Uitvoeringsovereenkomst
Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland
Uitvoeringsovereenkomst
Partijen bij deze overeenkomst:
De Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: het fonds,
en
LRQA Verification B.V. gevestigd te Rotterdam,
in overweging nemende:
- dat LRQA Verification B.V. met zijn werknemers pensioenovereenkomsten heeft gesloten in de vorm van een fiscaal maximale middelloonregeling, met voorwaardelijke toeslagen, die in IFRS gekwalificeerd dient te worden als DC-regeling;
- dat als overgangsmaatregel bij de wijzigingen per 1 januari 2018 een stichting is opgericht voor het beheer van een geblokkeerde rekening (escrow-rekening), welke bedoeld is ter financiering van Tijdelijke toeslagen ten behoeve van deelnemers die op 31 december 2017 deelnemer waren in het fonds, ter grootte van 1,5% per jaar voor de jaren 2018 tot en met 2024 en vervolgens 2,5% per jaar totdat de escrow-rekening leeg is;
- dat er voor de werknemers van LRQA Verification B.V. die direct voorafgaand aan 29 juli 2019 een pensioenovereenkomst met één van de andere aangesloten ondernemingen hadden, sprake is van een voortgezet deelnemerschap bij het fonds;
- dat LRQA Verification B.V. de uitvoering van de pensioenovereenkomsten ingevolge de Xxxxxxxxxxx moet onderbrengen bij een pensioenuitvoerder. LRQA Verification B.V. heeft om die reden de pensioenovereenkomsten ter uitvoering ondergebracht bij het fonds;
- de pensioenovereenkomsten zijn vastgelegd in Pensioenreglement 2018 van het fonds;
- dat partijen op grond van artikel 23 Pensioenwet verplicht zijn tot het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen in het kader van de uitvoering van de pensioenovereenkomst worden opgenomen;
- dat Xxxxx’x Register Maritiem Nederland B.V. vanaf 1 september 2021 een aangesloten onderneming van het fonds is;
- dat het bestuur van het fonds de opdracht tot uitvoering van de hiervoor genoemde pensioenovereenkomsten aanvaardt. Het bestuur heeft zich ten behoeve van deze
aanvaarding zoveel mogelijk ingespannen om de achterliggende doelstellingen van de door LRQA Verification B.V. en werknemers overeengekomen pensioenovereenkomsten te achterhalen;
- dat het bestuur bij deze opdrachtaanvaarding de pensioenovereenkomsten heeft getoetst aan de eigen doelstellingen en beleidsuitgangspunten;
- dat Lloyd’s Register Nederland B.V. en Lloyd’s Register Verification B.V. onder ‘LR Inspections ltd.’ zijn komen te vallen, dat verkocht is aan Goldman Sachs Asset Management;
- dat Xxxxx’x Register EMEA en Lloyd’s Register Nederland B.V. destijds samen met de gezamenlijke ondernemingsraad van de aangesloten ondernemingen een convenant hebben opgesteld in het kader van de verkoop. In dit convenant is op pensioengebied afgesproken dat de vennootschappen, indien wettelijk mogelijk, aangesloten blijven bij het pensioenfonds waarbij de afspraken in de Escrow-overeenkomst gerespecteerd worden;
- dat de statutaire namen van Lloyd’s Register Nederland B.V. respectievelijk Lloyd’s Register Verification B.V. gewijzigd zijn in LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V.
- dat in het kader van het genoemde convenant deze uitvoeringsovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomsten van het fonds met LRQA Nederland B.V., Lloyd’s Register EMEA en Lloyd’s Register Maritiem Nederland B.V. worden vervangen door een nieuwe uitvoeringsovereenkomst, waarin de nadere voorwaarden en afspraken zijn beschreven waaronder de vertegenwoordiging in de fondsorganen.
-
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze overeenkomst gelden onderstaande begripsomschrijvingen:
fonds : de Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland;
bestuur : het bestuur van het fonds;
directie : de bevoegde vertegenwoordigers van LRQA Verification B.V.; pensioenovereenkomst : hetgeen tussen de betreffende aangesloten onderneming en haar
werknemers is overeengekomen betreffende pensioen en is vastgelegd in een pensioenreglement;
pensioenreglement : het Pensioenreglement 2018 van het fonds, zoals dat luidt per
1 juli 2022 of nadien met inachtneming van artikel 13 wordt gewijzigd;
werknemer : degene, die krachtens een arbeidsovereenkomst als bedoeld in het
Burgerlijk Wetboek in dienst is bij een aangesloten onderneming;
deelnemer : de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens het fonds;
gewezen deelnemer : de werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een
pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds;
pensioengerechtigde : persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het
pensioen is ingegaan;
toezichthouder : de Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche
Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht bij of krachtens artikel 151 Pensioenwet;
aanspraakgerechtigde : persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen; aangesloten ondernemingen : LRQA Nederland B.V., Lloyd’s Register EMEA
(vertegenwoordigd door Lloyd’s Register EMEA Trustees Limited), LRQA Verification B.V. en Lloyd’s Register Maritiem Nederland B.V.
Artikel 2 Rechten en verplichtingen uit statuten, pensioenreglement en uitvoeringsovereenkomst
De aangesloten ondernemingen worden door twee bestuursleden in het bestuur vertegenwoordigd. De directie van LRQA Nederland B.V. en de directie van Lloyd’s Register EMEA dragen ieder één bestuurslid voor als vertegenwoordiger van de aangesloten ondernemingen. Deze werkgeversvertegenwoordigers worden benoemd door het bestuur en behoeven geen deelnemer of pensioengerechtigde te zijn. De directie van LRQA Nederland B.V. en de directie van Lloyd’s Register EMEA zorgen ervoor dat ieder van de aangesloten ondernemingen zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen.
De aangesloten ondernemingen Lloyd’s Register EMEA en Lloyd’s Register Maritiem Nederland
B.V. kunnen vertegenwoordigd zijn in het verantwoordingsorgaan van het fonds indien de directie van Lloyd’s Register EMEA of de deelnemers of de pensioengerechtigden dit wensen. De directie van Lloyd’s Register EMEA kan één vertegenwoordiger in het verantwoordingsorgaan voordragen, die namens beide ondernemingen in het verantwoordingsorgaan plaatsneemt. De benoeming vindt plaats door het bestuur.
De aangesloten ondernemingen LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. kunnen vertegenwoordigd zijn in het verantwoordingsorgaan indien de directie van LRQA Nederland
B.V. of de deelnemers of de pensioengerechtigden dit wensen. De directie van LRQA Nederland
B.V. kan één vertegenwoordiger in het verantwoordingsorgaan voordragen, die namens beide ondernemingen in het verantwoordingsorgaan plaatsneemt. De benoeming vindt plaats door het bestuur.
De aangesloten onderneming verklaart alle rechten die uit de statuten en het pensioenreglement van het fonds voor de aangesloten onderneming voortvloeien, te aanvaarden. Ten aanzien van latere wijzigingen in de statuten en het pensioenreglement geldt dat de aangesloten ondernemingen pas zijn gebonden, nadat deze schriftelijk zijn aanvaard.
Het fonds is verplicht tot getrouwe naleving van voormelde statuten en het pensioenreglement.
De aangesloten ondernemingen zijn voor hun eigen deel verbonden aan het fonds respectievelijk aansprakelijk voor hun verplichtingen aan het fonds en kunnen niet tot nakoming van de
verplichtingen van de andere aangesloten onderneming worden gedwongen. Hoofdelijke aansprakelijkheid is uitdrukkelijk uitgesloten.
Artikel 3 Aanmelden werknemers
De aangesloten onderneming verplicht zich jegens het fonds de werknemers, die volgens de bepalingen van het pensioenreglement aan de voorwaarden van toetreding voldoen, uiterlijk in de maand volgend op de datum van indiensttreding als deelnemer in het fonds aan te melden. Van deze bepaling kan slechts worden afgeweken op basis van een tussen de aangesloten onderneming en werknemer overeengekomen pensioenovereenkomst, waarbij het fonds met deze afwijking heeft ingestemd. Het fonds verplicht zich de werknemers, die volgens de statuten en het pensioenreglement daarvoor in aanmerking komen, als deelnemer in het fonds op te nemen.
Het deelnemerschap van de werknemers die per 29 juli 2019 bij de aangesloten onderneming in dienst zijn getreden, zal met ingang van 29 juli 2019 bij het fonds worden gecontinueerd. Dat betekent dat zij vanaf deze datum ongewijzigd pensioen verwerven bij het fonds uit hoofde van hun deelnemerschap. Tevens zijn de risico’s van arbeidsongeschiktheid en overlijden per deze datum ongewijzigd ondergebracht bij het fonds.
Artikel 4 Verstrekken gegevens door aangesloten onderneming
De aangesloten onderneming zal aan het bestuur van het fonds steeds alle gegevens, voor zover die uit haar administratie kunnen worden afgeleid, verstrekken, welke het bestuur van het fonds nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak.
Artikel 5 Opstellen pensioenreglement
Het fonds stelt het pensioenreglement op in overeenstemming met de pensioenovereenkomsten en de uitvoeringsovereenkomsten met de aangesloten ondernemingen en brengt het pensioenreglement in overeenstemming met wijzigingen in de pensioenovereenkomst over welke wijzigingen de directie het fonds onverwijld informeert.
Het fonds hanteert in principe voor alle aangesloten ondernemingen hetzelfde pensioenreglement. Indien een aangesloten onderneming een andere pensioenregeling wenst uit te laten voeren door het fonds, dan zal het bestuur van het fonds deze pensioenregeling eerst toetsen op uitvoerbaarheid, alvorens de opdracht tot uitvoering wordt aanvaard.
Artikel 6 Informatie over pensioenregeling
1. Het fonds verstrekt aan de werknemers met wie de aangesloten onderneming een pensioenovereenkomst is aangegaan, informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en over de persoonlijke omstandigheden die een actie van de werknemer kunnen vergen (Pensioen 1-2-3). De werknemer wordt daarbij tevens gewezen op de website van de pensioenuitvoerder en op de mogelijkheid het Pensioenregister te raadplegen. Hierbij zal minimaal de informatie worden verstrekt die op grond van artikel 21 Pensioenwet verplicht is.
2. Het fonds informeert de werknemers over wijzigingen in de pensioenovereenkomst. Tevens zal het fonds voldoen aan alle verdere informatievereisten op grond van de Pensioenwet.
Artikel 7 Bijdragen door de aangesloten onderneming
1. De aangesloten onderneming is premie voor haar werknemers verschuldigd voor de pensioenregeling conform de bepalingen zoals vastgesteld in dit artikel. De verschuldigde premie wordt berekend door de adviserend actuaris van het fonds. De totale premie voor de aangesloten ondernemingen is ten minste kostendekkend overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in de Pensioenwet.
2. De premie als bedoeld in lid 1 bestaat uit de volgende onderdelen:
a. de premie die actuarieel benodigd is in verband met de aangroei van pensioenverplichtingen tijdens het boekjaar (inclusief een opslag voor toekomstige uitvoeringskosten). Hierin zijn begrepen de risicopremies die het fonds aan de verzekeraar verschuldigd is voor de verzekering van het (tijdelijk) partnerpensioen, het wezenpensioen, de premievoortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeschiktheidspensioen;
b. het maximum van:
i. de opslag benodigd voor de toekomstbestendige toeslagverlening overeenkomstig de ambitie van het fonds over de aangroei van de pensioenverplichtingen (opslag toeslagverlening over premieonderdeel a) en
ii. de opslag benodigd ter dekking van het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende vereist eigen vermogen (solvabiliteitsopslag over premieonderdeel a);
iii. een opslag van 2,75% van de parttime bruto pensioengevende salarissom op jaarbasis voor de dekking van de directe uitvoeringskosten. Deze opslag kan periodiek, gehoord de directie, door het bestuur van het fonds herzien worden;
c. de extra uitvoeringskosten die het fonds maakt in verband met de Wet toekomst pensioenen, voor zover deze uitvoeringskosten niet ten laste van het beleggingsresultaat komen. Waarbij voor de verdeling over de aangesloten ondernemingen wordt uitgegaan van het aantal deelnemers per 1 januari van het kalenderjaar.
3. Bij het vaststellen van de kostendekkende premie maakt het fonds gebruik van de mogelijkheid om de premie te dempen conform artikel 4 lid 2 sub b Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Dit betekent dat voor de premiedemping wordt uitgegaan van een vastgestelde verwachte waarde van het toekomstig rendement. Het fonds gaat hierbij uit van het maximaal te verwachten rendement zoals dat door wet- en regelgeving wordt voorgeschreven, waarop een afslag van 0,25% wordt toegepast. In de jaren 2018 tot en met 2022 is de afslag 0,15% in plaats van 0,25%. Het maximaal te verwachten rendement wordt gebaseerd op:
a. de strategische beleggingsmix per 1 januari van het kalenderjaar, zoals opgenomen in het jaarlijks vast te stellen beleggingsplan van het fonds.
b. de maximaal te hanteren rendementen conform artikel 23a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Het maximaal verwachte rendement op risicovrije vastrentende waarden wordt steeds voor 5 jaar vastgezet op basis van de rentetermijnstructuur zoals voorgeschreven door DNB. De DNB-rentetermijnstructuur per 30 september 2017 is de basis voor de periode tot en met 31 december 2022. De DNB-rentetermijnstructuur per 30 september 2022 is de basis voor de 5-jaars periode vanaf 1 januari 2023.
Bij de vaststelling van de te verzekeren kapitalen en pensioenen uit hoofde van het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico gaat het fonds uit van de DNB- rentetermijnstructuur per 31 december van het voorgaande kalenderjaar.
4. Voor de bepaling van de benodigde opslag voor toekomstbestendige toeslagverlening als bedoeld in lid 2 sub b wordt uitgegaan van de minimaal voorgeschreven verwachting voor de prijsinflatie als genoemd in artikel 23a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
5. De financiering van een eventuele Tijdelijke toeslag (zie ook artikel 11 lid 2 en 3) vindt jaarlijks plaats op basis van dezelfde bepalingen en grondslagen als genoemd in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel.
Het fonds zal de koopsom voor de Tijdelijke toeslag in rekening brengen bij de stichting die de escrow-rekening beheert. Het fonds zal deze Tijdelijke toeslag in enig jaar alleen toekennen indien en voor zover het hiervoor een koopsom ontvang uit het saldo op de escrow-rekening.
6. De extra kosten die het fonds heeft gemaakt om gehoor te geven aan het hiervoor genoemde convenant met de ondernemingsraad en voor het aansluiten van Lloyd’s Register Maritiem Nederland B.V. en de extra kosten die het fonds in 2021 gemaakt heeft in verband met het Pensioenakkoord en de Wet Toekomst Pensioenen komen voor rekening van de vier aangesloten ondernemingen, waarbij als verdeelsleutel het aantal deelnemers per 31 december 2021 zal worden gehanteerd.
7. Kortingen op de premie en/of terugstortingen door het fonds zijn uitgesloten.
8. De financiële verplichting van de aangesloten onderneming is beperkt tot het betalen van de premies voor de eigen onderneming zoals opgenomen in dit artikel en welke is bepaald op basis van de in dit artikel vastgestelde vaste premiemethodiek. Er is geen solidariteit ten aanzien van de te betalen premies tussen de aangesloten ondernemingen, met uitzondering van de totale premie voor de Tijdelijke toeslag die door het fonds wordt vastgesteld en vanuit de escrow-rekening betaald wordt. Met de betaling van deze jaarlijkse premie heeft de aangesloten onderneming aan al haar financiële verplichtingen jegens het fonds voldaan. Er bestaat nadrukkelijk geen bijstortverplichting. De aangesloten onderneming zal in geen enkel geval extra betalingen doen om aanvullende toeslagen te financieren, gemiste toeslagen of kortingen te repareren, kortingen te voorkomen of om tekorten binnen het fonds te herstellen. De volledige premie in enig jaar is alleen bedoeld voor pensioenopbouw in dat jaar en is nadrukkelijk niet bedoeld om eventuele kortingen op opgebouwd pensioen te voorkomen en/of in het verleden toegepaste kortingen te herstellen. De premie is evenmin bedoeld om (gemiste) toeslagverlening mee te financieren.
9. De premie voor de vrijwillige Anw-hiaat-regeling is voor rekening van de deelnemers aan die regeling.
Artikel 8 Deelnemersbijdrage
De aangesloten onderneming houdt bij betaling van het loon de verschuldigde deelnemersbijdrage in onder de verplichting deze aan het fonds af te dragen.
Er is geen mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw na beëindiging van het dienstverband.
Artikel 9 Betalingstermijn
De aangesloten onderneming zal elk jaar de op 1 januari van dat jaar de voor haar werknemers, aan het fonds verschuldigd en rentedragend geworden werkgeversbijdrage volgens artikel 7 en de deelnemersbijdrage volgens artikel 8 als volgt betalen: binnen 10 dagen na 1 april van dat jaar één/vierde gedeelte van de (zo nodig geschatte) bijdrage en zo vervolgens binnen 10 dagen na afloop van elk kalenderkwartaal één/vierde gedeelte van de bijdrage. Als uit de definitieve afrekening blijkt dat de aangesloten onderneming nog een bijdrage verschuldigd is, dient deze ook binnen 10 dagen, na het versturen van de definitieve afrekening aan de betreffende onderneming, te zijn voldaan. De definitieve jaarpremie moet in haar geheel binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar zijn betaald.
Indien sprake is van beëindiging van de deelneming wordt de ten tijde van de beëindiging nog verschuldigde premie binnen dertien weken voldaan.
Bij betaling van de verschuldigde bijdrage na het tijdstip waarop deze verschuldigd en rentedragend werd, kan het fonds bij de aangesloten onderneming een rente in rekening brengen van de met 1% verhoogde depositorente van de Europese Centrale Bank per jaar, met een minimum van 0,5% per jaar.
Artikel 10 Betalingsachterstand
Het fonds informeert elk kwartaal schriftelijk het verantwoordingsorgaan, de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de ondernemingsraad van de aangesloten onderneming, wanneer sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% of meer van de
totale door het fonds te ontvangen jaarbijdrage en tevens niet wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 131 Pensioenwet geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen. Gedurende de in dit artikel bedoelde situatie informeert een pensioenfonds tevens elk kwartaal de ondernemingsraad van de onderneming die nog premie aan het pensioenfonds verschuldigd is.
Artikel 11 Toeslagverlening
1. Op de ingegane pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden wordt jaarlijks een voorwaardelijke toeslag verleend door het fonds van maximaal de procentuele verhoging van de consumentenprijsindex voor alle huishoudens, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, over de periode van september van het vorige jaar ten opzichte van september van het jaar daarvoor.
Het bestuur van het fonds beslist jaarlijks in hoeverre de ingegane pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken per 1 januari van dat jaar worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslag is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslag wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Bij een beleidsdekkingsgraad van minder dan 110% wordt geen toeslag verleend. Er wordt niet meer toeslag verleend dan naar verwachting in de toekomst te realiseren is conform de richtlijnen van het Financieel Toetsingskader. Dit houdt in dat een toeslag van de vermelde omvang uitsluitend wordt toegekend indien de financiële positie van het fonds naar verwachting toereikend is om het betreffende niveau van toeslagverlening (het procentuele deel van de prijsinflatie dat kan worden toegekend) te kunnen waarborgen.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt gedurende de periode dat het bepaalde in lid 3 van toepassing is, op de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers die op 31 december 2017 deelnemer waren in het fonds en aansluitend tot en met het moment van toeslagverlening deelnemer zijn gebleven, jaarlijks een afwijkende voorwaardelijke toeslag verleend. Deze afwijkende voorwaardelijke toeslag is maximaal gelijk aan het positieve verschil tussen enerzijds de procentuele stijging van het CAO-loonindexcijfer (per maand incl. bijzondere beloningen) voor totaal CAO-sectoren (voor alle bedrijven), zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 januari, van de maand oktober van het voorgaande jaar ten opzichte van het jaar daarvoor en anderzijds de Tijdelijke toeslag als bepaald in lid 3.
3. Op de opgebouwde aanspraken van de deelnemers wordt jaarlijks een Tijdelijke toeslag verleend. Voor deze Tijdelijke toeslag gelden de volgende voorwaarden:
a. De Tijdelijke toeslag wordt uitsluitend toegepast op de pensioenaanspraken van deelnemers die op 31 december 2017 deelnemer van het fonds zijn en aaneensluitend tot en met het moment van toeslagverlening deelnemer van het fonds zijn gebleven.
b. De Tijdelijke toeslag wordt toegekend per 1 januari en bedraagt in beginsel 1,5% in de jaren 2018 tot en met 2024 en vanaf 2025 2,5% per jaar.
c. Een eventuele Tijdelijke toeslag wordt gemaximeerd op de procentuele stijging van het CAO-loonindexcijfer (per maand incl. bijzondere beloningen) voor totaal CAO-sectoren (voor alle bedrijven), zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 januari, van de maand oktober van het voorgaande jaar ten opzichte van het jaar daarvoor. Indien het Centraal Bureau voor de Statistiek het cijfer na 1 januari aanpast over de desbetreffende periode, zal geen correctie doorgevoerd worden.
d. Een Tijdelijke toeslag wordt uitsluitend toegekend indien en voor zover het fonds hiervoor een separate premie heeft ontvangen van de stichting die de escrow-rekening beheert. Financiering zal nimmer plaatsvinden uit het pensioenvermogen van het fonds.
e. De toeslag als bedoeld in lid 1 wordt niet toegekend over de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers waaraan in dat jaar een Tijdelijke toeslag is toegekend. Indien en voor zover de Tijdelijke toeslag in een jaar niet wordt toegekend omdat het fonds de hiervoor benodigde premie niet (tijdig) heeft ontvangen, verkrijgen de
deelnemers voor dat jaar recht op de toeslag als bedoeld in lid 1. Bij een gedeeltelijke toekenning van de Tijdelijke toeslag, zal de toeslag als bedoeld in lid 1 nooit leiden tot een hogere toeslag dan de toeslag waarnaar op grond van lid 3 sub b gestreefd wordt.
f. Als het eigen vermogen van het fonds hoger is dan het vereist eigen vermogen kunnen de deelnemers wel een toeslag ontvangen naast de Tijdelijke toeslag. In dat geval is die toeslag gelijk aan het eventuele positieve verschil tussen enerzijds de toeslag als bedoeld in lid 1 en anderzijds de Tijdelijke toeslag. De hoogte van de toeslag is samen met de Tijdelijke toeslag elk jaar maximaal gelijk aan de procentuele stijging van het CAO- loonindexcijfer als genoemd in lid 2.
g. Vanaf het moment dat de escrow-rekening definitief leeg is, vervalt het recht op Tijdelijke toeslag. De betreffende deelnemers verkrijgen vanaf dat moment recht op de toeslag als bedoeld in lid 1.
4. Het bestuur van het fonds kan incidenteel toeslagen verlenen om een vanaf 2015 niet toegekende toeslag of een in het verleden niet toegekende toeslag of een in het verleden doorgevoerde vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten te compenseren. Deze incidentele toeslagen worden inhaaltoeslagen genoemd. Deze toeslagverlening wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
a. de toeslagverlening heeft geen gevolgen voor de toekomstbestendige toeslagverlening als bedoeld in lid 1;
b. de beleidsdekkingsgraad behoudt na het verlenen van de inhaaltoeslag het niveau van het vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 132 van de Pensioenwet;
c. ten hoogste een vijfde van het vermogen dat voor de incidentele toeslagverlening beschikbaar is, wordt aangewend voor de toeslag;
d. niet toegekende toeslagen worden over een periode van maximaal 10 jaar gecompenseerd.
5. Het toeslagbeleid van het fonds is nader uitgewerkt in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het fonds.
6. Het bestuur van het fonds kan, met het oog op de voorgenomen transitie naar een nieuwe pensioenregeling onder de Wet toekomst pensioenen, onder de bij wet- en regelgeving gestelde voorwaarden afwijken van het bepaalde in lid 1, lid 2, lid 3 sub e en lid 3 sub f.
Artikel 12 Financiële positie
1. De aangesloten onderneming heeft zich het recht voorbehouden om in geval de directie daartoe op grond van ingrijpende wijziging van omstandigheden heeft besloten, haar bijdragen aan de pensioenregeling te verminderen of te beëindigen. Indien een aangesloten onderneming van dit recht gebruik maakt, deelt deze onderneming dit onmiddellijk mede aan het fonds en degenen van wie de pensioenaanspraken daardoor worden getroffen.
2. Bij eventuele tekorten in het fonds hoeven de aangesloten ondernemingen geen bijstortingen te verrichten.
3. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten ingevolge artikel 134 Pensioenwet uitsluitend verminderen indien:
a. Het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de in artikel 131 Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de in artikel 132 Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen;
b. Het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan artikel 131 of artikel 132 Pensioenwet zonder dat de belangen van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en
c. Alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het herstelplan, zoals bedoeld in artikel 138 of artikel 139 Pensioenwet.
4. Het fonds informeert de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en aangesloten ondernemingen schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en
pensioenrechten. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, aangesloten ondernemingen en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd.
5. Indien het fonds de pensioenaanspraken en pensioenrechten vermindert, wordt deze vermindering vastgelegd, met als streven om deze vermindering op een later moment ongedaan te maken. Hierbij geldt als basis het beleid omtrent het ongedaan maken van kortingen, welk beleid is opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota. Het bestuur is evenwel bevoegd om in enig jaar van dit beleid af te wijken als dit naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is.
Artikel 13 Wijziging pensioenovereenkomst, reglementen en statuten
De pensioenreglementen van het fonds zijn gebaseerd op de pensioenovereenkomst van Xxxxx’x Register EMEA. LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. zorgen ervoor dat de pensioenovereenkomst met hun werknemers gelijk is aan de pensioenovereenkomst die Lloyd’s Register EMEA met zijn werknemers is overeengekomen. LRQA Nederland B.V. en Lloyd’s Register EMEA zijn gezamenlijk overeengekomen dat LRQA Nederland B.V. over een wijziging van de pensioenovereenkomst ten minste 13 maanden van tevoren door Xxxxx’x Register EMEA geïnformeerd wordt.
LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. kunnen de pensioenovereenkomst met hun werknemers wijzigen, resulterend in een pensioenovereenkomst die afwijkt van de pensioenovereenkomst van Lloyd’s Register EMEA. Indien deze afwijkingen tot aanvullende uitvoeringskosten voor het fonds leiden, zullen LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification
B.V. deze aanvullende kosten financieren.
Indien LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. voornemens zijn de pensioenovereenkomst te wijzigen, stellen zij het fonds tijdig in de gelegenheid de voorgenomen wijziging te toetsen op uitvoerbaarheid. Partijen maken daarbij afspraken over de termijn waarbinnen het fonds zijn bevindingen aan LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. kenbaar zal maken.
LRQA Nederland B.V. en LRQA Verification B.V. zullen Lloyd’s Register EMEA en het fonds informeren over een voornemen tot wijziging van de pensioenovereenkomst. Dit informeren zal ten minste 13 maanden voor de wijziging van de pensioenovereenkomst plaatsvinden.
Voor wijziging van de statuten en reglementen geldt verder het bepaalde hierover in de statuten van het fonds. Het bestuur wijzigt de statuten en het pensioenreglement in overeenstemming met de uitvoeringsovereenkomsten en de pensioenovereenkomsten. Wijzigingen van de statuten of reglementen vereisen de goedkeuring van de vergadering van deelnemers. Geen overleg met de directie en goedkeuring van de vergadering van deelnemers is vereist, wanneer de wijzigingen van de statuten of reglementen verband houden met een wijziging van de pensioenovereenkomsten, wijziging van dwingende wet- en regelgeving, door de toezichthouder gegeven aanwijzingen, het voorbehoud dat de aangesloten ondernemingen hebben gemaakt ten aanzien van de verschuldigde bijdragen zoals bedoeld in artikel 12 van deze overeenkomst, of met de ontoereikendheid van de middelen van het fonds zoals bedoeld in de statuten van het fonds.
Artikel 14 Opzegging
Deze overeenkomst kan worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar, met dien verstande, dat de beëindiging slechts kan plaatsvinden op de 31e december van enig kalenderjaar. Bij faillissement of surcéance van betaling van de aangesloten onderneming wordt de uitvoeringovereenkomst met de aangesloten onderneming geacht per direct te zijn beëindigd.
Indien LRQA Verification B.V. de uitvoeringsovereenkomst met het fonds beëindigt, terwijl Lloyd’s Register EMEA bij het fonds aangesloten blijft, is LRQA Verification B.V. een vergoeding voor uitvoeringskosten aan het fonds verschuldigd. Deze vergoeding is 6,75% van de parttime bruto pensioengevende salarissom op jaarbasis van de LRQA Verification B.V. werknemers die net voor de beëindiging deelnemen in het fonds.
Indien LRQA Verification B.V. voornemens is de uitvoeringsovereenkomst met het fonds te beëindigen, zal het Lloyd’s Register EMEA en het fonds ten minste 13 maanden voor de beëindiging informeren over dit voornemen.
Indien de uitvoeringsovereenkomst door het fonds beëindigd wordt dan wel gezamenlijk door de aangesloten ondernemingen van het fonds beëindigd wordt, is LRQA Verification B.V. over de periode na de beëindiging geen vergoeding voor uitvoeringskosten aan het fonds verschuldigd.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze overeenkomst wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2022 en treedt per deze datum in de plaats van de hiervoor geldende overeenkomst van de aangesloten onderneming met Stichting Pensioenfonds Lloyd’s Register Nederland betreffende de financiering van de pensioenregeling.
Stichting Pensioenfonds LRQA Verification B.V. Lloyd’s Register Nederland
Xxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxxx
vertegenwoordiger aangesloten ondernemingen
Xxxx xxx xxx Xxxxxx vertegenwoordiger deelnemers