Overeenkomst kano- en kajakvaart op de Kleine Nete
Overeenkomst kano- en kajakvaart op de Kleine Nete
1 Algemene bepalingen
1.1 Doel
De overeenkomst heeft tot doel duidelijke afspraken te maken over kano- en kajakvaart op de Kleine Nete, onbevaarbare waterloop van 1ste categorie in Vlaanderen om:
- Recreatief medegebruik mogelijk te maken op Kleine Nete rekening houdende met het beheer van de waterloop 1ste categorie en de ecologische waarde en EU-doelstellingen voor de waterloop en het omliggende valleigebied;
- De veiligheid te verhogen voor afvaarten van kano’s, kajaks en andere niet- gemotoriseerde vaartuigen zoals stand up paddles (SUP), vlotten,…;
- De verschillende verantwoordelijkheden aan te duiden.
De overeenkomst is niet van toepassing voor professionele afvaarten door medewerkers van de
VMM in het kader van de opruiming van zwerfvuil, rattenbestrijding, inspectie van waterlopen,…
1.2 Toepassingsgebied
De overeenkomst is van toepassing op de Kleine Nete, waterloop van 1e categorie vanaf de watermolen in Retie tot aan de watermolen van Grobbendonk. Dit is een traject van 25 kilometer. Het traject is ingedeeld in 5 zones (zie verder onder 2 Trajecten).
1.3 Vaartijdstip
Het is verboden te varen van een half uur na zonsondergang tot zonsopgang. Omwille van hoog- of laagwaterafvoer kan varen ook tijdelijk verboden zijn (zie 1.14.)
1.4 Vaartuigen
Afvaarten met gemotoriseerde vaartuigen zijn verboden.
De vaartuigen dienen geschikt (o.a. inzake wendbaarheid, doorvaarbreedte, stabiliteit) te zijn voor het traject dat bevaren wordt.
1.5 Specifieke aandachtzones in functie van de veiligheid
De waterloop is onderverdeeld in zones. Per zone is beschreven waar aandacht voor bijzondere veiligheidsaspecten vereist is. De verhuurders, organisatoren en vaarders dienen zich te informeren over alle gevaren die het varen op een onbevaarbare waterloop met zich meebrengt, en zich actief op de hoogte houden van de toestand van de waterloop en constructies.
1.6 Specifieke aandachtzones in functie van de ecologische doelstellingen
De Kleine Nete werd door de Vlaamse regering aangeduid als speerpuntgebieden (Kleine Nete I en Kleine Nete II) . In de speerpuntgebieden dient de goede toestand inzake waterkwaliteit (fysico- chemisch en biologische waterkwaliteit ) conform de stroomgebiedbeheerplannen gehaald te worden tegen 2021. Meerdere trajecten zijn ook gelegen in SBZ-H ‘BE2100026 ‘Vallei van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’ en in het Vlaams Ecologisch Netwerk.
In zones 1 en 5 wordt de waterloop doelbewust verruwd ten behoeve van de EU-doelstellingen inzake natuur, waterkwaliteitsdoelstellingen en waterbeheer. Om die reden worden omgevallen bomen slechts deels uit het water verwijderd. In alle zones kunnen bovendien onverwachts bomen in de waterloop terecht komen. Vaarders dienen over de nodige vaarcapaciteiten te beschikken op deze trajecten waar bomen in het water aanwezig zijn. Indien nodig mogen de vaarders lokaal de bedding verlaten om via de oever de omgevallen boom te passeren.
De VMM streeft er naar om hinderlijke bomen (al dan niet geheel of gedeeltelijk) binnen de week na de melding te verwijderen. Er mag geen vegetatie worden gewijzigd, inclusief (dode) omgevallen bomen. Dit is louter een bevoegdheid van VMM. Vaarders moeten ook maximaal voorkomen dat vegetatie beschadigd wordt bij het varen.
Op het hele traject kunnen slibbanken aanwezig zijn. De aanwezigheid van slibbanken is variabel en zijn inherent aan een natuurlijke waterloop. Vaarders mogen ter hoogte van slibbanken hun vaartuig niet verlaten gezien slibbanken niet geschikt zijn om een persoon te dragen. Vaarders moeten er ook maximaal voor zorgen dat vertroebeling van het water voorkomen wordt als gevolg van omwoeling van slib ten gevolge van het varen.
1.7 In- en uitstapplaatsen
Om de veiligheid van de kano- en kajakvaart te verhogen én om de negatieve impact van het in-en uitstappen te vermijden zijn specifieke in- en uitstapplaatsen aangeduid. Een lijst van deze locaties is in bijlage 1 toegevoegd. Bij een eventuele herziening van de overeenkomst, of bij gebrek aan een akkoord rond een nieuwe overeenkomst, kunnen bestaande, vergunde in- en uitstapplaatsen tijdelijk of definitief opgeheven worden.
Vaartuigen mogen enkel aan de in- en uitstapplaatsen te water gelaten worden of eruit gehaald worden en mogen enkel verlaten worden aan de voorziene in- en uitstapplaatsen. De bedding van de waterloop en oevers mogen niet betreden worden, tenzij dit nodig is om een boom in de waterloop te passeren en wanneer er zich een noodsituatie voor doet.
Alle in- en uitstapplaatsen dienen publiekelijk toegankelijk te zijn voor alle vaarders. Ook de privé- steigers (bvb. aanbouwsteiger te Rete, steigers ter hoogte van camping Houtum en Ark Van Noë,…) dienen publiekelijk toegankelijk te zijn.
Ter hoogte van de brug over de Kleine Nete te Heiken is er een natuurlijke zandbank aanwezig, die als stop- en rustplaats mag gebruikt worden.
1.8 Informatie
Het is belangrijk de kanovaarders goed te informeren over de mogelijkheden en eigenheden inzake kano- en kajakvaart op de Kleine Nete. Hiertoe worden volgende initiatieven genomen:
- Ter hoogte van de steigers worden infoborden voorzien door Xxxxx.Xxxxxxxxxx. Op deze borden wordt informatie gegeven over de vaarroute, gedragsregels bij afvaarten en de ecologische waarde van de Kleine Nete beschreven.
- Alle partners informeren de vaarders over de relevante zaken in de overeenkomst.
- De verhuurbedrijven informeren hun klanten actief via een toelichting voor vertrek en via hun website, folders….over de vaarroutes op de Kleine Nete met aanduiding van specifieke locaties en aandachtspunten voor de afvaarten en de ecologische waarde van de Kleine Nete en andere relevante info uit deze overeenkomst.
1.9 Zwerfvuil
Alle partners van de overeenkomst streven naar natuurlijke en propere waterlopen. De verspreiding van zwerfvuil wordt maximaal voorkomen. De verhuurinstanties en gemeenten zorgen voor de nodige sensibilisatie. Aan OVAM wordt voorgesteld om een strategie voor het voorkomen van zwerfvuil in nauw overleg met de betrokken partners uit te werken. De verhuurbedrijven verwijderen tijdens het vaarseizoen van april tot september permanent alle zwerfvuil in en onmiddellijk naast de start- en uitstapplaatsen én ondersteunen acties om zwerfvuil te verwijderen langs de volledige loop. VMM verwijdert eveneens op regelmatige tijdstippen jaarrond zwerfvuil uit de waterloop.
1.10 Algemene gedragsregels
Gezien de afvaarten plaatsvinden op natuurlijke waterlopen in de open ruimte, veelal in beschermde zones, is het belangrijk dat alle vaarders het nodige respect hebben voor dit natuurlijk kader. Alle partners ondersteunen volgende gedagsregels bij afvaarten:
• Respecteer de natuur en verstoor de planten en dieren op en rond het water niet
• Houd de oever schoon en laat geen zwerfvuil achter
• Bewaar de stilte en rust
• Ga alleen te water via de steigers en op de aangeduide in- en uitstapplaatsen
• Informeer op voorhand waar en wanneer je mag varen
• Gelieve niet te varen bij een te hoge of te lage waterstand
• Respecteer andere watersporters en gebruikers
• Draag steeds een zwemvest en pas je kledij aan, zowel aan de watertemperatuur als aan de buitentemperatuur
• Vaar bij voorkeur met anderen, in geval van problemen kan iemand je allicht helpen
De verhuurders geven vooraf duidelijke info aan de klanten over de afvaart (onder meer specifieke aandachtspunten over veiligheid en natuurwaarden langs het traject) en de algemene gedragsregels.
1.11 Wijzigingen aan de waterloop
De verhuurders, clubs en vaarders mogen geen wijzigingen aanbrengen aan de bedding van de waterloop en/of oevers en steigers zonder hiervoor voorafgaandelijk de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming te hebben verkregen van de VMM (beheerder van de waterloop en de eigenaar van de bedding, het talud en de dijken).
1.12 Schade
De verhuurbedrijven en clubs zullen erop toezien dat de aanwezige infrastructuur, de bedding en oever niet beschadigd of vernield worden. Problemen worden gemeld aan de VMM.
1.13 Vaarverbod omwille van hoog- en laagwaterafvoer
Omwille van de veiligheid is het verboden te varen wanneer de waterstand in Retie, Herentals of Grobbendonk het waak- of drempelpeil bereikt heeft. De gemeten en voorspelde waterpeilen kunnen worden geraadpleegd op xxx.xxxxxxxxx.xx en xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx.
Ook bij te lage waterstanden is er een vaarverbod ter bescherming van het leven verbonden met de rivierbodem (viseieren, waterplanten, macro-invertebraten…). Een minimale waterdiepte van 50 cm is nodig om schade te vermijden.
De toegelaten peilen waarbij gevaren mag worden op de Kleine Nete welke zullen door middel van een peillat wordt aangegeven aan de instapplaatsen en via de website xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx. Indien de waterstand niet geschikt is voor afvaarten mag niet gevaren worden. Verhuurders hebben de verantwoordelijkheid om voorafgaand de voorspelde waterstanden op te zoeken. Wanneer het waakpeil op één van beide meetpunten bereikt is, mogen geen afvaarten meer georganiseerd of aangevat worden.
Indien het water het waakpeil op één van de meetlocaties overschrijdt, zonder dat dit voorspeld werd, dienen afvaarten te worden gestaakt en dient de waterloop te worden verlaten.
1.14 Vaarverbod omwille van werken aan en nabij de Kleine Nete
Als waterloopbeheerder dient de VMM afdeling Operationeel Waterbeheer steeds de mogelijkheid te hebben om inrichtings- en onderhoudswerken uit te voeren. Deze werken kunnen dringend zijn. Werken kunnen onveilige situaties voor afvaarten inhouden. Tijdens de uitvoering van dergelijke werken kan een vaarverbod opgelegd worden. In principe kunnen werken over de volledige lengte van de waterloop plaatsvinden, al kunnen op volgende plaatsen het frequents onderhoudswerken verwacht worden:
- Ter hoogte van de stuwen en vistrappen
- Op het traject tussen de samenvloeiing met de Wamp en Bobbejaanland De VMM informeert alle verhuurders tijdig:
- De planning van de periodieke onderhoudsbeurten aan de stuwen wordt jaarlijks opgemaakt en meegedeeld aan de verhuurders;
- De kruidmaaiingen worden uitgevoerd in functie van het voorkomen van teveel kruidgroei. VMM streeft er naar om verhuurders minimaal een week vooraf te informeren;
- Slibruimingen vergen een langere voorbereidingstijd (analyse kwaliteit en kwantiteit) en worden in de winterperiode uitgevoerd.
Tijdens de onderhoudswerken aan de stuwen zal er steeds een vaarverbod van kracht zijn.
Daarnaast zijn voor meerdere trajecten de komende jaren nog werken gepland in functie van de realisatie van de doelstellingen van het integraal waterbeleid.
De VMM zal met de aannemers, in de mate van het mogelijke, afspraken maken om de afvaarten minimaal te hinderen.
Indien door andere partijen werken worden gepland, kan een tijdelijk vaarverbod opgelegd worden. Dit kan zijn wanneer bijvoorbeeld bruggen worden hersteld, onderboringen (riolering, gas,…) uitgevoerd worden of bomen worden geveld. VMM is niet verantwoordelijk voor werken die door derden worden uitgevoerd.
VMM engageert zich om bij werken de verhuurders en clubs te informeren via mail. Verhuurders en clubs die deze aankondigingen willen ontvangen kunnen dat vragen door een mail te sturen aan de VMM.
1.16 Aansprakelijkheid
Kano- en kajakvaart op onbevaarbare waterlopen is een nevenfunctie. Onbevaarbare waterlopen van eerste categorie zijn niet ingericht om te worden bevaren en de VMM is dan ook niet gehouden om het beheer af te stemmen op de kano-of kajakvaart.
De verhuurders van kano-en kajaks en clubs moeten voldoen aan de wetgeving van KB dd. 25/04/2004 houdende reglementering van de organisatie van actieve ontspanningsevenementen en vrijwaren de VMM volledig in geval van aansprakelijkheidsgedingen voor ongevallen van recreanten opgelopen in het kader van de toegang tot of het gebruik van de vaarroute en/of de in- en uitstapplaatsen.
Verhuurders en clubs dienen verzekerd te zijn voor de activiteiten die ze organiseren, rekening
houdende met de specifieke risico’s die de Kleine Nete kan inhouden.
Individuele vaarders zijn zelf aansprakelijk voor hun eigen daden.
De verhuurders en clubs dragen de verantwoordelijkheid de waterloop voldoende te kennen om veilig te kunnen varen, en daarvoor de nodige voorafgaande en periodieke inspecties van het traject uit te voeren. In geval van problemen die de afvaart onmogelijk maken dienen de verhuurders en clubs de afvaarten te staken tot de waterloop opnieuw veilig bevaarbaar is. De VMM is niet gehouden ingrepen uit te voeren uitsluitend ten behoeve van de bevaarbaarheid van de waterloop. Evenmin draagt de VMM aansprakelijkheid aangaande het niet bevaarbaar zijn van de waterloop.
Xxxxxxxxx engageert de VMM zich om rekening houdend met de hoofdfuncties van de waterloop en met de principes en afspraken van deze overeenkomst, de nodige inspanningen te doen om de bevaarbaarheid mogelijk te houden.
Voor toepassing van deze overeenkomst is de Kleine Nete onderverdeeld in 5 zones.
1. Vanaf de watermolen van Retie tot aan de stuw van Kasterlee
2. Vanaf de stuw van Kasterlee tot aan de Ark van Noë
3. Vanaf de Ark van Noë tot aan Bobbejaanland
4. Vanaf Bobbejaanland tot aan de stuw van Herentals (Spaans Hof)
5. Vanaf stuw Herentals tot aan de watermolen van Grobbendonk
2.1 Zone 1: Tussen de watermolen van Retie tot aan de stuw van Kasterlee
Dit deel van de Kleine Nete heeft een hoge natuurwaarde en is aangeduid als natuurgebied, VEN- gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk) en EU-Habitatrichtlijngebied. Voldoende rust is belangrijk om de waardevolle natuur in dit gebied te beschermen. De waterloop is er zeer waardevol en veelal ondiep. Het is belangrijk dat schade aan vegetatie en omwoeling van het slib maximaal voorkomen wordt.
Er mag gevaren worden mits volgende voorwaarden:
- De algemene bepalingen zijn van toepassing op dit traject.
- Het opwaartse traject tussen Retie en de monding van de Wamp is het peil in periodes van droogte soms te laag. Indien de waterstand in Retie lager is dan 50 cm, kan er niet gevaren worden. Dit zal aangegeven worden aan een peilschaal aan de instapplaats .
- Ter hoogte van de stuw in Kasterlee mag niet voorbij de molenarm gevaren worden om uit de zone van de stuw te blijven waar stroomversnelling optreedt (gevaar).
- Op de molenarm zelf mag niet verder gevaren worden dan de steiger.
- Over de vistrap mag niet gevaren worden.
Aandachtspunten in Zone 1
- Op een deel van dit traject, tussen de samenvloeiing met de Wamp en de stuw in Kasterlee, kunnen in de zomerperiode maaiwerken uitgevoerd worden. Meestal wordt dit uitgevoerd door middel van een maaiboot. Het maaisel wordt opgevangen door de waterloop over de volledige breedte te versperren. Het kruid wordt door een kraan verwijderd uit de waterloop en op de oever gedeponeerd. De VMM zal de partners van de overeenkomst verwittigen wanneer deze werken zullen uitgevoerd worden, de partners zullen de vaarders verwittigen over de mogelijke risico’s in de buurt van de maaiboot, de versperring en de kraan.
- In deze zone wordt de waterloop doelbewust verruwd ten behoeve van de doelstellingen inzake natuur, waterkwaliteitsdoelstellingen en waterbeheer. Om die reden worden omgevallen bomen slechts deels uit het water verwijderd.
- Meermaals per jaar zijn onderhoudsbeurten noodzakelijk aan de stuw in Kasterlee. Hierdoor zijn plotse dalingen van de waterstand en verhoging van de stroomsnelheid mogelijk. Om elk risico uit te sluiten geldt er op die dagen een volledig vaarverbod. De VMM zal de concrete data van deze onderhoudsbeurten aan het begin van elk jaar melden aan de partners de overeenkomst.
2.2 Zone 2: Tussen de stuw van Kasterlee en de Ark van Noë
Er mag gevaren worden mits volgende voorwaarden:
- De algemene bepalingen zijn van toepassing op dit traject.
Aandachtspunten in Zone 2
- Op een deel van dit traject, tussen de stuw in Kasterlee en de Ark van Noë, kunnen in de zomerperiode maaiwerken uitgevoerd worden. Meestal wordt dit uitgevoerd door middel van een maaiboot. Het maaisel wordt opgevangen door de waterloop over de volledige breedte te versperren. Het kruid wordt door een kraan verwijderd uit de waterloop en op de oever gedeponeerd. De VMM zal de partners verwittigen wanneer deze werken zullen uitgevoerd worden, de partners zullen op hun beurt de vaarders verwittigen over de mogelijke risico’s in de buurt van de maaiboot, de versperring en de kraan.
2.3 Zone 3: Tussen de Ark van Noë en Bobbejaanland
Er mag gevaren worden mits volgende voorwaarden:
- De algemene bepalingen zijn van toepassing op dit traject.
Aandachtspunten in Zone 3
- Op een deel van dit traject, tussen de Ark van Noë en Bobbejaanland, kunnen in de zomerperiode maaiwerken uitgevoerd worden. Meestal wordt dit uitgevoerd door middel van een maaiboot. Het maaisel wordt opgevangen door de waterloop over de volledige breedte te versperren. Het kruid wordt door een kraan verwijderd uit de waterloop en op de oever gedeponeerd. De VMM zal de partners verwittigen wanneer deze werken zullen uitgevoerd worden, de partners zullen op hun beurt de vaarders verwittigen over de mogelijke risico’s in de buurt van de maaiboot, de versperring en de kraan.
2.4 Zone 4: Tussen Bobbejaanland en de stuw van Herentals (Spaans Hof)
Dit deel van de Kleine Nete is aangeduid als VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk) en EU- habitatrichtlijngebied. De Kleine Nete stroomt hier langs het Vlaams natuurreservaat het Olens Broek. Voldoende rust is belangrijk om de waardevolle natuur in dit gebied te beschermen.
Er mag gevaren worden mits volgende voorwaarden:
- De algemene bepalingen zijn van toepassing op dit traject.
Aandachtspunten in Zone 4
- Meermaals per jaar zijn onderhoudsbeurten noodzakelijk aan de stuw in Herentals. Hierdoor zijn plotse dalingen van de waterstand en verhoging van de stroomsnelheid mogelijk. Om elk risico uit te sluiten geldt er op die dagen een volledig vaarverbod. De VMM zal de concrete data van deze onderhoudsbeurten aan het begin van elk jaar melden aan de partners.
- Ter hoogte van de stuw in Herentals mag niet voorbij de aanlegsteiger stroomopwaarts van de stuw gevaren worden om uit de zone van de stuw te blijven waar een stroomversnelling optreedt (gevaar).
- Over de vistrap mag niet gevaren worden.
2.5 Zone 5: Tussen de stuw van Herentals en de watermolen in Grobbendonk.
Dit deel van de Kleine Nete is aangeduid als EU-habitatrichtlijngebied. Voldoende rust is belangrijk om de waardevolle natuur in dit gebied te beschermen
Er mag gevaren worden mits volgende voorwaarden:
- De algemene bepalingen zijn van toepassing op dit traject.
- Ter hoogte van de stuw in Grobbendonk mag niet voorbij de aanlegsteiger stroomopwaarts van de stuw gevaren worden om uit de zone van de stuw te blijven waar stroomversnelling optreedt (gevaar).
Aandachtspunten in Zone 5
- Meermaals per jaar zijn onderhoudsbeurten noodzakelijk aan de stuw in Grobbendonk.
Hierdoor zijn plotse dalingen van de waterstand en verhoging van de stroomsnelheid mogelijk. Om elk risico uit te sluiten geldt er op die dagen een volledig vaarverbod. De VMM zal de concrete data van deze onderhoudsbeurten aan het begin van elk jaar melden aan de partners.
- In deze zone wordt de waterloop doelbewust verruwd ten behoeve van de doelstellingen inzake natuur, waterkwaliteitsdoelstellingen en waterbeheer. Om die reden worden omgevallen bomen slechts deels uit het water verwijderd.
- Over de vistrap mag niet gevaren worden.
3.1 monitoring
In het kader van de periodieke evaluatie van de overeenkomst en omwille van de onzekerheden met betrekking tot impact van kanovaart op de ecologische doestellingen is monitoring noodzakelijk, minstens bestaande uit :
- Monitoringsplan ifv omgevallen bomen. VMM stelt voor de verruwing in kaart te brengen door jaarlijks over het hele traject van de Kleine Nete omgevallen bomen te documenteren (tellen) en dit op kaart visueel weergeven.
- Monitoring ifv habitattype 3260. In het kader van het meetnet macrofyten dat wordt beheerd door VMM, zal de evolutie van het habitattype 3260 worden opgevolgd op de Kleine Nete. Specifiek zal opgevolgd worden of de vaarbeperking bij en waterstand kleiner dan 50 cm voldoende is.
- Monitoring beverpopulatie op basis van (sporen)waarnemingen door de VMM.
- Registratie van effectieve aantallen en frequentie vaarders op de rivier bij voorkeur met tijdstip van passage. De mogelijkheden voor de plaatsing van een betrouwbaar automatisch tel- of registratiesysteem wordt onderzocht. Minimaal wordt 1 of meerdere controlemomenten langsheen het tracé met vaste telposten (in periode half mei – eind juni, juli-augustus en begin september) uitgevoerd.
- Registratie van eventuele klachten en overtreding van gedragsregels van overeenkomst : fiche/meldpunt ter beschikking stellen van organisatoren, water- en natuurbeheerders. In
functie van de standaardisering van meldingen en mogelijke opname in een klachten / meldingen databank dient een standaardformulier te worden opgemaakt.
- Alle verzamelde gegevens uit de monitoring moeten voor alle partners vlot raadpleegbaar zijn.
- Er zal voor de verschillende te monitoren parameters een nulmeting (referentie) uitgewerkt worden
3.2 Duur van de overeenkomst en evaluatie
De overeenkomst zal jaarlijks geëvalueerd worden. Elke partner kan steeds een evaluatie van de overeenkomst vragen.
De overeenkomst zal herzien worden in de volgende gevallen :
1° een partner op basis van evaluatie een bijsturing vraagt; 2° er inbreuken worden vastgesteld;
3° de afspraken vermeld in de overeenkomst niet worden nageleefd;
4° er maatregelen dienen genomen te worden om de verslechtering van de natuurkwaliteit en het natuurlijk milieu van de habitats van bijlage I van het natuurdecreet en van de habitats van de soorten vermeld in de bijlagen II, III en IV van het natuurdecreet evenals de niet in bijlage IV van het natuurdecreet genoemde en op het grondgebied van het Vlaamse Gewest geregeld voorkomende soorten trekvogels in een speciale beschermingszone te vermijden;
5° er maatregelen dienen genomen te worden om elke betekenisvolle verstoring van een soort vermeld in de bijlagen II, III of IV van het natuurdecreet evenals de niet in bijlage IV van het natuurdecreet genoemde en op het grondgebied van het Vlaamse Gewest geregeld voorkomende soorten trekvogels in een speciale beschermingszone te vermijden.
6e er maatregelen dienen genomen te worden om de goede toestand inzake waterkwaliteit conform de EU Kaderrichtlijn te halen tegen 2021
3.3 Verantwoordelijken
De verantwoordelijkheid voor het naleven van die overeenkomst ligt bij alle ondertekenaars en hun vertegenwoordigers. Problemen worden onmiddellijk gemeld aan de VMM, afdeling Operationeel Waterbeheer.
3.4 Ondertekening
De ondertekenden verklaren zich akkoord met de overeenkomst “Kano- en kajakvaart op de Kleine
Nete”.
Xxxxx | Xxxxxxxxx |
Geel | Olen |
Herentals | Grobbendonk |
VKKF | Provincie Antwerpen TPA |
Natuurpunt | Agentschap voor Natuur en Bos |
Agentschap Sport Vlaanderen | Vlaamse Milieumaatschappij |
Bijlagen
- Lijst van de in- en uitstapplaatsen
- Kaart van de route
- Natuurtoets