Xxxxxxxxxx, hierna te noemen “RWS-dienst”;
5. het Waterschap Zuiderzeeland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf van het Waterschap, ir. H.C. Klavers, hierna te noemen “het Waterschap”;
6. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de waarnemend dijkgraaf van het Waterschap, xxxxxxx X. xxx Xxxxx-Xxxxxx, hierna te noemen “het Waterschap”;
De hier bovengenoemde publieke organisaties hierna gezamenlijk genoemd: “Partijen”.
Overwegende, dat
- Partijen, gezien hun verschillende elkaar rakende wettelijke taken en daarmee samenhangende belangen in geval van een ramp of crisis binnen hun onderscheiden geheel of gedeeltelijk samenvallende en/of rakende geografische beheersgebieden op regionaal niveau samenwerkingsafspraken op een aantal terreinen willen vastleggen;
- Een goed functionerend netwerk, daaronder wordt verstaan het (hoofd)watersysteem, (hoofd)wegennet, (hoofd)vaarwegennet (hierna genoemd: het netwerk of de netwerken), van vitaal belang is voor de maatschappelijke continuïteit;
- De RWS-dienst en het Waterschap verantwoordelijk is voor een vlotte en veilige doorstroming op de netwerken1, voldoende schoon water en droge voeten en dat de zorg voor adequate crisispreparatie, respons en nazorg hier een belangrijk deel van uitmaakt;
- De RWS-dienst en het Waterschap een eigenstandige wettelijke verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de volgende crisisbeheersingsprocessen op de netwerken:
o Nautisch verkeersmanagement
o Beheer Waterkwaliteit
o Beheer Waterkwantiteit en Waterkeringen
o Verkeersmanagement (hoofd)wegen;
- De RWS-dienst en het Waterschap in het wetgevingstraject van de Wet veiligheidsregio’s benoemd zijn tot crisispartner van de Veiligheidsregio2 en zij zich op grond van de Waterwet en de Wet aanvullende regels wegtunnels dienen voor te bereiden op (de inzet bij) calamiteiten op netwerken;
- De Veiligheidsregio verantwoordelijk is voor de coördinatie van de van de voorbereiding op de rampenbestrijding en de crisisbeheersing als genoemd in de Wet Veiligheidsregio’s;
- Afstemming en samenwerking tussen de Partijen van cruciaal belang zijn om te komen tot een adequate crisispreparatie, respons en nazorg in relatie tot weg, water en scheepvaart gerelateerde incidenten;
- Partijen het wenselijk achten om gezamenlijk afspraken te maken met betrekking tot de netwerkgerelateerde crises (op de netwerken en buiten de netwerken), zonder elkaars werkzaamheden, dan wel de wettelijke basis daarvoor, te willen beïnvloeden of over te nemen;
- De Partijen afspraken willen vastleggen met betrekking tot deze samenwerking in een convenant;
- De RWS-dienst Midden-Nederland namens RWS aanspreekpunt is voor het convenant, maar optreedt in afstemming en samenwerking met RWS West- Nederland Noord aangezien het werkgebied van het convenant beide regio’s treft;
- Dit convenant is opgesteld op basis van het landelijke modelconvenant. Dit is bedoeld om landelijke uniformiteit in de afspraken op regionaal niveau te bewerkstelligen in de regio’s en daarom kunnen wijzigingen in het modelconvenant alleen doorgevoerd worden na goedkeuring door de Directeur- Generaal Rijkswaterstaat /Dagelijks Bestuur van de Unie van waterschappen en het Dagelijks Bestuur van het Veiligheidsberaad.
1 Het gaat hier om de volgende drie netwerken: het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem.
2 Wet veiligheidsregio’s – Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 117, nr. 3, p.37
Komen Partijen overeen:
Algemeen
Artikel 1 Uitgangspunt
Wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden inzake risico- en crisisbeheersing op het gebied van de netwerken blijven ongewijzigd en worden door het convenant niet beïnvloed. Bestaande convenanten, afspraken en protocollen vervallen, tenzij er expliciet wordt aangegeven dat zij niet vervallen.
Artikel 2 Doelen
1. Partijen spreken met elkaar af dat zij zich zullen inspannen om de samenwerking zoveel mogelijk te optimaliseren.
2. Partijen vergroten de kennis van elkaars organisatie en processen en komen tot daadwerkelijke samenwerking inzake de risicobeheersing en (voorbereiding op de) crisisbeheersing.
3. Partijen streven ernaar om bij deze samenwerking zoveel mogelijk efficiency en optimalisatie te realiseren o.a. door gebruik te maken van elkaars expertise en door gezamenlijk te oefenen.
Artikel 3 Risicobeheersing
- Partijen werken mee aan het opstellen van het regionaal risicoprofiel van de Veiligheidsregio waarbij gelet op ieders taak wederzijds de risico’s zullen worden uitgewisseld.
- Partijen informeren elkaar actief over activiteiten en wijzigingen met betrekking tot risicobeheersing.
- Bij nieuw te ontwikkelen netwerkgerelateerde plannen met betrekking tot risicobeheersing betrekken Partijen elkaar bij de totstandkoming hiervan.
Artikel 4 Risicocommunicatie
- Partijen stemmen onderling de voorlichtings- en communicatiestrategie af.
- Partijen zijn verantwoordelijk voor de voorlichting en communicatie richting de netwerkgebruikers met betrekking tot risico’s, voorbereidende en preventieve maatregelen aangaande mogelijke netwerkgerelateerde calamiteiten binnen hun beheersgebied. De Veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de bevolking (burgers, bedrijven, instellingen) informatie wordt verschaft over de risico's, voorbereidende en preventieve maatregelen aangaande (dreigende) verstoring of uitval van de netwerken binnen de Veiligheidsregio.
- De RWS-dienst / het Waterschap levert inhoudelijke informatie ten behoeve van de risicocommunicatie door de Veiligheidsregio.
Artikel 5 Afstemming planvorming
- Bij nieuw te ontwikkelen netwerkgerelateerde plannen met betrekking tot crisisbeheersing, betrekken Partijen elkaar bij de totstandkoming hiervan.
- Partijen stimuleren gezamenlijke planvorming met betrekking tot water- en mobiliteitsgerelateerde scenario’s3.
- Partijen informeren elkaar actief over (wijzigingen in) al bestaande plannen met betrekking tot crisisbeheersing.
3 Hier wordt niet aan spoorgerelateerde scenario’s gerefereerd.
- Partijen borgen de afgeronde actiepunten (zie artikel 18) door deze te operationaliseren in de bedrijfsprocessen en in de crisisplannen van Partijen. Deze plannen worden periodiek geactualiseerd.
Artikel 6 Vertegenwoordiging regulier overleg
- Partijen maken afspraken over de vertegenwoordiging in elkaars reguliere overlegstructuren, in de preparatiefase (koude fase), op de verschillende organisatieniveaus.
Artikel 7 Opleiden en oefenen
- Partijen organiseren regelmatig oefeningen met elkaar op operationeel, tactisch en strategisch niveau en stemmen hun meerjarig opleidings-, trainings- en oefenbeleid, gericht op multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing en de planning hiervan, op elkaar af.
- Partijen maken voldoende capaciteit vrij voor het gezamenlijk ontwikkelen van oefenscenario’s, het voorbereiden, het uitvoeren en evalueren van oefeningen. Partijen spannen zich in om de verbeterpunten te implementeren.
Artikel 8 Werkwijze en informatievoorziening
- Partijen wisselen informatie uit en maken afspraken over inzet, capaciteit, bereikbaarheid en opkomsttijd.
- Partijen zijn op de hoogte van de verdeling van taken, (nood)bevoegdheden en verantwoordelijkheden4 van alle betrokken crisispartners ook ten tijde van een crisis en handelen hiernaar.
Melding en alarmering
Artikel 9 Communicatielijn via de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) van de Veiligheidsregio
- Partijen zorgen voor beschikbaarheid van actuele bereikbaarheidsgegevens en relevante calamiteiten/incidentbestrijdingsplannen en controleren deze gegevens minimaal één maal per jaar op juistheid.
- Alarmering van en naar Partijen vindt via de GMK plaats. De Partijen maken afspraken over de aard van meldingen en incidenten waarover zij elkaar dienen te informeren.
- Partijen maken met elkaar afspraken over hoe de alarmering vanuit de RWS-dienst / het Waterschap naar de betrokken gemeente(n) en de veiligheidsregio verloopt.
Crisiscommunicatie
Artikel 10 Crisiscommunicatie
- Partijen maken in de preparatiefase afspraken over crisiscommunicatie bij de netwerkgerelateerde incidenten. Uitvoering van crisiscommunicatie in het eerste uur van de crisis maakt hier onderdeel van uit.
- Zolang het openbaar bestuur nog niet betrokken is bij het incident draagt de RWS-dienst / het Waterschap zorg voor de communicatie.
- Bij een verstoring van de netwerken informeert de RWS-dienst / het Waterschap de betrokken netwerkgebruikers.
- Bij een netwerkgerelateerd incident vindt tussen Partijen afstemming plaats over (het voorbereiden van) de crisiscommunicatie. De
4 Zoals omschreven in de Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing.
Veiligheidsregio speelt hierbij een coördinerende rol richting de gemeente(n).
- In geval van (terreur)dreiging wordt voorlichting en communicatie afgestemd met de verantwoordelijke (landelijke) autoriteiten.
Artikel 11 Communicatiemiddelen
- Partijen maken afspraken over inzet, gebruik en procedures ten aanzien van noodcommunicatie.
- De RWS-dienst / het Waterschap is aangesloten op het noodcommunicatienet en daarmee bereikbaar op de vaste locaties.
- Partijen hebben daar waar zij gelieerd gebruiker zijn uniforme procedures vastgelegd over de inzet en gebruik van C20005 en oefenen daarmee regelmatig gezamenlijk.
Leiding en coördinatie
Artikel 12 Participatie crisisteams
- Partijen maken afspraken over deelname in crisisteams in geval van een netwerkgerelateerde crisis waarbij een Gemeentelijk / Regionaal Beleidsteam (GBT/RBT) wordt bijeengeroepen. De RWS-dienst / het Waterschap kan, als crisispartner van de Veiligheidsregio, uitgenodigd worden aan deze teams deel te nemen. Daarbij oefent de RWS-dienst / het Waterschap haar eigen bevoegdheden uit om de ramp of crisis en de gevolgen daarvan te bestrijden. Partijen maken afspraken over deelname aan operationele overlegstructuren, zoals het Regionaal Operationeel Team (ROT) en het Commando Plaats Incident (CoPI) en Actiecentrum Water en scheepvaart of Mobiliteit, ten tijde van een (dreigend) netwerkgerelateerd incident of crisis.
- De Veiligheidsregio zorgt, op de locatie waar de crisisruimten van de veiligheidsregio zijn gehuisvest, voor een adequate ondersteuning van de liaisons (inzake onder andere de werkplekken, connectiviteit, et cetera).
Artikel 13 Grensoverstijgend netwerkgerelateerd incident
In geval van een netwerkgerelateerd incident, waarbij meerdere
Veiligheidsregio’s en/of RWS-diensten en/of waterschappen betrokken zijn, zet de Veiligheidsregio in het brongebied zich in om voor RWS, en het/de waterschap(pen) één aanspreek- en coördinatiepunt te creëren vanuit de
verschillende Veiligheidsregio’s. Omgekeerd zal bij betrokkenheid van meerdere RWS-diensten / Waterschappen één RWS-dienst en/of één Waterschap coördinerend optreden, o.a. ten aanzien van de contacten/adviesvragen richting landelijke RWS-diensten / Waterschappen.
Op- en afschaling
Artikel 14 Opschalingsstrutuur
- De GRIP-structuur wordt als leidend opschalingsmodel gehanteerd bij multidisciplinaire samenwerking.
- Partijen zijn op de hoogte van elkaars opschalingsstructuur en de koppeling met de GRIP-structuur.
5 Het Ministerie Justitie en Veiligheid gaat over welke partijen aangesloten worden op C2000.
Informatiemanagement
Artikel 15 Netcentrisch werken
- Partijen streven naar werken volgens de netcentrische wijze van informatievoorziening. Dit houdt in dat alle Partijen op dezelfde tijd over relevante en eenduidige informatie (kunnen) beschikken.
- Partijen maken afspraken over toegang tot de netcentrische applicatie van de Veiligheidsregio voor de RWS-diensten / het Waterschap.
Operationele inzet
Artikel 16 Personele en materiële bijstand
Partijen geven zo veel als mogelijk gelet op de eigen kerntaak gevolg aan een verzoek om personele en/of materiële bijstand, met inachtneming van de daarvoor geldende bijstandsregelingen zoals de afspraken ten aanzien van Search and Rescue en maritieme hulpverlening tussen
Veiligheidsregio’s, Kustwacht en Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. De bijstand kan plaatsvinden binnen de mogelijkheden van de (resterende) personele en materiële capaciteit.
Uitwerking
Artikel 17 Evaluatie incidenten
Over het gezamenlijk evalueren van netwerkgerelateerde incidenten in opschalingsfase GRIP 1 en hoger worden door Partijen afspraken gemaakt.
Artikel 18 Uitwerkingsvoorstellen (actielijst)
- Ten behoeve van de meer concrete uitwerking van de afspraken in dit convenant zullen vertegenwoordigers van Partijen in overleg met elkaar binnen drie maanden na ondertekening van dit convenant een actielijst opstellen. Deze actielijst is een dynamisch document en wordt jaarlijks, daar waar nodig, geactualiseerd middels een gezamenlijk overleg tussen Partijen.
- De acties in de actielijst hebben betrekking op de samenwerkingsafspraken in dit convenant.
- Partijen maken afspraken over wie procesverantwoordelijk is voor de uitvoering van de actielijst.
- In het gebied van een Veiligheidsregio waar meerdere RWS-diensten / Waterschappen hun voorzieningsgebied hebben, coördineert één RWS- dienst / Waterschap de bijdrage aan het opstellen van één gezamenlijk convenant met de daaruit voortvloeiende actielijst door de veiligheidsregio.
- De Veiligheidsregio neemt het initiatief tot het opstellen van de actielijst.
- Als bijlage is een actielijst bijgevoegd. De indeling van de actielijst dient consistent te zijn met de indeling van het convenant.
Artikel 19 Ontwikkelingen
Partijen informeren elkaar over en weer over relevante ontwikkelingen die voor de samenwerking van belang kunnen zijn daarbij rekening houdend met de mogelijke vertrouwelijkheid van informatie.
Artikel 20 Beheer
Partijen komen tenminste jaarlijks bijeen om de voortgang van de genoemde onderwerpen en activiteiten te bespreken. Overleggen in verband met de uitvoering van de concrete actiepunten worden naar behoefte gepland.
Artikel 21 Kosten
Partijen dragen elk hun eigen kosten met betrekking tot de uitvoering van de afspraken uit dit samenwerkingsconvenant, tenzij anders wordt overeengekomen.
Artikel 22 Inwerkingtreding en looptijd
Dit samenwerkingsconvenant treedt in werking na ondertekening door alle in dit document genoemde Partijen en geldt voor onbepaalde tijd. Iedere vier jaar wordt de actualiteitswaarde van het convenant door de Partijen beoordeeld, of eerder indien verandering in wetgeving hiertoe aanleiding geeft.
Artikel 23 Wijziging of beëindiging
- Elke Partij kan deze samenwerkingsovereenkomst (te allen tijde), onverminderd de andere bepalingen over beëindiging, met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden schriftelijk opzeggen. Gedurende deze tijd zullen Partijen zich tot het uiterste inspannen om gezamenlijk tot een afwikkeling te komen die recht doet aan hun onderscheiden belangen.
- Indien één van de Partijen wijziging van deze samenwerkingsovereenkomst wenst, treden Partijen daarover in overleg binnen twee weken nadat één van de Partijen de wens tot wijziging schriftelijk aan de andere Partijen kenbaar heeft gemaakt. Indien dit overleg niet binnen een termijn van acht weken tot overeenstemming tussen Partijen leidt, kan elke Partij deze samenwerkingsovereenkomst schriftelijk opzeggen conform het voorgaande lid.
Artikel 24 Niet-afdwingbaarheid
Deze samenwerkingsovereenkomst is niet in rechte afdwingbaar.
Artikel 25 Citeertitel
Convenant inzake de samenwerking tussen Veiligheidsregio Flevoland, Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, Rijkswaterstaat, Waterschap Zuiderzeeland en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht met betrekking tot risico- en crisisbeheersing in de veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek.
Artikel 26 Publicatie
Partijen publiceren dit convenant conform de daarvoor geldende regelingen.
Ondertekening
Aldus overeengekomen en in vijfvoud getekend, te Hilversum op 5 oktober 2022.
Veiligheidsregio Flevoland A.T.B. Bijleveld-Schouten Plaatsvervangend voorzitter veiligheidsregio | Voor de minister van Infrastructuur en Waterstaat: Rijkswaterstaat Midden- Nederland X. Xxxxxxxxxx Hoofdingenieur-directeur | Waterschap Zuiderzeeland H.C. Klavers Dijkgraaf |
Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek G.M. van den Top Voorzitter veiligheidsregio | Voor de minister van Infrastructuur en Waterstaat: Rijkswaterstaat regio West-Nederland Noord X. Xxxxxxxxxx Hoofdingenieur-directeur | Waterschap Amstel, Gooi en Vecht X. xxx Xxxxx-Xxxxxx Waarnemend dijkgraaf |
Bijlagen
Bijlage: Actielijst 2022