VERDRAG TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN
VERDRAG TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN
DE REGERING VAN DE REPUBLIEK VAN ZUID-AFRIKA
INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN
ONDERWIJS, KUNST, CULTUUR, WETENSCHAP,
TECHNOLOGIE EN SPORT
PREAMBULE
OVERWEGENDE dat de Vlaamse regering en de regering van de Republiek van Zuid-Afrika (hierna samen “de Partijen” en afzonderlijk “Partij” te noemen), hun intentie hebben verklaard om op verschillende gebieden hun betrekkingen te versterken;
OVERWEGENDE dat de Partijen de vriendschapsbanden en de wederzijdse verstandhouding tussen de beide volkeren xxxxxx te versterken en te verdiepen;
OVERWEGENDE dat de Partijen zich bewust zijn van de wenselijkheid van een zo ruim mogelijke bevordering van de wederzijdse kennis van en het begrip voor hun respectieve culturen en verworvenheden op intellectueel, opvoedkundig, artistiek, wetenschappelijk, technologisch en sportief gebied, alsook van hun geschiedenis en leefwijze, via een vriendschappelijke samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika;
OVERWEGENDE dat de Partijen ernaar streven de levenskwaliteit van hun volkeren te verhogen en te verbeteren; en
STEUNEND OP de vriendschapsbanden en de samenwerking tussen hun inwoners, het wederzijdse vertrouwen en de gehechtheid aan de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit;
OM DIE REDENEN komen de Partijen het volgende overeen
ARTIKEL 1
Met het oog op een verruiming en versterking van de banden tussen Vlaanderen en Zuid- Afrika, zullen de Partijen samenwerking aanmoedigen op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur, wetenschap, technologie en sport.
(1)
(2)
ARTIKEL 2
De Partijen zullen, in overeenstemming met de doelstellingen van dit Verdrag, contacten en samenwerking tussen belanghebbende instellingen, organisaties en personen in Vlaanderen en Zuid-Afrika aanmoedigen in de domeinen waarop dit Verdrag betrekking heeft.
Bij de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag zal de autonomie van de relevante instellingen en instanties worden geëerbiedigd. De mogelijkheid die ze hebben om vrij onderlinge betrekkingen en overeenkomsten aan te gaan en te onderhouden zal worden erkend, overeenkomstig de wetgeving en de grondwet van de Republiek van Zuid-Afrika en van het Koninkrijk Belgie
ARTIKEL 3
Met het oog op een verruiming en versterking van de banden tussen Vlaanderen en Zuid- Afrika, zullen de Partijen samenwerking aanmoedigen op het gebied van onderwijs. Daartoe zullen de Partijen:
(1) de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, de uitwisseling van academici en leerkrachten op onderwijsgebieden die van wederzijds belang zijn en de uitwisseling over onderwijs aanmoedigen; en
(2) de studie van de talen en de literatuur van Vlaanderen en Zuid-Afrika aanmoedigen,
ARTIKEL 4
De Partijen zullen samenwerking aanmoedigen in verschillende domeinen van de wetenschap en de technologie, zoals de uitwisseling van wetenschappers, de uitvoering van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, de organisatie van gezamenlijke wetenschappelijke seminaries, uitnodigingen voor wetenschappers om deel te nemen aan conferenties en andere wetenschappelijke ontmoetingen, en de uitwisseling van publicaties en informatie.
ARTIKEL 5
Beide Partijen zullen samenwerking ondersteunen op het gebied van kunst en cultuur door het bevorderen van
(1) bezoeken en activiteiten door artiesten, musici, dansers, acteurs, auteurs, vertalers en andere professionele kunstbeoefenaars;
(2) de uitwisseling van kunsttentoonstellingen en de deelname aan internationale kunstevenementen in Vlaanderen en Zuid-Afrika;
(3) samenwerking op het gebied van film en cinematografie alsook bezoeken door delegaties en specialisten op het gebied van film en cinematografie;
(4) de uitwisseling van theater- en muziekstukken van de andere Partij, en
(5) de vertaling en de publicatie in Vlaanderen en Zuid-Afrika van literaire werken van de andere Partij.
ARTIKEL 6
Aangelegenheden met betrekking tot de promotie en het onderwijs van de Nederlandse taal in Zuid-Afrika zijn naar de Nederlandse Taalunie (NTU) gedelegeerd, een intergouvemementele organisatie opgericht door Belgie en Nederland in 1980 om de Nederlandse taal in de ruimste zin te promoten
De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van de amateurkunsten door het uitwisselen van groepen te ondersteunen en door rechtstreekse contacten tussen organisaties voor amateurkunsten aan te moedigen, teneinde de traditionele volkskunst van Vlaanderen en Zuid-Afrika een ruimere bekendheid te geven.
ARTIKEL 8
Voorzover deze activiteiten tot hun bevoegdheid behoren, bevorderen de Partijen de samenwerking tussen musea, uitgevers en instellingen ter bescherming van het cultureel erfgoed. Rekening houdend met de vigerende nationale wetgeving, bevorderen de Partijen de uitwisseling van boeken, kranten, tijdschriften, magazines en alle andere publicaties.
ARTIKEL 9
De Partijen zullen te zijner tijd informatie uitwisselen met betrekking tot nationale feestdagen, internationale conferenties, wedstrijden, festivals en andere evenementen in Vlaanderen en Zuid-Afrika op het gebied van kunst en cultuur.
ARTIKEL 10
De Partijen zullen uitwisselingsprogramma’s voor jongeren en rechtstreekse contacten tussen jongerenorganisaties aanmoedigen.
ARTIKEL 11
De Partijen ondersteunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van sport, op basis van rechtstreekse overeenkomsten tussen de sportinstanties in Vlaanderen en Zuid-Afrika.
Met het oog op de toepassing van dit verdrag wordt een gemengde Vlaamse /Zuid- Afìikaanse Commissie opgericht, die minstens eenmaal om de twee jaar vergadert, tenzij anders door de Partijen overeengekomen.
De Commissie zal afwisselend in Vlaanderen en Zuid-Afrika vergaderen om samenwerkingsprogramma’s te bespreken.
Dezr samenwerkingsprogramma’s zullen, indien door beide Partijen goedgekeurd, een specifieke geldigheidsduur hebben en concrete vormen van samenwerking, evenementen en uitwisselingen behelzen alsook organisatorische en financiële voorwaarden voor de uitvoering ervan.
ARTIKEL 13
Alle activiteiten die in het raam van dit Verdrag worden uitgevoerd, zullen onderworpen zijn aan de vigerende wetten van de respectievelijke Partijen.
ARTIKEL 14
Elk geschil met betrekking tot de interpretatie of toepassing van dit samenwerkingsverdrag zal worden opgelost in overleg tussen de Partijen.
ARTIKEL 15
Dit Verdrag kan worden gewijzigd in onderling overleg via een uitwisseling van nota’s tussen de Partijen.
ARTIKEL 16
(1) Dit Verdrag treedt in werking zodra beide Partijen elkaar via diplomatieke weg schrifielijk bevestigd hebben dat hun respectieve grondwettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van het verdrag zijn vervuld. De datum van inwerkingtreding valt samen met de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving
(2) Dit verdrag blijft van kracht overeenkomstig de bepalingen van artikel 17
ARTIKEL
(1)
(2)
Elke Partij kan, met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, via diplomatieke weg schriftelijk een einde te maken aan dit Verdrag.
De beëindiging van dit Verdrag heeft geen invloed op de programma’s die voor de beëindiging ervan werden opgestart, tenzij anders tussen de Partijen wordt overeengekomen.
TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van de Partijen, die verklaren hiertoe over de nodige volmachten te beschikken vanwege hun respectieve regeringen, dit verdrag ondertekend en bekrachtigd hebben in tweevoud, in de Nederlandse e n de Engelse taal. Beide teksten zijn rechtsgeldig.
Opganaakt in .
het jaar negentienhonderd
VOOR EN IN NAAM VAN DE
VLAAMSE REGERING ,
VOOR EN IN NAAM VAN DE REGERING VAN DE
REPUBLIEK ZUID-AFRIKA
AGREEMENT
BETWEEN
THE GOVERNMENT OF FLANDERS
THE GOVERNMENT OF THE REPUBLIC OF SOUTHAFRICA
ON COOPREATION IN THE FIELDS OF
EDUCATION, ARTS, CULTURE, SCIENCE, TECHNOLOGY AND SPORT
PREAMBLE
the Government of Flanders and the Government of the Republic of South Africa (hereinafter jointly referred to as "the Parties" and in the singular as "Party"), have declared their intention to strengthen their relations in various fields;
the Parties are desirous to consolidate and strengthen the friendly ties and mutual understanding between their two peoples;
the Parties are conscious of the desirability of promoting to the greatest possible extent the mutual knowledge and understanding of their respective cultures and intellectual, educational, artistic, scientific, technological and sporting achievements, as wel1 as of their history and way of life, by means of friendly cooperation between Flanders and South Africa;
WHEREAS the Parties are desirous to uplift and enhance the quality of life of their peoples; and
DRAWING ON the friendly ties and cooperation between their peoples, the mutual trust and belief in the common values of freedom, democracy, justice and solidarity;
NOW, THEREFORE, the Parties agree as follows:
ARTICLE 1
(1) The Parties shall, in accordacce with the aims of this Agreement, entourage the establishment of contact and cooperation between interested institutions, organisations and persons in Flanders and South Africa in the fields covered by this Agreement.
(2) In the implementation of the provisions of this Agreement due regard shall be given to the autonomy of the relevant
institutions and bodies. Their freedom to enter into and maintain mutual relations and agreements shall be recognised, subject to the domestic law and constitution of the Kingdom of Belgium and the Republic of South Africa-
ARTICLE 3
With a view to broadening and strengthening the ties between Flanders and South Africa, the Parties shall encourage cooperation in the field of education. TO this end the Parties shall encourage:
(1) direct cooperation between educational institutions, the exchange of. academies and educators in areas of common interest and the exchange of information on education; and
(2) the study of the languages and literature of Flanders and South Africa;
The Parties shall encourage cooperation in various fields of science and technology, including the exchange of scientists, implementation of joint research and development projects, organisation of joint scientific seminars, invitations for scientists to participate in conferences and other scientific meetings, and the exchange of publications and information.
ARTICLE 5
Both Parties shall encourage cooperation in the fields of arts and culture through the promotion of:
(1)
visits and activities of artists, musicians, dancers,
actors, authors, translators performing artists;
and other professional
(2)
(3)
(4)
(5)
the exchange of art exhibitions and participation in international art events in Flanders and South Africa;
cooperation in the fields of film and cinematography as wel1 as visits by delegations and individual specialists in the fields of film and cinematography;
the exchange of theatre and musical plays of the other
Party; and
the translation and publication in Flanders and South Africa of the other Party's literary works.
Matters pertaining to the promotion and teaching of the Dutch language in South Africa have been delegated to the Nederlandse Taalunie (NTU), an intergovernmental organisation set up by Belgium and the Netherlands in 1980 to promote the Dutch language in the broadest sense.
ARTICLE 7
The Parties shall encourage cooperation in the field of amateur arts through support for the exchange of groups and the promotion of direct contact between amateur art organisations in order to promote a broader knowledge about traditional folk art of both Flanders and South Africa.
ARTICLE 8
Insofar as these activities resort within their competence, the Parties shall encourage cooperation between museums, publishers and institutions for the protection of cultural heritage. Subject to the applicable existing national legislation, the Parties shall promote the exchange of books, newspapers, journals and magazines and other publications.
ARTICLE 9
festivals and other in Flanders and South Africa, in the fields of arts and culture.
ARTICLE 10
The Parties shall encourage youth exchange programmes and direct contact between youth organisations.
ARTICLE 11
The Parties shall encourage cooperation in the field of sport and recreation on the basis of direct agreements between sport bodies in Flanders and South Africa.
ARTICLE 12
(1) For purposes of implementation of this Agreement a Joint Flemish/South African Committee shall be established, which shall meet every two years or as otherwise agreed upon by the Parties.
(2) Meetings of the Committee shall be held alternately in Flanders and South Africa, in order to discuss programmes of cooperation.
(3) These programmes of cooperation, if appr-oved by both Parties, shall. be id specified p e r iods and shal
7
include concrete forms of cooperation, events and exchanges as wel1 as organisational and financial conditions for their implementation_
ARTICLE 13
Al1 activities carried out in of this Agreement shall be subject to the applicable laws of the respective Parties.
ARTICLE 14
Any dispute as to the interpretation and implementation of this Agreement shall be resolved through negotiations between the Parties.
ARTICLE 15
This Agreement may be amended by agreement through an Exchange of Notes between the Parties.
ARTICLE 16
(1) This Agreement shall enter- into force when both Parties have notified each o t he r 1 writ inq through diplomatic channels that
IN WITNESS WHEREOF the representatives of the Partics, duly authorised thereto by their Governments, have signed and sealed this Agreement in duplicate, in the Dutch and English languages, both texts being equally authentic.
DONE at
on this
of Nineteen Hundred and Ninety