Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2023 Stichting De Hoeksche School – Openbaar PO en VO Hoeksche Waard
Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2023
Stichting De Hoeksche School – Openbaar PO en VO Hoeksche Waard
Ga jij wel eens op de fiets naar je werk en ben je van plan een nieuwe fiets aan te schaffen?
Met de Cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden 2023 van Stichting de Hoeksche school, verder genoemd cafetariaregeling, kan je fiscaal voordeel genieten voor verschillende doelen, bijvoorbeeld de aanschaf van een fiets, laptop, contributie van de vakbond of bedrijfsfitness.
In deze regeling wordt eerst kort stilgestaan bij wat een cafetariaregeling is en hoe het precies werkt. Vervolgens benoemen we de mogelijkheden binnen deze regeling en tenslotte wordt per onderdeel een uitwerking gegeven van kaders en procedures.
1. De Cafetariaregeling – Algemene informatie
Wat is een cafetariaregeling?
Een cafetariaregeling stelt de werknemer in staat om zijn eigen arbeidsvoorwaarden gedeeltelijk aan te passen. Je kan hierbij brutoloon (zoals bijvoorbeeld de eindejaarsuitkering) uitruilen voor netto vergoedingen. Dit is gunstig omdat geen loonheffing wordt ingehouden op dat uitgeruilde brutoloon en je netto dus meer overhoudt. Zo leidt de uitruil voor een fiets van € 1.250,- doorgaans tot een netto voordeel van ongeveer € 462,-. Later in deze regeling volgen meer uitgewerkte rekenvoorbeelden.
De cao PO en VO beschrijft bepaalde regelingen voor persoonlijke vergoedingen. De vergoedingen van vakbondscontributie en de fiets-privéregeling zijn opgenomen en uitgewerkt in deze cafetariaregeling. Wijzigingen in de cao kunnen doorwerken in deze regeling. Alle werknemers kunnen aan deze cafetariaregeling deelnemen, met uitzondering van stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke1 medewerkers. Deelname is op vrijwillige basis.
Hoe werkt de cafetariaregeling?
Zoals gezegd kun je met de cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden uitruilen. De arbeidsvoorwaarden die je kunt uitruilen (bruto looncomponenten), worden ‘bronnen’ genoemd. De arbeidsvoorwaarden die je kunt kiezen (netto vergoedingen), worden ‘doelen’ genoemd. Het uitruilen van ‘bruto’ naar ‘netto’ leidt tot een fiscaal voordeel.
Alleen “nog op te bouwen” bronnen mogen uitgeruild worden naar netto (kosten)vergoedingen. Zo wordt de eindejaarsuitkering vanaf het begin van het jaar elke maand eerst voor 1/12e deel opgebouwd. In december (de reguliere maand waarin de eindejaarsuitkering wordt uitbetaald) volgt dan de uitruil.
Om bronnen volledig te kunnen inzetten, dien je van tevoren je deelname eenmalig vast te leggen. Dit kan bij indiensttreding of voor de start van een nieuw kalenderjaar. Heb jij jouw deelname eenmaal vastgelegd bij de werkgever, dan geldt deze tot eind van het dienstverband of tot jij of jouw werkgever de deelname stopzet. Begin dus aan het begin van het jaar met het opbouwen, en leg ook aan het begin van het jaar je deelname vast. De deelname maakt het mogelijk ieder jaar zonder nieuwe inschrijving deel te nemen aan de regeling en op basis van een uitvoeringsverzoek brutoloon voor een netto vergoeding uit te ruilen.
1 Korttijdelijk wil in het kader van deze regeling zeggen: korter dan 3 maanden in dienst
Aan het begin van het jaar geef je op welke ‘bronnen’ je gedurende het kalenderjaar wilt gaan opbouwen, voor uitruil tegen welke ‘doelen’. Mocht je aan het eind van het jaar toch niet tot uitruil over willen gaan dan worden de opgebouwde bronnen alsnog op reguliere wijze als bruto looncomponent uitbetaald. Aanmelden voor deelname aan deze Cafetariaregeling kan zonder enig risico.
Je kunt de beschikbare bronnen inwisselen voor één of meerdere doelen. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. Zo kan je werkgever maximum bedragen koppelen aan bepaalde doelen (bijvoorbeeld max. € 1.250,- voor een fiets) en een maximumbudget toekennen (bijvoorbeeld max. € 42.500,- totaal
t.b.v. xxxxxxx; dat zijn dus max. 34 fietsen per jaar). Deze bedragen zijn opgenomen in deze regeling en worden jaarlijks vóór 1 januari vastgesteld door je werkgever.
Wat zijn de gevolgen van deelname?
Hoewel het uitruilen van bruto looncomponenten voor netto vergoedingen in de regel gunstig uitpakt (het leidt immers tot een hoger nettobedrag op je salarisstrook) kan deelname aan de regeling gevolgen hebben voor regelingen buiten je salarisstrook om, die gebaseerd zijn op het brutoloon. We noemen hieronder de twee belangrijkste aandachtspunten.
1. Gevolgen voor loongerelateerd inkomen en toeslagen
Omdat het uitruilen van arbeidsvoorwaarden het Sociaal Verzekeringsloon en fiscaalloon voor het betreffende jaar verlaagt, kan het uitruilen consequenties hebben voor:
• De hoogte van wettelijke uitkeringen, zoals de WW en WIA. Alle bronnen2 die ingezet worden, hebben invloed op de hoogte van het SV-loon. De hoogte van de uitkeringen kunnen iets lager uitvallen.
- het UWV stelt de hoogte van de uitkering WIA vast op basis van het SV-loon in het jaar voorafgaand aan de eerste ziektedag;
- bij de WW wordt de uitkering vastgesteld op basis van het SV-loon conform het zogenaamde ‘dagloonbesluit’.
• De hoogte van toeslagen van de Belastingdienst (zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag, enz.) en eventueel ook de hoogte van tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Deze toeslagen kunnen iets hoger worden als het fiscale (bruto) jaarloon daalt.
• De hoogte, respectievelijk de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte. Deze bedragen kunnen iets lager worden in het geval de bron van het brutoloon of overwerkuren wordt aangewend. De hoogte, respectievelijk de opbouw van je eindejaaruitkering behoeft echter niet te worden verminderd in het geval de bron van het brutoloon of overwerkuren wordt aangewend.
• De hoogte van een eventuele ontslag- of transitievergoeding. Uitruil van brutoloon kan in sommige gevallen leiden tot een iets lagere ontslagvergoeding.
2. Gevolgen voor pensioensopbouw
Bij loonsverlaging als gevolg van deelname aan een cafetariaregeling onder de werkkostenregeling, wordt de pensioensopbouw in zijn algemeenheid niet aangetast. Ondanks dat een loonsverlaging in beginsel wel tot een lagere pensioenopbouw leidt, is dit niet aan de orde indien:
- minimaal 75% van het personeel mag deelnemen aan de schriftelijk vastgelegde (cafetaria-) regeling;
2 Iedere inzet van een bruto looncomponent uit een bron verlaagd het loon Sociale Verzekeringen. Alleen als je een loon hebt boven het maximum dagloon en je een bruto looncomponent inzet dat niet leidt tot het zakken onder het maximum dagloon heeft het logischerwijze geen invloed op het loon SV. Het dagloon wordt bij het aanvragen van een uitkering door UWV berekend.
- de loonsverlaging tijdelijk is; de werknemer heeft tenminste éénmaal per jaar de keuze om de samenstelling van zijn beloning te wijzigen;
🡺 Deze cafetariaregeling voldoet hieraan.
Voor het volledige overzicht van voorwaarden wordt verwezen naar het Besluit van 24 november 2017, nr.2017-126948.
Werkkostenregeling en financiële kaders van deze cafetariaregeling
Deze cafetariaregeling valt onder de Wet op de Loonbelasting, en daarin onder de zogenaamde werkkosten-regeling (afgekort “WKR”). In deze WKR worden bepaalde kosten, zoals de netto uitgeruilde vergoeding, toegewezen aan de zogeheten “vrije ruimte”. Kostenvergoedingen toegewezen aan deze vrije ruimte zijn onbelast zolang zij in totaal niet groter zijn dan 3,00 % (2023)3 van het fiscaal loon op werkgeversniveau op jaarbasis. Overschrijding van de vrije ruimte leidt tot een extra belastingheffing voor de werkgever.
Het is van belang dat de vrije ruimte niet wordt overschreden. De vrije ruimte staat namelijk niet alleen voor deze cafetariaregeling ter beschikking, maar kan ook worden beperkt door andere verstrekkingen en vergoedingen, bijvoorbeeld de kerstpakketten.
Aangezien de doelen uit deze cafetariaregeling zijn toegewezen aan de vrije ruimte, kan het zijn dat deze vrije ruimte uitgeput raakt. De werkgever kan er daarom voor kiezen om onderdelen van de cafetariaregeling te koppelen aan een bepaald maximumbudget. Dergelijke beleidskeuzes zullen worden opgenomen in de specifieke uitwerkingen per onderdeel, zie hoofdstuk 4 hierná.
Bij onvoorziene omstandigheden kan de werkgever, ter voorkoming van overschrijding van de vrije ruimte, tenslotte nog besluiten om nog niet uitgeruilde ruimte collectief te beperken. Dit kan gelden voor alle in behandeling zijnde aanvragen van vergoedingen voor bijvoorbeeld een fiets.
Een collectieve beperking kan ook plaatsvinden als (verandering in de) fiscale wet- of regelgeving hiertoe onverhoopt noopt. De cao-regels worden hierbij uiteraard wel in acht genomen. Collectieve beperkingen kunnen er dus toe leiden dat een aanvraag voor een netto vergoeding voor bijvoorbeeld een fiets niet wordt gehonoreerd. Bij een niet gehonoreerde aanvraag betekent dit dat de medewerker in een volgend kalenderjaar een nieuwe kans heeft gebruik te mogen maken van de regeling. Is een aanvraag echter eenmaal gehonoreerd dan kan hierop niet worden teruggekomen.
3 Voor de eerste € 400.000,- van totale loonkosten geldt het percentage van 3,00%. Daarboven is het 1,18%. Dit percentage is tot eind van dit jaar onder voorbehoud. Het kan lopende het politieke proces nog wijzigen.
2. Bronnen en doelen
In deze cafetariaregeling zijn de volgende bronnen en doelen opgenomen.
Bronnen
Mogelijke bronnen die in het kader van de cafetariaregeling kunnen worden ingezet:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Bij de inzet van bronnen geldt dat rekening moet worden gehouden met de Wet minimumloon (WML), met name over- en meerwerk vallen ook onder de WML . Vrij vertaald: alleen het brutoloon-gedeelte dat boven het wettelijke minimumloon uitkomt, mag je in een cafetariaregeling inzetten.
Xxxxxx (t.l.v. fiscaal vrije ruimte)
De eerder genoemde bronnen kunnen ingezet worden voor onderstaande doelen. In hoofdstuk 4 wordt een nadere beschrijving gegeven van de afzonderlijke arbeidsvoorwaardelijke regelingen. Indien wettelijke regelgeving of de cao, welke verband houdt met de inhoud van de cafetariaregeling, verandert, dan prevaleert deze boven deze cafetariaregeling. Dit betekent dat de regeling dan aan de wettelijke- en/of cao-verandering moet worden aangepast.
Doel Pagina
4.5. Contributie beroepsvereniging 15
4.6. Meeneembare ICT-apparatuur, communicatie- en aanverwante hulpmiddelen 17
Doelen (fiscaal gericht vrijgesteld)
• Aanvullende reiskostenvergoeding woon-werkverkeer4
🡺 Vanwege de andere fiscale behandeling van deze vergoeding, is dit geen onderdeel van deze cafetaria-regeling. Dyade biedt dit apart aan onder de noemer “Landelijke Dyade Regeling” (aanvullende) reiskostenvergoeding woon- werkverkeer.
4 Dit is geregeld via de Landelijke Dyade regeling (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Deze arbeidsvoorwaardelijke regeling is gepubliceerd op xxx.xxxxx.xx en kent zijn eigen individuele overeenkomst en formulieren.
3. Procedure deelname en uitvoering
De procedure van deelname en uitvoering van deze cafetariaregeling is onder te verdelen in 2 stappen:
1. aanmelding van deelname aan de cafetariaregeling5;
2. aanvragen van uitvoering per specifiek doel6.
1. Deelname cafetariaregeling
Zoals aangegeven, mogen enkel opgebouwde bronnen worden aangewend voor uitruil via de cafetariaregeling. Aan het begin van het jaar kun je beginnen met dit opbouwen. Vandaar dat in deze regeling 31 december 2022 als uiterste datum voor aanmelding van deelname is gesteld. Uiterlijk op deze datum dien je je aanmeldingsformulier van deelname aan de Cafetariaregeling bij je werkgever in te leveren. Je deelname start dan per 1 januari 2023.
Als je je eerder al hebt aangemeld, bijvoorbeeld omdat je vorig jaar al aan de Cafetariaregeling deelnam, dan hoef je je niet nog eens aan te melden: je deelname kan dan gewoon doorlopen tot opzegging.
Medewerkers die gedurende het jaar in dienst treden, kunnen zich aanmelden voor deelname op of voor de 1e dag in dienst. Is de aanmelding op of vóór 1 mei, dan kan meteen worden deelgenomen waarbij ook het vakantiegeld kan worden ingezet als bron.
2. Uitvoering specifieke onderdelen
Indien je je hebt aangemeld voor deelname, kun je gedurende het (volgende) jaar bepalen hoe/in welke vorm je hier uitvoering aan wenst te geven. Indien je bijvoorbeeld in aanmerking wenst te komen voor de netto fietsvergoeding, koop je zelf een fiets. Vervolgens vul je het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling in en lever je dit samen met de factuur van de fiets bij je werkgever in. Nadat je werkgever het uitvoeringsformulier ook voor akkoord heeft getekend, kan de uitruil plaatsvinden.
Het kan zijn dat je werkgever een maximumbudget of een maximumaantal deelnemers voor een bepaald doel heeft vastgesteld. Indien het gestelde budget is uitgeput of het maximumaantal deelnemers bereikt is, is het mogelijk dat je verzoek tot uitvoering voor dat onderdeel niet wordt gehonoreerd.
Op het moment dat het verzoek tot uitvoering wordt ingediend, wordt bepaald of de uitvoering gehonoreerd kan worden, en welk bedrag er uitgeruild kan worden. Om teleurstelling te voorkomen is het aan te raden tijdig na te gaan bij de werkgever of uitvoering voor een specifiek doel nog mogelijk is. Indien bijvoorbeeld een fiets al wel in 2023 is aangeschaft, maar uitvoering niet mogelijk blijkt, kan deze fiets helaas niet meetellen voor een later jaar (2024).
Er kunnen per specifiek doel verdere voorwaarden worden gesteld aan de periode waarin uitvoering van de regeling kan worden aangevraagd.
Zo is de deadline voor de fietsvergoeding vastgesteld op 1 november. De volgorde is dan als volgt:
- allereerst uiterlijk op 31 december 2022 je deelname opgeven (éénmalig);
- vervolgens uiterlijk 1 november 2023 de uitvoering aanvragen (in combinatie met factuur van de aangeschafte fiets).
5 Dit betreft het aanmeldformulier dat de deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling vastlegt. Dit Dyade formulier wordt eenmalig ingevuld en ondertekend door werknemer en werkgever en, tot wederopzegging, gearchiveerd in de personeelsadministratie.
6 Dit formulier is eveneens de effectuering van de “Aanvulling op de arbeidsovereenkomst”.
Om vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering op of vóór 1 mei te worden aangevraagd.
4. Uitwerking van de specifieke regelingen
4.1. Contributie vakbond
Als je lid bent van een vakbond, dan kun je de vakbondscontributie financieren vanuit de volgende bronnen:
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die lid zijn van een vakbond.
• De regeling geldt voor alle werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Het dienstverband moet wel aaneengesloten 3 maanden of langer hebben geduurd.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling is vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2022.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een verklaring van de vakbond, of betalingsbewijs. Hieruit moet éénduidig blijken dat de contributie van het lidmaatschap van de werknemer in 2023 is betaald.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds je deelname is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt vakbondscontributie uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met vakbondscontributie (bruto) | - € 210 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.790 | EJU – contributie |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 662 | 37% |
Vergoeding vakbondscontributie (netto) | + € 210 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.338 | Saldo - loonheffing + vergoeding contributie |
Noot: netto voordeel is: € 1.338 -/- € 1.260 = € 78,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
4.2. Fietsplan
Als je een fiets, mede ten behoeve van het werk, wilt aanschaffen, kun je die fiets of met de fiets samenhangende zaken financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor een ‘gewone’ of een elektrische fiets bedraagt € 1.250,-, inclusief eventuele met de fiets samenhangende zaken of fietsverzekering. De vergoeding wordt uitbetaald in het kalenderjaar van aanschaf van de (elektrische) fiets.
Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een bedrag van € 42.500,- voor deelname aan de fiets en fietsverzekering/accessoire regeling. Hiervan is €22.500,- beschikbaar gesteld voor het primair onderwijs en € 20.000,- voor het voortgezet onderwijs.
Dit betekent dat in het primair onderwijs tenminste 18 deelnemers per jaar gebruik kunnen maken van de fietsregeling en in het voortgezet onderwijs tenminste 16 deelnemers. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen, kan uitvoering niet gegarandeerd worden, maar is deze enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Kan je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd worden, dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling. Let op dat de (elektrische) fiets in het betreffende kalenderjaar is aangeschaft als waarin de uitruil plaatsvindt.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die een (elektrische) fiets willen aanschaffen om naar het werk te reizen en/of ter bevordering van de arbeidsvitaliteit van de werknemer.
• Je hebt dit kalenderjaar en de afgelopen vier kalenderjaren niet eerder een aanvraag voor een (elektrische) fiets ingediend (die ook is gehonoreerd) of ter beschikking gesteld gekregen van de werkgever.
• De aanschafwaarde van de fiets en de hiermee samenhangende zaken is niet aan een maximumbedrag gebonden. Het bedrag dat je kunt uitruilen is wel aan een maximum gebonden:
- voor een gewone of elektrische fiets max. € 1.250,-, incl. bij aanschaf een verzekering en/of accessoires (bijvoorbeeld een regenpak, een extra slot of fietstassen).
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling is vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2022.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een factuur uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het vastgestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van de uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je koopt een fiets | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met kostprijs van de fiets (bruto) | - € 1.250 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 750 | EJU - fiets |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 278 | 37% |
Vergoeding fiets (netto) | + €1.250 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.722 | Saldo - loonheffing + vergoeding fiets |
Noot: netto voordeel is: € 1.722 -/- € 1.260 = € 462,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
In het kader van stimulering van de arbeidsvitaliteit, zijn er naast fitness, ook andere mogelijkheden denkbaar ter bevordering van de eigen vitaliteit. Hierbij valt te denken aan het volgen van (online) workshops of lezingen, smoothie makers, gezonde maaltijdpakketten, coaching en nog veel meer in het belang van vitaliteit en gezondheid.
Om in aanmerking te komen voor deze regeling dient voor de fitness de fitnesslocatie te zijn aangesloten bij Bedrijfsfitness Nederland (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) of xxx.xxxxxxxx.xx. Met bij elkaar duizenden fitnesslocaties biedt deze regeling voldoende keus. Voor de andere zaken rondom vitaliteit moet het ingezette bedrag aantoonbaar ingezet worden voor vitaliteit zoals sportbenodigdheden, workshops, training, coaching etc. bij een gecertificeerd vitaliteitscoach.
Fitness en vitaliteits-bestedingen kunnen gefinancierd worden vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor fitness en vitaliteit-bestedingen bedraagt € 500,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een budget van € 10.000,- voor bedrijfsfitness- en vitaliteitvergoedingen samen. Dit betekent dat in beginsel tenminste 11 deelnemers in het primair onderwijs per jaar gebruik kunnen maken van deze vergoeding en 9 medewerkers in het voortgezet onderwijs. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden
• De regeling is van toepassing op die werknemers die buiten werktijd aan bedrijfsfitness doen of deelnemen aan gekwalificeerde vitaliteitsbestedingen. Onder bedrijfsfitness verstaan we conditie- of krachttraining bij een erkende fitness-locatie, waarbij fitness plaatsvindt onder deskundige begeleiding.
• Een erkende fitness-locatie kun je via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of xxx.xxxxxxxx.xx vinden. De factuur van een bij deze organisatie aangesloten fitness-locatie dient door de werknemer zelf te worden betaald.
• De kosten van de fitness of vitaliteitsbestedingen zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je vergoed krijgt, bedraagt maximaal € 500,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2022.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten
bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling
Normale situatie | Je ruilt uitgaven omtrent vitaliteit uit | ||
Brutoloon | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging loon met kosten waardebonnen (bruto) | - € 500 | ||
Saldo brutoloon | € 2.000 | € 1.500 | Br.loon – vitaliteit |
Loonheffing over brutoloon | - € 740 | - € 555 | 37% |
Vergoeding vitaliteit (netto) | + € 500 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.445 | Saldo - loonheffing + vergoeding middelen omtrent vitaliteit |
Noot: netto voordeel € 1.445 -/- € 1.260 = € 185,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
4.4. (Vak)literatuur thuis
Indien je voor eigen rekening (vak)literatuur hebt aangeschaft, kun je de kosten hiervan vergoed krijgen binnen deze regeling. Het is mogelijk (vak)literatuur te financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor vakliteratuur bedraagt € 150,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een budget van € 1.500 voor deelname aan deze regeling. Dit betekent dat in het primair onderwijs in beginsel tenminste 6 deelnemers per jaar gebruik kunnen maken van de vergoeding (vak)literatuur en in het voortgezet onderwijs tenminste 4 deelnemers. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die voor eigen rekening (vak)literatuur hebben aangeschaft welke (vak)literatuur mede dienstbaar is voor het werk, bijvoorbeeld om kennis en vaardigheden in je eigen functie op peil te houden.
• De kosten van de (vak)literatuur zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je voor de (vak)literatuur vergoed krijgt, bedraagt maximaal € 150,- per jaar.
• De regeling geldt voor alle werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2022.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt vakliteratuur thuis uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met (vak)literatuur (bruto) | - € 150 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.850 | EJU –(vak)literatuur |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 685 | 37% |
Vergoeding (vak)literatuur (netto) | + € 150 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.315 | Saldo - loonheffing + Vergoeding (vak)literatuur |
Noot: netto voordeel € 1.315 -/- € 1.260 = € 55,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
4.5. Contributie beroepsvereniging
Als je uit hoofde van je functie ‘vrijwillig’ bent aangesloten bij een beroepsvereniging, dan kun je de contributiekosten financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor contributie personeels- of beroepsvereniging bedraagt € 150,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een budget van € 1.800,- voor deelname aan deze regeling. Dit betekent dat in beginsel tenminste 7 deelnemers per jaar in het primair onderwijs en 5 deelnemers in het voortgezet onderwijs gebruik kunnen maken van de vergoeding voor de contributie van de beroepsvereniging. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die vanwege hun functie vrijwillig lid zijn van een beroepsvereniging, waarbij de werkgever dit lidmaatschap niet als dwingend noodzakelijk aanmerkt ten behoeve van de normale uitoefening van de functie. Bijvoorbeeld een economie-leerkracht die lid is van beroepsvereniging voor accountants, of lidmaatschap van ‘het lerarencollectief’ etc.
• De regeling is van toepassing op die werknemers die lid zijn van de beroepsvereniging die voldoet aan de fiscale voorwaarden (van onafhankelijkheid, geen uitkeringen of verstrekkingen aan werknemers doet).
• De kosten van de contributie van een beroepsvereniging zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je vergoed krijgt, bedraagt max. € 150,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt contributie beroepsvereniging uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met contributie (bruto) | - € 150 | ||
Saldo Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.850 | EJU – contributie |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 685 | 37% |
Vergoeding contributie (netto) | + €150 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.315 | Saldo - loonheffing + verg. contributie |
Noot: netto voordeel € 1.315 -/- € 1.260 = € 55,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
4.6. Meeneembare ICT-apparatuur, communicatie- en aanverwante hulpmiddelen
Indien je, mede ten behoeve van het werk, gebruik maakt van je in privé aangeschafte meeneembare ICT-apparatuur, zoals bijvoorbeeld een laptop, iPad/tablet, of mobiele telefoon, dan kun je deze voorzieningen financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor meeneembare ICT-apparatuur bedraagt € 650,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een budget van € 35.750. Dit betekent dat in beginsel tenminste 30 deelnemers per jaar in het primair onderwijs gebruik kunnen maken van deze vergoeding en 25 deelnemers in het voortgezet onderwijs. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling. Let op dat de meeneembare ICT-apparatuur in het betreffende kalenderjaar is aangeschaft als waarin de uitruil plaatsvindt.
Voorwaarden/ procedure
• Het moet gaan om ICT-apparatuur en aanverwante communicatie- en andere hulpmiddelen, die je in privé aanschaft, maar ook ten behoeve van het werk gebruikt kan worden.
• De regeling is van toepassing op die werknemers voor wie het gebruik maken van meeneem- bare ICT-voorzieningen ten behoeve van het werk wenselijk kan zijn, maar niet vereist, waarbij die werknemers niet al in aanmerking komen voor een door de werkgever ter beschikking gestelde meeneembare ICT-voorziening.
• Je hebt dit kalenderjaar en de afgelopen drie kalenderjaren niet eerder een aanvraag voor uitruil van meeneembare ICT-apparatuur gedaan (die ook is gehonoreerd).
• De kosten van de ICT-apparatuur e.d. zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je voor dit ICT-materiaal vergoed krijgt, bedraagt maximaal € 650,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen/facturen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen leidt tot een lager fiscaal loon en dus een lagere inhouding loonheffing.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling
Normale situatie | Je koopt een tablet | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met ICT- kosten (bruto) | - € 650 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.350 | EJU – ICT-app. |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 740 | - € 500 | 37% |
Vergoeding ICT-kosten (netto) | + € 650 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.500 | Saldo - loonheffing + vergoeding ICT-app. |
Noot: netto voordeel € 1.500 -/- € 1.260 = € 240,-
Het belastingpercentage van 37% is het meest toepasselijk en komt overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.
4.7. Tas of trolley
Indien je voor eigen rekening een tas of trolley hebt aangeschaft, mede voor je werk op school, bijvoorbeeld in het kader van het ‘thuiswerken’, kun je de kosten hiervan vergoed krijgen binnen deze regeling. Je kunt deze aankoop financieren vanuit de volgende bronnen:
• vakantiegeld;
• structurele eindejaarsuitkering;
• eindejaarsuitkering OOP;
• bindingstoelage.
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor een tas of trolley bedraagt € 200,- per kalenderjaar. Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2023 is rekening gehouden met een budget van € 1.200 voor vergoedingen voor tas of trolley. Hiervan is € 800,- beschikbaar gesteld voor het primair onderwijs en € 400,- voor het voortgezet onderwijs.
Dit betekent dat in beginsel tenminste 4 deelnemers per jaar in het primair onderwijs gebruik kunnen maken van deze vergoeding en 2 in het voortgezet onderwijs. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling. Let op dat de tas of trolley in het betreffende kalenderjaar is aangeschaft als waarin de uitruil plaatsvindt.
Voorwaarden
• De regeling is van toepassing op die werknemers voor wie het gebruik maken van een tas of trolley die ook ten behoeve van het werk wenselijk kan zijn, maar niet vereist, bijvoorbeeld in het kader van ‘thuiswerken’. Betreffende werknemers hebben uiteraard niet al een tas of trolley door de werkgever ter beschikking gesteld gekregen.
• De kosten van de tas of trolley zijn niet aan een maximum gebonden, maar het bedrag dat je vergoed krijgt, bedraagt maximaal € 200,- per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 1 november 2023 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (Dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met betalingsbewijzen uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei 2023 te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dat moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De
regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponenten kwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagere premies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling
Normale situatie | Je koopt een tas/trolley | ||
Brutoloon | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging loon met kosten tas/trolley (bruto) | - € 200 | ||
Saldo brutoloon | € 2.000 | € 1.800 | Br.loon – tas/trolley |
Loonheffing over brutoloon | - € 740 | - € 666 | 37% |
Vergoeding tas/trolley (netto) | + € 200 | ||
Netto bedrag | € 1.260 | € 1.334 | Saldo - loonheffing + vergoeding tas/trolley |
Noot: netto voordeel € 1.334 -/- € 1.260 = € 74,-
Het belastingpercentage van 37 is het meest toepasselijk en komt ongeveer overeen met de 1e schijf in de inkomstenbelasting (2023). Is voor jou een ander belastingtarief van toepassing, dan valt je voordeel, afhankelijk van je belastingtarief, hoger dan wel lager uit.