S T A T U T E N
S T A T U T E N
van:
Koninklijke Ahold Delhaize N.V. statutair gevestigd in Zaandam
Laatstelijk gewijzigd bij akte van statutenwijziging van 23 juli 2016, in werking getreden op 24 juli 2016
(inclusief wijziging maatschappelijk kapitaal d.d. 9 augustus 2017 overeenkomstig artikel 4.4 van de statuten)
Naam; zetel. Artikel 1.
1.1. De vennootschap draagt de naam: Koninklijke Xxxxx Xxxxxxxx N.V.
1.2. De vennootschap is gevestigd te Zaandam (gemeente Zaanstad), doch zal ook elders kantoor kunnen houden.
Doel. Artikel 2.
De vennootschap heeft ten doel het oprichten en mede-oprichten van, deelnemen in, financieren met inbegrip van het geven van garanties en het stellen van borgtochten ten behoeve van derden tot zekerheid voor verplichtingen van vennootschappen en ondernemingen, waarmede de vennootschap in een groep is verbonden, danwel waarin de vennootschap een deelneming bezit of waarmede de vennootschap op andere wijze samenwerkt, het voeren van het bestuur over- en zelf exploiteren van ondernemingen in de groot- en detailhandel in gebruiks- en verbruiksartikelen, van ondernemingen die zodanige artikelen fabriceren, alsmede van restaurants en van ondernemingen die van dienstverlening hun bedrijf maken, met al hetgeen daartoe in de ruimste zin behoort of daartoe bevorderlijk kan zijn, alsmede het oprichten van-, deelnemen in-, voeren van bestuur over en het eventueel zelf exploiteren van ondernemingen van andere aard.
Duur. Artikel 3.
De vennootschap is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Kapitaal.
Artikel 4.
4.1. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt vijfenveertig miljoen euro (EUR 45.000.000,--) verdeeld in:
a. twee miljard tweehonderdvijftig miljoen (2.250.000.000) cumulatief preferente aandelen van één eurocent (EUR 0,01) elk;
b. driehonderdzesentwintig miljoen vierhonderdvierentachtigduizend éénhonderddrieënzeventig (326.484.173) cumulatief preferente financieringsaandelen van één eurocent (EUR 0,01) elk, die converteerbaar zijn in gewone aandelen, onderverdeeld in:
- één (1) serie genummerd FP1 van vierentwintig miljoen (24.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP2 van dertig miljoen (30.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP3 van vierhonderdvierentachtigduizend éénhonderddrieënzeventig (484.173) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP4 van vier miljoen vijfhonderdduizend (4.500.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP5(A) van zes miljoen (6.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP5(B) van zeven miljoen vijfhonderdduizend (7.500.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP6 van negen miljoen (9.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP7 van vierentwintig miljoen negenhonderdduizend (24.900.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP8 van drie miljoen éénhonderdtachtigduizend (3.180.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP9 van één miljoen negenhonderdvijftigduizend (1.950.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP10 van negenhonderdzestigduizend (960.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP11 van vier miljoen vijftigduizend (4.050.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP12 van negenhonderdzestigduizend (960.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP13 van zes miljoen (6.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP14 van vier miljoen negenhonderdtachtigduizend (4.980.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP15(A) van één miljoen (1.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP15(B) van drie miljoen (3.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP16 van zes miljoen (6.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP17 van zeshonderdzesendertigduizend (636.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP18 van éénhonderdtweeënnegentigduizend (192.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP19 van twee miljoen (2.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP20 van éénhonderdtweeënnegentigduizend (192.000) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP21 van zes miljoen vierhonderdvierentachtigduizend achthonderdzevenennegentig (6.484.897) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP22 van vijftien miljoen achthonderdachtenzestigduizend eenenveertig (15.868.041) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP23 van zes miljoen zevenhonderdachtduizend zeshonderdeenenzeventig (6.708.671) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP24 van vier miljoen tweehonderdtwintigduizend éénhonderdvier (4.220.104) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP25 van drie miljoen tweehonderdachtenzestigduizend negenenzestig (3.268.069) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP26 van achthonderdachtentwintigduizend vierhonderdtweeënzestig (828.462) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP27 van vierenzestigduizend achthonderdeenenzeventig (64.871) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP28 van negenenzeventigduizend tweehonderdvijfentwintig (79.225) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP29 van zestigduizend zevenhonderddrieënzestig (60.763) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP30 van vijfhonderddertienduizend achthonderdvijfenzestig (513.865) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP31(B) van zeven miljoen negenhonderdvierendertigduizend eenentwintig (7.934.021) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP32 van eenenvijftig miljoen achthonderdachtenzestigduizend eenenveertig (51.868.041) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- één (1) serie genummerd FP33 van éénhonderdduizend negenhonderdzeventig (100.970) cumulatief preferente financieringsaandelen;
- zevenentachtig (87) series genummerd FP57 tot en met FP143 van elk één miljoen (1.000.000) cumulatief preferente financieringsaandelen; en
c. een miljard negenhonderddrieëntwintig miljoen vijfhonderdvijftienduizend achthonderdzevenentwintig (1.923.515.827) gewone aandelen van één eurocent (EUR 0,01) elk.
4.2. Waar in deze statuten gesproken wordt van aandelen onderscheidenlijk aandeelhouders worden daaronder zowel de cumulatief preferente aandelen, de cumulatief preferente financieringsaandelen (de laatste hierna te noemen: "financieringspreferente aandelen") als de gewone aandelen onderscheidenlijk de houders van die aandelen verstaan, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt.
De series financieringspreferente aandelen vormen per serie één afzonderlijke soort aandelen.
4.3. Financieringspreferente aandelen kunnen worden geconverteerd in gewone aandelen op verzoek van een of meer houders van financieringspreferente aandelen en krachtens een besluit hiertoe genomen door de raad van bestuur, inhoudende de voorwaarden van de conversie. De door de raad van bestuur vast te stellen voorwaarden behoeven de goedkeuring van de algemene vergadering en van de vergadering van houders van financieringspreferente aandelen. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een wijziging van de conversievoorwaarden.
4.4. Steeds wanneer een aandeel van een afzonderlijke soort wordt geconverteerd in een gewoon aandeel met inachtneming van het bepaalde in deze statuten, wordt het aantal aandelen van die soort dat is begrepen in het maatschappelijk kapitaal met dat aantal geconverteerde aandelen verminderd en wordt tegelijkertijd het aantal gewone aandelen waarin zodanige aandelen zijn geconverteerd met dat aantal aandelen vermeerderd.
4.5. Van een wijziging van het aantal aandelen van een bepaalde soort dat is begrepen in het maatschappelijk kapitaal wordt binnen acht dagen na de wijziging opgave gedaan bij het handelsregister.
Uitgifte van aandelen. Artikel 5.
5.1. Aandelen worden uitgegeven ingevolge een op voorstel van de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen genomen besluit van de algemene vergadering, of ingevolge een besluit van de raad van bestuur, met goedkeuring van de raad van commissarissen, indien de raad van bestuur daartoe bij besluit van de algemene vergadering voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf jaren is aangewezen. Bij de aanwijzing moet worden bepaald hoeveel aandelen van welke soort mogen worden uitgegeven. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald kan zij niet worden ingetrokken.
5.2. De algemene vergadering, of de raad van bestuur, indien deze is aangewezen, stelt de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte vast bij het besluit tot uitgifte, waaronder mede begrepen aan welke agioreserve gestorte bedragen worden toegevoegd die de nominale waarde van de te plaatsen aandelen overstijgen. De koers van uitgifte mag, behoudens het bepaalde bij artikel 80 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, niet beneden pari zijn.
5.3. Gewone aandelen en financieringspreferente aandelen worden slechts uitgegeven tegen volstorting van het bedrag, waarvoor die aandelen worden geplaatst, zulks met
inachtneming van het bepaalde in artikelen 80a en 80b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Bij uitgifte van cumulatief preferente aandelen kan worden bedongen dat een deel, ten hoogste drie vierden, van het nominale bedrag eerst behoeft te worden gestort nadat de vennootschap het zal hebben opgevraagd.
5.4. Voor de geldigheid van het besluit van de algemene vergadering tot uitgifte of tot aanwijzing is voorts vereist een voorafgaand of gelijktijdig goedkeurend besluit van elke groep houders van aandelen van een zelfde soort aan wier rechten de uitgifte afbreuk doet.
5.5. De vorige leden van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, maar zijn niet van toepassing op het uitgeven van aandelen aan iemand die een voordien reeds verkregen recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
5.6. De raad van bestuur is zonder voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, doch slechts met goedkeuring van de raad van commissarissen, bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen als bedoeld in artikel 94 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
5.7. Indien bij uitgifte van aandelen bekend is gemaakt welk bedrag zal worden uitgegeven en slechts een lager bedrag kan worden geplaatst, wordt dit laatste bedrag slechts geplaatst indien de voorwaarden van uitgifte dat uitdrukkelijk bepalen.
5.8. De vennootschap en haar dochtermaatschappijen mogen niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in haar kapitaal of van certificaten daarvan, leningen verstrekken, zekerheid stellen, een koersgarantie geven, zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden, tenzij de aandelen worden verkregen door of voor rekening van werknemers in dienst bij de vennootschap of van een groepsmaatschappij en dergelijke aandelen zijn opgenomen in de prijscourant van een beurs.
5.9. Indien financieringspreferente aandelen worden uitgegeven, zal de vennootschap, indien nodig, zodanige voorzieningen of maatregelen treffen dat het stemrecht op de financieringspreferente aandelen is gebaseerd op de reële waarde van de kapitaalinbreng ten opzichte van de beurskoers van de gewone aandelen.
Voorkeursrecht bij uitgifte van aandelen. Artikel 6.
6.1. Aandeelhouders hebben bij uitgifte van niet geplaatste aandelen als hiervoor in artikel 5 bedoeld een recht van voorkeur naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van hun gewone aandelen, met dien verstande dat dit recht van voorkeur toepassing mist ten aanzien van:
a. uitgifte van aandelen aan werknemers der vennootschap of van een groepsmaatschappij;
b. aandelen, welke worden uitgegeven tegen inbreng anders dan in geld;
c. cumulatief preferente aandelen;
d. financieringspreferente aandelen;
e. houders van cumulatief preferente aandelen bij de uitgifte van gewone aandelen;
f. houders van financieringspreferente aandelen bij de uitgifte van gewone aandelen.
6.2. Het voorkeursrecht kan worden beperkt of uitgesloten bij besluit van de algemene vergadering.
In het voorstel hiertoe moeten de redenen voor het voorstel en de keuze van de voorgenomen koers van uitgifte schriftelijk worden toegelicht.
Indien de raad van bestuur is aangewezen als bevoegd tot het uitgeven van aandelen, kan de raad van bestuur bij besluit van de algemene vergadering voor een bepaalde duur van ten hoogste vijf jaren eveneens worden aangewezen als bevoegd tot het beperken of uitsluiten van het voorkeursrecht. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.
6.3. Voor besluiten van de algemene vergadering als in lid 2 van dit artikel bedoeld is vereist een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering vertegenwoordigd is.
6.4. Voor de toepassing van dit artikel wordt met uitgifte van aandelen gelijkgesteld het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, terwijl het in dit artikel bepaalde geen toepassing vindt ten aanzien van uitgifte van aandelen aan iemand, die een voordien reeds verkregen recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
Inkoop van aandelen.
Artikel 7.
7.1. De raad van bestuur kan, doch slechts met machtiging van de algemene vergadering, onder goedkeuring van de raad van commissarissen en met inachtneming van het overigens in artikel 98 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, de vennootschap volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal onder bezwarende titel doen verkrijgen.
7.2. De machtiging van de algemene vergadering is niet vereist indien de vennootschap volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal verkrijgt om krachtens een voor hen geldende regeling over te dragen aan werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij, zolang deze aandelen zijn opgenomen in een prijscourant van een beurs.
Intrekking van aandelen; kapitaalvermindering. Artikel 8.
8.1. Op voorstel van de raad van bestuur, met goedkeuring van de raad van commissarissen, kan de algemene vergadering besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van:
a. aandelen in haar eigen kapitaal die de vennootschap zelf houdt, of waarvan zij de certificaten houdt;
b. alle geplaatste cumulatief preferente aandelen onder terugbetaling van het op die aandelen gestorte bedrag en met gelijktijdige ontheffing van de verplichting tot volstorting voor zover geen volstorting heeft plaatsgehad; of
c. alle geplaatste aandelen van een of meer series van financieringspreferente aandelen onder terugbetaling van het op die aandelen gestorte bedrag,
mits zodanig besluit wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd, en ook overigens het bepaalde in de artikelen 99 en 100 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in acht wordt genomen en tenslotte onverminderd het bepaalde in artikel 40, leden 3 en 4.
8.2. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot vermindering van het geplaatste kapitaal door vermindering van het nominaal bedrag van de aandelen. Indien een vermindering van het geplaatste kapitaal gepaard gaat met gedeeltelijke terugbetaling kan het besluit daartoe inhouden dat deze geschiedt in contanten of in de vorm van rechten jegens de vennootschap of participaties in eigen bedrijfsonderdelen van de vennootschap.
8.3. Indien een voorstel tot kapitaalvermindering aan de algemene vergadering wordt gedaan, wordt het doel daarvan en de wijze van uitvoering bij de oproeping tot de vergadering vermeld.
Aandelen; aandelenregisters. Artikel 9.
9.1. De cumulatief preferente aandelen en de financieringspreferente aandelen luiden op naam. Van de cumulatief preferente aandelen en de financieringspreferente aandelen worden geen aandeelbewijzen afgegeven.
9.2. De gewone aandelen luiden aan toonder of op naam. De vennootschap kan krachtens een besluit van de raad van bestuur en onder goedkeuring van de raad van commissarissen het Centraal Instituut (zoals hierna gedefinieerd) verzoeken de tot het girodepot of een verzameldepot behorende gewone aandelen aan toonder, op naam te doen stellen, overeenkomstig het bepaalde in de Wet giraal effectenverkeer.
9.3. Alle gewone aandelen aan toonder worden belichaamd in één aandeelbewijs. Voor gewone aandelen op naam worden geen aandeelbewijzen afgegeven.
9.4. De vennootschap kent aan een rechthebbende een recht terzake van een gewoon aandeel aan toonder toe op de volgende wijze (a) de vennootschap stelt het centraal instituut in de zin van de Wet giraal effectenverkeer (het "Centraal Instituut") in staat een gewoon aandeel op het aandeelbewijs bij te (doen) schrijven; en (b) de rechthebbende wijst een intermediair, als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (hierna: "intermediair") of het Centraal Instituut aan, die hem dienovereenkomstig als deelgenoot (hierna: "deelgenoot") in het verzameldepot respectievelijk het girodepot, als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer, crediteert. De deelgenoten worden hierna ook aangeduid als houders van aandelen aan toonder en voor zover nodig worden zij ook als zodanig door de vennootschap erkend.
9.5. Het beheer over het aandeelbewijs is onherroepelijk opgedragen aan het Centraal Instituut, en het Centraal Instituut is onherroepelijk gevolmachtigd namens de rechthebbende(n) ter zake van de desbetreffende aandelen al het nodige te doen, waaronder aanvaarden en leveren, en namens de vennootschap mede te werken aan bijschrijving op en afschrijving van het aandeelbewijs.
9.6. Het Centraal Instituut is alleen bevoegd tot uitlevering uit het girodepot voorzover uitlevering op grond van de Wet giraal effectenverkeer mogelijk is. Een intermediair is
alleen bevoegd tot uitlevering uit het verzameldepot voor zover uitlevering op grond van de Wet giraal effectenverkeer mogelijk is.
Wanneer een uitlevering als bedoeld in de eerste of tweede volzin van dit artikel plaatsvindt, zullen de desbetreffende gewone aandelen aan toonder worden omgezet in evenzoveel gewone aandelen op naam, en zal (a) de vennootschap het Centraal Instituut in staat stellen deze gewone aandelen van het aandeelbewijs te (doen) afschrijven, (b) de desbetreffende intermediair dan wel het Centraal Instituut de rechthebbende dienovereenkomstig als deelgenoot in haar verzameldepot respectievelijk girodepot debiteren (c) het Centraal Instituut bij akte deze gewone aandelen aan de gerechtigde toedelen door middel van een levering, (d) de vennootschap de levering erkennen, en (e) de raad van bestuur van de vennootschap de houder als houder van aandelen op naam in het aandeelhoudersregister (doen) inschrijven.
De vennootschap mag de aandeelhouder die zijn aandelen op naam of aan toonder doet stellen op grond van het bepaalde in dit lid of in lid 8 van dit artikel niet meer dan de kosten in rekening brengen.
9.7. Verwisseling van gewone aandelen aan toonder in aandelen op naam of omgekeerd geschiedt door het doen van een schriftelijk verzoek daartoe door de aandeelhouder aan de raad van bestuur, waarna de raad van bestuur hierover besluit. Wanneer de raad van bestuur een verzoek als bedoeld in lid 2, tweede volzin heeft gedaan, zal een verzoek tot verwisseling van aandelen als bedoeld in de eerste volzin van dit lid 7 door de raad van bestuur worden afgewezen.
9.8. Een aandeelhouder kan een of meer van zijn gewone aandelen op naam aan toonder doen stellen doordat (a) de rechthebbende die aandelen bij akte middels een intermediair aan het Centraal Instituut levert, (b) de vennootschap de levering erkent,
(c) het Centraal Instituut de vennootschap in staat stelt die aandelen op het aandeelbewijs bij te (doen) schrijven, (d) een door de rechthebbende aangewezen intermediair dan wel het Centraal Instituut de rechthebbende dienovereenkomstig als deelgenoot in haar verzameldepot respectievelijk girodepot crediteert en (e) de raad van bestuur van de vennootschap de rechthebbende als houder van die aandelen uit het aandeelhoudersregister (doet) uitschrijven. Voor omzetting van een aandeel op naam dat is verpand of waarop een recht van vruchtgebruik rust is voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de pandhouder of de vruchtgebruiker vereist.
9.9. Met betrekking tot de aandelen op naam wordt ten kantore van de vennootschap voor elke soort aandelen afzonderlijk een register aangehouden, waarin de namen en adressen van aandeelhouders worden ingeschreven, met vermelding van het aantal, de soort en de nummers van hun aandelen, het op elk aandeel gestorte bedrag en voor elk financieringspreferent aandeel het op dat aandeel gestorte agio.
9.10. In de registers worden tevens opgenomen de namen en adressen van hen, die een recht van vruchtgebruik of een pandrecht op aandelen op naam hebben, met vermelding of hun het stemrecht op die aandelen en de rechten bedoeld in artikel 10, lid 3 respectievelijk artikel 11, lid 3 toekomen.
9.11. Iedere houder van een of meer aandelen op naam, alsmede ieder die een recht van vruchtgebruik of een pandrecht op een of meer aandelen op naam heeft, is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn adres bij de vennootschap bekend is.
9.12. Alle van de vennootschap uitgaande oproepingen en mededelingen aan houders van aandelen op naam geschieden aan de adressen zoals deze zijn vermeld in de aandelenregisters.
9.13. Alle inschrijvingen en aantekeningen in de aandelenregisters worden gewaarmerkt door een lid van de raad van bestuur of op zodanige andere wijze als door de raad van bestuur wordt bepaald met inachtneming van de wet, daaronder begrepen elektronische vastlegging.
9.14. Op diens verzoek wordt aan een aandeelhouder, een vruchtgebruiker en een pandhouder om niet een uittreksel uit het register verschaft met betrekking tot zijn recht op enig aandeel.
Rust op een aandeel een recht van vruchtgebruik of een pandrecht dan vermeldt het uittreksel aan wie het stemrecht op dat aandeel en de rechten bedoeld in artikel 10, lid 3 respectievelijk artikel 11, lid 3 toekomen.
9.15. De registers zijn ten kantore van de vennootschap ter inzage voor aandeelhouders, alsmede voor vruchtgebruikers en pandhouders voorzover hun het aan de aandelen verbonden stemrecht toekomt.
9.16. Het vorige lid is niet van toepassing op het gedeelte van een register dat buiten Nederland ter voldoening aan de aldaar geldende wetgeving of ingevolge beursvoorschriften wordt gehouden.
9.17. Indien niet-volgestorte cumulatief preferente aandelen zijn uitgegeven, wordt in het desbetreffende register mede aangetekend ieder verleend ontslag van aansprakelijkheid voor nog niet gedane stortingen, alsmede in geval van levering van zulke aandelen de datum van levering.
Het register is alsdan, voor wat de gegevens omtrent de niet-volgestorte aandelen betreft, voor een ieder ter inzage; afschrift of uittreksel betreffende die gegevens wordt ten hoogste tegen kostprijs verstrekt.
Vruchtgebruik op aandelen. Artikel 10.
10.1. Op aandelen in het kapitaal van de vennootschap kan een recht van vruchtgebruik worden gevestigd.
10.2. Indien op een aandeel een recht van vruchtgebruik is gevestigd komt het stemrecht verbonden aan dat aandeel toe aan de aandeelhouder, tenzij dit bij de vestiging van het recht van vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker is toegekend.
10.3. De houder van een aandeel waarvan het stemrecht toekomt aan een vruchtgebruiker, en de vruchtgebruiker van een aandeel aan wie het stemrecht op dat aandeel toekomt hebben de rechten die door de wet zijn toegekend aan de houders van met medewerking van een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen in het kapitaal van die vennootschap.
Een vruchtgebruiker van een aandeel aan wie het stemrecht niet toekomt heeft die rechten niet.
10.4. Indien op een aandeel een recht van vruchtgebruik is gevestigd komen de uit dat aandeel voortspruitende rechten, strekkende tot het verkrijgen van aandelen, steeds aan de aandeelhouder toe, met dien verstande dat hij de waarde van die rechten aan de vruchtgebruiker moet vergoeden, voor zover deze krachtens zijn recht van vruchtgebruik daarop aanspraak heeft.
Pandrecht op aandelen. Artikel 11.
11.1. Op aandelen in het kapitaal van de vennootschap kan een pandrecht worden gevestigd.
11.2. Indien op een gewoon aandeel een pandrecht is gevestigd komt het stemrecht verbonden aan dat aandeel toe aan de aandeelhouder tenzij dit bij de vestiging van het pandrecht aan de pandhouder is toegekend.
Indien op een cumulatief preferent aandeel of een financieringspreferent aandeel een pandrecht wordt gevestigd kan het stemrecht niet aan de pandhouder worden toegekend; het stemrecht verbonden aan dat aandeel komt uitsluitend toe aan de aandeelhouder.
11.3. De houder van een aandeel waarvan het stemrecht toekomt aan een pandhouder, en de pandhouder van een aandeel aan wie het stemrecht op dat aandeel toekomt hebben de rechten die door de wet zijn toegekend aan de houders van met medewerking van een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen in het kapitaal van die vennootschap.
Een pandhouder van een aandeel aan wie het stemrecht op dat aandeel niet toekomt heeft die rechten niet.
Certificaten; certificaathouders. Artikel 12.
12.1. De vennootschap kan krachtens besluit van de raad van bestuur, met goedkeuring van de raad van commissarissen, medewerken aan de uitgifte van certificaten van aandelen in het kapitaal van de vennootschap, mits een regeling van toepassing is ten gevolge waarvan aan certificaathouders een volmacht kan worden verleend, ofwel de mogelijkheid kan worden gegeven steminstructies te geven voor een zodanig aantal aandelen dat overeenkomt met het aantal certificaten van aandelen gehouden door een certificaathouder en welk aantal eventueel wordt verminderd met inachtneming van enige beperking in de stemrechten die op de betreffende aandeelhouder van toepassing is.
12.2. Waar in deze statuten verder sprake is van certificaathouders worden daaronder verstaan:
- houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen in het kapitaal van de vennootschap; en
- degenen die, overeenkomstig het hiervoor in artikel 10, lid 3 en artikel 11, lid 3 bepaalde, de rechten genieten die door de wet zijn toegekend aan houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen in het kapitaal van die vennootschap.
Goedkeuring vereist voor overdracht van cumulatief preferente aandelen en van financieringspreferente aandelen.
Artikel 13.
13.1. Voor elke overdracht van cumulatief preferente aandelen en van financieringspreferente aandelen, wat de financieringspreferente aandelen betreft anders dan een overdracht door of aan een hierna in artikel 13a, lid 5, sub b bedoelde rechtspersoon is de goedkeuring vereist van de raad van bestuur. De goedkeuring wordt schriftelijk verzocht, waarbij de naam en het adres van de beoogde verkrijger, alsmede de prijs of andere tegenprestatie die de beoogde verkrijger bereid is te betalen of te geven moeten worden medegedeeld.
13.2. Indien de goedkeuring wordt geweigerd, is de raad van bestuur verplicht tegelijkertijd een of meer gegadigden aan te wijzen, die bereid en in staat zijn alle aandelen, waarop het verzoek betrekking heeft, tegen contante betaling te kopen tegen een prijs door de vervreemder en de raad van bestuur binnen twee maanden na die aanwijzing in onderling overleg vast te stellen.
13.3. Indien de vervreemder niet binnen drie maanden na ontvangst door de vennootschap van het verzoek tot goedkeuring van de voorgenomen overdracht van de vennootschap een schriftelijke weigering tot goedkeuring heeft ontvangen die vergezeld is gegaan van de aanwijzing van een of meer gegadigden aan wie de betrokken aandelen overeenkomstig de bepalingen in dit artikel kunnen worden overgedragen, wordt de goedkeuring tot overdracht na verloop van genoemde periode respectievelijk na ontvangst van het bericht van weigering geacht te zijn verleend.
13.4. Indien binnen twee (2) maanden na de schriftelijke weigering tot goedkeuring die vergezeld is gegaan van de aanwijzing van een of meer gegadigden aan wie de betrokken aandelen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel kunnen worden overgedragen geen overeenstemming tussen de vervreemder en de raad van bestuur omtrent de in lid 2 van dit artikel bedoelde prijs is bereikt, zal deze prijs worden vastgesteld door een deskundige, aan te wijzen door de vervreemder en de raad van bestuur in onderling overleg of, bij gebreke van overeenstemming daaromtrent binnen drie (3) maanden na de weigering tot de goedkeuring, door de voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, op verzoek van de meest gerede partij. Indien het financieringspreferente aandelen betreft verricht de deskundige de prijsvaststelling met als richtsnoer de waarde die op grond van artikel 39 lid 4, artikel 40 en artikel 44 aan de desbetreffende financieringspreferente aandelen kan worden toegekend.
13.5. De vervreemder zal het recht hebben van de overdracht af te zien, mits hij binnen één maand, nadat zowel de naam van de aangewezen gegadigde(n) alsook de vastgestelde prijs te zijner kennis zijn gebracht, hiervan schriftelijk mededeling doet aan de raad van bestuur.
13.6. In geval goedkeuring tot overdracht is verleend of wordt geacht te zijn verleend is de vervreemder gerechtigd gedurende een periode van drie maanden daarna alle aandelen waarop zijn verzoek betrekking had over te dragen aan de in het verzoek genoemde verkrijger tegen de door hem genoemde prijs of tegenprestatie bedoeld in de tweede zin van lid 1 van dit artikel.
13.7. De aan de overdracht voor de vennootschap verbonden kosten kunnen ten laste van de verkrijger worden gebracht.
13.8. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing bij toedeling van cumulatief preferente aandelen en van financieringspreferente aandelen uit een gemeenschap.
Beperking in de overdraagbaarheid van financieringspreferente aandelen. Artikel 13a.
13a.1. Overdracht van financieringspreferente aandelen kan uitsluitend geschieden aan natuurlijke personen.
13a.2. Onverminderd het in het eerste lid van dit artikel bepaalde is overdracht van financieringspreferente aandelen niet mogelijk indien en voor zover de verkrijger alleen, dan wel op grond van een onderlinge regeling tot samenwerking tezamen met een of meer anderen, natuurlijke personen en/of rechtspersonen, rechtstreeks of - anders dan als houder van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van financieringspreferente aandelen - middellijk:
A. houder is van een nominaal bedrag aan financieringspreferente aandelen, van een of meer series, van een procent (1%) of meer van het totale in de vorm van financieringspreferente aandelen, van welke serie ook, geplaatste kapitaal van de vennootschap; of
B. door zodanige overdracht meer dan een procent (1%) van het totale in de vorm van financieringspreferente aandelen, van welke serie ook, geplaatste kapitaal aan financieringspreferente aandelen van een of meer series zou verkrijgen.
Onder het houden van aandelen respectievelijk het verkrijgen van aandelen wordt voor de toepassing van het hiervoor bepaalde mede begrepen het hebben van een recht van vruchtgebruik, respectievelijk het verkrijgen van een recht van vruchtgebruik op financieringspreferente aandelen, een en ander voor zover daarbij het stemrecht aan de vruchtgebruiker toekomt.
13a.3. Het nemen van financieringspreferente aandelen bij uitgifte - al dan niet in de vorm van stockdividenden en/of bonusaandelen - daaronder begrepen de uitoefening van een recht tot het nemen van financieringspreferente aandelen, wordt voor de toepassing van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel met overdracht gelijkgesteld; daarbij worden voor de vaststelling van de grootte van het geplaatste kapitaal de te nemen aandelen medegerekend.
13a.4. In afwijking van het bepaalde in lid 3, eerste zin, is toegestaan dat een aandeelhouder, die meer dan een procent (1%) van het in de vorm van financieringspreferente aandelen geplaatste kapitaal houdt, door het nemen van financieringspreferente aandelen bij uitgifte meer financieringspreferente aandelen verkrijgt dan een procent (1%) van het totale, na die uitgifte in de vorm van financieringspreferente aandelen geplaatste kapitaal, echter ten hoogste tot het in de volgende zin vermeld percentage van het bedrag, waarmede het in de vorm van financieringspreferente aandelen geplaatste kapitaal door de uitgifte wordt verhoogd. Het hiervoor bedoelde percentage is gelijk aan het percentage van het in de vorm van financieringspreferente aandelen geplaatste kapitaal, van welke serie ook, dat de aandeelhouder onmiddellijk voor de uitgifte hield.
13a.5. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 4 is niet van toepassing op:
a. overdracht van financieringspreferente aandelen aan de vennootschap zelf of aan een dochtermaatschappij van de vennootschap;
b. overdracht of uitgifte van financieringspreferente aandelen aan een administratiekantoor indien ten aanzien van zodanig administratiekantoor de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen de begrenzing van de mogelijkheid tot overdracht of uitgifte van financieringspreferente aandelen bij onherroepelijk besluit heeft opgeheven, waarbij aan zodanige opheffing voorwaarden kunnen worden verbonden.
Levering van aandelen. Artikel 14.
14.1. Voor de levering van aandelen op naam is, tenzij de raad van bestuur een verzoek als bedoeld in artikel 9, lid 2, tweede volzin heeft gedaan, vereist een daartoe bestemde akte alsmede, behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij die rechtshandeling partij is, schriftelijke erkenning door de vennootschap van de levering. De erkenning geschiedt in de akte, of door een gedagtekende verklaring op de akte of op een notarieel of door de deurwaarder gewaarmerkt afschrift of uittreksel daarvan, of op de wijze als bedoeld in lid 2. Met de erkenning staat gelijk de betekening van die akte of dat afschrift of uittreksel aan de vennootschap.
14.2. Betreft het de levering van niet-volgestorte aandelen dan kan de erkenning door de vennootschap slechts geschieden indien de akte van levering een vaste dagtekening heeft.
14.3. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij de levering van een beperkt recht op een aandeel op naam, met dien verstande dat een pandrecht ook kan worden gevestigd zonder erkenning door of betekening aan de vennootschap en artikel 239 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing is, waarbij erkenning door of betekening aan de vennootschap in de plaats komt van de in lid 3 van dat artikel bedoelde mededeling.
Aandelen of certificaten in gemeenschap. Artikel 15.
15.1. Indien, door welke oorzaak ook, twee of meer personen een of meer aandelen of certificaten in gemeenschap houden, kunnen die personen de uit die aandelen of certificaten van aandelen voortvloeiende rechten gezamenlijk uitoefenen, mits zij zich bij de uitoefening doen vertegenwoordigen door een van hen of door een derde daartoe schriftelijk door hen gemachtigd.
15.2. Lid 1 is niet van toepassing op een gemeenschap bestaande uit een verzameldepot of een girodepot in de zin van de Wet giraal effectenverkeer. De deelgenoten kunnen de rechten voortvloeiend uit de tot een dergelijke gemeenschap behorende aandelen of certificaten uitoefenen ieder tot de hoeveelheid aandelen of certificaten waarvoor hij deelgenoot is in die gemeenschap.
Raad van bestuur; algemeen. Artikel 16.
16.1. De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur onder toezicht van een raad van commissarissen.
16.2. De raad van bestuur is samengesteld uit ten minste drie leden.
16.3. Met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid wordt het aantal leden van de raad van bestuur vastgesteld door de raad van commissarissen.
16.4. Een lid van de raad van bestuur wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar, met dien verstande dat tenzij dat lid van de raad van bestuur eerder aftreedt, zijn benoemingstermijn afloopt op de dag van de eerstvolgende jaarlijkse algemene vergadering, te houden in het vierde jaar na het jaar van zijn benoeming. Een lid van de raad van bestuur kan worden herbenoemd, met inachtneming van het bepaalde in de vorige zin. De raad van commissarissen kan een rooster van aftreden opstellen voor de leden van de raad van bestuur die voor een maximum periode zijn benoemd.
16.5. Een besluit tot benoeming van de leden van de raad van bestuur wordt genomen door de algemene vergadering. De raad van commissarissen kan een niet bindende voordracht voor de benoeming van een persoon opmaken. Indien er zich een vacature voordoet of op basis van bekende omstandigheden zal voordoen, zal de raad van bestuur de raad van commissarissen uitnodigen om binnen zestig dagen een voordracht op te maken.
De voordracht wordt opgenomen in de oproeping tot de algemene vergadering, waarin de benoeming aan de orde wordt gesteld. Aandeelhouders of certificaathouders die een persoon willen voordragen tot benoeming tot lid van de raad van bestuur dienen dat te doen met inachtneming van het bepaalde in artikel 28, lid 4 van deze statuten.
Een besluit tot benoeming van een persoon tot lid van de raad van bestuur die door de raad van commissarissen is voorgedragen wordt genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.
Een besluit tot benoeming van een persoon tot lid van de raad van bestuur die niet door de raad van commissarissen is voorgedragen wordt genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen, indien die meerderheid ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Indien een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen het besluit tot benoeming van die persoon tot lid van de raad van bestuur steunt, maar die meerderheid niet ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, dan kan in een nieuwe vergadering die wordt bijeengeroepen het besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen worden genomen, onafhankelijk van het op deze vergadering vertegenwoordigd gedeelte van het kapitaal.
16.6. De algemene vergadering is te allen tijde bevoegd een lid van de raad van bestuur te schorsen of te ontslaan.
De raad van commissarissen is te allen tijde bevoegd een lid van de raad van bestuur te schorsen.
Een besluit tot schorsing of ontslag van een lid van de raad van bestuur kan slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, indien die meerderheid ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, tenzij het voorstel tot schorsing of ontslag afkomstig is van de raad van commissarissen in welk geval het besluit wordt genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, zonder het vereiste van een quorum. Indien een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen het besluit tot schorsing of ontslag van dat lid van de raad van bestuur, niet zijnde gebaseerd op een voorstel daartoe van de raad van commissarissen, steunt, maar die meerderheid niet ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt,
dan kan in een nieuwe vergadering die wordt bijeengeroepen het besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen worden genomen, onafhankelijk van het op deze vergadering vertegenwoordigd gedeelte van het kapitaal.
Een lid van de raad van bestuur dient in geval van ontslag of schorsing in de gelegenheid te worden gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
16.7. De onderlinge taakverdeling van de raad van bestuur behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen.
16.8. De raad van commissarissen kan één der leden van de raad van bestuur tot voorzitter van de raad van bestuur benoemen. De aldus benoemde voorzitter voert de titel "president".
16.9. De raad van bestuur benoemt onder goedkeuring van de raad van commissarissen een persoon tot secretaris van de vennootschap. De aldus benoemde secretaris voert de titel "secretaris van de vennootschap".
16.10. Indien hetzij de algemene vergadering hetzij de raad van commissarissen een lid van de raad van bestuur heeft geschorst, dient de algemene vergadering binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten hetzij tot ontslag hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag, waarop de algemene vergadering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de algemene vergadering niet binnen de voor de handhaving bepaalde termijn tot ontslag of tot opheffing van de schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing.
16.11. De raad van bestuur stelt een bestuursreglement op, inhoudende bepalingen met betrekking tot, onder andere, de wijze van oproeping van vergaderingen, het voorzien van de raad van commissarissen van informatie en tegenstrijdig belang tussen de vennootschap en een lid van de raad van bestuur.
16.12. Het opstellen en het wijzigen van het bestuursreglement door de raad van bestuur geschiedt na voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen.
Artikel 17.
17.1. De raad van bestuur bestuurt de vennootschap.
17.2. De vennootschap wordt tegenover derden vertegenwoordigd en verbonden door de raad van bestuur alsmede door ieder lid van de raad van bestuur.
17.3. Bij het nemen van besluiten door de raad van bestuur heeft ieder lid een stem.
17.4. Een lid van de raad van bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij dat lid van de raad van bestuur een tegenstrijdig belang heeft met de vennootschap.
Wanneer hierdoor geen besluit van de raad van bestuur kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen.
Artikel 18.
18.1. Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde behoeft de raad van bestuur de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen voor alle besluiten van tijd tot tijd omschreven in een daartoe strekkend besluit van de raad van commissarissen, waarvan de raad van bestuur in kennis is gesteld. Dergelijke besluiten van de raad van
commissarissen worden opgenomen in het bestuursreglement zoals bedoeld in artikel 16 lid 11 van deze statuten.
18.2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 lid 5 van deze statuten, legt de raad van bestuur ter goedkeuring voor aan de raad van commissarissen:
a. de operationele en financiële doelstellingen van de vennootschap;
b. de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen;
c. de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd, bijvoorbeeld ten aanzien van de financiële ratio's.
18.3. Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde behoeft de raad van bestuur de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen en de algemene vergadering voor besluiten van de raad van bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, waaronder in elk geval:
a. overdracht van de onderneming of vrijwel de gehele onderneming aan een derde;
b. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een dochtermaatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap;
c. het nemen of afstoten van een deelneming in het kapitaal van een vennootschap ter waarde van ten minste een derde van het bedrag van de activa volgens de geconsolideerde balans met toelichting volgens de laatst vastgestelde jaarrekening van de vennootschap, door haar of een dochtermaatschappij.
18.4. Indien een serieus onderhands bod op een bedrijfsonderdeel of een deelneming waarvan de waarde de in het vorige lid onder c. bedoelde grens overschrijdt in de openbaarheid is gebracht, deelt de raad van bestuur van de vennootschap zo spoedig mogelijk zijn standpunt ten aanzien van het bod, alsmede de motivering van dit standpunt, openbaar mede.
Raad van bestuur; belet; directeuren, adjunct-directeuren en andere procuratiehouders. Artikel 19.
19.1. In geval van ontstentenis of belet van een of meer leden van de raad van bestuur voeren de overblijvende leden casu quo voert het overblijvende lid het bestuur alleen.
19.2. In geval van ontstentenis of belet van alle leden is de raad van commissarissen tijdelijk met het bestuur belast, en bevoegd het bestuur tijdelijk aan anderen op te dragen.
19.3. De raad van commissarissen voorziet ten spoedigste in een ontstane vacature.
19.4. Door de raad van bestuur kunnen procuratiehouders met algemene of beperkte volmacht worden aangesteld. Aan een of meer procuratiehouders kan door de raad van bestuur de titel van "directeur" of "adjunct-directeur" worden toegekend.
19.5. De aan procuratiehouders verleende volmacht en door hen eventueel te voeren titel worden bij hun aanstelling omschreven.
Raad van bestuur; beloning en vrijwaring. Artikel 20.
20.1. De vennootschap heeft een beleid op het terrein van bezoldiging van de raad van bestuur. Het beleid wordt vastgesteld door de algemene vergadering op voorstel van de raad van commissarissen.
20.2. De bezoldiging van de leden van de raad van bestuur wordt met inachtneming van het beleid bedoeld in het vorige lid, vastgesteld door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen legt ter goedkeuring aan de algemene vergadering voor een voorstel ten aanzien van regelingen voor de beloning van leden van de raad van bestuur in de vorm van aandelen of rechten tot het nemen van aandelen. Dit voorstel bepaalt ten minste hoeveel aandelen of rechten tot het nemen van aandelen aan de raad van bestuur mogen worden toegekend en welke criteria gelden voor de toekenning of wijziging.
20.3. De vennootschap verstrekt aan haar leden van de raad van bestuur geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke.
20.4. Voorzover uit de wet niet anders voortvloeit, worden aan de huidige en toekomstige leden van de raad van bestuur vergoed:
a. de redelijke kosten van het voeren van verdediging tegen aanspraken wegens een handelen of nalaten in de uitoefening van hun functie of van een andere functie die zij op verzoek van de vennootschap vervullen of hebben vervuld;
b. eventuele schadevergoedingen of boetes die zij verschuldigd zijn wegens een hierboven onder a vermeld handelen of nalaten;
c. de redelijke kosten van het optreden in andere rechtsgedingen waarin zij als lid van de raad van bestuur of als voormalige lid van de raad van bestuur zijn betrokken met uitzondering van de gedingen waarin zij hoofdzakelijk een eigen vordering geldend maken.
Een betrokkene heeft geen aanspraak op de vergoeding als hiervoor bedoeld indien en voorzover:
a. door de Nederlandse rechter of, in geval van arbitrage, een arbiter bij gewijsde is vastgesteld dat het handelen of nalaten van de betrokkene kan worden gekenschetst als opzettelijk, bewust roekeloos of ernstig verwijtbaar, tenzij uit de wet anders voortvloeit of zulks in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn; of
b. de kosten of het vermogensverlies van de betrokkene is gedekt door een verzekering en de verzekeraar deze kosten of dit vermogensverlies heeft uitbetaald.
Indien en voorzover door de Nederlandse rechter of, in geval van arbitrage, een arbiter bij gewijsde is vastgesteld dat de betrokkene geen aanspraak heeft op de vergoeding als hiervoor bedoeld, is hij gehouden de door de vennootschap vergoede bedragen terstond terug te betalen.
20.5. De vennootschap kan ten behoeve van de betrokkenen verzekeringen tegen aansprakelijkheid afsluiten.
20.6. De vennootschap kan bij overeenkomst nadere uitvoering geven aan het vorenstaande.
Raad van commissarissen. Artikel 21.
21.1. De raad van commissarissen stelt het aantal commissarissen vast. Slechts natuurlijke personen kunnen commissaris zijn.
21.2. De raad van commissarissen stelt een profielschets voor zijn omvang en samenstelling op, rekening houdend met de aard van de onderneming, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de commissarissen. De raad van commissarissen bespreekt de profielschets en iedere wijziging met betrekking tot de profielschets met de algemene vergadering.
21.3. Commissarissen worden voor een periode van maximaal vier jaar benoemd, met dien verstande dat tenzij een commissaris eerder aftreedt, zijn benoemingstermijn afloopt op de dag van de eerstvolgende jaarlijkse algemene vergadering, te houden in het vierde jaar na het jaar van zijn benoeming. Een commissaris kan worden herbenoemd, met inachtneming van het bepaalde in de vorige zin. Een commissaris die twaalf jaar in functie is geweest, kan niet worden herbenoemd. Het bepaalde in artikel 16, lid 5 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de benoeming van een commissaris.
21.4. De raad van commissarissen stelt een rooster van aftreden op voor de leden van de raad van commissarissen.
21.5. Commissarissen kunnen worden geschorst en ontslagen door de algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 16, lid 6 met uitzondering van de tweede zin van lid 6 is van overeenkomstige toepassing. Ingeval de algemene vergadering een commissaris heeft geschorst, is het bepaalde in artikel 16, lid 10 van overeenkomstige toepassing.
21.6. Indien een commissaris moet worden benoemd, worden de gegevens als bedoeld in artikel 142, lid 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter beschikking gesteld aan de algemene vergadering.
Artikel 22.
22.1. Behoudens de taak hem overigens bij de wet en in deze statuten opgedragen is de raad van commissarissen belast met het toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
Hij staat de raad van bestuur met raad terzijde en richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.
22.2. De raad van commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter. De voorzitter van de raad van commissarissen is geen voormalig lid van de raad van bestuur van de vennootschap. De raad van commissarissen kan tevens al dan niet uit zijn midden een secretaris benoemen. De voorzitter voert de titel "president-commissaris". De raad van commissarissen wordt ondersteund door de secretaris van de vennootschap.
22.3. De raad van commissarissen vergadert zo dikwijls als één commissaris xxxxx verlangt ter plaatse aan te wijzen door de president-commissaris en bij gebreke daarvan door degene die de oproep verzoekt. De oproepingen tot de vergaderingen worden gedaan door de secretaris van de vennootschap namens de persoon die om de vergadering verzoekt.
22.4. Leden van de raad van bestuur zijn gehouden indien de raad van commissarissen dit wenst de vergaderingen van de raad van commissarissen bij te wonen en de raad van commissarissen alle gevraagde inlichtingen te verschaffen.
22.5. De raad van bestuur stelt ten minste een keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de vennootschap. De raad van bestuur vraagt alsdan de goedkeuring van de raad van commissarissen voor de zaken bedoeld in artikel 18 lid 2 van deze statuten.
22.6. De raad van commissarissen besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen.
22.7. Geldige besluiten kunnen door de raad van commissarissen alleen worden genomen wanneer ten minste de helft van de stemgerechtigde commissarissen aanwezig is.
Een commissaris kan zich door middel van een schriftelijke volmacht per vergadering door een andere commissaris in de vergadering van de raad van commissarissen doen vertegenwoordigen.
Een aldus vertegenwoordigde commissaris wordt voor de toepassing van deze statuten tot de aanwezigen gerekend.
Besluiten van de raad van commissarissen kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits alle stemgerechtigde commissarissen in de gelegenheid zijn gesteld hun mening ten aanzien van het desbetreffende voorstel kenbaar te maken en ten minste drie vierden van de stemgerechtigde commissarissen zich voor het voorstel hebben verklaard, terwijl geen stemgerechtigde commissaris zich tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet.
22.8. Een lid van de raad van commissarissen neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij dat lid van de raad van commissarissen een tegenstrijdig belang heeft met de vennootschap.
Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
22.9. De raad van commissarissen heeft te allen tijde toegang tot de gebouwen en terreinen van de vennootschap; hij heeft het recht om inzage te nemen van de boeken, bescheiden en briefwisseling van de vennootschap, alsook om haar kasgelden en verdere bezittingen te controleren.
22.10. De taakverdeling van de raad van commissarissen, alsmede zijn werkwijze worden neergelegd in een reglement, inhoudende onder andere een paragraaf met betrekking tot zijn omgang met de raad van bestuur en de algemene vergadering.
22.11. De raad van commissarissen kan uit zijn midden een of meer commissarissen aanwijzen die meer in het bijzonder met het dagelijks toezicht op het beleid van de raad van bestuur en de gang van zaken in de onderneming wordt belast.
22.12. Een in het vorige lid bedoelde commissaris voert de titel van "gedelegeerd commissaris". Een gedelegeerd commissaris is een commissaris met een bijzondere taak. De delegatie kan niet verder gaan dan de taken die de raad van commissarissen zelf heeft en omvat niet het besturen van de vennootschap. Zij strekt tot intensiever toezicht en advies en meer geregeld overleg met het bestuur. Een gedelegeerd commissariaat is slechts van tijdelijke aard. De delegatie kan niet de taak en bevoegdheid van de raad van commissarissen wegnemen. Een gedelegeerd commissaris blijft lid van de raad van commissarissen.
22.13. De raad van commissarissen kan de aanwijzing van een gedelegeerd commissaris alsook de hem overeenkomstig lid 11 verleende bevoegdheden te allen tijde intrekken.
22.14. Een lid van de raad van commissarissen dat tijdelijk voorziet in het bestuur bij belet of ontstentenis van leden van de raad van bestuur treedt uit de raad van commissarissen om de bestuurstaak op zich te nemen.
22.15. De raad van commissarissen stelt uit zijn midden een audit-, finance en riskcommissie, een remuneratiecommissie en een governance- en nominatiecommissie in. De raad van commissarissen kan ook andere commissies instellen.
Raad van commissarissen; beloning en vrijwaring. Artikel 23.
23.1. De algemene vergadering kan besluiten aan commissarissen een beloning toe te kennen.
23.2. De door de commissarissen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten worden door de vennootschap vergoed.
23.3. Aan een lid van de raad van commissarissen worden geen aandelen en/of rechten op aandelen bij wijze van bezoldiging toegekend.
23.4. De vennootschap verstrekt aan haar leden van de raad van commissarissen geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke.
23.5. Voorzover uit de wet niet anders voortvloeit, worden aan de huidige en toekomstige leden van de raad van commissarissen vergoed:
a. de redelijke kosten van het voeren van verdediging tegen aanspraken wegens een handelen of nalaten in de uitoefening van hun functie of van een andere functie die zij op verzoek van de vennootschap vervullen of hebben vervuld;
b. eventuele schadevergoedingen of boetes die zij verschuldigd zijn wegens een hierboven onder a vermeld handelen of nalaten;
c. de redelijke kosten van het optreden in andere rechtsgedingen waarin zij als lid van de raad van commissarissen of als voormalige lid van de raad van commissarissen zijn betrokken met uitzondering van de gedingen waarin zij hoofdzakelijk een eigen vordering geldend maken.
Een betrokkene heeft geen aanspraak op de vergoeding als hiervoor bedoeld indien en voorzover:
a. door de Nederlandse rechter of, in geval van arbitrage, een arbiter bij gewijsde is vastgesteld dat het handelen of nalaten van de betrokkene kan worden gekenschetst als opzettelijk, bewust roekeloos of ernstig verwijtbaar, tenzij uit de wet anders voortvloeit of zulks in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn; of
b. de kosten of het vermogensverlies van de betrokkene is gedekt door een verzekering en de verzekeraar deze kosten of dit vermogensverlies heeft uitbetaald.
Indien en voorzover door de Nederlandse rechter of, in geval van arbitrage, een arbiter bij gewijsde is vastgesteld dat de betrokkene geen aanspraak heeft op de vergoeding als hiervoor bedoeld, is hij gehouden de door de vennootschap vergoede bedragen terstond terug te betalen.
23.6. De vennootschap kan ten behoeve van de betrokkenen verzekeringen tegen aansprakelijkheid afsluiten.
23.7. De vennootschap kan bij overeenkomst nadere uitvoering geven aan het vorenstaande.
Algemene vergadering; algemeen. Artikel 24.
Waar in deze statuten gesproken wordt van de algemene vergadering, wordt daaronder verstaan de vergadering van de houders van alle soorten aandelen, tezamen vormend het orgaan van de vennootschap, bedoeld in artikel 107 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 25.
De algemene vergaderingen worden gehouden in de gemeenten Zaanstad, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Amersfoort of Haarlemmermeer. De oproeping tot de vergadering zal de aandeelhouders en certificaathouders dienaangaande nader inlichten.
Artikel 26.
26.1. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na het einde van het boekjaar van de vennootschap, wordt een algemene vergadering gehouden.
26.2. De agenda van die vergadering vermeldt onder meer de volgende punten:
a. de behandeling van het bestuursverslag, de jaarrekening en de daaraan ingevolge wettelijk voorschrift toe te voegen gegevens;
b. de vaststelling van de jaarrekening;
c. het reserverings- en dividendbeleid van de vennootschap;
d. de bestemming van de winst, voor zover die ter beschikking van de algemene vergadering is;
e. indien van toepassing, uitkering van dividend;
f. het bespreken van elke substantiële verandering in de corporate governance structuur van de vennootschap;
x. xx xxxxxxxxx wijziging in de samenstelling van de raad van bestuur en de raad van commissarissen, daaronder begrepen het vervullen van vacatures binnen de raad van bestuur en de raad van commissarissen;
h. indien van toepassing, de (her-)benoeming van de externe accountant of een andere deskundige daartoe benoemd in overeenstemming met artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
i. eventuele voorstellen van de raad van bestuur, de raad van commissarissen of aandeelhouders of certificaathouders, mits aan de orde gesteld met inachtneming van de wettelijke en statutaire voorschriften. Onverminderd het in de vorige zin bepaalde geldt voor voorstellen van aandeelhouders en certificaathouders het bepaalde in artikel 28, lid 4.
26.3. Indien de agenda van de algemene vergadering als punt bevat het verlenen van decharge van de leden van de raad van bestuur en de leden van de raad van commissarissen ter zake van de uitoefening van hun functies in het betrokken boekjaar, dan zal het punt van decharge als apart punt voor de raad van bestuur respectievelijk de raad van commissarissen op de agenda worden opgenomen.
26.4. De raad van bestuur en de raad van commissarissen verschaffen de algemene vergadering alle verlangde informatie, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. Indien door de raad van bestuur en de raad van commissarissen op een zwaarwichtig belang een beroep wordt gedaan, wordt dit beroep gemotiveerd toegelicht.
Buitengewone algemene vergaderingen.
Artikel 27.
27.1. Buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls als de raad van bestuur of de raad van commissarissen deze bijeenroept of een of meer aandeelhouders en/of certificaathouders, ten minste een/tiende van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigende, schriftelijk onder opgave van de onderwerpen die zij behandeld wensen te zien, voorzien van een toelichting, hun wens hiertoe aan de raad van commissarissen of de raad van bestuur te kennen geven.
27.2. Indien noch de raad van commissarissen noch de raad van bestuur de nodige maatregelen treft, opdat de buitengewone algemene vergadering kan worden gehouden binnen zes weken na het verzoek van de aandeelhouders en/of certificaathouders bedoeld in het vorige lid, dan kunnen dezen zelf tot uitschrijving der vergadering overgaan met inachtneming der voorschriften hiervoor in deze statuten gegeven.
Algemene vergadering; oproeping en agenda. Artikel 28.
28.1. De oproeping voor de algemene vergadering geschiedt door de raad van bestuur, de raad van commissarissen of de aandeelhouders en/of certificaathouders, bedoeld in artikel 27, op een termijn en op de wijze als voorgeschreven door de toepasselijke wettelijke bepalingen en beursvoorschriften; houders van aandelen op naam en stemgerechtigde vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen op naam worden bovendien opgeroepen door verzending van al dan niet aangetekende brieven.
De vernietiging van besluiten van de algemene vergadering kan niet worden gevorderd met een beroep op niet of niet tijdige ontvangst van de oproepingsbrief indien deze tijdig is verzonden.
28.2. De raad van bestuur kan besluiten dat de in lid 1 bedoelde oproepingsbrieven ten aanzien van een vergadergerechtigde die zijn vergaderrecht ontleent aan een aandeel op naam en die daarmee instemt worden vervangen door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de vennootschap is bekendgemaakt.
28.3. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen en de overige door de wet voorgeschreven aangelegenheden en gegevens vermeld.
28.4. Een onderwerp, waarvan de behandeling schriftelijk is verzocht door een of meer houders van aandelen of houders van certificaten die alleen of gezamenlijk ten minste een procent (1%) van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of ten minste een waarde vertegenwoordigen van vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000), wordt opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het verzoek niet later dan op de zestigste dag voor die van de vergadering heeft ontvangen.
28.5. De raad van bestuur en de raad van commissarissen lichten de algemene vergadering door middel van een "aandeelhouderscirculaire" of toelichting op de agenda in over alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de voorstellen op de agenda.
28.6. Schriftelijke verzoeken als bedoeld in artikel 27, eerste lid en artikel 28, vierde lid, kunnen niet elektronisch worden vastgelegd. Verzoeken als bedoeld in artikel 27, eerste lid en artikel 28, vierde lid, dienen te voldoen aan door de raad van bestuur te stellen
voorwaarden, welke voorwaarden op de website van de vennootschap worden geplaatst.
Artikel 29.
29.1. Aandeelhouders en certificaathouders mogen ter vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslagingen deelnemen, en zij die stemrecht hebben mogen ter vergadering stem uitbrengen, met inachtneming van de volgende leden van dit artikel.
29.2. Als vergadergerechtigden hebben te gelden zij die (i) op het volgens de wet geldende tijdstip aandeelhouder of anderszins vergadergerechtigde zijn, dat tijdstip hierna te noemen: het "registratietijdstip" en (ii) als zodanig zijn ingeschreven in een door de raad van bestuur aangewezen register (of een of meer delen daarvan), hierna te noemen: het "register", mits (iii) de houder van het register op verzoek van de desbetreffende aandeelhouder of certificaathouder vóór de algemene vergadering schriftelijk aan de vennootschap kennis heeft gegeven dat de desbetreffende aandeelhouder of certificaathouder voornemens is de algemene vergadering bij te wonen, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering aandeelhouder of certificaathouder is. De kennisgeving vermeldt de naam en het aantal aandelen of certificaten waarvoor de aandeelhouder of certificaathouder gerechtigd is de algemene vergadering bij te wonen. Het hiervoor onder (iii) bepaalde omtrent de kennisgeving aan de vennootschap geldt tevens voor de schriftelijk gevolmachtigde van een aandeelhouder of certificaathouder.
29.3. De raad van bestuur kan besluiten dat stemgerechtigde vergadergerechtigden binnen een door de raad van bestuur vast te stellen periode voorafgaande aan de algemene vergadering, welke periode niet eerder kan aanvangen dan het in het vorige lid bedoelde registratietijdstip, via een door de raad van bestuur te bepalen elektronisch communicatiemiddel of per brief hun stem kunnen uitbrengen. Stemmen uitgebracht in overeenstemming met het in de vorige zin bepaalde, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
29.4. Bij de oproeping voor de algemene vergadering wordt het in lid 2 bedoelde registratietijdstip vermeld, alsmede waar en de wijze waarop registratie dient te geschieden.
29.5. De schriftelijke volmachten die betrekking hebben op aandelen of certificaten aan toonder moeten uiterlijk op een datum als vermeld in de oproeping voor de algemene vergadering zijn gedeponeerd bij de houder van het register als bedoeld in lid 2. De houder van het register zal de afgegeven volmachten meezenden met de schriftelijke kennisgeving aan de vennootschap als bedoeld in lid 2 sub (iii). De raad van bestuur kan bepalen dat de volmachten van stemgerechtigden aan de presentielijst worden gehecht.
Indien de schriftelijke volmachten betrekking hebben op gewone aandelen op naam of certificaten van gewone aandelen op naam, dienen de volmachten voor de vergadering bij de vennootschap te worden gedeponeerd.
De oproeping bedoeld in artikel 28, lid 1 vermeldt de dag waarop dit depot uiterlijk kan geschieden. Deze dag kan niet vroeger worden gesteld dan op de zevende dag en niet later dan op de derde dag vóór die van de vergadering.
29.6. De raad van bestuur kan besluiten dat door middel van een elektronisch communicatiemiddel kennisgenomen kan worden van de verhandelingen ter vergadering.
29.7. De raad van bestuur kan besluiten dat iedere stemgerechtigde vergadergerechtigde bevoegd is om door middel van een elektronisch communicatiemiddel, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk gevolmachtigde, het stemrecht uit te oefenen. Daartoe is vereist dat de stemgerechtigde vergadergerechtigde via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd en rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering. De raad van bestuur kan voorwaarden verbinden aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel, welke voorwaarden bij de oproeping tot de algemene vergadering bekend worden gemaakt en op de website van de vennootschap worden geplaatst.
Algemene vergadering; vergaderorde en verslaglegging. Artikel 30.
30.1. De algemene vergaderingen staan onder leiding van de president-commissaris of bij diens ontstentenis van een van de andere commissarissen daartoe door de raad van commissarissen aangewezen; zijn geen commissarissen ter vergadering aanwezig dan staat de vergadering onder leiding van een der leden van de raad van bestuur daartoe door de raad van bestuur aangewezen, en bij afwezigheid van dezen onder leiding van een door de aanwezige stemgerechtigden aan te wijzen persoon.
30.2. De voorzitter bepaalt met inachtneming van de agenda de orde van de vergadering en kan de spreektijd ter vergadering beperken of andere maatregelen nemen in het belang van een ordelijk verloop van de vergadering.
30.3. Een certificaat, door de voorzitter en de secretaris van de vennootschap getekend, inhoudende de bevestiging dat de algemene vergadering een bepaald besluit heeft genomen, geldt als bewijs van een dergelijk besluit tegenover derden.
30.4. Notulen worden gehouden door een door de voorzitter aan te wijzen persoon en worden door de voorzitter, de persoon die de notulen heeft gehouden en een door de voorzitter aangewezen aandeelhouder ondertekend, tenzij een notarieel proces-verbaal van het verhandelde wordt opgemaakt.
30.5. Tenzij een notarieel proces-verbaal van het verhandelde in de vergadering wordt opgemaakt, wordt het verslag van de algemene vergadering uiterlijk drie maanden na afloop van de vergadering aan aandeelhouders op verzoek ter beschikking gesteld, waarna aandeelhouders gedurende de daaropvolgende drie maanden de gelegenheid hebben om op het verslag te reageren. Het verslag wordt vervolgens vastgesteld op de wijze zoals in het vorige lid omschreven.
Artikel 31.
31.1. Tenzij door deze statuten of de wet een grotere meerderheid of een hoger quorum wordt voorgeschreven wordt over alle onderwerpen die in overeenstemming met het bepaalde van lid 4 van artikel 28 op de agenda zijn geplaatst, besloten bij volstrekte meerderheid van stemmen, indien die meerderheid ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Indien een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen het voorstel steunt, maar die meerderheid niet ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, dan kan in een nieuwe
vergadering die wordt bijeengeroepen het besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen worden genomen, onafhankelijk van het op deze vergadering vertegenwoordigd gedeelte van het kapitaal, tenzij de wet een grotere meerderheid van stemmen of een quorum voorschrijft.
31.2. Tenzij door de wet of deze statuten een andere meerderheid of quorum is voorgeschreven, worden alle andere besluiten genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Staken de stemmen bij een andere stemming dan een benoeming van personen, dan is het voorstel verworpen. Xxxxxx stemmen en stemmen van onwaarde worden als niet uitgebracht beschouwd.
31.3. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming.
31.4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 is bij de benoeming van een persoon waar meer dan één persoon is voorgedragen degene benoemd die bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid heeft verkregen.
Heeft bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een herstemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich verenigden.
Indien bij de eerste stemming meer dan twee personen het hoogste aantal stemmen hebben behaald wordt eerst bij tussenstemming beslist wie van hen aan de herstemming zullen deelnemen.
Indien bij de eerste stemming één persoon het hoogste en twee of meer personen een gelijk daarop volgend aantal stemmen hebben behaald wordt eerst bij tussenstemming beslist wie van laatstgenoemden aan de herstemming zal deelnemen.
Indien bij een tussenstemming of herstemming de stemmen staken beslist het lot.
31.5. Over alle geschillen omtrent de stemmingen, niet bij de wet of statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.
31.6. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming in de algemene vergadering is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dat oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Artikel 32.
32.1. Elk bedrag aan aandelen gelijk aan de nominale waarde van een gewoon aandeel geeft recht op het uitbrengen van één stem.
32.2. Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht; evenmin kan in de algemene vergadering stem worden uitgebracht voor aandelen waarvan de vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan de certificaten houdt. Vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen die aan de vennootschap en haar dochtermaatschappijen toebehoren zijn niet van het stemrecht uitgesloten indien het vruchtgebruik of pandrecht was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan toebehoorde.
De vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een vruchtgebruik of een pandrecht heeft.
32.3. Bij de vaststelling in hoeverre de aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, of in hoeverre het aandelenkapitaal verschaft wordt of vertegenwoordigd is, wordt geen rekening gehouden met aandelen waarvan de wet bepaalt dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
Artikel 33.
Geldige stemmen kunnen worden uitgebracht voor de aandelen van hen die uit anderen hoofde dan als aandeelhouder van de vennootschap door het te nemen besluit enig recht jegens de vennootschap zou worden toegekend, of die daardoor van enige verplichting jegens haar zouden worden ontslagen.
Artikel 34.
34.1. Leden van de raad van bestuur en commissarissen hebben toegang tot de algemene vergaderingen; zij hebben daarin een adviserende stem.
34.2. Bovendien hebben de personen toegang, die de voorzitter ter vergadering toelaat.
Vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort. Artikel 35.
35.1. Vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort of soorten zullen worden gehouden telkenmale wanneer zulks is vereist op grond van een voorschrift van de wet of van deze statuten; de vergaderingen kunnen worden bijeengeroepen door de raad van bestuur, door de raad van commissarissen en een of meer aandeelhouders en/of certificaathouders die gezamenlijk ten minste een tiende van het in aandelen van die soort geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
35.2. Het in de artikelen 25 en 27 tot en met 33 van deze statuten bepaalde is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat artikel 28, lid 1 en artikel 29, leden 1 en 2 op vergaderingen van houders van cumulatief preferente aandelen en vergaderingen van houders van een serie financieringspreferente aandelen niet van toepassing zijn; die vergaderingen worden opgeroepen door verzending van al dan niet aangetekende brieven.
Externe accountant.
Artikel 36.
36.1. De vennootschap geeft een registeraccountant (de "externe accountant") opdracht om te onderzoeken of de door de raad van bestuur opgestelde jaarrekening aan de bij en krachtens de wet gestelde voorschriften voldoet, en voorts na te gaan of het bestuursverslag, voor zover hij dat kan beoordelen, overeenkomstig de bij en krachtens de wet gestelde voorschriften is opgesteld en met de jaarrekening verenigbaar is, en of de ingevolge de wet vereiste overige gegevens daaraan zijn toegevoegd.
36.2. Tot het verlenen van de opdracht aan de externe accountant is de algemene vergadering bevoegd; indien de algemene vergadering niet overgaat tot het verlenen van een opdracht aan een externe accountant is de raad van commissarissen daartoe bevoegd, of, zo de raad van commissarissen in gebreke blijft, de raad van bestuur.
36.3. De aanwijzing van de externe accountant wordt door generlei voordracht beperkt; de opdracht kan enkel worden ingetrokken om gegronde redenen met inachtneming van lid 2 van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek door de algemene vergadering en door het
orgaan dat de opdracht heeft verleend; een door de raad van bestuur verleende opdracht kan bovendien door de raad van commissarissen worden ingetrokken.
36.4. De algemene vergadering hoort de externe accountant op diens verlangen omtrent de intrekking van een hem verleende opdracht of omtrent het hem kenbaar gemaakte voornemen daartoe.
36.5. De externe accountant kan over zijn verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd door de deelnemers in de algemene vergadering. De externe accountant zal derhalve worden uitgenodigd de algemene vergadering bij te wonen en is daarin bevoegd het woord te voeren.
36.6. De externe accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van commissarissen en aan de raad van bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
36.7. De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de raad van commissarissen bij waarin het verslag van de externe accountant betreffende het onderzoek van de jaarrekening wordt besproken.
Xxxxxxxx, bestuursverslag en jaarrekening. Artikel 37.
37.1. Het boekjaar der vennootschap eindigt op de zondag, die het dichtste bij eenendertig december van het kalenderjaar ligt en het volgende boekjaar vangt aan op de daarop volgende maandag.
37.2. Jaarlijks binnen de daartoe bij of krachtens de wet gestelde termijn stelt de raad van bestuur algemeen verkrijgbaar: de jaarrekening, het bestuursverslag, de verklaring van de accountant alsmede de overige gegevens die bij of krachtens wettelijke verplichting tezamen met de jaarrekening algemeen verkrijgbaar moeten worden gesteld.
37.3. De hoofdlijnen van de corporate governance structuur van de vennootschap worden elk jaar door de raad van bestuur in een apart hoofdstuk in het bestuursverslag uiteengezet. De raad van bestuur vermeldt in de toelichting op de jaarrekening in aanvulling op de krachtens artikel 383d van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op te nemen informatie, de waarde van de aan de raad van bestuur en het personeel toegekende opties en geeft daarbij aan hoe deze waarde is bepaald. De raad van bestuur geeft in het bestuursverslag een overzicht van alle uitstaande of potentieel inzetbare beschermingsmaatregelen tegen een overname van zeggenschap over de vennootschap en geeft daarbij aan onder welke omstandigheden deze beschermingsmaatregelen naar verwachting kunnen worden ingezet.
37.4. De jaarrekening wordt ondertekend door alle leden van de raad van bestuur en alle commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van de reden melding gemaakt.
37.5. De vennootschap maakt haar halfjaar- en kwartaalcijfers openbaar binnen de daartoe bij of krachtens de wet gestelde termijnen.
Artikel 38.
Het verlenen van decharge zoals bedoeld in artikel 26, lid 3 door de algemene vergadering dechargeert de leden van de raad van bestuur voor hun bestuur en de commissarissen voor hun toezicht en controle voorzover daarvan uit de overgelegde stukken blijkt, onverminderd het bepaalde bij de artikelen 138 en 149 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Agioreserves. Winst en verlies. Uitkeringen. Artikel 39.
39.1. De vennootschap houdt een agioreserve A en een agioreserve B aan; alle houders van de gewone aandelen zijn gerechtigd tot beide reserves, tenzij uit deze statuten anders blijkt en onverminderd het bepaalde in artikel 39 lid 3 sub c en artikel 39 lid 4 sub d. De vennootschap houdt ook een agioreserve aan waartoe alle houders van financieringspreferente aandelen gerechtigd zijn, tenzij anders blijkt uit deze statuten en onverminderd het bepaalde in artikel 39 lid 3 sub c. Bij (i) een conversie in gewone aandelen zoals bedoeld in artikel 4 lid 3, (ii) een uitgifte van gewone aandelen zoals bedoeld in artikel 5, (iii) een inkoop van gewone aandelen zoals bedoeld in artikel 7, (iv) een intrekking van gewone aandelen of een vermindering van het nominale bedrag zoals bedoeld in artikel 8 met betrekking tot gewone aandelen of (v) een omzetting van agio in aandelenkapitaal met betrekking tot gewone aandelen, besluit de algemene vergadering (of de raad van bestuur indien daartoe gemachtigd door de algemene vergadering) in hoeverre de voorgenomen transactie ten gunste of ten laste van de agioreserve A of de agioreserve B wordt geboekt, waarbij dat besluit, indien van toepassing, tevens het voor de voorgenomen transactie beschikbare bedrag van de agioreserve A en/of de agioreserve B vermeldt, en het effect van de voorgenomen transactie op dat bedrag. Indien de raad van bestuur is gemachtigd tot het besluiten over een van de handelingen als hiervoor genoemd onder (i) tot en met (v), dan wordt die machtiging tevens geacht de machtiging in te houden tot het besluiten in hoeverre de voorgenomen transactie ten gunste of ten laste van de agioreserve A of de agioreserve B wordt geboekt, zoals bedoeld in de voorgaande zin. Indien geen besluit is genomen over ten gunste of ten laste van welke agioreserve wordt geboekt, dan wordt de boeking gedaan ten gunste of ten laste van de agioreserve A en de agioreserve B in gelijke delen.
De vennootschap kan slechts uitkeringen doen op aandelen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
39.2. Uitkering van winst (waaronder wordt verstaan het batig resultaat na belastingen blijkens de vastgestelde jaarrekening) geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is, onverminderd het overigens in deze statuten bepaalde.
39.3. a. Uit de winst wordt allereerst, zo mogelijk, op de cumulatief preferente aandelen uitgekeerd het hierna te noemen percentage van het verplicht op die aandelen gestorte bedrag.
Het hiervoor bedoelde percentage is gelijk aan het gemiddelde percentage van de basis-herfinancieringstransactierente van de Europese Centrale Bank gewogen naar het aantal dagen waarvoor dit gold gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt, verhoogd met twee een/tiende (2,1) procentpunt en verhoogd met de gemiddelde opslagrente, - eveneens gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze gold - zoals toegepast door de kredietinstelling in Nederland die qua balanstotaal per het einde van het boekjaar dat voorafgaat
aan het boekjaar waarover de uitkering geschiedt, het grootste is, met dien verstande dat indien het percentage bedoeld in de vorige zin - na vastgesteld te zijn op de wijze als hiervoor is aangegeven - minder bedraagt dan vijf vijfenzeventig/honderdste procent (5,75%), het percentage bedoeld in de vorige zin vijf vijfenzeventig/honderdste procent (5,75%) zal bedragen.
b. Indien in het boekjaar waarover de hiervoor bedoelde uitkering plaatsvindt, het verplicht op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag is verlaagd of, ingevolge een besluit tot verdere storting, is verhoogd, zal de uitkering worden verlaagd, respectievelijk, zo mogelijk, worden verhoogd met een bedrag gelijk aan het hiervoor bedoelde percentage van het bedrag van de verlaging respectievelijk verhoging, berekend vanaf het tijdstip van de verlaging respectievelijk van het tijdstip waarop de verdere storting verplicht is geworden.
c. Indien en voorzover de winst niet voldoende is om de onder a van dit lid bedoelde uitkering volledig te doen, zal het tekort worden uitgekeerd ten laste van de reserves, voorzover daardoor niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in lid 1, slotzin, van dit artikel.
Indien en voorzover de onder a van dit lid bedoelde uitkering ook niet ten laste van de reserves kan worden gedaan, wordt uit de winst die in daaropvolgende jaren wordt geboekt eerst een zodanige uitkering aan de houders van cumulatief preferente aandelen gedaan dat het tekort volledig is aangezuiverd alvorens toepassing kan worden gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel. Op de cumulatief preferente aandelen worden geen verdere uitkeringen gedaan dan in dit artikel, in artikel 40 en in artikel 44 is bepaald; tussentijdse uitkeringen gedaan op cumulatief preferente aandelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 over enig boekjaar komen in mindering op de uitkeringen krachtens dit lid 3.
d. Indien de winst over een boekjaar wordt vastgesteld en in dat boekjaar een of meer cumulatief preferente aandelen met terugbetaling zijn ingetrokken, hebben degenen die houder van deze aandelen waren, een onvervreemdbaar recht op uitkering van winst als hierna omschreven. De winst, die aan de bedoelde houder(s) zo mogelijk wordt uitgekeerd, is gelijk aan het bedrag van de uitkering, waarop zij op grond van het bepaalde onder a van dit lid recht zouden hebben, indien zij ten tijde van de winstvaststelling nog houders zouden zijn geweest van de hiervoor bedoelde cumulatief preferente aandelen, naar tijdsgelang gerekend over de periode dat zij in bedoeld boekjaar houders van deze aandelen waren, op welke uitkering in mindering komt het bedrag van de uitkering op cumulatief preferente aandelen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 is gedaan.
e. Indien in de loop van enig boekjaar uitgifte van cumulatief preferente aandelen heeft plaatsgevonden, zal voor dat boekjaar het dividend op de desbetreffende aandelen naar rato tot de desbetreffende dag van uitgifte worden verminderd.
39.4. a. Vervolgens wordt, zo mogelijk, op elk financieringspreferent aandeel van een serie een dividend uitgekeerd gelijk aan het percentage genoemd in de volgende zin vermenigvuldigd met het op dat aandeel nominaal gestorte bedrag nadat dit bedrag is verhoogd met het agio dat is gestort op dat aandeel aan het begin van
het boekjaar waarover de uitkering wordt gedaan. Het percentage genoemd in de vorige zin is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de Euro SWAP rente berekend over de laatste drie dagen, voorafgaande aan de dag waarop voor het eerst een financieringspreferent aandeel van de desbetreffende serie werd uitgegeven, eventueel verhoogd met een door de raad van bestuur vastgestelde en door de raad van commissarissen goedgekeurde opslag ter grootte van maximaal driehonderd (300) basispunten afhankelijk van de dan geldende marktomstandigheden, welke opslag kan verschillen per serie, onverminderd het bepaalde in lid 10 van dit artikel. Het dividend op elk financieringspreferent aandeel van een serie wordt berekend op basis van de verhouding dertig/driehonderdzestig (30/360) (dertig dagen per maand, driehonderdzestig dagen per jaar) vermenigvuldigd met het percentage genoemd in de vorige zin en berekend op de wijze als hiervoor vermeld.
b. Onder Euro Swap rente wordt verstaan de tien (10) jaars Euro Swap rente gepubliceerd op "Reuters Telerate" pagina ISDAFIX2 (of een vervangende pagina) gebaseerd op Euribor (Euro Interbank Offered Rate) mid rate. Indien de hiervoor bedoelde publicatie niet langer plaatsvindt wordt onder Euro Swap rente verstaan de laatst vastgestelde waarde van de tien (10) jaars Euro swap rente gepubliceerd op "Bloomberg ticker" EUSA10 <INDEX> HP <GO>. Indien die publicatie ook niet langer plaatsvindt, is het in sub a genoemde percentage gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van het effectieve rendement op de in artikel 46 omschreven staatsleningen te berekenen conform het bepaalde in artikel 46.
c. Per de dag waarop tien jaar zijn verstreken sedert de dag waarop voor het eerst een financieringspreferent aandeel van een serie werd uitgegeven, en vervolgens telkenmale tien jaar nadien, zal het dividendpercentage van financieringspreferente aandelen van de desbetreffende serie worden aangepast aan het alsdan geldende percentage als genoemd in sub a, berekend op de wijze als hiervoor vermeld en eventueel verhoogd met een door de raad van bestuur vastgestelde en door de raad van commissarissen goedgekeurde opslag ter grootte van maximaal driehonderd (300) basispunten, welke opslag kan verschillen per serie, onverminderd het bepaalde in lid 10 van dit artikel.
Indien het dividendpercentage is aangepast in de loop van het boekjaar, geldt voor de berekening van het dividend over die periode het vóór die aanpassing geldende percentage, tot de dag van aanpassing en vanaf die dag, het gewijzigde percentage.
d. Indien en voorzover de winst niet voldoende is om de in dit lid bedoelde uitkering volledig te doen, zal het tekort worden uitgekeerd ten laste van de reserves, voorzover daardoor niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in lid 1, slotzin, van dit artikel.
Indien en voorzover de onder a van dit lid bedoelde uitkering ook niet ten laste van de reserves kan worden gedaan, wordt uit de winst die in de daaropvolgende jaren wordt geboekt eerst een zodanige uitkering aan de houders van financieringspreferente aandelen gedaan dat het tekort volledig is aangezuiverd alvorens toepassing kan worden gegeven aan het bepaalde in de volgende leden
van dit artikel. Bij de toepassing van het bepaalde in dit onderdeel d. worden de houders van de verschillende series financieringspreferente aandelen gelijk behandeld.
Op de financieringspreferente aandelen worden geen verdere uitkeringen gedaan dan in dit artikel, in artikel 40 en in artikel 44 is bepaald; tussentijdse uitkeringen gedaan op financieringspreferente aandelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 over enig boekjaar komen in mindering op de uitkeringen krachtens dit lid 4.
e. Indien in het boekjaar waarover de hiervoor bedoelde uitkering plaatsvindt, het op de financieringspreferente aandelen van een bepaalde serie gestorte bedrag is verlaagd, zal de uitkering worden verlaagd met een bedrag gelijk aan het hiervoor bedoelde percentage van het bedrag van de verlaging, berekend vanaf het tijdstip van de verlaging.
f. Indien de winst over een boekjaar wordt vastgesteld en in dat boekjaar een of meer financieringspreferente aandelen met terugbetaling zijn ingetrokken, hebben degenen die blijkens het in artikel 9 bedoelde register ten tijde van bedoelde intrekking houder van deze financieringspreferente aandelen waren, een onvervreemdbaar recht op uitkering van winst als hierna omschreven. De winst, die aan de bedoelde houder van financieringspreferente aandelen zo mogelijk wordt uitgekeerd, is gelijk aan het bedrag van de uitkering, waarop hij op grond van het bepaalde in dit lid recht zou hebben, indien hij ten tijde van de winstvaststelling nog houder zou zijn geweest van de hiervoor bedoelde financieringspreferente aandelen, naar tijdsgelang gerekend over de periode dat hij in bedoeld boekjaar houder van deze financieringspreferente aandelen was, op welke uitkering in mindering komt het bedrag van de uitkering op de betreffende financieringspreferente aandelen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 is gedaan.
g. Indien in de loop van enig boekjaar uitgifte van financieringspreferente aandelen heeft plaatsgevonden, zal voor dat boekjaar het dividend op de desbetreffende financieringspreferente aandelen naar rato tot de eerste dag van uitgifte worden verminderd.
h. Indien in de loop van enig boekjaar conversie heeft plaatsgevonden van financieringspreferente aandelen in gewone aandelen, zal het recht op dividend dat een houder van financieringspreferente aandelen heeft blijven bestaan op alle aandelen van de betreffende serie tot het moment van conversie in het betreffende boekjaar. Uitkering van het in de vorige zin bedoelde dividend zal plaatsvinden na vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar waarin de conversie heeft plaatsgevonden, met inachtneming van de overige bepalingen in deze statuten met betrekking tot het doen van uitkeringen.
39.5. Van hetgeen van de winst overblijft na toepassing van leden 3 en 4 worden zodanige reserveringen gedaan als door de raad van commissarissen in overleg met de raad van bestuur nodig wordt geacht en met inachtneming van het reserverings- en dividendbeleid van de vennootschap.
39.6. Hetgeen van de winst overblijft na toepassing van de leden 3, 4 en 5 is ter beschikking van de algemene vergadering die kan besluiten tot reservering of tot uitkering aan de houders van gewone aandelen.
39.7. De algemene vergadering kan op voorstel van de raad van bestuur gedaan met goedkeuring van de raad van commissarissen besluiten aan de houders van gewone aandelen een uitkering te doen in de vorm van gewone aandelen in het kapitaal van de vennootschap.
39.8. Met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde kan de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur, gedaan met goedkeuring van de raad van commissarissen, besluiten tot uitkeringen aan houders van gewone aandelen ten laste van een of meer reserves die niet krachtens de wet moeten worden aangehouden en waarvan het de vennootschap niet verboden is op grond van deze statuten uitkeringen te doen aan houders van gewone aandelen.
39.9. Op aandelen die de vennootschap zelf houdt in haar eigen kapitaal, of waarvan zij de certificaten houdt, worden geen uitkeringen gedaan, tenzij die aandelen of certificaten zijn belast met vruchtgebruik of pandrecht.
39.10. De wijziging van een opslag bedoeld in lid 4 onder a en c, ten opzichte van een eerder door de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen vastgestelde opslag, behoeft de goedkeuring van de vergadering van houders van financieringspreferente aandelen van de desbetreffende serie. Indien de goedkeuring niet wordt verleend, geldt de eerder vastgestelde opslag.
39.11. Indien de vennootschap na afloop van een boekjaar verlies heeft gemaakt, besluit de raad van commissarissen in overleg met de raad van bestuur over de verwerking van het verlies.
Tussentijdse uitkeringen. Artikel 40.
40.1. Met voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen kan de raad van bestuur tot tussentijdse uitkeringen aan aandeelhouders of aan houders van aandelen van een bepaalde soort of serie besluiten, indien uit een tussentijdse vermogensopstelling blijkt dat aan het vereiste van artikel 39, lid 1, slotzin, is voldaan en met inachtneming van het reserverings- en dividendbeleid van de vennootschap.
40.2. De tussentijdse vermogensopstelling heeft betrekking op de stand van het vermogen op ten vroegste de eerste dag van de derde maand voor de maand waarin het besluit tot uitkering wordt bekendgemaakt. Zij wordt opgemaakt met inachtneming van in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden. In de vermogensopstelling worden de krachtens de wet en de statuten te reserveren bedragen opgenomen. Zij wordt ondertekend door de leden van de raad van bestuur; ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
40.3. In geval van intrekking met terugbetaling van cumulatief preferente aandelen wordt op de dag van terugbetaling een uitkering gedaan op de ingetrokken cumulatief preferente aandelen, welke uitkering berekend wordt in overeenstemming met het bepaalde in lid 3 van artikel 39 en wel over de periode waarover nog niet eerder een uitkering bedoeld in de eerste zin van lid 3 van artikel 39 is gedaan tot aan de dag van terugbetaling, een en
ander mits is voldaan aan het vereiste in lid 1, slotzin, van artikel 39 blijkens een tussentijdse vermogensopstelling als bedoeld in het vorige lid.
40.4. In geval van intrekking met terugbetaling van alle geplaatste aandelen van een of meer series financieringspreferente aandelen wordt op de dag van terugbetaling een uitkering gedaan gelijk aan het op het betreffende aandeel bij uitgifte gestorte agio vermeerderd met een uitkering welke uitkering berekend wordt in overeenstemming met het bepaalde in lid 4 van artikel 39 en wel over de periode waarover nog niet eerder een uitkering bedoeld in de eerste zin van lid 4 van artikel 39 is gedaan tot aan de dag van terugbetaling, een en ander mits is voldaan aan het vereiste van lid 1, slotzin, van artikel 39 blijkens een tussentijdse vermogensopstelling als bedoeld in lid 2 van dit artikel.
Artikel 41.
41.1. De raad van bestuur maakt een voorstel tot uitkering op aandelen en een besluit tot tussentijdse uitkering onverwijld openbaar op de bij of krachtens de wet voorgeschreven wijze.
De openbaarmaking vermeldt de dag waarop en de plaats waar de uitkering betaalbaar of - in geval van een voorstel tot uitkering - vermoedelijk betaalbaar wordt gesteld.
41.2. Uitkeringen zijn betaalbaar uiterlijk dertig dagen na de dag waarop zij zijn vastgesteld, tenzij het orgaan dat de uitkering vaststelt een andere dag bepaalt.
41.3. Uitkeringen, waarover vijf jaren en één maand nadat zij opeisbaar zijn geworden niet is beschikt, vervallen aan de vennootschap en worden aan de algemene reserve toegevoegd.
41.4. De raad van bestuur kan bepalen dat uitkeringen op aandelen ter keuze van de aandeelhouder in euro of in andere valuta betaalbaar worden gesteld.
Statutenwijziging.
Artikel 42.
42.1. Alle bepalingen van deze statuten kunnen worden gewijzigd door de algemene vergadering, met inachtneming van het bepaalde in de wet en deze statuten.
42.2. Een besluit tot wijziging van deze statuten wordt genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, indien die meerderheid ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, tenzij het voorstel tot wijziging van deze statuten afkomstig is van de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen, in welk geval het besluit wordt genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, zonder het vereiste van een quorum. Indien een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen het besluit tot wijziging van deze statuten, niet zijnde gebaseerd op een voorstel daartoe van de raad van bestuur, steunt, maar die meerderheid niet ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, dan kan in een nieuwe vergadering die wordt bijeengeroepen het besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen worden genomen, onafhankelijk van het op deze vergadering vertegenwoordigd gedeelte van het kapitaal.
42.3. Een besluit tot wijziging van de statuten, waarbij wijziging wordt gebracht in de rechten, die aan de houders van aandelen van een bepaalde soort als zodanig toekomen, behoeft de voorafgaande goedkeuring van de vergadering van houders van aandelen van die soort.
42.4. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot statutenwijziging wordt gedaan, moet zulks steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering waarin dat voorstel wordt behandeld worden vermeld en moet tegelijkertijd een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, bij de oproeping op de website van de vennootschap worden geplaatst.
Ontbinding.
Artikel 43.
43.1. Een besluit tot ontbinding der vennootschap kan slechts worden genomen door de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur gedaan met de goedkeuring van de raad van commissarissen.
43.2. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot ontbinding van de vennootschap wordt gedaan, moet zulks steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering waarin dat voorstel wordt behandeld worden vermeld.
Vereffening. Artikel 44.
44.1. Voorzover de rechter geen andere vereffenaar heeft benoemd, geschiedt de vereffening van het vermogen van de vennootschap door de raad van bestuur onder toezicht van de raad van commissarissen, tenzij de raad van commissarissen een of meer vereffenaars benoemt. De algemene vergadering bepaalt op voorstel van de raad van commissarissen de beloning door de vereffenaars gezamenlijk en door de raad van commissarissen te genieten.
44.2. De vereffening geschiedt voorts volgens de bepalingen van deze statuten en de terzake geldende wettelijke bepalingen.
44.3. De bepalingen van deze statuten blijven ook tijdens de vereffening zoveel mogelijk van kracht.
44.4. Hetgeen na de voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de vennootschap is overgebleven, wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 23b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, als volgt verdeeld:
a. allereerst wordt zo mogelijk aan de houders van de cumulatief preferente aandelen het nominale bedrag van hun aandelen, dan wel indien deze niet zijn volgestort het daarop gestorte bedrag, uitgekeerd, vermeerderd met een bedrag gelijk aan het in lid 3 van artikel 39 bedoelde percentage van het verplicht op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag berekend over ieder jaar of gedeelte van een jaar in de periode, die aanvangt op de dag volgende op de periode waarover het laatste dividend op de cumulatief preferente aandelen is betaald en die eindigt op de dag van de in dit artikel bedoelde uitkering op cumulatief preferente aandelen;
b. vervolgens wordt zo mogelijk uitgekeerd aan de houders van de financieringspreferente aandelen het nominale bedrag van hun aandelen vermeerderd met het bij uitgifte gestorte agio op het betreffende aandeel, vermeerderd met een bedrag gelijk aan het in artikel 39, lid 4 onder a, bedoelde percentage over de daar vermelde bedragen, berekend over de periode, die aanvangt op de eerste dag van het boekjaar volgend op het boekjaar waarover voor het laatst dividend op die aandelen is uitgekeerd en die eindigt op de dag
van de in dit artikel bedoelde uitkering op financieringspreferente aandelen, met dien verstande dat alle uitkeringen die over deze periode op de financieringspreferente aandelen zijn betaald, in mindering komen op de uitkering ingevolge dit onderdeel.
Indien hetgeen resteert niet voldoende is om de uitkeringen als bedoeld onder deze letter b, te doen, zullen die uitkeringen aan de houders van de financieringspreferente aandelen geschieden naar rato van de bedragen die zouden worden uitgekeerd indien het restant wel voldoende voor volledige uitkering zou zijn;
c. vervolgens wordt zo mogelijk aan houders van gewone aandelen uitgekeerd het nominale bedrag van hun gewone aandelen vermeerderd met het saldo van de agioreserve A en van de agioreserve B, te verdelen naar verhouding van het nominale bedrag aan gewone aandelen dat ieder bezit;
d. van hetgeen daarna overblijft geschiedt een uitkering aan houders van oprichtersbewijzen, waarvan er eenhonderd twintig (120) in omloop zijn, van tien procent (10%) van dit overblijvende bedrag nadat dit bedrag is verminderd met dat gedeelte van de algemene reserve en van de overige uit de winstverdeling gevormde reserves, waarmede deze de reserves volgens de balans per eenendertig december negentienhonderd eenenzestig overtreffen, te verdelen onder de houders van oprichtersbewijzen naar verhouding van het aantal zodanige bewijzen dat ieder bezit;
e. hetgeen na uitkering als sub a, b, c en d bedoeld overblijft komt toe aan de houders van gewone aandelen in verhouding van het nominaal bedrag aan gewone aandelen dat ieder bezit.
Overgangsbepalingen. Artikel 45.
45.1. Waar in de artikelen 39, lid 4a, 40, lid 4 en 44, lid 4b wordt gerefereerd aan een agiostorting wordt daaronder, met betrekking tot aandelen uitgegeven op een datum liggend voor eenentwintig juli negentienhonderdzevenennegentig, verstaan het bedrag dat wordt gevonden met de volgende formule:
A = B – vijfentwintig guldencent (NLG 0,25), waarbij:
"A" staat voor het relevante bedrag dat voor de bepaling toegepast moet worden; en "B" staat voor het oorspronkelijke bedrag dat als agio is gestort.
45.2. Waar in de artikelen 39, lid 4a, 40, lid 4 en 44, lid 4b wordt gerefereerd aan een agiostorting wordt daaronder, met betrekking tot aandelen uitgegeven op of voor de datum van de statutenwijziging van tien oktober tweeduizend, verstaan het bedrag dat wordt gevonden met de volgende formule:
A = B – C, waarbij:
"A" staat voor het relevante bedrag dat voor de bepaling toegepast moet worden; "B" staat voor het oorspronkelijke bedrag dat als agio is gestort, en indien van toepassing, aangepast op grond van artikel 45, lid 1; en
"C" staat voor twee en eenendertig honderdste eurocent (EUR 0,0231).
Artikel 46.
46.1. In afwijking van het bepaalde in artikel 39, lid 4, geldt ter zake van de financieringspreferente aandelen die uitstaan ten tijde van de statutenwijziging van zesentwintig november tweeduizenddrie het volgende: Na toepassing van het bepaalde van artikel 39, lid 3 wordt aan degenen die blijkens het in artikel 9 bedoelde register ten tijde van de statutenwijziging van zesentwintig november tweeduizenddrie houder van deze financieringspreferente aandelen waren, zo mogelijk, een dividend uitgekeerd gelijk aan een percentage berekend over het op dat aandeel nominaal gestorte bedrag nadat dit bedrag is verhoogd met het agio dat werd gestort op het eerste financieringspreferent aandeel dat van die serie werd uitgegeven, en wel door het rekenkundig gemiddelde te nemen van het effectieve rendement op de hierna te omschrijven staatsleningen, zoals gepubliceerd door Xxxxxxxxx of, indien Bloomberg deze informatie niet publiceert, door Reuters over de laatste tien beursdagen, voorafgaande aan de dag waarop voor het eerst een financieringspreferent aandeel van de desbetreffende serie werd uitgegeven, eventueel verhoogd met een door de raad van bestuur vastgestelde en door de raad van commissarissen goedgekeurde opslag ter grootte van maximaal honderdvijftig basispunten afhankelijk van de dan geldende marktomstandigheden, welke opslag kan verschillen per serie, onverminderd het bepaalde in artikel 39, lid 10.
46.2. Onder de in lid 1 vermelde staatsleningen worden verstaan de staatsleningen ten laste van de Staat der Nederlanden in guldens met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar. Indien het effectieve rendement op deze staatsleningen ten tijde van de berekening van het dividendpercentage niet door Xxxxxxxxx dan wel Reuters wordt gepubliceerd, zal onder in lid 1 vermelde staatsleningen verstaan worden de staatsleningen ten laste van de Staat der Nederlanden in guldens met een (resterende) looptijd, die zo nauw mogelijk aansluit bij een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar waarvan het effectieve rendement ten tijde van de berekening van het dividendpercentage wel door Xxxxxxxxx dan wel Reuters wordt gepubliceerd als hiervoor vermeld, xxxxx echter met een maximum (resterende) looptijd van tien jaar. Indien dergelijke publicaties niet beschikbaar zijn of dergelijke staatsleningen niet zijn uitgegeven, kan de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen een daarmee meest vergelijkbare informatiebron of staatslening vaststellen.
46.3. Het dividendpercentage van financieringspreferente aandelen van een serie die ten tijde van de statutenwijziging van zesentwintig november tweeduizenddrie zijn uitgegeven en geregistreerd in het in artikel 9 bedoelde register zal worden aangepast indien, tien jaar zijn verstreken sedert de dag waarop voor het eerst een financieringspreferent aandeel van een serie werd uitgegeven, en vervolgens telkenmale tien jaar nadien. Aanpassing zal plaatsvinden conform het bepaalde in artikel 39, lid 4 sub c, onverminderd het bepaalde in artikel 39, lid 10.
46.4. In geval van vereffening als bedoeld in artikel 44, wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 44, lid 4 sub b, zo mogelijk, aan de houders van de financieringspreferente aandelen die uitstaan ten tijde van de statutenwijziging van zesentwintig november tweeduizenddrie, het nominale bedrag van hun aandelen vermeerderd met het bij uitgifte gestorte agio op betreffende aandeel, vermeerderd met een bedrag gelijk aan
het in lid 1 van dit artikel, bedoelde percentage over de daar vermelde bedragen, berekend over de periode, die aanvangt op de eerste dag van het boekjaar volgend op het boekjaar waarover voor het laatst dividend op die aandelen is uitgekeerd en die eindigt op de dag van de in artikel 44 bedoelde uitkering op financieringspreferente aandelen, met dien verstande dat alle uitkeringen die over deze periode op de financieringspreferente aandelen zijn betaald, in mindering komen op de uitkering ingevolge dit lid.
Indien hetgeen resteert niet voldoende is om deze uitkeringen te doen, zullen die uitkeringen aan de houders van de financieringspreferente aandelen geschieden naar rato van de bedragen die zouden worden uitgekeerd indien het restant wel voldoende voor volledige uitkering zijn.
46.5. Indien tien jaar zijn verstreken sedert de dag waarop voor het eerst een financieringspreferent aandeel van een serie werd uitgegeven en die ten tijde van de statutenwijziging van zesentwintig november tweeduizenddrie zijn geregistreerd in het in artikel 9 bedoelde register en vervolgens telkenmale tien jaar nadien zal in geval van vereffening als bedoeld in artikel 44, uitkering op financieringspreferente aandelen plaatsvinden conform het bepaalde in artikel 44, lid 4 sub b.
Samenvoeging van aandelen, onderaandelen. Artikel 47.
47.1. Met ingang van de statutenwijziging van tweeëntwintig augustus tweeduizendzeven zijn de onmiddellijk voorafgaand daaraan door een aandeelhouder gehouden gewone aandelen met een nominale waarde van destijds vierentwintig eurocent (EUR 0,24) elk samengevoegd tot zoveel gewone aandelen met een nominale waarde van destijds dertig eurocent (EUR 0,30) elk, als werd gevonden door het totale aantal van de destijds door de betreffende aandeelhouder onmiddellijk voorafgaand aan die statutenwijziging gehouden gewone aandelen van destijds vierentwintig eurocent
(EUR 0,24) elk te vermenigvuldigen met vier/vijfde (0,8), waarbij voorts gold dat de teller van een daarna uit die vermenigvuldiging nog resulterende breuk van één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van destijds dertig eurocent (EUR 0,30), van welke breuk de noemer tien (10) was, het aantal onderaandelen met een nominale waarde van destijds drie eurocent (EUR 0,03) van één (1) gewoon aandeel van destijds dertig eurocent (EUR 0,30) aangaf dat de desbetreffende aandeelhouder in verband met vorenbedoelde samenvoeging met ingang van die statutenwijziging tevens hield.
Met ingang van de statutenwijziging van zevenentwintig maart tweeduizendveertien (deel II) zijn de onmiddellijk voorafgaand daaraan door een aandeelhouder gehouden gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één euro en zesenvijftig eurocent (EUR 1,56) elk en onderaandelen van gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één/tiende (1/10e) gedeelte van één euro en zesenvijftig eurocent (EUR 1,56) elk samengevoegd tot zoveel gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één euro en negenenzestig eurocent (EUR 1,69) elk, als werd gevonden door het totale aantal van de door de betreffende aandeelhouder onmiddellijk voorafgaand aan die statutenwijziging gehouden gewone aandelen van destijds één euro en zesenvijftig eurocent (EUR 1,56) elk en de onderaandelen van gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één/tiende (1/10e) gedeelte van één
euro en zesenvijftig eurocent (EUR 1,56) elk te vermenigvuldigen met twaalf/dertiende (12/13e), waarbij voorts gold dat de teller van een daarna uit die vermenigvuldiging nog resulterende breuk van één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van destijds één euro en zesenvijftig eurocent (EUR 1,56), van welke breuk de noemer dertien (13) was en welke uitkomst op tienden is afgerond naar boven, het aantal onderaandelen met een gerechtigdheid van één/dertiende (1/13e) gedeelte van één (1) gewoon aandeel van destijds één euro en negenenzestig eurocent (EUR 1,69) aangaf dat de desbetreffende aandeelhouder in verband met vorenbedoelde samenvoeging met ingang van die statutenwijziging tevens hield.
In verband met de statutenwijziging van zevenentwintig maart tweeduizendveertien (deel III) geldt, met inachtneming van het bepaalde in dit artikellid, dat een onderaandeel een gerechtigdheid van één/dertiende (1/13e) gedeelte heeft van één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van destijds één eurocent (EUR 0,01).
Met ingang van de statutenwijziging van vijftien juli tweeduizendzestien (deel II) zijn de onmiddellijk voorafgaand daaraan door een aandeelhouder gehouden gewone aandelen met een nominale waarde van destijds twee euro en tweeënzeventig eurocent (EUR 2,72) elk en onderaandelen van gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één/dertiende (1/13e) gedeelte van twee euro en tweeënzeventig eurocent (EUR 2,72) elk samengevoegd tot zoveel gewone aandelen met een nominale waarde van destijds twee euro en negenentachtig eurocent (EUR 2,89) elk, als werd gevonden door het totale aantal van de door de betreffende aandeelhouder onmiddellijk voorafgaand aan die statutenwijziging gehouden gewone aandelen van destijds twee euro en tweeënzeventig eurocent (EUR 2,72) elk en de onderaandelen van gewone aandelen met een nominale waarde van destijds één/dertiende (1/13e) gedeelte van twee euro en tweeënzeventig eurocent (EUR 2,72) elk te vermenigvuldigen met zestien/zeventiende (16/17e), waarbij voorts gold dat de teller van een daarna uit die vermenigvuldiging nog resulterende breuk van één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van destijds twee euro en tweeënzeventig eurocent (EUR 2,72), van welke breuk de noemer éénduizend éénhonderdvijf (1.105) was en welke uitkomst op tienden is afgerond naar boven, het aantal onderaandelen met een gerechtigdheid van één/éénduizend éénhonderdvijfde (1/1.105e) deel van één (1) gewoon aandeel van destijds twee euro en negenentachtig eurocent (EUR 2,89) aangaf dat de desbetreffende aandeelhouder in verband met vorenbedoelde samenvoeging met ingang van die statutenwijziging tevens hield.
In verband met de onderhavige statutenwijziging van vijftien juli tweeduizendzestien (deel III) geldt, met inachtneming van het bepaalde in dit artikellid, dat een onderaandeel een gerechtigdheid van één/éénduizend éénhonderdvijfde (1/1.105e) gedeelte heeft van één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van één eurocent (EUR 0,01).
47.2. Ieder onderaandeel luidt op naam.
47.3. Onverminderd het overigens in dit artikel 47 bepaalde vinden de bepalingen van Titel 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over aandelen en aandeelhouders overeenkomstige toepassing op onderaandelen en houders van onderaandelen, voor zover uit die bepalingen niet anders blijkt.
47.4. De bepalingen van deze statuten over aandelen respectievelijk houders van aandelen zijn van overeenkomstige toepassing op onderaandelen en houders van onderaandelen, voor zover uit die bepalingen en de leden 5 tot en met 7 van dit artikel 47 niet anders blijkt.
47.5. Een houder van een of meer onderaandelen kan tezamen met een of meer andere houders van een of meer onderaandelen de aan één (1) gewoon aandeel met een nominale waarde van één eurocent (EUR 0,01) verbonden vergader- en stemrechten uitoefenen voor zover het door zodanige houders van een of meer onderaandelen gezamenlijk gehouden aantal onderaandelen gelijk is aan éénduizend éénhonderdvijf (1.105) of een veelvoud daarvan. Deze rechten worden uitgeoefend hetzij door één van hen, daartoe door de anderen schriftelijk gevolmachtigd, hetzij door een gevolmachtigde aan wie daartoe door die houders van onderaandelen schriftelijke volmacht is verleend.
47.6. Iedere houder van een onderaandeel is gerechtigd tot één/éénduizend éénhonderdvijfde (1/1.105e) gedeelte van het (interim-)dividend en enige andere uitkering waartoe een houder van een (1) gewoon aandeel van één eurocent (EUR 0,01) is gerechtigd.
47.7. Indien de houder van een of meer onderaandelen een zodanig aantal onderaandelen verkrijgt dat het totaal door hem gehouden aantal onderaandelen ten minste gelijk is aan éénduizend éénhonderdvijf (1.105), worden telkens éénduizend éénhonderdvijf (1.105) door hem gehouden onderaandelen van rechtswege samengevoegd tot een (1) gewoon aandeel van één eurocent (EUR 0,01).
47.8. Dit artikel vervalt tezamen met zijn opschrift (onder vernummering van de eventuele hierna in deze statuten opgenomen artikelen en verwijzingen naar die artikelen) per het moment dat er geen onderaandelen meer uitstaan.
Artikel 48.
48.1. Met ingang van de onderhavige statutenwijziging van vijftien juli tweeduizendzestien (deel III) representeren de door een aandeelhouder onmiddellijk voorafgaand aan de onderhavige statutenwijziging gehouden aandeelbewijzen van gewone aandelen met een nominale waarde van vijftig cent (NLG 0,50) een aantal gewone aandelen respectievelijk onderaandelen als volgt uit het bepaalde in artikel 47 lid 1, waarbij de door het aandeelbewijs gerepresenteerde gewone aandelen met een nominale waarde van vijftig cent (NLG 0,50) elk geacht worden gewone aandelen te representeren met een nominale waarde van één eurocent (EUR 0,01).
48.2. Tegen inlevering van de aandeelbewijzen en eventueel daarbij behorende dividendbewijzen aan de vennootschap of een aangesloten instelling, kunnen (i) aandeelbewijzen met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en artikel 47 worden omgewisseld voor gewone aandelen aan toonder die belichaamd zijn in het aandeelbewijs (verzamelbewijs), en (ii), indien van toepassing, onderaandelen op naam in het aandeelhoudersregister worden ingeschreven. De vennootschap zal voor een dergelijke omwisseling en inschrijving kosten in rekening brengen. De houder van een aandeel aan toonder belichaamd in een aandeelbewijs van gewone aandelen met een nominale waarde van vijftig cent (NLG 0,50) en een persoon met een pandrecht of een recht op vruchtgebruik op zodanige aandelen kan alle aan een gewoon aandeel
verbonden rechten eerst jegens de vennootschap uitoefenen als de omwisseling en, indien van toepassing, inschrijving als hiervoor bedoeld heeft plaatsgevonden.